Rob kamphues 2

Page 1

INTERVIEW_rob kamphues

R O B

Ook tv-iconen zijn soms net mensen. Presentator Rob Kamphues verloor houvast toen de fundamenten van zijn privéleven ineen tuimelden. hij ging in retraite. Alles moest anders. Een jaar later is hij semiprofessioneel autocoureur, bezit hij een eigen productiemaatschappij, komt hij met een nieuw boek en is hij verliefd op een 26-jarige zanglerares. “Ik ben al twintig jaar ouder dan ik ooit had gedacht te worden.”

Kamphues Plankgas door de midlife

Tekst: Michael barzilay Fotografie: Carin Verbruggen en Ferry Drenthem soesman Styling: geert-jan renzen @ Faasveronique.com

Visagie: Maaike Beier @ Angelique Hoorn Assistent styling: Marieke Koppelmans Overhemd, C 149,50 van SOC13TY Stropdassen, C 149,50 van Brioni voor SOC13TY Pak, C 599,50 van SOC13TY verkoopinformatie The society shop 020 6649281

50

BLVDMAN

W

at was er de afgelopen periode toch allemaal met Rob Kamphues (49) aan de hand? Ogenschijnlijk niks, als je hem zo voor de klas ziet staan in het goedbekeken tv-programma KRO de Reünie. Voor de camera oogt hij fris, solide en alert, jongleert hij virtuoos met de sentimenten van zijn gasten en staat hij nu al vier seizoenen voor een klas met een gehoor van 2,5 miljoen kijkers. Lof alom. Zelfs voorganger Koos Postema (Klasgenoten) gaf hem zijn zege –“Jij bent goed!”. Maar achter de schermen was er meer aan de hand. Rob zat middenin een midlifecrisis. Zijn huwelijk was na twaalf jaar op de klippen gelopen, hij was het huis uit geknikkerd, trok het boetekleed aan en kastijdde zichzelf door zich als een ware heremiet drie maanden lang in een lekkende caravan te wijden aan contemplatie.

Helemaal alleen. Peinzend over het leven, het nut ervan en zijn rol erin. Overdag werkte hij alsof er niets aan de hand was, ’s avonds reed hij weer naar zijn provisorische cel. Inmiddels heeft heel Nederland er wel iets van meegekregen. Rob wijdde een tv-programma aan zijn persoonlijke crisis (Kamphues over de kop) en komt dit voorjaar met het boek Inhaalrace, hoe ik mijn midlifecrisis overleefde. Het wordt de rode draad van het gesprek. Hij komt aanrijden in een feloranje Seat. De decibellen verraden de overdaad aan pk’s. Hoewel we aanvankelijk wat mijmeren over het vermogen van raceauto’s, val ik meteen met de deur in huis. Waarom exhibeert hij zijn zelfgeproclameerde misère toch zo? Waarom moet >

BLVDMAN

51


INTERVIEW_rob kamphues

“te lang in het ravijn kijken is gevaarlijk. voor je het weet kukel je erin” _Inhaalrace

Eenmaal de bodem bereikt, is de maat vol. Rob stippelt een nieuwe ­levenskoers uit. Hij besluit een boek te wijden aan zijn jongensdroom: topcoureur worden. Als adolescent was hij niet onverdienstelijk met skelteren en racete hij met enige regelmaat tegen de latere topcoureur Jos Verstappen. Een carrière als coureur leek voor hem weggelegd, maar het theater en de televisie dreven hem destijds een andere kant op. Rob gaat, onder invloed van zijn crisis, op zoek naar de bron van zijn geluk en benadert de mensen van PON, importeur van onder andere Porsche, Audi en Volkswagen. “Ik zei: laat mij een dagje rijden en praten met die coureurs, dan ga ik er een boek over schrijven. Zij zeiden: wil je er echt achter komen of je een goede autocoureur had kunnen zijn of wil je stiekem gewoon even een leuke tijd hebben? Ja, zei ik, als je heel diep in mijn hart kijkt…” Rob vervolgt: “Tijdens de ‘caravantijd’ vroeg ik me constant af of ik niet met racen door had moeten gaan in mijn jonge jaren. Heb ik ergens een verkeerde afslag genomen? Seat heeft me toen in het diepe gegooid. Een droom werd alsnog werkelijkheid. Ze hadden een auto klaar staan waar ze nog geen rijder voor hadden. Zij pakten mijn droompje op en flikkerden het ’t stadion in! Als ik echter met de testrit vijf seconden te langzaam zou zijn, zou het avontuur direct eindigen. Aan het eind van die dag was ik tweeënhalve seconde te langzaam. Het voelde als thuiskomen.”

Nederland zo nodig getuige zijn van zijn levenscrisis? En was het wel een levenscrisis en niet gewoon een dipje? “De psycholoog zegt: een midlifecrisis bestaat niet,” zegt hij relativerend. “Elk mens heeft in zijn leven bepaalde kruispunten. De een wordt getriggerd omdat je ontslagen wordt, de ander omdat je ziek wordt, een ander omdat je vrouw je het huis uit gooit. Allerlei kernvragen dringen zich op. Wie ben ik? Waar leef ik voor? Het was een extreem moeilijke tijd. In mijn BNN-tijd zat ik soms stevig aan de tequila tijdens de reizen die we maakten. Dan kon ik alleen nog maar slapen als ik drie, vier ­glazen tequila achterover had geslagen. Het heeft me nog best wat ­moeite gekost om daar van af te komen. Daardoor wist ik dondersgoed, als ik me in die caravan laat gaan en ik zet twee flessen neer dan is het einde zoek. Dus er stonden gewoon geen flessen daar. Punt.” “Had ik echt een midlifecrisis? Zat ik heel erg in de put? Ja. Als je huwe-

52

BLVDMAN

lijk na twaalf jaar op de klippen loopt terwijl je dacht met haar oud te worden, dan levert dat een fikse dreun op. Als je niet meer elke dag onder één dak woont met je kinderen, voelt dat als een enorm verlies. En als je het huis moet verkopen waar je dacht zekerheid te hebben ook. En als je tot slot nog besluit het theater te verlaten, dan ben je al je zekerheden kwijt. Verschrikkelijk.” “Het gezin is het meest kostbare goed dat er is. Dat mis ik nog tot op de dag van vandaag. De pijn die zo’n breuk oplevert is enorm! In die ­caravan had ik een heel klein tv’tje. Mijn kinderen waren op wintersport in Oostenrijk. Toen heb ik een halve dag naar het webcam-kanaal van Oostenrijkse skigebieden zitten kijken. In de hoop dat ik ze van de piste af zou zien skiën. Beetje droevig, niet? Janken deed ik verder niet. Dat mocht niet van mezelf. Te lang in het ravijn kijken is gevaarlijk. Voor je het weet kukel je erin. Ik mocht heel af en toe even gluren.”

Na maanden van depressie voelt hij het vuur weer oplaaien. Naast zijn ambities er een boek over te schrijven besluit hij er meteen ook maar een tv-programma aan te wijden: Kamphues over de Kop. De KRO omschreef het programma als volgt: ‘Rob wordt gevolgd in een bijzondere tijd van zijn leven: zijn midlifecrisis. Alhoewel hij deze zelf niet ziet en niet wil zien. In ‘Kamphues over de Kop’ is te zien hoe Rob, na zijn scheiding, een aantal maanden in een lekkende caravan heeft geleefd waar hij diep nadacht over zijn leven. Op die plek besloot hij twee dingen: om professioneel autocoureur te worden en op zoek te gaan naar zijn ware liefde. Verder gaat hij bij zijn moeder op bezoek die zich afvraagt hoe hij hier bij komt en of je daar wel van kunt leven.’ Hij kreeg veel kritiek over zich heen. Waarom moest Nederland getuige zijn van de levenscrisis van meneer Kamphues? Sloeg hij niet ordinair munt uit een veel voorkomend euvel? Hoe geloofwaardig was een midlifecrisis dan nog? Laat hij lekker De reünie blijven doen. (...) Rob relativeert: “Mijn intenties waren oprecht. Er heeft ook niemand gezegd dat het programma niet oprecht was. Ik heb veel positieve reacties gekregen van mensen die in een soortgelijke situatie zaten.”

_Je buit je misère uit! ‘Gewone’ mensen die thuis zitten te ­‘dippen’, krijgen nooit zulke kansen er een feestje van te maken zoals jij doet.... Dat had je toch kunnen verwachten?

“Misschien wel, maar tijdens het maken van dat programma zat ik ook niet meer in de caravan en was de grootste ellende al achter de rug. Voor mij voelt het niet als uitbuiting. Ik zat echt heel diep in de misère. Om er een programma van te maken, een boek over te schrijven en dat raceavontuur te verwezenlijken, daarvoor heb ik heel hard moeten werken! Ik wil mensen die in een crisis verkeren juist aansporen er iets van te maken! Dat is de les: je dromen moet je najagen.”

Was hij ook suïcidaal tijdens de ‘caravandepressie’? “Nee, omdat ik mijn kinderen heb. En ik vind het leven te mooi om er mee op te houden. Maar er zijn wel momenten geweest dat ik dacht, nou jongens: een dikke boom is ook een mooi einde.”

_Doodsverachting

Rob Kamphues staat op 25-jarige leeftijd in de finales van het Leids Cabaret Festival en wordt tweede. Een liefde is geboren. In de jaren die volgen komt hij met verschillende succesvolle theatershows en in 2000 wordt hij een van de drie cabaretiers die aan tafel het nieuws bespreken in het programma Kopspijkers van Jack Spijkerman. Eenmaal de smaak van televisie te pakken presenteert hij bij RTL 4 van 2000 tot 2003 het programma De 8 plagen van Rob Kamphues. Het slaat aan. In 2004 is hij te zien in het programma BNN at Work en in Kamphues maakt vrienden. Lekker lol trappen. Tot het moment dat hij als presentator van het KROprogramma De reünie wordt gevraagd, blijft hij een beetje een schelm. Leuk, vlot, niet te serieus. Met De reünie heeft Rob eindelijk een eigen plek veroverd in het televisielandschap. Miljoenen kijken steevast op de zondagavond naar zijn klassenbijeenkomst. En sinds vorig jaar heeft hij dus een oude passie weer opgepakt: racen. Hij krijgt de kans te rijden in de Seat Léon Eurocup. En ook dat werd uitgezonden. Het gesprek wordt onderbroken door een bewonderaar. Niet iemand die hem kent van televisie, theater of van zijn boeken, nee, het is een collegacoureur. “Ik ben die jongen die zo irritant aan je bumper kleefde”, zegt de jongen smalend. Rob glundert. Ze wisselen wat vakjargon uit.

_Waarom toch? Je bent bijna vijftig, hebt twee prachtige kinderen, bent een succesvol presentator, waarom moet je dan toch van die idiote stunts uithalen? Autoracen op je vijftigste is toch gewoon een exponent van je midlifecrisis? Of een vorm van doodsverachting?

“Ongetwijfeld. In mijn boek vertel ik uitgebreid hoe poepschijterig ik was. Doodsangsten heb ik uitgestaan. Ik droom er soms zelfs van hoe het fout kan gaan. In de klasse waarin ik reed is ook heel wat meer gebeurd dan was afgesproken. Er hebben zich afgelopen jaar hele heftige ongelukken voorgedaan maar niemand heeft daar ook maar iets bij gebroken. Ik heb niet het gevoel dat autoracen dodelijk is, maar ik heb het afgelopen seizoen wel momenten gehad dat ik dacht: dit was niet de afspraak. De beelden zijn op mijn netvlies gebrand. Vlak voor mij vlogen twee auto’s op volle snelheid bijna het publiek in. Even vrees je het ergste, maar ik dacht al snel: ik kan dus twee plekken opschuiven en riep tegen mijn enginer: we zijn nu tiende! Kijk, rallyracen, open auto’s of iets als ParijsDakar, daar doe ik niet aan. Als ik het gevoel zou hebben dat racen met ‘dichte toerwagens’ gevaarlijker zou zijn dan skiën, zou ik het niet doen. Maar dit, dit is één grote gecontroleerde adrenalinekick.” >

BLVDMAN

53


INTERVIEW_rob kamphues

_Roept niemand jou tot de orde? Je gelooft toch zelf niet dat je op deze leeftijd nog een professionele coureur kunt worden?

“Ik heb nu inmiddels wel door dat ik me nooit zal kunnen meten met de Verstappens en Coronels. Ik zit een beetje in de buitencategorie. Ik wilde graag zwart op wit hebben dat het geen haalbare zaak is. En ik wilde zien hoe dichtbij ik bij de grote jongens zou kunnen komen. Die queeste is nog wel in volle gang. Er zit nog veel meer in, denk ik. Toch blijft het moeilijk te zeggen...” Even rangschikt hij zijn gedachten: “Kijk, als je tien minuten tegen Ronald de Boer kunt voetballen, kun je dan ook in het eerste van Ajax meedoen? Je schrikt je namelijk rot van het niveauverschil. Eerst racete ik nog om seconden, nu ben ik in de strijd om tienden van een seconde. Als je in zo’n raceauto stapt, heb je enorm brede banden zonder profiel. Die zijn bikkelhard als ze koud zijn en plakken aan je handen als ze warm zijn. Het allereerste obstakel is dat je zo hard moet gaan dat je banden warm worden. Dat is het eerste dat amateurs niet lukt. Lukt dat niet, dan scheelt je dat zo vijftien volle seconden per ronde. Dat lijkt niet veel, maar met twintig rondjes loopt dat al snel op. Mij is dat wel gelukt en mijn queeste zit ’m nu tussen die vijf seconden en tienden van een seconde.” _Krijg je er al voor betaald?

Lachend: “Ha... ik mag blij zijn dat ik geen geld mee hoef te brengen.”

_Zwak jongetje

Hoe kan het toch dat de ratrace bij Rob alleen maar lijkt te intensiveren, terwijl je zou verwachten dat iemand het op zijn vijftigste wat rustiger aan zou doen? En waarom zit Rob eigenlijk bij de KRO? Is hij niet een atheïst? Heeft de BNN’er in hem al plaatsgemaakt voor de KRO’er? “Ik zit hier prima op mijn plek en ben al veel en veel rustiger dan ik bij BNN was. Ik ben dan wel niet religieus, maar geloof wel degelijk dat er meer tussen hemel en aarde is. Mijn loyaliteit naar de KRO is tijdens mijn persoonlijke crisis ook alleen maar toegenomen. Ik ging destijds naar de directeur en zei: je zult het binnenkort wel lezen in de bladen maar ik ben er uitgegooid door mijn vrouw, ben verliefd geworden op iemand anders en zit nu in een caravan. Maar ik beloof je dat je het niet zult merken met het maken van De reünie. Toen zei hij: dan spreken we nu af dat we het wel gaan merken in De reünie. Je zit niet bij de KRO om te doen alsof er niets aan de hand is.” “De reünie heeft er toe bijgedragen dat ik juist meer introspectief werd. We waren ooit weken op pad met een mevrouw die terminaal ziek was. Haar heb ik alle vragen over de dood, het leven en over doodgaan ­kunnen stellen die ik mijn eigen vader, toen hij stervende was, niet heb durven stellen. Het leek wel alsof ik voor de camera alles durfde te vragen waar ik in mijn privéleven niet de moed had gehad om over na te denken. En als mijn crisis één ding duidelijk maakte, dan was het wel dat ik een ­andere manier van leven wilde, minder oppervlakkig... En dat is het ook geworden.” “Bij RTL en BNN konden we het zo gek niet bedenken of ik holde er achteraan. De gevaarlijkste dingen deed ik toen. Ik heb aan een parachute gehangen die niet goed openging, ik zwom tussen de haaien, heb me levend laten begraven; dat was pas een ratrace. Omdat je denkt dat je dan bestaansrecht hebt, waardering krijgt.”

54

BLVDMAN

“mijn parachute ging niet open, ik zwom tussen haaien, liet me levend begraven... nu ben ik stukken rustiger”

_En krijg je bestaansrecht en waardering alleen doordat er veel mensen naar je kijken?

“Ja, dat is wel een beetje dubbel. Ik schreeuw dingen graag vaak van de daken. Ik kan het ook wel verklaren. Toen ik klein was ben ik heel ziek geweest. Ik had een hartafwijking, heb bijna het loodje gelegd en ben er op mijn derde aan geopereerd. De doktoren wisten aanvankelijk niet wat ik had en dachten dat ik niet oud zou worden. Een zwak jongetje. Ik heb altijd moeten vechten om te bestaan, letterlijk. Waarschijnlijk is dat ­gevoel toen stevig in mij verankerd. Ik voel me ook nu altijd zeer thuis in situaties waarbij ik met mijn rug tegen de muur sta. Bij angst of in crisissituaties bijvoorbeeld. Ik heb altijd een beetje geleefd alsof ik niet oud zou worden. Maar ik ben inmiddels bijna vijftig en ben al minstens twintig jaar ouder geworden dan ik ooit had gedacht!” “En wat het geloof betreft: ik vind dat je hier, in dit leven, goed moet leven. Want wanneer je op je sterfbed ligt komt die hele rekening uit de kassa rollen. En er staat bij mij een aantal punten op waar ik helemaal niet trots op ben. Hoe mijn huwelijk verlopen is zal ik de rest van mijn leven als een schandvlek blijven zien. Ik had eerlijker moeten zijn. Tegen mezelf, maar vooral tegen de mensen waar ik van hield. Maar zo’n­ rotzak ben ik ook weer niet. Ik heb niemand vermoord. En nooit iemand kapot gemaakt uit blinde ambitie. Ik probeer oprecht een goed mens te zijn. En wil dat er van me gehouden wordt. Dan is de KRO helemaal niet zo’n gekke keuze.”

_blinde Paniek

Maar naast zijn succes bij De reünie wil Rob toch af en toe weer dat ­ondeugende BNN-mannetje zijn en komt hij met ludieke programma­ formats die door zijn eigen productiemaatschappij Purmer Posse worden geproduceerd. De vraag is alleen of het grote publiek die nog wel wil zien. Kamphues boeit (hij ketende zich voor drie uur aan iemand/een Bekende Nederlander vast) was een leuk concept, maar toch pikten ­mensen het niet van hem. “Als het aan mij ligt komt dat ook niet meer terug. Het idee is leuk, maar ik vond het zelf niet leuk om te maken. Als je het nou hebt over introspectie en rustiger worden, dan had dat programma wel goede momenten. Omdat je de kans krijgt echt helemaal in iemand te duiken voor een paar uur. Na drie uur is het geen interview meer, maar een gesprek. Daar ben ik altijd naar op zoek. Alleen het middel overschaduwde de inhoud. En de pers dook daar bovenop. Het grappige is dat het bij de kijker heel anders heeft gescoord dan bij de buitenwacht. Toch had een aantal grote tv-producenten in Nederland interesse in het format. Mijn productiemaatschappij Purmer Posse heeft het inmiddels aan negen landen

v­ erkocht en in Scandinavië is het momenteel één van de meest succesvolle televisieprogramma’s.” _Kassa?

“Nee hoor, een flink percentage gaat naar de KRO. Maar dat geeft niet. Het is heel goed om onze naam op de kaart te zetten. Wat ik me afvraag is waarom het programma in Nederland zoveel stof heeft doen opwaaien terwijl in het buitenland mensen het gewoon grappig vinden. Ik denk dat het tv-landschap in Nederland anders is. Hier lijkt het met Wilders en de dood van Fortuyn en Van Gogh verhard. Of het heeft te maken met het beeld dat men heeft van mij in De reünie en men is vergeten dat ik bij BNN en RTL heel veel stoute programma’s maakte. We hebben een hele stapel stoute programma-ideeën liggen die ik heel graag wil maken, met of zonder mij erin, in Nederland. De reünie is natuurlijk een groot deel van mij, maar ik ben wel heel wat ondeugender dan dat alleen..” _ moet je niet gewoon genoegen nemen met 2,5 miljoen ­tevreden kijkers?

“Veel mensen hebben gezegd: Rob, als jij ondeugende dingen wil doen, ga dan een boek schrijven of zo. Maar als ik nu een boek schrijf met allerlei stoute zaken erin gaat mijn kop eraf! Dat is het juk van succes hebben. Mij hoor je niet klagen, ik moet er alleen mee leren leven. De reünie staat als een huis. Maar ik heb ook nog heel veel te leren. Ik heb absoluut niet het idee dat ik een volleerd presentator ben. Ik denk heel vaak: Rob, hoe kun je dit nu zeggen? De moeilijkheid van het programma is dat het een lichte en een wat zwaardere toon heeft. Hoe goed we ook research hebben ­gedaan, vaak sta ik toch met mijn mond vol tanden. Komt er iemand ­ineens met een verhaal waarbij ik één op de drie keer tot de laatste seconde niet weet hoe ik ermee om moet gaan. Paniek. Blinde paniek! In het begin loste ik het vaak op door wat losse eindjes aan elkaar te improviseren of over te stappen naar een ander onderwerp, maar dat is zo goedkoop. Tegenwoordig zoek ik daar mooiere oplossingen voor. Dat lukt steeds vaker en dat levert mooie televisie op. Daar ben ik dan heel trots op. Maar de helft van de keren denk ik nog steeds: hier kom je weer mooi mee weg, Rob.”

BLVDMAN

55


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.