5 minute read
Wies
Fietsende schildpadden en hazen Een gesprek met Wies Callens
Wies Callens woont samen met Tine en hun 2 kinderen Ada en Rien al vele jaren in ons Begijnhof. De meeste begijnhofbewoners kennen hem als buur, maar we horen en zien hem ook regelmatig op radio en TV. Want wie Wies zegt, zegt fetsen en daarover kan hij zeer veel en zeer enthousiast vertellen.
Advertisement
‘Ik werk voor de Fietsersbond in Brussel als beleidsmedewerker én woordvoeder. Wij zijn met een team van 10 vaste medewerkers maar het hart van onze organisatie ligt bij de 900 vrijwilligers in de meer dan 100 lokale afdelingen. In Gent hebben we een zeer actieve groep ‘Fietsbult’, zij volgen het fetsbeleid van de stad van nabij op, signaleren knelpunten en voeren acties om de positie van de fetser te verbeteren. Dit is de kern van de Fietsersbond: luisteren naar wat de problemen op het terrein zijn en dit doorvertalen naar het beleid.’
Op mijn vraag wat zijn werk juist inhoudt krijg ik het spontane antwoord: ‘Volgens mijn zoon Rien is mijn werk de ganse dag telefoneren (lacht). En dat is ook zo: veel mensen contacteren, veel vergaderen, veel overleggen. Lobbywerk dus... Zo hebben we deze zomer heel veel energie gestoken in de regeringsonderhandelingen. We wilden zoveel mogelijk voorstellen van de Fietsersbond in het regeerakkoord krijgen. Dat betekent contact opnemen met de onderhandelaars, met de diverse fracties in het parlement, met de kabinetten. En het resultaat mag gezien worden, alle partijen zijn nu voor de fets! In het Vlaams regeerakkoord is een groeipad voor investeringen in fetsinfrastructuur opgenomen met als einddoel 300 miljoen euro/jaar. Doordat ik zo intensief met het globale fetsbeleid bezig ben, werd ik in augustus 2018 ook aangeduid als woordvoerder. Dat betekent dat je bij manier van spreken dag en nacht beschikbaar moet zijn voor vragen van de pers. Mijn eerste interview heb
18 ik gegeven enkele uren voor ik op vakantie vertrok. Dan moet je alles laten vallen wat ook voor je gezin niet altijd leuk is. Ja, het is soms hectisch! Maar goede relaties uitbouwen met de pers is ontzettend belangrijk om ons thema op de agenda te krijgen.’
Er is vooruitgang op vlak van het fetsbeleid maar toch horen we dikwijls dat het allemaal veel te traag gaat, bijvoorbeeld het wegwerken van de zwarte punten, hoeveel (fets-)doden moeten er nog vallen?
‘Het klopt dat er nog veel knelpunten zijn, dit heeft veel te maken met de moeilijke administratieve afhandeling van de dossiers, soms ook met de manke afstemming tussen het Gewest en de gemeenten en het duurt allemaal veel te lang: vooraleer een nieuw veilig fetspad van op de tekentafel tot een concrete realisatie komt, dat vraagt dikwijls 5 à 10 jaar! Met de Fietsersbond proberen we
druk te zetten op alle betrokken overheden om een versnelling hoger te schakelen en beter samen te werken.’
Gent zou de fetsstad bij uitstek zijn. Is het hier inderdaad een paradijs voor fetsers?
‘We zien dat het aantal fetsers de voorbije jaren spectaculair gestegen is ten koste van het autoverkeer o.m. door het circulatieplan. En dat is een goede zaak voor de leefkwaliteit van de stad! Er zijn ook heel veel fetsstallingen bijgekomen. Maar er zijn nog een aantal pijnpunten. Enkele voorbeelden dicht bij huis: het fetspad aan de Zuid en de fetsas Tweebruggenstraat zijn eigenlijk te smal om druk fetsverkeer in 2 richtingen veilig te laten verlopen. En de oversteek van de ring op het einde van de fy-over is absoluut niet fetsvriendelijk: je krijgt onvoldoende tijd om in 1 keer over te steken richting Muinkpark, de autodoorstroming krijgt hier duidelijk voorrang. Zeer ergerlijk wanneer fetsers zich moeten haasten richting Sint-Pieters om hun trein te halen. En dan zijn er nog de Gentse kasseien en de vele tramsporen, die maken het fetsen niet altijd gemakkelijk. De Vlaamse Bouwmeester zegt het kernachtig: de enige plek waar kasseien thuishoren is in een museum! En over de verraderlijke tramsporen zijn we in overleg met de Lijn, maar dat is niet echt hun eerste prioriteit.’
Wat mij opvalt in Gent is dat er precies nieuwe conficten ontstaan tussen voetgangers en fetsers maar ook tussen fetsers onderling. Klopt dit beeld?
‘Door de sterke toename van het aantal fetsers is het noodzakelijk dat elke fetser zich correct en hoffelijk gedraagt zowel t.a.v. de voetgangers als onder mekaar. Eigenlijk zijn er 2 soorten fetsers: de schildpadden en de hazen. Bij de eerste categorie heb je de ouders die hun kindjes naar school brengen, ook de oudere fetsers zonder e-bike en de kuieraars die gewoon wat rustig willen rondrijden. De hazen dat zijn de sportieve koersers, de haastige studenten maar ook de ouderen met elektrische fetsen! Zeker in een drukke stad als Gent is het belangrijk dat we rekening houden met mekaar en risicogedrag vermijden. We starten binnenkort met een hoffelijkheidscampagne om zo het veiligheidsgevoel van voetgangers én fetsers te verbeteren. Maar de belangrijkste remmende factor voor fetsers blijft het autoverkeer. Wij zijn niet tegen de auto, maar wij zien wel dat veel ouders het te gevaarlijk vinden om kinderen met de fets naar school te laten gaan en dus brengen ze hun kinderen met de auto... waardoor het gevaarlijker wordt voor fetsers. Deze vicieuze cirkel moet doorbroken worden o.m. door aanpassing van de fetsinfrastructuur en het ontmoedigen van het autogebruik.’
Je bent zelf een fetser, wat vind je van de situatie hier in het Begijnhof?
‘Ja, wij fetsen veel. We hebben een paar jaren geleden onze auto afgevoerd en nu verplaatsen we ons met de fets in combinatie met Cambio (een deelautosysteem). Ik ga met de trein naar Brussel, dikwijls met mijn plooifets want ik werk in de omgeving van de Dansaertstraat en dat is toch een eind van het station. Wat het Begijnhof betreft: de kasseien zijn natuurlijk niet comfortabel, ook niet voor voetgangers trouwens. Hier en daar zijn er zelfs gevaarlijke putten en bulten, daar zou iets kunnen aan gedaan worden. En een fetsstalling op de parking zou geen overbodige luxe zijn!’
Hier kon ook jouw reclame staan, vind je niet?
Bij interesse, contacteer a.u.b de redactie om jouw reclame te bespreken.
Wat betekent ‘begijn’? Over de oorsprong en de betekenis van de term begijn werden al heel wat hypotheses geformuleerd. De meeste zijn echter weerlegd of achterhaald. Vandaag wordt aangenomen dat het woord begijn afomstig is van het oudfrans béguer: stotteren. De begijn deed zich voor als devoot maar kon men daar wel op vertrouwen aangezien haar gebed onverstaanbaar was? Toch namen de begijnen deze spotnaam in het tweede kwart van de 13de eeuw gewoon over.
Een idee voor in de nieuwsbrief?
Mail het gerust naar de redactie!
kwaliteitsslagerij
Belegde broodjes & meeneemdagschotels