6 minute read
Mystery Visit aan de salon Van 9 tot 5
from StyleVision editie 4, 2020
by bdu9
CREW TALK
Marjan & Annerlie, Bunnik SCHOON(HEID)ZUSTERS
Advertisement
STERK DOOR CRISIS
De bakker geeft je brood, de slager het beleg en de kapper? De kapper maakt je knapper.
Zo gaat het al eeuwen. Maar wie denkt dat het betere knip- en snijwerk tot de oude ambachten behoort, heeft het mis. In de meer dan 25.000 salons in Nederland wordt nog iedere dag op het scherpst van de snede geknipt. En altijd hip en happening, zoals bij Marjan, Annerlie en Mireille in Bunnik.
De salon meet opvallend ruim en fris voor een klein, behoudend dorp. Het valt wellicht de ‘inwonende’ schoonzus Annerlie te verwijten, die met haar schoonheidssalon enkele vierkante meters en alle werkzaamheden ónder de coupe voor haar rekening neemt. Van een Bunniks beautyresort willen de zusters niet weten, maar de samenwerking betekent wel een bijzondere service voor de knipklanten. Zo ben je al snel een middag zoet voor de complete toet – sorry, zelden zo’n slechte slogan bedacht. We vinden de combinatiesalon op een bijzondere locatie, midden in het dorp. Hier hadden de grootouders van Marjan van de Brug in de jaren ‘50 immers een klompenmakerij, waarna de volgende generatie er een sigarenspeciaalzaak en stomerij van maakten. Nieuwsgierig naar de huidige praktijken van de derde generatie, nodigde ik Marjan en Annerlie aan de leestafel, samen met Mireille, de jongste bediende. Teamleden Jolanda en Laura zitten op dit moment met de handen in het haar, dus die laten we ongemoeid.
Marjan: “Mijn ouders zijn in 1998 gestopt met de sigarenzaak en stomerij, en niet veel later opende ik een paar straten verderop een eigen salon. Omdat mijn moeder kapster was voordat ze mijn vader leerde kennen, voelde zij het ook ineens weer kriebelen. Ach, waarom ook niet, dachten we. Maar ja, ze moest er uiteraard wel weer een beetje inkomen. Het vak en de techniek hadden niet
stilgestaan. Ik heb nog even geprobeerd haar te trainen, maar dat knippen ging haar echt te snel. Daarom besloten we dat zij zich zou bezighouden met permanenten en watergolven. Dat moet je mij niet vragen namelijk. Inmiddels is ze 72 en heeft ze nog steeds haar eigen klantjes op vrijdag en zaterdag. Ja, daar wordt ze heel blij van. En ik ook. Ze woont hier zelfs boven de zaak. Het voelt wat dat betreft een beetje als een cirkel die rond is, want van haar heb ik dit vak een beetje geleerd. Geen schaar was veilig toen ik klein was. En geen pop ook, trouwens, haha. Dan is het extra mooi wanneer je samen van dit vak kunt genieten.”
En omdat je moeder alleen niet genoeg is, haal je ook je schoonzus in de zaak… “Nou, niet helemaal. Ik was een jaar of acht bezig met de salon, toen de kledingwinkel ernaast ermee stopte. Dus toen zei ik tegen haar: doe mee!” Annerlie: “Dat overviel me wel, maar achteraf gezien kwam het op een goed moment. Ik werkte al tien jaar voor een andere schoonheidssalon en twijfelde regelmatig of ik niet een eigen zaak wilde. Ik nam het voorstel van Marjan mee op vakantie en toen ik terugkwam, hoefde ik alleen nog maar een handtekening te zetten, haha. Marjan had alles al uitgerekend en we zagen het wel zitten. Natuurlijk was het ook een risico, want je bent familie. Er kan van alles tussenkomen en dus moest de relatie zuiver blijven en niet WGLIIƽSTIR(SSVIVX[IIFIHVMNZIRZERXIQEOIRSRHIV één dak werkt het prima. Sterker nog, we versterken elkaar.”
Hoe is dat voor jou, Mireille, om als vreemdeling in een familiebedrijf te werken? Mireille: “Zo voelt het niet. We zijn samen een team, ook al heeft Annerlie haar eigen beautywerk en kom ik van buiten. Ik werk hier nu anderhalf jaar en vanaf de eerste dag voel ik me thuis. De sfeer is open en goed, en ook de klanten zijn inmiddels aan mij gewend. Natuurlijk moesten ze even aftasten wie ik ben en wat ik kan, maar na vijf jaar weet ik heus wel wat ik doe. En de klanten ook.”
Zeven jaar geleden zijn jullie verhuisd naar het voormalig klompenpand van opa in de Dorpsstraat. Hoe bijzonder was dat? Marjan: “Heel bijzonder, om meerdere redenen. Het is mooi om te werken op de plek waar mijn ouders en grootouders werkten, maar ook een beetje dubbel, want toen dit pand, na de sigaren, vrij kwam, zat er al wel een kapperszaak naast. En daarnaast zat de oude baas van Annerlie. Een gevoelig puntje wel. Ik heb me daar niet door laten weerhouden en ben het ze als eerste gaan vertellen.” Annerlie: “Dat viel niet goed, nee. Ineens werden we directe concurrenten. De buren moesten het even verwerken, maar inmiddels gaat het hartstikke goed samen. We groeten elkaar en zitten elkaar niet in de weg. Zij hebben bijvoorbeeld veel meer apparatuur dan ik, zoals voor ontharen. Dat doe ik niet. Net als de nagels; die doen zij wel en ik niet. Ik houd me weer meer bezig met bindweefselmassage, harsen en bikinilijnen.”
Mireille: “Ik ben blij dat ik dat niet heb meegemaakt, want het lijkt me erg lastig om in zo’n concurrentiesfeer te werken.”
Marjan en Annerlie, jullie zijn in feite ook buren. Werkt dat wel? Annerlie: “Het gaat juist heel goed, omdat de vakgebieden gescheiden blijven. Ik doe dus niets met haar, terwijl we elkaar juist wel kunnen aanvullen. Bruidjes doen we bijvoorbeeld vaak samen; zij het haar en ik de visagie. Daarnaast verwijzen we klanten naar elkaar. Zo is het een kleine moeite om in de wasbak meteen even de wenkbrauwen te doen.” Marjan: “Ja, dat gaat prima. We pakken ook allemaal de telefoon aan, nemen wederzijdse klanten aan, doen de was gezamenlijk. Dus het voelt wel als collega’s, maar zonder elkaars werk over te nemen.”
CREW TALK
Annerlie: “Nog een voordeel: ik ben vaak wel bij hun trainingen, maar dan als model, haha. Graag gedaan hoor, zus.”
Hoe belangrijk is de teamspirit wanneer er een crisis uitbreekt, zoals corona? Marjan: “Heel belangrijk. Ik ben geen baas-baas, maar ik benadruk altijd wel dat we het beste moeten geven en dat we open naar elkaar zijn. Dat zijn we dus ook. Dat we moesten sluiten, hebben we dan ook samen goed besproken en we hebben altijd contact gehouden. Zo konden we thuis trainingen volgen, terwijl we ondertussen veel verfkits verkochten aan doe-hetzelvers. En na de crisis hebben we allemaal de schouders eronder gezet, want het leek wel vier weken december, zo druk. We zijn er goed doorheen gekomen en sterker door geworden, ook als team.” Annerlie: “Die kracht zag ik ook toen mijn schoonvader erg ziek werd en Marjan dus weinig in de salon was. Het team heeft dat geweldig opgevangen. Dan is het ook mooi als een nieuweling als Mireille direct wordt opgenomen. Ja, dan ben ik trots op die meiden.” Mireille: “Dat voelde heel goed, inderdaad. Ik denk ook dat een dorp als Bunnik een goede invloed heeft op de sfeer in een salon. Het is warmer, persoonlijker. Dan is het bijvoorbeeld heel vreemd als je door de coronaregels ineens geen jas meer mag aannemen. Dat gaat tegen je servicegevoel in.” Marjan: “Ik ben ook blij dat we een beetje op elkaar letten en elkaar wat gunnen. Mireille is heel goed in haar kleurwerk, dus dat moedigen we aan. En Annerlie moet het, ook al is ze eigen baas, het wat rustiger aandoen.” Annerlie: “Ik weet het, ik kan geen nee zeggen. Maar dat is uit liefde voor het werk en voor de mensen.”