Goede Vrijdag-lezing 2024

Page 1

Nederlandse Bachvereniging
Lezing
ADRIANA ESMEIJER GOEDE VRIJDAG LEZING

FILANTROPIE EN DE KUNSTEN

Meer dan ooit vraagt deze tijd om reflectie. In een wereld die alsmaar onrustiger lijkt te worden, zorgt de Nederlandse Bachvereniging al ruim honderd jaar voor een rustpunt tijdens onze jaarlijkse uitvoeringen van de Matthäus-Passion.

Sinds enkele jaren voegen we daar de traditie van de Goede Vrijdag-lezing aan toe: in de pauze van onze Matthäus-Passion op Goede Vrijdag in Naarden spreekt een prominente gast de Goede Vrijdag-lezing uit voor de genodigden van de Bachvereniging. De spreker verbindt vanuit het eigen vakgebied de muziek van de MatthäusPassion en Bach aan een actueel of universeel thema.

Deze Goede Vrijdag neemt Adriana Esmeijer ons in de pauze van de Matthäus-Passion mee in haar verhaal. Als voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Nationale Postcode Loterij en VriendenLoterij en voormalig directeur van het Cultuurfonds legt zij de link tussen filantropie en de kunsten in zowel Bachs tijd als de onze.

Adriana Esmeijer is na Ivo van Hove in 2022 en Abdelkader Benali in 2023 onze derde gast die Bachs oratorium zal verbinden met het heden. In deze uitgave leest u haar gesproken tekst integraal terug, zodat u ook later nog eens stil kunt staan bij de overwegingen en opnieuw uw eigen rustmoment kunt creëren.

Janneke Slokkers

Directeur – bestuurder Nederlandse Bachvereniging

03 over het programma
foto Roy Beukers

WAAR KUNST EN FILANTROPIE ELKAAR RAKEN

Welkom bij deze Goede Vrijdag-lezing, hier in het Stadhuis van Naarden, in de pauze van de Matthäus-Passion. Sinds drie jaar is het hier de traditie om Bachs oratorium te verbinden met het heden. Geen preek dus zoals vroeger op dit moment het geval was. Maar een bespiegeling.

We verlieten de kerk op het moment dat Jezus al gevangen is genomen. Zijn discipelen zijn gevlucht, na een laatste aansporing van de Heiland om geweld niet met geweld te bestrijden. Waarna het koor – aan het begin nog deels onwetend – beseft wat zijn lot voor hén zal betekenen: ‘O Mensch, bewein dein Sünde groß’.

Alleen al de manier waarop Bach de tekst van dit slotkoor heeft getoonzet, verraadt de enorme zeggingskracht die hij het lijdensverhaal heeft meegegeven. Als lutheraan nodigt Bach je vanaf de eerste noot uit het verhaal muzikaal mee te beleven. Met alle emoties die erbij horen. Verdriet, rouw, wanhoop, maar ook berusting, hoop en troost. Door zijn kennis van de theologie, zijn muzikale vernuft en zijn eigen levenservaringen heeft Bach van dit Bijbelse evangelie een universeel menselijk kunstwerk gemaakt. Tijdloos en herkenbaar tot aan vandaag. Zoals alleen de allergrootste kunstenaars uit de geschiedenis dat kunnen.

lezing 05
door Adriana Esmeijer

Ik hoorde de Matthäus voor het eerst toen ik twaalf jaar was. Mijn oma nam me mee naar de Rotterdamse Doelen. Ik zie haar nog zitten met de partituur – een mooie oude bundel – op schoot. Wat vond ik het indrukwekkend dat zij die muziek zomaar begreep! Ook bij alle uitvaarten in onze familie klinkt Bach. Zijn beroemde motet Jesu Meine Freude staat standaard op het programma. Bachs muziek vertelt, vertroost en verbindt ons. En dat is voor mij dan ook de belangrijkste kracht van muziek. En van álle kunst en erfgoed.

Kunst is van onmisbare betekenis bij alles wat we vieren of herdenken.

En het brengt ons samen - met welke achtergrond dan ook. Die kracht is de afgelopen twintig jaar óók mijn drijfveer geweest als directeur van het Cultuurfonds.

Ik heb gewerkt aan betere randvoorwaarden voor filantropie in de cultuursector. Om van die kant bij te dragen aan een bloeiend cultuurleven in dit land. Die ambitie – waar ik straks graag nog wat meer over wil zeggen –maakte mij ook nieuwsgierig naar de zakelijke levensloop van Bach.

Wat waren de hobbels in zijn loopbaan als kerk- en hofmusicus? Hoe kwam hij aan voldoende geld? Hoe kon Bach – wees vanaf zijn negende en zonder geld voor een fatsoenlijke opleiding - zijn talenten ontwikkelen? En wat dreef hem daarbij het meest? Kortom: hoe verging het Johann Sebastian Bach in zijn tijd? Mijn nieuwsgierigheid werd nog sterker toen ik in een radioprogramma hoorde op welke toon de grote componist zich per brief richtte tot het Hof van August de Sterke:

“Ik sméék u om uw dorst naar muziek te lessen door mij de eer te gunnen om nieuwe werken te componeren die passen bij uw hoge positie en uw verfijnde smaak.”

Uit officiële documenten en zakelijke brieven blijkt dat Bach voortdurend bezig was zijn inkomen te verhogen, zijn positie veilig te stellen of een geschil uit te vechten. Sommige biografen noemen hem daarom opvliegend of conflictueus. Anderen verklaren dit gedrag als perfectionisme, tegen het licht van zijn onvoorstelbare muzikale talent. Bach worstelde er zelf ook mee, zo blijkt uit zijn eigen Calov-bijbel die enkele jaren terug in facsimile verscheen. Daarin onderstreepte hij de volgende passage:

“Word niet boos als een persoon jou onrecht doet. Wel als iemand jou in je ambt of roeping tekortdoet, want dan werk je voor God.”

06

Uit zijn nalatenschap kunnen we opmaken dat Bach zich als musicus vaak door zijn broodheren tekortgedaan voelde. Dat begon al in zijn eerste serieuze baan als organist van de kerk in de gemeente Arnstadt. Daar moest hij ook het uit studenten bestaande koor en orkest van de kerk dirigeren, met even welgestelde als onwillige leerlingen. Nadat Bach in Arnstadt verlof had gekregen om bij de door hem bewonderde componist Buxtehude te gaan studeren, kwam hij voor de kerkraad te staan. Men had kritiek op zijn orgelspel waarin hij nieuwe technieken direct had toegepast. Er hadden vreemde tonen in de kerk geklonken waar het volk van in verwarring was geraakt. Ook had hij een meisje, Bachs latere vrouw, laten zingen - wat daar in die tijd verboden was. Telkens weer kwam hij in conflict met de kerkenraad over zijn orgelspel, en toen hij dan ook een beter aanbod kreeg, nam hij ontslag en vertrok hij naar Mühlhausen.

Na Arnstadt en Mühlhausen kon Bach gaan werken aan het Hof van Weimar als organist en later ook als concertmeester. Hij kreeg beter betaald, kreeg toestemming om te reizen, maar zijn sociale positie daalde van vrije burger naar

bediende in de hofhouding. Toen Bach verstrikt raakte in een conflict tussen de hertog Willem Ernst en diens neef, ondervond hij aan den lijve wat dat inhield. Zijn verzoek om kapelmeester te worden, werd afgewezen. En toen hij vroeg om ontslag om aan het hof van Köthen te gaan werken, werd dat ‘beloond’ met een maand gevangenschap in de kerkers van Weimar.

Het geeft wel aan hoe de kaarten geschud waren. Feitelijk behoorde je als musicus aan het hof tot het bezit van je adellijke broodheer.

Een eigen agenda, zoals Bach die had, kon je duur komen te staan. Maar soms waren de hoge heren je gunstiger gezind. Zoals de muziekminnende graaf Leopold in Köthen waar Bach onder betere randvoorwaarden aan het werk kon. In Köthen kreeg hij bijvoorbeeld de hoogste muzikale positie, die van kapelmeester. En hij kon er werken met een professioneel orkest. Deze prettige omstandigheden leidden tot het componeren van zijn bekendste wereldlijke werken. Zoals de Cellosuites en de Vioolpartita’s.

07 lezing

Ook tijdens zijn volgende betrekking in Leipzig ging zijn gevecht om erkenning verder. Naast het leiden van de muzikale dienst in vier kerken werd hij wederom verplicht om les te geven, ditmaal aan de Thomasschool. En er waren ook inhoudelijke beperkingen. ‘U mag niet te lange werken componeren en niet operaachtig’, was hem bij zijn aantreden gezegd. Maar Leipzig gaf hem wel de kans om kilometers te maken met het componeren van kerkmuziek – elke zondag een cantate en op hoogtijdagen een oratorium. Hier kon hij al zijn muzikale technieken optimaal inzetten om aan zijn theologische missie te voldoen. Bach bleef in Leipzig, ondanks de nodige conflicten, tot aan zijn dood.

En dat brengt me terug bij de Matthäus hier in Naarden. Terug naar ónze tijd.

Met een publiek stelsel voor een openbaar cultureel leven. Waar in de tijd van Bach alles draaide om de macht waartoe je je als kunstenaar maar moest zien te verhouden, zijn tegenwoordig de kunst, de kunstenaar en het publiek leidend. Dit betekent niet dat er geen voorwaarden gesteld worden. Maar wel dat het maken,

uitvoeren en beleven van kunst voor iedereen centraal staat. Ik heb daar – als hoedster van filantropie in de cultuursector - een kleine bijdrage aan mogen leveren. En velen hier aanwezig, met mij.

Ons publieke bestel voor de ondersteuning van cultuur is voortgekomen uit het initiatief van maatschappelijk betrokken burgers – denk aan de oprichting van het Rijksmuseum, het Concertgebouw, de Maatschappij ter bevordering van de Toonkunst, en de Nederlandse Bachvereniging. Juist daarom heb ik mij erover verbaasd dat de overheid en de filantropie in de cultuursector in deze tijd vaak los van elkaar opereren. Als we elkaar wél ontmoeten, gaat het vooral over regelgeving. Waarbij het draait om wat er allemaal niet kan. Dat zou in mijn optiek echt beter op elkaar afgestemd kunnen en misschien wel moeten worden.

Er zijn, ook in onze tijd, nog steeds vele cultuurliefhebbers, particuliere gevers, fondsen, mecenassen en goededoelenloterijen die met giften, kennisdeling of tijd bijdragen aan de groei en bloei van de kunsten. En dat is maar goed ook. Want financieel gezien beleeft de kunstwereld deze eeuw roerige tijden. Naast teruglopende subsidies vanuit de overheid, kwam er als donderslag bij heldere hemel corona dat alles stil legde.

08

Alle inkomsten uit optredens en exposities vielen in één keer weg. De financiële basis van veel cultuurinstellingen, ondanks de steunpakketten vanuit het Rijk, bleek wankel en voor met name freelancers in de culturele sector was dit een zeer zware periode.

Ik zou ervoor willen pleiten om elkaar – overheid en filantropienog veel meer op te zoeken. Om onze onafhankelijke stemmen helderder, opener en meer samen te laten klinken. Meer polyfonie dus, zoals in Bachs composities. Zodat we gezámenlijk het bloeiende cultuurleven dat we voor ogen hebben, verder kunnen brengen. Er gebeuren op deze manier al mooie dingen: denk bijvoorbeeld aan Meer muziek in de klas waar publieke en private partijen zich samen inzetten om alle basisschoolleerlingen in Nederland met muziekonderwijs in aanraking te brengen. Daar begint het.

Cultuur vraagt erom gekoesterd te worden.

We geven om cultuur omdat het ons helpt betekenis te geven aan ons leven en ons op een grenzeloze manier verbindt met anderen. Zoals Martha Nussbaum stelt in haar boek Not for profit: ‘Feitelijke kennis en logica alleen volstaan niet om

onze complexe wereld te begrijpen. We hebben narratieve verbeelding nodig. Het vermogen om in iemands schoenen te stappen, om iemands verhaal op een intelligente manier te lezen en verlangens en emoties te begrijpen.’

En daar hebben we kunstwerken, zoals de Matthäus-Passion waar we zo weer naar gaan - luisteren, voor nodig. Het werk blijft relevant en boeiend, ondanks de veranderende tijden en cultuurverschillen. De emoties, thema’s en culturele elementen die het bevat, spreken nog steeds tot ons en kunnen ons helpen te begrijpen wie we zijn en waar we vandaan komen.

Zo benadrukt de Matthäus-Passion in mijn beleving de belangrijke rol van naastenliefde en compassie in het menselijk leven. Het werk portretteert Jezus als een persoon die zich opofferde voor anderen en ons zou kunnen inspireren om onze medemens te helpen en te ondersteunen, zo nodig zelfs ten koste van ons eigen comfort en welzijn. Op deze manier kan het werk worden gezien als een oproep tot verzoening en verbinding met anderen. En daar raakt de filantropie de kunst.

Door de Matthäus-Passion te blijven waarderen en opvoeren, kunnen we ervoor zorgen dat dit belangrijke cultureel erfgoed nog

10

vele jaren blijft bestaan en tot ons blijft spreken. Na de verdrietige kruisiging van Jezus zal de muziek ons uiteindelijk loutering gunnen. En kunnen we ieder onze eigen betekenis aan het verhaal geven. Dat we ons moeten verzoenen met de dood? Dat we per definitie onvolmaakt zijn? Dat we moeten omkijken naar onze naasten? Of misschien draait uw reflectie om de kracht van Bachs muziek? Zoals die ene luisteraar verzuchtte op de website van de Bachvereniging:

“Op een moment dat mijn leven doelloos leek, ontdekte ik Bach. Er zat een onverklaarbare vertelkracht in elke noot. Zijn muziek heeft mij betekenis gegeven. Dank Bach, dat je me een verhaal vertelde dat ik begreep.”

Ik wens u een heel mooi tweede deel toe.

Adriana Esmeijer

Grote Kerk Naarden, 29 maart 2024

Bronnen (onder meer):

Klaus Eidam, ‘Het ware leven van Johann Sebastian Bach’ (Arbeiderspers: 1999)

Govert Jan Bach, ‘Bach Atlas’ (Rubinstein: 2020)

Mischa Spel en Floris Don, ‘De Matthäus Passion’ (Meulenhoff: 2016) Podcast ‘Altijd weer die Bach’ (NPO Klassiek/EO: 2023)

Websites: bachvereniging.nl, bachdocumenten.web.app

Adriana Esmeijer is bestuurder, toezichthouder en strategisch adviseur. Ze heeft ruime ervaring in de wereld van de filantropie en goede doelen, onder andere als directeur van het Cultuurfonds.

Adriana Esmeijer (Rotterdam, 1966) studeerde journalistiek en Taal- en Literatuurwetenschappen in Tilburg. Na freelancewerk als tekstschrijver, redacteur en programmamaker, kwam Esmeijer al snel na haar afstuderen terecht in de universitaire wereld. Ze was hoofd Interne en Externe betrekkingen aan de Erasmus Universiteit en promoveerde in de wetenschapscommunicatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Bijna twintig jaar was ze directeur van het Cultuurfonds, dat investeert in projecten op het gebied van cultuur, natuur en wetenschap in Nederland. Ze is voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Nationale Postcode Loterij en VriendenLoterij. Daarnaast is ze lid van verschillende besturen en Raden van Toezicht, waaronder de Raad van Toezicht van de NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en de NOS.

11 lezing

BACH VOOR ALTIJD

Help mee om Bachs erfenis te laten voortbestaan

Door periodiek te schenken of de Nederlandse Bachvereniging op te nemen in uw testament, kunnen we blijven investeren in kwaliteit, educatie, talentontwikkeling en het wereldwijd toegankelijk maken van Bachs complete oeuvre. Ga voor meer informatie naar bachvereniging.nl/steun

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.