
3 minute read
Ongeval
Na schooltijd
Bij een naschoolse opvang raakt een kind bedolven onder een oud, ongebruikt onderdeel van een vide. Bij schoonmaakwerkzaamheden heeft iemand dit deel losgemaakt en niet opnieuw vastgezet. Hoe kon dit gebeuren?
tekst Marc Hek
Na schooltijd gaan de kinderen in ganzenpas op weg naar de naschoolse opvang. Begeleid door twee medewerkers verloopt de wandeltocht voorspoedig. Eenmaal aangekomen op de locatie is het jassen ophangen, schoenen uit en spelen maar.
Het gebouw heeft de nodige historische kenmerken aan zowel de binnen- als de buitenkant. Binnen is een vide waarop een speelruimte is ingericht. Een vide is een verdieping waarbij een deel van de verdiepingsvloer is weggelaten, waardoor uitzicht ontstaat op de verdieping eronder. Deze vide is voorzien van alle benodigde hedendaagse voorzieningen om vallen van hoogte te voorkomen. Een deel van de oude historische afzetting is opgeborgen achter een van de zitmeubels die op de vide staan. Weggooien of vernietigen is geen optie, want de historische elementen moeten bewaard blijven. In tegenstelling tot anders is een medewerker deze middag als een wervelwind over de vide gegaan om schoon te maken. Na de klus is het meubelstuk waar het historische deel van de afzetting normaal gesproken achter staat, in de vrije ruimte blijven staan. De inmiddels gearriveerde kinderen worden door de medewerkers in samenspraak verdeeld over de begane grond en de vide. Maar in de reuring van spelende kinderen ontstaat er plotseling paniek. Wat blijkt? Het historische deel van de afzetting is omgevallen en één van de spelende kinderen is eronder terechtgekomen. Het slachtoffertje wordt daarop met spoed overgebracht naar het ziekenhuis.
Oorzaak en lessen
De leiding van de naschoolse opvang doet onmiddellijk melding bij de Inspectie SZW, die het ongeval in onderzoek neemt. Op de locatie is de verslagenheid onder de medewerkers groot. Ze zijn allemaal gemotiveerd en zeer betrokken bij hun werk. Daarom is het voor hen de grote vraag hoe dit ongeval waarbij één van de kinderen betrokken is heeft kunnen gebeuren. De arbeidsinspecteur die het onderzoek uitvoert begint met het horen van de getuigen en de directie op locatie. Daarbij wordt al snel duidelijk dat iedereen weet dat het oude deel van de afzetting achter het meubelstuk is opgeborgen. Het is vastgemaakt met een tie wrap. Het afwijkende op de middag van het ongeval is dat het meubelstuk is verplaatst om schoon te kunnen maken. Daartoe is de tie wrap losgeknipt waarmee het oude deel vast stond. Na het schoonmaakwerk is het oude deel teruggezet, maar niet opnieuw vastgezet. Het meubelstuk dat er normaal gesproken voor staat, is blijven zwerven op de vide. De net gearriveerde kinderen zijn gaan spelen op de vide in de nieuwe situatie. Tijdens het spelen heeft het slachtoffertje zich aan het oude deel opgetrokken. Daardoor is dat deel omgevallen en is het slachtoffertje eronder terechtgekomen, aldus de verklaring van de getuige die het ongeval daadwerkelijk heeft zien gebeuren.
Het boeterapport
Naar aanleiding van de bevindingen wordt tegen de naschoolse opvang een boeterapport opgemaakt op basis van artikel 10 Arbowet, voorkomen van gevaar voor derden: “Als bij of in rechtstreeks verband met de arbeid die de werkgever door zijn werknemers doet verrichten in een bedrijf of een inrichting of in de onmiddellijke omgeving daarvan gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen dan die werknemers, neemt de werkgever doeltreffende maatregelen ter voorkoming van dat gevaar.” In de ongevalssituatie heeft een van de werknemers verzuimd of vergeten het oude deel opnieuw te borgen en het meubelstuk ervoor te plaatsen. Daardoor kon het gebeuren dat het slachtoffertje werd geraakt door het losstaande en vrij toegankelijke historische deel van de vide.