DUURZAAMHEID
1
2
Telers in agrarische ontwikkelingsgebieden: kennis is key De tuinbouwsector heeft de afgelopen eeuw in Nederland een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Door professionalisering en specialisatie is de productiviteit van onze gewassen enorm toegenomen, verder verduurzaamd tot een van de veiligste ter wereld en dankzij een subliem logistiek proces altijd snel en in voldoende hoeveelheden beschikbaar. De zaadsector heeft hieraan bijgedragen door rassen te ontwikkelen die geschikt zijn voor de moderne teeltmethoden. Dit is mogelijk gemaakt door het beschikbaar komen van nieuwe veredelingstechnieken, zoals hybridisatie vanuit de universiteit Wageningen. Door de kennis vanuit de wetenschap heeft zich in Nederland een hoog gespecialiseerde zaadsector kunnen ontwikkelen, net zoals andere sectoren zoals mechanisatie, bewaring, verwerking etc. zich hebben kunnen ontwikkelen tot spelers van wereldformaat. In ontwikkelingsgebieden zien we dat deze kennis en infrastructuur vaak volledig ontbreekt. Bij Bejo vinden we het daarom onze verantwoordelijkheid om deze kennis, technologie en goed zaaizaad beschikbaar te maken. Dit is nodig om de groeiende bevolking
34
Bejo magazine
van voldoende, betaalbaar en betrouwbaar gezond voedsel te voorzien. Mooie gedachte natuurlijk, maar hoe pak je dit vervolgens dan aan? Er bestaat een lange historie van ontwikkelingshulp, maar heel veel projecten hebben maar weinig resultaat opgeleverd. Goede bedoelingen alleen maken nog geen verschil. André Dekker, Area Business Manager Afrika zegt hierover: “Wij geloven dat succes vooral ligt bij het ondersteunen van projecten die aansluiten bij de lokale manier van werken en door goed naar de hele keten – van boer tot klant – te kijken. Het heeft geen zin om alleen zaad te geven. Een teler moet weten hoe het zaad te gebruiken, hoe het gewas te telen en op de juiste manier te oogsten, en ten slotte hoe het gewas goed op te slaan. Vervolgens is er een infrastructuur nodig om de producten op de markt te krijgen.” Bejo zet zich in voor een aantal projecten waarin naar al deze factoren gekeken wordt. Het ontwikkelen van verbeterde groenterassen die goed passen bij de lokale klimatologische omstandigheden is daar ook een onderdeel van. Het gaat hierbij om langdurige projecten met hoge investeringen, waarbij met veel geduld kleine stapjes worden gezet, maar elk stapje is er één.
3
In Afrika
In samenwerking met JP Beemsterboer zijn we in Senegal een traject gestart waarbij een proefen veredelingsstation wordt gebouwd. Met behulp van lokale Senegalese instituten trainen we 20 ondernemende boeren kwalitatief hoogwaardige uien te telen. Dit gaat gepaard met een verhoging van de investeringen die boeren moeten doen: verbeterde zaden en betere meststoffen zijn vaak duurder dan de lokaal beschikbare producten. Door nieuwe samenwerkingen met banken kunnen boeren in aanmerking komen voor kredieten om deze investeringen te kunnen doen. Het uiteindelijke doel is dat door hogere opbrengsten, betere kwaliteit van het product en goede opslag de boeren een hoger inkomen zullen realiseren en de lokale markt beter bediend wordt. Samenwerking zal de boeren helpen de snel opkomende markt te bedienen waarin supermarkten de distributie van groenten voor hun rekening nemen. We hopen met deze pilot van 20 boeren ook andere boeren te motiveren om deze manier van werken te volgen.
In Azië
Met ondersteuning van de het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn we in Indonesië in samenwerking met lokale partijen een project gestart om boeren te leren sjalotten uit zaad te telen. De lokale traditionele manier van telen uit plantuien brengt veel ziektedruk en misoogsten. Vanuit het veredelingsprogramma van DGS/Bejo is Maserati ontwikkeld, een ras dat zeer geschikt is voor het tropische klimaat van Indonesië. Maar telen uit zaad vraagt totaal
4
1 Mevrouw Bra maakt deel uit van andere vaardigheden dan telen uit plantuien, dus ook in dit project is delen van de benodigde kennis en daarvoor een structuur opzetten de eerste prioriteit. Met een oppervlakte van 120.000 ha is Indonesië in verre de grootste sjalottenproducent van de wereld en de lokale consumptie van 3,5 kg per persoon per jaar kan vergeleken worden met de Nederlandse consumptie van ui.
In Midden-Amerika
Al sinds 25 jaar voeren wij in Guatemala uitgebreide proef- en veredelingsprogramma’s om een assortiment te ontwikkelen dat steeds beter geschikt is voor het klimaat en de diverse omstandigheden in Latijns-Amerika. Een dealernetwerk in meer dan 10 omringende landen zorgt ervoor dat bijna iedere teler hoge kwaliteit zaad als uitgangsmateriaal kan gebruiken, met betere oogsten en een beter inkomen als gevolg. De jaarlijks twee weken durende velddagen (Días de Campo) in Guatemala worden door de dealers en duizenden telers bezocht. Er is dan volop ruimte om te leren over goede teelttechnieken, nieuwe rassen en ook de gezondheid van groenten en een ‘healthy lifestyle’ krijgen dan aandacht. De studenten van de Bejo school in Guatemala, de Centro Educativo Agrícola Guatemala ‘Melanie Beemsterboer’, helpen ook een handje mee. Elk semester start er op deze school een groep van 15 studenten in de leeftijd 12-15 jaar. Zij krijgen les in algemene basisvaardigheden, zoals het omgaan met computers, en op agrarisch gebied. Op deze manier proberen wij deze jongens een beter perspectief te bieden voor de toekomst.
het trainingsprogramma. Hier toont ze mooie oogst van het ras Sakanal.
2 Beoordeling van proef in Senegal.
3 Verbeterde opslagfaciliteiten zorgen voor langere bewaarbaarheid van uien en voorkomen van verlies tijdens het regenseizoen.
4 In het Allium Training Centre
in Indonesië krijgen telers instructie in het telen van sjalotten uit zaad.
Bejo magazine
35