Inspector Mike
REPORTAGE
tekst Michael Barzilay fotografie Rob Mertens
Oud-werknemer en museumgids bij Philips, Cor Wijnen, ziet het licht.
Directeur Licht van Philips, Frank van de Vloed: ‘We stoppen met de gloeilamp.’
Inspector Mike onderzoekt het nieuwe licht.
Groen licht voor de nieuwe lamp Nu diverse landen de gloeilamp in de ban hebben gedaan, is het charmante maar verkwistende peertje na meer dan een eeuw trouwe dienst op sterven na dood. De grote vraag luidt: welke lamp zal de 21ste eeuw gaan claimen? goodies zomer 07 • 162
Anno 2007 is het huishouden voor milieuactivisten, groene beleidsmakers en duurzaamheidsdirecteuren het speerpunt van de oorlog tegen het broeikaseffect geworden. Niet geheel onterecht, want wie de huiskamer aanpakt, wint de wereld, zo is de redenering. Landen als Australië en Duitsland hebben daarom de gloeilamp uitgeroepen tot ampulla-non-grata. Het sfeervolle glazen peertje met het gloeiende metaaldraad hoort namelijk in het rijtje grootste huishoudelijke milieuvervuilers ter wereld. Twintig procent van de mondiale elektriciteit gaat op aan verlichting, terwijl het overjarige peertje daar slechts 4 procent van gebruikt voor licht en 96 procent verspilt aan overbodige warmte. De gloeilamp moet dus het veld ruimen voor schonere alternatieven. Het zou Nederland alleen al zo’n twintig miljoen ton CO2-uitstoot per jaar schelen als iedereen de gloeilamp zou vervangen voor een spaarzame lamp. Tijd voor actie dus.
Waar gaat het naartoe met de lamp? Voor die vraag moeten we natuurlijk naar lichtstad Eindhoven. Voordat lichtmultinational Philips zich daar vestigde nog een klein gehucht, maar bij de gratie van de gloeilamp uitgegroeid tot een heuse wereldstad. En waar anders dan in het lampenmuseum kunnen we de lange levensloop van een van de meest verkochte producten aller tijden overzien. Oud-werknemer van Philips Cor Wijnen, meer dan vijfentwintig jaar verbonden aan de gloeilamp, geeft ons een rondleiding langs de talloze lampmodellen. De eerste kooldraadlamp uit 1885 werd vervangen door de wolfraamdraadlamp. De filmsetgloeilamp van 20.000 watt met een diameter van zo’n veertig centimeter belichtte een complete filmset als een klein zonnetje en slokte destijds evenveel energie op als 500 huishoudens. We hebben het over de eerste spaarlamp uit 1921 met een ingebouwde
condensator die het stroomgebruik al beperkte. Wijnen veert bij elke lamp op alsof er hemzelf een licht opgaat. Het moge duidelijk zijn, Cor is gek op de glazen bolletjes met schroefdraad. Hij denkt terug aan zijn peuterjaren: ‘Ik kan me nog herinneren dat we een gloeilamp hadden boven de eetkamertafel en als die aanging moest het strijkijzer uit.’ Toch vindt hij het nog wat voorbarig om definitief afscheid te nemen van het vertrouwde lichtpeertje. ‘De gloeilamp zal in heel veel toepassingen zijn tijd nog wel meegaan. Bovendien bestaan de kaars en de olielamp toch ook nog?’ SPAARLAMP IN EEN JAAR TERUGVERDIEND
Directeur Licht van Philips Nederland, Frank van der Vloed, heeft er minder moeite mee het meest succesvolle product van het lichtconcern uit te faseren: ‘We hebben het een paar maanden geleden in Brussel aangekondigd. Als het aan ons ligt, stoppen we binnen tien jaar met de productie en verkoop van de gloeilamp. In 1980 hebben we als eerste de fluorescentielamp (een soort opgerolde tl-lamp) op de markt gebracht. We zijn nu dus al zo’n 27 jaar bezig deze spaarlamp aan de man te brengen. Een Nederlands goodies zomer 07 • 163