Bejo magazine 2018/2019
Exploring nature never stops
pagina 10
pagina 16
pagina 20
Het echte veredelen gebeurt op het veld
Ontwikkeling van resistente rassen
Proefstations wereldwijd
Inhoud Bejo magazine
10
12
20
2
Bejo magazine
03
Voorwoord
04
Exploring since...
05
Bejo zet proeven breed uit in de wereld
06
Open Dagen 2018
09
Bejo introduceert nieuwe duurzame zaadcoating
10
Het echte veredelen gebeurt op het veld
12
Bejo productie: een bijzondere wereld
14
Wist u dat...
16
Ontdekken natuurlijke resistentie in groentegewassen gaat altijd door
20
Proefstations wereldwijd
22
Bijen en Bejo: natuurlijke partners in productie groentezaden
24
‘Ik wil als ondernemer bij klanten aan tafel zitten’
26
‘Kwaliteitscontrole van cruciaal belang’
28
De weg van uienzaad
30
Focus op prei, venkel en familie
Opmaak JEEN communicatie
32
‘Anders denken over de teelt’
Drukkerij Badoux
34
Telers in agrarische ontwikkelingsgebieden: kennis is key
36
Even voorstellen
39
B-Mox zaadverrijkende formule
Dit Bejo magazine is een uitgave van Bejo Zaden B.V. Postbus 50 1749 ZH Warmenhuizen T: 0226 396 162 F: 0226 393 504 E: bejonl@bejo.nl W: www.bejo.nl Eindredactie Karina Hens Redactie Robert Schilder Mirjam Both Corina Huiberts Karina Hens Tekstschrijvers Robert Schilder Jelger van Weydom Karina Hens Mirjam Both Jeroen Vissers JEEN Fotografie Design in Beeld Petra Tesselaar Karina Hens Dirk Vanparys Bejo Australië, Argentinië, Verenigde Staten, China, Guatemala, India, Italië, Polen, Spanje, Turkije, Vietnam Ontwerp Nathalie España
Aan de in dit Bejo magazine vermelde informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen of gedeelten daarvan is uitsluitend toegestaan na toestemming van Bejo Zaden B.V. en onder bronvermelding.
VOORWOORD
Exploring nature never stops Geachte partner, Voor u ligt het corporate magazine van Bejo. Anders dan u van ons gewend bent is het thema dit keer niet een speciaal gewas, zoals wortel of brassica, maar geven we verdieping aan wat er zich achter de schermen van ons bedrijf afspeelt. We laten u graag zien welke weg het zaad aflegt en wat er allemaal bij komt kijken om de juiste rassen, met de juiste zaadbehandeling, in de juiste verpakking op tijd bij u aan te leveren. Bejo is een familiebedrijf met een down-to-earth mentaliteit. Onze mensen komen graag bij u op bezoek om uw percelen te bekijken en met u van gedachten te wisselen over onze rassen en te filosoferen over waar de markt nu en over 10 jaar behoefte aan heeft. We hechten veel waarde aan rechtstreeks contact met de teler en streven ernaar advies op maat te leveren. We investeren in opleiding en delen deze kennis graag met u. Uw bedrijf en ook ons verkoopteam beweegt met de markt mee. Waar onze teeltspecialisten in het verleden eerder regio georiënteerd opereerden, doen we dit nu meer op gewasniveau. Zo wordt hun specialisme nog sterker en kunnen wij u de kwaliteit leveren waar u behoefte aan heeft om samen tot mooie resultaten te komen. Bejo is een bedrijf dat de directe en indirecte klant centraal stelt. We vragen ons altijd af wat een verandering binnen onze organisatie voor u betekent. Vaak is een verandering een gevolg van een wijziging in de wet. Dit laatste komt steeds vaker voor, zeker als het gaat over mogelijkheden die wij hebben in veredeling en zaadbehandelingen. Voorbeelden hiervan zijn het per direct verdwijnen van Cruiser als insecticide, ter bestrijding van de wortelvlieg bij de teelt van wortelen. Maar ook het verdwijnen van Mundial per maart 2019 als insecticide, ter bestrijding van uienvlieg. Daarnaast staan vele fungiciden ter discussie of zijn al verdwenen.
Dit betekent een enorme uitdaging voor ons om u zaad te kunnen blijven leveren dat vrij is van ziektes en waarmee u een zo klein mogelijk risico loopt op het mislukken van meestal dure teelten. Bejo onderzoekt en ontwikkelt steeds meer niet-chemische zaadbehandelingen en loopt daarin voorop in de markt. Mooie voorbeelden zijn onze intern ontwikkelde warmwater-, stoomvacuüm- en heteluchtbehandelingen. Met deze methodes kunnen wij gewas- of zelfs rasspecifieke zaadbehandelingen geven die zowel geschikt zijn voor biologische als gangbare teelten. Naast deze behandelingen hebben wij ook een zaadverrijking ontwikkeld onder de naam B-Mox. B-Mox zorgt o.a. voor een makkelijkere weggroei, sterker wortelgestel en verbetering op uniformiteit en bewaarkwaliteit. Seizoen 2018 kende extreme weersomstandigheden waardoor u tot het uiterste moest gaan om zorg te dragen voor een redelijke opbrengst van een goede kwaliteit. In het vroege voorjaar werd u geconfronteerd met wateroverlast en tijdens de zomer volgde extreme droogte in combinatie met extreem hoge temperaturen. In veel gevallen is het u toch weer gelukt om een super gezond en mooi product te telen waar de consument heel blij mee is. Dat is gezien de omstandigheden een knappe prestatie waar u best trots op mag zijn. De toekomst zal ons blijven uitdagen en daarom hechten we zoveel belang aan onderzoek. Het ontdekken van de natuur houdt nooit op. Als specialist bouwen we graag mee aan een gezonde toekomst van uw bedrijf. Wij wensen u veel succes! Robert Schilder Salesmanager Benelux en Scandinavië
Bejo magazine
3
Exploring since...
1899 JACOB JONG GAAT PIONIEREN IN HANDEL VAN ZAAD
1912 COR BEEMSTERBOER BAKKERSZOON BEGINT IN DE ZAADHANDEL
EXPANSIE BEJO MET VESTIGINGEN IN EUROPA
80s
1978 FUSIE BEEMSTERBOER EN JACOB JONG TOT BEJO ZADEN NA SUCCESVOLLE SAMENWERKINGOP VLAK VAN VEREDELINGSTECHNIEKEN
90s
EN HYBRIDISATIE
OPMARS RESEARCH MERKERTECHNOLOGIE
1997 SKAL-CERTIFICERING
INTRODUCTIE VAN NIET-CHEMISCHE ZAADBEHANDELING: WARMWATERBEHANDELING
1998
ORGANIC
2015 2017
SLA WORDT TOEGEVOEGD AAN HET BEJO-ASSORTIMENT
EERSTE RASREGISTER‘OLIVER’, TPS (TRUE POTATO SEED = AARDAPPELEN UIT ZAAD)
2017 VEREDELING BIJEN NEEMT EEN TOEVLUCHT
heden HOOFDVESTIGING WARMENHUIZEN UITGEBREID MET NIEUWE ZAADOPSLAG VAN 10.000M2 EN EEN NIEUW ONDERZOEKSLABORATORIUM.
4
Bejo magazine
PROEVEN
Bejo zet proeven breed uit in de wereld Veredelaars van Bejo werken nauw samen met telers, verwerkers en supermarkten om nieuwe rassen op de markt te brengen. Het duurt gemiddeld acht tot tien jaar voordat een ras commercieel inzetbaar is. “Van de duizenden kruisingen die we maken, halen er maar een paar de eindstreep”, zegt Salesmanager Benelux en Scandinavië Robert Schilder. “We zijn op zoek naar de meest robuuste rassen, rassen met toegevoegde waarde.” Bejo heeft in elke klimaatzone veredelingsstations gevestigd. “We vinden dat we moeten veredelen in het gebied waar het product staat”, aldus Schilder. “Rassen zijn robuust als ze onder een breed scala aan omstandigheden goed gedijen. Dat betekent onder andere dat ze goed tegen stress moeten kunnen, een sterk wortelstelsel hebben en een natuurlijke weerstand hebben tegen insecten en ziekten. Ook speelt smaak een belangrijke rol”, vertelt de Salesmanager Benelux en Scandinavië.
Genetica
Om tot het gewenste ras te komen, probeert een veredelaar goede genetica in te kruisen door gebruik te maken van nieuwe en bestaande ouderlijnen. In een screeningsproef (eerste selectiefase) en VO-proef (Voortgezet Onderzoek) worden alle gemaakte kruisingen getest. Daarbij vindt een positieve selectie plaats: lijnen en kruisingen die voldoen aan de door ons gestelde criteria gaan door naar de volgende fase in het veredelingsproces en uiteindelijk naar de praktijk als commercieel ras. Lijnen en kruisingen die meerdere malen niet voldoen, vallen af en verdwijnen uit dit proces. “Afhankelijk van de kwaliteit trekken we voor deze proeven minimaal drie jaar uit
om zo voldoende gegevens te genereren. De proeven staan breed uit in de wereld”, zegt Schilder. “We willen data vanuit alle klimaatzones hebben.”
Proeven bij telers
Als een potentiële kruising op meerdere locaties en meerdere jaren positief opvalt, krijgt deze een Bejo-nummer. Vanaf dat moment worden bij telers kleine proeven gedaan, legt de Salesmanager uit. “We werken veel met tweejarige gewassen, zoals bijvoorbeeld wortelen, uien, rode bieten, kool en knolselderij. Zij gaan pas in het tweede jaar doorschieten, bloeien en zaad geven. Dit kost dus meer tijd dan dan bij eenjarige gewassen zoals sla, andijvie en spinazie. Deze gewassen produceren in het eerste jaar al zaad. Als de zaadproductie op niveau is om grotere proeven te doen, schalen we op. Tijdens de proef kijken we hoe een ras het bij een teler doet wat betreft teelt, rooien, bewaren en verwerken. We hebben veel kennis over onze ouderlijnen en weten van tevoren waar we een nieuw ras kunnen positioneren en wat de toegevoegde waarde is, maar in de praktijk kom je wel eens voor verrassingen te staan. Vandaar dat een ras breed wordt getest, vooraleer we het op de markt brengen.”
Bejo magazine
5
Van 25 tot en met 29 september 2018 vonden de jaarlijkse Bejo Open Dagen plaats op de terreinen rond het hoofdkantoor te Warmenhuizen. Telers van over
Bejo Open Dagen
de hele wereld reisden af naar Bejo om nieuwe rassen te ontdekken en kennis over de markt te delen. Op deze pagina’s een beeldimpressie:
De welkomsttent, de ingang van het Open Dagen terrein
Op de demovelden worden de nieuwe rassen voorgesteld
6
Bejo magazine
Bezoekers kunnen kiezen tussen een rondleiding over zaadkwaliteit of door het onderzoekscentrum
OPEN DAGEN
Tijdens de kookdemonstratie worden de gasten getrakteerd op gezonde en lekkere hapjes
In de producttent worden nieuwe rassen en nieuwe concepten gepresenteerd
Bejo magazine
7
Kennismaking met de imkers en de rol van de bijen
Bejo organiseerde dit jaar één symposium met als thema ‘Spruitjes’ en één symposium speciaal voor de plantenkwekers
8
Bejo magazine
De mechanisatieshow is al jaren een vaste waarde op de Bejo Open Dagen
ZAAD COATING
Bejo introduceert nieuwe duurzame zaadcoating Innovatie bij Bejo vindt op meerdere werkgebieden plaats en zeker ook op het gebied van de nieuwste schonings- en bewerkingstechnieken. Met de meest moderne apparatuur en met behulp van nieuwe technologieën zorgen we ervoor dat alleen de beste zaden bij onze klanten terechtkomen. Eén van de nieuwste ontwikkelingen op dit vlak is onze introductie van een nieuwe duurzame coating. De coating van het zaad zorgt voor een gladder zaadoppervlak en daarmee een verbeterde verzaaibaarheid. Dankzij de toegevoegde kleur is het zaad beter zichtbaar in de grond. De kwaliteit van de coating is daarom zeer belangrijk voor telers. Bejo heeft binnen de markt gezocht naar een duurzamer type coating en is daarbij op een receptuur uitgekomen die samengesteld is uit natuurlijke materialen. De coating wordt dus volledig organisch afgebroken in de grond. Bovendien biedt de coating grote voordelen op het gebied van droogtijd: deze wordt teruggebracht van 15 naar 5 minuten. Dit heeft als voordeel dat de vitaliteit van het zaad behouden blijft. Bovendien neemt het energieverbruik af zodat het milieu minder belast wordt. Afhankelijk van wet- en regelgeving kunnen er aan de coating werkzame
stoffen worden toegevoegd die dienen voor een betere bescherming van het zaad in de eerste levensfase. Het gebruik zal gefaseerd ingevoerd worden: bij rode biet is reeds gebruik gemaakt van de nieuwe coating. Wij zullen deze – na een periode van uitvoerig testen – ook voor andere gewassen gaan implementeren. Dit geldt in eerste instantie voor wortel, ui en spinazie. De coatingsvloeistof heeft volledige erkenning van SKAL en staat geregistreerd op de biologische inputlijst. De voorbereidingen om ook het biologische assortiment van de vernieuwde coating te voorzien zijn reeds in volle gang. Wij verwachten dat de implementatie vanaf september 2019 zal plaatsvinden. Op termijn zullen biologische zaden zich onderscheiden door een nieuwe herkenbare kleur.
Bejo magazine
9
Veredelaar Bert Janssen zoekt naar nieuwe rassen
‘ Het echte veredelen gebeurt op het veld’ “Veredelen is vooruitzien. Wat worden de trends in de markt, wat doet de wet- en regelgeving en wat wenst de teler? De functie van veredelaar is heel divers”, zegt Bert Janssen, veredelaar bij Bejo. “We analyseren data op kantoor, voeren gesprekken met de verkoop, zetten nieuwe proeven op en doen fundamenteel onderzoek. Geen dag is hetzelfde. Dat is zo mooi aan deze baan.”
10
Bejo magazine
Wie denkt dat een veredelaar vooral bezig is in het lab om nieuwe rassen te ontwikkelen, komt bedrogen uit. Het echte veredelen gebeurt op het veld, benadrukt Janssen. “Ons vak is heel klassiek. Alles wat je selecteert, doe je op het veld. Van mei tot kerst lopen we buiten met laarzen en een regenpak aan proeven te beoordelen en te selecteren. Buiten zie je de verschillen tussen de rassen: hoe reageren planten op klimaat, insecten en ziekten? Hoe zwaar is een kool, hoe is de binnenkwaliteit en welke ziekten zie je op het blad? Al deze aspecten spelen mee in het selecteren van de juiste rassen.”
Robuuste gewassen
“Eén van de trends binnen de veredeling is het veredelen van robuustere gewassen in de verschillende klimaatgebieden. De uitdaging is de zoektocht naar een combinatie van robuustheid en kwaliteit”, zegt de veredelaar. “Je probeert rassen te maken die tegen een stootje kunnen door resistentie of tolerantie tegen ziekten en plagen in te kruisen en die bestand zijn tegen wisselende klimaatomstandigheden. Maar je moet ook
VEREDELING
rekening houden met de overige wensen van de teler en de consument. Een teler vraagt om kwaliteit en uniformiteit. De consument wil een mooi en lekker product in de supermarkt.” De veredelaars onderhouden nauw contact met het verkoopteam van Bejo. De verkopers zijn de oren en ogen in de markt, aldus Janssen. “Zij weten wat de trends zijn, krijgen feedback van de telers, tussenhandel en supermarkten en horen wat er voor verbetering vatbaar is. De markt is zeer bepalend voor een veredelaar”, zegt hij, “en ook zeer divers. Oost-Europa kent een grote markt voor de primeurteelt. In WestEuropa wil men bijvoorbeeld een harde kool voor de lange bewaring. In Midden-Amerika wordt een kool geteeld, die met omblad wordt geoogst, om het product tegen beschadigingen tijdens het transport te beschermen.”
Rassenontwikkeling
Janssen merkt een sterke vraag uit de markt naar rassen met resistenties tegen ziekten en plagen nu telers steeds minder chemische gewasbeschermingsmiddelen willen en
mogen gebruiken. Veel telers nemen ook hun eigen verantwoordelijkheid en wachten niet op een verandering in de wetgeving. “Het kost jaren van onderzoek om ziekte-resistentie in te kruisen”, zegt hij. “Bejo verkoopt hybride rassen. Een hybride ras bestaat uit een vader- en moederlijn. We proberen eerst de ideale vader- en moederlijnen te ontwikkelen, aan de hand van de marktvraag. Dat gebeurt veelal op de traditionele manier van selecties maken op het veld, maar we beschikken tegenwoordig ook over technieken die dat proces met enige jaren kunnen versnellen, zoals microsporencultuur en merkertechnologie.”
V.l.n.r. Miranda Ruiter (onderzoeker), Jan Sybe Wijngaarden (veredelaar), Bert Janssen (veredelaar) en Jan-Dick Ligthart (onderzoeker)
EXPLORING NATURE NEVER STOPS VOLGENS BERT JANSSEN “HET KOST JAREN VAN ONDERZOEK OM ZIEKTERESISTENTIE IN TE KRUISEN.”
Maar ook een veredelaar heeft geen glazen bol waarmee hij in de toekomst kan kijken wat de marktwensen worden, besluit de veredelaar. “Het is daarom belangrijk om een uitgebreide genetische poule te creëren, waardoor we genoeg mogelijkheden hebben om op die toekomstige wensen in te spelen.”
Bejo magazine
11
Bejo productie: een bijzondere wereld Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, als teler heb je altijd de beschikking over zaad van de beste rassen. Bejo ontwikkelt deze rassen en zorgt ook voor de productie van het zaad. De grillen van de natuur waar telers mee te maken hebben, gelden ook voor Bejo. Hoe zorgt Bejo er dan toch voor dat er voldoende zaad beschikbaar is? In totaal beslaat het wereldwijde productieareaal van Bejo enkele duizenden hectares. Binnen de organisatie is de wereld verkaveld in drie ‘percelen’: 1. Europa en Afrika, 2. Azië en Zuid-Amerika (inclusief vruchtgewassen) en 3. Australië, Nieuw-Zeeland en Noord-Amerika. Wil Jorink is als Area Production manager verantwoordelijk voor de productie en logistiek in Europa en Afrika. “We lopen in de productieplanning altijd voor. Wij moeten zorgen voor voldoende voorraad. De verkoop kan alleen maar groeien als het product er is. Het telen van zaad naar zaad duurt minimaal 2 seizoenen”, vertelt Jorink. “Om de benodigde productie goed te kunnen inschatten is het daarom belangrijk dat de drie afdelingen
12
Bejo magazine
Verkoop, Veredeling & Research en Productie optimaal samenwerken. En binnen Bejo is dat zeker het geval.”
Risico’s spreiden
Om voldoende zaaizaad te produceren is het belangrijk om de risico’s te spreiden over de verschillende klimaatzones. De productie vindt dan ook, afhankelijk van het gewas en de gewasmogelijkheden, gespreid plaats. “We produceren altijd op minimaal twee locaties. De grootste boosdoeners van misoogsten zijn het weer en water. Door te spreiden kunnen lokale misoogsten worden opgevangen.” Hiervoor is dus grond nodig en door de groei van Bejo, nieuw land. “We produceren in eigen beheer, op eigen en gehuurde grond. Maar in bepaalde landen zijn ook telers die de productie volledig zelf verzorgen. Deze verdeling is geen vast gegeven, maar is een dynamisch proces.”
Continu proces
Tot nu toe is het ons nog steeds gelukt om nieuwe gronden te vinden voor de zaadproductie. Maar het vinden van geschikt land is niet altijd even gemakkelijk, aldus Jorink. De zoektocht naar nieuwe productiegronden is dan ook een continu proces. Bij nieuwe gebieden kijkt Bejo eerst welke rassen hier passen. Hiervoor worden meerdere rassen, in verschillende proeven, ingezet. Deze bloeiproeven moeten uitwijzen of de grond en het klimaat geschikt
zijn. De volgende stap is het regelen van de logistiek. Afspraken met lokale overheden spelen hierin een grote rol. En dan moet de teler de teelt ook nog eens onder de knie krijgen. “De factor mens is erg belangrijk, je moet kunnen inspelen op de grillen van de natuur”, aldus de productiemanager.
Indoor productie
Waarom teelt Bejo niet alles in de kas om weersextremen buiten te sluiten? “Het telen van kwaliteitszaad is buiten goedkoper dan binnen”, legt hij uit. “Bij een bepaalde ziektedruk en voor de zaaizaden moet je wel naar binnen, maar er zijn segmenten die je vanwege de enorme oppervlaktes wel buiten moet telen, zoals bijvoorbeeld binnen de brassica’s, ui en wortel. Het aandeel indoor productie is de afgelopen jaren wel verdubbeld, maar nog altijd beperkt.”
Diversiteit rassen
Bejo kent rassen die heel veel productieoppervlakte nodig hebben, maar ook veel kleine gewassen zoals peterselie en knolvenkel. Hoe lever je binnen de diversiteit aan rassen altijd de gewenste productie? “Wij werken bij productie eigenlijk volgens het ‘u vraagt, wij draaien’ principe”, legt Jorink uit. “We proberen, door te werken in meerdere gewasgroepen, voor alle rassen voldoende aandacht te houden. Verkoop maakt zgn. 5 jaarprognoses.
Dat wil zeggen dat zij aangeven wat zij denken de komende 5 jaar te kunnen verkopen. Dit is onze richtlijn. Wij komen meerdere keren per jaar bij elkaar om zo alles op elkaar af te stemmen.”
EXPLORING NATURE NEVER STOPS VOLGENS WIL JORINK “DE ZOEKTOCHT NAAR NIEUWE PRODUCTIEGRONDEN IS EEN CONTINU PROCES.”
Extremen
Jorink: “Veredelaars zoeken graag extremen op. Hoe meer kruisingen je doet, hoe meer mooie dingen je kunt maken. Maar bijvoorbeeld de bloeiperiode is daarbij wel een spanningsveld. De vader- en moederplant moeten wel tegelijk bloeien en het is best spannend om dat op elkaar af te stemmen. Dat is pure topsport.”
Biologische productie
De productie van voldoende biologisch zaaizaad is een unieke tak van sport. En voor Bejo ook een belangrijke. De overheden willen dat in 2035 alle biologisch geteelde gewassen ook zijn geteeld met biologisch zaad. Tot nu toe is die verplichting er nog niet voor alle gewassen. Die mijlpaal is ambitieus maar niet onrealistisch, vindt Jorink. “Voor een groot aantal gewassen zijn we zeker al op de goede weg, maar voor een kleiner aantal belangrijke gewassen bestaan er nog grote uitdagingen. In de biologische zaadproductie is het zoeken naar evenwicht en balans. In de buitenteelt van tweejarige gewassen is de faalkans groot. Maar we maken enorme stappen en biologisch zaad heeft een enorm potentieel.”
Bejo magazine
13
Wist u dat...
... Bejo al meer dan 20 jaar biologische zaden
... er ondertussen reeds 400 studenten afgestudeerd
aanbiedt? Ons ‘Organic’
zijn aan de Bejo-school in Guatemala? Deze school
assortiment bestaat
heeft Bejo opgericht om onderwijs te bieden aan
inmiddels uit 40 gewassen
kansarme kinderen van kleine boeren.
en 150 rassen.
... Bejo momenteel wereldwijd ruim 1.700 medewerkers heeft?
... de Bejo Open Dagen bezoekers trekken van over de hele wereld? In 2018 hadden ... uien, kool
we gasten uit 77 verschillende landen;
en tomaten de
van Guatemala tot Australië.
meest gegeten groenten ter wereld zijn?
14
Bejo magazine
KORT
... de naam Bejo afkomstig is van Beemsterboer en Jong? Bejo is ontstaan in 1978 en bestaat in 2018 40 jaar!
... Bejo’s aspergeras Cumulus 7x op rij tot de lekkerste asperge van Brabant is uitgeroepen?
... we bij Bejo jaarlijks meer dan 95.000 zaadkwaliteitsonderzoeken uitvoeren? Er komen gemiddeld 4.000 partijen zaad binnen, wat ongeveer 2.500 ton is.
... de prijs van een kilo Erasmus (paarse asperge) zaad ongeveer € 12.500,- is? De prijs
... Bejo wereldwijd meer dan 10.000 bijenvolken heeft? Elke kolonie bestaat uit 20.000 tot 40.000 bijen. Bijen zijn dol op prei en ui.
van een kilo goud is momenteel € 34.560,-
Bejo magazine
15
Ontdekken natuurlijke resistentie in groentegewassen gaat altijd door De meest duurzame manier om ziekten en plagen te weren uit de groenteteelt, is het ontwikkelen van rassen die resistent zijn. Het ontwikkelen van een nieuw ras kostte vroeger wel twintig jaar. Dankzij nieuwe technologieĂŤn als weefselkweek en bio-informatica kunnen we die periode beperken tot slechts vier tot acht jaar. Groentetelers zorgen overal ter wereld voor gezonde en smakelijke producten die aansluiten op de wens van de consument. Deze vakmensen zijn gewend te werken met de mogelijkheden en de uitdagingen die de natuur biedt. Een belangrijk onderdeel van hun werk is het voorkomen van ziekten en plagen. Soms is een bestrijdingsmiddel nodig om een gewas gezond te houden. Maar het liefst gebruiken telers zo min mogelijk chemie. Een bespuiting vraagt vaak energie van de plant en brengt kosten met zich mee. Er zijn bovendien ziekten en plagen waarvoor helemaal geen bestrijdings-middelen beschikbaar zijn, zoals knolvoet (Plasmodiophora brassicae),
16
Bejo magazine
een bodemschimmel die grote schade kan aanrichten in koolgewassen.
Natuurlijke weerbaarheid
Vaak biedt de natuur de oplossing. Sommige planten hebben een natuurlijke afweer tegen een schimmel- of bacterie-infectie. Soms kunnen ze zich zelfs verweren tegen plaaginsecten. Als zo’n nuttige eigenschap erfelijk is, kunnen veredelaars hierop selecteren en rassen ontwikkelen die deze resistentie-eigenschap overgenomen hebben. Zo heeft Bejo bijvoorbeeld rassen rode kool, paksoi, Chinese kool, witte kool en bloemkool die resistent zijn tegen bepaalde stammen
RESISTENTIE
(fysio’s) van de knolvoetschimmel. Traditionele veredeling is een proces van planten met de gewenste eigenschappen selecteren en met elkaar kruisen, gedurende meerdere generaties. Met deze klassieke methode duurt het zeker een jaar of twintig voordat een nieuw ras op de markt verschijnt. Moderne veredelingsbedrijven kunnen dit veel sneller. Dankzij ‘life science’, zoals weefselkweek, het gebruik van DNAmerkers en bio-informatica, kan die periode gereduceerd worden tot - afhankelijk van de soort - nog slechts vier tot acht.
Start in het veld
Hoe gaat zoiets in de praktijk? Bij Bejo begint het in het veld. Onze vertegenwoordigers komen dagelijks op bedrijven van groentetelers. Zij zijn de eersten die merken dat een bepaalde plantenziekte, bijvoorbeeld een schimmel, in een regio de kop opsteekt. Als er een structureel teeltprobleem ontstaat, kan dat voor Bejo aanleiding zijn om een programma voor resistentieveredeling op te starten.
Ziekteverwekker isoleren
Belangrijk voor resistentieveredeling is het kennen van de ziekteverwekker en de betreffende variant (fysio). Van de eerdergenoemde knolvoet zijn bijvoorbeeld zeker negen fysio’s bekend. Vaak zijn deze varianten specifiek voor bepaalde regio’s of klimaatgebieden. Veredeling op resistentie begint met het identificeren van de oorzaak. Dat doen onze onderzoekers op de afdeling Phytopathology & Content Analysis. Zij isoleren de ziekteverwekker en zetten deze op kweek om te vermeerderen. Dat levert een zogenoemd isolaat op. Daarmee voeren ze een ‘ziektetoets’ uit. Dat wil zeggen: ze besmetten een populatie planten. De planten die daarbij gezond blijven, worden door onze veredelaars geselecteerd als basis voor een resistent ras.
Merkertechnologie en bio-informatica
In de moderne veredeling onderzoeken we ook het DNA van de planten. We zijn met name geïnteresseerd in bepaalde stukjes DNA die kenmerkend zijn voor een bepaalde eigenschap, de zogenoemde DNA-merkers. Zodra onze afdeling Marker Technology & Genomics de merker voor de betreffende resistentie kent, kunnen we veel sneller selecteren. We hoeven dan geen ziektetoets meer uit te voeren, daarmee winnen we al een jaar. Onze onderzoekers hebben nog maar een paar cellen van een plant nodig voor een DNA-profiel om te bepalen of een plant de gewenste eigenschappen heeft. Dat kan al als de plant nog heel klein is, ook daarmee winnen we veel tijd. Dankzij de zogeheten bio-informatica kunnen we ook veel gemakkelijker meerdere resistenties tegelijk onderzoeken. Met selectieve merkertesten kunnen de veredelaars een populatie planten analyseren op de resistenties en met de winnaars verdergaan. Met de DNAtesten wordt het ook mogelijk resistenties te ‘stapelen’, ofwel veredelen op resistentie tegen bijvoorbeeld drie verschillende ziekteverwekkers tegelijk. Dankzij automatisering en robotisering kunnen onze onderzoekers grote aantallen monsters verwerken en complexe verbanden analyseren.
Weefselkweek en kunstmatige bevruchting
Om in korte tijd over de volgende generatie planten te beschikken, maken we bij Tissue Culture & Cell Biology gebruik van weefselkweek en kunstmatige bevruchting. Door middel van tissue culture/weefselkweek kunnen we een geselecteerde plant vermeerderen en door middel van kunstmatige bevruchting/cell biology kunnen we deze weer kruisen met een andere selectie. We kunnen met de technieken van cell biology bijzondere kruisingen ook kansrijker maken. Oude rassen of wilde variëteiten kunnen bijvoorbeeld interessante resistentie>>
Bejo magazine
17
>> eigenschappen hebben, maar laten zich moeilijk kruisen met de gangbare rassen waarmee groentetelers werken. In veel gevallen blijkt dat de bevruchting weliswaar slaagt, maar dat het zaad van zo’n combinatie niet krachtig genoeg is om zelf te ontkiemen en uit te groeien tot een vitale plant. Soms lukt het wel onder laboratoriumomstandigheden het zaad van zo’n ongewone kruising op te kweken. De plant die hieruit ontstaat, wordt vervolgens gekruist met conventionele kwaliteitslijnen. Na een aantal generaties kruisen en selecteren, kan hieruit een nieuw ras ontstaan met de bijzondere eigenschap van het wilde ras én met kiemkrachtig zaad. Bejo ontwikkelde bijvoorbeeld nieuwe uienrassen die resistent zijn tegen valse meeldauw, zoals Hylander en Powell, op basis van een kruising met een wilde ui. Als na selectie blijkt dat een kruising potentie heeft, wordt deze vervolgens uitgebreid getest. We willen weten hoe zo’n potentieel nieuw ras zich houdt onder natuurlijke omstandigheden. Bij Bejo toetsen we dit eerst op onze eigen velden, vaak op verschillende plekken in de wereld. Daarna voeren we praktijkproeven uit bij klanten. Pas als in de praktijk blijkt dat een nieuw ras toegevoegde waarde biedt, starten we de productie van zaden voor de introductie als commercieel ras.
Resistentieveredeling is nooit klaar
De ontwikkeling van nieuwe groenterassen die resistent zijn tegen ziekten en plagen is nooit klaar. In het veld kunnen ziekteverwekkers zich aanpassen aan resistente gewassen, waardoor ze op den duur de plant toch weer kunnen aantasten. De resistentie is dan doorbroken en de veredelaars en onderzoekers moeten dan weer aan de bak. Het is een heuse wedloop.
18
Bejo magazine
Verder vraagt elk gebied in de wereld om andere resistenties. Zo kan een witte kool in het vroege voorjaar goede prestaties in Oost-Europa laten zien, terwijl hetzelfde ras in het vochtige klimaat van tropisch Azië gevoelig is voor de Xanthomonas-bacterie.
Insecten
Ook veranderende omstandigheden in de teelt en gewijzigde regelgeving hebben invloed op de vraag naar resistente rassen. Een verbod op een gewasbeschermingsmiddel tegen insecten heeft vaak een verandering in de ziektedruk als gevolg. Schade door bijvoorbeeld de koolvlieg kan de invloed van secundaire bacterie- of schimmelinfecties vergroten. We besteden ook heel veel aandacht aan de mogelijkheid om planten via veredeling resistent te maken tegen insecten. Dit is een nieuwe, veelbelovende ontwikkeling in resistentieveredeling.
Duurzame teeltmethoden
Bij Bejo vinden we dat onze schaarse natuurlijke hulpbronnen bescherming verdienen, zodat we nu én over vijftig jaar kunnen blijven oogsten. De ontwikkeling van resistente rassen is daarvoor cruciaal. In ons Research Centrum in Warmenhuizen, in het hart van Seed Valley, zijn we voortdurend op zoek naar manieren om veredelingsmethoden verder te verbeteren. Onze veredelaars en onderzoekers werken daarbij nauw samen met deskundigen bij verschillende universiteiten en proeflocaties. Bij Bejo investeren we in innovatieve life science, maar de basis blijft natuurlijke veredeling. We blijven dicht bij de natuur. Daar valt nog heel veel te ontdekken. Exploring nature never stops.
Ontwikkeling van resistente groenterassen
Bejo magazine
19
Proefstations wereldwijd Het hele proces van veredeling van een nieuw ras tot het op de markt brengen van het zaad duurt 10 tot 15 jaar. In veredelingsstations kruisen we vader- en moederlijnen. De veredelingsproducten die daaruit voortkomen worden vervolgens in proefstations over de hele wereld, onder verschillende klimaatomstandigheden, uitgebreid getest. Bovendien staan er ook diverse kleine proeven uit op externe velden. Bejo ontwikkelt rassen voor lokale en regionale markten. We selecteren veredelingslijnen en rassen die aangepast zijn aan lokale klimaatcondities, zoals de juiste daglengte. Bovendien voldoen deze aan de lokaal gewenste teeltomstandigheden zoals bemesting, bestrijding en irrigatie. In dit overzicht ziet u waar de Bejo veredelings- en proefstations zich bevinden.
Nederland: Warmenhuizen en omgeving Research center, veredelingsstations en proefstations. Bijna het complete assortiment vollegrondsgewassen m.u.v. prei, asperge, radijs, courgette en sla.
CaliforniĂŤ, VS Veredelingsstations. Proefstation Geneva New York: vnl. brassica, ui en wortel. Veredelingsstation Idaho: wortel. Veredelingsstation Arvin (Bakersfield): vnl. ui, wortel, asperge en tomaat.
Spanje Proefstations. Brassica, wortel, ui, asperge, komkommer, augurk en sla.
Guatemala Veredelingsstations. Salama Farm: tomaten, peper. Paramos Farm: vollegrondsgewassen, zoals wortel, biet, radijs, brassica, ui, cichorei en sla.
ArgentiniĂŤ Veredelingsstations. Ui en knoflook.
20
Bejo magazine
ItaliĂŤ Veredelingsstations. Cichorei, venkel, ui, knoflook, brassica, wortel en courgette.
Research center + veredelingsstations + proefstations
Veredelingsstations
Proefstation
Nederland: Noord-Scharwoude en omgeving: Veredelingsstations en proefstations.
Polen Veredelingsstations. Augurk.
Nederland: Kessel en Breda Veredelingsstations. Prei, asperge, radijs, sla en courgette.
China Proefstations. Vnl. wortel, ui, brassica, tomaat, peper en watermeloen.
Vietnam
Proefstation omgeving Hanoi: vnl. brassica, wortel, ui, sjalot, peper, tomaat en sla. Veredelingsstation La Nam: brassica, ui en sjalot.
Turkije Veredelingsstations. Tomaat, peper en komkommer.
India Veredelingsstations. Ui, tomaat, peper, aubergine, meloen, watermeloen.
AustraliĂŤ Veredelingsstations. Ui.
Bejo magazine
21
Bijen en Bejo: natuurlijke partners in productie groentezaden Bejo is internationaal actief als producent van groentezaden. Daarbij zijn honingbijen misschien wel onze belangrijkste medewerkers. We zijn daarom zelf imker en internationaal actief in vermeerdering van bijen en onderzoek. We verbeteren niet alleen groenterassen, maar ook bijenvolken.
Bijen spelen een belangrijke rol in de voortplanting van planten en dus ook van voedselgewassen. Om vrucht te dragen of zaad te vormen moet het (mannelijke) stuifmeel op de (vrouwelijke) stamper van de bloem terechtkomen. Er zijn plantensoorten die bestuiven met de wind, zoals biet of spinazie. Andere hebben helemaal geen hulp nodig; sla is bijvoorbeeld zo’n zelfbestuiver. Heel veel planten die belangrijk zijn voor ons voedsel, zijn voor de bestuiving echter afhankelijk van insecten.
Honingbijen kampioenen in bestuiving
De natuur levert daarvoor degelijke spelers, zoals hommels en solitaire wilde bijen. Maar honingbijen zijn de kampioenen. Ze zijn zo effectief, omdat ze in grote aantallen gecontroleerd inzetbaar zijn. Een imker plaatst met een bijenkast een volk met 20.000 tot 40.000 bestuivers. Het is dus niet verwonderlijk dat telers van fruit, bepaalde vruchtgroenten en akkerbouwgewassen, intensief samenwerken met professionele imkers. Vanuit onze kernactiviteit kennen wij als geen ander het belang van bijen: zonder bestuiving geen zaden. We produceren zaden in kassen en op akkers in verschillende delen van de wereld. In totaal zijn tienduizenden bijenvolken voor ons in de weer. “We hebben bij Bejo onze eigen imkers en we doen zelf onderzoek. We willen daarmee
22
Bejo magazine
meer ervaring opdoen met imkeren en onze kennis van bijen en bestuiving verder vergroten”, zegt Youri Draaijer, Coordinator international seed production research bij Bejo. “Met ons onderzoek willen we meer te weten komen over typische eigenschappen van bijenvolken, zoals de haaldrift – de neiging om nectar te halen – en zwermdrift – de aandrang van een volk om de kast te verlaten. Maar het belangrijkste thema in ons onderzoek is bijengezondheid.”
Onderzoek en selectie gericht op gezondheid bijen
Wereldwijd is de behoefte aan kennis en nieuwe ontwikkelingen op dit terrein groot. In de eerste plaats omdat gezonde bijen de beste bestuiving leveren. Daar komt bij dat in de afgelopen eeuw bijensterfte een behoorlijke impact heeft gehad op de bijenpopulatie. Daarvoor zijn verschillende oorzaken. Zo is de varroamijt een van de grootste problemen voor de Westerse honingbij, deze parasiet kan veel slachtoffers maken in bijenkasten. Ook komt het voor dat sterfte optreedt door uitputting - de zogenoemde wintersterfte - bij volken die te hard werken. Verder worden ook gewasbeschermingsmiddelen vaak genoemd als oorzaak voor bijensterfte.
Voeding en selectie
In ons onderzoek kijken we naar de mogelijkheden om met voeding en betere imkerijtechnieken sterkere bijenvolken te ontwikkelen. Ook boeken we vooruitgang door het selecteren van bijen met de gewenste
BIJEN
eigenschappen, als basis voor nieuwe volken. Onze kernactiviteit is het selecteren en vermeerderen van planten en het ontwikkelen van goede rassen. Dezelfde drive hebben we ook met bijen. We vermeerderen bijenvolken en we willen nieuwe, gezonde volken ontwikkelen die optimaal presteren.
Unieke positie internationale bijenwereld
Een groot deel van ons onderzoek is geconcentreerd bij Bejo in Frankrijk. Daarbij is een intensieve samenwerking met de imkerij van Bejo in Nederland. Daarnaast draaien programma’s in andere landen waar we onze zaden produceren. In Nieuw-Zeeland werkt Bejo samen met Midlands, een grote agrarische onderneming die onder meer zaden produceert voor Bejo’s wortelrassen. Voor de zaadproductie alleen al heeft dit bedrijf zo’n 3.500 bijenkasten in bedrijf. In Australië bouwen we aan een eigen imkerij. In deze regio is de beschikbaarheid van bijenvolken een uitdaging. In Australië en Nieuw-Zeeland is er veel concurrentie, omdat hier goede prijzen worden betaald voor pure honingsoorten van speciale planten, zoals Manuka en Leatherwood. We hebben verder concrete plannen om ook in de Verenigde Staten te starten met een eigen imkerij en een onderzoeksprogramma. Hier werkt Bejo nu nog uitsluitend met externe professionele imkerijen. Bejo heeft met zijn activiteiten in verschillende werelddelen een unieke positie in de internationale bijenwereld. Daarmee zorgen we
in meerdere opzichten voor een interessante kruisbestuiving. We werken samen met bedrijven, universiteiten en instituten. We wisselen kennis uit en delen ervaringen vanuit verschillende werelddelen. Binnen Bejo wordt het onderzoek gecoördineerd in onze eigen internationale Bee group, met oud-directeur Ger Beemsterboer als drijvende kracht.
Bestuiving veilig stellen nu en in de toekomst
Voor Bejo is ontwikkeling in de bijenteelt een kwestie van bedrijfsbelang. “We hebben gezonde bijenvolken nodig om de natuurlijke bestuiving op onze productievelden veilig te stellen, nu en in de toekomst”, stelt John-Pieter Schipper, CEO bij Bejo. “De cruciale rol van bijen laat ons ook zien hoe de voedselproductie samenhangt met de natuur en onze omgeving. Dat bevestigt ons in de visie die wij als familiebedrijf hebben op duurzaamheid.” Bejo hecht waarde aan een gezond milieu en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen. Daarom blijven we ook onderzoek doen om de natuurlijke bestuiving optimaal te benutten en de gezondheid van onze bijen te verbeteren.
Exploring nature never stops Bejo magazine
23
‘Ik wil als ondernemer bij klanten aan tafel zitten’ Zijn ouders waren telers, Rogér Custers is met het vak opgegroeid. Tijden veranderen en hij verandert mee. Vanuit Biddinghuizen wil hij die producten leveren waar de markt nu en morgen om vraagt.
24
Bejo magazine
ONDERNEMEN NEDERLAND
EXPLORING NATURE NEVER STOPS VOLGENS ROGÉR CUSTERS “IK WERK VRAAGGERICHT EN WIL WETEN WAT ER SPEELT IN DE MARKT. GOED CONTACT MET JE ZAADLEVERANCIER IS DAAROM BELANGRIJK.”
Een prachtig bedrijf heeft hij in Biddinghuizen, opgericht in 1968 door zijn ouders. Als een traditioneel akkerbouwbedrijf. Toen Rogér het overnam, zocht hij – ondernemend als hij is – de diversiteit. Met de blik vooruit, mikkend op groei. Dus startte hij een kalkoenhouderij als neventak en ging hij vervolgens diepploegen om meerdere gewassen te kunnen telen.
Touwtjes in handen
Juist de keuze voor een kalkoenhouderij, de meest opmerkelijk stap waarschijnlijk voor buitenstaanders, illustreert het beste hoe Rogér zijn vak beleeft: “Het feit dat het opstarten van zo’n kalkoenhouderij relatief complex is, maakt het voor mij interessant. Dat betekent namelijk dat anderen die stap niet zo snel zullen zetten. Dan begeef je je dus op een terrein waar je al snel de enige bent; of in ieder geval een van de weinigen. Het voordeel daarvan? Dat je zelf de touwtjes in handen kunt nemen.”
Vraaggericht
Het is om precies dezelfde reden dat hij in de uienopslag voor condensdroging koos, hoewel hij wist dat een traditionele en voordelige installatie ook prima werkt. “Ik werk vraaggericht. Zit zelf bij supermarkten als ondernemer aan tafel. Jullie willen iets? Prima. Ga ik voor zorgen. Mijn oude uien bijvoorbeeld waren dit jaar mooier dan de nieuwe uit Egypte. Dat levert mijn klanten voordeel op. Dat kan ik alleen aanbieden door altijd een stap vooruit te zetten.”
Goed spul
Groeien is geen ambitie van Rogér Custers. De groei die zijn bedrijf doormaakt is een gevolg van de manier waarop hij onderneemt: “Ik wil altijd alles als één van de besten doen. Niet omdat ik dat zelf wil, maar omdat de klant vraagt om het beste materiaal. Daarom kies ik bijvoorbeeld voor geprimed zaad. En beregen ik een gewas zodra ik het minste vermoeden heb dat het water nodig heeft. Dat kost meer, maar het zorgt er wel voor dat klanten zeggen: ‘Die Custers heeft altijd goed spul. Daar wil ik mee samenwerken.”
‘Landbouw wordt industrie’
Moet je per se groot zijn om te kunnen blijven boeren? Rogér denkt van niet. “Ook kleine bedrijven hebben in de toekomst nog recht van bestaan. Ik denk wel dat je er niet komt als je alleen met je neus in het gewas zit. Je moet weten wat er speelt in de markt, zowel aan aanbod- als vraagzijde. Je moet daar op tijd op in kunnen springen. En je moet ook zelf kunnen onderhandelen. Landbouw gaat de kant op van de industrie. Als landbouwer moet je daar in mee en moet je je opstellen als ondernemer. Daarom zijn je contacten met bijvoorbeeld je zaadleverancier ook zo belangrijk. Ik wil uit eerste hand weten wat er speelt. Dan kan ik daar op inspelen.”
ROGÉR CUSTERS Rogér Custers teelt in en rondom Biddinghuizen. Hij teelt wortelen, uien, witlof, spinazie, bloemkool, rode bieten en suikermais; en dan met name primeurgewassen. Het gros van de teelt is biologisch. Hij heeft drie man personeel in vaste dienst, is op zoek naar een vierde en verwacht daarnaast iemand aan te gaan nemen voor op kantoor. “Die eerste man erbij. Pfoe, dacht ik, wat kost dat wel niet! Hoe moet ik die vent ooit terugverdienen? Dat heeft met je mindset te maken. Je moet niet zozeer meer als boer, maar 100% als ondernemer gaan denken. Alleen dan kun je bieden wat de markt vraagt. Andere beslissingen, zoals die over het aannemen van nieuwe mensen, rollen daar vanzelf uit voort.”
Bejo magazine
25
Richard Hoogeboom biedt kijkje in routinelab van Bejo
‘Kwaliteitscontrole van cruciaal belang’ Kwaliteitscontrole is van cruciaal belang om inzicht te krijgen in de kwaliteit van een partij zaad. In het kiemlab van Bejo worden 40.000 kiemtesten per jaar uitgevoerd, waarin de potentie van een partij zaden onder optimale omstandigheden wordt gemeten.
Het Seed Testing Laboratory van Bejo is opgedeeld in twee afdelingen: Seed Analysis en Seed Health. Op de afdeling Seed Analysis wordt de zaadkwaliteit vastgesteld. Op de afdeling Seed Health wordt de zaadgezondheid beproefd op de aanwezigheid van schimmels, virussen en bacteriën. Het lab is geautoriseerd door Naktuinbouw Authorized Laboratories (NAL), een kwaliteitssysteem voor groentezaadlaboratoria.
0-meting
“In het kiemlab wordt het zaad op verschillende aspecten getest”, vertelt Richard Hoogeboom, Seed Analysis teamleader bij Bejo. “Zodra een partij wordt geoogst en in Warmenhuizen wordt ontvangen, doen we een soort 0-meting. Daarbij kijken we naar zaken als kiemkwaliteit, zaadgezondheid, vochtpercentage en fysieke zuiverheid. Op basis van deze resultaten wordt bijvoorbeeld een schoningstrategie bepaald.”
Bruikbare plantentoets
“Met een bruikbare plantentoets worden gemiddelde plantenkwekersomstandigheden gesimuleerd waar zaden worden opgekweekt tot jonge plant, zodat de analisten een beoordeling kunnen doen van de uniformiteit en kwaliteit van een partij”, vertelt Hoogeboom.
26
Bejo magazine
“De overeenkomsten tussen de verschillende testmethoden zijn dat er altijd wordt gewerkt met gestandaardiseerde watergift, relatieve luchtvochtigheid, temperatuurregime en/of de gebruikte hulpmiddelen aan de norm voldoen. Dit loopt via vastgestelde protocollen. Na iedere processtap wordt het effect van de behandeling gemeten, onder andere met kiemkrachtbepaling. Ook de zaadgezondheid wordt voor en na een behandeling gemeten, om te bepalen of een ziekte weg is.”
Ringonderzoeken
Het kwaliteitssysteem NAL vereist dat bij Bejo interne controles worden gedaan, om te toetsen of analisten nog op dezelfde manier een kiemplant beoordelen. Het gaat hier om ringonderzoeken: iedere analist bepaalt dezelfde serie plantjes. Daar moet min of meer dezelfde uitslag uitkomen, aldus Hoogeboom. Er wordt op kiemkracht en kiemenergie getest. Tijdens elke bepaling wordt gekeken naar de algehele conditie van het plantje: voldoet het aan de criteria om als normale kiemplant te worden beoordeeld? Is dat niet het geval, dan wordt ieder afwijkend zaadje beoordeeld op abnormaliteit. “Daarbij kun je denken aan stengel-, cotyl- of wortelafwijkingen. Ook wordt het aantal dode,
niet gekiemde of rotte zaden bepaald. Uit alle classificaties komt een percentage normale kiemplanten. Dit percentage maakt het kiemkrachtpercentage.”
Objectieve waarnemingen
Alle testen worden onder optimale omstandigheden uitgevoerd. Analisten weten niets over het commerciële doel van de test, het zijn objectieve waarnemingen, aldus de teamleider. Afhankelijk van het gewas wordt bepaald welk apparaat wordt gebruikt. Bejo beschikt over de Kopenhagentafel (kiemtafel), klimaatkasten (regelen op luchtvochtigheid) en klimaatcellen. “De belangstelling voor de bruikbare plantentoets is groeiende en dat geldt ook voor de testen op onkruidbepalingen en zuiverheid”, zegt Hoogeboom. “De wet- en regelgeving wordt steeds strenger, evenals de interne kwaliteitstandaard.” De NAL-autorisatie is een zeer waardevol kwaliteitssysteem voor Bejo en andere zaadbedrijven, besluit Hoogeboom. “Doordat onder supervisie van NAL de kwaliteit van de partijen wordt bepaald, is de betrouwbaarheid van resultaten gegarandeerd en kunnen zaadbedrijven eerder partijen zaad uitleveren en dus sneller aan de vraag van de teler voldoen.”
EXPLORING NATURE NEVER STOPS VOLGENS RICHARD HOOGEBOOM “CONTINU OP ZOEK ZIJN NAAR DE BESTE PROCESINRICHTING, ZODAT COLLEGA’S TIJDIG OVER KWALITEITSGEGEVENS BESCHIKKEN OM DE JUISTE KEUZES TE KUNNEN MAKEN.”
Bejo magazine
27
De weg van uienzaad Welke weg legt het zaad af voordat het bij onze klanten arriveert? We beschrijven de meest relevante stappen van uienzaad tussen binnenkomst bij Bejo en verzending naar de teler.
Uienzaad wordt bijvoorbeeld geproduceerd in Zuid-Afrika. Daar wordt het door de teler een eerste keer geschoond. Daarna stuurt de teler de geschoonde partij naar Warmenhuizen.
De ontvangstpartij komt aan in Warmenhuizen. Hier wordt een monster genomen. Dit monster ondergaat diverse tests.
KIEMTEST GEZONDHEIDSTESTEN VOCHTBEPALING ZAADTELLING PER GRAM ZUIVERHEID GENETISCH
KALIBREREN De zaden worden gesorteerd op grootte. De gewenste grootte van de zaden ligt tussen 2 en 2,75 mm. De fracties die uit deze kalibratie komen worden getoetst op kiemkracht.
28
Bejo magazine
OK
voldoet aan de norm
ZAADTELLING PER GRAM KIEMTEST
OK
voldoet aan de norm
ZAADSCHONING
SCHONEN Alle open, dubbele en beschadigde zaadjes worden verwijderd.
OK
ZAADTELLING PER GRAM KIEMTEST ZUIVERHEID
voldoet aan de norm ZAADTELLING PER GRAM KIEMTEST
GEZONDHEID Afhankelijk van de resultaten van de eerder gedane gezondheidstesten op de ontvangstpartij, wordt het zaad nu behandeld met stoomvacuüm om het te reinigen van ziektes.
OK
voldoet aan de norm
OPWAARDEREN In deze fase worden de zaden gesorteerd op soortelijk gewicht. De diverse gewicht-groepen worden weer getest. Alleen de juiste fracties mogen door.
GEZONDHEIDSTEST ZAADTELLING PER GRAM KIEMTEST
OK
voldoet aan de norm
In het vervolgtraject wordt het zaad behandeld. PRIMING
COATING
Een teler kan er voor kiezen om het zaad te laten voorkiemen. Dit proces heet priming. Priming zorgt voor een snellere en egalere opkomst.
Daarnaast kan een teler er voor kiezen om het zaad te laten coaten. Er zijn diverse mogelijkheden: • witte coating = niet-chemisch behandeld en biologisch zaad • groene coating = met fungicide • rode coating = met insecticide De werkzame stoffen in deze coatings zijn afhankelijk van de landelijke wet- en regelgeving.
Vervolgens gaat het zaad naar de verpakkingsafdeling. Er zijn verschillende verpakkingseenheden van 10.000 tot 2,5 miljoen zaden. Vervolgens wordt het verstuurd naar de teler.
Bejo magazine
29
Bert Demyttenaere uit Wevelgem:
Focus op prei, venkel en familie Zijn grootouders waren in de jaren zestig echte pioniers op het gebied van glastuinbouw. Inmiddels heeft Bert Demyttenaere samen met zijn vrouw Annelies Naert het stokje van het familiebedrijf overgenomen van zijn ouders. De belangrijkste wijziging in de bedrijfsvoering? Het toevoegen van venkel aan het areaal.
30
Bejo magazine
Pioniers
Bert (31) en Annelies ontvangen ons in hun recente pastoriewoning in het West-Vlaamse Wevelgem. Met een gloednieuwe loods aan de ene zijde en een verzorgd akkerlandschap aan de andere, genieten ze er van een prachtig uitzicht. “Op deze locatie zijn we nog niet zo lang actief”, vertelt Bert. “Ons landbouwbedrijf ontstond op het domein waar mijn ouders momenteel wonen. Mijn grootouders waren in de jaren zestig echte pioniers. In onze streek was de groenteteelt op dat moment relatief onbekend. Maar zij bouwden toen al hun eerste serres en gebruikten zelfs nog paard en kar om de grond onder het glas te bewerken. Bovendien sloten ze zich meteen aan bij de REO Veiling die rond die tijd het levenslicht zag.”
Preistreek
Vandaag zet de familie haar producten nog steeds af via de veiling. Zo blijft de werklast op het vlak van administratie, verkoop, certificatie zo laag mogelijk. Maar het ruime assortiment van weleer, ruimde ondertussen plaats voor prei en venkel. “Mijn ouders waren niet bepaald verzot op het werk in de serres en bouwden dit dan ook af. Ze stapten over op prei en vollegrondsla. Toen de slaprijs daalde kwam de focus steeds meer op prei
ONDERNEMEN BELGIË
te liggen. Onze regio is niet voor niets één van de belangrijkste Europese productiecentra van deze groente. De grond is erg geschikt en we bevinden ons dichtbij de kust. Daardoor dalen de temperaturen minder onder het vriespunt en blijft de winterschade beperkt.
Nieuwe generatie
Ongeveer tien jaar geleden ging Bert professioneel aan de slag in het tuinbouwbedrijf van zijn ouders Geert en An. Gepassioneerd door techniek zou hij, na zijn afstuderen in 2007, niet lang naar een leuke job als werknemer moeten zoeken. Maar daar was geen sprake van. Bert: “Ik maakte meteen de keuze om thuis te werken. Na drie jaar nam ik een deel van het bedrijf over en kort daarna trouwde ik met Annelies, een boerendochter in hart en nieren.” Zij werkte toen nog op de kwaliteitsdienst in een ziekenhuis. Annelies: “Wanneer ik niet aan het werk was, kon je me op de velden vinden. Maar ik wou meer. Sinds vier maanden ben ik volledig actief op het bedrijf. Geweldig vind ik dat.”
Nieuwe locatie
Met de komst van Bert, en later ook Annelies, stortte een nieuwe generatie zich op de groenteteelt. Daardoor sloeg het bedrijf ook enkele nieuwe wegen in. Bert: “Op onze oorspronkelijke locatie beschikken we over aardig wat grond. Ook de serres gebruiken we nog, bijvoorbeeld voor de opkweek van preiplanten. Maar ruimte voor uitbreiding, stockage en koeling is er onvoldoende. Daarom weken we uit naar de percelen waar we ons momenteel bevinden. We bouwden er een huis en een grote loods. Snel volgde een nieuwe koelcel en recent V.l.n.r. Annelies Naert, Bert Demyttenaere, An Vervenne en Geert Demyttenaere
nog investeerden we in een duurzame preiwasinstallatie. Deze vangt plantenresten keurig op en hergebruikt het waswater.”
Venkel
Maar de belangrijkste wijziging is misschien wel de toevoeging van venkel aan het areaal. Bert: “Ik zocht een alternatief voor de sla die op dat moment sterk schommelde in prijs. Toen ik op een avond een populaire TV-kok een gerecht zag maken met venkel, vielen alle puzzelstukjes in elkaar. Ik informeerde bij het agroproefcentrum en ondervond al snel dat Bejo, waar we al 15 jaar mee samenwerken, over een gepast rassenassortiment beschikt. Ik bouwde onze slaplanter eigenhandig om en startte met een kleinere oppervlakte. Ik volg de teelt nauw op en koppel vaak terug met onze vaste contactpersoon bij Bejo. Zo stond alles snel op punt en werden problemen meteen aangepakt. Omdat venkel eerder hard snijdt, bleek oogsten met de hand trouwens geen evidentie. Bovendien is de plant gevoelig voor schot. Als de oogsttijd gekomen is, moet het dus erg snel gaan. Daarom bouwde ik even later ook een preirooier om tot venkeloogster. Ondertussen produceren we ongeveer 3 hectare venkel. Venkel is een kleine markt waarin we een behoorlijk groot aandeel hebben. Hoewel we zo’n 9 hectare prei zetten, blijven we daar toch een eerder kleine leverancier.”
Toekomst
“Naast onze twee hoofdteelten hebben we nog een halve hectare serres. Ook produceren we aardappelen en tarwe voor vruchtwisseling. Onze totale productie bedraagt ongeveer 28 hectare. We zijn misschien geen groot bedrijf, maar we doen het wel volledig zelf met ons vieren. Mijn 81-jarige grootvader rijdt nog steeds naar de veiling. Dat is voor ons een hele hulp. Maar we weten ook dat we op lange termijn misschien wel medewerkers moeten zoeken.” Maar de toekomst is wel degelijk verzekerd op tuinbouwbedrijf Demyttenaere: op het erf loopt een vrolijke kleuter rond van vier en een tweede kindje is al onderweg. Annelies: “Opgroeien bij je ouders op een landbouwbedrijf is geweldig. De stiel vergt enorm veel passie en doorzettingsvermogen. Prijzen vallen wel eens tegen en de milieuwetgeving maakt het ons niet gemakkelijk. Op die momenten moet je er gewoon in blijven geloven.”
Bejo magazine
31
‘Anders denken over de teelt’ Rasontwikkeling en zaadproductie voor de biologische teelt zijn bij Bejo vanaf de start een volwaardig onderdeel geweest van de organisatie. Een kruisbestuiving die zowel de biologische als de reguliere veredeling vooruit helpt. Bejo produceert al biologisch zaad sinds 1996. Wat begon met een beperkt aantal rassen van enkele gewassen, is in ruim 20 jaar uitgegroeid tot een breed assortiment. Het assortiment biologisch geproduceerde zaden omvat nu meer dan 40 gewassen en 150 verschillende rassen. En die aantallen blijven groeien. De belangrijkste afzetmarkten liggen in West-Europa en Noord-Amerika. Met de rassen Rumours (ijsbergsla) en Agribel (bataviasla) heeft Bejo zijn aanbod voor biologische teelt in Nederland nu ook uitgebreid met het gewas sla.
Selectie op geschiktheid voor biologische teelt
“Bewust heeft Bejo ervoor gekozen de biologische activiteiten te integreren als volwaardig onderdeel van de onderneming”, aldus coördinator Organic Affairs Bram Weijland. Daardoor kon de jonge business unit meeliften op de kennis en expertise in
32
Bejo magazine
zaadproductie en veredeling die Bejo in de loop van decennia had opgebouwd. Voor de selectie van rassen geschikt voor biologische teelt kunnen de veredelaars van Bejo putten uit de grote voorraad aan rassen en lijnen die in de loop van de decennia is opgebouwd.
We kunnen groot denken
Ook de internationale infrastructuur is daarbij goud waard. Weijland: “We kunnen als onderdeel van Bejo groot denken. Zo hebben we bijvoorbeeld in alle belangrijke landen biologische proefvelden waar we uit de vele gangbare kruisingen selecties voor biologisch kunnen maken. Als je alleen binnen biologische rassen selecteert mis je de schaalgrootte. Aanvullend hierop worden de veelbelovende kruisingen getest onder biologische omstandigheden over meerdere jaren om uiteindelijk geselecteerd te worden voor de verkoop” Schaalgrootte stelt Bejo ook in staat innovatieve oplossingen te ontwikkelen, zoals een alternatief voor de zaadcoating. Weijland: “In de gangbare teelt zijn we gewend de gewassen een beschermde start te geven met een coating rondom het zaad, waarin fungicide is verwerkt. Dat mogen we in de biologische teelt niet. In samenwerking met de Universiteit Twente hebben we daarvoor een heel goed alternatief ontwikkeld zodat we nu vooraf het zaad ontsmetten met bijvoorbeeld een heetwaterbehandeling.”
Hybride rassen voor een beter en uniform product Bejo ontwikkelt voor de biologische markt moderne hybride rassen, zegt Organic Affairs coördinator, Bram Weijland. “Met deze hybride rassen richten wij ons op de moderne professionele telers die produceren voor de markt van grote retailers. Die markt heeft meer dan 90 procent van het areaal.” Hybride rassen hebben interessante voordelen. Ten eerste is de kwaliteit en opbrengst per hectare beter. Daarnaast is de uniformiteit in het veld belangrijk voor de bewerking, met name voor mechanische onkruidbestrijding.
Kruisbestuiving
De biologische activiteiten profiteren van de kennis en ervaring die Bejo heeft opgebouwd in de reguliere teelt. Andersom blijkt ‘gangbaar’ ook heel veel te leren van ‘biologisch’, stelt Bart Kuin, Area Crop Manager Western Europe en Business Manager Organics. “De integratie van ‘breeding for organic’ levert een interessante kruisbestuiving op. Bejo heeft de productie op een bepaalde manier ingericht. Daarin spelen kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen een rol. In de biologische teelt moet je het zonder doen. Dit dwingt je anders te denken over productie. Ziekten en plagen zijn moeilijker op te lossen, je moet ze proberen te voorkomen door het teeltsysteem anders in te richten.”
Markt vraagt robuuste rassen
“Dat wordt ook belangrijker in gangbare teelten”, stelt Kuin. “We hebben te maken met beperkingen voor het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. We gaan weer beter naar de bodem en de vitaliteit van het gewas kijken. Dat heeft ook gevolgen voor de rassenkeuze. De markt heeft robuuste rassen nodig, met een goede ziekteresistentie en een sterk wortelgestel om de nutriënten in de bodem optimaal te benutten.” In de praktijk liggen wensen van gangbaar en biologisch steeds dichter bij elkaar, aldus Kuin. “Wij willen voorop blijven lopen. Wij staan voor een duurzame teelt met een hoge opbrengst en een goede productkwaliteit. Dat begint altijd met de beste zaden van de beste rassen.”
In de jaren negentig behoorde Bejo tot de eerste veredelaars die ertoe overgingen om ‘biologisch’ volledig in hun activiteiten te integreren. Als familiebedrijf gelooft Bejo in deze duurzame aanpak voor de lange termijn en willen we ons daar volledig voor inzetten. Omdat we vinden dat we zorgvuldig moeten omgaan met onze natuurlijke hulpbronnen, niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties. Zowel een conventionele als biologische veredelaar zijn, leidt tot prachtige kruisbestuivingen. Aan de ene kant levert breeding for organic inspiratie en nieuwe ideeën op voor de conventionele manier van produceren. Aan de andere kant kunnen we met onze biologische activiteiten verder bouwen op de kennis, ervaring en infrastructuur die we in de afgelopen eeuw hebben opgebouwd. Bij Bejo betekent veredelen voor biologische productie dat we onze brede genetische basis en de nieuwste technologieën inzetten. Veredelen voor biologische productie betekent ook dat we rassen met een betere weerbaarheid en een hoge opbrengst kunnen ontwikkelen, zaden van hoge kwaliteit kunnen produceren en innovatie kunnen stimuleren. Met biologisch zaad draagt Bejo bij aan een duurzame productieketen voor gezond en smakelijk voedsel, RIGHT from the START.
Bejo magazine
33
1
2
Telers in agrarische ontwikkelingsgebieden: kennis is key De tuinbouwsector heeft de afgelopen eeuw in Nederland een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Door professionalisering en specialisatie is de productiviteit van onze gewassen enorm toegenomen, verder verduurzaamd tot een van de veiligste ter wereld en dankzij een subliem logistiek proces altijd snel en in voldoende hoeveelheden beschikbaar. De zaadsector heeft hieraan bijgedragen door rassen te ontwikkelen die geschikt zijn voor de moderne teeltmethoden. Dit is mogelijk gemaakt door het beschikbaar komen van nieuwe veredelingstechnieken, zoals hybridisatie vanuit de universiteit Wageningen. Door de kennis vanuit de wetenschap heeft zich in Nederland een hoog gespecialiseerde zaadsector kunnen ontwikkelen, net zoals andere sectoren zoals mechanisatie, bewaring, verwerking etc. zich hebben kunnen ontwikkelen tot spelers van wereldformaat. In ontwikkelingsgebieden zien we dat deze kennis en infrastructuur vaak volledig ontbreekt. Bij Bejo vinden we het daarom onze verantwoordelijkheid om deze kennis, technologie en goed zaaizaad beschikbaar te maken. Dit is nodig om de groeiende bevolking
34
Bejo magazine
van voldoende, betaalbaar en betrouwbaar gezond voedsel te voorzien. Mooie gedachte natuurlijk, maar hoe pak je dit vervolgens dan aan? Er bestaat een lange historie van ontwikkelingshulp, maar heel veel projecten hebben maar weinig resultaat opgeleverd. Goede bedoelingen alleen maken nog geen verschil. André Dekker, Area Business Manager Afrika zegt hierover: “Wij geloven dat succes vooral ligt bij het ondersteunen van projecten die aansluiten bij de lokale manier van werken en door goed naar de hele keten – van boer tot klant – te kijken. Het heeft geen zin om alleen zaad te geven. Een teler moet weten hoe het zaad te gebruiken, hoe het gewas te telen en op de juiste manier te oogsten, en ten slotte hoe het gewas goed op te slaan. Vervolgens is er een infrastructuur nodig om de producten op de markt te krijgen.” Bejo zet zich in voor een aantal projecten waarin naar al deze factoren gekeken wordt. Het ontwikkelen van verbeterde groenterassen die goed passen bij de lokale klimatologische omstandigheden is daar ook een onderdeel van. Het gaat hierbij om langdurige projecten met hoge investeringen, waarbij met veel geduld kleine stapjes worden gezet, maar elk stapje is er één.
DUURZAAMHEID
3
In Afrika
In samenwerking met JP Beemsterboer zijn we in Senegal een traject gestart waarbij een proefen veredelingsstation wordt gebouwd. Met behulp van lokale Senegalese instituten trainen we 20 ondernemende boeren kwalitatief hoogwaardige uien te telen. Dit gaat gepaard met een verhoging van de investeringen die boeren moeten doen: verbeterde zaden en betere meststoffen zijn vaak duurder dan de lokaal beschikbare producten. Door nieuwe samenwerkingen met banken kunnen boeren in aanmerking komen voor kredieten om deze investeringen te kunnen doen. Het uiteindelijke doel is dat door hogere opbrengsten, betere kwaliteit van het product en goede opslag de boeren een hoger inkomen zullen realiseren en de lokale markt beter bediend wordt. Samenwerking zal de boeren helpen de snel opkomende markt te bedienen waarin supermarkten de distributie van groenten voor hun rekening nemen. We hopen met deze pilot van 20 boeren ook andere boeren te motiveren om deze manier van werken te volgen.
In Azië
Met ondersteuning van de het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn we in Indonesië in samenwerking met lokale partijen een project gestart om boeren te leren sjalotten uit zaad te telen. De lokale traditionele manier van telen uit plantuien brengt veel ziektedruk en misoogsten. Vanuit het veredelingsprogramma van DGS/Bejo is Maserati ontwikkeld, een ras dat zeer geschikt is voor het tropische klimaat van Indonesië. Maar telen uit zaad vraagt totaal
4
1 Mevrouw Bra maakt deel uit van andere vaardigheden dan telen uit plantuien, dus ook in dit project is delen van de benodigde kennis en daarvoor een structuur opzetten de eerste prioriteit. Met een oppervlakte van 120.000 ha is Indonesië in verre de grootste sjalottenproducent van de wereld en de lokale consumptie van 3,5 kg per persoon per jaar kan vergeleken worden met de Nederlandse consumptie van ui.
In Midden-Amerika
Al sinds 25 jaar voeren wij in Guatemala uitgebreide proef- en veredelingsprogramma’s om een assortiment te ontwikkelen dat steeds beter geschikt is voor het klimaat en de diverse omstandigheden in Latijns-Amerika. Een dealernetwerk in meer dan 10 omringende landen zorgt ervoor dat bijna iedere teler hoge kwaliteit zaad als uitgangsmateriaal kan gebruiken, met betere oogsten en een beter inkomen als gevolg. De jaarlijks twee weken durende velddagen (Días de Campo) in Guatemala worden door de dealers en duizenden telers bezocht. Er is dan volop ruimte om te leren over goede teelttechnieken, nieuwe rassen en ook de gezondheid van groenten en een ‘healthy lifestyle’ krijgen dan aandacht. De studenten van de Bejo school in Guatemala, de Centro Educativo Agrícola Guatemala ‘Melanie Beemsterboer’, helpen ook een handje mee. Elk semester start er op deze school een groep van 15 studenten in de leeftijd 12-15 jaar. Zij krijgen les in algemene basisvaardigheden, zoals het omgaan met computers, en op agrarisch gebied. Op deze manier proberen wij deze jongens een beter perspectief te bieden voor de toekomst.
het trainingsprogramma. Hier toont ze mooie oogst van het ras Sakanal.
2 Beoordeling van proef in Senegal.
3 Verbeterde opslagfaciliteiten zorgen voor langere bewaarbaarheid van uien en voorkomen van verlies tijdens het regenseizoen.
4 In het Allium Training Centre
in Indonesië krijgen telers instructie in het telen van sjalotten uit zaad.
Bejo magazine
35
Even voorstellen Bejo hecht veel waarde aan service. De afdeling Verkoopondersteuning Benelux speelt hierin een belangrijke rol. Ze beantwoorden uw vragen met een glimlach en ondersteunen onze buitendienst. Maar wie zijn nu de gezichten achter deze vertrouwde stemmen? We stellen ze graag aan u voor:
Petra Burger
Marit Mol
Bijna 28 jaar geleden ben ik bij Bejo gestart, direct na de MEAO. Mijn eerste functie was al meteen op de afdeling verkoopondersteuning Benelux en ik werk hier nog steeds met heel veel plezier. Dagelijks verwerk ik de orders voor onze Nederlandse klanten en verzorg ik de zendingen naar onze dochteronderneming Bejo Zaden Belgium. Geen dag is hetzelfde.
Een nieuw gezicht in het team en het bedrijf: per 1 november 2018 ben ik gestart in de rol van Sales Support Employee. In deze functie ondersteun ik het team Benelux en Scandinavië en heb ik ook contact met u, de klant. Ik ken Bejo als een groeiend bedrijf waarbij het product en de klant op nummer 1 staan. Bovendien ben ik op een akkerbouwbedrijf opgegroeid en deze sector heeft me altijd getrokken.
Bejo is een groeiend bedrijf en er is de afgelopen jaren veel veranderd. Maar de service blijft belangrijk! Ik ben trots dat ik bij zo’n mooi familiebedrijf mag werken met veel leuke collega’s in binnen- en buitenland.
Exploring nature never stops betekent voor mij dat Bejo als bedrijf niet stilstaat. Samen met alle collega’s werken we hard om de kwaliteit hoog te houden, zodat wij onze klant toprassen kunnen aanbieden waar wij achter staan.
36
Bejo magazine
Exploring nature never stops betekent voor mij ontwikkeling van jezelf. Geen dag is hetzelfde en je komt altijd weer nieuwe rassen, telers of inzichten tegen.
VOORSTELLEN
Jeroen van der Weijde
John Ligthart
Op 1 februari 2004 ben ik bij Bejo begonnen in een combinatiefunctie van verkoopadministratie Azië en secretariële werkzaamheden voor de afdeling Veredeling. Door de groei van het bedrijf was dit niet meer te combineren. Toen ben ik fulltime verkoopadministratie gaan doen voor Azië en Amerika. Sinds 1 januari 2018 versterk ik de verkoopondersteuning Benelux. Dit past goed bij mij, vanwege het directe contact met de klanten en de buitendienst. Hiernaast doe ik nog wel de verkoopadministratie van Azië, maar door de afstand en het tijdsverschil verloopt het contact bijna alleen via e-mail.
Sinds 1 mei 1989 ben ik werkzaam bij Bejo. Ik ben begonnen op het kwaliteitscontrole laboratorium. In 2002 heb ik een overstap gemaakt naar de afdeling verkoopondersteuning Benelux. Met veel plezier verwerk ik hier de zaadbestellingen voor al onze professionele klanten. Als medewerker Verkoopondersteuning heb ik veel contact met onze buitendienst en onze klanten. Ook zorg ik ervoor dat de website up-to-date is met de nieuwste rasinformatie en dat er jaarlijks weer nieuwe rasinfo’s gedrukt worden. Daarnaast doe ik filmen montagewerk voor de ‘In het gewas’-films die wij online publiceren. Mijn werk is erg veelzijdig en breed. Dat geeft mij energie!
Wat betekent Exploring nature never stops voor mij? In mijn werk vind ik het fijn om de buitendienst te ondersteunen. Samen vormen we een eenheid om de klant zo goed mogelijk van dienst te zijn en te voorzien van een topproduct. Dit gaat elke dag door.
Wat betekent Exploring nature never stops voor mij? Wereldwijd groeit de bevolking en het klimaat verandert. Er is veel te ontdekken en te innoveren om in de toekomst het natuurlijk evenwicht van onze aarde te garanderen. Ook Bejo zal hier een belangrijke rol in spelen.
Bejo magazine
37
Emiel Burger Binnen de afdeling Verkoopondersteuning Benelux ben ik de langste tijd werkzaam. Bejo is een sociaal familiebedrijf waar het fijn werken is, getuige mijn lange dienstverband van bijna 35 jaar. In december 1983 startte ik als pakhuismedewerker. Na enkele dienstjaren werd ik aangesteld als groepsleider zaadschoning en later ben ik overgestapt naar een kantoorfunctie op de afdeling Productie als voorraad- & kwaliteitsbeheerder. Vanaf september 2002 ben ik werkzaam binnen de afdeling Verkoopondersteuning als voorraadbeheerder Nederland. Doordat ik op diverse afdelingen gewerkt heb, heb ik verschillende facetten van Bejo leren kennen en dat geeft voordelen in mijn huidige werkzaamheden.
Wat betekent Exploring nature never stops voor mij? Ik vind het belangrijk dat een teler op een professionele manier geadviseerd wordt zodat hij een goed product aan de groenteketen kan leveren.
Kathleen Robberechts Sinds mijn afstuderen ben ik altijd actief geweest in de supply chain van grote Amerikaanse bedrijven. In mei 2016 ben ik als office manager part-time het Bejo België team komen versterken. We hebben de sfeer van een KMO maar kunnen daarnaast rekenen op de support van een internationale onderneming. De contacten met collega’s van Bejo Nederland, de klanten en de collega’s van verkoop maken dat geen enkele dag hetzelfde is. Sinds november 2018 neem ik naast de supply chain ook het dagelijks management van Bejo België voor mijn rekening. Het worden ongetwijfeld spannende tijden maar ik kijk ernaar uit.
Exploring nature never stops betekent voor mij ervoor zorgen dat de wereld van vandaag nog kan voorzien in de gezonde voeding van morgen.
38
Bejo magazine
Guy van Campenhout Ik ben sinds 1 september 2018 in dienst bij Bejo België. Ik ben dus een ‘groentje’ in de zadenbusiness. Na 20 jaar puur boekhouding gedaan te hebben voel ik me nu uitstekend thuis in het kleine team van Bejo België met een brede waaier aan taken. Ik ben zelf geboren en getogen aan de rand van Sint-Katelijne-Waver en woon op 5 km van kantoor, dus kom met de fiets naar het werk. Als kleine hobby groentekweker voel ik me helemaal thuis in deze boeiende wereld.
Exploring nature never stops betekent voor mij een samenwerking aangaan met de natuur om producten op een duurzame manier te verbeteren zodat dit een win-win situatie is voor zowel natuur als mens.
ZAADVERRIJKENDE FORMULE A STRONG START
Geeft de kiemplant meer energie
Stimuleert de groei in het eerste groeistadium
Verbetert de vitaliteit van de plant
Zorgt voor een verbeterde stresstolerantie en algehele gezondheid van de plant
Ondersteunt de ontwikkeling van een uniformer eindproduct
Dit leidt tot:
Verminderd bedrijfsrisico
Minder ziektegevoelig gewas
Hoge kwaliteit product, gladde wortel
Verbeterde pack out, tot 15%
B-Mox zaadverrijkende formule wordt toegepast op al het geprimed zaad van de gewassen wortel en wortelpeterselie. Ook biologisch.
Verkoopteam Benelux ROBERT SCHILDER
Salesmanager Benelux & Scandinavië
DIRK VANPARYS
9
West-België
M +32 (0)475 781 527 E dirk.vanparys@bejo.be
M +31 (0)651 230 973 E robert.schilder@bejo.nl 1
ANNE VELDBOER Kop Noord-Holland, kustlijn Noord- en Zuid-Holland
SELINE VANDECAVEYE
9
West-België + specialist sla België
+ specialist sla Noord-Nederland
M +32 (0)472 074 812 E seline.vandecaveye@bejo.be
M +31 (0)654 332 336 E anne.veldboer@bejo.nl 2
3
BAS HEINEKE
Noordoostpolder, Groningen, Drenthe
KOEN VERBRUGGEN
10
Oost-België, Luxemburg
M +31 (0)620 331 003 E bas.heineke@bejo.nl
M +32 (0)495 537 280 E koen.verbruggen@bejo.be
ROB VAN DEN BOS
CEES VAN DRUNEN
Specialist sla, bonen & spruiten
Zuidwest-Nederland + specialist spruiten Nederland
M +31 (0)650 503 058 E cees.vandrunen@bejo.nl
M +31 (0)653 427 746 E rob.vandenbos@bejo.nl 4
EMMELIE VAN DE VELDE
West- en Midden-Brabant
M +31 (0)625 431 034 E emmelie.vandevelde@bejo.nl 5
PASCAL STAAKS
Noord-Nederland
B
Zuid-Nederland
C
België
Zuid-Nederland + specialist sla en courgettes Zuid-Nederland M +31 (0)610 941 722 E pascal.staaks@bejo.nl
6
A
8
WARMENHUIZEN
MAURICE DEBEN
Zuidoost-Nederland + specialist asperges en prei plantenkwekerijen Nederland
JOOST LITJENS
Flevopolder, Overijssel, Gelderland
3
RONALD HAND
Noord-Holland, Friesland
4 5
6
9
M +31 (0)615 092 956 E joost.litjens@bejo.nl
8
7
8
M +31 (0)653 562 715 E maurice.deben@bejo.nl 7
2 1
10
C
SINT KATELIJNE WAVER
+ specialist brassica’s Noord-Nederland M +31 (0)630 060 181 E ronald.hand@bejo.nl
Bejo Zaden B.V. Trambaan 1 | 1749 CZ Warmenhuizen | Nederland T +31 (0)226 396 162 | F +31 (0)226 393 504 | E verkoop@bejo.nl | W www.bejo.nl Bejo Zaden Belgium b.v.b.a. Berkenhoekstraat 6 | 2861 Sint Katelijne Waver (O.L.V. Waver) | België T +32 (0)15 207 771/207 603 | F +32 (0)15 209 940 | E info@bejo.be | W www.bejo.be
10