Ons Begijnhof in Coronatijden
Het Coronavirus & Sint Corona
Tekst: Marc
Het onderwerp van vandaag, wereldwijd: Het Coronavirus! In de kathedraal van de Duitse stad Aken is een oude patroonheilige van onder het stof gehaald, (mijn inziens had men dat beter niet gedaan). Het gaat om niemand minder dan Sint Corona, de heilige – niet verzonnen – te aanroepen voor het doorstaan van epidemieën!
Coronaschrijn uit de Akense domschatkamer (foto: Andreas Steindl)
Als heilige komt ze in ons begijnhof niet voor. Omwille van haar geloof zou ze gedood zijn door haar tussen twee palmbomen (eerst naar mekaar gebogen) te hangen, en de bomen dan uit mekaar te laten zwiepen. Haar naamfeest valt op 14 mei.
manier gaat muteren, meer bestand is tegen bijv medicatie, vaccins, gemakkelijker overleeft in barre omstandigheden, het menselijke weerstandsvermogen (immunologische reacties) zwaarder op de proef gaat stellen, kortom, het lichaam zwaarder op de proef stelt, dan wordt een
Bacteriën en virussen hebben meestal een zeer wetenschappelijk klinkende naam. Het virus dat in deze tijden de wereld teistert heeft een uitspreekbare, zelfs aangenaam klinkende naam: Corona? Een ‘Corona’ dat is een kroon, maar dan in het latijn. Wat is het verband met dit helse virus? Virussen, die onder de naam Corona vallen, hebben alle een typisch vorm: ze zijn min of meer bolvormig en hebben over hun oppervlak uitwaaiende uitsteeksels. Voor iedereen ondertussen een vertrouwd beeld, want zowat overal gebruikt als afbeelding, al dan niet esthetisch gestyleerd. Onder de elektronen microscoop ziet het eruit zoals op de afbeelding te zien is. Samen met een groep andere virussen van de familie ‘rhinovirus’ werken zij in op onze luchtwegen en zorgen zo voor verkoudheden, griep en erger. Indien die virussen voor eerder kleine ongemakken zorgen schrijven we die nogal gemakkelijk weg als ‘banale’ virussen’. Virussen hebben de neiging om zich snel voor te planten, en terzelfdertijd regelmatig lichtjes te veranderen, te muteren. Meestal is dat niet onze zorg, maar indien een virus op een ‘kwaadaardige’
groot probleem gecreëerd. Die virussen van het Coronatype zijn ons om die reden welbekend en baren wetenschappers, met name virologen, nogal wat zorgen. Zo leerden we SARS CoV (Severe Acure Respiratory Syndrome) kennen in 2003. Dat was voor ons een ver-van-ons-bed-show, want de ziekte kwam amper weg uit Azië. MERS CoV (Middle East Respiratroy Syndrome) kwam al wat dichterbij in 2012. Dit virus verspreide zich al vrij behoorlijk van Europa tot Nieuw Zeeland. Zulk een grote uitbarsting wordt een epidemie genoemd. Indien het virus toeslaat op meerdere continenten wordt de naam pandemie gebruikt. Omdat het muterende karakter van het virus ervoor zorgt dat het koffiedik kijken is, is het voor virologen wereldwijd gissen hoe het virus opnieuw zal toeslaan, is het ook bijna ondoenbaar om vooraf
6
medicatie, vaccins, … op punt te stellen. Ergens is het afwachten… En dan kwam einde 2019 plots bericht uit China: in de miljoenenstad Wuhan was een nieuwe mutatie opgemerkt die wild om zich heen sloeg. Corona was de triviaalnaam van bij de start, maar na verder genetisch onderzoek gebeurde de officiële naamgeving: SARS-CoV 2. De veroorzaakte ziekte werd Covid 19 gedoopt. De naam Coronavirus is echter vandaag zo goed ingeburgerd dat gemeenzaam deze naam gebruikt wordt in plaats van de wetenschappelijke naam. Dit gemuteerde virus deelde zich snel, had een slechts een beperkte tijd nodig om een infectie te veroorzaken, haalde verwoestend uit in het lichaam van eerder al verzwakte patiënten én was zeer besmettelijk. Het virus kan zich overzetten van een besmette persoon, (nog) zonder klachten naar een andere persoon. Het virus heeft geen vleugels en kan dus niet vliegen. Het heeft een drager nodig: overdracht van huid naar huid kan. Binnendringen via voor de hand liggende openingen in het lichaam, mond, neus, oren, wondjes, is een fluitje van een cent. Al kan het niet vliegen, het virus kan wel overgezet worden via een drager type speeksel, snot, … Praten met iemand op heel korte afstand kan voor overdracht zorgen via minuscule vochtdruppeltjes, niesbuien kunnen al een grotere afstand overbruggen. Dat wordt dus opletten en moeilijk in de praktijk om de verspreiding tegen te houden. Het verhaal van de mondmaskers is hieraan gekoppeld: mond en neus zijn maar een klein deel van de toegangspoorten van het lichaam en bieden dus maar een kleine bescherming. Deze maskers worden wel efficiënter indien ze gedragen worden door geïnfecteerde personen: zo brengen zij minder zwevende (met virus!) vochtdruppeltjes in de lucht en beschermen zij hun