LAMENTATIES 2024 programma
We kennen een jarenlange traditie van Lamentatie-concerten. Voor deze editie stelde Donald Bentvelsen, bas uit het ensemble van de Bachvereniging, een programma samen met zestiende-eeuwse klaagliederen uit onze contreien.
PROGRAMMA
Gregoriaans (Mozarabisch)
Incipit lamentatio Jeremiae Prophetae
Clemens non Papa (1510-1555/1556?)
Circumdederunt me
Thomas Tallis (1505-1585)
Derelinquat impius viam suam
Thomas Crecquillon (1505/1515?-1557?)
Lamentatio I
Elzéar Genet(1470-1475?-1548)
Sederunt in terra
Thomas Crecquillon
Lamentatio II
Cristóbal de Morales (1500-1553)
Taedet animam meam vitae mea
Carlo Gesualdo da Venosa (1566-1613)
O vos omnes
colofon
Nederlandse Bachvereniging
tekst Donald Bentvelsen
eindredactie Brechtje van Riel
zangteksten De Nieuwe Bijbelvertaling
coverbeeld Eduardus Lee
ontwerp Atelier Blanco
drukwerk Opmeer B.V.
UITVOERENDEN
Nederlandse Bachvereniging
Amelia Berridge, sopraan
Tobias Segura Peralta, alt
João Moreiro, tenor
Emilio Aguilar, tenor
Donald Bentvelsen, bas en leiding
CONCERTAGENDA
Goede Vrijdag, 29 maart 9.15 uur
Grote Kerk Naarden
Stille Zaterdag, 30 maart 9.15 uur
Grote Kerk Naarden
TROOSTRIJK KLAGEN
In het bijbelboek Lamentaties of Klaagliederen rouwt de profeet Jeremia om de val van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel in 586 v.C. Het bijbelboek is een grote muzikale bron van inspiratie geweest door de eeuwen heen. De Nederlandse Bachvereniging geeft deze muziek ieder jaar een podium in een intiem concert op de vroege ochtend van Goede Vrijdag en Stille Zaterdag, voorafgaand aan de Matthäus-Passion.
DE LAMENTATIES
LATEN ZIEN
DAT IEDERE COMPONIST EN IEDERE TIJD EN CULTUUR ZIJN
EIGEN MANIER
ZOEKT OM HET
GEWEEKLAAG
HOORBAAR, MAAR OOK
VOELBAAR TE MAKEN.
Het is niet toevallig dat we dit Lamentatie-repertoire vóór Bachs Matthäus-Passion zingen. In de zestiende eeuw was het in de katholieke kerk gebruikelijk om in de Goede Week, uit piëteit voor het lijden van Christus en zijn dood aan het kruis, alle tekenen van uitbundigheid uit de kerk te verwijderen, kruisbeelden en afbeeldingen toe te dekken (vandaar de naam ‘Witte Donderdag’) en muziek te beperken tot de klaagzangen van Jeremia. De Bachvereniging heeft deze traditie jaren geleden nieuw leven ingeblazen met de Lamentaties en keert vandaag terug naar de bron: de klaagliederen uit de zestiende eeuw, de renaissance.
In de zestiende eeuw was er in de noordelijke Nederlanden een levendige cultuur van het zingen van polyfonie: meerstemmig gezang met gelijkwaardige stemmen. Dit gebeurde in de kloosters en de hoven, maar ook in de getijdenkerken, parochiekerken waar men behalve de zondagse mis ook zeven maal per dag de kloostergebeden hield. Door toenemende welvaart in de steden, zoals bijvoorbeeld in handelssteden Gent,
Leiden en Brugge, hadden stadsbesturen voor het eerst de middelen om er in de kerken een cantor, kopiisten en professionele zangers op na te houden. De muziek kon zich hierdoor enorm ontwikkelen en de faam, ook internationaal, van Franco-Vlaamse componisten steeg tot ongekende hoogtes. Enkele grote namen uit die tijd zijn Arcadelt (Florence, Rome), Ockeghem (Franse koningshuis), Josquin DesPrez (o.a. Milaan), Clemens non Papa (Noordelijke Nederlanden) en Lassus (Sicilië, Rome, Frankrijk, Engeland en München).
De componeerstijl evolueerde in deze periode van het eenstemmige gregoriaans en vroege meerstemmigheid tot vier- en vijfstemmigheid. Vanochtend horen we vooral de zestiende-eeuwse polyfone vijfstemmigheid uit onze contreien. De stukken laten de verschillende manieren horen waarop het klagen vorm kreeg in de muziek.
Moorse invloeden
De gregoriaanse melodie vormt de basis voor de polyfonie in de renaissance. We openen dan ook met een heel oude gregoriaanse lamentatie, in de Mozarabische stijl. Deze stijl was gangbaar van de negende tot de twaalfde eeuw toen de Moren het Iberische schiereiland overheersten. De Islamitische geloofsbeoefening en bijbehorende culturele uitingen konden naast de christelijke en joodse tradities bestaan (het convivencia-model) en dat leverde een interessante kruisbestuiving op waarbij veel Moorse stijlementen in de muziek, kunst en architectuur terechtkwamen. In Zuid-Spanje, bijvoorbeeld in Sevilla (de geboortestad van componist Morales), kom je deze stijlelementen tot in de kathedralen tegen.
Cantus firmus
Het tweede stuk, Circumdederunt me, is van Clemens non Papa (1510-1555/1556?), een bijnaam die Jacobus Clement Pbro (priester) vermoedelijk als grap kreeg van zijn uitgever Tylman Susato, om hem niet te verwarren met paus Clemens XII. De naam Clemens non Papa duikt voor het eerst op in Brugse geschriften in relatie tot het hof van Karel V en de steden Ieper en Leiden. In Leiden laat de componist hemelse motetten achter in de Leidse Koorboeken, waarvan er gelukkig originele manuscripten de Beeldenstorm overleefden. Clemens non Papa blijft nergens lang en vertrekt vaak met ruzie. Hij staat bekend om zijn opvliegende karakter, dat hem vermoedelijk uiteindelijk ook de kop heeft gekost: Jacobus Vaet publiceert in 1558 een klaagzang waarin een verwijzing staat naar een gewelddadig einde aan zijn leven. Over zijn compositie: in de tenorpartij hoor je een ‘cantus firmus’, die we eerst ook apart laten horen. Een cantus firmus is een bestaande liedmelodie die renaissance-componisten hergebruikten als basis voor polyfone muziek. Ook Bach gebruikte zo’n tweehonderd jaar later nog steeds deze oude techniek.
Jerusalem, bekeer je
Het Derelinquat impius viam suam van Thomas Tallis (1505-1585) is strikt genomen geen klaaglied. Het haakt aan bij de conclusie van elke lamentatie: ‘Jerusalem, bekeer je tot de Heer je God’. Het stuk is in 1575 gepubliceerd in Cantiones quae ab argumento sacrae vocantur: een collectie van twee maal zeventien geestelijke gezangen (de andere zeventien van de hand van de jonge William Byrd), verzameld en opgedragen aan Elisabeth I bij haar zeventiende regeringsjaar. Tallis leefde lang, diende vier verschillende vorsten, was succesvol en is ook bekend van zijn eigen lamentaties voor vijfstemmig mannenkoor.
Klagelijke faux-bourdon
In het midden van dit Lamentatie-programma klinken Lamentatio I en II van de grote onbekende Thomas Crecquillon. Tussen deze twee werken zingen we als rustpunt een vroeg, driestemmig stuk van Elzéar Genet (1470?-1475?1548) of Elzéar Carpentras, naar zijn Zuid-Franse geboortestad. Hij was actief als zanger en cantor in Avignon, en was meerdere malen in Rome als zanger en koorleider van de pauselijke kapel, als ook aan het Franse hof. De tekst ‘Sederunt in terra’ komt uit bijbelboek Klaagliederen 2. Het herhaaldelijk uithalend geweeklaag is goed te horen. Genet zette hiervoor een oude muzikale stijlfiguur in die voor het publiek in die tijd meteen herkenbaar was als uitbeelding van verdriet: faux-bourdon, oftewel parallelle sextakkoorden.
Thomas Crecquillon
Na een tweede gregoriaanse aanhef, gaat de muziek naadloos over in Thomas Crecquillon (1505?/1515?-1557?) en zijn Lamentatio 1. Over Crecquillon is niet veel bekend. De eerste keer dat zijn naam gedocumenteerd wordt, is pas in 1540. Er bestaan vermoedens dat hij in Gent geboren zou zijn, en dat hij de hofkapel van keizer Karel V zou hebben geleid. Maar bronnen spreken elkaar tegen. Hij zou geen betrekking hebben gekregen in het buitenland, maar wel in Dendermonde, Béthune, Leuven en Namen. Zijn productie was hoog, en hij schreef in een bijna structuralistische stijl die soms aan Josquin Desprez doet denken. Ook deze Lamentatio I en II zijn geschreven in een strenge, bijna ingehouden stijl. Crequillon werd door de bekende muziekuitgeverijen Phalèse en Susato meer uitgegeven dan enig andere componist en hij komt ook voor in de Leidse Koorboeken. Er wordt aangenomen dat hij overleed bij de uitbraak van de pest in Béthune in 1557.
Buitenbeentje
Een buitenbeentje tussen deze werken vol polyfonie is het homofone motet van Cristóbal de Morales (1500-1553), Taedet animam meam vitae meae De tekst van dit motet komt niet uit Klaagliederen, maar uit bijbelboek Job. Het ademt echter wel de bedrukte, levensmoede sfeer uit die past bij de
over dit programma
Goede Week. Morales reisde naar Italië en zong in de pauselijke hofkapel met grootheden als Festa, Gombert en Arcadelt. Het lukte hem niet om in Italië als hofcomponist voet aan de grond te krijgen. Vermoedelijk lag dit niet aan de kwaliteit van zijn composities, maar aan zijn uiterst trotse karakter.
Universeel motet
Tot slot klinkt vanochtend het motet O vos omnes van Carlo Gesualdo da Venosa, geboren in 1566 - het jaar van de Noord-Europese beeldenstorm - en gestorven in 1613. Deze prinselijke componist uit de omgeving van Napels leidde een getroebleerd leven en werd beschuldigd van het (laten) vermoorden van zijn vrouw, van wie hij vermoedde dat zij ontrouw was. In tegenstelling tot tijdgenoot Monteverdi ging Gesualdo in zijn componeerstijl niet mee met de populaire ‘stile nuovo’ of ‘stile moderno’ die de barok inluidde. Hij werd binnen de polyfone stijl steeds kleurrijker, expressiever en harmonisch experimenteel.
De tekst van O vos omnes is afgeleid van Klaagliederen 1 en spreekt elke voorbijganger aan: om te blijven staan en het lijden te bezien en zich af te vragen of er leed bestaat dat groter is dan dat van de spreker. Deze tekst uit het Oude Testament is vaak gezongen in de Goede Week – het bezongen leed verwijst dan naar het lijden van Christus. De tekst van het motet vraagt om mededogen, om niet onverschillig te zijn. Wellicht dankt de tekst daar zijn grote populariteit bij componisten aan. Klagen doe je niet zomaar, zelfs niet als je er een muzikaal genre van maakt. Het blijft een vraag om troost en dat maakt het universeel, iets waar we allemaal mee te maken hebben. De Lamentaties laten zien dat iedere componist en iedere tijd en cultuur zijn eigen manier zoekt om het geweeklaag hoorbaar, maar ook voelbaar te maken. We hopen dat er ook een troostende werking van deze muziek mag uitgaan.
GREGORIAANS (MOZARABISCH)
Incipit lamentatio Jeremiae Prophetae.
Aleph. Quomodo sedet sola, civitas plena populo. Facta est quasi vidua Domina gentium, princeps provinciarum facta est sub tributo. Beth.
Plorans ploravit in nocte, et lacrimae ejus in maxillis ejus. Non est qui consoletur eam, ex omnibus caris ejus; omnes amici ejus spreverunt eam, et facti sunt ei inimici.
Ghimel.
Migravit Judas propter afflictionem, et multitudinem servitutis; habitavit inter gentes, nec invenit requiem, omnes persecutors ejus apprehenderunt eam inter angustias.
Daleth.
Viae Sion lugent, eo quod non sint qui veniant ad solemnitatem. Omnes portae ejus destructae, sacerdotes ejus gementes; virgines ejus squalidae. Et ipsa oppressa amaritudine. He.
Facti sunt hostes ejus in capite, inimici ejus locupletati sunt quia. Dominus locutus est super eam propter multitudinem iniquitatum ejus. Parvuli ejus ducti sunt in captivitatem ante faciem tribulantis. Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum.
Hier beginnen de klaagliederen van de profeet Jeremia.
Aleph.
Ach, hoe eenzaam zit zij neer, de eens zo levendige stad. Een weduwe is ze geworden, zij die groot was onder de volken, de vorstin van de gewesten, is tot slavernij vervallen.
Beth.
Heel de nacht weent zij, haar wangen zijn nat van tranen. Er is niemand die haar troost, niemand van haar vele minnaars; geen vriend bleef haar trouw, allen zijn haar vijandig gezind. Ghimel.
Juda is verbannen na een tijd van nood en zware onderdrukking; zij zit neer te midden van de volken, maar vindt geen rust: haar vervolgers belagen haar, drijven haar in het nauw. Daleth.
De wegen naar Sion treuren, er zijn geen feestgangers meer.
Haar poorten liggen verlaten, haar priesters zuchten, haar meisjes zijn bedroefd. En zijzelf: bitter is haar lot.
He.
Haar vijanden zijn heer en meester, zo zeker van zichzelf.
De Heer heeft haar dit aangedaan om haar vele overtredingen. Haar kinderen zijn gevangen weggevoerd, voor de vijand uit. Jeruzalem, bekeer je tot de Heer je God.
CIRCUMDEDERUNT ME CLEMENS NON PAPA
Circumdederunt me viri mendaces, sine causa flagellis ceciderunt me. Sed tu Domine Defensor, vindica me.
Ze omringden mij met leugens en zonder reden vielen ze mij aan met gesels. Maar U, Heer mijn verdediger, wreek mij.
DERELINQUAT IMPIUS VIAM SUAM THOMAS TALLIS
Derelinquat impius viam suam, et vir iniquus cogitationes suas, et revertatur ad Dominum et miserebitur eius. Quia benignus et misericors est et praestabilis super militia, Dominus Deus noster.
Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien, laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven. Want Hij is genadig en liefdevol, en bereid het onheil af te wenden, Heer onze God.
LAMENTATIO I THOMAS CREQUILLON
Aleph. Defecerunt prae lacrimis oculi mei conturbata sunt viscera mea effusum est in terra jecur meum super contritionem populi mei cum deficeret parvulus et lactens in plateis oppidi. Matribus suis dixerunt: Ubi est triticum et vinum? cum exhalarent animas suas in sinu matrum suarum. Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum.
Aleph.
Mijn ogen zijn door tranen verteerd, mijn ingewanden staan in brand, mijn maag keert zich om vanwege de wonden van mijn volk, omdat kind en zuigeling versmachten op de pleinen van de stad. Ze blijven hun moeders vragen: ‘Is er geen brood en wijn?’, in de armen van hun moeders stroomt het leven uit hen weg. Jeruzalem, bekeer je tot de Heer je God.
SEDERUNT IN TERRA ELZÉAR GENET
Sederunt in terra, conticuerunt senes filiae Sion, conserserunt cinere capita sua, filiae Jerusalem accinctae sunt ciliciis, abjecerunt in terram capita sua, virgines Juda.
De oude dochters van Sion zitten zwijgend op de grond, met stof op hun hoofd, de dochters van Jeruzalem, de maagden van Juda, gehuld in een rouwkleed, buigen het hoofd ter aarde.
LAMENTATIO II
THOMAS CREQUILLON
Mem.
Cui comparabo te?
Vel cui assimilabo te, filia Jerusalem?
Magna est velut mare contritio tua, quis medebitur tui?
Zain.
Prophetae tui nec aperiebant inquitatem tuam ut te ad poenitentiam procovarent. Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum.
Mem.
Waarmee zal ik je vergelijken?
Welk voorbeeld kan ik je tonen, dochter van Jeruzalem?
Wijd als de zee gapen je wonden, wie kan je genezen?
Zain.
Je profeten hebben je angst noch je wandaden onthuld om je lot nog te keren.
Jeruzalem, bekeer je tot de Heer je God.
TAEDET ANIMAM MEAM VITAE MEAE CRISTÓBAL DE MORALES
Taedet animam meam vitae meae, dimittam adversum me eloquium meum, loquar in amaritudine animae meae.
Dicam Deo:
Noli me condemnare, indica mihi cur me ita judices. Num quid bonum tibi videtur, si calumnieris me, et opprimas me opus manuum tuarum, et consilium impiorum adjuves?
Num qui oculi carnei tibi sunt, aut sicut videt homo, et tu videbis?
Vervuld van afschuw voor het leven, laat ik mijn klacht de vrije loop en zal ik spreken uit het bitterst van mijn ziel. Tegen God zal ik zeggen: Veroordeel mij niet, laat me weten waarom U mij bestrijdt. Doet het U goed mij te verdrukken, te verachten wat uw handen hebben voortgebracht en de plannen van de goddelozen te begunstigen? Hebt U de ogen van een mens, ziet U zoals mensenogen zien?
Num quid sicut dies hominis dies tui, et anni tui sicut humana sunt tempora?
Ut quaeras iniquitatem meam, et peccatum meum scruteris, et scias quia nihil impium fecerim, cum sit nemo qui demanu tua possit eruere.
Zijn uw dagen als de dagen van een sterveling, uw jaren als de levensdagen van een mens? Zoals U naar mijn fouten speurt,zoals U probeert te ontdekken wat ik heb misdaan! U weet dat ik niet schuldig ben, maar niets kan mij uit uw macht bevrijden.
O VOS OMNES
CARLO GESUALDO DA VENOSA
O vos omnes, qui transitis per viam, attendite, et videte: si est dolor sicut dolor meus.
Jullie die hier voorbijgaan, merk toch op en zie: is er leed als het leed dat mij wordt aangedaan.
IEDEREEN VOOR BACH
De Nederlandse Bachvereniging is een uniek en toonaangevend vocaal-instrumentaal ensemble. Ruim honderd jaar geleden begonnen we met het uitvoeren van Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion in Grote Kerk Naarden.
Sindsdien zetten we ons met hart en ziel in om zijn muziek met de wereld te delen. Met educatieve projecten, talentontwikkeling en rond de zestig concerten per jaar geven we invulling aan onze missie Bach voor iedereen. Daarnaast genieten muziekliefhebbers over de hele wereld van All of Bach: ons YouTube-kanaal vol hoogwaardige opnames van Bachs muziek.
Ons ensemble bestaat uit professionele zangers en spelers. Ze spelen op historische instrumenten en worden gedreven door nieuwsgierigheid en speelplezier. Hun hart klopt voor Bach en zijn tijdgenoten.
bachvereniging.nl
youtube.com/bach