5 minute read
Zitbanken in het begijnhof, een mooi verhaal met een verhaal.
Wie heeft zich al niet verwonderd over die aartslelijke zitbanken in ons begijnhof? Die witte aan het bloemenstraatje…eikes! Op de bleekweide is het al niet veel beter.
Advertisement
Koken kost geld, en spijtig genoeg is een vernieuwing om die reden ook niet aan de orde, hoe wenselijk ook.
De Stad Gent biedt met zijn toekenning van Wijkbudgetten de kans om structurele aanpassingen te doen aan openbaar gebied, vooropgesteld dat het de ‘samen’-leefbaarheid van een wijk ten goede komt. De BewonersAdviesRaad zag een kans en zorgde voor een inschrijving om de zitbanken te vernieuwen en er zelfs enige bij te plaatsen.
Er is immers al enige ervaring met zitbanken beschikbaar. Dit dankzij de gulle buren-gift van twee zitbanken geplaatst aan de kerk.
Twee andere leuke ideeën (een petanquebaan en een mobiele drinkbar) werden na grondig beraad niet weerhouden voor de toekomst. In maart verscheen een flyer voor de bevolking waarin maar liefst 17 projecten voor de binnenstad aangekondigd werden (waaronder onze drie).
De BewonersAdviesRaad werd uitgenodigd om op 29 maart onze projecten, ondertussen verminderd naar één project, nl. zitbanken, te verdedigen op het stadhuis
En dus trokken wij met een delegatie van BAR, zijnde Marc, Johan, Vera, Martine en Andrea naar het stadhuis. We konden daar een mooie stand opbouwen en met de nodige documentatie en motivatie kregen we de aandacht van de burgermeester
Mathias De Clerck en schepen Filip Watteeuw en Astrid De Bruycker. En eigenlijk alleen maar positieve reacties van de daar aanwezige bezoekers en de politiekers.
Een bijkomend pluspunt is dat wij de
zitbanken een verhaal willen laten vertellen en hoe kunnen we dat het beste doen? Op deze vraag kregen wij al vlug de oplossing aangereikt van onze medebewoner Erwin Mortier. Hij schrijft korte verhalen (zie kadertje)
over het historisch kader, wat er te zien is en afspraken binnen het hof, hij laat als het ware de begijnen zelf aan het woord.
En hoe kunnen we dat beter doen dan QR codes op de zitbanken aan te brengen.
Onze plannen, hoe goed besproken ook, waren echter nog niet concreet financieel.
De voorbije weken hebben de leden van BAR het dossier vervolledigd, (type bank, duurzaamheid, ecologisch verantwoord, leverancier, nodige grondwerken, verhardingen, prijzen etc. )
Een gewichtig punt was het gesprek aangaan met onze VZW Begijnhof, Erfgoed en de Groendienst van de Stad Gent. Iedereen werd ingelicht en van de VZW kregen we een principieel akkoord onder voorwaarden. Met de Groendienst en Erfgoed is de communicatie lopende.
Zonder teveel vooruit te willen lopen: ons project is zeker haalbaar, zowel financieel als kaderend in het sociaal maatschappelijk plaatje van onze stad Nu is het wachten op de goedkeuring door een jury en het akkoord vanwege de Stad Gent, in principe nog voor de Gentse Feesten.
Uitvoering kan hopelijk in het najaar of in het voorjaar 2024.
We houden jullie op de hoogte.
Beste Bezoeker, Welkom in de rust van het begijnhof ter Hoyen. Mijn naam is Johanna van Constantinopel, gravin van Vlaanderen. Achthonderd jaar geleden heb ik samen met mijn zuster Margaretha dit begijnhof gesticht, en vele andere in de Nederlanden. We boden er een groep eigenzinnige vrouwen onderdak: dames die een vroom en onafhankelijk leven wilden leiden, zonder te trouwen en zonder naar het klooster te moeten. Deze vrouwen, die men begijnen noemde, wierpen zich op ingewikkelde theologische kwesties. Ze verlangden ook naar een intens en direct contact met God. Dat maakte bisschoppen en pausen soms behoorlijk nerveus. En niet alleen zij. Prinsen en vorsten zagen in onze intelligente en strijdbare zusters ook al een bedreiging voor hun macht.
Mijn zuster en ik hadden sympathie voor hun ideaal. Als vrouwen van adel hadden wij maar weinig te zeggen. Trouwen met mannen die even machtig waren als onze vaders, en kinderen krijgen om voor opvolgers te zorgen, was onze taak. De begijnen braken los uit die rol. Ze werden bespot, verguisd en vervolgd. We wilden hen helpen. Daarom schonken wij hen een stuk hooiland net buiten de stad, waar ze huisjes konden bouwen en ongestoord hun godsvrucht beleven. Als zij baden voor het zielenheil van ons en onze familie, zouden wij hen beschermen. Dat was de afspraak. Zo ontstond dit begijnhof. In achthonderd jaar is er natuurlijk veel veranderd. Die stenen huizen, met hun rode gevels, en die trotse, barokke kerk, hebben de begijnen pas vanaf de zeventiende eeuw gebouwd. En vandaag wonen er allerlei gewone mensen achter de poortjes. Maar de geest van toen, die is er wel nog.
Bezink dus even, op deze bank. Geniet van de stilte, verstoor haar niet. En wandel gerust rond. Mijn zuster en mij zul je hier natuurlijk niet meer tegenkomen. Of misschien toch een beetje. De muren die het begijnhof omringen, tussen de Schelde en de rest van de stad, dat zijn nog altijd onze beschermende armen.