Deze twee pagina’s zijn tot stand gekomen onder volledige verantwoordelijkheid van de provincie Noord-Brabant
Brabant dé ideale voedingsbodem voor biobased economy Vijfhonderd miljoen kilo plastic. Die onvoorstelbare hoeveelheid vuilnis, de ‘plastic soep’, drijft inmiddels in onze wereldzeeën.
Van afvalstroom tot hoogwaardig product Een ambassadeur en ‘een beetje een boegbeeld’ van de biobased economy. Zo omschrijft Willem Sederel zichzelf. De voormalig general ma-
De Brabantse gedeputeerde Bert Pauli. Foto Erik van der Burgt
Verschuiven we dit uitdijende probleem naar een volgende generatie? Of geven we stoffen, die we uit de aarde halen en opwaarderen, later in dezelfde conditie terug aan die aarde? Aan deze circulaire economie wordt volgens de Brabantse gedeputeerde Bert Pauli (Economische Zaken) momenteel hard gewerkt. Met Brabant in een voortrekkersrol! Deze provincie wil een topregio worden als het gaat om de biobased economy: een samenleving die voor haar energie en materialen groene grondstoffen gebruikt en niet langer fossiele, zoals olie. “In de chemische sector beginnen de traditionele delfstoffen langzaam op te raken”, schetst Pauli. “Tegelijkertijd is de agrarische sector op zoek naar nieuwe verdiensten: hoe kun je reststromen bij de productie van voeding een nieuwe waarde geven? Die twee sectoren ontmoeten elkaar nu op dit vlak.” De techniek is volgens de gedeputeerde inmiddels zo ver dat van die restanten levensreddende medicijnen worden gemaakt, of bioplastics.
Samenwerking Samenwerken zit Brabanders in het bloed. De provincie is daarmee een ideale voedingsbodem voor de biobased economy. Agrarische, chemische en voedingsbedrijven zijn er ruim vertegenwoordigd. Daarnaast zorgen kenniscentra als Avans Hogeschool en de HAS er volgens Pauli voor dat opgedane wetenschap ook in de praktijk toepasbaar is. “Brabant is als eerste in Europa begonnen met ‘open innovatie’: het is heel interessant om grote multinationals op dit gebied te laten samenwerken met kleine, talentvolle MKB-bedrijven.” Zo verscheen met provinciale steun op het terrein van chemiebedrijf Sabic in Bergen op Zoom de Green Chemistry Campus. Brabant steekt bovendien tien miljoen euro in de ondersteuning van startende biobased bedrijven. Pauli verwacht dat de ‘groene economie’ voor veel werkgelegenheid zorgt en boerenbedrijven levensvatbaar maakt. “Daarmee verhoog je ook de leefbaarheid van kleine kernen.”
nager van chemiereus SABIC in Bergen op Zoom gelooft heilig in deze ‘groene economie’. Fossiele grondstoffen zoals olie, dat zo’n beetje overal in zit, maken daarin plaats voor bijvoorbeeld plantaardige materialen, de biomassa. “Nu is het nog een paar procent, maar het is de ambitie van deze topsector dat in 2030 zo’n 25 procent van de chemie biobased is. Daar moeten we flink voor aan de bak!”
bedrijf de grondstof kunnen zijn voor het andere. Sederel zag die mogelijkheden. Nu zitten er op de campus zestien bedrijven en onderzoeksorganisaties als TNO. Inmiddels wordt er binnen de Biobased Delta innig samengewerkt met de provincies Zeeland en Zuid-Holland. Samenwerkingsverbanden zijn er ook
Om deze duurzame ontwikkelingen in goede banen te leiden, maakte Sederel zich hard voor een Green Chemistry Campus. Die opende in 2011 op het terrein van SABIC de deuren. Twee jaar eerder hadden betrokken partijen in de regio elkaar al de vraag gesteld of afval- en reststromen van het ene
met Oost-Brabant, Limburg, Vlaanderen, NordrheinWestfalen, Noord-Frankrijk en zelfs Canada. De drie O’s, ondernemers, overheden en onderwijs hebben elkaar op dit gebied al gevonden. Volgens Sederel tonen ook de politiek en milieuorganisaties een verhoogde interesse. “Nu het grote publiek nog.”
Green Chemistry Campus
Hoogwaardig Brabant draagt daar met een sterke agrofood-sector flink aan bij. Toch gaat het dan niet alleen om (dier)voeding, maar wordt er volgens Sederel ook voor non-food geproduceerd. Producten die niet concurreren met de voedselketen. “Gemaakt uit reststromen van oogsten, maar zeker ook uit suikerbieten. Die kun je hoogwaardig toepassen. Uit suiker kun je onder meer vitamine C maken, verf of brandstof als bio-ethanol. Biobased producten kunnen ook reukloos, lichter van gewicht of sterker van samenstelling zijn.”
Willem Sederel toont in de Green Chemistry Campus een biobased rekje voor plantenpotjes.
De suikerbiet van vandaag het strijkijzer van morgen? Ad de Laat lanceerde ooit zelf de term ‘the unbeatable beet’. Volgens hem is de suikerbiet in Noordwest-Europa het meest efficiënte gewas om zonne-energie in waardevolle moleculen om te zetten. Met interessante biobased producten als toekomstig eindresultaat.
De Laat is innovationmanager agro & new business bij
Cosun, met het hoofdkantoor in Breda. Het is een coöperatie van zo’n tienduizend akkerbouwers, met bekende bedrijfsnamen als Suikerunie en Aviko. Cosun is al ruim honderd jaar een biobased bedrijf, vindt hij. “Al die tijd houden onze telers zich bezig met het produceren van biomassa op akkerbouwgrond. Onze bedrijven richten zich op het verwerken daarvan tot bijvoorbeeld suiker of frites. In toenemende mate zijn we bezig met het uiteenrafelen van al die aardappelen en suikerbieten, voor biobased toepassingen buiten de voeding.”
plastic toepassen in bijvoorbeeld koffiezetapparaten en strijkijzers. We maken voor dit soort projecten bijna altijd gebruik van de expertise van andere bedrijven of kennisinstellingen. We kennen heel goed onze kwaliteiten, maar zeker ook onze beperkingen.”
Papier, verf en wasmiddel Zo is suiker als molecuul (sucrose) interessant voor het vervaardigen van allerlei stoffen. “Je kunt er de autobrandstof bioethanol mee maken, maar ook bouwstenen voor de productie van bioplastics. Chemicaliën en materialen dus die producten vervangen die nu nog uit aardolie moeten komen.” Relatief nieuw binnen Cosun is het uiteenrafelen (bioraffineren) van suikerbietenpulp, een reststroom die tot dusver voor weinig geld als veevoer wordt verkocht. “De (micro-)cellulosevezels die we eruit winnen, kunnen worden toegepast in producten als papier, verf en wasmiddel. Hoe duurzaam is het als je voor papier geen bomen hoeft te kappen”, schetst De Laat. “Samen met Philips bekijkt Cosun of we uit die pulp zeer hoogwaardige biopolymeren kunnen maken. Philips wil biobased
Ad de Laat (rechts) en een medewerker van Cosun controleren de suikerbietenpulp.Deze wordt onder meer toegepast bij het maken van de papieren zak voor Suikerunie, die De Laat vasthoudt. Foto Marie-Thérèse Kierkels/Beeld Werkt
www.brabant.nl/biobasedeconomy
- Zuidoost-Brabant -
Champost goed voor vijf nieuwe producten Als lokale ZLTO-bestuurder merkt Pieter van den Boomen dat steeds meer agrarische bedrijven met hun afval aan de slag gaan. Bij de Champignonkwekerij Gemert van zijn ouders is champost goed voor vijf nieuwe producten!
Pieter van den Boomen met de champost die onder meer warmte levert aan de champignonkwekerij van zijn familie. Foto Kuppens fotografie Gemert
Zijn vader en moeder begonnen dit
familiebedrijf in 1985 en zijn jongste broer werkt er inmiddels ook. De champignons in de acht teeltcellen zijn bedoeld voor de diepvries- en conservenindustrie. Bij iedere teeltcyclus wordt een laag van 28 centimeter compost gebruikt en 4,5 centimeter
Biobased proefdraaien in Helmond Waarom is Zuidoost-Brabant zo belangrijk voor de biobased economy? “Omdat je er op een relatief klein oppervlak de hele keten bij elkaar hebt: leveranciers van agrarische producten, kennisinstellingen, high techbedrijven en een overheid die duidelijk voor ‘biobased’ kiest.”
“
Consument wil steeds meer producten met natuurlijke grondstoffen
”
WIN EEN DOOS VOL MET GROENE PRODUCTEN
LEZERS AC T I E !
Plantenpotten, bouwmaterialen, vitaminen, suiker, wasmiddelen, medicijnen en verf. Een greep uit de vele producten, gemaakt uit groene grondstoffen of voedingsresten. In Brabant gebeurt het steeds meer. Deze groene industrie, biobased economy, heeft een grote toekomst. Goed voor de werkgelegenheid en goed voor de leefbaarheid in Brabant.
Onder de inzenders verloten we een doos vol met producten, gemaakt van bijvoorbeeld aubergines, paprikastengels, suikerbieten, gras of hennep.
Nieuwsgierig geworden naar deze groene producten uit Brabant? Laat uw e-mailadres achter op www.brabant.nl/biobasedeconomy
Aanmelden kan tot 31 januari. Medio februari krijgt de winnaar bericht.
dekaarde. Na de oogst heet dat pakket champost en wordt het als meststof afgevoerd naar Duitsland. “Maar daar zijn de regels steeds strenger geworden en moeten we sinds kort weer extra betalen voor de verwerking.” Dus het is volgens de bedrijfsleider interessant om van die champost biobased producten te maken. Eerst worden de twee lagen grond weer gescheiden. De voormalige compost verdwijnt in een installatie met drie biologische droogtunnels van beton, die nu naast de kwekerij wordt gebouwd. “In de vloer zitten gaatjes, waardoor we van onderaf lucht door de champost kunnen blazen. Door de bacteriën erin begint het te broeien. Die warmte gebruiken we in de kwekerij. Dat scheelt aanzienlijk op de gasrekening.” Na
dit proces kan deze grond worden gebruikt als bodemverbeteraar of kunstmestvervanger. “Of het wordt, als we het nog droger kunnen maken, biomassa voor energiecentrales. De laag dekaarde drogen we ook. Die is te gebruiken als strooisel in koeienstallen, of voor de potgrondsector.”
Prijzen Voor deze ontwikkeling, waaraan drie jaar samen met Henk van den Boomen is gewerkt, ontving Champignonkwekerij Gemert in 2013 de Biobased Economy prijs OostBrabant. Vorig jaar was het bedrijf finalist bij de Rabobank/Herman Wijffels Innovatieprijs. Veel erkenning voor de familie dus. “Maar biobased werken is ook positief voor het imago van de agrarische sector.”
Bodec
Engineer Anke Horvers-Hermans vangt bij Bodec het poeder op dat wordt verkregen uit onder meer fruitpulp.
Dat zegt eigenaar Frank de Boeff van onderzoeksen ingenieursbureau Bodec, gevestigd op het Food Tech Park Brainport in Helmond. Als specialist in scheidingstechnologie voor met name de voedingsmiddelenindustrie, is Bodec een biobased bedrijf bij uitstek. “We zijn er goed in om hoogwaardige stoffen te halen uit reststromen die bij de voedselproductie achterblijven.” Neem de komkommer, een gewas waarvan in Nederland een overschot is. “Grote partijen groenten die eigenlijk weggegooid worden. Samen met een aantal partijen, zoals een komkommerteler en een afnemer van geur- en smaakstoffen, vonden we het een mooie uitdaging om dat te valoriseren (waarde creëren uit een reststroom, red.). We hebben er een geur- en smaakstof uit gehaald die kan worden gebruikt in voedingsmiddelen als soepen en sauzen, maar ook in cosme-
tica. Je hebt daar al een chemische variant van, de zogenoemde E-nummers, maar de consument wil juist steeds meer producten met natuurlijke grondstoffen.” Vervolgens moeten er kopers voor worden gevonden. Dat is echter een kostbare zaak. “In Helmond hebben we daarom een proeffabriek gebouwd. Dan kun je op een iets grotere schaal produceren, de ‘kinderziektes’ eruit halen en tijdens de ontwikkeling beter gebaseerde keuzes maken. Zo leer je hoe zo’n fabriek moet worden gebouwd en haal je een flink stuk van het ondernemersrisico weg.”
Toekomst Zelf hoopt De Boeff ooit nog eens de reststroom van een fruitsoort te kunnen verwaarden. “Daarin zitten zowel goede eiwitten, vezels als cholesterolverlagende fytochemicaliën; een mooie combinatie voor sporters of ouderen. Meer kan ik daar nu nog niet over zeggen.”
www.brabant.nl/biobasedeconomy