20 minute read
Coronatijden
Het onderwerp van vandaag, wereldwijd: Het Coronavirus! In de kathedraal van de Duitse stad Aken is een oude patroonheilige van onder het stof gehaald, (mijn inziens had men dat beter niet gedaan). Het gaat om niemand minder dan Sint Corona, de heilige – niet verzonnen – te aanroepen voor het doorstaan van epidemieën!
Als heilige komt ze in ons begijnhof niet voor. Omwille van haar geloof zou ze gedood zijn door haar tussen twee palmbomen (eerst naar mekaar gebogen) te hangen, en de bomen dan uit mekaar te laten zwiepen. Haar naamfeest valt op 14 mei.
Advertisement
Bacteriën en virussen hebben meestal een zeer wetenschappelijk klinkende naam. Het virus dat in deze tijden de wereld teistert heeft een uitspreekbare, zelfs aangenaam klinkende naam: Corona? Een ‘Corona’ dat is een kroon, maar dan in het latijn. Wat is het verband met dit helse virus? Virussen, die onder de naam Corona vallen, hebben alle een typisch vorm: ze zijn min of meer bolvormig en hebben over hun oppervlak uitwaaiende uitsteeksels. Voor iedereen ondertussen een vertrouwd beeld, want zowat overal gebruikt als afbeelding, al dan niet esthetisch gestyleerd. Onder de elektronen microscoop ziet het eruit zoals op de afbeelding te zien is. Samen met een groep andere virussen van de familie ‘rhinovirus’ werken zij in op onze luchtwegen en zorgen zo voor verkoudheden, griep en erger. Indien die virussen voor eerder kleine ongemakken zorgen schrijven we die nogal gemakkelijk weg als ‘banale’ virussen’. Virussen hebben de neiging om zich snel voor te planten, en terzelfdertijd regelmatig lichtjes te veranderen, te muteren. Meestal is dat niet onze zorg, maar indien een virus op een ‘kwaadaardige’
Coronaschrijn uit de Akense domschatkamer (foto: Andreas Steindl)
manier gaat muteren, meer bestand is tegen bijv medicatie, vaccins, gemakkelijker overleeft in barre omstandigheden, het menselijke weerstandsvermogen (immunologische reacties) zwaarder op de proef gaat stellen, kortom, het lichaam zwaarder op de proef stelt, dan wordt een
groot probleem gecreëerd. Die virussen van het Coronatype zijn ons om die reden welbekend en baren wetenschappers, met name virologen, nogal wat zorgen. Zo leerden we SARS CoV (Severe Acure Respiratory Syndrome) kennen in 2003. Dat was voor ons een ver-van-ons-bed-show, want de ziekte kwam amper weg uit Azië. MERS CoV (Middle East Respiratroy Syndrome) kwam al wat dichterbij in 2012. Dit virus verspreide zich al vrij behoorlijk van Europa tot Nieuw Zeeland. Zulk een grote uitbarsting wordt een epidemie genoemd. Indien het virus toeslaat op meerdere continenten wordt de naam pandemie gebruikt. Omdat het muterende karakter van het virus ervoor zorgt dat het koffedik kijken is, is het voor virologen wereldwijd gissen hoe het virus opnieuw zal toeslaan, is het ook bijna ondoenbaar om vooraf medicatie, vaccins, … op punt te stellen. Ergens is het afwachten… En dan kwam einde 2019 plots bericht uit China: in de miljoenenstad Wuhan was een nieuwe mutatie opgemerkt die wild om zich heen sloeg. Corona was de triviaalnaam van bij de start, maar na verder genetisch onderzoek gebeurde de offciële naamgeving: SARS-CoV 2. De veroorzaakte ziekte werd Covid 19 gedoopt. De naam Coronavirus is echter vandaag zo goed ingeburgerd dat gemeenzaam deze naam gebruikt wordt in plaats van de wetenschappelijke naam. Dit gemuteerde virus deelde zich snel, had een slechts een beperkte tijd nodig om een infectie te veroorzaken, haalde verwoestend uit in het lichaam van eerder al verzwakte patiënten én was zeer besmettelijk. Het virus kan zich overzetten van een besmette persoon, (nog) zonder klachten naar een andere persoon. Het virus heeft geen vleugels en kan dus niet vliegen. Het heeft een drager nodig: overdracht van huid naar huid kan. Binnendringen via voor de hand liggende openingen in het lichaam, mond, neus, oren, wondjes, is een fuitje van een cent. Al kan het niet vliegen, het virus kan wel overgezet worden via een drager type speeksel, snot, … Praten met iemand op heel korte afstand kan voor overdracht zorgen via minuscule vochtdruppeltjes, niesbuien kunnen al een grotere afstand overbruggen. Dat wordt dus opletten en moeilijk in de praktijk om de verspreiding tegen te houden. Het verhaal van de mondmaskers is hieraan gekoppeld: mond en neus zijn maar een klein deel van de toegangspoorten van het lichaam en bieden dus maar een kleine bescherming. Deze maskers worden wel effciënter indien ze gedragen worden door geïnfecteerde personen: zo brengen zij minder zwevende (met virus!) vochtdruppeltjes in de lucht en beschermen zij hun
medemensen in de onmiddellijke buurt. De 1.5 meter ‘social distance’ (wat een Engelse naam weer!) komt hier ook vandaan. Het virus kan zich zeer ‘intelligent’ overzetten en overleven. De wereldwijde verspreiding (zo goed als ALLE landen kregen het virus binnen) is daar het sprekende bewijs van. De benaming pandemie is hier zeker gepast! De overheden overal ter wereld proberen op de best mogelijke manier de pandemie tot staan te brengen. De verschillende maatregelen die opgelegd worden, hebben dikwijls gegronde redenen. Ieder gevolgde scenario heeft zijn eigen voor- en nadelen. Bij ons in België werd gekozen voor een individuele bescherming van de mensen: het virus zou geen vrij spel mogen krijgen. Dit in tegenstelling tot het door een zogenaamde groepsimmuniteit min of meer buiten spel zetten van het virus. De keuze lijkt weinig menselijk en is afhankelijk van het afwegen van het toegestane en dus opgeofferde aantal overledenen. In het tweede geval is de dodentol zeker groter en is de medische wereld onvoldoende voorbereid om een dergelijke massale aanval de baas te kunnen. Men kan niet alles voorzien en voor iedere denkbare situatie voorbereid zijn op een slechtste –geval scenario… Wereldwijd spreken de cijfers op dit moment vrij klare taal. De vraag is hoelang wij onze weerstand tegen het virus volhouden (tot wanneer het virus het zelf opgeeft…). 2020 wordt sowieso een zeer bizar jaar! De gevolgen gaan we wellicht jaren meespelen in onze dagelijkse samenleving.
Hou het allemaal gezond, neem de gegeven en noodzakelijke richtlijnen in acht en blijf in uw “kot” zolang als nodig!!!
Een nieuwsbrief laten verschijnen of?
De redactieploeg dacht er eventjes over na en besliste toen: JA! We willen aan onze buren ook een hart onder de riem blijven steken. We blijven natuurlijk tot het einde applaudisseren voor al diegenen die zorgen voor ons en die de “boel” nog wat draaiende houden. Maar… misschien zijn ook een aantal buren aan een opkikker toe?
Daarom een “krant” met hoofdzakelijk bedenkingen, mijmeringen, poëzie, en foto’s. We danken uiteraard alle buren die van zich lieten horen om dit te verwezenlijken. Zonder hen, wel zonder hen ook geen Begijnenkrant!
Sonja
In deze troebele tijden - waar de geest in traagheidsmodus meestal iets langer blijft refecteren en in diepere dimensies gaat warenschoot me plots het beeld te binnen van mijn Nieuwjaarsboodschap van dit jaar. Het beeld en de tekst bleken een perfecte metafoor van de huidige coronacrisis.
Het beeld van waaruit ik vertrok was een klein “werkje” dat ik eind vorige eeuw (dat lijkt al zeer lang geleden) ineen knutselde in onze hoeve in de Ardennen (zie eerste foto). Het concept was dat uit ‘chaos’, de ineengestrengelde wirwar metalen draadjes, die stond voor het ongewisse, het angstaanjagende, men langs het rustpunt van de ronde gouden schijf, waarop ik o.m. de wiskundige formule tekende van de ‘chaostheorie’, door een alchemistisch procesgebeuren goud kon distilleren, t.t.z. de essentie, het eerste beginsel, het waardevolste.
De Nieuwjaarsboodschap voor 2020 (zie foto twee), met de tekst “Distilleer goud in 2020”, was dus: genereer iets goeds en wezenlijks uit het de chaotische gegevens van ons leven. Vertaald naar het heden, met de corona-epidemie, werkt het beeld visueel en als metafoor schrijnend juist. Het warrige kluwen bovenaan als het virus, de gouden draaischijf als een gepast bezinningsmoment en met als gedroomd eindresultaat een scheppend ‘gouden’ paradigma, met vernieuwende doelstellingen, weg van ons korte termijn denken, ons rendement obsessie, onze consumptiedemocratie en onze selfe- en pas-op-generatie.
Welnu, de vraagstelling die ik hierbij maak is: kan deze crisischaos er ons misschien toe leiden om vooruit te spoelen naar wat meer waardevol ‘zijn’, dan naar ons alom tierende marktgroei ‘hebben’?
Gebruik makend van deze quarantaine periode (de gouden schijf) van verstilling, vertraging, innerlijke bezinning, voortschrijdende bewustwording en afweging, zou dit niet een transformerend alchemie-proces op gang kunnen brengen, naar wat essentieel zou moeten zijn in ons menszijn, positief toekomstgericht, individueel en maatschappelijk verrijkend, humanistisch verreikend en gevoed door wijsheid, tolerantie en mededogen.
2020 zou een kantelmoment kunnen inhouden, waarbij we ons oorspronkelijke zijn aanboren, onze ware aard en waarden herontdekken en herdefniëren, zekerheden loslaten, zelfontwikkeling bewerkstelligen, nieuwsgierigheid en verwondering koesteren, het ‘nutteloze’ op het voorplan plaatsen, creatieve denkrichtingen verkennen en nieuwe levenspaden bewandelen. En waarom niet verfrissende doelstellingen en veranderingen defniëren, zowel voor onszelf, de ‘andere’, het collectieve, als voor de natuur en onze overhitte planeet en defnitief onze angstcultuur opzij schuiven. Dit lijkt me het juiste moment om onzekerheid, onrust en twijfel om te zetten in creativiteit en inspirerende acties buiten de bekrompen grenzen te bewerkstelligen. Wij keken steeds graag naar onze kerktoren. Kruip erop en kijk naar verder. Eenmaal op de top van de berg, gewoon verder vliegen...
Zoals Friedrich Hölderlin het mooi verwoordde: “Waar gevaar is groeit het reddende” en Carl Gustav Jung het kernachtig resumeerde voor onze axiale periode: “Wie naar buiten kijkt droomt, wie naar binnen kijkt ontwaakt.” Arthur Schopenhauer biedt tenslotte een geschikte formulering aan in mijn hierboven vermeld denkperspectief: “Talentvolle mensen kunnen een doel bereiken, dat onzichtbaar is voor anderen. Geniale mensen kunnen doelen bereiken, die voor anderen niet waarneembaar zijn.” Ik zou in dit verband willen pleiten voor een rustige herbronning, via een paar diepmenselijke, cultuur gedreven, zoekende ‘geniale’ geesten.
Al dit zijn slechts mijmeringen, beschouwende gedachten en bedachtzame bedenkingen, ontsproten uit een nomadische geest, in deze quarantainetijden, vanuit een stil, oud begijnhof, O.L.Vrouw-ter-Hoyen in Gent. Ja, en dit geïnspireerd door een vervlogen Nieuwjaarskaart.
En jammer genoeg ... zal er tenslotte maar weinig ... veranderen! Zolang wij maar levensbeamend en bezield veranderen.
Hier in huize Sint Joris laten we deze weken de wolken en vogels rustig hun werk doen en zijn vooral gelukkig dat de zon haar mooiste glimlach laat schitteren. De frisse schoonheid van de lente openbaart zich inmiddels alom. Barbra en ik hebben onze legpuzzelkultuur aangescherpt,
(een zeer mooie van het Lam Gods en een Breugheltafereel), we blijven lezen in de schaduw van de avond en de zang van de vogels, voelen regelmatig onze creativiteit opborrelen (ik ging vorige week zelfs een boom schetsen in het Muinkpark, vlakbij) en beleven deze heikele periode, zoals we steeds deden in ons druk uitdagend leven, in alle doorleefde aanvaarding en bezonken gemoedsrust. We hebben het grandioze geluk gehad dat we met twee waren en elkaar reeds 57 jaren ‘verdragen’, maar vooral ‘dragen’...
Wat ik wel mis zijn de stimulerende verre reizen en de Krookbibliotheek.
We voelen wel, -het waart bijna fysisch in de lucht-, de troebele destabilisatie van de wereld rondom ons en blijven menselijk bekommerd voor de economischsociale gevolgen voor de maatschappij op langere termijn.
Wat we wel kunnen aanscherpen voor de toekomst is: integriteit, generositeit, traagheid, tolerantie, mededogen, wijsheid en liefde.
Zaterdag 18 april: vol goeie moed vertrekken, een rustige winkel vinden(J), je handen moeten ontsmetten en dan …
Door de luidsprekers schalt veel te veel dat je maar 30 minuten tijd hebt waardoor het stressniveau onmiddellijk in het rood gaat en ik er uiteraard veel langer over doe. Om de zoveel gangen dezelfde medewerker tegenkomen waardoor
ik denk: ”Fuck! Die gaat door hebben dat ik hier al veel te lang loop!” (Nog meer stress).
Uiteraard de totaal verkeerde dingen uit de rekken pakken omdat je door de stress niet meer helder denkt en die dan schuldbewust zo onopvallend mogelijk terugzetten (het gaat hier enkel om verpakte dingen).
Om dan -eindelijk-, redelijk uitgeput aan de kassa te geraken. Buitengaan met een veel te dure rekening, want ja: ge moogt nu toch ne keer wat meer lekkere dingen kopen… En dan naar huis fetsen om daar gelijk ne pudding ergens neer te ploffen en te bleiten.
Om daarna terug recht te staan en voort te doen…
Corona crissis / Paul
De corona crisis betekende voor mij, dat het bedrijf waarvoor ik werk, heel snel besliste, dat bijna iedereen van thuis moest werken. Dat had ik nog nooit gedaan. Het was wel wennen. Ik stapte over, van 2 grote computerschermen, naar slechts 1 veel kleiner scherm, van een laptop. Maar na een week, wordt een mens daar ook gewoon aan. Het zijn harde en geen evidente tijden. Maar wat ik o.a. uit deze quarantaine haal is, hoe stil het wel kan zijn in de stad, zeker als je zo ‘s avonds, nog een wandeling doet. (Als je op een appartement woont, is het toch wel belangrijk, 1 wandeling per dag, voor de gezondheid, en voor de werkstress wat te doen verdwijnen) Die grote stilte, die veel minder prikkels, daar kon/kan ik eigenlijk wel van genieten. Niet iedereen zal dat zo ervaren, het is gewoon mijn persoonlijke ervaring.
Nu ik vergeet nooit, dat veel mensen zeer ziek zijn geweest, of nog zijn.
En ik vergeet nooit de toch vele doden die er zijn. De papa en de mama van een heel goede vriend van ons, zijn met een week verschil, allebei overleden tengevolge van Corona. Ze zijn overleden in Limburg.
Buurvrouw Elly Bogaert nam recent haar intrek in het huis H. Johannes in de olie (163). Zij schrijft ons:
Hoe ziet mijn dag eruit in deze tijd van Corona-crisis? Ik voel mij niet gestraft met deze verplichte afzondering door het Corona-virus, hier in mijn nieuwe woonst in het prachtige Begijnhof. Ik lees, ik schilder en applaudisseer iedere avond om 20 uur voor de helden van onze samenleving.
Hierbij voeg ik nog een gedicht van Fernando Pessoa:
Er zijn ziekten erger dan ziekten, Er zijn pijnen die geen pijn doen, zelfs niet in de ziel, Maar pijnlijker dan alle andere. Er zijn gedroomde angsten, werk’lijker Dan die welke het leven met zich brengt, er zijn gevoelens Die men voelt alleen door ze te denken En die meer de onze zijn dan ’t leven zelf. Er zijn zo vele dingen die, zonder bestaan, Bestaan, die tergend traag bestaan En tergend traag de onze zijn, de onze en onszelf… Boven het troebel groen van de brede rivier De witte circumfexen van de meeuwen…. Boven de ziel de nutteloze wiekslag Van wat niet was, ook niet kon zijn en alles is.
Geef mij nog wat wijn, want het leven is niets. (19.11.1935) Fernando Pessoa
Nostalgie en Corona / Nicole
“Ge moet een doel hebben in uw leven”, zei mijn pa altijd. Met die gedachte in mijn achterhoofd zocht ik dus naar een doel in deze corona tijden. Wat als ik eens de nostalgische toer opging?
Dan eerst met de fets terug naar Destelbergen, mijn geboortedorp. De bakkerij die mijn ouders gestart waren ergens na de Tweede Wereldoorlog staat er nog! Nu is die van Aernoudt, een keten waar mijn pa vroeger geen goed woord over kwijt kon: hij hield niet van ketens... Nu was er niemand aan de grot behalve ik en twee agenten op patrouille. Ik zag ze daarna nog aan het Hotel de Lourdes staan. Waarschijnlijk hadden die net zoveel goesting in een wafel met slagroom als ik.
Bergenkruis was mijn volgende bestemming, een bedevaartsoord waar op Onze-Lieve-HeerHemelvaart een openluchtmis werd gevierd. Wij gingen daar naartoe voor de Kermis want die hoorde er ook bij. En op andere dagen was het de favoriete plek om je eerste sigaret te roken of voor verliefde koppeltjes om er in alle rust en stilte te kunnen vrijen...
In de lagere school trokken wij te voet van het dorpsschooltje naar de grot in Oostakker-Lourdes maar wij wisten wel dat die uitstap zou eindigen in de speeltuin van ‘t Boerenhof. Daarom stapten we extra goed door. De kastelenroute is mijn volgende doel en zo slijten wij onze dagen, mijn fets en ik.
Een geluk bij een ongeluk, zo noem ik het graag. Door de coronacrisis bevind ik mij nog steeds op een heuvel aan de oostkust van de Zwarte Zee vlakbij Batumi in Georgië. Sinds 2008 loopt hier ons project waarbij wij roofvogels monitoren (we tellen er elk jaar meer dan een miljoen) die in de herfst van hun broedgebieden in het noorden (vooral Rusland) naar hun overwinteringsgebieden (Afrika, Arabisch schiereiland,...) vliegen. Dit jaar doen we voor de tweede keer een telling in de lente om te zien hoe groot de migratie is en of die vogels dezelfde routes nemen op hun weg naar het noorden. Deze heuvel ligt strategisch tussen de Hoge Kaukasus en de Zwarte zee. Roofvogels vermijden het vliegen over zee (geen thermiek) en over de bergen (vaak slecht weer) en zo ontstaat hier een soort fessenhals waar ze allemaal doorheen moeten. 21 maart zou ik terugkeren, maar de corona besliste daar anders over. In Georgië heeft men de crisis voorlopig nog steeds zeer goed onder controle. Ze zijn heel snel in lockdown gegaan en dat werpt zijn vruchten af. Het leven in de dorpen hier is ook helemaal anders dan bij ons. Er zijn hier geen restaurantjes, cafe’s, cinema’s,... De mensen verplaatsen zich hier veel minder en leven ook voor een groot deel van wat ze zelf gekweekt hebben in de tuin. Ik leef hier als het ware in een natuurlijke isolatie met de 4 andere tellers en de drie leden van het gezin van het huis waar we in leven. Als we al eens naar de winkel moeten, is dat met mondmasker, handontsmetting en met de nodige afstand. Het leven is hier heel klein geworden. Ik leef van wat ik mee had in mijn rugzak, 7 t shirts, 7 onderbroeken,...(wij hebben wel een wasmachine hoor) en Netfix op de telefoon voor op
de regendagen. Gelukkig bestaat er ook het videocallen om contact te houden met het thuisfront. Het is louterend om zo’n lange periode met zo weinig gelukkig te zijn. Na een tijdje mis je het materiële niet meer, familie en vrienden natuurlijk wel. Ik hoop ergens in mei terug naar Belgie te kunnen terugkeren, maar die 14 dagen quarantaine trekken mij helemaal niet aan. Ik mis het Begijnhof, maar zal er dubbel zo hard van genieten als ik terug ben. Zorg goed voor elkaar!
Voor meer info, zie: www.batumiraptorcount.org of www.facebook.com batumiraptorcount
Sprokkel - bedenkingen / Sonja
• Vroeger hield men de gordijnen angstig dicht, nu staat alles open om beertjes te laten buiten kijken. • Nooit zoveel jonge papa’s en baby in buggies gezien. • Is oma dood, vroeg de kleinzoon van een vriendin? Ik mis het dat ik mijn moeder geen bezoekje kan brengen, hoorde ik van een andere vriendin. Ik ben nu blij dat ik geen kleinkinderen, noch ouders meer heb… • Ik denk elke dag aan de gevangenen met wie ik correspondeer die al jaren in een cel zitten en er 1 uur per dag uit mogen. Tot ze op de tafel liggen en ze vermoord worden met “euthanasiespuitjes”.
• Heerlijk zo’n strijd tegen het zevenblad of tuinmansverdriet in duistere tijden. • Ik mag eindelijk de straat dwars oversteken of ik moet niet wachten tot het voor mij groen is. Zelf op de Gentse ring en zelfs wanneer ik een politiecombi in de verte zie. • Vroeger witte lakens tegen vervuiling nu als bedanking. • Spijbelen voor het milieu mocht niet, nu moeten ze spijbelen en mogen ze niet op straat komen. • Grappen zoals in de Ceausescuquarantaine. • Rijen aan de winkels zoals in voormalige Oostbloklanden, alleen nu niet heel dicht bij elkaar.
• “Liever zo, dan sta ik niet meer in de fle!”, zegt een opgeroepen technieker. • Mensen deugen (schrijft
Bregman), maar blijven onbeleefd. • Vanop een afstand is iedereen (of bijna) vriendelijk • Zaterdag aan de route langs de oude Schelde-arm: nooit zoveel volk gezien, en koereurs nog meer. • Nooit zoveel virtuele knuffels en zoenen gehad. • Meer verdienen omdat het werk een inbreuk pleegt op het sociale leven. Ook na Corona een argument?
Paashaas spelen aan Brugse Poort en Van Beverenplein. Israe, Arwa, Said, Aboubakr, Sauda, Rajana, Magomed en Junus hadden het mij al enkele maanden geleden gevraagd: “mogen we weer eitjes komen zoeken in jullie mooie bos?”. Bos, dacht ik? Voor hen die in een huisje of appartement zonder tuin leven, was ons parkje natuurlijk een “bos”. Wat een ontgoocheling dus voor hen toen ik hen moest melden dat ze dit jaar niet naar het “bos” mochten komen. Ik nam me voor wel zelf paashaas te spelen. Ja, sorry voor de offcieel niet “essentiële verplaatsing” maar ik trok zelf naar hun buurt. Toen ik belde dat ik “iets” aan de deur zou leggen, hoorde ik al een gejoel. Niet alleen voor mij noch voor de eitjes maar vooral omdat ze eens iemand
anders zouden zien (en nog aan de stoep aan de overkant ) dan mama en papa. Beiden kunnen niet uit werken en het parkje niet ver van hun deur was met lint afgesloten. Israe en Arwa zaten al bijna een maand binnen.
Bij Sauda, Said en Aboubakr hetzelfde verhaal. Grote zus Khadidja stuurde me smartphone zoenen van de hele familie en zei nog dat iedereen gezond was maar dat mama een beetje zenuwachtig wordt met al de kinderen thuis.
Bij Al-Zhanna waren er meer geluiden te horen. Aan hun appartement is een balkonnetje waar de was hing te drogen. Natuurlijk kwamen ze nu allen buiten staan om mij te groeten.
Ook Magomed mocht voor het allereerst eens recht staan om me beter te zien. Grote broer Nasruddin toonde mij de oefeningen die hij samen met zijn jongere broer en zus afgewerkt had. Mama wou mij een koffe aanbieden en dacht hoe zij het met een katrol-systeem zou kunnen realiseren. We hebben gelachen en ik moest beloven dat ik na die quarantaine regelmatig zou komen eten….
Ik was pas thuis toen ze mij Whatsappte: “Ik heb zo veel geweend nadat je weg was”.
Goed om ook eens uit ons schitterend park, bos, voor- en achtertuintjes te ontsnappen. Het is echt niet overal zo feëriek als in ons begijnhof.
En wat na de quarantaine? / Sonja
Natuurlijk hunkeren we nu al naar het einde van deze quarantaine! Maar… we moeten echt nog een tijdje volhouden! En denken aan al de mooie dingen die na de lockdown (light versie) in ons Begijnhof kunnen gebeuren. De kinderen (en creatieve volwassenen) kunnen nog altijd eitjes beschilderen die op het nest van de paashaas moeten gelegd worden. Als alles weer “normaal” is geworden zullen deskundigen (en daarbij is zeker de initiatiefnemer William) uitroepen wat nu het mooiste ei is. En vanzelfsprekend zal er een prijsje aan verbonden worden… En weet je echt niet meer wat te doen in deze stille tijden? Waarom geen groot rood hart schilderen op een afgedankt wit laken of ander doek (zie pag. 10)? De dag dat met toeters en bellen en trommels zal aangekondigd worden dat we weer (een beetje) normaal kunnen doen, kunnen we misschien (zoals op Pasen, zie pag. 4) opnieuw onze poortjes openzetten of een stoel op straat zetten om samen te klinken (zal nu van wat dichterbij kunnen…). Dan zal het ook het moment worden om de nieuwe bank (zie pag. 10) met wat luister in te huldigen. De milde schenkers Ilse en Alex kunnen alvast al merken dat hun cadeau heel erg gesmaakt werd. Aan de jaarlijkse picknick durven we nog niet denken… maar ook zonder festiviteiten kunnen we het met zijn allen ook goed maken. Niet?