Richard Hoogeboom biedt kijkje in routinelab van Bejo
‘Kwaliteitscontrole van cruciaal belang’ Kwaliteitscontrole is van cruciaal belang om inzicht te krijgen in de kwaliteit van een partij zaad. In het kiemlab van Bejo worden 40.000 kiemtesten per jaar uitgevoerd, waarin de potentie van een partij zaden onder optimale omstandigheden wordt gemeten.
Het Seed Testing Laboratory van Bejo is opgedeeld in twee afdelingen: Seed Analysis en Seed Health. Op de afdeling Seed Analysis wordt de zaadkwaliteit vastgesteld. Op de afdeling Seed Health wordt de zaadgezondheid beproefd op de aanwezigheid van schimmels, virussen en bacteriën. Het lab is geautoriseerd door Naktuinbouw Authorized Laboratories (NAL), een kwaliteitssysteem voor groentezaadlaboratoria.
0-meting
“In het kiemlab wordt het zaad op verschillende aspecten getest”, vertelt Richard Hoogeboom, Seed Analysis teamleader bij Bejo. “Zodra een partij wordt geoogst en in Warmenhuizen wordt ontvangen, doen we een soort 0-meting. Daarbij kijken we naar zaken als kiemkwaliteit, zaadgezondheid, vochtpercentage en fysieke zuiverheid. Op basis van deze resultaten wordt bijvoorbeeld een schoningstrategie bepaald.”
Bruikbare plantentoets
“Met een bruikbare plantentoets worden gemiddelde plantenkwekersomstandigheden gesimuleerd waar zaden worden opgekweekt tot jonge plant, zodat de analisten een beoordeling kunnen doen van de uniformiteit en kwaliteit van een partij”, vertelt Hoogeboom.
26
Bejo magazine
“De overeenkomsten tussen de verschillende testmethoden zijn dat er altijd wordt gewerkt met gestandaardiseerde watergift, relatieve luchtvochtigheid, temperatuurregime en/of de gebruikte hulpmiddelen aan de norm voldoen. Dit loopt via vastgestelde protocollen. Na iedere processtap wordt het effect van de behandeling gemeten, onder andere met kiemkrachtbepaling. Ook de zaadgezondheid wordt voor en na een behandeling gemeten, om te bepalen of een ziekte weg is.”
Ringonderzoeken
Het kwaliteitssysteem NAL vereist dat bij Bejo interne controles worden gedaan, om te toetsen of analisten nog op dezelfde manier een kiemplant beoordelen. Het gaat hier om ringonderzoeken: iedere analist bepaalt dezelfde serie plantjes. Daar moet min of meer dezelfde uitslag uitkomen, aldus Hoogeboom. Er wordt op kiemkracht en kiemenergie getest. Tijdens elke bepaling wordt gekeken naar de algehele conditie van het plantje: voldoet het aan de criteria om als normale kiemplant te worden beoordeeld? Is dat niet het geval, dan wordt ieder afwijkend zaadje beoordeeld op abnormaliteit. “Daarbij kun je denken aan stengel-, cotyl- of wortelafwijkingen. Ook wordt het aantal dode,
niet gekiemde of rotte zaden bepaald. Uit alle classificaties komt een percentage normale kiemplanten. Dit percentage maakt het kiemkrachtpercentage.”
Objectieve waarnemingen
Alle testen worden onder optimale omstandigheden uitgevoerd. Analisten weten niets over het commerciële doel van de test, het zijn objectieve waarnemingen, aldus de teamleider. Afhankelijk van het gewas wordt bepaald welk apparaat wordt gebruikt. Bejo beschikt over de Kopenhagentafel (kiemtafel), klimaatkasten (regelen op luchtvochtigheid) en klimaatcellen. “De belangstelling voor de bruikbare plantentoets is groeiende en dat geldt ook voor de testen op onkruidbepalingen en zuiverheid”, zegt Hoogeboom. “De wet- en regelgeving wordt steeds strenger, evenals de interne kwaliteitstandaard.” De NAL-autorisatie is een zeer waardevol kwaliteitssysteem voor Bejo en andere zaadbedrijven, besluit Hoogeboom. “Doordat onder supervisie van NAL de kwaliteit van de partijen wordt bepaald, is de betrouwbaarheid van resultaten gegarandeerd en kunnen zaadbedrijven eerder partijen zaad uitleveren en dus sneller aan de vraag van de teler voldoen.”
EXPLORING NATURE NEVER STOPS VOLGENS RICHARD HOOGEBOOM “CONTINU OP ZOEK ZIJN NAAR DE BESTE PROCESINRICHTING, ZODAT COLLEGA’S TIJDIG OVER KWALITEITSGEGEVENS BESCHIKKEN OM DE JUISTE KEUZES TE KUNNEN MAKEN.”
Bejo magazine
27