3 minute read
What’s in a name?
Wat schuilt er achter de namen van onze huizen? De heilige Chatarina, die we terugvinden bij huisnummer 99, stelt ons voor problemen.
Ook hier zijn er meerdere mogelijkheden om de heilige te duiden. Er zijn redelijk wat redenen om aan te nemen dat het om de Catharina van Alexandrië gaat. Let op de schrijfwijze, de plaats van de letter ‘h’. Het is moeilijk uit te vinden waarom hier in het begijnhof de ‘h’ na de ‘C’ komt. In het Grieks wordt een letter kappa ‘κ’ gebruikt, geen chi ‘χ’ en voor de letter ‘t’ staat een tau ‘τ’ geen thèta ‘θ’. De kappa en de tau zijn duidelijke en eenvoudige lettertekens. Is er een vergissing in het spel? Keren we terug naar Alexandrië. Catharina was tijdens de middeleeuwen een zeer populaire heilige, bijna buiten categorie. Haar naam zal zeker een grote aantrekkingskracht gehad hebben voor onze begijnen: ‘kataros’ in het Grieks heeft de betekenis van rein en zuiver. Een stichtend voorbeeld dus, met grootste verhalen rond haar leven geweven. Eentje willen we hier opnemen. Zij was een koningsdochter in Alexandrië en was al jong naast heel mooi, ook zeer leergierig. Ze was ontzettend belezen en bijvoorbeeld Plato en Socrates waren haar welbekend. De knapste mannen van het koninkrijk moesten altijd klaarstaan om haar nieuwsgierige vragen te kunnen beantwoorden en haar zo verder op te leiden. Na een nachtelijk visioen bekeerde ze zich echter tot het christendom en werd direct een verstandige, belezen en gedreven voorvechter. Haar vader overleed, zij volgde hem op, maar haar wijzen rond zich heen, maanden haar aan om een geschikte man te zoeken. Welke aardse man kon echter de glans van Jezus evenaren? De Romeinse keizer Maxentius was wel geïnteresseerd: een betere verankering van zijn rijk met Egypte, dat zag hij wel zitten. Eigenlijk dacht hij dat hij Catharina zou kunnen dwingen met hem te
Advertisement
8 trouwen. Maar onze reine en zuivere Catherina wees hem stellig af: een huwelijk met een heiden was niet aan de orde. Maxentius, beducht voor haar kennis en welsprekendheid, stuurde een meute wijsgeren, flosofen en wetenschappers op haar af om haar van het christendom af te brengen. Het omgekeerde gebeurde echter: de hele groep, na Catharina aanhoord te hebben, bekeerden zich allemaal ook tot het christendom. Maxentius vond dat dan weer ongehoord en dreigde met folteringen. Wielen met scherpe messen zouden over Catharina geleid worden en er zou niet veel meer van haar overblijven. Maar de wielen vielen uit mekaar zonder haar te verwonden. Hij wou haar verbranden, maar het vuur doofde telkens uit. Haar geloof bleef ijzersterk. Uiteindelijk liet Maxentius haar onthoofden. Zij werd in de Sinaï woestijn begraven en daar werd later het Ekaterinaklooster gesticht, vandaag nog altijd een zeer bekend klooster en een bezoek waard. Alle verhalen zijn sterk, maar lijken vooral fantasierijk. Het gevolg was dat in het tweede helft van de 20e eeuw onze Catharina uit de reeks van erkende heiligen werd geschrapt. Zij was trouwens niet de enige die geschrapt werd. Ook in ons begijnhofbijdragen kwamen al meerdere discutabele ‘heiligen’
voor. Maar de gevolgen van haar sterke verhalen zijn er wel… Onze eigenste graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male, liet in Kortrijk de St Catharinakapel bouwen als toekomstig mausoleum. De Franse Jeanne d’Arc vertelde dat de H Catharina aan haar verschenen was. De katholieke kathedraal in Utrecht is aan haar gewijd. Ook Brussel heeft zijn Catherinakerk. De Parijse Sorbonne heeft haar als patrones. Zij is voorwaar niet de minste… Daarom aanvaardde men uiteindelijk toch dat zij verder als een heilige zou geëerd worden. Zij wordt op onze kalender herdacht op 25 november. Ook voor haar is een weerspreuk bekend: ‘Vriest het op St Katrien, dan vriest het nog zes weken nadien’. In afbeeldingen is zij regelmatig te zien met een kapot rad, boek of een zwaard, ze is veelal gekroond en heeft dikwijls de martelaarspalm. Zij is patrones en bewaarster van een hele resem groepen en beroepen. Jonge meisjes (maagden), en alle vrouwen (moeders, echtgenoten, onderwijzeressen, kloosterzusters, …), verder flosofen, wetenschappers, redenaars en ga zo maar door. Een bijzonder groep wordt gevormd door alle handwerkers die voor hun beroep een draaiend ‘wiel’ gebruiken (denk aan dat martelrad!), bijvoorbeeld molenaars, pottenbakkers, messenslijpers, spinners, en ga zo maar heel lang door… Haar aanroepen voor bijstand doen we bij ademnood, weeën, gewrichtsziekten, hersentumoren, migraine, ook hier volgt nog een lange lijst. Het moge duidelijk zijn dat ondanks het standpunt van de katholieke kerk we hier te maken hebben met een zeer belangrijk fguur in de volksdevotie. Voldoende reden om haar niet af te schaffen.