Zernike College Schoolgids 2009

0

201 20

09

schoo

s d i g l

1

Van de rector

4

1

Visie

5

2

Juniorcolleges

5

M

Montessori Juniorcollege Groningen

7

Harm Jan Zondag Juniorcollege Groningen

9

H

Juniorcollege Haren

11

Z

Juniorcollege Zuidlaren

13

A

Atheneumplus Haren

15

3

Bovenbouw atheneum/havo/vmbo

16

HJZ

Inhoud

+

AH

Bovenbouw atheneum/havo, regulier en Montessori 16

V

Bovenbouw vmbo, Groningen Zuid

17

4

Leerlingbegeleiding

20

5

Zernike College en Topsport Steunpunt Noord /LOOT 22

6

Cultuureducatie

23

7

Binnen- en buitenschoolse activiteiten

24

8

Algemene informatie

25

9

Kwaliteitszorg

27

10

Schoolkosten

29

11

Busverbindingen

32

12

Onderwijstijd/lessentabellen

33

Op de website en in de brochures en andere publicaties van de school worden regelmatig foto’s van leerlingen geplaatst. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, dan dient u dit aan het begin van het schooljaar bij de directie kenbaar maken. Wij wijzen u er op dat mogelijke publicatie van foto’s in kranten en tijdschriften, of film- of televisie-opnamen, met daarop leerlingen van onze school, onder de zgn. vrije nieuwsgaring vallen.

2

3

U krijgt in deze schoolgids een beeld van het onderwijs op het Zernike College.

Kenmerkend voor onze school zijn de Juniorcolleges bij u in de buurt. Het bovenbouwonderwijs havo/atheneum wordt in ons studiehuis in Haren gegeven. Het onderwijs in de vmbo bovenbouw realiseren we in samenwerking met het Noorderpoortcollege in Groningen. Door deze kleinschalige opzet bieden onze teams een optimale begeleiding aan iedere leerling en dat wordt zeer gewaardeerd: in korte tijd zijn we uitgegroeid tot de grootste school van Groningen.

Va n d e rec t o r

Wij bieden verschillende profileringen passend bij de leerstijl van uw zoon of dochter. In Groningen Zuid zijn dat het Montessori Juniorcollege met het talentprogramma werkplaats/atelier en het thuiswerkvrije Harm Jan Zondag Juniorcollege. In Haren hebben we het Juniorcollege aan de Rummerinkhof met het technasium voor havo- en atheneum-leerlingen. Voor leerlingen die meer aankunnen hebben wij in Haren de atheneumplus-opleiding. In Zuidlaren hebben we het JuniorCollege aan de Julianalaan met de atheneum-X-tra en de vmbo-opmaat opleiding.

Vanaf 1 augustus 2009 wordt in de havo/atheneum-bovenbouw in Haren de mogelijkheid geboden om het Montessori-onderwijs te vervolgen. Het Montessori bovenbouwteam zal het onderwijs in jaar 4 en hoger verzorgen.

Voor de toekomstige vmbo-leerlingen zijn vanaf jaar 3 twee kleinere locaties beschikbaar. In de locatie Van Iddekingeweg is de theoretische leerweg (tl) ondergebracht. Door het grote aantal leerlingen kunnen wij in de theoretische leerweg twee programma’s bieden: één gericht op aansluiting op het mbo en één op het havo. Bijzondere vakken als Spaans en drama zijn tot en met het eindexamen mogelijk. Daarnaast bieden we in deze locatie de sector techniek met de opleiding grafimedia en de opleiding techniek breed. In de Van Schendelstraat kan in de basisberoepsgerichte leerweg gekozen worden voor de commerciële dienstverlening, horeca, toerisme & voeding en zorg & welzijn. In de kaderberoepsgerichte leerweg kan gekozen worden voor commerciële dienstverlening, administratieve dienstverlening, horeca, toerisme & voeding en zorg & welzijn.

In deze kleinschalige stedelijke campus voor vmbo wordt met de nabij gelegen mbo-locaties van het Noorderpoortcollege vorm gegeven aan een ononderbroken leerweg naar een startkwalificatie op de arbeidsmarkt.

Daarnaast bestaat een uitstekende doorstroom van de theoretische leerweg naar havo 4. Op dit moment maakt 25% van de leerlingen gebruik van deze route.

Onze school is onlangs cultuurprofielschool geworden. Talrijke culturele activiteiten maken onderdeel uit van onderwijsprogramma. We werken nauw samen met het Prins Claus Conservatorium in Groningen. Talentvolle leerlingen wordt de mogelijkheid geboden om op school deel te nemen aan specifieke activiteiten zoals bijvoorbeeld popkoren, bigband of muziekavonden. Het conservatorium onderhoudt nauwe contacten met onze muziekdocenten.

Het Zernike College is sinds 1 augustus 2008 LOOT-school. LOOT staat voor Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport. De stichting LOOT is een samenwerkingsverband tussen 30 scholen in het voortgezet onderwijs, die toptalenten in sport ondersteunen om hun schoolcarrière met hun topsport te kunnen combineren.

Samen met Topsport Steunpunt Noord (TSN) in Groningen is een begeleidingsstructuur ontwikkeld, waarbij elke locatie een topsportmentor heeft die met de sportorganisatie, de leerling en de ouders contacten onderhoudt. Onze school biedt de sporttalenten de gelegenheid hun rooster aan te passen, lessen te verplaatsen, proefwerken te verplaatsen of een extra herkansing te doen. De betreffende topsportmentor speelt daarin een belangrijke rol.

U kunt voor meer informatie terecht op onze website: www.zernike.nl. Daarnaast kunt u zich abonneren op de digitale nieuwsbrief. Bij de onderwijsinspectie kunt u meer informatie krijgen over de kwaliteit van onze school: www.owinsp.nl/zoekscholen/.

Misschien heeft uw zoon of dochter tijdens het lezen nog vragen. In dat geval kunt u altijd contact zoeken met medewerkers van onze school.

Ik wens u veel plezier bij het lezen en hoop dat u een duidelijk beeld krijgt van het Zernike College.

Graag wil ik u en uw zoon of dochter uitnodigen voor de open dagen. De data staan voorin deze gids.

Dirk Dijkstra rector

4

D e s c h o o l a l s o n t d e k k i n g s re i s Het Zernike College is een brede openbare scholengemeenschap met uitstekende doorstroommogelijkheden voor atheneum, havo en vmbo. Leerlingen kunnen met elk advies van de basisschool terecht op het Zernike College. De school staat voor modern, eigentijds onderwijs. Wij gaan uit van verschillen tussen leerlingen en hebben oog voor individuele mogelijkheden. Leerlingen leren keuzes maken, waarvoor ze verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen en zelfstandig kunnen functioneren.

Visie

1

De essentie van ons onderwijsconcept is terug te vinden in: • uitdagende, activerende en didactisch afwisselende programma’s; • onderwijs op maat, dat wil zeggen diverse leerroutes die rekening houden met verschillen in tempo, leerstijl en leerbehoefte van de leerlingen; • binnen onze leerlingbegeleiding staat de mentor centraal; • een adequate voorbereiding op het vervolgonderwijs.

O nd e r w i j s o p m a a t Onderwijs op maat komt tot uiting in: • de mogelijkheid om te kiezen voor het Montessori (Groningen) of reguliere onderwijs (Haren en Zuidlaren), het thuiswerkvrije onderwijs (Groningen) en de daaraan gekoppelde Juniorcolleges; • de mogelijkheid om te kiezen voor de Montessori-bovenbouw (Haren) of de reguliere bovenbouw (Haren); • het leerstofaanbod in de onderbouw met een kern- en keuzeprogramma en een aantal bijzondere vakken zoals Spaans, drama en in het Montessori-onderwijs ook Chinees, Russisch en handvaardigheid; • het vak filosofie wordt in de onderbouw gegeven in atheneumplus, atheneum-X-tra en de Montessori-stroom; • voor leerlingen die gemakkelijk leren een atheneumplus-stroom in Haren en een atheneum-X-tra-stroom in Zuidlaren; • vmbo-op-maat in Zuidlaren waarbij de nadruk ligt op een extra aanbod van creatieve vakken; • een speciale 3 havo/tl-klas met doorstroommogelijkheden vanuit 4tl naar 4 havo; • een goede aansluiting op het studiehuis atheneum en havo in de bovenbouwlocatie in Haren als voorbereiding op de stap naar het hoger onderwijs; • de samenwerking met het Noorderpoortcollege in de leerjaren 3 en 4 vmbo met als doel een zo breed mogelijke opleiding met alle doorstroomprogramma’s naar het mbo aan te bieden.

J U N I O RC O L L E G E S G ro o t e n k l e i n s c h a l i g De bekostiging van het voortgezet onderwijs heeft grote scholen in ons land doen ontstaan. Wij hebben als organisatie bewust gekozen voor kleine locaties. Juniorcolleges met maximaal 600 leerlingen bieden een veilig en herkenbaar schoolklimaat. Het Zernike College heeft vier van deze Juniorlocaties die vervolgens aansluiten op een studiehuis en twee locaties voor de vmbo-leerwegen.

O pe n b a a r e n u i t d a g e n d Het Zernike College is een openbare school waar onderwijs wordt verzorgd van vmbo- tot en met atheneumniveau. Alle leerlingen worden uitgedaagd en gestimuleerd om zich in de juiste leerroute te ontplooien.

Daarbij bieden wij maximale kansen en een professionele begeleiding.

Het Zernike College tracht de nieuwste inzichten op gebied van het leren van jongeren te vertalen in uitdagende programma’s.

De Juniorcolleges verschillen qua onderwijskundig aanbod. De leerstijlen van jongeren verschillen immers.

Centraal in de begeleiding staat de mentor. Deze wordt bijgestaan door een ‘zorgcentrum’ met twee orthopedagogen, een gedragsdeskundige en rt-medewerkers. Ook leerlingen met een indicatie leerwegondersteuning kunnen geplaatst worden.

G re n z e l o o s e n ve r t ro u wd Ouders verwachten van een school kwalitatief goed onderwijs en een kindgerichte begeleiding. Kleine docententeams zijn bij ons verantwoordelijk voor een beperkte groep leerlingen. De mentor is daarbij voor de leerling en de ouder de centrale persoon.

Leerlingen leren niet alleen in de les. Ook daarbuiten gebeurt heel veel. Wij trachten leerlingen kennis te laten maken met voor hen grensverleggende activiteiten:

5

• introductiedagen aan het begin van elk schooljaar; • een vierdaagse cultuurmarathon voor de eerste drie leerjaren; • een schoolreis in vmbo 4 naar Polen; • in havo 4 en atheneum 4 een uitwisselingsweek met twaalf scholen in tien Europese landen; • werken met een elektronische leeromgeving (elo); • deelname aan een rijk aanbod van buitenschoolse activiteiten; • deelname aan landelijke wedstrijden op sportief en cultureel gebied; • een driedaagse skireis in de krokusvakantie.

De school wil voor leerlingen en ook voor het personeel een ontdekkingsreis te zijn. Daar zijn wij de afgelopen tien jaar uitstekend in geslaagd gezien de sterk gestegen belangstelling voor ons kleinschalige concept en de grootschalige aanpak.

Ac t i e f bu rg e rs c h a p e n s o c i a l e integratie Onze school vindt het belangrijk aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Het gaat daarbij om de volgende aspecten: • de leerling leert over veranderingen, verschillen en overeenkomsten, in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien en elkaars opvattingen en leefwijzen te respecteren.

• de leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn.

• de leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld.

In het programma van de school zijn tal van activiteiten opgenomen die inhoud geven aan de genoemde aspecten: • in de verschillende vak- en leergebieden besteedt de docent inhoudelijk aandacht aan thema’s als: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, intolerantie, discriminatie en begrip voor het standpunt van anderen.

• in het mentoraatprogramma van jaar 1 en 2 komen diverse aspecten van actief burgerschap en sociale integratie aan de orde, o.a. via de methode Leefstijl.

• binnen het onderwijsprogramma krijgen grotere projectopdrachten een plaats. Deze projecten hebben bij voorkeur een maatschappelijke relevantie en worden in groepjes uitgewerkt. Daarbij valt te denken aan contacten met de omgeving, de buurt, de wijk of de lokale overheid.

• in het programma van de onderbouw wordt in toenemende mate ruimte ingebouwd voor maatschappelijke stages.

• in alle vierde klassen vindt een uitwisseling plaats met scholen in Europa. In de terugkomweek wordt het internationale karakter versterkt door de vele verschillende culturen die elkaar in tal van activiteiten treffen.

• leerlingen worden betrokken bij discussieactiviteiten in de school. Leerlingen worden daardoor aangespoord mee te denken en te discussiëren over actuele onderwerpen. Deelname aan evenementen als het Jeugd Lagerhuis krijgen aandacht op de website.

• in de Gemeente Haren kunnen leerlingen aan speciaal voor leerlingen georganiseerde themabijeenkomsten, georganiseerd door de plaatselijke politiek, deelnemen.

• in het Montessori Juniorcollege wordt de wereld buiten de school naar binnengehaald. Zo worden leerlingen actief betrokken in discussies met gastsprekers, als officier van justitie, schrijvers, politici, etc. Leerlingen worden actief ingezet bij peermediation.

• leerlingenparlement en leerlingenraad denken en beslissen mee over belangrijke zaken op de locatie.

6

Montessori Juniorcollege Groningen Helperbrink 30 atheneum, havo - jaar 1, 2 en 3 vmbo - jaar 1 en 2, incl lwoo Het onderwijs van het Montessori Juniorcollege is gebaseerd op de ideeën van Maria Montessori en andere reformpedagogen van het vernieuwingsonderwijs, zoals Helen Parkhurst (Dalton) en Peter Petersen (Jenaplan).

Ons onderwijs plaatst de leerling centraal in het leerproces.

Alle activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van zelfstandigheid en zelfredzaamheid worden gestimuleerd. Ons college wordt door de Landelijke Vereniging voor Montessori Onderwijs officieel erkend.

2

J u n i o rc o l le g e s

M

Leerlingen Het Montessori Juniorcollege telt ruim 600 leerlingen en groeit jaarlijks. Deze leerlingen zijn afkomstig van 101 basisscholen in Noord-Nederland. De verdeling ziet er als volgt uit: Groningen 60 %, regio 40 %. De verdeling van de soorten basisscholen is Jenaplan 12,2 %, Dalton 19,9 %, Montessori 11,3 % en regulier 54,2 %.

Dalton 19,9 %

Groningen 60 %

regio 40 %

Jenaplan 12,2 %

Montessori 11,3 %

regulier 54,2 %

H ui s ve s t i n g De Montessori-onderbouw is gehuisvest aan de Helperbrink 30 in Groningen. Het gebouw is ingericht volgens de principes van de voorbereide omgeving. Het straalt met veel studieplekken, een doorlopende expositie van leerlingenwerkstukken en een ultramoderne mediatheek/open leercentrum een aangename sfeer uit. Het gebouw is zowel per bus als per trein uitstekend bereikbaar. Het nieuwe station Europapark bevindt zich in de directe nabijheid van onze school.

De Montessori-bovenbouw start 1 augustus 2009 en is gehuisvest aan de Westerse Drift 98 in Haren.

A l g e m e n e ke n m e r ke n Binnen het voortgezet Montessori-onderwijs leren leerlingen op een zorgvuldig begeleide manier verantwoordelijkheid te dragen voor hun studie, voor hun gedrag en voor het functioneren in en van de groep.

Een en ander wordt bereikt door: • zelfontdekkend actief leergedrag te stimuleren; • goede samenwerking tussen leerlingen te activeren; • uitdagend lesmateriaal te gebruiken, waarmee leerlingen zelfstandig kunnen werken, bijvoorbeeld via een digitale leeromgeving; • een motiverende, stimulerende en persoonlijke begeleiding door docenten en mentor.

G ro e p e r i n g va n l e e r l i n g e n Binnen ons college kunnen leerlingen met elk advies van de basisschool geplaatst worden. De adviezen van de basisscholen worden daarbij als richtlijn gebruikt. In jaar 1 en 2 onderscheiden we atheneum/havo-klassen, havo/tl-klassen, tl/kb-klassen en bb-klassen.

Aan het einde van leerjaar 2 wordt definitief gekozen voor atheneum 3, havo 3 of vmbo 3.

Na atheneum 3 en havo 3 stromen onze leerlingen door naar de Montessori-bovenbouw.

Va k ke n / l e e rg e b i e d e n Onze kernvakken zijn Nederlands, Engels en wiskunde. De overige vakken worden zo veel mogelijk in samenhang of geperiodiseerd aangeboden: • natuurkunde, scheikunde, biologie, verzorging en techniek als leergebied science; • Frans, Duits en Spaans als leergebied moderne vreemde talen; • aardrijkskunde, geschiedenis, filosofie en economie als leergebied mens en maatschappij; • muziek, tekenen, handvaardigheid en drama als leergebied kunst en cultuur; • lichamelijke opvoeding Circa 70% van de leertijd werken de leerlingen in de werkplaats aan bovenstaande vakken en leergebieden.

Hierbij zijn het verwerven van een stevige kennisbasis, verrijking, remediëring en keuzeverantwoordelijkheid belangrijke kenmerken.

Daarnaast worden in de ateliers vakoverstijgende en uitdagende opdrachten aangeboden, waaruit de leerling zelf een keuze leert te maken. Aan deze opdrachten wordt in de resterende tijd gewerkt.

Authentiek leren, bijvoorbeeld onderzoek bij science en buitenschools leren zijn hierbij kernbegrippen.

Leerlingen worden daarbij zowel gevolgd met betrekking tot hun kennis en vaardigheden als ook voor wat betreft persoonlijke ontwikkeling.

We r k w i j z e Het motto is: ‘Leer mij het zelf te doen’. Dit betekent dat de leerling zorgvuldig begeleid wordt op weg naar zelfstandigheid.

7

De leerstof voor een jaar is in drie perioden verdeeld. Uitgangspunt is dat de leerling zich houdt aan het trimestertempo.

Voorlopen mag, achterlopen niet.

Elke leerling heeft een takenklapper waarin wordt bijgehouden hoe het met het schoolwerk en de toetsen is gesteld. Op de takenkaarten staat omschreven wat er gekend en gekund moet worden en wanneer de taak af moet zijn. Alle vakken/leergebieden hanteren werkschema’s, waarin leerwerk en maakwerk per week is onderverdeeld en waarin praktische opdrachten zijn opgenomen.

Wanneer een taak op voldoende niveau is afgewerkt, dan wordt dit afgetekend in het takenoverzicht. Is de taak af, dan kan met de docent een toets(datum) worden afgesproken.

Karakteristiek aan ons onderwijs is naast de instructie van de docent de dialoog in kleine groepen. In de lessen worden veel actieve didactische werkvormen gebruikt.

In de onderbouw vindt een invoering van dit systeem in fasen plaats. Hierbij ligt de verantwoordelijkheid voor het tempo eerst bij de docent en de mentor. Langzamerhand komt de verantwoordelijkheid steeds meer bij de leerling zelf te liggen.

Ke u z ewe r k t i j d Wekelijks zijn er keuzewerktijduren ingeroosterd. Tijdens deze uren kan de leerling in overleg met mentor/docent bepalen aan welk vak/leergebied wordt gewerkt. Leerlingen met een studievoorsprong kunnen interessetaken maken.

Leerlingen met achterstanden of leerlingen die extra hulp nodig hebben, kunnen via de keuzelessen adequaat begeleid worden.

Ook kunnen er in de keuzelessen extra vakken gevolgd worden zoals Chinees, Russisch en filosofie.

To e t s i n g e n ra p p o r t a g e De docenten beoordelen niet met cijfers maar met letters.

G = goed, V = voldoende, M = matig en O = onvoldoende.

Een matige of onvoldoende toets mag na het invullen van het toetsanalyseformulier worden herkanst. Geregeld bespreekt het docententeam de vorderingen van de leerlingen. Uitgangspunten bij deze besprekingen zijn niveau, werktempo, werkhouding en gedrag.

Ouders en leerlingen kunnen de resultaten bekijken via het computerprogramma My Progress.

Pe d a g o g i s c h k l i m a a t e n m e n t oraat We vinden het belangrijk dat leerlingen zichzelf kunnen zijn in een veilige en vertrouwde leeromgeving. Leerlingen worden hierbij actief betrokken bijvoorbeeld via het leerlingenparlement en via peermediation.

Binnen de klassen wordt gewerkt met een dubbelmentoraat. Twee mentoren zijn verantwoordelijk voor de klas en verzorgen de mentorlessen. Binnen deze lessen wordt aandacht besteed aan het zelfstandig leren werken, het zelfstandig leren en het plannen van de toetsen en keuzewerktijduren. Uiteraard komen ook algemene studievaardigheden aan bod. De mentorlessen zijn een sociaal trefpunt van de mentoren en hun groep.

Bovendien heeft de mentor geregeld een gesprek met elke leerling afzonderlijk over de stand van zaken op cognitief en sociaal-emotioneel gebied.

D e ve l e ex t ra ’s We vinden het belangrijk, dat leerlingen zich ook op cultureel, sportief en sociaal gebied ontwikkelen. Leerlingen kunnen: • elkaar ontmoeten tijdens het driedaagse introductiekamp voor de leerlingen van jaar 1 en 2 in Eernewoude; • hun muzikale talenten ontwikkelen i.s.m. het Prins Claus Conservatorium; • wekelijks kiezen uit 30 buitenschoolse activiteiten; • plaats nemen in het leerlingenparlement; • zich opgeven voor de functie van leerlingencoach; • hun bijdrage leveren aan de jaarlijkse muziekavond; • de kerstviering organiseren; • maandelijks musiceren of luisteren bij Broodje Montessori muziek of drama; • lid worden van de schoolkrantredactie; • een maatschappelijke stage lopen; • vier dagen cultuur proeven tijdens de Cultuurmarathon; • acteren in de theatergroep met eindvoorstelling in het Universiteitstheater; • meedenken en assisteren in de kantine; • namens onze locatie de 4 mijl lopen; • meehelpen bij het oplossen van conflicten tussen medeleerlingen als peermediator; • als topsporter worden ondersteund door de topsportmentor; • tijdens de keuzewerktijduren met andere leerlingen van ons college in contact komen.

8

Harm Jan Zondag Juniorcollege Groningen Vondellaan 83 voor thuiswerkvrij onderwijs atheneum, havo - jaar 1, 2 en 3 vmbo - jaar 1 en 2 lwoo Voor veel Groningers is de Harm Jan Zondag een begrip. Het is een school met een gevestigde naam op het gebied van thuiswerkvrij onderwijs.

Onze school is een school waar vernieuwing en verbetering van het onderwijs steeds centraal staan. Een enthousiast team van docenten draagt zorg voor goed onderwijs in een veilige, sfeervolle en dynamische omgeving. Dat is belangrijk, want onze leerlingen doen in principe alles op school.

HJZ

L e re n ka n o o k a n d e rs !

De HJZ is een brede, reguliere school met actieve individuele zorg en leren op maat.

Wij zetten in op de leerbaarheid van elke leerling. We proberen alles uit de leerling te halen wat er in zit door middel van het concept thuiswerkvrij onderwijs (two). Het gehele leerproces vindt op school plaats en daarbij past het werken in eigen tempo. Zo houden wij prima zicht op de vorderingen. We kunnen snel en adequaat ingrijpen als dat nodig mocht zijn.

Naast het leerproces hebben wij aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerling: sociaal-emotionele ontwikkeling, medeverantwoordelijkheid en toenemende zelfstandigheid.

Wij streven naar een open cultuur waarbij communicatie met ouders en participatie van ouders hoog in het vaandel staan.

D é s c h o o l vo o r t h u i s we r k v r i j onderwijs Thuiswerkvrij onderwijs is geschikt voor alle leerlingen. Ons onderwijs voorziet erin dat leerlingen zich met de juiste didactische benadering in een goed pedagogisch klimaat ontwikkelen. Ze worden zelfstandige, goed toegeruste leerlingen die de stap naar de bovenbouw probleemloos kunnen maken. Leren leren en werken op eigen niveau in eigen tempo zijn belangrijke voorwaarden voor een leerling om zich met succes verder te ontwikkelen.

O nd e r w i j s o p m a a t Wij hebben de klassen volgens het zgn. ‘dakpanmodel’ ingericht: een theoretische leerweg/havo/atheneum (t/h/a) klas, een kaderberoepsgerichte leerweg/theoretische leerweg (kb/tl) klas en een basisberoepsgerichte leerweg/kaderberoepsgerichte leerweg (bb/kb) klas.

Hierdoor is het mogelijk om een leerling te laten opstromen naar een hoger niveau, terwijl hij/zij gewoon in de eigen groep kan blijven zitten. Bij afstroom naar een lager niveau zal de leerling vaak in de eigen groep kunnen blijven.

Doordat er altijd minimaal twee niveaus in een groep zitten wordt de leerling uitgedaagd om een zo hoog mogelijk niveau te halen.

Bij elke rapportvergadering en bij de overgang wordt beoordeeld of de leerling op het juiste niveau zit of op moet stromen naar een hoger dan wel af moet stromen naar een lager niveau. Op deze manier zit de leerling altijd op de juiste plaats.

M en t o ra a t De mentor is voor de leerling de belangrijkste persoon in de school. De mentor coacht, begeleidt en luistert naar de leerling. Hij/zij onderhoudt ook de contacten met de ouders en met de docenten die lesgeven aan de leerling. Wij streven naar twee mentoren per klas die lesgeven en een mentorles, een mentorwerkuur en een ‘huiswerkuur’ (two-uur) verzorgen.

De mentorles wordt vooral gebruikt om met leerlingen in gesprek te zijn over dingen die van belang zijn voor de groep. Zo komen veiligheid, pestgedrag en de sfeer op school aan de orde. Deze les en het ‘huiswerkuur’ worden ook gebruikt om leerlingen algemene studievaardigheden aan te leren en deze te trainen. Tijdens het mentorwerkuur vinden individuele gesprekken plaats, waarvoor soms ook ouders worden uitgenodigd.

At h e n e u m - h a vo Thuiswerkvrij onderwijs en atheneum/havo gaan uitstekend samen. Wij streven ernaar dat door de lesopbouw de leerlingen korte instructies krijgen voor de noodzakelijke verduidelijking van de lesstof. Daarna is er veel tijd over voor samenwerken en samen leren. Dit geeft de docent de ruimte voor individuele uitleg en begeleiding. In klas 2 en 3 komt het voor dat leerlingen extra dingen thuis moeten doen. Te denken valt aan het lezen van boeken of het werken aan grotere werkstukken.

V m b o ( t l / k b / bb ) In de tweede klas besteden we veel aandacht aan de keuzes die voor klas 3 van het vmbo moeten worden gemaakt. Wij noemen dat praktische sector oriëntatie (pso). Als voorbereiding op de keuze krijgen leerlingen praktijklessen aan onze bovenbouwlocaties aan de Van Schendelstraat en aan de Van Iddekingeweg, onze bovenbouwlocaties.

9

L e e r we g o n d e rs t e u n e n d o n d e r wijs (lwoo) Het leerweg ondersteunend onderwijs wordt gegeven in een speciaal ingerichte vleugel in ons gebouw. Iedere klas heeft hierin zijn eigen lokaal. De lessen worden gegeven door een klein docententeam. Een aantal vakken is geïntegreerd, bijvoorbeeld aardrijkskunde, geschiedenis en economie. Dit systeem zorgt ervoor dat de overstap van de leerlingen van de basisschool naar het voortgezet onderwijs natuurlijk verloopt. Het geeft onze leerlingen een gevoel van veiligheid en overzichtelijkheid. Binnen de lessen wordt zeer gestructureerd les gegeven in kleine groepen van maximaal 16 leerlingen.

De docenten hebben een speciale lwoo-scholing gevolgd, omdat deze leerlingen specialistische en individuele aandacht behoeven. Mentorlessen zijn vooral gericht op het aanleren van en het omgaan met sociale vaardigheden.

Inclusief onderwijs Een combinatiegroep van maximaal twintig leerlingen, bestaande uit reguliere havo-atheneumleerlingen en havo-atheneumleerlingen met ASS-problematiek en een RENN 4-indicatie krijgt inclusief onderwijs. In een kleine setting met veel structuur en begeleiding kunnen de leerlingen optimaal leren en presteren.

Zo rg o p m a a t In sommige gevallen heeft een leerling extra aandacht nodig, waarvoor in de les geen tijd is.

Leerlingen die vastlopen in hun aanpak van leren kunnen met remedial teaching (rt) worden geholpen. Sommigen hebben baat bij een training sociale vaardigheden (sova). Andere leerlingen maken gebruik van onze dyslexieregeling, waarmee ze recht hebben op extra voorzieningen en een beoordeling die bij hen past. Alle zorg wordt geleverd via ons zorgteam, waarin onder meer een zorgcoördinator, een leerlingbegeleider, een ambulant begeleider en een orthopedagoog zitting hebben. Het zorgteam komt wekelijks bij elkaar. Bij elke vorm van zorg is de mentor de contactpersoon voor ouders en het zorgteam.

Op verzoek sturen we u graag onze brochure ‘zorg op maat’ toe.

D e l e e r l i n g i s m e d eve ra n t wo o rdelijk In een school, waar leren en werken in het gebouw plaatsvindt, moet een leerling zich veilig voelen. We willen daarom de leerlingen medeverantwoordelijk maken voor het reilen en zeilen op onze school. Orde, rust en werksfeer staan hierbij centraal. Leerlingen worden op een speelse manier medeverantwoordelijk gemaakt voor de rust en orde in de lokalen, in de gangen en in de kantine. Zij leren daarbij elkaar aan te spreken en te motiveren om op een goede manier met hun leeromgeving om te gaan.

L e s t i j d e n e n l e s ro o s t e r De lessen aan het Harm Jan Zondag Juniorcollege beginnen om 8.30 uur en eindigen doorgaans om 15.10 uur. De lessen zijn verdeeld in blokken van 50 minuten. Soms is er een blokuur van 100 minuten. Elke lesdag heeft drie pauzes, waarbij we de pauzes van jaar 1 en 2 gescheiden hebben. Het voordeel hiervan is dat de kantine nooit vol is en dat bevordert de rust in de school. Tijdens pauzes is er toezicht door docenten, conciërges en leerlingen.

Soms is er lesuitval, bijvoorbeeld door ziekte of door scholing van een docent. Wij maken dan gebruik van een invalrooster.

Als een eerste uur uitvalt worden leerlingen tijdig geïnformeerd.

Op speciale dagen, studiedagen voor docenten en rapportvergaderingen, werken we met een verkort lesrooster.

De lessen duren dan 40 minuten. Hierdoor wordt lesuitval tot een minimum beperkt.

O ud e rc o n t a c t e n Wij vinden de contacten met de ouders ontzettend belangrijk. De mentor is de eerste contactpersoon.

Ouderavonden en spreekavonden vinden regelmatig plaats. Wij vinden het echter ook belangrijk om met een aantal ouders ons beleid door te spreken en te luisteren naar hen over hun ervaringen met het thuiswerkvrije onderwijs. Wij hebben hiervoor een oudercommissie, die tweemaandelijks wordt uitgenodigd.

Door middel van een nieuwsbrief informeren wij ouders regelmatig over ontwikkelingen binnen onze school.

Het Harm Jan Zondag Juniorcollege is een inspirerende en zorgzame school die probeert het beste uit de leerling te halen.

10

Juniorcollege Haren Rummerinkhof 8 atheneum, havo met technasium – jaar 1 , 2 en 3 vmbo-tl/kb – jaar 1 en 2

H

D e n i e u we o n d e r b o u w va n h e t voortgezet onderwijs Met ingang van het schooljaar 2006-2007 is er het een en ander veranderd in het voortgezet onderwijs. In plaats van een uniform onderbouwprogramma met 15 vakken die voor alle leerlingen verplicht waren, werken we vanuit 58 kerndoelen. De kerndoelen beschrijven wat alle leerlingen nodig hebben voor persoonlijk, maatschappelijk en beroepsmatig functioneren. Ze bieden de basis voor het vervolgonderwijs. Het Zernike College heeft gekozen voor drie kernvakken: Nederlands, Engels en wiskunde, opdat uw zoon of dochter goed voorbereid wordt op een snel veranderende en een internationaliserende maatschappij. Het Zernike onderscheidt zich verder door vanaf jaar 1 Spaans aan te bieden. Met het aanbieden van Spaans als tweede wereldtaal naast het Engels denken we onze leerlingen goed voor te bereiden op de wereld van morgen.

Begeleiding Uw zorg is onze zorg als het gaat om een soepele en een geslaagde overgang van de vertrouwde basisschool naar ons Juniorcollege.

Door onze kleinschaligheid zijn we geen fabriek. Bij ons weten we wie uw zoon of dochter is en kunnen we heel snel signaleren of uw zoon/dochter extra aandacht of zorg verdient. De lijn van de mentor naar thuis is kort en direct. De mentor besteedt veel aandacht aan het welzijn van uw kind en aan het presteren volgens verwachting van het advies van het basisschoolteam. Hiervoor heeft de mentor een vast spreekuur in de week, waarin welzijn en prestaties steeds terugkerende onderwerpen zijn in de individuele gesprekken.

Er is een vast mentoruur waarin aandacht wordt besteed aan het aanleren van de juiste studeervaardigheden, zoals: • aanpak en planning van huiswerk; • het voorbereiden van proefwerken; • het gebruik van hulpmiddelen zoals woordenboeken, atlas, Google, etc.; • het leren werken met werkschema’s en studiewijzers; • het maken van uittreksels, schema’s en samenvattingen.

Ook wordt er tijdens het mentoruur aandacht besteed aan sociale vaardigheden en gedrag.

P ro e f we r ke n In alle leerjaren worden de proefwerken over het gehele schooljaar gespreid. Twee keer per jaar krijgen de leerlingen een rooster met de data en organisatie van de proefwerken. Per week mogen er maximaal drie proefwerken afgenomen worden. Dit geeft de leerlingen de kans zich optimaal voor te bereiden. Deze proefwerken worden zoveel als mogelijk gecoördineerd afgenomen, dus alle klassen van een leerjaar of afdeling maken nagenoeg op hetzelfde tijdstip het betreffende proefwerk.

In jaar 1 en 2 wordt het schooljaar afgesloten met een toetsweek, in jaar 3 zijn er twee toetsweken ingepland.

We willen de leerlingen van de derde klassen hiermee beter voorbereiden op veranderingen bij de overstap naar de bovenbouw, te weten meer zelfstandigheid en grotere stukken lesstof per toets. Eén keer per week, op een centraal moment krijgen leerlingen de mogelijkheid om een gemiste toets alsnog te maken.

Schoolklimaat Er is ons veel aan gelegen om een veilig schoolklimaat te creëren. In de pauzes houden we toezicht op een goede gang van zaken. Roken is op ons schoolterrein niet toegestaan. We investeren in het met respect met elkaar en elkaars spullen omgaan.

H et Te c h n a s i u m In jaar 1 krijgen alle atheneum- en havo-leerlingen een ontwerpopdracht en een onderzoeksopdracht aangeboden. Ter voorbereiding hierop krijgen de leerlingen vaardigheidstrainingen. U moet dan denken aan een cursus(je) brainstormen, technisch tekenen (tekenen op schaal), basisvaardigheden voor de computer (werken met Word, Excel, webmail en de elektronische leeromgeving), materialen, gereedschappen en presenteren (PowerPoint).

Het Technasium wordt in het rooster zichtbaar door het vak o(nderzoek) en o(ntwerpen) (o&o), dat voor twee dagdelen in het rooster staat. Leerlingen werken in groepjes van drie of vier aan de projecten en worden gecoacht door hierin geschoolde docenten. Een excursie naar het bedrijf dat de opdracht geeft, is een vast onderdeel van elk project.

Onze Technasium-leerlingen hebben gewerkt aan een ontwerp voor een nieuw speeltoestel ter vervanging van de Palenberg aan het Hoornse Meer. Daarnaast hebben ze vanuit de raadszaal in Haren onderzoek gedaan naar de ‘Shared Space’ in de gemeente Haren.

Na jaar 1 kiezen de leerlingen of ze met het vak o&o door willen gaan.

In leerjaar 2 hebben de leerlingen aan de volgende vier projecten gewerkt: • een ontwerp voor de vernieuwde personeelskamer in opdracht van architectenbureau Wout de Boer • de energiezuinige school

11

• het ontwikkelen van een speeltoestellenlijn in opdracht van de firma Kompan • zuiver water, een onderzoeksopdracht.

In het derde leerjaar is een groep binnen het vak o&o bezig met het ontwerpen van een robot (LEGO leaguewedstrijd).

[T e c h n a s i u m]

We ontwikkelen een doorlopende leerlijn richting eindexamen, zowel in het atheneum als in het havo.

We verwachten een grote belangstelling voor de n-profielen (natuur en gezondheid, natuur en techniek) in de bovenbouw.

Meer structuur in het vmbo In het vmbo zitten leerlingen die naar verwachting na het vmbo door zullen stromen naar het mbo. Deze leerlingen zijn gebaat bij vaste structuren. In verband hiermee hebben we de volgende voorzieningen getroffen: • De klas heeft twee mentoren; • Wekelijks beginnen en eindigen we met een mentorles; • Theorielessen worden in een vast lokaal gegeven; • Het praktijkgerichte vak Nastek i.p.v. Spaans wordt aangeboden; • Aan het einde van de lesweek wordt een huiswerk-onder-toezicht-uur gegeven door de mentor; • Binnen het rooster zijntwee studielessen en twee praktijkuren (drama, techniek, muziek en tekenen) opgenomen.

H al f j a a rs va k ke n Frans, Duits en Spaans worden in de eerste klas als halfjaarsvak aangeboden. De leerlingen worden in staat gesteld een weloverwogen keuze voor deze moderne vreemde talen te maken. Gezien het belang van Spaans als tweede wereldtaal kunnen leerlingen deze taal ook in de volgende leerjaren kiezen.

In jaar 3 worden twee van deze drie moderne vreemde talen gekozen. Muziek, tekenen en drama worden eveneens als halfjaarsvak aangeboden in jaar 1 en 2 In jaar 3 wordt bewust gekozen voor twee van deze drie expressievakken.

Ke r n - e n ke u z e l e s s e n Naast een kernprogramma hebben we een keuzeprogramma voor jaar 1, 2 en 3. Het gaat om een beperkt aantal uren vakondersteuning. Deze uren zijn over de week verspreid. Leerlingen kiezen al of niet in overleg met de mentor en/of ouders voor het vak waarin zij ondersteund willen worden.

12

Juniorcollege Zuidlaren

Z

Julianalaan 78 atheneum, havo – jaar 1, 2 en 3 atheneum-X-tra – jaar 1, 2 en 3 vmbo/vmbo-op-maat – jaar 1 en 2 lwoo

D e n i e u we o n d e r b o u w va n h e t voortgezet onderwijs Met ingang van het schooljaar 2006-2007 is er het een en ander veranderd in het voortgezet onderwijs. In plaats van een uniform basisvormingsprogramma met 15 vakken die voor alle leerlingen verplicht waren, werken we vanuit 58 kerndoelen. De kerndoelen beschrijven wat alle leerlingen nodig hebben voor persoonlijk, maatschappelijk en beroepsmatig functioneren. Ze bieden de basis voor het vervolgonderwijs. Het Zernike College heeft gekozen voor drie kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Het streven is meer samenhang tussen de verschillende vakken aan te brengen, bijvoorbeeld door vakoverstijgende projecten.

We willen ons inzetten om in de snel veranderende maatschappij in te spelen op de interesse van de leerlingen. Als een onderwerp de leerling aanspreekt en hij of zij daarbij kan samenwerken met klasgenoten is het leerrendement vele malen groter.

M en t o r l e s s e n e n s t u d i e l e s s e n Wij besteden tijdens de mentorlessen veel aandacht aan het aanleren van studievaardigheden: • huiswerk (aanpak, planning); • proefwerkvoorbereiding; • het gebruik van hulpmiddelen als encyclopedie, woordenboek en atlas; • het leren werken met werkschema’s en studiewijzers; • het maken van schema’s, uittreksels en samenvattingen.

Daarnaast wordt tijdens de mentorlessen gewerkt met de methode Studievaardigheden.

Hierin is veel aandacht voor de sociale omgeving en gedrag.

H ui s we r k b e l e i d Bij de meeste vakken is er tijdens de les gelegenheid aan het huiswerk te werken. De docenten kunnen hierbij helpen.

P ro e f we r ke n De proefwerken worden in de leerjaren 1, 2 en 3 over het jaar gespreid. Twee keer per jaar krijgen alle leerlingen een rooster, waarop data en organisatie van de proefwerken staan vermeld. Door de beperking van het aantal proefwerken tot drie per week, kunnen leerlingen zich optimaal voorbereiden.

In de onderbouw werken we in jaar 3 met toetsweken. Aan het eind van het jaar is er ook een toetsweek voor jaar 1 en 2. Leerlingen kunnen zich op deze wijze voorbereiden op de wijze van toetsing in de bovenbouw.

De proefwerkstof wordt tenminste één week van tevoren opgegeven. Door de coördinatie van de meeste proefwerken krijgen alle klassen van een leerjaar of afdeling op dezelfde dag en op nagenoeg hetzelfde tijdstip dezelfde opgaven.

At h e n e u m - X - t ra k l a s Bij atheneum-X-tra ligt de nadruk op een zwaarder en uitgebreider vakkenaanbod: vier moderne vreemde talen, filosofie, cultuur en informatiekunde zijn verplichte vakken.

De doelgroep bestaat uit getalenteerde leerlingen met een positief atheneumadvies van de basisschool en een hoge cito-score. Ze moeten open staan voor een breder en daardoor zwaarder programma.

Leerlingen van atheneum-X-tra werken zoveel mogelijk zelfstandig en in hun eigen tempo. Ze worden aangemoedigd meer te doen dan de verplichte basisstof. Méér mag, maar hoeft echter niet.

De lessen worden op atheneum-niveau gegeven. Het computergebruik is via de digitale leeromgeving nadrukkelijk bij de diverse vakken ingebed. De leerling moet thuis over een internettoegang beschikken.

Va k ke n • Moderne vreemde talen De Europese eenwording leidt tot een groeiende behoefte aan mensen die de verschillende talen goed beheersen. De school vindt het belangrijk dat leerlingen, naast het Engels, met drie andere moderne vreemde talen kennismaken.

Engels, Frans, Duits en Spaans worden gedurende het gehele jaar gegeven.

• Filosofie Leerlingen maken kennis met verschillende manieren van denken en redeneren. Ze moeten zelf leren redeneren, met aArgumenten leren omgaan, een betoog leren houden en werkstukken leren maken. Bovendien kunnen ze in het vak filosofie eindexamen doen.

• Cultuur Bij dit vak maken de leerlingen kennis met verschillende vormen van cultuur.

• Informatiekunde Leerlingen leren nieuwe computervaardigheden aan of bouwen bestaande vaardigheden uit. Er is veel aandacht voor groepsopdrachten en het werken aan projecten. Ook besteden wij veel aandacht aan de basisvaardigheden die bij het digitale rijbewijs onderwijs horen.

13

Vmbo-op-maat klas Vmbo-op-maat is een stroom waarbij leerlingen een brede oriĂŤntatie op de beroepspraktijk krijgen. In deze stroom worden de leerlingen voorbereid op het beroepsonderwijs.

Leerlingen werken in het vmbo niet alleen aan theorielessen maar ook aan praktische lessen. Tijdens deze lessen hebben de leerlingen meer bewegingsvrijheid dan binnen de theoretische vakken. De leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen gaan met plezier naar school en werken gemotiveerd aan hun onderwijsprogramma.

De leerlingen worden op een positieve manier benaderd. Er wordt de nadruk gelegd op hun kwaliteiten.

Daardoor groeit hun zelfvertrouwen. Aan de lwoo-leerlingen binnen de groep wordt extra zorg en begeleiding gegeven.

Va k ke n Minder handen voor de klas, betekent dat er minder verschillende docenten lesgeven. Een aantal docenten geeft meer dan ĂŠĂŠn vak. De theorielessen worden in een speciaal ingericht lokaal, het leerwerklokaal, gegeven. Aan de hand van weektaken wordt bepaald welke stof er wordt besproken en wanneer deze af moet zijn. Regelmatig wordt er gewerkt met vakoverstijgende projecten en themaweken. De eerste en de tweede klas hebben dan gedeeltelijk samen les, zodat er onderlinge samenwerking mogelijk is. De creatieve vakken muziek, tekenen, drama, beeldende vorming, lichamelijke opvoeding en de computerles geven de leerlingen de gelegenheid om creatief en actief bezig te zijn.

De leerlingen worden zo veel mogelijk individueel op maat en op niveau bediend.

Ve r vo l g o p l e i d i n g Na twee jaar kunnen de leerlingen, afhankelijk van hun niveau, doorstromen naar jaar 3 van de basisberoepsgerichte (bb) of kaderberoepsgerichte (kb) leerweg van alle afdelingen van het vmbo.

14

Atheneumplus,Haren Westerse Drift 98 atheneumplus - jaar 1, 2 en 3 De atheneumplus-opleiding is bedoeld voor leerlingen die meer aankunnen dan de reguliere atheneum-opleiding. De nadruk ligt op een zwaarder en uitgebreider vakkenaanbod: vier moderne vreemde talen; wetenschap, onderzoek en ontwerpen (wo+), filosofie en cultuur.

A+

D o e l g ro e p De doelgroep bestaat uit getalenteerde leerlingen die open staan voor uitdagingen. Op de basisschool vallen deze leerlingen op door hun grote interesse in de stof en hun motivatie om te leren. In de bovenbouw van het atheneumplus volgen zij een programma met een uitgebreid vakkenpakket. De lessen vinden plaats in het gebouw aan de Westerse Drift te Haren, waar ook de lessen aan atheneum 4 en hoger worden gegeven.

L e e rs t ofa a n b o d Leerlingen van atheneumplus werken zoveel mogelijk zelfstandig en in hun eigen tempo. Ze worden aangemoedigd meer te doen dan de verplichte basisstof. Méér mag, maar hoeft echter niet.

De lessen worden op atheneum-niveau gegeven door docenten met ruime ervaring in de bovenbouw atheneum.

Va k ke n • Moderne vreemde talen De Europese eenwording leidt tot een groeiende behoefte aan mensen die deze talen goed beheersen. De school vindt het zeer belangrijk dat leerlingen, naast het Engels, met drie andere moderne vreemde talen kennis maken. Engels, Frans, Duits en Spaans worden - anders dan bij de reguliere atheneum/havo-stroom - gedurende het gehele schooljaar gegeven.

• Wetenschap, onderzoek en ontwerpen Het vak wo+ biedt onder andere projectgestuurd onderwijs. De leerlingen gaan in groepjes aan de slag met echte opdrachten uit de praktijk. Opdrachtgevers zijn plaatselijke en provinciale overheden, maar ook onderwijsinstellingen zoals de Hanzehogeschool en bedrijven. Leerlingen hebben de taak om met oplossingen en gerichte adviezen te komen in een afsluitende presentatie. Vaak hoort een excursie ter plaatse en/of het bezoek van experts uit het veld bij de uitvoering van de projecten. Daarnaast is er aandacht voor de wetenschap.

Leerlingen maken kennis met wetenschappelijke denkwijzen en er wordt nader stilgestaan bij het beroep wetenschapper.

• Filosofie Leerlingen maken kennis met verschillende manieren van denken en redeneren. Ze moeten zelf leren redeneren, met argumenten leren omgaan, een betoog leren houden en werkstukken leren maken.

• Cultuur De meer creatieve zaken komen aan de orde binnen het vak cultuur. In de dramalessen spelen leerlingen toneel, geven zij presentaties en komen zij in aanraking met vertelkunst, poëzie en muziek.

• Computerkunde Binnen het curriculum van atheneumplus is computeronderwijs geïntegreerd in de vakken. Niet alleen tekstverwerken komt aan bod. Er wordt ook gewerkt met rekenbladen, verschillende presentatie-pakketten en vakspecifieke software. Bovendien worden er aparte computermodules aangeboden.

M en t o r l e s s e n In de mentorlessen wordt aandacht besteed aan het aanleren van studievaardigheden. Bij het vak ‘leefstijl’ staan sociale vaardigheden centraal.

E x t ra a c t i v i t e i t e n Leren gebeurt niet alleen op school maar ook daarbuiten. Vandaar dat de leerlingen een aantal keren per jaar op excursie gaan, dit ter introductie of afronding van onderwerpen die in de les aan de orde zullen komen of al zijn geweest.

15

Bovenbouw atheneum/havo, regulier en Montessori Westerse Drift 98 atheneum – jaar 4, 5 en 6 havo - jaar 4 en 5

3

B ove nb o uw at h e n e u m / h a vo / v mb o

AH

B ove n b o u w a t h e n e u m / h a vo , Haren Na de onderbouw vervolgen leerlingen het onderwijs in de bovenbouw, de tweede fase. Voor de Montessori leerlingen start 1 augustus 2009 de Montessori bovenbouw. In de tweede fase wordt onderwijs gegeven volgens het pedagogisch didactische model ‘het studiehuis’. In het studiehuis worden de vaardigheden die de leerling heeft opgebouwd in de onderbouw verder uitgebouwd en uitgediept. Er is veel aandacht voor het ontwikkelen van het zelfstandig werken en zelfstandig leren en verantwoordelijkheid dragen voor het eigen leerproces.

Beheersing van deze vaardigheden is een noodzakelijke voorwaarde voor succes in het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs.

O nd e r w i j s i n é é n va n d e v i e r profielen Een voorwaarde voor succes in de vervolgopleiding is een brede algemene vorming met een accent in de sector waar de interessesfeer van de leerling ligt.

De tweede fase voorziet in die vraag door onderwijs aan te bieden in vier profielen: • cultuur en maatschappij (cm) • economie en maatschappij (em) • natuur en gezondheid (ng) • natuur en techniek (nt) Alle leerlingen volgen lessen in algemeen vormende vakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming (ckv) en lichamelijke opvoeding (lo). Op het atheneum komen daar nog een tweede moderne vreemde taal en algemene natuurwetenschappen (anw) bij. Deze vakken vormen het gemeenschappelijk deel.

De leerling kiest één profiel uit bovenstaande vier mogelijkheden. Binnen dat profiel zijn er verplichte vakken en vakken waaruit een keuze moet worden gemaakt.

Daarnaast bestaat het vrije deel. Hierin kiest een leerling minimaal één vak, dat aansluit bij zijn of haar interessesfeer of dat past bij zijn of haar profiel.

De leerling kan in het vrije deel kiezen uit de traditionele vakken, maar ook uit nieuwe vakken, zoals management en organisatie, Spaans, filosofie of lo2. In het vrije deel van de opleiding vinden ook andere activiteiten plaats zoals studiebegeleiding in het mentoraat, internationalisering en loopbaanoriëntatie.

O nd e r w i j s i n h e t s t u d i e h u i s Om te kunnen voldoen aan de eisen die het pedagogisch didactische model ‘het studiehuis’ stelt aan het onderwijs in de tweede fase, heeft het Zernike College gekozen voor een invulling met twee belangrijke kenmerken: • De lessen in de vakken bestaan uit kernlessen en keuzelessen. In de kernlessen krijgt de leerling alle relevante leerstof van een vak aangeboden en maakt hij of zij zich vaardigheden eigen. In de keuzelessen kiest de leerling welk vak hij of zij gaat volgen. Alle vakken bieden verschillende keuzelessen aan, bijvoorbeeld vakverrijkende activiteiten, vakbegeleiding of remediërende lessen. Iedere leerling maakt zelf een keuze in overleg met de mentor.

De leerlingen die een maatschappijprofiel op de havo kiezen hebben daarnaast nog de keuze uit een aantal projecten in de keuzelessen.

• Een studiejaar bestaat uit 1600 SBU (studiebelastinguren). In de dagelijkse praktijk betekent dit, dat de leerling gemiddeld genomen 40 uur per week met school bezig is. Van die 40 uur zijn ongeveer 24 uur docentgestuurd en de overige 16 uur zijn leerlingen zelf met hun studie bezig.

E i n d exa m e n Leerlingen krijgen aan het begin van het schooljaar het programma van toetsing en afname (pta) waarin het cursusjaar uitgebreid wordt beschreven.

Een leerling die in het vierde leerjaar begint met de tweede fase, begint ook gelijk aan zijn of haar eindexamen.

Gedurende de gehele tweede fase is een leerling bezig met het examendossier. In dat examendossier laat de leerling zien dat hij of zij bepaalde opdrachten gedaan heeft en zich bepaalde vaardigheden eigen heeft gemaakt.

Dit soort onderdelen wordt aangeduid met ‘handelingsdeel’. Ook zijn er vakken en onderdelen van vakken die afgesloten worden in de vooreindexamenklassen.

Het eindexamen bestaat uit twee delen. Eerst legt de leerling een schoolexamen (se) af. Daarnaast doet de leerling in mei mee aan het landelijk eindexamen, het centraal examen (ce). Sommige vakken kennen alleen een schoolexamen. De resultaten van het se en het ce samen bepalen of een leerling geslaagd is.

16

Bovenbouw vmbo Groningen Zuid Van Iddekingeweg 140 Van Schendelstraat 1 vmbo – jaar 3 en 4

V

L e e r we g e n Het vmbo kent vier leerwegen. De leerling kiest in aansluiting op jaar 1 en 2 een leerweg die het beste bij hem of haar past. Elke leerweg heeft een eigen programma en een eigen karakter. De ene weg is theoretisch, de andere praktisch en weer een ander zit er tussenin. Vanaf leerjaar 3 werken leerlingen al voor hun diploma door het afsluiten van onderdelen van het examenprogramma.

Het Zernike College biedt in aansluiting op het leerjaar 1 en 2 de volgende leerwegen aan: • de theoretische leerweg (tl); • de kaderberoepsgerichte leerweg (kb); • de basisberoepsgerichte leerweg (bb).

S a m e nwe r k i n g m e t h e t N o o rd erpoortcollege Het Zernike College werkt op het gebied van het vmbo nauw samen met het Noorderpoortcollege. Vmboleerlingen van beide scholen volgen daar gezamenlijk de theoretische en de beroepsgerichte leerwegen in de afdelingen grafimedia, techniek breed, commerciële dienstverlening, administratieve dienstverlening, consumptief en zorg & welzijn.

De eerste twee leerjaren van het vmbo verblijven de leerlingen in de Juniorlocaties Helperbrink en Vondellaan te Groningen, Rummerinkhof te Haren en Julianalaan te Zuidlaren. Voor jaar 3 en 4 gaan deze leerlingen naar één van de locaties in Groningen Zuid: de Van Schendelstraat 1 of de Van Iddekingeweg 140. Zowel het Zernike College als het Noorderpoortcollege is op deze manier in staat de leerlingen optimaal te laten profiteren van het brede onderwijsaanbod binnen het vmbo. Bovendien staat de samenwerking met het Noorderpoortcollege garant voor een goede doorstroming naar het Middelbaar Beroeps Onderwijs (mbo).

Va n I d d e k i n g ewe g D e ve r n i e u wd e t h e o re t i s c h e l eerweg Deze leerweg geeft leerlingen de mogelijkheid door te stromen naar de hoogste niveaus van het mbo (niveau 3 en 4) of alsnog naar havo 4 over te stappen. In de afgelopen schooljaren is steeds meer dan 20 % van de leerlingen vanuit 4 theoretische leerweg (tl) doorgestroomd naar havo 4.

Voor veel leerlingen is het nog niet duidelijk welke keuze het meest geschikt is: mbo of havo. Wij vinden dat de keuze voor het mbo een andere voorbereiding vergt dan die voor het havo. Vandaar dat we besloten hebben om twee profielen te ontwikkelen: een mtl profiel gericht op het mbo en een htl profiel dat voorbereidt op het havo. In beide gevallen halen de leerlingen een tl-diploma.

In de mtl-stroom krijgen de leerlingen een dagdeel per week loopbaanoriëntatie en keuze sector (“loeks”).

In de derde klas oefenen ze praktijksimulaties in de verschillende sectoren van het mbo (administratie, techniek, economie, landbouw en zorg & welzijn). De praktijksimulaties worden verzorgd door mbo-docenten.

Doel is om de leerlingen een zo helder mogelijk beeld te geven van de mogelijkheden in het mbo, zodat ze in de vierde klas theoretische leerweg een gefundeerde sectorkeuze kunnen maken.

In de htl-stroom krijgen de leerlingen een extra theorievak en daarmee bereiden ze zich zeer degelijk voor op de havo. De kracht van deze nieuwe ontwikkeling is dat de leerlingen een grotere kans op succes hebben.

We hebben hiermee een alternatieve route naar het havo-examen zonder dat leerlingen eventueel een jaar doubleren.

D e b e ro e p s g e r i c h t e l e e r we g e n Voor de leerwegen met beroepsgerichte vakken kunnen leerlingen terecht bij de kaderberoeps-gerichte en basisberoepsgerichte leerweg grafimedia die aan het Zernike College verbonden is. Daarnaast werkt het Zernike College samen met het Noorderpoortcollege, zodat leerlingen ook kunnen kiezen voor de afdelingen in de sectoren techniek, economie en zorg & welzijn. sector

afdeling

leerweg

techniek

grafimedia techniek breed

kb/bb kb/bb

economie

commerciële dienstverlening kb/bb administratieve dienstverlening consumptief horeca, toerisme, voeding (HTV)

kb bb kb

zorg & welzijn breed

kb/bb

zorg & welzijn

In de basisberoepsgerichte leerweg staat een klein, vast team voor de groep. Integratie van theorie en praktijk staat bij de competentiegerichte opdrachten.

17

G ra f i m e d i a De wereld wordt digitaal. Deze digitale wereld is het domein van onze jeugd. De grafische wereld gaat over communicatie en media, niet alleen over gedrukte media, maar ook over nieuwe media. Het is voor de jeugd die zich oriënteert op haar toekomst interessant te weten dat binnen de opleiding grafimedia veel veranderingen in de digitale wereld zijn opgenomen. Zo is de huidige afdeling het outputmedium geworden voor allerlei vormen van gedrukte en geprinte media. Bij de vakken press en print, en afterpress is dat het drukken van affiches, visitekaartjes, folders, het maken van boekbanden.

Naast deze zogenaamde printmedia werken leerlingen aan het ontwikkelen en maken van nieuwe media. Hieronder vallen bijvoorbeeld websites, digitale presentaties en multimedia producties. Bij de vakken vormgeven en multimedia, en electronic prepress leren leerlingen o.a. het vormgeven van teksten en beeldmateriaal, het maken van lay-outs, het opmaken van complete pagina’s en het maken van websites. Integratie van theorie en praktijk en het gebruik van ict staan centraal binnen de afdeling grafimedia.

Te c h n i e k b re e d Als leerlingen geïnteresseerd zijn in techniek, maar nog niet zo zeker zijn van hoe en wat, dan bieden wijvele mogelijkheden.

Leerlingen oriënteren zich bij ons in allerlei richtingen binnen de techniek. Denk aan bouw en elektrotechniek of toegepaste ict. Maar ook bijvoorbeeld aan werktuigbouwkunde. Of human technology, als schakel tussen ontwerper en gebruiker. Leerlingen maken kennis met veel gereedschappen en technieken waarbij allerlei materialen door de vingers gaan in onze verschillende werkhoeken. Voor alle onderdelen geldt dat leerlingen leren ontwerpen en voorbereiden op de computer, om daarna verder te gaan met het uitvoeren, gebruiken en verbeteren.

Va n S c h e n d e l s t ra a t C o m m e rc i ë l e D i e n s t ve r l e n i n g Commerciële dienstverlening heeft te maken met het verkopen van producten en diensten.

En dat kan van alles zijn: computers, kleding, auto’s huizen, skates en cd’s. Handel en verkoop betekent ook: reclame, promotie, maken van presentaties, in- en verkoop, magazijnbeheer en vervoer.

Bij commerciële dienstverlening gaat het om goed kunnen omgaan met mensen zoals klanten, leveranciers en collega’s.

Leerlingen moeten over verschillende eigenschappen beschikken: klantvriendelijkheid, initiatief kunnen nemen, creativiteit en verantwoordelijkheidsgevoel.

Om te oefenen is er een schoolwinkel waarin de winkelpraktijk geleerd wordt. Naast de algemene vakken zoals talen, economie, wiskunde en maatschappijleer, is er het beroepsgerichte programma. Dit bestaat uit de onderdelen: inrichten van een winkel, kassa, reclame maken, administratie en het maken van een plan voor het opzetten van een eigen winkel. Een belangrijk onderdeel van de opleiding is de stage in een echte winkel.

Hierdoor leren leerlingen heel veel in de praktijk, bijvoorbeeld omgaan met mensen in allerlei situaties.

Ad m i n i s t ra t i eve D i e n s t ve r l e n ing Bedrijven, instellingen en organisaties hebben meestal hun eigen afdelingsadministratie. Wat dat in de praktijk betekent leren leerlingen bij deze opleiding.

Zeker in de handel kan administratie een breed werkterrein zijn, bijvoorbeeld het verwerken van de rekeningen (facturen) die betaald moeten worden. Of het ervoor zorgen dat medewerkers hun salaris op tijd krijgen, of het regelen van de inkomende en uitgaande post. Leerlingen leren afspraken te regelen en telefoontjes aan te nemen. Leerlingen moeten van rekenwerk houden en netjes en geordend kunnen werken. Ze moeten ook verantwoordelijkheid kunnen dragen.

Naast de algemene vakken is er het beroepsgerichte programma, dat bestaat uit theorie, praktijk en automatisering.

Bij automatisering leren leerlingen blind typen volgens het tienvingersysteem en werken met onder andere Word, Excel en PowerPoint.

Bij de theorie ligt de nadruk op zelfstandig werken met de thema’s inkomende en uitgaande goederen, boekhouden en verkopen.

De praktijk bestaat uit stages en een kantoorsimulatie. Bij deze kantoorsimulatie, waarbij het lokaal op school eruit ziet als een kantoor met voor iedere leerling een eigen bureau, spelen we een bedrijf na. De opdrachten komen per post of per fax binnen. Tijdens de kantoorsimulatie werken leerlingen steeds op verschillende werkplekken, zoals receptie, verkoop, inkoop, boekhouding etc.

18

Consumptief Onder consumptief valt meer dan alleen maar restaurants, cafés, hotels, snackbars, theaters en sportkantines. Ook op schepen en in luchtvaart bestaan allerlei zaken die met consumptieve service te maken hebben.

Voorbeelden van hwerken in de toeristische sector zijn campings, recreatieparken en reisbureaus.

Leerlingen moeten hierbij goed om kunnen gaan met mensen en van variabele werktijden houden. Zowel in de horeca als in het toerisme wordt vaak gewerkt op tijdstippen waarop anderen vrij zijn. Leerlingen moeten ook flexibel en dienstverlenend zijn.

De basis voor een beroep in één van deze sectoren wordt gelegd in het derde leerjaar van de afdeling consumptief. We onderscheiden de programma’s horeca (koken en serveren) en consumptief breed (horeca, toerisme en voeding). Leerlingen volgen o.a. de vakken koken en serveren. De leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg van de afdeling consumptief volgen bovendien het vak toerisme.

Bij alle vakken wordt veel gebruik gemaakt van computers. Veel informatie moet worden opgezocht en verwerkt met de computer. Naast de theorie is het opdoen van de nodige praktijkervaring erg belangrijk. Dat gebeurt in de keuken en het restaurant van onze school. Leerlingen koken en serveren voor de gasten die er komen eten. Praktijkervaring doen leerlingen niet alleen op school op. Tijdens het laatste leerjaar gaan ze bovendien een aantal weken op stage bij een bedrijf.

19

Op het Zernike College staat de leerling centraal. Wij vinden een intensieve opvang en begeleiding van onze leerlingen vanzelfsprekend. Wij besteden veel aandacht aan de leerlingen waar het gaat om de begeleiding van het leerproces, van studie- en beroepskeuze en van de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Leerlingbegeleiding

4

M EN TO R A AT Alle leerlingen hebben een mentor. De mentor speelt een centrale rol in de communicatie tussen school, leerlingen en ouders en is in principe de vertrouwenspersoon van de leerling en de klas. In het lesrooster zijn vaste mentoruren opgenomen.

De mentor helpt leerlingen bij de gewenning aan de nieuwe school, afdeling of klas en met het aanleren van studievaardigheden.

De mentor houdt studieresultaten van leerlingen bij en bespreekt deze met leerling, lesgevende docenten en teamleider. Ook voert de mentor klasse- en individuele gesprekken en helpt activiteiten als klassenavonden en vieringen organiseren.

TEAMS De school werkt in alle leerjaren met teams die onder leiding staan van een teamleider. Met de mentoren vergaderen ze wekelijks over klassen en individuele leerlingen. Teamleiders stimuleren in hun team mogelijke onderwijskundige verbeteringen en vernieuwingen. Daarnaast verzorgen zij de communicatie tussen de teamdocenten. De teamvergaderingen en rapportvergaderingen vinden onder hun leiding plaats. Teamleiders organiseren de mentor- en docentenspreekavonden.

HUISWERKKLAS Sommige leerlingen hebben thuis geen geschikte studeerplek of zijn snel afgeleid. Daarom wordt er op enkele Juniorcolleges van maandag tot en met woensdag huiswerkbegeleiding aangeboden. Leerlingen maken daar onder toezicht hun huiswerk.

D E C A N A AT Het Zernike College werkt met een decanaatbureau. Gesprekken over sector- of profielkeuze in de onderbouw, maar ook over studie- en beroepskeuze in de bovenbouw (loopbaanoriëntatie) worden in eerste instantie gevoerd met de mentor, met ondersteuning van het decanaat. Het decanaat informeert mentoren over open dagen, meeloopdagen en tal van andere zaken op het gebied van loopbaanoriëntatie en begeleiding (lob).

Voor studiefinancieringzaken kunnen leerlingen en ouders ook bij het decanaat terecht.

ZORGCENTRUM Het zorgcentrum van het Zernike College heeft als doel leerlingen in de ruimste zin van het woord te ondersteunen. Dit kan didactisch van aard zijn, maar evenzeer sociaal-emotioneel, dan wel gedragsmatig gericht zijn. Om dit te bereiken, werken er binnen het zorgcentrum een counseler, een taalspecialist, twee remedial teachers en twee orthopedagogen.

D i g i t a a l i n s t ro o m o n d e r z o e k Alle nieuwe leerlingen doen aan het begin van het schooljaar een instroomonderzoek. In dit digitale onderzoek wordt aandacht besteed aan de reken- en taalvaardigheden. Daarnaast worden alle beschikbare gegevens over de leerling, waaronder het onderwijskundig rapport van de basisschool in kaart gebracht om mogelijke hiaten op te sporen.

Fa a l a n g s t - , a s s e r t i v i t e i t s - e n sociale vaardigheidstraining Faalangst-reductietrainingen worden individueel aangeboden en kunnen op ieder moment in het cursusjaar gestart worden. Assertiviteitcursussen en trainingen sociale vaardigheid worden in groepjes gegeven en starten bij voldoende deelname.

D ys l ex i e De school heeft beleid voor leerlingen met dyslexie. Uitgangspunten zijn beschreven in de dyslexiebrochure die verkrijgbaar is op het zorgcentrum.

Het zorgcentrum kan naar aanleiding van diagnostisch onderzoek een dyslexieverklaring afgeven. De verklaring geeft recht op het gebruik maken van faciliteiten, zoals verlenging van toetsduur, pta’s, schoolonderzoeken en examens.

Aanmelding De mentor meldt in overleg met de teamleider een leerling aan bij het zorgcentrum. Op alle Juniorcolleges bevindt zich een zorgcentrum. Aan de werkzaamheden, uitgevoerd door leden van het zorgcentrum, zijn geen kosten verbonden.Voor nadere informatie kunt u contact opnemen dhr. drs. P.D.J. Pauw, orthopedagoog/gz-psycholoog, tel. school 050-5201170, tel. privé 050-5419771.

20

Zo rg a d v i e s t e a m ( Z AT ) In enkele gevallen komt het voor dat leerlingen geholpen moeten worden omdat zij niet goed kunnen functioneren op school ten gevolge van sociaal-emotionele problemen.

De teamleider kan in dat geval een beroep doen op de zorgadviesteam bestaande uit deskundige interne functionarissen (de orthopedagoog, de decaan en de teamleider), evenals externe functionarissen (de schoolarts, medewerker van jeugdzorg en de leerplichtambtenaar). Waar mogelijk bieden deskundigen hulp.

Het team brengt op basis van deskundigheid een advies aan de teamleider uit. Met alle scholen in de regio is afgesproken dat zij meewerken aan de uitvoering van de adviezen van de zorgadviesteam.

Schoolartsa De heer drs. M.T. Schelwald en mevrouw P. Mentink, jeugdartsen van de GGD, stellen zich jaarlijks voor aan de nieuwe brugklassers.a Elke leerling, maar ook elke ouder, kan telefonisch contact met hem of haar opnemen, tel. 050-3674000 of het maandelijkse spreekuur zonder afspraak bezoeken.

I n t e r n e ve r t ro u we n s c o n t a c t p ersonen Voor allerlei persoonlijke problemen (pesten, discriminatie, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten) kunnen de leerlingen behalve bij de mentor ook terecht bij de vertrouwenspersonen van de school. Aan het begin van het schooljaar worden de namen van de interne vertrouwens-contactpersonen per locatie bekendgemaakt. Deze personen maken zichzelf bekend aan het begin van het schooljaar door de klassen te bezoeken.

21

Het Zernike College vindt het belangrijk topsporters en sporttalenten onder onze leerlingenpopulatie de gelegenheid te bieden studie en sport te combineren.

Daartoe is onze school een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met Topsport Steunpunt Noord (TSN).

Daarnaast is het Zernike College met ingang van het schooljaar 2008-2009 officieel LOOT-school. LOOT staat voor Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport.

5

Op de open dagen van onze school, waarvan u de data voorin deze gids aantreft, zijn de onderstaande topsportmentoren eveneens aanwezig.

Montessori Juniorcollege, Helperbrink, Groningen dhr. A.J. Moeijes, tel. 050-5201170, amoeijes@zernike.nl

Zernike College en Topsport steunpunt Noord(TSN)/LOOT

Harm Jan Zondag Juniorcollege, Vondellaan, Groningen dhr. M. Schreurs, tel. 050-5732505, mschreurs@zernike.nl Juniorcollege Haren, Rummerinkhof dhr. G. van Haitsma, tel. 06-48267947 gvhaitsma@zernike.nl Juniorcollege Zuidlaren, Julianalaan mw. G.K. Veneboer-Hof, tel. 0592-241312, gveneboer@zernike.nl Bovenbouw atheneum/havo, Haren, Westerse Drift mw. J. Rijswijk, tel. 050-5033533, jrijswijk@zernike.nl Bovenbouw vmbo, Groningen, Van Iddekingeweg dhr. R. Rozenberg, tel. 050-5716116, rrozenberg@zernike.nl Bovenbouw vmbo, Groningen, Van Schendelstraat dhr. P.A.W. Glastra van Loon, tel. 050-3135457, paw.glastravanloon@noorderpoort.nl De algehele coördinatie binnen het Zernike College is in handen van dhr. mr. P. Nannenberg, tel. 050-4093595, pnannenberg@gmail.com Meer informatie over Topsport Steunpunt Noord vindt u op de website www.noordsport.nl.

Voor vragen kunt u contact opnemen met TSN, Van Swietenlaan 1, 9728 NX Groningen, tel. 050–5266660, fax 050–5262358, info@noordsport.nl.

22

C u l t u u r p rof i e l s c h o o l Onze school is cultuurprofielschool. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen vroeg in contact komen met kunst en cultuur onder andere omdat dit tot blijvende belangstelling voor kunst- en cultuuruitingen kan bijdragen.

C u l t u u re d u ca t i e

6

Ku n s t z i n n i g e e n c u l t u re l e vo r ming in de onderbouw De leerlingen van jaar 1 tot en met 3 nemen deel aan de vakken drama, muziek en tekenen en in de Montessori-stroom ook aan handenarbeid. Binnen de vakken tekenen en handenarbeid staat een bezoek aan een museum of een galerie voor beeldende kunst elk jaar op het programma.

De leerlingen van jaar 1 en 2 bezoeken per schooljaar minimaal één culturele activiteit. Dit kan een toneelstuk op school, een workshop in een museum, een dansworkshop of een muzikale invulling zijn. In de atheneumplus-opleiding (Haren) en de atheneum-X-tra opleiding (Zuidlaren) wordt het vak cultuur gegeven.

Hier komen diverse thema’s aan bod. Deze worden zowel theoretisch als praktisch ingevuld.

C u l t u re l e e n k u n s t z i n n i g e vo r ming als schoolvak Alle leerlingen van de bovenbouw havo en atheneum volgen het vak ckv. Voor het vak nemen de leerlingen deel aan zes (havo), of tien (atheneum) culturele activiteiten. Deze culturele activiteiten zijn verbonden aan een thema. De leerlingen gaan zowel binnen als buiten school zelfstandig op zoek naar informatie over de culturele activiteiten en nemen er vervolgens (vaak zelfstandig) aan deel.

Ku n s t b e e l d e n d , d ra m a e n m u ziek In de bovenbouw van havo en atheneum kunnen de leerlingen binnen het profiel cultuur en maatschappij én binnen de ‘vrije ruimte’ kiezen voor de vakken kunst-beeldend, kunst-drama en kunst-muziek. Hierbij krijgen de leerlingen informatie op theoretisch niveau kunst en zijn zelf praktisch bezig.

Ckv binnen het vmbo Binnen de vmbo-afdeling van het Zernike College heeft het vak ckv een andere vorm dan in de bovenbouw van de havo en het atheneum. De leerlingen zijn vooral praktisch met het vak aan het werk. Zowel in de zin van deelnemen aan culturele activiteiten als ook in de vorm van zelf kunstzinnig bezig zijn.

M u z i e ka vo n d vo o r l e e r l i n g e n van de Juniorlocaties Jaarlijks organiseren de muziekdocenten een muzikale avond voor de alle leerlingen. Een deskundige jury reikt aan het einde van de avond prijzen uit aan de beste muzikanten.

B ro o d j e M o n t e s s o r i Een door leerlingen georganiseerde activiteit tijdens een vooraangekondigde pauze in de vorm van een muzikaal optreden, dramaproductie etc.

C u l t u u r M a ra t h o n Een cultureel programma in de onderbouw past bij een goede voorbereiding op de bovenbouw van de school.

Zowel in het studiehuis als in het vmbo is voor alle leerlingen het verplichte vak culturele en kunstzinnige vorming (ckv) opgenomen.

Binnen dit kader past de CultuurMarathon, een vierdaagse cultuur- en sportmanifestatie voor de leerlingen van alle Juniorcolleges in Groningen, Haren en Zuidlaren. Leerlingen kunnen deelnemen aan ruim 200 workshops op het gebied van cultuur, theater, dans, muziek en sport. Ze kunnen ook deelnemen aan diverse excursies. Deze worden zowel binnen als buiten school georganiseerd. Aan het eind van die week vindt een spetterende eindpresentatie plaats.

Projecten waar het Zernike aan deelneemt: • kunstenaar op school; • filmfan; • diverse projecten uitgaande van het aanbod van bijvoorbeeld het Groninger Museum, Noorderlicht, World Press Photo, Universiteitsmuseum en Grafisch Museum.

23

Binnen- en buitenschoolse activiteiten

7

E XC U R S I E S Op onze school spelen excursies een belangrijke rol. Alle excursies vormen een vast en verplicht onderdeel van het onderwijsleerprogramma. Ze worden in de lessen veelal grondig voorbereid. Hieronder treft u een lijst per leerjaar aan.

• jaar 1: atheneumplus, introductie- en kennismakingskamp Winsum; • jaar 1: vroege vogelexcursie; • jaar 1: excursie Noorder Dierenpark Emmen; • jaar 1 en jaar 2: Montessori Juniorcollege: introductie- en kennismakingskamp Eernewoude; • jaar 1, 2 en 3 Montessori Juniorcollege en jaar 3: bezoek Groninger Museum; • vanaf jaar 3: ski-reis in krokusvakantie; • vmbo 4: beroepsoriënterende stage, duur: drie weken; • vmbo 4: buitenland excursie; • havo 4, atheneum 4: uitwisselingsproject internationalisering; • havo 4 en atheneum 4: ckv 1, deelname aan cultuuractiviteiten; • havo 4 en 5, atheneum 5 en 6: ckv 2 en 3, verplichte museabezoeken; • examenleerlingen tekenen/handenarbeid: verplichte musea-excursies.

Internationalisering In het kader van de internationalisering organiseert de school in atheneum 4 en havo 4 een uitwisselingsweek met twaalf scholen in het buitenland. Mede dankzij de inhoudelijke kwaliteit van het uitwisselingsprogramma krijgen we subsidie van het Europees Platform en kunnen de kosten zo laag mogelijk gehouden worden. Er wordt jaarlijks een aparte ouderavond over de excursies georganiseerd.

AC T I V I T E I T E N M I D DAG E N Naast goede studieresultaten willen we dat leerlingen ook hun andere talenten ontwikkelen. Leerlingen worden via buitenschoolse activiteiten in contact gebracht met verantwoorde en aantrekkelijke vormen van vrijetijdsbesteding.

Dit vindt plaats op sportief, cultureel en studieus gebied. Zo leren ze schoolse zaken te combineren met buitenschoolse activiteiten. Een bijkomend voordeel is dat door buitenschoolse activiteiten vaak nieuwe vriendschappen ontstaan.

Alle leerlingen kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan de dertig activiteiten die op de lesvrije donderdagen vrijdagmiddagen worden georganiseerd. Alle activiteiten vinden aansluitend op het laatste lesuur plaats en zijn verdeeld over drie perioden. In de maand oktober ontvangen alle leerlingen het boekje Buitenschoolse Activiteiten met een overzicht van alle activiteiten waaruit ze kunnen kiezen. Nieuwe activiteiten zijn schermen, golf, make-up, jazz, portrettekenen en snowboarden.

AC T I V I T E I T E N L I C H A M E L I J K E OPVOEDING Onder het ‘motto gezond van lijf en leden’ organiseert de school jaarlijks onderstaande activiteiten: ijs en weder dienende een schaatstoertocht, de vier-mijlsloop, ploegachtervolging schaatsen in Kardinge, basketbal-, voetbal-, volleybal- en unihockeytoernooien, sportoriëntatie, skiën, oriëntatieloop, de Athene-spelen en een buitenspelsportdag.

24

C o n t a c t e n b a s i s s c h o l e n / ve n s t erscholen De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs is voor de leerlingen een zeer ingrijpende gebeurtenis. Deze overstap moet zorgvuldig gebeuren. Het Zernike College heeft intensieve contacten met de basisscholen.

Het Zernike College participeert tevens binnen de Vensterschool Stadspark en de Vensterschool Hoornse Wijken en werkt in het kader van het Vensterschoolproject nauw samen met de basisschool de Starter en de Boerhaaveschool.

A l g e m e n e i n fo r m a t i e

8

Open dagen Op de open zaterdagen van het Zernike College kunnen ouders en toekomstige brugklasleerlingen een kijkje nemen op de Juniorcolleges.

Elke locatie organiseert met haar eigen docententeam een informatieochtend. De data voor de open dagen staan voorin deze schoolgids vermeld.

Aanmelding Aanmeldingsformulieren zijn verkrijgbaar: • tijdens de open zaterdagen; • via de directeur van de basisschool; • via de administratie van het Zernike College, telefoon: 050-4065730; • via onze website www.zernike.nl.

De aanmelding voor jaar 1 moet schriftelijk voor 1 april 2009 plaatsvinden. Voor het Montessori Juniorcollege moet de aanmelding voor 16 maart 2009 plaatsvinden.

Leerlingen kunnen op het aanmeldingsformulier vermelden, bij welke andere leerlingen zij in de klas willen zitten. Aan hun wensen komt de school bij de samenstelling van de eerste klassen graag tegemoet. Er wordt rekening gehouden met de woonplaats van de leerlingen. Voor leerlingen die van ver komen is het prettig met klasgenoten uit dezelfde omgeving te kunnen reizen.

Plaatsing • Voor toelating tot jaar 1 dient de directeur van de basisschool minimaal een vmbo-advies voor de basisberoepsgerichte leerweg uit te brengen. Daarnaast moet de Cito-score minimaal 520 zijn. Bij een lagere Citoscore vindt er een nader onderzoek plaats. De uitslag van dit onderzoek plus het advies van de basisschool bepalen de plaatsing.

• Voor toelating tot havo 4 moet een leerling een vmbo-diploma theoretische leerweg hebben behaald of in het bezit zijn van een overgangsbewijs naar havo 4.

• Voor toelating tot atheneum 5 moet een leerling een havo-diploma hebben behaald of in het bezit zijn van een overgangsbewijs naar atheneum 5.

• Voor toelating tot de overige klassen moet een leerling een overgangsbewijs naar de betreffende klas kunnen tonen.

• Een beperkt aantal leerlingen met leerachterstand kan, afhankelijk van de gewenste ondersteuning, op een van de vijf instroomgebouwen geplaatst worden. Dit is afhankelijk van de gewenste ondersteuning.

Wanneer een leerling een handicap heeft adviseren wij contact op te nemen met de betreffende vestigingsdirecteur. Zo kunnen de mogelijkheden voor een succesvolle plaatsing worden besproken.

Plaatsingsbeperking Montessori JuniorCollege Tot onze spijt heeft het Montessori JuniorCollege een plaatsingsbeperking. Met ruim 600 leerlingen is het gebouw aan de Helperbrink maximaal bezet. Inmiddels hebben we vier noodlokalen aan de Van Houtenlaan in gebruik genomen. We kunnen 200 nieuwe leerlingen een plaats geven.

B&W van Groningen heeft na een zorgvuldige afweging voor de volgende procedure gekozen.

Toegelaten worden in volgorde van aanmelding: 1. leerlingen met een broer of zus op het Zernike College, 2. leerlingen van de Montessori-, Dalton- en Jenaplanbasisscholen en scholen met een bijzonder onderwijskundig concept (Freinet e.a.) in de stad en regio en leerlingen van de Haydnschool en de Brederoschool in Groningen Zuid, 3. de overige leerlingen.

Aanmelding voor het Montessori JuniorCollege moet voor 16 maart 2009 plaatsvinden.

Op 16 maart worden eerst de leerlingen van lijst 1 en vervolgens van lijst 2 geplaatst. Daarna in volgorde van binnenkomst de leerlingen van lijst 3. Mogelijk ontstaat er en wachtlijst waarbij elke leerling een wachtlijstnummer krijgt. Alle nieuwe aanmeldingen die na 16 maart binnenkomen sluiten in volgorde van binnenkomst aan op de wachtlijst.

25

Ke n n i s m a k i n g s g e s p re k Na de aanmelding wordt met de toeleverende basisschool contact opgenomen. Wij vinden het heel belangrijk om de ouders en nieuwe leerlingen voor de zomervakantie persoonlijk uit te nodigen voor een definitief kennismakingsgesprek met een mentor, teamleider of vestigingsdirecteur.

Ke n n i s m a k i n g l e e r l i n g - m e n tor Geplaatste brugklasleerlingen ontvangen een uitnodiging voor de kennismakingsmiddag op woensdag 1 juli 2009 om 14.00 uur in de Juniorcolleges in Groningen, Haren en Zuidlaren.

De klassensamenstelling wordt dan bekendgemaakt en leerlingen maken kennis met hun aanstaande klasgenoten en mentor.

I n t ro d u c t i e d a g e n In de eerste schoolweek volgen de leerlingen van jaar 1 onder leiding van de mentor een speciaal introductieprogramma.

Doel daarvan is de leerling zo snel mogelijk te laten wennen aan de nieuwe omgeving: de medeleerlingen, de mentor, het onderwijs ondersteunend personeel, het gebouw en de wijk. Daarnaast krijgen ze uitleg over organisatorische zaken, bijvoorbeeld over het lesrooster en het invullen van de agenda.

M o n t e s s o r i - ka m p De leerlingen van jaar 1 en 2 van het Montessori Juniorcollege gaan ter introductie van het nieuwe schooljaar op een driedaags kamp naar Eernewoude.

Lestijden Het eerste lesuur begint óf om 08.20 uur óf om 08.30 uur, dit om een goede aansluiting op de aankomsttijden van de diverse stads- en streekbussen te waarborgen. Op donderdag en vrijdag stoppen de lessen op alle gebouwen uiterlijk om 14.30 uur. Over de buspasregeling krijgen de leerlingen aan het begin van het cursusjaar informatie.

I n va l re g e l i n g De gebouwdirectie zal om tussenuren te vermijden bij afwezigheid van een docent het lesrooster waar mogelijk aanpassen.

De lessen in jaar 1 en 2 gaan zoveel mogelijk door. Een collega neemt ze over, tenzij het gaat om het eerste of laatste lesuur van de dag. Bij uitval van het eerste lesuur zal de telefoonpiramide in werking worden gezet. Om de normale voortgang van de lessen niet te verstoren, vindt het merendeel van de vergaderingen op donderdag- en vrijdagmiddag plaats na 14.30 uur.

Va ka n t i e re g e l i n g e n h u i s we r k vrije dagen jaar 1, 2 en 3 Ouders en leerlingen worden - via de informatiegids en de website - geïnformeerd over de geplande vakanties en huiswerkvrije dagen.

K l a c h t e n re g e l i n g Ze r n i ke C o l l ege Onze school heeft, evenals de andere scholen in de gemeente Groningen, een schooleigen klachtenregeling.

De regeling is bedoeld voor iedereen die bij het onderwijs betrokken is: leerlingen, ouders en personeel. Zij kunnen een klacht indienen als zij ontevreden zijn over de manier waarop problemen behandeld zijn of als er sprake is van een of andere vorm van intimidatie of geweld.

Op iedere locatie is minstens één interne vertrouwenscontactpersoon aangesteld. Tevens is er een externe vertrouwenspersoon aangesteld: dhr. J. Wibbens, tel. 06-53697150.

Het Zernike College is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie VO, secretariaat Postbus 162, 3440 AD Woerden.

26

U heeft er recht op dat de school van uw zoon of dochter voortdurend aandacht besteed aan kwaliteit. Wij vinden het vanzelfsprekend dat u onze werkzaamheden volgt vanuit een kritische, constructieve opstelling.

Hieronder gaan wij uit van de meetbare en de niet-meetbare gegevens.

Kwa l i t e i t sz o rg

9

1 . M e e t b a re g e g eve n s Bij het evalueren van de onderwijs- en vormingsdoelen van het Zernike College staan de school een aantal meetbare gegevens ter beschikking, dit zijn: A. De eindexamenresultaten B. De in-, door- en uitstroomgegevens C. Het onderzoeksrapport van de Inspectie D. Opbrengstenkaart 2008 A. Eindexamenresultaten 2008-2009 Opleiding geslaagd totaal Consumptief 20 Handel en verkoop 23 Handel en administratie 14 Zorg en welzijn 54 Techniek breed 35 Grafimedia 22 Theoretische Leerweg 205 HAVO 135 Atheneum 135 VMBO in samenwerking met Noorderpoortcollege

22 23 14 51 36 22 222 154 142

91% 100% 100% 93% 97% 100% 92% 88% 95%

B. In-, door- en uitstroomgegevens 2008-2009 (zie bijlage) De vermelde gegevens zijn gerelateerd aan die van de diverse afdelingen binnen de school: • de klas of afdeling; • het aantal leerlingen; • het aantal nieuwe leerlingen; • het aantal vertrokken leerlingen; • het aantal bevorderde leerlingen; • het aantal niet bevorderde leerlingen; • het aantal gediplomeerde leerlingen; • het aantal niet gediplomeerde leerlingen; • het aantal leerlingen.

C. Kwaliteitskaart Onderwijsinspectie 2008 (zie bijlage) D. Opbrengstenkaart 2008 (zie bijlage) A a n v u l l i n g o p d e m e e t b a re g e gevens De meetbare gegevens vormen een waardevolle informatiebron voor de evaluatie van het onderwijs binnen de school. Bestaand beleid kan geëvalueerd en waar nodig bijgesteld worden. De volgende beleidsbeslissingen hebben bovenstaande gegevens beïnvloed. Het is van belang deze hier te vermelden.

• Leerlingen die binnen de genoemde stromen op een bepaald moment op hun tenen lopen, worden niet verplicht af te stromen naar een lagere stroom, maar krijgen de kans te groeien.

• Sommige leerlingen ontwikkelen zich later dan anderen of hebben meer tijd nodig om op hun niveau uit te komen. Het vrijwillig zitten blijven is daarom toegestaan.

• Bij de keuze van een eindexamenpakket op profiel kunnen ook vakken worden gekozen waarvoor een leerling op dat moment niet voldoende staat.

2 . N i e t - m e e t b a re g e g eve n s Kwaliteit houdt meer in dan examenresultaten en overgangs-doorstroomresultaten. Een aantal gegevens is niet terug te vinden in de kengetallen van de school, maar zeker van even groot belang. Het gaat om beleidsbeslissingen die de school een belangrijke toegevoegde waarde verschaffen.

• De school hanteert een onderwijsconcept waarbij het zelfstandig leren centraal staat.

• De school biedt onderwijs aan in kleinschalige, overzichtelijke gebouwen.

• De school kent naast de reguliere stromen de Montessori-afdeling, de atheneumplus-opleiding, de atheneum-X-tra-opleiding en de vmbo-op-maat-opleiding.

• De school biedt een aantal bijzondere vakken aan, zoals Spaans, Chninees, Russisch, filosofie en handvaardigheid.

27

• De school kent een mentoraatsysteem in alle klassen. Dyslectische leerlingen krijgen gratis ondersteuning via het zorgcentrum.

• Leerlingen en medewerkers ervaren de goede onderlinge sfeer als bijzonder belangrijk.

• De school biedt jaarlijks talrijke buitenschoolse activiteiten aan op cultureel, studieus en sportief gebied.

• Oud-leerlingen van de school reflecteren op terugkomdagen met docenten en schoolleiding over de overstap van het Zernike College naar de vervolgopleidingen.

3 . Kwa l i t e i t s cyc l u s Onze school beschouwt zich als een lerende organisatie die de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie legt.

Onze medewerkers willen hun werk jaarlijks evalueren, bijstellen en verbeteren. Daartoe stellen de managementleden, teamleiders en sectiehoofden jaarlijks een activiteitenplan vast.

In de oudercommissie kunt u als ouder meepraten over het onderwerp kwaliteitszorg.

4. Scholing Het Zernike College voert een gedifferentieerd personeelsbeleid, waarbij wij aandacht besteden aan loopbaanplanning en het functioneren van alle medewerkers.

De kwaliteit van de medewerkers bepaalt immers voor een belangrijk deel de kwaliteit van de school. Daarom geven wij veel geld uit aan scholing van onze medewerkers. De deskundigheid van de mentor is speerpunt binnen het scholingsbeleid.

5. Contacten basisscholen Een goede communicatie met de basisscholen is een belangrijk aspect van kwaliteitszorg. Wij informeren de basisscholen jaarlijks over ons onderwijs en over de vorderingen van hun oud-leerlingen.

28

Rabobank Haren 385118597, t.n.v. Stichting Fondsenbeheer Zernike College Haren Gironummer Haren 1041661 , t.n.v. Stichting Fondsenbeheer Zernike College

10

Het Ministerie bepaalt de hoogte van het lesgeld. Alle andere kosten die in rekening gebracht worden, zijn gebaseerd op de kostprijs van de activiteit. Uitgaande van de principes van het openbaar onderwijs is de school van mening dat er geen financiële barrières mogen zijn om leerlingen te laten deelnemen aan het onderwijs. Bij alle plannen die gemaakt worden is steeds een aandachtspunt, dat het onderwijs betaalbaar moet blijven voor u als ouder. Het is mogelijk om een tegemoetkoming in de studiekosten aan te vragen bij het Ministerie van Onderwijs. Formulieren hiervoor zijn op schoolverkrijgbaar.

S c h o o l ko s t e n * )

S of i - n u m m e r Leerlingen krijgen een leerlingennummer toegekend. Het sofi-nummer dient u zodra u uw zoon of dochter op school aanmeldt, door te geven aan de centrale administratie van het Zernike College, Postbus 149, 9750 AC Haren.

B o e ke n fo n d s Het volgende cursusjaar worden de schoolboeken gratis verstrekt. Ouders van aangemelde leerlingen worden hierover nader geïnformeerd. Voor bepaalde stromen wordt een extra bijdrage gevraagd, t.w. atheneumplus jaar 1, 2 en 3 € 56,atheneum-X-tra jaar 1, 2 en 3 € 56,Een proefwerkblok wordt met uitzondering van de eindexamenkandidaten een keer per jaar gratis verstrekt aan de leerlingen. Verder is een proefwerkblok te koop voor € 1,50.

S c h o o l fo n d s Het Zernike College biedt alle leerlingen een pakket met extra diensten en voorzieningen aan. Deze diensten behoren niet tot de reguliere onderwijsvoorzieningen en vallen helaas niet binnen de bekostiging van het Ministerie. Ter financiering van deze diensten en voorzieningen verzoekt de school jaarlijks de ouders/verzorgers van alle leerlingen om een vrijwillige bijdrage van € 56,-. Het zal u duidelijk zijn dat zonder deze bijdragen de extra diensten niet geleverd kunnen worden. Onder deze extra diensten vallen o.a. de informatiegids, de ouderkrant, de leerlingenkrant, verzekeringen voor leerlingen, sportdagen, projecten, bibliotheekabonnementen, materiaal keuzebegeleiding, praktijkmateriaal, materiaal tekenen/handvaardigheid en techniek. De excursiekosten zijn niet in deze bijdrage opgenomen.

Vr i j w i l l i g e o u d e r b i j d ra g e De vrijwillige ouderbijdrage van € 22,- wordt gebruikt voor een ruim aanbod van bijzondere activiteiten die vooral het schoolklimaat ten goede komen en waarvoor docenten en leerlingen voorstellen indienen. Die voorstellen liggen op het terrein van een publicatie met wetenswaardigheden over school, vervolgkeuzen van het onderwijs en het kennismaken met culturele evenementen. Concrete voorbeelden zijn: Zernike Zaken, een informatieblad voor ouders over schoolse aangelegenheden, het bezoeken van de onderwijsbeurs (voorlichting vervolgonderwijs), het bezoeken van exposities, het organiseren van muziek en theateractiviteiten, deelnames aan sportdagen, aan het kerstvolleybaltoernooi, aan het Lagerhuisdebat (Vara), en het organiseren van kerstvieringen en schoolfeesten.

B i j d ra g e a c t i v i t e i t e n Per studiejaar kan per leerling een bijdrage worden gevraagd voor indirecte onderwijskosten. Deze gelden vormen de financiële basis voor activiteiten zoals introductiedagen, kennismakingsdagen, vormingsactiviteiten, cultuurmarathon en (vakgerichte) excursies, zoals bv het Noorder Dierenpark. U zult hierover vroegtijdig worden geïnformeerd.

Exc u rs i e s e n i n t e r n a t i o na l i s e ring Binnen het Zernike College spelen excursies een belangrijke rol. Alle excursies vormen een vast en verplicht onderdeel van het onderwijsleerprogramma en worden in de lessen veelal grondig voorbereid. Mede dankzij nauwe samenwerking met subsidieverstrekkers als bijvoorbeeld het Europees Platform, kunnen de kosten zo laag mogelijk worden gehouden.

Als het gaat om bovenbouwexcursies kan - schriftelijk - een verzoek om een betalingsregeling worden ingediend. Indien een leerling onverwacht niet aan een excursie kan deelnemen, zal de school de reeds betaalde excursiegelden terugstorten, voor zover er nog geen kosten zijn gemaakt.

*) Voor de leerlingen die vallen onder de regelingen van het Noorderpoortcollege zijn de gemeentelijke regelingen niet van toepassing. Verder kunnen de schoolregelingen welke hier worden genoemd afwijken voor deze leerlingen evenals de hiervoor geldende bedragen. Zie de schoolgids van de Van Schendelstraat/Van Iddekingeweg.

29

Voor de excursiedagen wordt een aangepast rooster gemaakt en tussenuren blijven zo tot een minimum beperkt. Over de excursies van de school wordt u schriftelijk geïnformeerd. Er wordt jaarlijks een aparte ouderavond gehouden betreffende de excursies.

Houdt u er rekening mee dat er excursies naar landen georganiseerd worden, waarvoor een geldig paspoort vereist is.

B i j d ra g e i n t ro d u c t i e p ro g ra m ma’s De kosten voor deze excursies proberen we zo laag mogelijk te houden. De school biedt vanaf leerjaar 1 de mogelijkheid om in samenwerking met de Rabobank Groningen voor de excursiekosten te sparen.

Het gaat dan met name om de excursies waar alle leerlingen aan meedoen. Voor de ouders die meedoen wordt per maand € 6,81 op de rekening van de school gestort via een automatische incasso. In juli 2008 krijgen ouders van leerlingen van leerjaar 1 over deze spaarmogelijkheid bericht.

C u l t u u r m a ra t h o n Een cultureel programma in de onderbouw past bij een goede voorbereiding op de bovenbouw van de school.

Zowel in het studiehuis als in het vmbo is voor alle leerlingen het verplichte vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (ckv) opgenomen.

Binnen dit kader past de Cultuurmarathon, een vierdaagse cultuur- en sportmanifestatie voor de leerlingen van alle Juniorcolleges in Groningen, Haren en Zuidlaren. Van dinsdag 21 april tot en met vrijdag 24 april 2009 kunnen leerlingen deelnemen aan verschillende workshops op het gebied van cultuur, theater, dans, muziek en sport. Zij kunnen ook kiezen voor excursies en sportactiviteiten. Alle workshops kunnen zowel binnen als buiten school plaatsvinden. Aan het eind van deze week wordt er een slotpresentatie gehouden.

Ze r n i ke - b e t a a l p a s Iedere leerling, krijgt de beschikking over een unieke betaalpas. De pas is voorzien van een ‘chip’ en een ‘barcode’. De pas kost € 5,-. Met deze pas wordt zowel in de kantine als voor het kopiëren betaald. De pas kan tot een maximum bedrag van € 25,- worden opgeladen. Het opladen van de pas gebeurt met muntgeld.

Voor leerlingen van de Van Schendelstraat en de Van Iddekingeweg is een soortgelijke betaalpas verkrijgbaar.

Deze pas is uitsluitend op deze locatie te gebruiken Kluisjes De leerlingen kunnen een afsluitbaar bagagekluisje huren. De huur bedraagt € 10,- per jaar. Daarnaast wordt voor ieder kluisje een garantiebedrag van € 5,- gevraagd. Bij inlevering van de sleutel en het schoon achterlaten van het kluisje wordt deze € 5,- weer teruggegeven. Aan het begin van het schooljaar kunnen leerlingen een dergelijk kluisje huren bij de conciërge. Leerlingen die het volgende schooljaar weer van dezelfde kluis gebruik willen maken, leveren de sleutel niet in aan het eind van het schooljaar, maar betalen in dat schooljaar wederom € 10,- aan de conciërge.

A bo n n e m e n t e n N e d e r l a n d s e S poorwegen Het Zernike College sluit jaarlijks een contract af met de N.S., zodat leerlingen op een aantal trajecten voordeliger kunnen reizen. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met dhr. J. Koekoek, hoofd financiën, tel. 050-4065730.

Te g e m o e t ko m i n g i n d e s t u d i e kosten Voor uitgebreide brochures en de benodigde aanvraagformulieren kunt u terecht bij de school (administratie, decanaat) en de regionale Steunpunten Studiefinanciering, tel. 050-5997755 (€ 0,09 per minuut), te bereiken op werkdagen van 09.00 - 16.30 uur. Informeer ook bij uw eigen gemeente.

S t i c h t i n g P rov i n c i a a l G ro n i n g er Studiefonds Het bestuur van de ‘Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds’ brengt onder de aandacht van belanghebbenden, dat aanvragen voor een financiële bijdrage in de school- en/of reiskosten voor het schooljaar 20082009 bij de Stichting kunnen worden ingediend. Voor een toelage komen zij in aanmerking, die of van wie de ouders in de provincie Groningen wonen en niet of slechts gedeeltelijk in staat zijn de studie te bekostigen.

Inwoners van de gemeente Groningen kunnen niet voor een bijdrage uit het Provinciaal Studiefonds in aanmerking komen. U kunt folders met uitgebreide informatie op school verkrijgen. U kunt telefonisch informatie aanvragen, tel. 050-3164152.

TO S - fo n d s g e m e e n t e G ro n i n g e n Als kinderen naar school gaan kost dat geld. Niet alleen voor zaken als boeken en schoolgeld, maar ook voor een (vrijwillige) bijdrage voor het schoolfonds, een schoolreisje, bijzondere activiteiten, e.d. Geld dat niet gemakkelijk op te brengen is wanneer u een inkomen heeft dat op het minimumniveau ligt. Daarom heeft de

30

gemeente Groningen een fonds opgericht: ‘Tegemoetkoming Ouderbijdrage Schoolfonds’.

Deze tegemoetkoming bedraagt voor het voortgezet onderwijs â‚Ź 69,- voor elk kind t/m 17 jaar. Bij de Gemeente Groningen is bekend wanneer u behoort tot de Groningers die voor deze tegemoetkoming in aanmerking komen. Voor ieder kind ontvangt u een aparte brief. Wij verzoeken u dringend deze brief zo spoedig mogelijk en voor 1 december 2009 in te leveren bij de school.

De school declareert de tegemoetkoming rechtstreeks bij de dienst Sociale Zaken en Werk en brengt het bedrag in mindering op de ouderbijdrage.

Pa r t i c i p a t i e fo n d s g e m e e n t e H aren De gemeente Haren heeft het Participatiefonds opgericht om minder draagkrachtige Harenaren tegemoet te komen. Het Harener Participatiefonds is bedoeld voor Harenaren van 18 jaar en ouder, die leven op of even boven het bijstandsniveau en niet veel vermogen hebben. Wanneer u in het participatiefonds bent opgenomen, kunt u diverse vergoedingen ontvangen. U kunt bijvoorbeeld een bijdrage ontvangen in de kosten van het onderwijs en excursiekosten. Voor meer informatie bent u welkom in de gemeentewinkel, Raadhuisplein 10, Haren, tel. 050-5339911.

Ve r z e ke r i n g e n Voor alle leerlingen is een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Daarnaast kunnen ouders een schoolongevallenverzekering afsluiten.

S c h a d e e n we t t e l i j ke a a n s p ra kelijkheid Het bevoegd gezag, de schoolleiding, de docenten en het onderwijs-ondersteunend personeel stellen zich niet verantwoordelijk voor de eigendommen van leerlingen nabij of in het schoolgebouw.

Schade, veroorzaakt door leerlingen aan gebouwen en terreinen, meubilair, leermiddelen, verlichting, sanitair, enz. wordt op de ouders van de leerlingen verhaald.

31

B E R E I K BA A R H E I D Alle locaties zijn prima te bereiken met het openbaar vervoer en terug te vinden op het bijgevoegde schema.

Voor verdere actuele reisinformatie c.q. dienstregeling verwijzen wij naar: 0900-9292 of www.9292ov.nl.

Groningen, Helperbrink 30 Lijn 51, 53, 59 (vanaf Groningen CS, halte Van Iddekingeweg) Lijn 5 en 54 (vanaf Groningen CS, halte Helperbrink)

B u s ve r b i n d i n g e n

11

Groningen, Vondellaan 83 Lijn 51 (vanaf Assen, halte Van Iddekingeweg) Lijn 150, 52 (vanaf Assen, halte PC Hooftlaan) Lijn 1, 52, 57, 58 (vanaf CS Groningen, halte PC Hooftlaan) Haren, Rummerinkhof 8, halte NS station - 4 min. loopafstand Lijn 51 (vanaf Assen, halte Emmalaan – 13 min. loopafstand) Lijn 53 (vanaf Groningen CS: halte Molenweg) Lijn 54 (vanaf Groningen CS: halte Meerweg) Zuidlaren, Julianalaan 78 halte Julianalaan - 7 min. loopafstand Lijn 58 (vanaf Assen/Groningen CS) Lijn 59 (vanaf Emmen) Haren, Westerse Drift 98 halte Hertenlaan - 3 min. loopafstand lijn 51 (vanaf Assen CS/Groningen CS) lijn 54 (vanaf Haren/ Groningen CS) Groningen, Van Schendelstraat 1/Van Iddekingeweg 140 halte Van Iddekingeweg/Vondellaan - 4 min. loopafstand Lijn 12, 52 (vanaf Groningen CS/Haren, halte Van Schendelstraat) Lijn 54 (Haren) Lijn 50, 58 (vanaf Assen) Lijn 53 (vanaf Haren en De Punt) Lijn 59 (vanaf Emmen) Voor routebeschrijvingen kunt u ook internet raadplegen: www.routemaster.nl, www.routenet.nl em www.lokatienet.nl Zuidlaren, Julianalaan 78, halte Julianalaan – 7 min. loopafstand lijn 58 (vanaf Assen/ Groningen CS) lijn 59 (vanaf Emmen) Haren, Westerse Drift 98, halte Hertenlaan – 3 min. loopafstand lijn 51 (vanaf Assen CS/Groningen CS) lijn 54 (vanaf Haren/Groningen CS) Groningen, Van Schendelstraat 1/Van Iddekingeweg 140, halte Van Iddekingeweg/Vondellaan – 4 min. loopafstand Lijn 12, 52 (vanaf Groningen CS /Haren CS, halte Van Schendelstraat) Lijn 54 (Haren CS) Lijn 50 en 58 (vanaf Assen) Lijn 53 (vanaf Haren en De Punt) Lijn 59 (van Emmen) Voor routebeschrijvingen kunt u ook Internet raadplegen: www.routemaster.nl, www.routenet.nl en www.lokatienet.nl.

32

Onderwijstijd / lessentabellen

12

Op 1 augustus 2006 is de nieuwe wet Onderbouw VO in werking getreden. De nieuwe wet omvat onder andere een nieuwe norm, regeling en definitie van het begrip onderwijstijd. In lijn met het totale wetsvoorstel biedt deze wet scholen ruimte en mogelijkheden voor andere onderwijsvormen dan de traditionele contacturen.

De wettelijke minimumnorm in de eerste twee leerjaren bedraagt 1040 klokuren onderwijstijd. Voor de examenklassen geldt 700 klokuren en voor de overige leerjaren 1000 klokuren.

Wettelijk gestelde criteria onderwijstijd: • begeleid onderwijs; • onder verantwoordelijkheid van daartoe bekwaam onderwijspersoneel; • door school geprogrammeerde tijd; • als onderdeel van het voor alle leerlingen verplichte onderwijsprogramma.

Voorbeelden van activiteiten die onder onderwijstijd worden verstaan zijn: • contacttijd, voorbereidingslessen voorafgaande aan een proefwerk, vaste proefwerkuren, herkansingstoetsen, toetsbesprekingen, mediatheekuren; • ondersteuningsactiviteiten, b.v. mentoractiviteiten, spreekavonden, leer- en studiebegeleiding via Brainbox of op school; • (verplichte) keuzeactiviteiten buiten de reguliere contacttijd, bijvoorbeeld de cultuurmarathon; • meerdaagse excursies, uitwisselingen, kampen; • ckv-opdrachten binnen en buiten school; • deelname open dagen eigen school, andere scholen; • deelname leerlingenraad, MR, Vraag het de Leerling; • beroepsvoorbereidende stage; • maatschappelijke stage; • praktische sectororiëntatie.

Ter voorkoming van uitval van lessen hebben we een aantal maatregelen getroffen: • In de eerste twee leerjaren zullen de lessen zo veel mogelijk worden waargenomen door docenten die op het uitvalmoment een invaluur hebben.

• Vergaderingen vinden plaats op de roostervrije donderdagmiddag vanaf 14.30 uur.

Leerlingen kunnen dan kiezen voor buitenschoolse activiteiten.

• Keuze-activiteiten vinden deels buiten de reguliere contacttijd plaats.

• Open dagen worden op zaterdagen georganiseerd.

• Sommige mentoractiviteiten vinden in het weekend plaats, zoals bijvoorbeeld eindejaarsactiviteiten in enkele leerjaren.

• (Sport)activiteiten als bijvoorbeeld ski-excursie, kerstvolleybaltoernooi en EuroDisney worden in vakanties georganiseerd.

33

Montessori Juniorcollege Groningen - atheneum en havo jaar 1, 2 en 3 - vmbo jaar 1 en 2 - lessen van 60 minuten vakken

jaar 1 jaar 1 jaar 2 jaar 2 jaar 3 a/h/tl bb a/h/tl bb a/h

Nederlands 2 Engels 1 wiskunde 2 Duits % 1 Frans % 1 Spaans 1 geschiedenis aardrijkskunde mens en maatschappij 2 natuur- en scheikunde science 3 biologie economie muziek 1 tekenen beeldende vorming 2 handvaardigheid drama 1 informatica lichamelijke oefening 2 atelier 4 mentorles 1 praktische sectororiëntatie keuzewerktijd 3

3 2 3 3 5 1 3 1 1 3 1 -

2 2 2 1½ 1½ 1* 2 3 1 1 1 2 4 1 3

3 2 2 1 3 6 1 2 1 1 2 1 1 -

2 2 3 2# 2# 2# 1½ 1½ 3 1* 1 2° 2° 2° 2° 2 1 3

mens en maatschappij = geschiedenis, aardrijkskunde, economie science = technologie, biologie, verzorging en natuur- en scheikunde % = half jaar 2 lessen Frans + 2 lessen Duits # = 2 van de 3 ° = 2 van de 4 * = extra vak

34

Harm Jan Zondag Juniorcollege Groningen - atheneum en havo jaar 1, 2 en 3 - vmbo jaar 1 en 2 - lessen van 50 minuten vakken Nederlands Engels Duits Frans mens en maatschappij geschiedenis aardrijkskunde economie wiskunde ict nask/techniek biologie handvaardigheid verzorging tekenen muziek drama lichamelijke oefening two-uur mentorles

* = halfjaarsvak ** = waarvan 2 uur techniek en 1 uur nask # = waarvan 2 uur techniek en 2 uur nask

lw/bb 1 bb/kb 1 tl/kb 1 h/tl 1 a/h 1 lw/bb 2 bb/kb 2 tl/kb 2 h/tl 2 a/h 2 3 2 1 3 3 1 3** 2 2 2 2 1 1 3 2 1

Haren - atheneumplus jaar 1, 2 en 3 - lessen van 60 minuten vakken Nederlands Engels Frans Duits Spaans geschiedenis aardrijkskunde economie wiskunde nask biologie wo+: wetenschap, onderzoek en ontwerpen tekenen muziek drama cultuur techniek filosofie lichamelijke oefening informatica maatschappijleer

3 2 1 3 3 1 3** 2 2 2 2 1 1 3 2 1

3 3 2* 2* 1 1 1 3 1 3** 2 2 2 1 1 3 2 1

3 3 2* 2* 1 1 1 3 1 3** 2 2 2 1 1 3 2 1

3 3 2* 2* 1 1 1 3 1 3** 2 2 2 1 1 3 2 1

3 3 1 3 3 1 4# 2 2 2 1 1 3 2 1

3 3 1 3 3 1 4# 2 2 2 1 1 3 2 1

3 2 2 2 1 1 1 3 1 4# 2 2 1 1 3 2 1

3 2 2 2 1 1 1 3 1 4# 2 2 1 1 3 2 1

3 2 2 2 1 1 1 3 1 4# 2 2 1 1 3 2 1

atheneumplus atheneumplus 1+ 2+ 3+ 3 2 2 1 1 1 1 2 2 2

2 1 1 2 2 1 1 2 2 1 3

2 2 2 2 2 1 1 1 3 3 1 2

1 1 1 1 1 1 2 1 1

1 ½ ½ 1 1 2 1 1

½ ½ 1 1 1 1

35

Juniorcollege Haren - atheneum en havo jaar 1, 2 en 3 - vmbo jaar 1 en 2 - lessen van 50 minuten vakken

jaar 1 jaar 1 a/h h/tl technasium Nederlands 3 3 Engels 3-2 3 Duits 1* 1* Frans 1* 1* Spaans 1* 1* geschiedenis 2 2 aardrijkskunde 2 2 economie wiskunde 3 3 nask biologie/verzorging 3-2 3 muziek 1* 1* tekenen 1* 1* drama 1* 1* vmbo-uren techniek 2-0 2 onderzoek en ontwerpen 0-6 praktijkuren lichamelijke oefening 3 3 huiswerkuur keuzeles/-vaardigheid 4-2 4 inloopuur mentoruur 2 2

jaar1 jaar 2 jaar 2 vmbo a/h a/h, h/tl technasium 3 3 3 3 2 2 1* 2** 2** 1* 2** 2** 2** 2** 2 1* 1* 2 1* 1* 1* 1* 3 3 3 1* 2 2 3 2 2 1* 1* 1* 1* 1* 1* 1* 1* 1* 2 2 2 6 2 3 2 2 1 4 2 2 2

jaar 2 jaar 2 jaar 3 tl/kb tl/kb ath tl-niveau kb-niveau 3 3 3 2 2 2 2 2 2** 2) 2$ 2** 2) 2** 1* 1* 2 1* 1* 1* 1* 1* 3 3 4 2 2 4 2 2 1* 1* 1* 2# 1* 1* 2# 1* 3 2# 2 2 2 2 2 4 4 2 (2) 2 2 1

jaar 3 jaar3 havo technasium 3 2 2** 2** 2** 2 1* 4 4 1* 2# 2# 2# 2 2 (2) 1

3 2 2** 2** 2** 2 1* 4 4 1* 2# 2# 2# 5 2 1

* = halfjaarsvak (1 jaaruur + 2-0 of 0-2) **= keuze 2 van de 3 of 3 van de 3 (leerling mag 1 van deze 3 talen laten vallen) ) = keuze 1 van de 2 of 2 van de 2 (leerling mag 1 van deze 2 talen laten vallen) $ = keuze als extra kiezen of laten vallen # = 2 van de 3 kiezen ()= facultatief, leerling kiest # = 2 van de 3 kiezen

36

Juniorcollege Zuidlaren - atheneum en havo jaar 1, 2 en 3 - vmbo jaar 1 en 2 - lessen van 50 minuten vakken

jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 a/h tl/kb a-X-tra bb

jaar 2 jaar 2 jaar 2 jaar 2 a/h/tl tl/kb a-X-tra bb

jaar3 jaar 3 a/h a-X-tra

Nederlands Engels Duits Frans Spaans geschiedenis aardrijkskunde economie actualiteitenonderwijs wiskunde nask informatiekunde biologie/verzorging muziek tekenen drama beeldende vorming cultuur technologie techniek pso/mentorles praktische vaardigheden lichamelijke oefening sociale vaardigheden keuzeles inloopuur projecturen leefstijl/studievaardigheden filosofie mentoruur

3 2 1* 1* 1* 2 2 3 3 1* 1* 1* 2 3 2 2 1

3 2 2 2 2° 1* 1* 1* 3 2 2 1* 1* 1* 2 2 2 2 1

3 2 2# 2# 2# 2 1 4 4 1 2# 2# 2# 2 3 1 1

3 2 1* 1* 1* 2 2 3 1 3 1* 1* 1* 2 3 2 2 1

3 2 2 2 2 1 1 3 2 3 1* 1 1* 1 2 3 1 1 1

3 2 1 1 1 3 1 1 3 1 1 1 2 2 1 4 1 1

3 2 2 2$ 2$ 1* 1* 1* 3 2 2 1* 1* 1* 2$ 2 2 2 2 1

3 2 2 2 2 2 1 1 3 2 1 2 1 1 ½* ½* 1 3 1 1

3 2 2 1 1 3 2 1 2 1 1 1 2 2 3 2 2 1 -

3 2 2 2 2 1 1 1 4 4 1 1 ½* ½* 1 2 2 1 1

* = halfjaarsvakvak ° = extra keuzevak # = 2 van de 3 kiezen -> 4 jaaruren $ = 1 van de 2 kiezen kb-leerlingen kunnen tekenen en beeldende vorming volgen i.p.v. Frans

37

HAVO 5

kernlessentabel

per 1 aug 2007

p1 p2 p3 p4

Nederlands Engels maatschappijleer ckv lo totaal

2 2 2 1 1 8

2 2 2 1 1 8

2 2 1 2 1 8

2 2 1 2 1 8

Nederlands Engels maatschappijleer ckv lo totaal

3 2 0 0 1 6

3 2 0 0 1 6

3 2 0 0 1 6

2 2 0 0 0 4

CM Fa/Du/Spa geschiedenis kunst/fil/(3e taal) ak/maw/(ec) totaal

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

CM Fa/Du/Spa geschiedenis kunst/fil/(3e taal) ak/maw/(ec) totaal

3 2 2 2 9

3 2 2 2 9

3 2 2 2 9

2 2 2 2 8

EM economie wiskunde A/B geschiedenis m&o/ak/maw/taal totaal

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

EM economie wiskunde A/B geschiedenis m&o/ak/maw/taal totaal

3 2 2 2 9

3 2 2 2 9

3 2 2 2 9

2 2 2 2 8

NG biologie scheikunde wiskunde A/B ak/o&o/(na) totaal

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

NG biologie scheikunde wiskunde A/B ak/o&o/(na) totaal

3 2 2 2 9

3 2 2 2 9

3 2 2 2 9

2 2 2 2 8

NT natuurkunde scheikunde wiskunde B inf/wiD/o&o/(bi) totaal

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

NT natuurkunde scheikunde wiskunde B inf/wiD/o&o/(bi) totaal

3 2 3 2 10

3 2 3 2 10

3 2 3 2 10

2 2 2 2 8

2e examenvak 2 bewegen-sport & 2 maatschappij profielwerkstuk mentoraat internationalisering 2 FM

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

vrij deel

vrij deel

profieldeel

p1 p2 p3 p4

profieldeel

per 1 aug 2007

gemeenschappelijk deel

kernlessentabel

gemeenschappelijk deel

HAVO 4

2e examenvak 2 bewegen-sport & 2 maatschappij profielwerkstuk mentoraat internationalisering 2 FM

38

Atheneum 4

kernlessentabel

Atheneum 5

per 1 aug 2007

p1 p2 p3 p4

per 1 aug 2007

2 2 2 0 0 1 1 8

CM wiskunde C (of A/B) geschiedenis kunst/fil/3e taal ak/maw/(ec) totaal

2 2 2 2 8

2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 8 8 8

2 2 2 1 7

EM economie wiskunde A/B geschiedenis m&o/ak/maw/3e taal totaal

2 2 2 2 8

2 2 2 2 8

2 1 2 1 6

2 1 2 1 6

NG biologie scheikunde wiskunde A/B ak/o&o/(na) totaal

2 2 2 2 8

2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 8 8 8

2 1 2 1 6

2 1 2 1 6

2 1 2 1 6

NT natuurkunde scheikunde wiskunde B inf/wiD/o&o/(bi) totaal

2 2 3 2 9

2 2 2 2 2 2 3 3 3 2 2 2 9 9 9

1

1

1

2 1 2 1 2 1 1 10

CM wiskunde C (of A/B) geschiedenis kunst/fil/3e taal ak/maw/(ec) totaal

2 2 2 1 7

2 2 2 1 7

2 2 2 1 7

2 2 2 1 7

EM economie wiskunde A/B geschiedenis m&o/ak/maw/3e taal totaal

2 2 2 1 7

2 2 2 1 7

2 2 2 1 7

NG biologie scheikunde wiskunde A/B ak/o&o/(na) totaal

2 1 2 1 6

2 1 2 1 6

NT natuurkunde scheikunde wiskunde B inf/wiD/o&o/(bi) totaal

2 1 2 1 6

profieldeel

2 1 2 1 2 1 1 10

vrij deel

2 1 2 2 1 1 1 10

gemeenschappelijk deel

2 2 2 0 0 1 1 8

2 1 2 2 1 1 1 10

gemeenschappelijk deel profieldeel vrij deel

p1 p2 p3 p4

Nederlands Engels Fa/Du/Spa anw maatschappijleer ckv lo totaal

Nederlands Engels Fa/Du/Spa anw maatschappijleer ckv lo totaal

bewegen-sport & 1 maatschappij profielwerkstuk mentoraat internationalisering overige schoolactiviteiten

kernlessentabel

bewegen-sport & 2 2 maatschappij profielwerkstuk mentoraat internationalisering overige schoolactiviteiten

2 2 2 0 0 1 1 8

2 2 2 2 8

2 2 2 0 0 1 1 8

2 2 2 2 8

2 2

39

Atheneum 6 studielasttabel

Nederlands Engels Fa-1 Duits 1 ckv 1 lo 1

totale studielast ath 6 180 SBU 120 SBU 0 SBU 0 SBU 0 SBU 40 SBU 340 SBU

CM Fa-2 Du-2 Sp-12 wiskunde A-1 ckv 2 ckv 3 geschiedenis

170 SBU 170 SBU 180 SBU 70 SBU 100 SBU 80 SBU 180 SBU 770 SBU

EM economie 1 economie 2 wiskunde A-12 geschiedenis 2 aardrijkskunde

80 SBU 110 SBU 170 SBU 180 SBU 180 SBU 720 SBU

NG

biologie 1 biologie 2 natuurkunde 1 scheikunde 1 wiskunde B-1

0 SBU 250 SBU 140 SBU 160 SBU 180 SBU 730 SBU

NT

natuurkunde 1 natuurkunde 2 scheikunde 1 scheikunde 2 wiskunde B-1 wiskunde B-2

140 SBU 90 SBU 160 SBU 80 SBU 180 SBU 70 SBU 720 SBU

vrij deel examendeel

vrij deel

profieldeel gemeenschappelijk deel

per 1 aug 2007

lo 2 130 SBU management/organisatie 170 SBU informatica 180 SBU filosofie 160 SBU extra wiskunde A-1 40 SBU profielwerkstuk (v) ict (v) mentoraat (v) loopbaanoriëntatie (v) internationalisering (v) remediëren (v)

60 SBU 40 SBU 40 SBU 20 SBU 0 SBU 40 SBU 200 SBU

40

Vmbo bovenbouw Groningen Van Iddekingeweg - theoretische leerweg jaar 3 en 4 - lessen van 50 minuten vakken

mtl3 htl3 mtl4 htl4

Nederlands Engels Duits Frans Spaans wiskunde nask 1 (natuurkunde) nask 2 (scheikunde) muziek biologie aardrijkskunde/geschiedenis aardrijkskunde geschiedenis maatschappijleer 1 maatschappijleer 2 economie ckv tekenen drama lichamelijke oefening mentorles (tl3)/mentortijd (tl4) lob zcool

3 3 2* 2* 3 3 2* 2* 2 3 2 2 1# 2* 2* 2 1 2 2

3 3 2* 2* 2* 3 3 2* 2* 2 3 2 2 1# 2* 2* 2 1 2

3 3 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 2 1) 2

3 3 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 3* 2 1) 1

basisberoepsgerichte leerweg grafimedia en techniek breed jaar 3 en 4 lessen van 50 minuten

mtl3-leerlingen kiezen naast het lob-programma nog twee van de zeven keuzevakken htl3-leerlingen hebben geen lob-programma en kiezen drie van de zeven keuzevakken # = ckv wordt gegeven in een blokuur, een half schooljaar aan het eind van de dag * = keuzevak ) = de mentor heeft een vast moment in het rooster waarop hij de leerlingen kan ontmoeten excursies en buitenschoolse opdrachten kunnen aansluitend op het rooster plaatsvinden mtl4-leerlingen kiezen naast ne en en nog vijf vakken, waarvan ten minste twee sectorvakken htl4-leerlingen kiezen naast ne en en nog zes vakken, rekening houdend met profiel havo

kaderberoepsgerichte leerweg grafimedia en techniek breed jaar 3 en 4 lessen van 50 minuten

vakken

grafimedia techniek breed jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 4

vakken

grafimedia techniek breed jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 4

Nederlands Engels wiskunde/nask maatschappijleer 1 lich. oefening ckv mentorles/prestatietijd drama/soc.vaardigheden grafimedia techniek breed zcool

1 1 3 1 2 1 7 1 14 2

Nederlands Engels wiskunde nask 1 maatschappijleer 1 lich. oefening ckv mentorles grafimedia techniek breed zcool

3 2 3 3 2 2 1 1 14 2

1 1 3 2 6 10 2

1 1 3 1 2 1 7 1 14 2

1 1 3 2 6 10 2

3 3 3 3 2 -) 12 2

3 2 3 3 2 2 1 1 14 2

3 3 3 3 2 -) 12* 2

* = leerlingen volgen vier lessen in de werkplaats van het mbo ) = mentor heeft een vast moment in het rooster waarop hij de leerlingen kan ontmoeten

41

Vmbo bovenbouw Groningen Van Schendelstraat kaderberoepsgerichte leerweg, jaar 3 en 4 lessen van 50 minuten

vakken

commerciĂŤle administratieve horeca, toerisme zorg & dienstverlening dienstverlening & voeding welzijn jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 4

Nederlands 4 Engels 2 Duits 3 wiskunde 3 biologie economie 2 maatschappijleer 1 2 maatschappijleer 2 lichamelijke oefening 2 ckv 1 mentorles 1 handel & verkoop 12 handel & adm. horeca, toer., voed. zorg & welzijn/drama -

3 3 3* 3* 3 2 1 12 -

4 2 3 3 2 2 2 1 1 12 -

3 3 3* 3* 3 2 1 12 -

4 2 3 3 2 2 2 1 1 12 -

3 3 3* 3* 3 2 1 12 -

4 2 3 3 2 2 1 1 14

3 3 3* 3 3* 2 1 12

basisberoepsgerichte leerweg lessen van 50 minuten

vakken prestatietijd/mentorles Nederlands Engels Duits wiskunde biologie economie maatschappijleer lichamelijke oefening ckv # handel & verkoop horeca, toer., voed. zorg & welzijn/drama stage

commerciĂŤle horeca, toerisme zorg & dienstverlening & voeding welzijn jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 4 9 1 1 1 1 1 1 2 1 14 -

6 1 1 2* 2* 2 2 10 6

9 1 1 1 1 1 1 2 1 -

6 1 1 2* 2* 2 2 14 6#

9 1 1 1 2 1 2 1 10 14 -

6 1 1 2 2 2 10 6

-

* = keuzevak # = intern

42

I n- , do o r- e n u i t s t ro o m g e g even s Kwaliteitskaart Onderwijsinspectie O pb re ngs t e n ka a r t

Zernike College Haren Westerse Drift 98 9752 KLK Haren Gn Opbrengstenoordeel per onderwijssoort Oordeel van de inspectie over de opbrengsten van drie jaar. Opbrengsten bestaan uit de vier onderdelen: rendement onderbouw, rendement bovenbouw, cijfers centraal examen, en het gemiddelde verschil tussen het schoolexamencijfer en het cijfer voor het centraal examen (SE-CE).

VMBO basisberoepsgericht

VMBO kaderberoepsgericht

VMBO gemengd en/of theoretisch

HAVO

VWO

voldoende

voldoende

voldoende

voldoende

voldoende

Zernike College Haren Westerse Drift 98 9752 KLK Haren Gn Verschil tussen cijfer schoolexamen en centraal examen De oordelen voor het opbrengstonderdeel “SE-CE� zijn seperaat weergegeven.

VMBO basisberoepsgericht gering verschil

VMBO kaderberoepsgericht gering verschil

VMBO gemengd en/of theoretisch

HAVO

VWO

gering verschil

gering verschil

gering verschil

43

44