BIOBASED update
Centre of Expertise Biobased Economy MAGAZINE FEBRUARI 2021 CENTRE OF EXPERTISE BIOBASED ECONOMY
VISSENSCHUBBEN VOOR KLEDINGINDUSTRIE BIOBASED PLASTICS IN DE PRAKTIJK DATABASE BIOBASED PRODUCTEN
Inhoud 4
Kurkuma: van teelt tot biobased kleurstof
4
Growing leather: leer van paddestoelen
5
Extractie van pectines uit uischillen
6
Start-up 100% bio-afbreekbare producten
6
11
7
12
8
14
10
16
Learning Community Biobrandstoffen
Student aan het woord: Nick Romijn
Opinie Jappe de Best: Laten we eens durf tonen!
PHA accumulatie capaciteit van RWZI’s
10
Verduurzaming scheepstransporten
BATO: Biobased plastics in de praktijk
Vissenschubben voor de kledingindustrie
Mycelium projecten
16
Artikel Zeewier sterolen
Waardevolle stoffen uit rioolwater
5
Centre of Expertise Biobased Economy - 2
7
17
Aahminozuren!
COLOFON Redactie & vormgeving:
18
Minor Biobased Bouwen
Wendy van Rijsbergen w.vanrijsbergen@avans.nl Bas Koebrugge b.koebrugge@avans.nl Š 2021 Centre of Expertise Biobased Economy. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, kopie, digitale reproductie of op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
23
Meer weten over ons? Bekijk dan de website
Database Biobased producten
WWW.COEBBE.NL
Zeewierkoeien
18
Biobased isolatie
19
Bouwen met Mycelium
20
Centre of Expertise Biobased Economy
12
11
17
BIOBASED update juni 2020 - 3
Kurkuma: van teelt tot biobased kleurstof Wist je dat we in Europa per jaar ongeveer 87 miljoen ton verpakkingsafval produceren? Het goede nieuws is dat er een deel hiervan biobased verpakkingen zijn die recyclebaar of biologisch afbreekbaar zijn. Het slechte nieuws is dat in deze processen alsnog de niet-biologisch afbreekbare, en vaak giftige
Dit kunnen we tegengaan door natuurlijke kleurstoffen te gebruiken. In het Interreg Northwest Europe project CurCol onderzoeken we de kleurstofproductie en -toepassing in bioplastic en papieren verpakkingen, op basis van de gele natuurlijke kleurstof curcumine. En dat proces begint al bij het telen van de curcuma plant. Bekijk de video! > lees meer over CurCol
synthetische kleurstoffen vrij komen.
Meer weten? Bas Koebrugge Projectleider CurCol b.koebrugge@avans.nl
Growing leather: leer van paddestoelen De consument is zich steeds bewuster van het toenemende probleem met de vee- en vleesproductie als gevolg van de hoge stikstofemissies en de daarmee samenhangende impact op klimaatverandering . Dit stimuleert de consumptie van plantaardige vegetarische alternatieven. Daarmee is er ook een toenemende vraag naar een diervrij, milieuvriendelijk alternatief voor veganistisch leer. De ontwikkeling van leerachtige veganistische materialen uit verschillende plantaardige bronnen, zoals materialen op basis van mango, ananas en paddenstoelen krijgt dan ook steeds meer belangstelling. In het project Growing Leather ligt de focus op het ontwikkelen van veganistisch leer van het op paddenstoelen gebaseerde materiaal mycelium. De commercialisering en de groei van de productie van duurzaam veganistisch leer wordt echter aanzienlijk belemmerd door de moeilijkheid om de vereiste kwaliteit voor de verschillende consumentenproducten te bereiken. Ook zijn de prijzen van veganistische alternatieven nog hoog. In Growing Leather bundelen twee MKB-bedrijven, BioscienZ en B4Plastics, hun krachten met Centre of Expertise Biobased Economy om veganistisch leer te ontwikkelen van het op paddenstoelen gebaseerde materiaal mycelium.
onder begeleiding van B4Plastics verschillende additieven onder veel verschillende omstandigheden testen. Dit om uiteindelijk een milieuvriendelijk, veganistisch materiaal te ontwikkelen dat vergelijkbare materiaaleigenschappen heeft als dierlijk materiaalleer en is concurrerend in prijs. > lees meer over Growing Leather
PARTNERS BioScienZ is een biotechbedrijf met een sterke expertise en capaciteit om goedkoop mycelium van constante kwaliteit te produceren. B4Plastics is een materiaalontwikkelingsbedrijf met sterke punten in het ontwerpen en distribueren van ecoplastic producten.
ONDERZOEK In dit project zal Avans Hogeschool verschillende myceliumtypes (geproduceerd door BioscienZ) gebruiken en Centre of Expertise Biobased Economy - 4
Extractie van pectines uit uienschillen Nederland produceert jaarlijks ca. 1,5 Mton verse uien. Bij de verwerking van uien ontstaan grote volumes aan droge uienschillen (vellen van buitenste rokken), een agro-reststroom die oploopt tot 30 Kton per jaar. In de praktijk worden uienschillen laagwaardig benut, of betaalt de producent afvoerkosten. Uienschillen bevatten echter meerdere waardevolle componenten (o.a. pectine, eiwitten en quercetine). Door middel van innovatieve bioraffinagetechnieken kunnen deze componenten worden ontsloten uit het onoplosbare en moeizaam te ontsluiten deel (vezelresidu) van deze reststroom. Dit dwarsboomt de valorisatie van deze componenten in hoogwaardige food- en chemieproducten. Omdat effectieve en bedrijfs-inpasbare methodes voor de bioraffinage van pectine in uienschillen momenteel ontbreken, is de extractie en verwaarding van pectine uit deze grondstof problematisch. Tijd voor onderzoek!
EIGENSCHAPPEN IN KAART Om toe te werken naar een praktijkoplossing in dit project, worden de mechanismen die de onoplosbaarheid (hydrofobe) eigenschappen in droge uienschillen veroorzaken in kaart gebracht op basis van bestaande kennis en kunde. Vervolgens worden conceptuele bioraffinage-methodes ontworpen en getoetst voor effectieve extractie van pectine uit het residu van droge uienschillen. In het consortium, dat de waardeketen van reststroomproductie tot en met de afzet levensmiddelencomponenten beslaat, wordt actief kennis en ervaringen gedeeld en geĂŻntegreerd m.b.t. reststroomverwaarding, plantcelwanden, bioraffinage, chemische technologie en food ingrediĂŤnten met als doel om de circulaire verwaarding van uienschillen aan te jagen. > lees meer over dit project
Meer weten? Wim Gaakeer Projectleider Extractie uit uischillen wag.gaakeer@avans.nl
Meer weten? Ilse Roovers Projectleider Growing leather ca.roovers@avans.nl
BIOBASED update juni 2020 - 5
Start-up 100% bio-afbreekbare producten Plastic wegwerp artikelen vervangen door 100% biobased en 100% bio-afbreekbare producten. Met deze visie begon start-up bedrijf Bionative Industries in 2018. Samen met het CoE BBE ontwikkelden zij een eigen polymeer, genaamd SyRa™. SyRa™ kan fossiele, niet afbreekbare, plastic wegwerp producten, in bepaalde toepassingen vervangen. Wanneer gebruikt in het buitenmilieu levert het bouwstoffen voor planten en organismen. Het doel van Bionative Industries is om in 2021 SyRa™ te produceren met een door de markt gevraagde kwaliteit. Cruciaal voor het succes van Bionative Industries is het realiseren van de eerste toepassing voor een launching customer. > lees meer over dit project Dit project wordt mede mogelijk gemaakt via cofinanciering van SIA via het Take Off programma.
“Door de samenwerking met het CoE BBE, en de kans die Avans mij gaf, heb ik een zeer waardevolle en leuke afstudeerperiode gehad. Een duurzaam
Meer weten? Alwin Hoogendoorn Projectleider making disposables disposable a.hoogendoorn@avans.nl
bedrijf opzetten in combinatie met afstuderen. Een betere afsluiting van mijn studie BTC kan ik me niet voorstellen.” - Bart de Raad, Eigenaar Bionative Industries en afgestudeerd student Avans-
Learning Community Biobrandstoffen Biobrandstoffen zijn nodig om de Nederlandse klimaatdoelstellingen voor de reductie van CO2emissies te halen. Een groei van het volume aan biobrandstoffen kan daarnaast ook als versneller werken voor inzet van biogrondstoffen in de chemiesector. CoE BBE werd onlangs partner binnen deze community. Biobrandstoffen zijn een opkomende markt. Er is hierdoor nog veel onbekendheid met het onderwerp bij de industrie zelf, bij beleidsmedewerkers en in het onderwijs. De (open) Learning Community Biobrandstoffen wil helpen om die onbekendheid te verminderen. Om dit te realiseren maakt de Learning Community Biobrandstoffen een aantal online interactieve leermodules waarin de verschillende aspecten van biobrandstoffen worden besproken zoals beschikbare biomassa en productietechnologieën voor biobrandstoffen. Daarnaast worden door Learning Community Biobrandstoffen kennisuitwisselingssessies georganiseerd. Tijdens deze sessies worden ook kennis- en innovatievragen van bedrijven geïdentificeerd. Voor deze vragen wordt bekeken of ze kunnen worden opgepakt in onderwijs en/of onderzoeksprojecten. >lees meer over dit project
Meer weten? Jappe de Best Projectleider Learning Community Biobrandstoffen jh.debest@avans.nl
Student aan het woord
Nick Romijn Student Chemisch Product Innovatie Avans Hogeschool Mijn naam is Nick Romijn en ik heb binnen het CoE BBE stage gelopen van augustus 2020 tot januari 2021. Binnen het BioADD project heb ik onderzoek gedaan naar de effecten van biocarbon additie aan biopolymeren. Het doel van mijn onderzoek was het produceren van biocomposieten en analyseren welke variaties in deze composieten resulteerden in de meest ideale composieteigenschappen. De meest ideale composieten werden middels een effecten analyse bepaald. De transitie die wordt gemaakt naar een biobased economy spreekt mij aan. Het onderzoek dat ik heb uitgevoerd speelt daar namelijk goed op in. Dit is ook de reden waarom ik juist deze stage zo interessant vond. Ook zelf houd ik mij veel bezig met biobased materialen. Afgelopen zomer ben ik namelijk samen met mijn vriendin Susan Neeteson begonnen met het startup bedrijfje F.U.N. printing. Wij 3D-printen aan de hand van PLA namelijk persoonlijke items, zoals 3D-foto’s en silhouetten. Daarnaast printen wij ook accessoires, decoratie, tijdsgebonden artikelen en promotiemateriaal. Ook is het mogelijk om je eigen idee in te sturen! Kijk zeker even op de website www.fun-printing.nl in de categorie jouw idee in 3D. Aan het begin van mijn stage was ik naast mijn onderzoek ook bezig met 3D-printen op het biobased lab. Er werd gestart met voornamelijk testontwerpen, zoals een piramide en periodiek systeem. De 3D-prints vielen medestagiair, Mike van der Markt snel op. Niet veel later kwam Mike met het idee om een octopus te laten printen. Het resultaat was zo bijzonder en leuk dat er snel meer volgden. Uiteindelijk heeft de octopus een eigen naam gekregen, namelijk Dr. Octaanopus. Door veel lovende reacties is besloten een Instagramaccount voor deze octopus te maken. Sindsdien maakt octo allerlei avonturen mee op het biobased lab en daarbuiten. Het doel achter de octopus is het overbrengen van leuke chemie en octopus feitjes aan allerlei studenten.
Opinie Hergebruik van reststromen … laten we iets vaker durf tonen! Opinie: Jappe de Best, Lector Biobased Resources & Energy CoE BBE Je leest er bijna dagelijks over in de verschillende media. Nederland en Europa zetten in op een klimaatneutrale, circulaire samenleving in 2050. Een belangrijk onderdeel hiervan is het zoveel mogelijk hergebruiken van reststromen uit de landbouw, industrie en van consumenten. Voor de meeste reststromen geldt namelijk dat ze geheel of gedeeltelijk kunnen worden ingezet als waardevolle grondstof. Reststromen zijn dus veelbelovend, maar wat verstaan we daar eigenlijk onder? De succesverhalen die je in de media leest gaan vaak over het recyclen van grotere, veelal meer homogene reststromen zoals matrassen of bedrijfskleding, of bij concepten waarbij consumenten een product niet meer kopen maar leasen. Na gebruik gaat het product weer terug naar de producent voor volledige recycling. Dit kan bijvoorbeeld bij autobanden van Michelin of tapijten van Desso.
INGEZAMELD PLASTIC, MAAISEL EN RIOOLWATER Het wordt complexer als het gaat om reststromen die kunnen variëren in samenstelling of verontreinigingen bevatten. Denk hierbij aan ingezameld plastic, maaisel van wegbermen, maar ook rioolwater of industriële reststromen. Voor het realiseren van een circulaire samenleving is het nodig om juist ook deze reststromen optimaal te benutten. Verschillende onderzoeksprojecten en initiatieven hebben bewezen dat dit kan. Zo kunnen we kerstballen maken waarin dennennaalden verwerkt zijn, bioplastic produceren uit rioolwater en isolatiematten maken van grasmaaisel.
een andere herkomst. De eigenschappen zijn hierdoor vaak anders, maar dat betekent zeker niet dat ze niet geschikt zijn om toe te passen.
WETGEVING In het verlengde hiervan ligt de huidige wetgeving. Het is nog steeds zo dat in de Nederlandse en Europese wetgeving reststromen al snel als afvalstoffen worden bestempeld totdat het tegendeel wordt bewezen. Juist het bewijzen van dat tegendeel is complex en vaak een langdurig proces. Daar komt nog bij dat voor vergelijkbare producten die alleen een andere afnemer of productielocatie hebben de procedure steeds opnieuw moet worden doorlopen. Hierdoor zijn er tot nu toe maar voor een beperkt aantal (producten uit) reststromen algemene criteria opgesteld voor een eindeafvalstatus.
“Willen we in 2050 als Nederland volledig circulair zijn, dan zal er iets moeten veranderen, anders gaan we deze doelstelling niet realiseren. Ik wil overheden en bedrijven daarom oproepen om in de komende tijd een beetje meer durf te tonen. “
OBSTAKELS OF NIET? Toch lukt het veel initiatieven niet om verder te komen dan de conceptfase of kleinschalige productie. Dit heeft een aantal oorzaken. Allereerst is de prijs van producten of grondstoffen uit complexere reststromen vaak hoger dan die van conventionele vergelijkbare producten of grondstoffen. Dit komt omdat de productieprocessen nog niet zijn geoptimaliseerd maar ook omdat bij het berekenen van de kostprijs van producten niet alle kosten worden meegenomen zoals de uitputting van primaire grondstoffen of negatieve milieueffecten. De zogenaamde externaliteiten. Wat ook een rol speelt zijn de kwaliteitseisen die door producenten en consumenten aan (grondstoffen voor) producten worden gesteld. Deze zijn veelal zijn gebaseerd op conventionele producten en grondstoffen. Dat is misschien wel logisch want het biedt zekerheid, maar het is niet eerlijk want grondstoffen en producten uit reststromen hebben
OPROEP OVERHEID Overheden roep ik op om hergebruik van reststromen makkelijker te maken. Denk mee met initiatieven op dit gebied, maak afspraken met initiatiefnemers over proceduretijden en vereenvoudig procedures voor vergelijkbare producten. Dat dit mogelijk is blijkt wel uit een recent initiatief van de provincie Zuid-Holland om hergebruiken van groenafval makkelijker maken. Daarnaast kunnen overheden het goede voorbeeld geven door toepassing van grondstoffen en producten uit reststromen voor te schrijven of te belonen. In een ideale wereld dragen we natuurlijk allemaal graag bij aan het realiseren van een circulaire samenleving. Maar in de praktijk werkt dit helaas niet zo. Om de klimaatdoelstellingen te bereiken moeten we na Corona ook allemaal minder gaan
Centre of Expertise Biobased Economy - 8
vliegen. Maar wie gaat dit ook echt doen? Soms hebben we hier een klein beetje hulp bij nodig.
OPROEP INDUSTRIE De industrie zou ik willen oproepen om samen met bedrijven die reststromen upcyclen te kijken naar de ruimte die er is voor flexibelere normen en eisen voor grondstoffen en producten. Maar ook om te kijken naar de kansen om het lineaire proces van grondstof (via fabricage en gebruik) naar afval los te laten en op zoek te gaan naar meervoudige waarde creatie en circulariteit. Hierbij passen mijns inziens ook alternatieve verdienmodellen waarin menselijk, maatschappelijk en zakelijk welbevinden meer in balans zijn.
Om dit alles te kunnen realiseren moeten we het verleden los kunnen laten, met een frisse nieuwe blik leren kijken en vooral ook elkaar iets gunnen. Als we allemaal een beetje durf tonen, dan ben ik ervan overtuigd dat we met Nederland andere landen kunnen inspireren bij het realiseren van een klimaatneutrale circulaire samenleving. Misschien wel eerder dan 2050 ‌.
Meer weten? Jappe de Best Lector Biobased Resources & Energy jh.debest@avans.nl
BIOBASED update juni 2020 - 9
PHA accumulatie capaciteit van RWZIs De Energie- en grondstoffenfabriek heeft verschillende onderzoeksprojecten om waardevolle hulpbronnen uit afvalwater terug te winnen. Een van de onderzoeksprojecten is de winning van polyhydroxyalkonoaat (PHA) uit slib van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZIs). Tot nu toe is voor slechts voor een klein deel van de RWZIs in Nederland bekend of ze geschikt zijn voor de winning van PHA. Dit is onder andere afhankelijk van de procesconfiguratie van een RWZI, de grootte en de samenstelling van het influent van de RWZI. De Energie- en grondstoffenfabriek heeft Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) en Promiko gevraagd om voor geïnteresseerde waterschappen te onderzoeken wat het PHA accumulatie potentieel is van hun RWZIs. Dit gebeurt aan de hand van microscopie (Promiko) en PHA accumulatie testen in bioreactoren (CoE BBE). De resultaten van de testen kunnen bijdragen aan de opschaling van PHA productie uit rioolwater in Nederland. > lees meer over dit project
Waardevolle stoffen uit rioolwater Rioolwater bevat waardevolle stoffen die als grondstof kunnen worden gebruikt voor biobased producten. Verschillende EU-projecten zoals het
BEKIJK VIDEO
Interreg NWE-project WOW! -hebben aangetoond dat terugwinning van grondstoffen uit rioolwater technisch mogelijk is en dat er een potentiële marktkans is voor deze grondstoffen. Tot op heden is dit potentieel echter in Europa nauwelijks ten volle benut, wat heeft geleid tot verlies van waardevolle materialen, CO2-uitstoot en een minder efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
BEST PRACTICES REPORT
Waarom zijn sommige technieken voor terugwinnen met succes geïmplementeerd, terwijl andere zich nog in de proeffase bevinden of niet zijn geslaagd? Informatie werd verzameld via literatuur, een online vragenlijst en interviews. > download het best practices report
WAARDEVOLLE STOFFEN UIT RIOOLWATER In bovenstaande video is te zien op welke manier cellulose, lipids en PHA uit rioolwater worden gewonnen. Dit gebeurt binnen 3 pilots van het WOW! project. Bekijk de video!
Partners binnen het WOW! team schreven een rapport dat kritische succesfactoren beschrijft voor het terugwinnen van grondstoffen uit rioolwater en het op de markt brengen van deze middelen op basis van lessen die zijn geleerd in EUsubsidieprojecten.
Centre of Expertise Biobased Economy - 10
Meer weten? Jappe de Best Projectleider WOW! en PHA accumulatie capaciteit jh.debest@avans.nl
Verduurzaming scheepstransporten Rusland – Benelux Hoe kunnen we scheeptransporten van Rusland
EMISSIEREDUCTIE
naar Europese zeehavens zoals Dordrecht, Gent en
Een van de partners, Van Leer Energy , is een marketing, sales en logistieke dienstverlener binnen de bosbouwindustrie. Een van hun functies is het bijdragen aan de ontwikkeling van stabiele industriële toeleveringsketens. Een belangrijk aspect van die ontwikkeling is het realiseren van emissiereductie.
Delfzijl verduurzamen? Een voor de hand liggende mogelijkheid vormt het bijmengen van biodiesel met de huidige gasolie bij bunkering. In dit project wordt dit samen met de partners Wijnne Barends en
“Veel van onze bosbouwproducten worden per
Van Leer Energy onderzocht.
zeeschip naar de Europese markt vervoerd. Een gedachte om emissiereductie te realiseren is om
Tijdens het project worden via het programma GABI milieukundige analyses (ISO 14040) voor diverse brandstofscenario’s uitgevoerd en er wordt een vergelijking gemaakt met vrachtautotransporten. Er wordt gekeken naar wat de huidige status van biobrandstoffen voor toepassing in zeeschepen is terwijl er ook wordt gekeken naar financiële stimuleringsmogelijkheden zoals via HBE-certificaten en naar de motortechniek. Het project wordt mede mogelijke gemaakt door cofinanciering vanuit TKI Biobased Economy.
zeeschepen of biobrandstoffen te laten varen. Met het onderzoek willen wij een beeld krijgen over de technische en economische inzetbaarheid van bepaalde biobrandstoffen binnen de zeevaart. Ook willen we een beter inzicht krijgen in de impact op het milieu om bepaalde biobrandstoffen te maken.” - Cris Mul - Van Leer Energy > lees meer over dit project
Meer weten? Alwin Hoogendoorn Projectleider Duurzame Scheepstransporten a.hoogendoorn@avans.nl
BIOBASED update juni 2020 - 11
Biobased Business
Biobased plastics in de praktijk Wist je dat een tomatenplant wel 13 meter lang kan worden? De vezelige stengel van deze plant heeft bij het groeien wel ondersteuning nodig. BATO ontwikkelde biologisch afbreekbare klemmetjes die, nadat ze hun werk hebben gedaan, gecomposteerd kunnen worden samen met de reststroom van de tomatenplant. Een waardevolle toepassing van biobased plastics. Al 20 jaar is BATO bezig met het produceren en verbeteren van plastics van biobased materialen. De laatste jaren in verschillende projecten ook in samenwerking met Centre of Expertise Biobased Economy. We gingen in gesprek met de directeur van BATO Gert-Jan Spierings, die vol passie vertelt over zijn vak en alle vertrouwen heeft in een biobased toekomst. Gert-Jan Spierings: “Als je binnenkomt bij BATO zie je 32 spuitgietmachines staan. Hier spuitgieten wij kunststof producten voor de glas- en tuinbouw. De klemmetjes voor de tomatenplanten waren voor ons de aanleiding om ook met biobased materialen te gaan werken. Vooral de afvalverwerkers waren hier blij mee, want de conventionele plastic klemmetjes vervuilden hun compost. Inmiddels is het assortiment uitgebreid naar meerdere toepassingen voor de teelt. We merken hier dat de transitie in gang is gezet. En we kijken zelfs verder dan de teelt sector. Afgelopen kerst hebben we 14.000 biobased kerstballen geproduceerd.”
BIOBASED KERSTBALLEN Via het Biopolymeer Applicatie Centrum (BAC) werd BATO enthousiast over het project Circulaire en Biobased Kerstbal en besloot mee te doen. BATO kon veel kennis en ervaring op het gebied van biopolymeren inbrengen en de samenwerking met het BAC bij CoE BBE bevalt erg goed. “Als wij ergens tegenaan lopen dan wil het BAC altijd meedenken in een oplossing. Ze zijn goed op de hoogte van de mogelijkheden van biomaterialen en dat is prettig. Vice versa komen er
ook weer vragen vanuit het BAC bij ons terecht. Een mooie kruisbestuiving”, aldus Spierings.
100% BIOBASED? Een ander project dan: BioADD. Daar wordt onderzoek gedaan naar duurzame additieven, specifiek voor land- en tuinbouw toepassingen. Iets wat naadloos aansluit bij de activiteiten van BATO. Er worden vaak additieven toegevoegd aan producten om eigenschappen van materialen te verbeteren, zoals de stevigheid, elasticiteit en kleur. Meestal is dat maar 2% van het totale product maar het zijn wel díe chemische samenstellingen die het idee van biobased plastics verstoren. Deze 2 procent is namelijk niet afbreekbaar en schadelijk voor het milieu. Spierings: “In mijn ogen moet je óf zorgen dat je het materiaal goed kunt recyclen óf je moet zorgen
Centre of Expertise Biobased Economy - 12
dat het volledig afbreekbaar is. Zodra je twee materialen door elkaar gaat gebruiken kun je het niet scheiden én niet biologisch afbreken. Zonde! Uitkomsten van BioADD kunnen ervoor zorgen dat we de eigenschappen van biobased plastics kunnen aanpassen, zodat deze op meerdere plekken inzetbaar zijn voor meerdere producten.”
ALTIJD ZO DUURZAAM MOGELIJK Helaas is de afzet van biobased plastics ten opzichte van de traditionele plastics nog laag. Spierings: “ Het zal je verbazen dat nog maar een paar procent van onze omzet biobased materiaal is. Biobased plastics zijn nog een stuk duurder. Er is meer tijd en onderzoek nodig om die kostprijs naar beneden te krijgen. In de tussentijd levert bezig zijn met duurzaamheid en milieu de klant wel een stuk imagoverbetering op. Dat gaat langzaam, maar wordt gelukkig steeds meer geaccepteerd. Daarbij komt dat biobased materiaal nog niet geschikt is voor alle toepassingen. Iets wat 20 jaar mee moet kan niet zomaar na een paar jaar gaan afbreken. Voor die toepassingen gebruiken we gerecycled materiaal. In totaal verwerken we voor 98% biomateriaal of gerecycled materiaal. We kiezen altijd voor zo duurzaam mogelijk.” Spierings hoopt samen met het CoE BBE de kennis over biobased materialen verder te kunnen vergroten. Hoe krijgen we de kostprijs verder naar beneden? Hoe verbeteren we de eigenschappen? Hoe creëren we meer bekendheid en bewustzijn rondom de biobased economy en dan specifiek de stap naar bioplastics? Allemaal vragen waar in de toekomst verder aan gewerkt gaat worden. “Wij staan open voor nieuwe projecten en samenwerkingen om dit te bereiken, voor een biobased economy!” Aldus Gert-Jan Spierings.
“In mijn ogen moet je óf zorgen dat je het materiaal goed kunt recyclen óf je moet zorgen dat het volledig afbreekbaar is. Zodra je twee materialen door elkaar gaat gebruiken kun je het niet scheiden én niet biologisch afbreken. Zonde! “ Gert-Jan Spierings - Directeur BATO
BIOBASED update juni 2020 - 13
Vissenschubben voor de kledingindustrie De kledingindustrie is de op één na grootste vervuiler voor onze planeet. Er is veel plastic verwerkt in kleding en dit komt ook in onze wateren en oceanen terecht als plastic microdeeltjes. Er wordt nog weinig onderzoek gedaan naar duurzame alternatieven voor alle niet hernieuwbare additieven die in kleding worden toegepast. Het lectoraat Marine Biobased Specialties is er volop mee bezig. Zo onderzoekt student Yoni Mol of vissenschubben gebruikt kunnen worden als duurzame grondstof voor de kledingindustrie. Bij elke wasbeurt komen er tussen de 6,000,000 en 17,700,000 microplastic deeltjes vrij en die komen via het riool in de zee terecht. Deze deeltjes komen in de voedselketen en op deze manier uiteindelijk ook op ons bord terecht. Dit is een bekend probleem echter het weerhoudt consumenten er niet van om ‘fast fashion’ te kopen.
VISSCHUBBEN IN JE KLEDING? Wat als er minder plastic in onze kleding terecht kan komen door bijvoorbeeld uit te gaan van materialen die in water goed afbreekbaar zijn, zoals visschubben? In het onderzoek
van Yoni zijn visschubben succesvol gebruikt voor het samenstellen van biogranulaat. Dit biogranulaat kan worden gebruikt als ingrediënt voor het maken van duurzame textielvezels. Visschubben die eigenlijk een afvalproduct zijn van de aquacultuur kunnen dus gebruikt worden als duurzame grondstof in de kledingindustrie.
AQUACULTUUR Binnen de aquacultuur wordt op dit moment nog veel weggegooid terwijl er mogelijkheden genoeg zijn om huidig afval te gebruiken als duurzame grondstof. Vissenschubben is hiervan een goed voorbeeld. Ander voorbeelden zijn de schelpen van schelpdieren en het exoskelet van garnaal soorten. Meerdere rest stromen zijn benut in de samenstelling van het biogranulaat. Nederland, als echt waterland, kan een voortrekker rol nemen. Tot slot biedt aquacultuur mogelijkheden om ons ecosysteem te versterken en biodiversiteit te vergroten.
EXPERTISE EN ONTWIKKELING IN DE DELTA REGIO Afgelopen jaar heeft Yoni Mol, student aan de HZ University of Applied Sciences, samen met Dorien Derksen, lector Marine Biobased Specialties uitgezocht hoe visschubben verwerkt kunnen worden tot biogranulaat en wat de materiaaleigenschappen zijn van deze grondstof. Als voorbeeld heeft Yoni dit biogranulaat gebruikt als grondstof in de productie van duurzame pailletjes, een bij jongeren geliefd
Centre of Expertise Biobased Economy - 14
Yoni Mol , Student
mode-item in kleding en jammer genoeg tot op heden nog altijd van niet afbreekbaar plastic gemaakt.
Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het project Puur Natuur 100% biobased, Interreg Vlaanderen - Nederland.
Voor de realisatie van dit project hebben de onderzoekers in de Delta regio aanwezige kennis en kunde ingezet; zoals een mkb-er met kennis van de verwerking van vis, maar ook de afdeling engineering van de HZ en de expertise van het verwerken en testen van biopolymeren vezels aanwezig bij het BAC en KLAC van het Centre of Expertise Biobased Economy. Yoni is voorlopig nog niet klaar met dit onderwerp en samen met Dorien gaan ze dit product verder ontwikkelen tot een marktwaardig alternatief voor plastic toevoegingen in kleding accessoires. Een korte enquête maakt duidelijk dat consumenten zeker open staan voor dit verhaal en voor de bewustwording rondom gebruik van synthetische ingrediënten in kleding.
HOE KUN JIJ MEEDOEN? Check zelf waar je kleding van gemaakt is en probeer plastic te identificeren (polyester, rayon, en nylon). Zoek zelf eens uit of je kleding kan vinden met minder plastic dan ‘normaal’. Misschien kun je wel een kledingstuk vinden waar cellulose wordt gebruikt als vezel. > lees meer over het lectoraat Marine Biobased Specialties
BIOBASED update juni 2020 - 15
Meer weten? Dorien Derksen Lector Marine Biobased Specialties gch.derksen@avans.nl
Artikel gepubliceerd over effect licht en nutriënten op zeewier sterolen! Het lectoraat Marine Biobased Specialties (MBBS)
VERDUBBELING STEROL-INHOUD
heeft onderzoek gedaan naar het effect van kweek
We hebben onderzocht hoe de nutriënt concentratie van het kweekwater en de lichtintensiteit de sterol inhoud beïnvloed van suikerwier, een commercieel belangrijk wier dat in Nederland gekweekt wordt. De belangrijkste observatie was dat bij lage nutriënten en hoge lichtintensiteit, de sterol-inhoud van het suikerwier meer dan verdubbelt. Deze publicatie stelt ons nu in staat om deze en andere observaties niet alleen met de projectpartners te delen, maar óók met een breder wetenschappelijk publiek.
omstandigheden op de plantensterolen van suikerwier. Plantensterolen kennen we vooral de cholesterol-verlagende effecten van je pakje boter, maar ze komen naast planten (en pakjes boter) óók in zeewier voor. De unieke leefomgeving van zeewier zorgt er voor dat hun plantensterolen vaak bijzondere werkingen hebben, waaronder ziekte bestrijdende. Het is dus heel nuttig om te weten wat de productie van die stoffen beïnvloed en hoe je de sterol inhoud kan stimuleren voor een maximale opbrengst.
Ben jij ook geïnteresseerd? Dan kan je het artikel vrijblijvend lezen via de onderstaande link! > download het artikel
Hier is onderzoek naar gedaan en onlangs zijn de resultaten gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Applied Phycology, een tijdschrift voor toegepaste algenstudie.
Centre of Expertise Biobased Economy - 16
Meer weten? Dylan de Jong Onderzoeker dlc.de.jong@hz.nl
Aahminozuren! Aminozuren kun je zien als de bouwstenen van proteïnen, de eiwitten in je lichaam die een grote rol spelen bij vrijwel alle biologische processen. Ze geven de cellen structuur, zijn van belang voor het vervoer en de opslag van voedingsstoffen, beïnvloeden de functies van organen en dragen bij aan het herstel van weefsels zoals spieren, huid en botten. Maar ook voor je spijsvertering, nachtrust en energieniveau zijn aminozuren van belang. “De smaak van eiwitrijke producten wordt mede bepaald door de bouwstenen daarvan. Wat proeven we? Aah, dat zijn aminozuren!”
chemie voorop staat en bij Inholland de focus meer ligt op de kennis rondom smaak en hoe je dit onderzoekt, leren de studenten veel van elkaar.
Kortom: aminozuren zijn belangrijk voor je lichaam. Alleen maakt je lichaam zelf praktisch geen aminozuren aan, die krijg je binnen door voldoende eiwitten te eten uit verschillende bronnen.
WERKVELD
UMAMI Met dit project willen we tot een methode komen die het mogelijk maakt om enkele kleine eiwitten – en de aminozuren waaruit die zijn opgebouwd- chemisch te karakteriseren en op een doelmatige wijze sensorisch te beoordelen. Op de lange termijn is het perspectief om uit zeewier, eendenkroos en reststromen van landbouwgewassen waardevolle componenten te kunnen isoleren met een toegevoegde waarde op het gebied van smaak. Umami is de vijfde smaak (“hartigheid”), en is in het begin van de vorige eeuw ontdekt door een Japanse onderzoeker in zeewier. Umami wordt veroorzaakt door bepaalde vormen van aminozuren, daar willen we o.a. het fijne van weten.
STUDENTEN Studenten gaan aan de slag met literatuuronderzoek en praktisch werk op gebied van isolatie van kleine peptiden en losse aminozuren (HZ University of Applied Sciences, Vlissingen) en op het gebied van sensorisch onderzoek (Hogeschool Inholland Delft en Amsterdam). Studenten vertellen elkaar tijdens fysieke meetings met online submeetings waar ze mee bezig zijn. Omdat in Vlissingen de
In het kader van de eiwittransitie is dit een relevant project met voor het werkveld interessante nieuwe kennis en ervaring die door onze jonge professionals-in-de-dop wordt opgedaan. Met Biorefinery Solutions hebben we een goede relatie omdat zij vanuit verschillende invalshoeken duurzame oplossingen voor de voedingsmiddelenindustrie bieden. Alternatieve eiwitbronnen zoals eendenkroos (waterlinzen) en restmassa van groenteverwerking worden door hun benut. Zeewier zou in de toekomst ook relevant kunnen worden.
E-NUMMERS VERVANGEN? Het doel is om meer kennis en inzicht te verkrijgen in hoe aminozuren en kleine eiwitten zorgen voor smaak. Misschien kunnen met deze kennis in de toekomst makkelijker e-nummers vervangen worden door natuurlijke (in plaats van synthetische) toevoegingen aan voedingsmiddelen. Bijvoorbeeld door extracten van zeewier of eendenkroos. Het project is gesubsidieerd door SIA (Stichting Innovatie Alliantie) als KIEM_GoChem project. > lees meer over het project
BIOBASED update juni 2020 - 17
Meer weten? Tanja Moerdijk-Poortvliet Projectleider Aahminozuren tanja.moerdijk@hz.nl
Zeewierkoeien Verwaarding van zeewier en kortere ketens - Chemie (HZ), Watermanagement (HZ) en Agrofood en Ondernemerschap (Aeres) studenten onderzochten met elkaar onder welke condities het op soja gebaseerde koeienkrachtvoer afkomstig uit ZuidAmerika vervangen kan worden door Zeeuws zeewier. De uiteindelijke bedoeling is dat er daadwerkelijk zeewier aan de koeien gevoerd wordt en onderzocht wordt welk effect de toevoeging van zeewier heeft op smaak en kwaliteit van de melk. Met dit project verbindt het lectoraat Marine Biobased Specialties de agricultuur en de aquacultuur sector en werkt samen met Wageningen Livestock Research om een nieuwe commerciële verwaarding van zeewier te verkennen die tevens een duurzamere, kortere keten mogelijk maakt.
Meer weten? Tanja Moerdijk-Poortvliet Projectleider Aahminozuren tanja.moerdijk@hz.nl
> lees meer over dit project
Meer weten? Marijn Heeren Projectleider Bio Iso marijn.heeren@hz.nl
Biobased isolatie Verwarming, koeling en de elektriciteitsbehoefte van gebouwen zijn samen goed voor circa 47% van de CO2 uitstoot binnen de bouw. De huidige focus op energiesparing leidt echter steeds vaker tot een onprettig binnenklimaat en zelfs tot ongezonde gebouwen. Gezond wonen begint bij een gezond binnenklimaat. Biobased isolatieproducten kunnen hierbij een significante bijdrage leveren. Biobased isolatieproducten bezitten, in tegenstelling tot synthetische en minerale producten, zogenaamde hygrische eigenschappen. Het isolatiemateriaal kan vocht opnemen of afstaan afhankelijk van de relatieve vochtigheid van de omgeving. In het project ‘Bio Iso’ worden biobased isolatie materialen in verschillende combinaties wetenschappelijk getest. Met deze aangetoonde, gunstige eigenschappen kunnen producenten van biobased isolatiematerialen zich onderscheiden op bestaande en nieuwe markten. > lees meer over dit project Centre of Expertise Biobased Economy - 18
Bouwen met mycelium
Meer weten? Ilse Roovers Projectleider Bouwen met Mycelium ca.roovers@avans.nl
Het project Building on Mycelium (mei 2019 gestart)
COMBINATIES RESTSTROMEN EN SCHIMMELS
onderzoekt de mogelijkheden om van substraat,
Na het bepalen van de standaarden heeft CoE BBE samen met onderzoekers van de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar de groeiomstandigheden van het mycelium en dat vervolgens toegepast op combinaties van tien verschillende soorten lokale biobased reststromen met vijf verschillende soorten schimmels. Daarbij zijn we geholpen door projectpartners, zoals Verbruggen Paddestoelen BV.
bestaande uit verschillende (lokale) biobased reststromen, met mycelium een biocomposiet te maken. Van dit materiaal, dat een foam-achtig uiterlijk heeft, kunnen verschillende vormen worden gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan isolatiemateriaal, of er kan een plaatmateriaal van geperst worden. In het project ligt de nadruk op onderzoek naar materialen die gebruikt worden in de bouw- en interieursector. Projectleider Ilse Rovers geeft een update over de behaalde resultaten en voortgang. Op bovenstaande foto zijn samples van akoestische absorptietesten te zien, gemaakt in het Material Incubator Lab door onlangs afgestudeerde Francisco Exposito. In de eerste fase van het project zijn de standaarden bepaald waarmee het onderzoek naar de verschillende productiemethoden, maar ook het onderzoek naar fysieke eigenschappen kan worden uitgevoerd. Alle onderzoeksprotocollen voor het produceren en voor het bepalen van de materiaaleigenschappen zijn aangepast en goedgekeurd door alle projectpartners.
Helaas waren er problemen met het opstarten van het nieuwe lab in het gebouw van AKV in Den Bosch, the Material Incubator. Daarbij gooide COVID-19 ook nog roet in het eten, wat uiteindelijk heeft gezorgd voor een flinke vertraging. Na de zomer zijn de onderzoekers weer vol goede moed aan de slag en op dit moment is het deelonderzoek naar de beste schimmel-substraat combinaties afgerond en kunnen we met trots presenteren wat de vijf beste combinaties zijn voor “foam-achtige� materialen en welke vijf voor plaatmateriaal.
EIGENSCHAPPEN VAN DE BIOCOMPOSIETEN Nu is het tijd aan de slag te gaan met de fysische eigenschappen van de gekozen biocomposieten. Welke zouden het best geschikt zijn als bouwmateriaal met bepaalde eigenschappen? Onderzoek is volop aan de gang. Binnekort wordt deze fase afgerond, waarna we kiezen met welke materialen we verder gaan en worden brandbaarheidsen andere veiligheidstesten uitgevoerd. > lees meer over dit project
Graskool
Minor Biobased Bouwen Biobased, circulair en modulair In opdracht van het project CBCI, Circular Biobased Construction Industry, en Spark in Den Bosch hebben drie studenten het afgelopen half jaar onderzoek gedaan om een koppelstuk te ontwerpen waar een constructie mee gemaakt kan worden die biobased, circulair en modulair is. Emma Joziasse, Federico Peters en Jesse Hausoul vertellen over hun onderzoek en ervaring.
BIOCOMPOSIET KOPPELSTUK “Om het koppelstuk te ontwerpen en te testen hebben we gebruik gemaakt van Solidworks. Met dit koppelstuk hebben we een constructie voor Diverto ontworpen. Diverto is een bedrijf gevestigd in Goes dat graafmachines ontwerpt en produceert. Zij zijn momenteel bezig met het ontwerpen van een nieuwe fabriek en daar mochten wij bij helpen. “ Omdat zij nog bezig zijn met het concept konden de studenten helaas de constructie voor de fabriek niet laten zien, echter het koppelstuk wel wat je rechts kunt zien. “We hebben voor dit ontwerp gekozen omdat de mogelijkheden voor een constructie groot zijn. Het is gemaakt van biocomposiet, maakt gebruik van I balken en is bedoeld om een constructie van houten balken mee te maken. Ook is het begrip losmaakbaarheid in dit ontwerp belangrijk. De constructie zou over bijvoorbeeld 20 jaar uit elkaar gehaald kunnen worden en worden hergebruikt, in plaats van dat het gesloopt moet worden.”
VERVOLGONDERZOEK Als vervolgonderzoek raden de studenten aan om een prototype van het ontwerp te maken en om het ontwerp te testen op een mogelijke toepassing om te kijken of het bepaalde krachten aan kan.
SAMENWERKING “Wij als Engineering studenten vonden het uitdagende en leuke opdracht omdat het deels buiten ons vakgebied ligt. Daarnaast hebben we veel kennis opgedaan over biobased building en circulariteit. De samenwerking was tijdens deze minor een iets grotere uitdaging dan normaal omdat we vanwege de coronamaatregelen thuis moesten werken en alleen konden communiceren via Teams en Whatsapp. Al met al was het een leerzame minor en zijn we tot een mooi resultaat gekomen. “
MINOR BIOBASED BOUWEN VAN HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES Binnen de onderzoeksgroep Biobased Bouwen doen studenten en docent-onderzoekers van HZ en Avans gezamenlijk onderzoek. Ze behandelen zowel bouwkundige als civiele toepassingen, met een sterke nadruk op de materiaalzijde. Naast bouw kunnen ook andere expertisegebieden zoals chemie, productontwerp, gezondheid, mechatronica en onderhoud aan dit onderzoek worden gekoppeld. > lees meer over Biobased minoren
Centre of Expertise Biobased Economy - 20
Recyclen biocomposiet Afgelopen periode deden drie studenten onderzoek naar het mechanisch recyclen van thermoset composieten met als onderzoeksvraag: Wat is een proces om de gebruikte biobased thermoset composieten mechanisch te recyclen of te upcyclen om een economisch rendabel circulair proces te verkrijgen? Bas Kodde, Delia de Keijzer en Jimmy van de Putte vertellen over hun onderzoek en ervaring
FILLER Om richting te geven aan het project is met de stakeholders, Lennart Zoeter van het lectoraat Biobased Bouwen en Willem Böttger van NPSP, besloten om van thermoset composiet recyclaat een filler te maken voor in een ‘nieuw’ biobased composiet en om de mechanische eigenschappen hiervan te onderzoeken. “Na het maken, waterstraal snijden en het uitvoeren van de drie-punts buigtest van de composieten met verschillende soorten fillers hebben we ondervonden dat deze sterker en lichter, maar minder stijf zijn dan een ons referentie materiaal, met calciet als filler. Afhankelijk van de toepassing is deze ondervinding van de stijfheid positief. Verder is er een quick scan gedaan naar de economische en ecologische aspecten van het proces om thermoset composieten her te gebruiken als filler in een nieuw composiet.”
VERVOLGONDERZOEK Naar aanleiding van de positieve resultaten van dit onderzoek hebben de studenten aanbevolen om verder onderzoek te doen naar de mechanische eigenschappen door middel van een microstructural analysis van de gebruikte fillers en de invloed van de samenstelling van de filler op de mechanische eigenschappen van het composiet.
WERELD VAN COMPOSIETEN “Door dit onderzoek en de hulp van experts uit het vakgebied hebben we veel geleerd over de wereld van composieten. Het veel experimenteel onderzoek doen heeft ons inzicht gegeven om verbanden te kunnen leggen tussen de samenstelling van een composiet en de invloed die dit heeft op de mechanische eigenschappen hiervan. “
BIOBASED update juni 2020 - 21
Minor Biobased Bouwen Mycelium testen Als onderdeel van de projecten Mycelium Boards en Building on Mycelium zijn 3 studenten aan de slag gegaan met het bewerken van mycelium. Dit project werd aangeboden binnen de minor Biobased Building van HZ University of Applied Sciences. Studenten Ahmed, Julia en Thomas vertellen over hun onderzoek en ervaringen.
HITTE PERSEN Het doel van het project was om te onderzoeken op welke manier je mycelium het beste kan bewerken door middel van hitte persen, om zo de sterkste materiaaleigenschappen te verkrijgen. Deze eigenschappen zijn bepaald doormiddel van het uitvoeren van testen op het gebied van buigkracht, trekkracht en vuurbestendigheid. “Tijdens het hitte persen zijn twee verschillende drukken uitgeoefend op het materiaal, op drie verschillende temperaturen gedurende drie verschillende tijden. Zo zijn er achttien verschillende samples verkregen die onder verschillende omstandigheden zijn bewerkt.”
PREMIÈRE Dit onderzoek was één van de premières op het gebied van het hitte persen van mycelium, daardoor hadden de studenten weinig informatie om mee te beginnen en was het lastig om verwachtingen op te stellen van de uitkomst van dit onderzoek.
RESULTATEN De resultaten van het onderzoek waren veelbelovend. Na het vergelijken van de mycelium boards met traditionele materialen bleek dat de verkregen materiaaleigenschappen zeker niet teleurstelden. “Ook zijn we er tijdens het testen achter gekomen dat de trektest en vuurbestendigheidstest vrijwel niks bijdroegen aan ons onderzoek, aangezien er door ongunstige omstandigheden storende factoren aanwezig waren. Hierdoor waren de resultaten zodanig afwijkend dat er helaas geen conclusies uit getrokken konden worden.” “Al met al hebben we erg waardevolle bevindingen kunnen doen tijdens dit project en hopen we bij te hebben gedragen aan toekomstig onderzoek op het gebied van mycelium. “ Foto: Een mycelium board voor (boven) en na (onder) hitte persen
Centre of Expertise Biobased Economy - 22
Meer weten over deze student projecten? Lennart Zoeter Onderzoeker l.zoeter@hz.nl
Nationale Database Biobased Producten Goed nieuws voor inkopers! Er komt een landelijke database waarin inkopers van grote en kleine organisaties het aanbod aan biobased producten kunnen vinden. Uitgever Performis gaat deze database ontwikkelen samen met het Centre of Expertise Biobased Economy en stichting Circular Biobased Delta. Daarbij krijgen zij steun van ten minste vier provincies. Alle Nederlandse producenten van biobased materialen en producten worden uitgenodigd om hun aanbod in de database op te laten nemen. Een onafhankelijke Redactieraad stelt de criteria en kenmerken samen waaraan het aanbod moet voldoen. Deze database gaat inkopers helpen om maatschappelijk verantwoord in te inkopen. Landelijke, regionale en lokale overheden kopen samen meer in dan alle andere organisaties in Nederland bij elkaar. Vanuit de doelstellingen die het Rijk heeft ten aanzien van maatschappelijk verantwoord inkopen moet er al op korte termijn een grote verduurzaming komen in het aankoopbeleid van deze overheden. Toch blijkt in de praktijk dat het niet altijd even gemakkelijk is om doelen te stellen aan duurzaam of maatschappelijk verantwoord inkopen en deze vervolgens te verwezenlijken. Volgens de vier initiatief nemende provincies (Zeeland, Overijssel, Brabant en NoordHolland) helpt een onafhankelijke database, waarin het aanbod van erkend duurzame, biobased producten met hun kenmerken te vinden is, daarbij.
ACTUEEL EN BETROUWBAAR In het verleden zijn er meer projecten en initiatieven geweest die eenzelfde overzicht voor inkopers nastreefden, alleen voldeden de resulterende databases om verschillende redenen niet. De nieuwe partners gaan voor een beter en duurzamer resultaat. Zo wordt er nu gezocht naar een beheers- en verdienmodel om er voor te zorgen dat de database ook op termijn actueel en betrouwbaar blijft. Om inkopers een waardevol instrument in handen te geven voor hun inkoopproces moet het materialen- en productenaanbod van voldoende kwantiteit en kwaliteit zijn. De kwaliteit wordt geborgd door het instellen van een onafhankelijke ‘Redactieraad’, waarin experts van Nederlandse hogescholen en NEN zijn vertegenwoordigd samen met onafhankelijke inhoudsdeskundigen per productcategorie. Zij zorgen ervoor dat de informatie in de database duidelijk en herkenbaar is, en voldoet aan internationale definities en standaarden.
BIOBASED PRODUCTEN EN MATERIALEN VERGELIJKEN De nieuwe database geeft antwoord op veel vragen van inkopers. Wanneer is een product biobased? Waar is het dan van gemaakt? Welk aanbod is er in de specifieke inkoopcategorieën? Hoeveel duurzamer zijn deze producten dan hun fossiele alternatieven? Hoe kan ik verschillende producten en materialen op duurzaamheidskenmerken met elkaar vergelijken? Naast de daadwerkelijke database wordt een digitale omgeving ingericht waar inkopers achtergrondinformatie kunnen vinden over bijvoorbeeld ontwikkelingen in biobased toepassingen en het proces van duurzaam inkopen. Hiervoor wordt onder meer samengewerkt met het Expertisecentrum Aanbesteden PIANOo. Tot de zomer van dit jaar werken de partijen aan de technische ontwikkeling van het medium en worden in samenspraak met inkopers en producenten functionaliteiten ingericht. Na de zomer vindt de lancering plaats. Geïnteresseerd geraakt door dit bericht en wil je aansluiten als producent of inkoper? Neem contact op! > lees meer
BIOBASED update juni 2020 - 23
Meer weten? Bas Koebrugge Projectleider Nationale Database Biobased Producten b.koebrugge@avans.nl
Wil je jong talent binden aan je bedrijf? Zoek je een stagiair of trainee die je kan helpen met vraagstukken rondom bio-circulaire innovaties, duurzaamheid of de energietransitie? Of ben jij misschien die toekomstgerichte student die dat kan? Op 13 april brengen wij vraag en aanbod samen tijdens het virtuele event: Green Matchmaking.
VIRTUELE ‘SPEEDDATES’
IS ER EEN MATCH?
Op het online matchmaking platform B2Match kunnen studenten en bedrijven aangeven wat ze zoeken en bieden en er kunnen van tevoren of op de dag zelf virtuele ‘speeddates’ worden ingepland om op een laagdrempelige manier kennis te maken en de mogelijkheden tot samenwerking te bespreken.
Dan zijn dit de opties:
Tip voor bedrijven: Post stagevacatures in de Marktplaats. Tip voor studenten: Voeg je CV toe tijdens je registratie.
AANMELDEN
•
•
•
Meewerkstage 20 weken van september 2021 t/m januari 2022 van februari 2022 t/m juni 2022 Afstudeerstage 20 weken van september 2021 t/m januari 2022 van februari 2022 t/m juni 2022 Traineeship afstudeerstage van 20 weken die start in september 2021 of februari 2022 gevolgd door een jaarcontract. Dit traineeship programma is speciaal voor Avansstudenten die bij een MKBbedrijf afstuderen op een innovatief duurzaamheidsvraagstuk.
WWW.COEBBE.NL Meer biobased nieuws, projecten en onderwijs? Bekijk dan onze website.
De volgende BIOBASED update komt uit in mei 2021. - CENTRE OF EXPERTISE BIOBASED ECONOMY -