BIOBASED update - magazine mei 2018

Page 1

AVANS HOGESCHOOL & HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

BIOBASED update MAGAZINE MEI 2018 - 1 CENTRE OF EXPERTISE BIOBASED ECONOMY

Beton met olifantengras NIEUWE PROJECTEN

Biobased goes

INTERNATIONAL Biobased lectoren spreken lectorale rede uit

Opinie:

Zonneparken op landbouwgrond


Voorwoord We hebben de keuze gemaakt om de driejaarlijkse management rapportages nog meer in de vorm van een magazine te gieten. Met trots presenteren wij hierbij dan ook de eerste editie van de Biobased Update! Naast de gebruikelijke focus op onderwijs, onderzoek en business support gaan wij in dit magazine via terugkerende rubrieken verhalen vertellen van studenten en ondernemers in de biobased economy. Ook schuwen we de discussie niet via een rubriek als ‘opinie’. Met deze keer aandacht voor Zonneparken op landbouwgrond. Niet doen? Eén van de hoogte punten van afgelopen periode was het uitspreken van de lectorale redes door Willem Böttger en Dorien Derksen. Na hun redes zijn ze officieel geïnstalleerd als lector bij Hogeschool Zeeland door Adri de Buck. De twee lectoren zijn beiden verbonden aan het Centre of Expertise Biobased Economy en doen praktijkgericht onderzoek naar biobased materialen (voor bouw en infra én bioactieve stoffen in marine organismen). Ook onze projectenportefeuille is weer gegroeid met een aantal interessante projecten rondom onder andere bioplastics uit rioolwater, gele kleurstof uit uien, duurzame, niet-toxische en biodegradeerbare alternatieven op basis van biomassa, borden van zeewier en van ‘exotic mushrooms’ naar myceliumcomposiet. Met veel energie en plezier starten we, samen met onze studenten en bedrijfspartners, met dit toepaste onderzoek. Wist u dat er in 2017 ruim 200 studenten van Avans en HZ University of Applied Sciences een biobased gerelateerde (afstudeer)stage hebben gedaan van een half jaar. We doen het dus niet alleen!

Ralph Simons Directeur Centre of Expertise Biobased Economy


Centre of Expertise Biobased Economy Centre of Expertise Biobased Economy helpt bedrijven en overheden in diverse onderzoeksprojecten, met inzet van docenten en studenten, bij het realiseren van biobased innovaties. Onderzoek wordt verzorgd vanuit de 4 lectoraten en de onderzoeksgroep die verbonden zijn aan het Centre of Expertise. Heb je vragen over één van de genoemde projecten of nieuw uit te voeren onderzoek bij CoE BBE? Neem dan gerust contact op met de genoemde contactpersonen of via het secretariaat! CoE BBE Secretariaat Contact: info@coebbe.nl Meer info: coebbe.nl

Bij elk lopend project staat een icoon afgebeeld waaraan is te zien in welk stadium het project zich bevindt.

1. Opstart

2. Ontwikkeling

3. Realisatie

4. Afronding

Colofon Algemeen Redactie

Website: www.coebbe.nl Wendy van Rijsbergen Administratie: info@coebbe.nl Bas Koebrugge Redactie: w.vanrijsbergen@coebbe.nl Vormgeving Biobased Update is een uitgave van Bas Koebrugge Centre of Expertise Biobased Economy Wendy van Rijsbergen Postbus 90.116 4800 RA Breda Tel. +31 88 525 81 74 © 2018 Centre of Expertise Biobased Economy. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, kopie, digitale reproductie of op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.


Biobased goes

INTERNATIONAL

Living Lab Biobased Brazil Het Living Lab Biobased Brazil begon in 2015 met de uitwisseling van studenten in Nederland en BraziliĂŤ. Dat is inmiddels een groot succes. Jaarlijks gaan ca. 10-15 Avans studenten voor stage en afstuderen naar vijf verschillende universiteiten in Minas Gerais. Sinds twee jaar komen er ook Braziliaanse studenten naar Nederland. Hoe ervaren zij hun stage/afstuderen in Nederland? Bekijk onderstaande video via deze link waarin studenten vertellen over hun ervaringen.

Erik Lammers Projectleider ekf.lammers@avans.nl Meer info: biobasedbrazil.org


Biobased Awareness in BioCannDo Meer en meer producten zijn tegenwoordig verkrijgbaar in een biobased variant. Neem bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen, lippenstift, koffiebekers en zelfs t-shirts! Eén van de doelen van het Horizon 2020 project BioCannDo is het creëren van bewustzijn rondom biobased producten onder de Europese bevolking.

Marian Kat - de Jong Projectleider mp.kat-dejong@avans.nl Meer info: allthings.bio

Om dat bewustzijn te creëren is een serie korte filmpjes gemaakt waarin biobased producten worden besproken. Zo zijn biobased schoonmaakproducten al in veel supermarkten te verkrijgen, koop je bij de drogisterij om de hoek gewoon biobased lippenstift en draag je met je biobased koffiebeker bij aan het verminderen van de afvalberg van 100 miljoen disposable koffiebekers die jaarlijks bij het vuilnis terecht komen.

Biobased MOOC een internationaal succes

Afgelopen periode heeft de Massive Online Open Course (MOOC) ‘Biobased Economy Introduction’ voor de 7e keer plaatsgevonden. Deelnemers van over de hele wereld deden mee. In de MOOC komen onderwerpen, zoals; bio-energie, bioplastics en het gebruik van algen aan bod. Dit keer hebben 330 deelnemers van 5 verschillende continenten de cursus gevolgd. Student commerciële economie: “Ik ben erg tevreden over deze MOOC. Door middel van de diverse onderwerpen in combinatie met de duidelijke video’s en artikelen heb ik kennis mogen maken met de biobased economy”

BENIEUWD NAAR ONZE NIEUWE MOOC THINK BIOBASED? NEEM VAST EEN KIJKJE

Ook geïnteresseerd in het volgen van een MOOC? Houd onze website en social media in de gaten voor updates.

Maurice van Londen Projectleider m.vanlonden@avans.nl

- Onderwijs -

Bekijk alle filmpjes via deze link en kies zelf ook voor Biobased producten!


Student aan het woord

Patrick Mathijssen

Student Commerciele Economie Avans Hogeschool

Ik ben Patrick Mathijssen, een vierdejaars student van de opleiding Commerciële Economie. Na het afronden van de minor; Biobased Techonology and Business Development ben ik bij het CoE BBE terecht gekomen voor mijn afstuderen. Hier doe ik onderzoek naar de perceptie van de biobased economy onder de young professionals. Dit betekent dat ik ga onderzoeken hoe deze doelgroep kijkt naar de biobased economy en wat voor gevoel hierbij een rol speelt. Deze informatie wordt gebruikt om het CoE BBE op een juiste manier te positioneren. Mijn tijd bij het CoE BBE zie ik als een leerzame periode waar ik als econoom de kans krijg om te helpen het gat te dichten tussen commercie en techniek. Dus zie ik mijn afstuderen ook als een stap in deze richting. Uit mijn onderzoek komt naar voren dat 58 % de biobased economy kent, terwijl maar 15 % volledig kan vertellen wat het precies inhoudt. Naast dit gegeven vindt 85 % dan wel weer duurzame ontwikkeling belangrijk. Door dit laatste gegeven is het daarom ook belangrijk dat de young professionals meer kennis verkrijgen over de biobased economy. Uiteindelijk geef ik advies op de positionering van het CoE BBE en hoe zij de young professionals op de juiste manier kunnen bereiken om zo interesse te creëren in de biobased economy. Geïnteresseerd naar de uitkomst van mijn onderzoek? Stuur een mail naar info@coebbe.nl of houd de website coebbe.nl in de gaten.

Trots!

WIST JE DAT... er in 2017 ruim 200 studenten van Avans en HZ University of Applied Sciences een biobased gerelateerde (afstudeer) stage hebben gedaan van een half jaar.


Groene Groei: Bioplastic straat De volgende generatie wereldburgers gaat leven in een biobased wereld. Het onderwijsproject Groene Groei focust daarom nu al op het bijbrengen van bewustzijn over de Biobased Economy aan leerlingen van Nederlands basisonderwijs en voortgezet onderwijs. In het project worden diverse interactieve vormen van onderwijsmateriaal ontwikkeld en samengebracht, waarmee leerlingen tussen de 8 en 18 jaar op een actieve manier kennismaken met verschillende aspecten van de Biobased Economy.

Margot Verwei Projectleider mgp.verwei@avans.nl

- Onderwijs -

EĂŠn van de eerste ontwikkelde onderwijsmodules is de Bioplastic straat, waarmee leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs leren hoe plastic kan worden gemaakt uit aardappels. De straat kan door scholen worden ingeleend en docenten techniek kunnen er vervolgens zelf mee aan de slag. Naast de bio-plastic straat zijn onder meer een bio-kleuren straat en een myceliumstraat in ontwikkeling.



Biobased lectoren spreken lectorale rede uit Lectoren Willem Böttger en Dorien Derksen spraken op 13 april hun lectorale rede uit bij HZ University of Applied Sciences. Vervolgens zijn ze bij de HZ officieel geïnstalleerd als lector. De twee lectoren zijn beiden verbonden aan het Centre of Expertise Biobased Economy en doen praktijkgericht onderzoek naar biobased materialen. In onderstaande publicatie leest u interviews met de lectoren en een aantal sprekende voorbeelden biobased belevenissen.

BIOBASED BOUWEN Willem Böttger en kenniskringleden doen praktijkgericht onderzoek naar biobased materialen die geschikt zijn voor bouw en infra. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar milieuvoordelen, maar vooral ook naar de extra toegevoegde waarden. Voorbeelden van deze materialen zijn vlasisolatie, biocomposieten, hout, stro, kalk-hennep, mycelium (paddestoelen), (lokaal) bamboe, schelpen, materialen uit algen en wieren. BIOBASED MARINE SPECIALTIES Dorien Derksen doet samen met kenniskringleden praktijkgericht onderzoek naar ‘bioprospecten’. Hierbij wordt onderzocht of marine organismen bioactieve stoffen bevatten en hoe deze benut kunnen worden. Dit onderzoek doen zij samen met het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. Klik hier voor de publicatie met de interviews en verdere informatie over de onderwerpen.

Dorien Derksen Lector Marine biobased specialties Dorien.derksen@hz.nl

Willem Böttger Lector Biobased bouwen woj.bottger@avans.nl

- Onderzoek -

PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK Inmiddels is het algemeen bekend dat het gebruik van fossiele grondstoffen eindig is en schadelijk voor het milieu. Een alternatief is het gebruik van biobased materialen, die bestaan uit grondstoffen gewonnen uit hernieuwbare bronnen. Daarom zetten de lectoren zich in voor praktijkgericht onderzoek dat moet zorgen voor het gebruik van deze nieuwe duurzame materialen.


Opinie

Zonneparken op landbouwgrond In NRC Handelsblad van 5 januari is een opiniestuk (artikel) te lezen van oud staatssecretaris van EL&I, Henk Bleker, om landbouwgronden (verplicht) aan te wenden voor opvang van zonne-energie in de vorm van elektriciteit, dus via zonnepanelen. Lectoren Johan Raap en Dorien Derksen van het Centre of Expertise Biobased Economy schrijven in reactie daarop onderstaand betoog om eerst en vooral te kiezen voor zonnepanelen op daken, voordat daar landbouwgrond voor wordt aangewend. BRUIKBAAR PRODUCT “Onze verbazing richt zich op twee fronten die we zullen toelichten. Allereerst hebben we in Nederland (of eigenlijk in dit deel van Noordwest Europa) goede vruchtbare akkerbouwgrond en een klimaat dat uitstekend geschikt is voor de teelt van gewassen. Ja, het is zo dat de gemiddelde energieopname over een jaar via zonnepanelen hoger is dan via planten, vooral omdat die plant niet het gehele jaar kan groeien. Maar met zonnepanelen heb je alleen maar elektronen, en het proces om die op te slaan of om te zetten naar nuttige stoffen staat echt nog in de kinderschoenen. Met landbouwgewassen heb je daarentegen meteen een bruikbaar product, zoals voedsel voor mens en dier, maar ook de productie van (bio-)plastic, vezels voor bouwmaterialen et cetera. En jawel, ook restanten naar benutbare energiedragers als brandstoffen. EERST ALLE DAKEN VOLZETTEN Met deze toevoegingen zitten we meteen in het tweede aspect, namelijk de zogenaamde ‘food en fuel’

Johan Raap Lector Biobased Energy jfm.raap@avans.nl

Dorien Derksen Lector Biobased Products dorien.derksen@hz.nl

discussie, immers mogen we landbouwproducten wel inzetten als energiedrager dan wel aardolievervanger voor producten als plastics? Als je ooit ergens een partij rotte aardappelen over hebt en die wilt omzetten naar benutbare brandstof dan heb je tegenwoordig veel uit te leggen. Maar die vraag zouden we dus ook kunnen stellen voor de akkerbouwgronden zelf: Ons pleidooi is nog steeds om de akkerbouwbodem te benutten waar die het best voor benut kan worden, namelijk voortbrenging van gewassen. En eerst maar eens alle daken in de bebouwde omgeving volzetten met zonnepanelen. We zien nog steeds hele bouwloodsen met platte daken en geen zonbenutting. Scheelt meteen in bescherming tegen vernieling en vandalisme van panelen op de grond. Als we dat eerst gerealiseerd hebben, dan kunnen we later nog eens verder praten. Dus zonnepanelen prima, maar graag eerst op het dak en (nog) niet in de wei.


- Onderzoek -

Mogen we die (vruchtbare) akkerbouwgrond en natuurgronden wel opofferen voor energiewinning?


Eendenkroos als veevoer? Avans brengt reststroomgebieden in kaart voor project Grasgoed Het Grasgoed project loopt intussen anderhalf jaar en er werden al heel wat resultaten geboekt. Afgelopen periode kregen we een beeld van de soorten en hoeveelheden reststromen die vrijkomen in de projectgebieden (Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide, Altena-Biesbosch en Vlijmens Ven, Dommeldal en Vallei van de Zwarte Beek). De bevindingen werden beschreven in een uitgebreid rapport en in kaart gebracht. Het rapport en de kaart zijn beiden resultaten waar Avans Hogeschool een leidende rol in heeft gespeeld. > lees meer

In het kader van het Interreg Vlaanderen – Nederland project Blauwe Keten heeft Avans Hogeschool onderzoek gedaan naar de inzet van eendenkroos als veevoer. Eendenkroos, wat lokaal en met een hoge opbrengst per vierkante meter geproduceerd kan worden, kan hiermee mogelijk de inzet van soja als veevoer vervangen. Er is een theorie studie uitgevoerd naar de vraag of vee bereid is om eendenkroos te eten én zo ja, welke effecten dit heeft op het vee. Tevens zijn er bedrijven bezocht die kennis hebben opgedaan op dit gebied. Er kan voorzichtig gesteld worden dat verschillende typen vee niet direct afgunst hebben van eendenkroos én dat eendenkroos, in ieder geval tot op zekere hoogte, geen negatieve effecten heeft op de ontwikkeling van het vee en/of zijn producten. > lees meer Het project ‘De Blauwe Keten’ en “Grasgoed” worden beiden gefinancierd binnen het Interreg V programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Meer info: www.grensregio.eu

Jappe de Best Projectleider jh.debest@avans.nl


Afgelopen meivakantie (2018) hebben Maurits Dorlandt en Ilse Rovers, Docent-onderzoekers Avans Hogeschool, verschillende gesprekken gevoerd om de samenwerking met de Universiteit van de Seychellen een stap verder te brengen. Voor verschillende onderzoeksgebieden is het vanaf nu mogelijk om studenten uit te wisselen met Avans. Ook is er gesproken met de Minister van Environment, Energy and Climate Change om verschillende onderzoeksprojecten samen te doen. Denk hierbij aan ruimtelijke ordening, klimaatverandering en biobased economy. Ilse en Maurits hebben op de Universiteit een gastlezing gegeven over de verschillende mogelijkheden bij Avans voor studenten en ze verzorgden een les uit de minor Environmental Geography. Uiteraard hebben ze ook een afstudeerder en een stagiair bezocht en even meegedaan in het onderzoek naar het in kaart brengen van koraal. Er wordt momenteel een letter of intent opgesteld om de samenwerking concreet te maken. Daarnaast wordt alle opgedane kennis gebruikt voor het ontwikkelen van lessen omtrent afvalmanagament. Kortom, er liggen mooie kansen voor meer samenwerking met de Seychellen!

Maurits Dorlandt Docent-onderzoeker mhj.dorlandt@avans.nl

- Onderzoek -

BEZOEK SEYCHELLEN


What’s new? WOW! AAN DE SLAG MET AFVALWATER Het Interreg NWE project WOW (Wider business Opportunities for raw materials from wastewater) is goedgekeurd. Het project WoW! is er op gericht om de mogelijkheden van rioolwater te benutten uitgaande van een circulaire benadering. In WoW! gaan we: 1) de economische potentie van afvalwater laten zien: identificeren van de waardevolste koolstofelementen uit rioolwater. 2) de technische haalbaarheid tonen: met 3 pilots gaat WOW! herwinning en recycle technieken voor cellulose, plantaardige vetten en PHA verbeteren en productkwaliteit specificaties afstemmen op de marktbehoefte 3) de juridische belemmeringen in kaart brengen en verminderen ten aanzien van gebruik van rioolwater voor marktpartijen en daarover aanbevelingen doen. Het lectoraat Biobased Energy van het CoE BBE onderzoekt in het project de productie van PHA (bioplastics) uit rioolwater. Daarnaast is het CoE BBE betrokken bij de ontwikkeling van een besluitvormingsmodel dat waterschappen kan helpen bij hun keuze voor technieken voor de verwaarding van hun rioolwater. Tot slot spelen we een belangrijke rol bij de communicatie rondom het project.

GRASSIFICATION In maart 2018 is het project Grassification gestart. Het belangrijkste doel van dit Interreg 2Seas project is om de waardeketen rondom de raffinage van bermgras te optimaliseren tot een technisch en financieel haalbare waardeketen. Binnen dit project worden logistieke en technische aspecten van de toeleverings- en verwerkingsketen van bermgras geoptimaliseerd. Door het marktpotentieel en juridische aanbevelingen in kaart te brengen willen de partners de toegevoegde waarde aantonen van deze hernieuwbare reststroom. Bermgras kan een bron zijn voor de productie van biobased producten en zo een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie naar een biobased en circulaire economy. De rol van het CoE BBE in dit project is voornamelijk het testen van de toepassing van vezels uit bermgras in (bio)polymeren en bouwmaterialen en de toepassing van sappen uit bermgras als eiwitbron. Daarnaast speelt het CoE BBE een rol bij het analyseren en optimaliseren van de waardeketen en het opstellen van een LCA voor de waardeketen.

Jappe de Best Projectleider jh.debest@avans.nl


PUUR NATUUR : 100% BIOBASED ‘Puur Natuur: 100% Biobased’ wil duurzame, niet-toxische, biodegradeerbare alternatieven aanbieden op basis van hernieuwbare grondstoffen. Onder meer Centexbel (Belgisch technisch en wetenschappelijk centrum voor de textielindustrie), Stichting Avans en het toonaangevende Vlaamse textielbedrijf De Saedeleir Textile Platform bundelen hiervoor de krachten. Het project resulteert in de ontwikkeling van biobased weekmakers, brandvertragers, kleurstoffen, stabilisatoren, hechtmiddelen en kiemvormers. Zo zijn bijvoorbeeld kleurintensiteit en stabiliteit de belangrijkste kwaliteitskenmerken voor textiel. Biobased kleurstoffen zijn commercieel nog maar beperkt beschikbaar en ze halen vaak niet de gestelde kwaliteitscriteria zoals bijvoorbeeld lichtechtheid. “het Project Puur Natuur: 100% Biobased is gefinancierd binnen het Interreg V programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Meer info: www.grensregio.eu.“

- Onderzoek -

Erik Lammers Projectleider ekf.lammers@avans.nl


What’s new? SEADISH

Het doel van dit project is te onderzoeken of zeewier in combinatie met bioafbreekbare bioplastics een composiet materiaal kan vormen die het productie van SEADISH borden mogelijk maakt. Momenteel is er een groeiende vraag naar nieuwe bronnen om als duurzame grondstoffen te dienen ter vervanging van olie. Dit is een dringende en uitdagende ontwikkeling voor de producerende industrie. Zeewier krijgt veel aandacht als duurzame bron voor voeding, brandstof, energie en grondstof. Het heeft een gering effect op het milieu omdat zeewierteelt zonder landsbeslag plaatsvindt. Zeewier haalt zijn voeding direct uit het water en benut energie van de zon en heeft geen meststoffen nodig. De zeewierteelt heeft in tegenstelling tot andere “duurzame grondstoffen” een positief effect op het milieu. Het concrete doel is het ontwikkelen van zeewier-biopolymeer composiet materiaal en te onderzoeken wat de

mogelijkheden tot opschaling van de productie zijn. Avans/BAC zal de initiële materiaal studie uitvoeren, de eigenschappen vaststellen en verwerking realiseren. Als grondstoffen worden de rode Gracilaria wieren gebruikt in combinatie met nog te selecteren biopolymeren om de 100% biobased en composteerbare eigenschappen te bewaren. Een mooie uitdaging voor het team van het Biopolymeer applicatie centrum. Het team studenten van verschillende academies van het HBO en diverse MBO opleidingen heeft hier een mooie klus aan

Werner Muller Werkplaatsmeester BAC ww.muller@avans.nl


Wat zijn KIEM VANG projecten? KIEM staat voor Kennisinnovatiemapping en VANG voor Van Afval Naar Grondstof. Deze regeling is voor kleine, doelgerichte onderzoeksprojecten (maximaal € 20.000,subsidie) die concrete kansen bieden voor de circulaire economie.

Vorig jaar is een Kiem-Vang project Waardevolle UI uitgevoerd door Avans Hogeschool met een aantal verschillende (MKB-)partners, waaronder de uien verwerkende bedrijven Mol Fresh Food B.V. en Monie Nieuwdorp B.V. De doel was om te onderzoeken wat de economische meerwaarde kan zijn door uit de huidige reststroom van de uienproductie de uienvezels als grondstof voor papier toe te passen of door het winnen van quercetine. Quercetine kan als kleurstof of antioxidant gebruikt worden of in food en non-food. De uienvezels bleken niet interessant te zijn voor papiertoepassing. Echter de winning van quercetine gaf zeer positieve resultaten. De slotconclusie was dat een verwerking van uienpellen tot het product quercetine een rendabel proces kan zijn. De uien verwerkende MKB’s willen graag de haalbaarheid van een groter valorisatie project verder definiëren door de marktspecificaties voor quercetineproducten en de daar uit volgende processpecificaties voor de winning van quercetine uit de uienreststroom te onderzoeken.

Seija Aalto Projectleider sh.aalto@avans.nl

- Onderzoek -

UI VERDIENT MEER

De Nederlandse uienteelt en -verwerking is met een productie van circa 1,3 miljoen ton per jaar (statsline.CBS.nl) één van de belangrijkste pijlers van de Nederlandse landbouw. De reststroom van de uienverwerking bestaat voornamelijk uit de bruine huid en de buitenste lagen van uien. Deze bevatten veel interessante componenten zoals kleurstoffen, antioxidanten, antibacteriële stoffen en vezels. Een van de interessante hoogwaardige componenten is quercetine, een flavonoïde uit de buitenste droge pellen.


BIOBASED NETWORK Het Biobased-netwerk is een samenwerking van applicatiecentra: facilitaire centra waar innoverende bedrijven van alle soorten, maten en ervaringen hun ideeën kunnen ontwikkelen tot werkende prototypes en deze kunnen toetsen aan de nieuwste technologische en marktinzichten. Het Biobased-netwerk is het resultaat van een project onder de naam “Biobased Infrastructure for Knowledge”. Het liep van 2015 tot begin 2018, werd gecoördineerd door het Centre of Expertise Biobased Economy en werd gesteund door de Europese Unie (EFRO OP Zuid). Tijdens dit project hebben zes applicatiecentra in het zuiden van Nederland (Green Chemistry Campus, Chemelot Innovation and Learning Labs, Biopolymeer Applicatie Centrum, Natuurvezel Applicatie Centrum, Agririsch Innovatiecenturm Rusthoeve en Kleuren Applicatie Centrum) en vier regionale ontwikkelingsmaatschappijen (BOM, Impuls Zeeland, REWIN en Brightlands) hun diensten verbeterd door middel van een intensieve en verdiepte samenwerking. Dit waren de belangrijkste resultaten van het project. Multidisciplinaire diensten De business-ontwikkelaars van de applicatiecentra en ontwikkelingsmaatschappijen hebben grondig kennis

genomen van de diensten en faciliteiten in de verschillende centra. Wanneer nu een van hen een intake bij een bedrijf doet, kan hij als dat nuttig is ook een beroep doen op een dienst van een ander centrum. Voorbeeld: CHILL had een klant die betrokken was bij cosmetica. Rusthoeve ontwikkelde een interessant ingrediënt, maar had geen contacten met cosmeticabedrijven. Op deze manier kan elke klant via een van de centra binnenkomen en toch de volledige service van alle centra samen aangeboden krijgen. Kwaliteit van uitvoering De centra ondersteunen elkaar door uitwisseling van nieuw ontwikkelde en bestaande procesprotocollen. Dit was met name nuttig, omdat aanvankelijk niet alle deelnemers hetzelfde ervaringsniveau hadden; je kunt stellen dat de meer ervaren centra de anderen hebben geholpen. Intake De centra ontwikkelden een gestandaardiseerde intakeprocedure. Nogmaals, het doet er niet toe waar een bedrijf het netwerk betreedt: het zal een vergelijkbaar niveau van professionaliteit aantreffen. Op deze manier werden tijdens het project meer dan 160 MKB-bedrijven bediend. Verbeterde faciliteiten Tijdens het project hebben de centra geïnvesteerd om


Communicatie en kennisuitwisseling De centra spannen zich in om hun communicatie op elkaar af te stemmen. Om te beginnen zijn 38 meetups georganiseerd in een gemeenschappelijke gecoördineerde kalender. Verder is het merk Biobased Network ontwikkeld en toegepast in verschillende media en gelegenheden. De centra zijn er trots op de merknaam van het Biobased Network naast hun eigen naam te dragen. Bepalende factoren voor succesvolle centra Tijdens het project beseften de centra dat er vijf kritieke succesfactoren waren voor hun bedrijf: (a) een duidelijke doelgroep van bedrijven, (b) onderscheidende faciliteiten, (c) onderscheidende en ondersteunende kennis, (d) bedrijfsontwikkelaars die door de markt worden erkend en (e) lage instapkosten. Bepalende factoren voor succesvolle samenwerking Het tot stand brengen van volledige samenwerking vergde een niveau van vertrouwen en toewijding dat van te voren niet voor de hand lag. De centra ontwikkelden een meetinstrument voor bereidheid tot samenwerking, gebaseerd op bijvoorbeeld: professionaliteit, volwassenheid, betrouwbaarheid, betrokkenheid,

doelcongruentie en complementariteit van expertise en faciliteiten. Het instrument kan worden toegepast bij het toetreden van nieuwe centra tot het netwerk. Bepalende factoren voor succesvolle innovaties Een onverwacht resultaat van het project is het instrument voor het voorspellen van innovatiesucces dat is ontwikkeld door de vier ontwikkelingsmaatschappijen. De applicatiecentra wilden aangeven hoeveel innovaties ze in de loop van het project hadden ondersteund. De vier bureaus hebben hun visie samengevoegd in één hulpmiddel voor investeringsondersteuning, dat met succes is getest en toegepast door het scoren van innovatieve ‘prototype-marktcombinaties’ uit het project. Er is vastgesteld dat minstens 16 van hen waarschijnlijk de markt zullen bereiken. Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Rijk, de provincie Limburg en de provincie Noord-Brabant in het kader van OPZuid.

Douwe-Frits Broens Portfolio Manager Business Support df.broens@avans.nl Meer info: biobasednetwork.com

- Business support -

hun faciliteiten te verbeteren. Als gevolg hiervan zijn de faciliteiten in hun samenhang, hoewel ze over verschillende locaties verdeeld staan, van beduidende omvang en van wereldklasse.


Biobased business Beton met olifantengras

Strukton Eco Silence Wall- Velzen


Duco Reitsma Profluid

Vandaag de dag is er op meerdere plaatsen in het land beton met Olifantengras (Miscanthus) terug te vinden. Olifantengras levert een fantastische bijdrage aan het oplossen van geluidsoverlast in bewoonde gebieden. Het heeft van zichzelf al geluidsabsorberende eigenschappen, is laag van gewicht, is relatief eenvoudig en buiten de voedselketen te verbouwen en absorbeert CO2. Al tijdens de snelle groei neemt Olifantengras tot wel 5x meer CO2 op in vergelijking met een jong bos. Na de oogst wordt het gras bewerkt en verwerkt in het beton, waarbij het prefab beton de CO2 langdurig opslaat en op lange termijn opnieuw verwerkbaar is (> 98% recyclebaar). De Milieu Kosten Indicator (kosten voor milieu) van dit toegepaste materiaal behoren tot de laagste in de bouwsector. Vanuit Profluid hebben we een waterafstotend additief ontwikkeld waardoor het mengen van de materialen beter mogelijk was en de uithardingstijd flink werd verkort. De gerealiseerde korte bekistingstijd maakt het productconcept commercieel aantrekkelijk wat weer goed nieuws is voor het milieu. Het eindresultaat is mede te danken aan het grondige werk van Bouwkunde studenten van Avans Hogeschool die onderzoek deden naar de toepassingsmogelijkheden van het materiaal in utiliteits- en woningbouw. Een voorbeeld uit de rapportage:

Uit de practicums blijkt dat de druksterkte, buigsterkte, soortelijke massa en isolatiewaarde afhankelijk is van het aantal vezels dat wordt toegevoegd. De belangrijkste conclusies zijn: • De druksterkte neemt bij een laag percentage vezel minimaal af. • De treksterkte is hoog bij een laag vezelpercentage. • Door de hoge treksterkte is er mogelijk minder wapening noodzakelijk. • De soortelijke massa neemt af naarmate het vezelpercentage stijgt. • Miscanthus beton als isolatiemateriaal is niet reeel. Uit de onderzoeken blijkt dat de gekozen toepassingen in hun beginfase aan de wetgeving voldoen. De grondstof Miscanthus heeft een positieve invloed op het milieu en draagt bij aan een biobased economy. De prijs van de grondstoffen ligt bij Miscanthus beton iets hoger dan bij concurrerende producten, maar de productieprijs is veel hoger. Deze hoge kostenpost wordt voornamelijk veroorzaakt door de vele manuren. Door het inzetten van goede productiefaciliteiten kan de productieprijs concurrerend zijn. Momenteel zijn we samen met het lectoraat Biobased Bouwen van Willem Böttger bezig om te testen of impregnatieoplossingen voor vlas en hennep een bijdrage aan de levensduur van bioplastics kunnen leveren. Door onze positieve ervaring met dit project, ben ik van plan meer vraagstukken voor te gaan leggen bij het lectoraat om zo gezamenlijk tot meer en nieuwe inzichten te komen. Ik kijk uit naar een verdere samenwerking met het Centre of Expertise Biobased Economy. Samen maken we de wereld weer een stukje duurzamer! “ Met dank aan Jan van Stratum, Strukton Prefab.

- Business support -

“ Dagelijks houden wij ons bezig met het ontwikkelen van duurzame “slimme” vloeistoffen met behulp van nanotechnologie. Als R&D organisatie willen we bedrijven verder helpen om nieuwe oplossingsrichtingen te kunnen realiseren, en dat zo duurzaam mogelijk. Een van onze waardevolle samenwerkingspartners is Strukton, aanbieder van o.a. infrastructuuroplossingen in binnen- en buitenland.


Benieuwd hoe u aan de slag kunt gaan met biopolymeren? In onze workshop leert u welke procesparameters belangrijk zijn bij verwerking van biopolymeren. Biopolymeren zijn zeer goed te verwerken met conventionele spuitgietmachines. Terug op de werkvloer kunt u de kennis dus direct toepassen.

Interessant voor NRK-erkende spuitgieters Datum: 27 juni 2018 Duur: 1 dagdeel Locatie: Biopolymeer Applicatie Centrum Avans Hogeschool - Breda Voor:

Kijk voor meer cursusdata op www.biopolymeer.nl www.biopolymeer.nl en meld u aan! Biopolymeer Applicatie Centrum Lovensdijkstraat 61 Breda 088-5258174 info@biopolymeer.nl

Editie 2 van dit magazine komt uit in september 2018. Blijf tussentijds op de hoogte van onze activiteiten via de website. - CENTRE OF EXPERTISE BIOBASED ECONOMY -

WWW.COEBBE.NL

Biopolymeer Applicatie Centrum

Spuitgieten met Biopolymeren


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.