DG WEGVERVOER EN VERKEERSVEILIGHEID
PROJECTEN, TENDENSEN EN MENSEN 2009-2013
Service public fédéral Mobilité et Transports Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
MEERJARIG VERSLAG, CULTUREEL VERSLAG… Jaarverslagen zijn vaak een kwantitatieve en kwalitatieve opsomming van alle inspanningen die in een vrij beperkte tijdspanne werden geleverd. Een jaar is – per definitie – kort in het leven van een onderneming. Het verslag 2009-2013 van het DG Wegvervoer en Verkeersveiligheid (DGWV) wil geen gedetailleerde opsomming maken van alles wat in een jaar of meer bewoog of beweegt binnen ons DG. Het is veeleer bedoeld als een rappel van de doelstellingen die aan de grondslag liggen van onze inspanningen en als een illustratie ervan aan de hand van de vele projecten die kenmerkend zijn voor onze organisatie. Welke inspanning we ook leveren – dagelijks inspelen op de verwachting van een burger of een onderneming of grootschalige informatiseringsprojecten ontwikkelen – elk van onze handelingen wordt aangestuurd door de kwaliteit van de dienstverlening. Was DG Wegvervoer en Verkeersveiligheid een vaartuig, dan zou het kompas altijd de klant aanwijzen! Daar draait het om in onze bedrijfscultuur en precies daarom is ons verslag ook een beetje een cultureel verslag!
2
{ 3
INLEIDING DOOR DE DIRECTEUR-GENERAAL Een tijdbesparende administratie?
Meer doen met minder
Alle burgers, bedrijven of organisaties maken dagelijks gebruik van de openbare ruimte: te voet, met de fiets, met de auto, met de bus of met de vrachtwagen.
Onze resultaten op het vlak van e-government kregen lof toegezwaaid van het Federale Agentschap voor de Administratieve Vereenvoudiging op het laatste colloquium van het Agentschap en ook van Agoria in het kader van de E-Gov Awards.
Voor de kwaliteit en de veiligheid van hun verplaatsingen staan elke dag vijfhonderdzesendertig gemotiveerde mensen, zeg maar vijfhonderdzesendertig "civil servants" voor hen paraat. Daarvoor werken wij samen in een netwerk met heel veel partners uit de privésector en uit de federale of regionale overheidssector. Enkelen onder hen vertellen hun verhaal in dit verslag. We zijn trots op de concrete verbeteringen die we permanent tot stand brengen: vereenvoudigde procedures, kortere uitvoeringstermijnen, betere kwaliteit van dienstverlening. Kortom, het gros van onze innovatieve projecten is ingegeven door twee grote doelstellingen: tijd winnen en de kwaliteit verbeteren. Als we alle dagen en weken de tijdswinst optellen - zij het via online inschrijvingen, het online uitreiken van vergunningen voor uitzonderlijk vervoer of technische keuringen op de weg – kunnen we stellen dat onze "klanten" een maand tot anderhalve maand hebben gewonnen. Een bestuur dat u helpt tijdswinst te realiseren … dat is bij ons geen paradox!
Het aandachtig aansturen van deze projecten, de creativiteit en de samenhang van de teams zijn onze grote troeven. Wat ons dagelijks animeert binnen het DG Wegvervoer en Verkeersveiligheid, dat is de passie voor dienstverlening! Ideeën uitwisselen en ruimte maken voor creativiteit, dat is de werkfilosofie die centraal staat in onze relaties met de verschillende actoren in de sector van het wegvervoer. Dankzij deze benadering hebben wij samen met hen nieuwe, veelbelovende projecten kunnen opstarten, zoals de gedelokaliseerde technische keuring voor de transportbedrijven of het I-Fastproject om de homologatieprocedures te moderniseren en te versnellen. Dit streven naar partnerschap, naar "Co-design" speelt ook een rol in het welslagen van onze vele initiatieven in Brussel, hoofdstad van ons land en van Europa, zoals de renovatie van het Atomium of de reuzenwerf voor het nieuwe multimodale station Schuman. In het kader van de audits door de erkende instellingen (centra voor technische keuring, examencentra) hebben wij via kordate en constructieve uitwisselingen mogelijkheden ontdekt om onze dienstverlening aan de burgers en aan de ondernemingen verder te verbeteren. Het DGWV heeft oren naar de kritiek en de suggesties van de klant via een gesystematiseerd beheer van alle klachten en een dialoog met de relaisorganisaties (federale ombudsmannen, beroepsverenigingen). We hebben alweer een kaap gerond door met de betrokken actoren (politiediensten, herstellers of garagehouders, invoerders, vervoerbedrijven, autoscholen, gemeenten,
4
opleidingscentra enzovoort) een snelle communicatie van alle nuttige informatie te organiseren. Er worden vele infoflashes verstuurd. Ze melden een verandering in de regelgeving, een evolutie binnen onze organisatie, een fase die wordt voltooid in een grootschalig project, een tijdelijk probleem… en de oplossing ervan.
21ste eeuw Wie bijdetijds wil zijn, moet zich natuurlijk ook de nieuwe tools eigen maken die de technologische evolutie (Intelligent Transports Systems) ter beschikking stelt voor de veiligheid van de weggebruikers. Het E-Call project dat tot stand kwam met onze collega's van de FOD Volksgezondheid en van Binnenlandse Zaken is daar een mooi voorbeeld van: het project is bedoeld om een online-interactie tussen het voertuig en de hulpdiensten te realiseren. Ook de nieuwe evoluties in het domein van de elektrische voertuigen zijn veelbelovend. Wij hebben al onze expertise ter beschikking gesteld van het Masterplan dat werd opgestart met onze collega's van het DG Energie van de FOD Economie. Marie-Pierre Fauconnier vertelt hierover het volgende. 'De FOD Mobiliteit ondersteunde de FOD Economie bij het uitwerken van een Masterplan voor het stimuleren van elektrische
mobiliteit in België. Bovendien bekijken beide federale overheidsdiensten op welke manier ze een voorbeeldrol kunnen spelen als launching customer door bijvoorbeeld EV’s in hun wagenpark op te nemen. Ten slotte werken ze momenteel ook samen om het Belgische standpunt uit te werken met betrekking tot het clean fuels for transport-pakket dat werd voorgesteld door de Europese Commissie op 24 januari 2013.' Maar moderniteit vertaalt zich ook in de manier van werken op het vlak van informatiebeheer. De invoering van twee Kruispuntbanken, een voor voertuigen (project "Mobivis") en een voor rijbewijzen (project "Mercurius") is daar door de permanente netwerkuitwisseling van gegevens een concrete invulling van. Het optreden van de overheid en de betrokken sectoren tegen wanverzekering, fraude of inbreuken wordt hierdoor aanzienlijk strenger.
Voor we verdergaan Voor u dit verslag en het document dat is gewijd aan de samenwerkingsovereenkomst Beliris verder leest, wil ik graag rechtstreeks eer betuigen aan alle medewerkers van het DGWV: de successen en de nieuwe pistes hebben we aan ieder van u te danken! Of, zoals een president van de Verenigde Staten ooit zei: "u kunt zich niet voorstellen waartoe mensen in staat zijn wanneer ze een team vormen!" In dit twaalfde jaar van mijn mandaat ben ik daar diep van overtuigd.
Jean-Paul Gailly
De netwerkvorming is trouwens ook op Europees vlak een tastbare evolutie. Onder meer de projecten ERRU en "Crossborder enforcement" en ook de integratie op het vlak van het rijbewijs zijn daar voorbeelden van. De uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten, zowel in verband met voertuigen, wegvervoerbedrijven als rijbewijzen, vormt een van de pijlers voor de toekomst.
5
FORMIDABELE TEAMS… TRENDS 2009-2012 Een mens is een bron van vooruitgang (en niet zomaar een "hulpbron") en dus een wezenlijke schakel in het succes van ons handelen. Als we terugblikken op de afgelopen 4 jaar, kunnen we verschillende trends onderscheiden. De meest opmerkelijke trend is het rechtstreekse resultaat van de grote projecten die de voorbije jaren werden opgestart: zowel WebTEUV, WebDIV als I-Fast, elk met hun specifieke kenmerken en doelstellingen, hebben belangrijke gevolgen gehad voor de medewerkers. Zowel de werkprocedures als de opleidingsbehoeften veranderen. De nieuwe projecten hebben de uitwisseling en de overdracht van kennis niet alleen gestimuleerd, ze hebben ook in grote mate bijgedragen aan het neerhalen van de schotten tussen de diensten binnen eenzelfde directie of binnen eenzelfde DG. Zo werden de agenten van het callcenter van de DIV opgeleid door het team interne inschrijving, experts in de meest complexe inschrijvingen, en door het team homologatie.
6
Een tweede opmerkelijke trend binnen het DGWV is het aantal teamchefs van niveau B, of C. In 2013 volgen niet minder dan 7 medewerkers van het DGWV de opleidingstrajecten van het OFO voor "operationele en tactische leidinggevenden". De derde trend is de reële solidariteit en collegialiteit tussen collega's van verschillende teams. Tegen de achtergrond van de moeilijkheden die de DIV ondervond als gevolg van computerproblemen, kwam er spontaan een aanbod van ondersteuning vanuit verschillende directies van het DGWV. Zelfs op het niveau van het directiecomité van het departement was deze solidariteit merkbaar. Naar aanleiding van de lancering van het systeem DIV New in 2012 heeft de dienst inschrijvingen en schrappingen enkele maanden kunnen rekenen op extra steun vanuit alle directies van de FOD. Hoewel deze operatie was opgestart door het management, hebben we ook kunnen vaststellen dat zeer veel vrijwilligers bereid waren zich tijdelijk in te zetten voor de DIV om hun collega's te helpen bij het wegwerken van de achterstand. Op een meer bescheiden schaal vonden soortgelijke acties plaats tussen verschillende andere diensten van het DGWV.
7
IN CIJFERS UITGEDRUKT De becijferde impact van de administratieve vereenvoudigingen die ons DG tot een goed einde heeft gebracht is een uiterst belangrijke indicator. In 2010 raamde het Agentschap voor de Administratieve Vereenvoudiging de impact van de maatregelen voor administratieve vereenvoudigingen die waren genomen op het niveau van het "vervoer te land'', dat tot de bevoegdheid van het DGWV behoort, op € 178.994.444,00, , waarvan ongeveer € 82.000.000 alleen al voor rekening van de inschrijving via internet. En zeggen dat deze indrukwekkende cijfers van toen nog geen rekening hielden met de maatregelen die tussen 2010 en 2013 zijn genomen, zoals WebTEUV of I-Fast!
DE UITDAGINGEN VAN DE TOEKOMST
8
In deze tijden van budgettaire besparingen is een slogan zoals "Meer doen met minder" een dagelijkse noodzaak voor alle openbare diensten in het algemeen, en zeker voor het DGWV. Aangezien het aantal nieuwe verbintenissen zeer beperkt is, moeten we ieders creativiteit nog meer stimuleren en leren om nog polyvalenter te zijn. Bepaalde werklasten zullen ongetwijfeld opnieuw gewogen worden met het oog op een beter evenwicht tussen de verschillende diensten. Het directoraat-generaal wil voluit aansluiten door de Mobi4u benadering in verband met de nieuwe werkmethoden ("New Way of Working") op initiatief van het directiecomité van de FOD, dat grote bekendheid kreeg via onze collega's bij de FOD Sociale Zekerheid in het boek "De Collega's werken thuis" ("Travailler de chez vous, cela va de soi"). Werken op afstand is ondertussen ingeburgerd in heel wat diensten van het Directoraat-generaal.
PROJECTMATIG WERKEN
Het werk projectmatig systematiseren behoort sinds 2002 tot de krachtlijnen van het DGWV. Het DG heeft deze aanpak systematisch doorgetrokken en de evaluatie-instrumenten en de performance-indicatoren van zijn diensten verder verfijnd. Deze managementaanpak is dus een gevestigd kenmerk van het DGWV. Projectmatig werken is trouwens veel meer dan een vooraf uitgestippelde methodologische aanpak volgen; het impliceert ook dat men permanent nadenkt over de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening, zonder de managementdoelstelling uit het oog te verliezen. Deze managementcultuur zit als het ware in het DNA van ons DG.
9
DE "DIV" INSCHRIJVING EN HOMOLOGATIE VAN VOERTUIGEN INSCHRIJVING VAN VOERTUIGEN Om zich op de openbare weg te mogen begeven moet een motorvoertuig vooraf zijn ingeschreven in het "voertuigenregister" dat de DIV bijhoudt. Dat register is een gegevensbestand dat de wet van 08.12.1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer respecteert. BelgiĂŤ schrijft de voertuigen sinds 1899 in. Oorspronkelijk hadden de nummerplaten zwarte tekens op een witte achtergrond. In meer dan een eeuw hebben zowel het nummeringssysteem als het formaat van de nummerplaat een hele evolutie meegemaakt. De nummerplaten met rode tekens op een witte achtergrond met rode rand werden ingevoerd in 1928. Anno 1973 telden de nummerplaten zes tekens: drie letters, een streepje, drie cijfers, een combinatie die medio 2008 werd omgekeerd. In 2010 kwam er een tweeledige verandering: de invoering van de nummerplaat in Europees formaat en, parallel daaraan, een samenwerking met Bpost voor de verdeling van de nummerplaten.
10
INSCHRIJVINGSTRENDS TUSSEN 2009 EN 2013 Tussen 2000 en 2010 steeg het aantal inschrijvingen van nieuwe voertuigen met 2,5%, terwijl de inschrijving van tweedehandse voertuigen met 0,9% daalde. In januari 2012 analyseerde het magazine Trends Tendance, de cijfers van de DIV en van Febiac als volgt: '(…) in 2011 werden er in België 572.211 nieuwe auto's ingeschreven, een absoluut record dat goed was voor een stijging van 4,5% vergeleken met 2010'. 2011 was immers een gunstig jaar voor de inschrijvingen en de agenten van de DIV hebben een tandje moeten bijsteken om het hoofd te bieden aan een spectaculaire stijging in de loop van de maand december (66,8% vergeleken met de maand december 2010!). Deze ongebruikelijke decemberrush was het rechtstreekse gevolg van de aangekondigde schrapping van de federale premies voor auto's die minder dan 115 gram CO2 per km uitstoten. De impact van deze afschaffing heeft de vertraging die men logischerwijs mocht verwachten in het zog van de financiële en economische crisis vanaf 2009 wellicht vertraagd. In december 2012 schreef de DIV amper 22.324 nieuwe voertuigen in of 54,22 % minder dan dezelfde maand een jaar eerder. Voor heel 2012 werden de federale cijfers afgesloten op 486.737 inschrijvingen, een daling van 14,94 % vergeleken met het recordjaar 2011.
11
WEBDIV
WebDIV behoort tot de oudste e-governmentprojecten en werd opgestart door het bestuur zelf. Bruno Didier, directeur van Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen, omschreef het project als een (voor het) publiek (bedoeld) dienstverleningsmodel waarbij de beroepsbeoefenaars in het verzekeringswezen op een intelligente manier worden betrokken. In 2009 verleende het European Institute of Public Administration de prijs voor "performance improvement in public service" aan het project WebDIV, dat ervoor zorgt dat de termijn voor een "gewone" inschrijving wordt herleid van twee weken tot 24 uur! Stapsgewijs en dankzij de goede samenwerking met zowel de platforms van verzekeraars en verzekeringsmakelaars als Bpost vanaf 2010, kon WebDIV systematisch terrein winnen om in 2013 een "marktaandeel" te realiseren van 77 %, zij het een heel relatief marktaandeel aangezien een (te) groot aantal verrichtingen (nog) niet mogelijk is via het internet, bijvoorbeeld voor geïmporteerde voertuigen. De DIV koestert de ambitie om tegen het einde van 2014 nieuwe doorbraken te realiseren, onder meer dankzij de vooruitgang op het vlak van e-government bij onze collega's van de douane en de btw.
DIV NEW 2012 was het jaar van DIV New. Het project stond voor een tweeledige innovatie: enerzijds de kwaliteit van de DIV-gegevensbank substantieel verbeteren – onder meer door de technische gegevens van het voertuig over te nemen, de uitstoot enzovoort – en anderzijds het integrale beheer van die gegevensbank overnemen, die in het verleden samen met een derde vennootschap werd beheerd. De nieuwe gegevensbank DIV New was bovendien een belangrijke mijlpaal in de opbouw van een kruispuntbank voor voertuigen. De lancering van DIV New verliep niet geruisloos, aldus een verantwoordelijke voor de inschrijvingen bij de DIV. Een van de redenen voor die problemen is dat de DIV zich middenin een enorm netwerk bevindt, met onder meer de professionals uit de automobielsector, de politiediensten, de technische keuring enzovoort. Erover waken dat geen van de betrokken actoren de nieuwe trein van DIV New miste was geen sinecure. Toch zijn we geslaagd in ons opzet, dankzij de goede wil van iedereen!» 12
KRUISPUNTBANK VAN DE VOERTUIGEN "MOBIVIS" Het project Mobivis voorziet in de aanmaak van een Kruispuntbank van de Voertuigen (KBV), waarin alle gegevens in verband met een voertuig onderling zijn verbonden. Dit project is een partnerschap tussen een groot aantal betrokken actoren: de diensten voor technische keuring (GOCA), de FOD FinanciĂŤn en VLABEL, de Politie, Febiac, Federauto, CarPass, Eucaris, het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds enzovoort. Mobivis lanceert dus een wettelijk kader niet alleen voor de wettelijke uitwisseling van alle gegevens, maar ook voor de verplichte registratie van alle voertuigen en hun traceerbaarheid op basis van het chassisnummer. Mobivis staat dus voor een aanzienlijke administratieve vereenvoudiging, een meer efficiĂŤnte informatie-uitwisseling tussen de verschillende partners en een beter beheer van het wagenpark.
De projectleider van Mobivis ziet het zo: concreet gezien betekent de implementering van Mobivis dat de controlediensten (politie, douane, controle van het wegvervoer enzovoort) voortaan op het terrein toegang krijgen tot een groot aantal gegevens die ze vroeger moeilijk of helemaal niet konden raadplegen. Bovendien worden al die gegevens gebundeld in een en dezelfde gegevensbank. Op die manier kan men gerichter de strijd aanbinden tegen wanverzekering en het niet laten keuren van voertuigen, zoals gevraagd door de staatssecretaris voor Mobiliteit.
INSCHRIJVING VAN BROMFIETSEN
Om de verkeersveiligheid te bevorderen zal de verplichte inschrijving worden uitgebreid tot de bromfietsen (inclusief lichte drie- of vierwielige voertuigen). De eerste fase van het project omvat de inschrijving van de nieuwe bromfietsen en vangt aan in 2014; de regularisatie van alle bromfietsen in omloop volgt dan vanaf 2015.
13
DIV HOMOLOGATIE VAN VOERTUIGEN De homologatie of goedkeuring is een certificering dat een voertuig voldoet aan de normen en aan de vigerende technische regelgeving en houdt voor de eigenaar en de bestuurder de waarborg in dat het voertuig dat hij heeft gekocht of huurt, beantwoordt aan alle technische en administratieve bepalingen. In BelgiĂŤ is de dienst Homologatie Voertuigen binnen de DIV daarvoor verantwoordelijk. Een homologatie dient dus om een hoger niveau van verkeersveiligheid en van consumentenbescherming te waarborgen en te waken over een goede werking van de markt. 14
BEVASYS
Het in 2011 gelanceerde BEVASYS staat voor "Belgian Vehicle Approval System". Via dit computerbeheersysteem kan men snel en vlot een aanvraag voor homologatie indienen; het vereenvoudigt ook aanzienlijk de verwerking van die aanvragen. Vóór 2011 gebeurden alle homologatieaanvragen nog via papieren weg. Bevasys verwerkt onder meer de Europese en nationale homologatieaanvragen van types voertuigen, types onderdelen, systemen en technische eenheden. Volgens de projectleider van de homologatiedienst was Bevasys een eerste stap. Daarna heeft DIV New gezorgd voor een optimalisering van de voertuigengegevensbank en maakt I-Fast een nieuwe vertrouwensband met de carrosseriebouwers mogelijk. Wat me bij deze dienst opvalt is het grote aantal innovatieve projecten. Vaak zeer vermoeiend … maar dat we ons niet vervelen, dat is duidelijk!
DUWTJE IN DE RUG VOOR DE FABRIKANTEN: I-FAST Eind 2011 lanceerde de dienst Homologatie een nieuw project van autocertificatie voor constructeurs van de zogenaamde "tweede fase", met name constructeurs die een reeds gehomologeerd voertuig ombouwen. Het project I-Fast (Individual Fast Approval Of Individual System Treatment) is een gezamenlijk initiatief van de dienst Homologatie en van de beroepsverenigingen en beoogt de oprichting van een systeem voor kwalificering van fabrikanten (onder meer na onderzoek). Ze kunnen daarna zelf hun gelijkvormigheidscontroles uitvoeren en de gestructureerde gegevens voor de opmaak van een fiche van individuele oplevering doorgeven. Het project houdt voor de fabrikanten een aanzienlijke tijdswinst in. Om een voertuig te homologeren had je één tot drie maanden nodig, aldus Patrick Jamar, technisch commercieel medewerker bij Cargo Lifting, in mei van dit jaar. Met I-Fast duurt dat nog maar enkele minuten. Dat is een heel voordeel voor onze firma, die gemiddeld 5 tot 6 voertuigen per dag maakt en waarvan ongeveer een derde een afzonderlijke homologatie vergt. Cargo Lifting behoort tot een van de 350 firma's die in België gebruikmaken van dit systeem. Volgens Philippe Pirson, gedelegeerd bestuurder van Federauto, de Belgische
confederatie van de autohandel en -reparatie en van de aanverwante sectoren, is de aanpassing van onze sectoren aan het nieuwe Europese kader in verband met de homologatie van voertuigen niet van een leien dakje gelopen; maar ook hier heeft een perfecte samenwerking tussen de privésector, vertegenwoordigd door de beroepsverenigingen, en de openbare dienst geleid tot oplossingen die staan voor efficiëntie, snelheid en administratieve vereenvoudiging dankzij de aanleg van het computerplatform dat I-FAST gedoopt werd. I-Fast is dus een nieuw duwtje in de rug vanwege de dienst Homologatie voor honderden fabrikanten die dat in tijden van crisis goed kunnen gebruiken. Het is meteen ook een mooi voorbeeld van de nieuwe werkfilosofie binnen ons DG: Co-design en administratieve taken delen. De tijd dat de administraties alles moesten inspecteren en nakijken is nu voltooid verleden tijd: I-Fast responsabiliseert de fabrikanten. In ruil hiervoor wordt de tijd voor het verwerken van de dossiers beperkt tot enkele dagen. Als tijd geld is, dan is I-Fast ongetwijfeld zijn gewicht in goud waard!!
15
BELIRIS, VOOR BRUSSEL Beliris is de naam die werd gegeven aan het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2013 viert Beliris haar 20-jarig bestaan. Het akkoord werkt aan initiatieven die de nationale en internationale rol van Brussel moeten promoten. Via de ontwikkeling van de infrastructuur, de opwaardering van het Brusselse erfgoed, de renovatie van groenzones, de bevordering van de mobiliteit en de verbetering van de leefomgeving voor de bewoners van kwetsbare wijken draagt Beliris bij aan de ontwikkeling van Brussel. Binnen het DGWV staat de Directie Vervoerinfrastructuur (DVI) in voor de studie, de realisatie en de controle van de Beliris-initiatieven. Dat betekent met andere woorden dat de DVI de opdracht heeft een concrete invulling te geven aan het Samenwerkingsakkoord van 15.09.1993 en de aanhangsels ervan. Het budget voor Beliris wordt elk jaar in het kader van de begrotingsonderhandelingen bepaald door de federale staat. Sinds 1993 werd er via Beliris meer dan een miljard euro ge誰nvesteerd in Brussel. De vele realisaties van de DVI zijn gebundeld rond de volgende pijlers: mobiliteit, erfgoed, bevordering van een stedelijk model voor iedereen, cultuur- en sportinfrastructuur, parken en groene wandelingen. In 2012 realiseerde Beliris 59 studies; 24 werven werden voltooid en 16 projecten kregen in dat jaar hun beloop.
16
MOBILITEIT Mobiliteit, zoals het woord aangeeft, inclusief vervoersinfrastructuur, staat centraal in de activiteit van de DVI. Twintig jaar al probeert Beliris werkbare antwoorden te formuleren op de problemen van de mobiliteit. Deze oplossingen hebben betrekking op de bevordering van een zachte en duurzame mobiliteit, een samenwerking met de MIVB en de NMBS, de veiligheid van de zwakke weggebruiker en de verbetering van de leefomgeving voor de Brusselaars en voor de dagelijkse en occasionele bezoekers van de hoofdstad. Tijdens het afgelopen jaar stonden 2 opmerkelijke projecten in de kijker: het voltooien van de bouwwerken van de spoorwegtunnel SchumanJosaphat in augustus 2012 en de uitvoering van de werken aan de Wettunnel in de zomer van 2012. De eerste werf was een echt huzarenstukje in die zin dat hij weinig impact heeft gehad op de buurtbewoners en de bovengrondse openbare ruimte; de tweede werf was een technisch staaltje van vernuft in die zin dat de klus in 3 maanden moest worden geklaard! 17
ERFGOED Beliris focust al lang op het behoud van het culturele en architecturale erfgoed van Brussel. Zo heeft Beliris in 2012 verder werk gemaakt van de derde fase in de restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken en van de restauratie van de westelijke gevel en van het voorplein van de Sint-Katelijnekerk in hartje Brussel. De nieuwe verlichting van het Stadhuis van Brussel, het eerste deel van de nieuwe verlichting van de Grote Markt, werd in oktober ingehuldigd. De andere gevels van de Grote Markt zijn in 2013 aan de beurt.
EEN STEDELIJK MODEL VOOR IEDEREEN Beliris legt zich toe op de renovatie van de meest kwetsbare wijken van de hoofdstad. Om de leefomgeving van de Brusselaars te verbeteren focust Beliris op de constructie en de renovatie van gebouwen, sociale huisvesting en de woonomgeving ervan. In 2012 ging Beliris door met de wegenwerken die waren opgestart in het kader van de wijkcontracten "Westoevers" in Sint-Jans-Molenbeek, de Sint-Denijswijk in Vorst en de Lemmenswijk in Anderlecht. Het Kardinaal Mercierplein in Jette onderging in 2012 grote werken voor de heraanleg van de openbare ruimte, met de bedoeling de overgang tussen de verschillende modi voor het openbaar vervoer te bevorderen en de polyvalentie van het plein te verhogen met onder meer terrassen en markten. In 2012 begon de renovatie van de sociale huisvestingstoren "Ieder zijn Huis", een avant-gardistisch gebouw in Evere. In Jette werden de werkzaamheden voor een nieuw polyvalent gebouw "Magritte" opgestart, inclusief een kinderdagverblijf, een wijkhuis en appartementen. En na ongeveer twee en een half jaar werken kon de gemeente Elsene gebruikmaken van veertien nieuwe sociale woongelegenheden en een nieuw wijkhuis, gebouwd door Beliris in het kader van het wijkcontract Malibran. 18
CULTUURONDERSTEUNENDE EN SPORTINFRASTRUCTUUR Via deze renovatie- of bouwprojecten promoot Beliris de sportanimatie en het groot aantal cultuuractiviteiten dat de hoofdstad aanbiedt. Beliris onderneemt werkzaamheden in cultuursites die een bezoek waard zijn. Zo werd in 2012 het gemeenschapscentrum Al Andalous in Sint-Gillis volledig gerenoveerd. Voor de nabije toekomst liggen heel wat grootschalige projecten ter studie: de renovatie van een deel van de Koninklijke Muntschouwburg, de uitbreiding van het Poppentheater Toone, de uitbreiding van het Hortamuseum en de renovatie van "Wiels", het centrum voor hedendaagse kunst in Vorst. Ook de sportinfrastructuur kreeg aandacht: Heel bijzonder was de renovatie van gemeentelijke zwembaden in het kader van het Zwembadenplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De werken aan het zwembad Nereus in Ganshoren zullen in het najaar 2013 voltooid zijn. De zwembaden Neptunium in Schaarbeek en het zwembad van Elsene komen aan de beurt tijdens de werken voorzien in Aanhangsel 11.
ADEMEN IN DE STAD Om de reputatie van Brussel als groene hoofdstad alle eer aan te doen renoveert en verfraait Beliris bepaalde bestaande parken en legt er nieuwe aan. Voor 2012 alleen al denken we hierbij aan de afgeronde werken aan het Biestebroeckpark en de Groene Wandeling - Kanaal in Anderlecht en de tramweg die de Groene Wandeling rond Brussel voltooit. 19
UITZONDERLIJK VERVOER De dienst Uitzonderlijk vervoer behandelt de vergunningsaanvragen voor zogenaamde "uitzonderlijke" voertuigen. Het gaat om motorvoertuigen, aanhangwagens of voertuiggestellen die door hun bouw of de ondeelbare lading die ze vervoeren (zoals de paal van een windmolen) de normen overschrijden die gelden inzake beperking van de toegelaten massa of afmetingen volgens het verkeersreglement of het technisch reglement voor voertuigen.
20
TRENDS INZAKE UITZONDERLIJK VERVOER TUSSEN 2009 EN 2013
Een gebruiker die de openbare weg wil gebruiken met een uitzonderlijk vervoer moet een uitdrukkelijke vergunning vragen aan de minister of zijn afgevaardigde, in dit geval de dienst Uitzonderlijk vervoer. In 2011 verleende de dienst 24.378 vergunningen voor uitzonderlijk vervoer. Dat is opmerkelijk minder dan de 29.366 vergunningen die in 2012 werden uitgeschreven. Een vergelijking met de vorige jaren noopt echter tot enige omzichtigheid: tot in 2010 kon een vergunning worden verleend in meerdere exemplaren (bijvoorbeeld 1 vergunning in 4 exemplaren). Dat verklaart waarom er 49.511 vergunningen werden verleend in 2010. De strategische ligging van België als transitland heeft tot gevolg dat de helft van alle vergunningen worden verleend aan ondernemingen die buiten België zijn gevestigd.
WEBTEUV
“Web-TEUV” is een internettoepassing voor uitzonderlijk vervoer en werd begin 2011 gelanceerd. Tijdens de eerste drie maanden na de lancering van de nieuwe toepassing werd gemiddeld 92% van de aanvragen voor uitzonderlijk vervoer online ingediend. Tot in 2011 gebeurde zowel het aanvragen als het verlenen van een vergunning uitsluitend via papieren weg of via een deurwaarder. Elke toelichting of aanvullende vraag bracht een hoop papierwerk tussen de betrokken partijen met zich. Onze agenten hebben korte metten willen maken met deze archaïsche vorm van werken in het kader van interne overgangsprocessen.
Sinds 1 januari 2011 waarborgt Web-TEUV een elektronische opvolging van alle dossiers voor uitzonderlijk vervoer. De tijdswinst voor de transporteurs bedraagt ongeveer twee weken. WebTEUV fungeert bovendien als uniek contactpunt voor de aanvragers, vergemakkelijkt de uitwisseling met de infrastructuurbeheerders, factureert rechtstreeks de retributies met herverdeling naar de gewesten en werkt aan de ontwikkeling van statistieken. Begin 2013 werd een nieuwe release van de applicatie, WebTEUV 2, gelanceerd met enkele verbeteringen voor de transporteurs.
In 2011 werd WebTEUV genomineerd voor de e-government awards van de Federatie Agoria. Achter de kwaliteit van de service schuilen niet alleen tools, maar vooral ook mensen. Een medewerker van de dienst Uitzonderlijk vervoer vertelde ons het volgende: Enige tijd geleden hadden we last van vertragingen in de verwerking van de aanvragen als gevolg van een te krap personeelsbestand … het team heeft dan maar een tandje bijgestoken. In maart 2013, los van het feit dat het aantal verleende vergunningen nooit zo hoog was geweest, bedroeg het percentage
vergunningen dat binnen de 5 werkdagen werd verleend nog maar 5%. Na verloop van een maand konden we apetrots een flash info versturen naar al onze klanten om mee te delen dat de dienst 98,34% vergunningen had bereikt die binnen de 5 werkdagen waren verleend, met een gemiddelde uitreiktermijn van 2 werkdagen. En ja … we hebben daarop geklonken … na de werkuren natuurlijk!
EXAMENS VOOR DE BEGELEIDERS De Federale Politie en de privéondernemingen die instaan voor een escorte hebben gevraagd de escortevoorwaarden aan te passen en te wijzigen, zodat de noodzaak van een politie-escorte niet langer afhangt van de afmetingen van een uitzonderlijk vervoer, maar wel van de uitvoering van manoeuvres die gevaarlijk zijn voor het verkeer. Voor alle andere bewegingen werd een grotere bevoegdheid verleend aan de privébegeleiders. De aanpassing van de bewakingswetgeving heeft geleid tot een overgangsperiode van 18 maanden met ingang van 1 mei 2010; na afloop daarvan moesten de ondernemingen en begeleiders erkend, opgeleid en gecertificeerd zijn. De inschrijvingen voor het examen van begeleider van uitzonderlijk vervoer, georganiseerd door de FOD Mobiliteit en Vervoer, zijn in december 2012 van start gegaan. 21
HET RIJBEWIJS
TRENDS OP HET VLAK VAN HET RIJBEWIJS TUSSEN 2009 EN 2013 De Beroepscommissie voor de rijbewijsexamens, opgericht bij Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 en beheerd door de dienst Rijbewijzen, heeft in 2011, 2010 en 2012 respectievelijk 106, 112 en 98 dossiers behandeld. Hoewel de dienst in eerste instantie ten dienste staat van de gemeenten, die de rijbewijzen uitreiken, krijgt hij ook regelmatig rechtstreeks van burgers informatievragen. De helpdesk van de dienst behandelt een toenemend aantal vragen, wat ongetwijfeld te maken heeft met de actualiteit van het rijbewijs (meer bepaald het "Europees" rijbewijs). De dienst behandelt gemiddeld meer dan 1500 informatievragen per jaar. Wat de vrijstellingen voor het dragen van de veiligheidsgordel betreft werden er 2.346 kaarten (beperkte duur, onbeperkte duur en duplicata) uitgereikt in 2011 (versus 2.556 in 2010). In 2012 werden er 1.555 kaarten uitgeschreven. De dienst beheert ook het centraal rijbewijsregister, dat in 1999 werd opgestart. In 2011 werd de uitreiking van 350.006 rijbewijzen (exclusief voorlopige rijbewijzen) en 596.095 rijbewijzen (inclusief voorlopige rijbewijzen) geregistreerd. In 2012 werden er in het centraal register 408.821 rijbewijzen (exclusief voorlopige rijbewijzen) en 637.202 rijbewijzen (inclusief voorlopige rijbewijzen) opgenomen. . 22
MERCURIUS : HET NIEUWE RIJBEWIJS IS EEN FEIT Het project Mercurius streeft verschillende rijbewijsgerelateerde doelstellingen na. De omzetting van de Richtlijn 2006/126/EG was het eerste, meest zichtbare onderdeel van het project. De bedoeling is in de hele Europese Unie een rijbewijs in bankkaartformaat in te voeren dat beantwoordt aan een hele reeks harmoniseringscriteria, waaronder de geldigheidsduur. In 2011 hebben 38 gemeenten het rijbewijs nieuw formaat (bankkaartformaat) uitgereikt. In 2010, in lijn met de Europese Richtlijn 2006/126/EG, was het nieuwe rijbewijs al eerder ingevoerd in 16 testgemeenten. In 2011 werden er in totaal 41.093 van die nieuwe rijbewijzen uitgereikt (tegenover 4.492 in 2010). De nieuwe geplastificeerde rijbewijzen in bankkaartformaat worden sinds 2 mei 2013 verdeeld door alle Belgische gemeenten.
23
MERCURIUS : DE KRUISPUNTBANK VOOR RIJBEWIJZEN
De omzetting van de richtlijn beperkt zich niet tot het formaat van het nieuwe rijbewijs. De richtlijn bepaalt de vereisten waaraan een rijbewijs moet beantwoorden. Het is namelijk de bedoeling een grondige controle van de rijbewijsgegevens en van de naleving van de voorwaarden voor het bekomen van een rijbewijs in te bouwen. En dus korte metten te maken met fraude. De implementering van een betere controle vergt de terbeschikkingstelling van een geïntegreerde gegevensbank die gemachtigde derden kunnen raadplegen. En dat is precies de tweede grote doelstelling van Mercurius: een instrument voor administratieve vereenvoudiging creëren dat tegelijk ook een werkzame tool is in de strijd tegen fraude en onveiligheid op de weg. Via zo'n kruispuntbank van rijbewijzen kan men onder meer vermijden dat een buitenlander in België op een ongeoorloofde manier een rijbewijs krijgt of dat een Belg op een niet rechtmatige manier in het bezit komt van een rijbewijs in een ander land van de Unie. Met deze kruispuntbank kan men ook beter gestolen rijbewijzen traceren of informatie ter beschikking stellen in de strijd tegen fraude en terrorisme. Volgens het concept van de kruispuntbank voorziet een eerste fase in de uitwisseling van gegevens voor de elektronische transmissie van medische attesten (eHealth) en voor de aangifte van vervallenverklaring en herstel van het recht tot sturen (FOD Justitie). In een latere fase kan de uitwisseling van gegevens worden uitgebreid in het kader van de eventuele invoering van het rijbewijs met punten. Er lopen onderhandelingen met eHealth en met de FOD Justitie. Ook de uitbreiding van het huidige Cronossysteem, dat de gegevens bevat in verband met de rijbewijsexamens, zal een mijlpaal zijn in de invoering van de kruispuntbank van rijbewijzen. De kruispuntbank zal tot slot – zoals de kruispuntbank van de voertuigen – ook zorgen voor de integratie van gegevens vanuit verschillende nationale instanties en een instantie van een lidstaat van de Unie.
24
MERCURIUS : ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING Deze kruispuntbank zal de aanzet vormen voor een grote administratieve vereenvoudiging. De informatie in verband met de rijbewijzen verdwijnt zo uit het bevolkingsregister. Voor de gemeenten betekent dit een enorme administratieve vereenvoudiging: ze moeten de papieren dossiers van de rijbewijzen niet langer bijhouden, vernietigen (bij overlijden) of doorsturen (bij verhuizing). Alles verloopt via het centrale register. Bovendien zal men later niet alleen bij de gemeente een rijbewijsaanvraag kunnen indienen, maar ook via de examencentra en online met de eID (elektronische identiteitskaart). Deze evolutie zal meteen ook leiden tot een optimalisering van de ingevoerde rijbewijsgegevens in het centraal register voor rijbewijzen en van de toegankelijkheid door derden (zoals de controlediensten).
25
TOEGANG TOT HET BEROEP EN DE MARKT VAN HET WEGVERVOER
De dienst Toegang tot het beroep en markt van het wegvervoer levert vergunningen af voor het nationale of communautaire vervoer van goederen en van personen. De uitreiking van een vergunning is het laatste deel van een heel proces, waarbij de kern erin bestaat na te gaan of de voorwaarden voor de toegang tot het beroep en tot de markt zijn vervuld.
26
TRENDS OP DE MARKT VAN HET WEGVERVOER TUSSEN 2009 EN 2012
België is en blijft een knooppunt in het huidige netwerk voor goederentransport. Het beleid dat enerzijds de openstelling voor internationale uitwisseling en anderzijds de bevordering van logistieke activiteiten ondersteunt, heeft geleid tot een forse toename van de uitgewisselde volumes. De status van grootschalige logistieke pool houdt echter aanzienlijke maatschappelijke en economische uitdagingen in. De controle op de voorwaarden van toegang tot het beroep draagt er, meer bepaald door middel van een voldoende hoge borgtocht, onder andere toe bij dat de bedrijven die wel over een vergunning beschikken, betrouwbare economische partners zijn. Buiten deze marktregulering en de bijzondere aandacht voor de werkomstandigheden – onder meer door de controle van de rij- en rusttijden door de diensten voor de wegcontrole – draagt de dienst bij aan de verbetering van de veiligheid op de weg.
27
HET GOEDERENVERVOER
HET VERVOER VAN PERSONEN
28
Op 1 januari 2013 telde BelgiĂŤ 8.522 bedrijven die beschikken over een vergunning voor nationaal en/ of communautair vervoer. Al die bedrijven samen zijn goed voor 59.505 transportvergunningen.
Aangezien openbaar vervoer een materie is die behoort tot de bevoegdheid van de Gewesten, houdt het vervoer van personen dat op het federale niveau wordt beheerd uitsluitend verband met de sector van het autocarvervoer (onder meer voor het toerisme). Op 1 januari 2013 telde de Belgische sector van het autocarvervoer 432 ondernemingen, goed voor 2.691 voertuigen. Vergeleken met 2009 is het aantal ondernemingen toegenomen met 6 (426 ondernemingen in totaal). Toch daalde het aantal voertuigen lichtjes vergeleken met 2009, toen nog 2.739.
PROJECT B-ERRU: EUROPEES NETWERK EN ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING In de aanloop naar de informatisering heeft de dienst in 2011-2012 een grote schoonmaakoperatie en herziening van het klassement doorgevoerd. Het project B-ERRU, momenteel in ontwikkelingsfase, is een nieuwe computertoepassing die de dienst Toegang tot het beroep en markt van het wegvervoer zal gebruiken ter vervanging van het huidige Transissysteem. B-ERRU vloeit voort uit de Europese regelgeving (1071/2009; 1072/2009; 1073/2009) die van elke lidstaat vereist dat een nationaal elektronisch register wordt bijgehouden van de ondernemingen voor wegvervoer die door een in die lidstaat bevoegde overheid vergund zijn om het beroep van wegvervoerder uit te oefenen. Deze nationale registers moeten een bepaald aantal elementen vermelden en onderling verbonden zijn. De landen van de EU zullen, bij wijze van voorbeeld, informatie moeten uitwisselen over de eerbaarheid van transportbeheerders. Finaal zullen de vervoerbedrijven rechtstreeks toegang krijgen tot de toepassing. In Transis worden de veranderingen in de inschrijvingen van voertuigen momenteel ingevoerd door de dossierbeheerder. Voortaan zal de vervoerder deze wijzigingen kunnen invoeren in de B-ERRU-toepassing en dus meteen de weg op kunnen met het nieuwe voertuig. Hij zal dus geen e-mail moeten sturen om de wijziging te melden en ook niet meer moeten wachten tot de dienst ze in het systeem invoert. Dat betekent een aanzienlijke tijdswinst, niet alleen voor de vervoerder, maar ook voor de dienst.
DE CONTROLE VAN HET WEGVERVOER Het spreekt voor zich dat de toepassing van de regelgeving inzake vervoer afhangt van werkzame controlemechanismen. De dienst voert controles uit op de weg en in de bedrijven, inclusief gerichte controles op het vervoer van gevaarlijke stoffen (ADR). De dienst is actief op het hele nationale grondgebied. Deze controles dragen niet alleen bij tot de naleving van de regelgeving inzake de vervoermarkt door een eerlijke concurrentie te bevorderen en correcte werkomstandigheden te waarborgen, ze verbeteren ook de veiligheid van alle particuliere en professionele weggebruikers, onder meer inzake de controle van de rij- en rusttijden.
29
TRENDS INZAKE DE CONTROLE VAN HET WEGVERVOER TUSSEN 2008 EN 2013: MEER MET MINDER… De evolutie van de verhouding tussen het aantal gecontroleerde voertuigen en de vastgestelde inbreuken tussen 2008 en nu blijft nagenoeg constant. Hoewel het percentage voertuigen in overtreding een licht dalende trend vertoont (12,01% in 2008 tot 11,17% in 2011), wijst dat niet per se op een daling van het aantal overtredingen, maar kan dat het gevolg zijn van de toenemende complexiteit in de opsporing van bepaalde frauduleuze praktijken of van een andere manier van doelgericht en prioritair controleren. Doelgericht en dus efficiënter controleren behoort tot het DNA van de dienst wegcontrole. Om aan te sluiten bij de economische realiteit en de toestand op het terrein, richt de dienst zijn controles onder meer op het type vervoer en de regionale specificiteit (haveninstallaties, houtvervoer in de Ardennen enzovoort). In een nabije toekomst wil de dienst zich bovendien toeleggen op doelgerichte controles volgens de risico's die elke onderneming vertegenwoordigt op basis van de reeds vastgestelde inbreuken.
30
De verhouding tussen de vastgestelde inbreuken bij Belgische en Europese ondernemingen of ondernemingen die buiten de Europese Unie zijn gelegen, is zeer vergelijkbaar, wat de stelling dat buitenlandse ondernemingen minder aandacht zouden hebben voor de rij- en rusttijden, de maximale belasting of het verkeersreglement meteen ontkracht. De organisatie en de prioriteiten van de diensten zullen evolueren als gevolg van de personeelsbeperking enerzijds en de wil van de overheid om de impact van de controles te verscherpen anderzijds. We moeten dus meer doen met minder… Door deze aanpak is het bruto aantal controles vanwege de directie sinds 2011 gedaald. Door te focussen op meer efficiëntie en impact van de acties en niet op het realiseren van een bepaald aantal controles, blijkt inderdaad ook hier dat het mogelijk is meer te doen met minder. Om de expertise van de directie en van de directieleden te ontwikkelen werd er bij uitstek aandacht besteed aan een betere expertise van het controlepersoneel, via gerichte opleidingen en een continue bijsturing van de kennis. De directie maakt ook gebruik van de knowhow en de uitwisseling van goede praktijken met andere nationale en internationale controlediensten in het kader van stages, uitwisselingen en gemeenschappelijke opleidingen, alsook van gecoördineerde controles op bepaalde internationale verkeersassen. Tot slot zou hoogtechnologisch materieel de efficiëntie van de controles verder kunnen verbeteren.
Niet alleen de controles langs de weg, maar ook de bedrijfsinterne controles hebben de jongste jaren een nieuwe dynamiek gekend. Die controles zijn een soort inspectieen auditbezoek (advies en waarschuwingen of proces-verbaal), terwijl de wegcontroles meer een politionele demarche inhouden (boete en proces-verbaal). Door de op het grondgebied gevestigde ondernemingen regelmatig te inspecteren en het internationale verkeer regelmatig te controleren, wil men komen tot een gezonde sector waarin er ruimte is voor competitiviteit.
STRIJD TEGEN DE SOCIALE FRAUDE
De strijd tegen de sociale fraude is een zeer actueel onderwerp. Onze sector is daar niet vrij van en het Actieplan van het College voor de Strijd tegen Fiscale en Sociale Fraude bevat een onderdeel dat speciaal is bedoeld voor de sector van het wegvervoer. In deze sector hebben de wegcontroleurs en de inspecteurs in bedrijven tijdens hun opdrachten vaak met verschillende vormen van fraude te maken. Buiten de fraude met het gebruik van de tachograaf, een hot item op Europees niveau, stellen onze controleurs en inspecteurs regelmatig volkomen onrechtmatige praktijken vast in verband met de inzet van buitenlandse chauffeurs. In dat kader worden de contacten tussen onze FOD, de bevoegde administraties en Justitie momenteel verscherpt, onder meer dankzij het Actieplan in verband met de controle van het wegvervoer.
EEN NETWERK VAN CONTROLE(S) De directie Controle staat centraal in een nationaal en internationaal netwerk. Binnen dit netwerk wil de directie knowhow opbouwen via stages, uitwisselingen en het delen van informatie en zich richten op een betere harmonisering van de controleprocedures, van de middelen die te beschikking worden gesteld en van de opleiding van het controlepersoneel. Nationaal werkt de directie Controle dus nauw samen met de Federale en Lokale Politie, met de Douane, met de sociale sector (controle op de sociale wetten, sociale inspectie en inspectie van de RSZ, RVA) en met andere (gewestelijke of milieugerelateerde) controlediensten binnen een Actieplan in verband met de controle van het wegvervoer. Ook partnerships met de auditoraten en parketten zijn zeer belangrijk; sinds dit jaar vaardigt de Raad van de Arbeidsauditeurs, met de steun van het College van Procureursgeneraal, een waarnemer af in het directiecomité van het Actieplan. Op internationaal niveau heeft de samenwerking tussen de landen van de Benelux en Frankrijk tijdens de jaren 1990 geleid tot de oprichting van Euro Contrôle Route (ECR), een internationale vereniging van controlediensten. In 2013 telt de ECR 16 lidstaten van de EU en 4 waarnemers. België nam van 1 juli 2011 tot 30 juni 2012 het voorzitterschap van de ECR waar.
31
REGELGEVING EN STRATEGIE De directie Regelgeving en Strategie vervult een centrale rol in het federale beleid inzake veiligheid op de weg. Terwijl de juridische activiteiten tot dusver verspreid waren over verschillende diensten binnen het directoraatgeneraal, werd in 2009 een beleidsbeslissing genomen om de activiteiten te hergroeperen volgens hun operationeel of reglementair oogmerk. De directie staat in voor de regelgeving inzake wegvervoer, de verkeersveiligheid en de voertuigen. Het is goed er even aan te herinneren dat een daling van het aantal verkeersslachtoffers een rode draad is en blijft in alle regelgevende acties die door deze directie binnen het DGWV zijn genomen.
32
TRENDS INZAKE VERKEERSREGELGEVING TUSSEN 2009 EN 2012
Tot in 2009 bestond de enige kerntaak van de dienst wegreglementering erin de hele regelgeving inzake wegverkeer, meer bepaald het verkeersreglement, voor te bereiden en te ontwikkelen. Sindsdien is die kerntaak uitgebreid met alle regelgevende aspecten, waaronder het rijbewijs, het uitzonderlijk vervoer en de normaanpassing van de wegeninfrastructuur. De dienst antwoordt op de vele parlementaire vragen over de verkeersreglementering en behandelt gemiddeld vier vragen per week over onder meer alcohol, ongevallen en de Crossborder-problematiek. In 2012 alleen al antwoordde de dienst niet alleen op parlementaire vragen, maar ook op 1617 vragen uit verschillende hoeken, goed voor gemiddeld 9,34 vragen per werkdag en ongeveer 2 kabinetsnota's per werkdag.
33
ALCOLOCK, UITZONDERLIJK VERVOER… Inzake de strijd tegen het misbruik van alcohol en drugs achter het stuur werd in 2009 de hele regelgeving ingevoerd inzake de Alcolock en de invoering van de speekseltests voor het opsporen van drugs. Het Koninklijk Besluit van 11 juni 2011 heeft in het verkeersreglement nieuwe regels ingevoerd om de veiligheid en de mobiliteit van motorfietsers te bevorderen, onder meer door het inhalen tussen de files toe te laten en het dragen van beschermende kleding te verplichten. Inzake het rijbewijs refereren we bijvoorbeeld aan de reglementaire bepalingen inzake de invoering van het nieuwe rijbewijs in bankkaartformaat, aan de hele wetgeving rond de autorijscholen uit 2012 en aan de kruispuntbank van rijbewijzen. Het Koninklijk Besluit van 28 april 2011 heeft de derde Europese richtlijn in verband met het rijbewijs omgezet door in de Belgische regelgeving nieuwe categorieën voor de rijbewijzen in te voeren. Deze wijzigingen zijn van kracht sinds begin 2013 en hebben vooral betrekking op het motorrijbewijs. Een mijlpaal in 2010 was de invoering van een echte regelgeving inzake konvooien uitzonderlijk vervoer. Tot dan was de regelgeving inzake het uitzonderlijk vervoer gestoeld op twee artikelen van het verkeersreglement en vertoonde ze heel wat lacunes die met de nieuwe regelgeving zijn ingevuld. Het gaat onder meer over voorwaarden inzake signalisatie, begeleiding, rijverbod enzovoort. We citeren tot slot het Koninklijk Besluit van 24 oktober 2011 dat voor landbouwvoertuigen een aantal afwijkingen invoert op de regelgeving inzake uitzonderlijk vervoer. De recente hervormingen (2013) inzake de nieuwe G-plaat voor landbouwtractoren in het wettelijke kader van de vrijstelling van accijnzen werden gecoördineerd – in goede samenwerking met onze collega's van de FOD Financiën – door de juristen van de directie Strategie en Regelgeving. Voor alle duidelijkheid: de nieuwe rode nummerplaat is bedoeld om de visuele controle van landbouwtractoren in grote mate te vergemakkelijken voor de politie, de controlediensten van douane en accijnzen en de FOD Mobiliteit en Vervoer.
34
EEN NETWERK VOOR VERKEERSVEILIGHEID Veiligheid op de weg mag dan iedereen aanbelangen, omdat ze in grote mate wordt bepaald door het gedrag van elke weggebruiker, ze impliceert uiteraard een groot aantal actoren: politiediensten, sensibiliseringscampagnes, rijscholen, justitie enzovoort. De directie regelgeving en strategie vervult een centrale rol binnen dit zowel nationale als internationale netwerk (High Level Group Road Safety, CIECA). Op het Belgische niveau staat de directie onder meer in voor het secretariaat van het Interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheid en het vicevoorzitterschap van de Federale Commissie voor Verkeersveiligheid. Het BIVV blijft een belangrijke partner, vooral in termen van sensibilisering en de coördinatie van campagnes die de toepassing van alle doelstellingen van de Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid bevorderen. Een opmerkelijke evolutie de voorbije jaren was de intensere samenwerking met onze partners van de politie, onder meer via Centrex (politioneel kennis- en expertisecentrum inzake verkeershandhaving ten behoeve van de geïntegreerde politie en de overheden).
"CROSS BORDER ENFORCEMENT" EN EUCARIS De Richtlijn 2011/82/EU van het Europees Parlement van 25 oktober 2011 wil de grensoverschrijdende uitwisseling vergemakkelijken van informatie over inbreuken inzake verkeersveiligheid. Deze uitwisseling van gegevens kan alleen gebeuren op basis van de nationale registraties van de voertuigen. Voor België is de DIV, het nationale contactpunt, de spil in alle grensoverschrijdende gegevensuitwisselingen. Het politieke akkoord dat onder het Belgische voorzitterschap werd gesloten is in grote mate te danken aan de kwaliteit van het voorbereidende werk van de experts van het DGWV. Via dit netwerk wil men de belangrijkste inbreuken op het verkeersreglement grensoverschrijdend vervolgen; dit was een prioriteit van het Belgische voorzitterschap van de EU in 2010. In 1994 al was de DIV een van de eerste deelgenoten van het EUCARIS-netwerk (EUropean CAR and driving license Information System), een systeem voor data-uitwisseling dat voor alle lidstaten een infrastructuur en een software aanreikt voor de uitwisseling van gegevens in verband met geregistreerde voertuigen en rijbewijzen. Momenteel wisselen 16 landen voertuiggerelateerde gegevens uit. 35
ADR : INTERNATIONAAL VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN OVER DE WEG Het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg wordt geregeld door het "Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg", afgekort ADR. Dit verdrag werd tot dusver ondertekend door 48 landen onder de bescherming van de UNECE. Het ADR omschrijft wat men moet verstaan onder gevaarlijke goederen, hoe ze geclassificeerd zijn, hoe men ze kan identificeren, de vereisten voor de verpakking, de tanks en de voertuigen, de voorwaarden voor vervoer en ook de verplichtingen voor alle betrokken partijen. Om de twee jaar wordt het ADR aangepast aan de jongste technologische ontwikkelingen en aan de evolutie inzake goederenvervoer. Deze internationale regels zijn opgenomen in de richtlijn 2008/68/EG en navolgende wijzigingen. Deze richtlijn werd omgezet in de Belgische wet door het KB van 28 juni 2009, zoals gewijzigd en van toepassing op het nationaal vervoer. Dat betekent dat de internationale reglementen van toepassing zijn op het nationaal vervoer in BelgiĂŤ. De teksten van het ADR 2013 kan men raadplegen op de website van de FOD www.mobilit.belgium.be .
JURIDISCH KADER LPG EN NGV
36
De directie heeft ook een nieuw juridisch kader uitgewerkt voor LPG (liquified petroleum gas of vloeibaar gemaakt petroleumgas) en CNG (compressed natural gas of gecomprimeerd aardgas). Het Koninklijk Besluit van 7 maart 2013 wil daarom een hoog veiligheidsniveau waarborgen voor de voertuigen die naderhand worden verbouwd voor dit type brandstof.
STRIJD TEGEN DE KILOMETERFRAUDE De dienst voertuigenreglementering was bijzonder actief in de strijd tegen de kilometerfraude. Tijdens het colloquium "Cars 2010" pleitte het DGWV uitdrukkelijk voor een Europese aanpak van het probleem. Via het CARPASSsysteem is BelgiĂŤ erin geslaagd de kilometerfraude nagenoeg uit te roeien. In een verslag dat tijdens het colloquium werd gepubliceerd, werd de gecombineerde kostprijs voor het vervalsen van kilometertellers in Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland samen geraamd op een bedrag tussen 1,4 en 2,8 miljard euro per jaar. Het rapport pleit dan ook voor een uitbreiding van het Belgische systeem en voor de uitwisseling van de kilometergegevens in de hele EU. E Reg, de vereniging van Europese inschrijvingsdiensten, heeft beslist daarvan een actiepunt te maken; de topic group "Milegage fraud" wordt voorgezeten door het DGWV.
REGLEMENTERING WEGVERVOER De dienst Reglementering Wegvervoer werkt inzake het vervoeren van goederen over de weg de reglementering uit inzake de toegang tot en de uitoefening van dit beroep, zowel voor nationaal als voor internationaal vervoer. Inzake het vervoer van personen over de weg werkt deze directie de algemene reglementering uit in nauw overleg met de regionale overheden die bevoegd zijn voor stedelijk en regionaal openbaar vervoer. De invoering van de digitale tachograaf sinds 2007 heeft vier grote doelstellingen: de verkeersveiligheid verhogen, de werkomstandigheden van de bestuurders verbeteren, een eerlijke concurrentie promoten en het beheer van de ondernemingen vergemakkelijken. De digitale tachograaf moet geĂŻnstalleerd zijn op alle wegvoertuigen die zijn onderworpen aan de Verordening 561/2006 in verband met de rij- en rusttijden en is verplicht in alle landen van de Europese Unie en in Zwitserland.
37
CERTIFICEREN EN INSPECTEREN De directie Certificatie en Inspectie werd in 2009 opgericht om de expertise en de middelen inzake inspectie en certificatie die onder de bevoegdheid van het DGWV vallen, te bundelen. De twee competentiegroepen binnen deze directie komen logischerwijs tot uiting in de structuur ervan. De cel certificatie en audit is bevoegd voor de erkenning en de audit van verschillende organen die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid en voertuigen. De cel inspectie voert inspecties uit ten aanzien van diezelfde organen.
38
AUDIT VAN DE CENTRA VOOR DE TECHNISCHE KEURING VAN VOERTUIGEN
Per 1 januari 2013 telde België 77 technische keuringscentra en 32 examencentra voor het bekomen van rijbewijzen (16 in Vlaanderen, 14 in Wallonië en 2 in Brussel) De audits binnen die organen toetsen niet alleen in welke mate zij hun activiteiten uitvoeren in lijn met de vigerende regelgeving, maar ook of ze efficiënt worden uitgevoerd. Na afloop van elke audit wordt er een reeks voorstellen en opvolgingspunten opgesteld om de vastgestelde problemen inzake gelijkvormigheid en andere gebreken recht te zetten, dit om de kwaliteit van de aan de klant geleverde diensten en activiteiten te verbeteren. Sinds 2011 heeft de cel jaarlijks alle technische keuringscentra, alle examencentra voor het bekomen van rijbewijzen en het centraal bureau van elke onderneming geauditeerd. Het feit dat de audits worden uitgevoerd in alle instellingen draagt ook bij aan een grotere uniformiteit binnen de sector en aan een identieke dienstverlening, ongeacht het centrum waar de burger zich aanmeldt. Olivier Goies, vicevoorzitter van Goca, attendeert er trouwens op dat de sector van de technische keuring en van het rijbewijs altijd al heeft kunnen rekenen op de steun en de medewerking van het DGWV in alle initiatieven die bedoeld zijn om de dienstverlening aan de klant te verbeteren, en in het bijzonder in de lancering van de test "gedelokaliseerde keuring, waarbij hij een essentiële schakel is geweest in het welslagen ervan."
39
ERKENNINGEN VAN TECHNISCHE DIENSTEN (LABORATORIA)
De directie Certificatie en Inspectie erkent de laboratoria die tests uitvoeren in het kader van een (Europese) homologatie van voertuigen en dit in het kader van het kwaliteitssysteem ISO 17025 en 20. De lijst van de erkende laboratoria wordt geĂźpdatet bij elke vernieuwing van de erkenning of bij elke nieuwe erkenning en wordt bekendgemaakt op de website van de FOD www. mobilit.belgium.be
ERKENNINGEN VAN INSTALLATEURS VAN TACHOGRAFEN, SNELHEIDSBEGRENZERS EN LPG LDe cel certificatie en audit verleent de erkenningen aan de installateurs van digitale en analoge tachografen. Per 1 april 2012 had de cel in totaal 273 erkenningen verleend aan installateurs van tachografen, 65 Franstalige en 208 Nederlandstalige. Die voertuigen moeten verplicht uitgerust zijn met een snelheidsbegrenzer. Het gaat onder meer over voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd voor het vervoer van passagiers die, buiten de bestuurdersplaats, meer dan acht zitplaatsen hebben. Sinds 2010 vergunde de directie in totaal 300 installateurs van snelheidsbegrenzers (73 Franstalige en 227 Nederlandstalige). LPG (autogas) is een mengsel van butaan en propaan en biedt voordelen inzake kostprijs en milieu-impact. BelgiĂŤ legt strikte veiligheidsnormen op voor voertuigen met LPG. Daarom is het belangrijk een beroep te doen op een erkende fabrikant of specialist. Tot dusver vergunde de directie Certificatie en Inspectie in totaal 148 LPG-installateurs: 57 Franstalige en 91 Nederlandstalige. Er wordt op geattendeerd dat de directie Certificatie en Inspectie enkel de vergunning aflevert. De controle gebeurt door de erkende technische diensten.
40
ERKENNINGEN VAN INSTELLINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET RIJOPLEIDINGEN Per 1 april 2012 telde BelgiĂŤ 172 erkende rijscholen, 226 Franstalige en 296 Nederlandstalige, en 522 vestigingseenheden. Het aantal autorijscholen en vestigingseenheden neemt gestaag toe. In 2010 keurde de cel 7 erkenningsaanvragen voor nieuwe autorijscholen en 26 nieuwe vestigingseenheden goed. In 2011 keurde de cel 7 erkenningsaanvragen voor nieuwe autorijscholen en 36 nieuwe vestigingseenheden goed. De verwerking van de vergunningsdossiers door de directie Certificatie en Inspectie houdt een administratieve controle in, gevolgd door een controle ter plaatse van de uitrusting voor de leslokalen, de administratieve lokalen en de testterreinen. Nieuw sinds 2011 is het feit dat de agenten van de dienst de bestuurders in opleiding begeleiden, zodat zij de kwaliteit van de opleiding beter kunnen evalueren. De dienst doet ook regelmatig audits van die instellingen om erover te waken dat de vergunningsvoorwaarden te allen tijde vervuld blijven. Het blijkt dat de audits een positief effect hebben op de kwaliteit van de dienstverlening. Sinds de dienst in 2009 gestart is met de audits, daalt het aantal vaststellingen systematisch. 41
ERKENNINGEN VAN OPLEIDINGSEN EXAMENCENTRA VOOR BEROEPSCHAUFFEURS EN VAN DE PSYCHO-MEDISCHSOCIALE CENTRA VOOR HET HERVERKRIJGEN VAN HET RIJBEWIJS Per 1 januari 2012 telde BelgiĂŤ 83 centra voor doorlopende opleiding van beroepschauffeurs. De verwerking van de erkenningsdossiers impliceert vooral een administratieve controle van de aanvraagdocumenten, een controle van het modulaire opleidingsprogramma, een controle van de kwalificaties en van de beroepservaring van de instructeurs en van de leslokalen. Het onderzoek voor het herverkrijgen van het rijbewijs is een medisch en/of psychologisch onderzoek dat de rechtbank na een veroordeling beveelt. De directie Certificatie en Inspectie erkent die psycho-medisch-sociale centra voor het herverkrijgen van het rijbewijs.
AERKENNINGEN VAN OPLEIDINGSCENTRA VOOR HET RIJBEWIJS G
42
Sinds 2008 is er een specifiek rijbewijs nodig voor het besturen van land- en bosbouwtractoren en van rollend landbouwmaterieel. Het gaat om het rijbewijs categorie G. Per 1 april 2012 had de directie Certificatie en Inspectie in totaal 23 opleidingscentra voor het rijbewijs G en 29 vestigingseenheden vergund, alsook 26 rijscholen en 204 vestigingseenheden.
GEVAARLIJKE GOEDEREN: ADR Door het economische belang van de chemische industrie in BelgiĂŤ vertegenwoordigt het vervoer van gevaarlijke goederen een niet-onbelangrijk percentage van het hele goederenvervoer over de weg. Het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg is onderworpen aan de voorschriften van het ADR. De FOD Mobiliteit en Vervoer is bevoegd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met uitzondering van klasse 1 (ontplofbare stoffen) en klasse 7 (radioactieve stoffen). De bestuurders van transporteenheden met gevaarlijke goederen moeten in het bezit zijn van een opleidingsattest. Om dit attest te bekomen moet de bestuurder een opleiding volgen bij een erkende instelling en slagen voor het desbetreffende examen. De opleidingsattesten blijven 5 jaar geldig en kunnen worden verlengd. Elke onderneming die gevaarlijke goederen vervoert over de weg (en/ of gevaarlijke goederen laadt, lost of vult) moet beschikken over een veiligheidsadviseur die in het bezit moet zijn van een adequaat opleidingsattest. Dat attest krijgt men na een opleiding in een erkend centrum en na het slagen voor het desbetreffende examen; aanvullende informatie vindt men in het vademecum dat op de website van de FOD is gepubliceerd. De directie Certificatie en Inspectie staat in voor de erkenning van de opleidingscentra en de exameninstellingen enerzijds en voor de inspectie van diezelfde organen anderzijds. De directie publiceert een ADR-vademecum op de website van de FOD www.mobilit.fgov.be met onder meer een lijst van de instellingen die vergund zijn voor opleidingen en examens. 43
INSPECTIE VAN DE TECHNISCHE KEURINGSCENTRA Elk van de 77 technische keuringscentra wordt ge誰nspecteerd door de directie Certificatie en Inspectie. De doelstellingen van die inspecties zijn meervoudig: de correcte toepassing van de vigerende regelgeving controleren, waken over de verkeersveiligheid en het milieu en toezien op de uniforme werking van de technische keuringscentra om voor de klant een correcte dienstverlening te garanderen. De inspecties gebeuren op basis van een jaarplanning die wordt omgezet in een maandplanning. De vaststellingen alsook de klachten van klanten worden gecentraliseerd op het niveau van de directie Certificatie en Inspectie; ze vormen een input voor de inhoud van de inspectie en voor de frequentie van het aantal inspecties per keuringscentrum. In de praktijk controleren de inspecteurs de algemene werking in het gecontroleerde centrum, met extra aandacht voor de correcte toepassing van de vigerende regelgeving en procedures. Na elke inspectie volgt een debriefing met het hoofd van het centrum over de vaststellingen van de inspectie. Een technische keuringscentrum wordt gemiddeld een keer per maand ge誰nspecteerd. In 2010 werden er in totaal 1165 inspecties uitgevoerd. Gemiddeld leidde 84 % van die inspecties tot opmerkingen vanwege de inspecteurs. Op een totaal van 1129 inspecties in 2011 gaf 73 % aanleiding tot opmerkingen vanwege de inspecteurs; in 2012 werden er 1065 inspecties uitgevoerd, waarvan er 74 % leidde tot opmerkingen vanwege de inspecteurs. Burgers die niet tevreden zijn over het resultaat van de technische keuring van hun voertuig kunnen hun klacht voorleggen aan de directie Certificatie en Inspectie. In elk van de 77 technische keuringscentra wordt een e-mailadres meegedeeld op een infopaneel dat duidelijk zichtbaar is (doorgaans aan de kassa en soms een tweede paneel in het centrum zelf). In 2011 kwamen er 122 klachten over de technische keuring binnen via het e-mailadres (klachten@ mobilit.fgov.be). In 2011 werden er via datzelfde kanaal 349 klachten ingediend. De forse toename van het aantal klachten is toe te schrijven aan de "publiciteit" die voor dit e-mailadres werd gemaakt. Het e-mailadres werd in de loop van het jaar 2011 aan het infopaneel toegevoegd. Voorheen stond er alleen een postadres.
44
DE GEDELOKALISEERDE TECHNISCHE KEURING Een van de krachtlijnen van de voertuigenreglementering van de jongste jaren is ongetwijfeld het recente initiatief voor de gedelokaliseerde technische keuring. Het project van de gedelokaliseerde keuring is een gezamenlijk initiatief van de automobielindustrie, GOCA en het directoraat-generaal Wegverkeer en Verkeersveiligheid. Met het project wil men technische keuringen uitvoeren in de ateliers van transportbedrijven en bepaalde garages. Het kader van die projecten impliceert dat de regelgeving (Koninklijk Besluit van 23 december 1994) niet verandert en dat het beginsel van de algehele onafhankelijkheid van de technische controle een onontbeerlijke pijler blijft in het systeem. Een belangrijk voordeel van de gedelokaliseerde technische keuring is de tijdswinst voor de transporteur die er gebruik van maakt, maar ook voor al wie er geen gebruik van maakt (minder lange files in de technische keuringscentra). Het pilootproject wordt na een jaar, dus eind 2013, geëvalueerd.
INSPECTIE VAN DE EXAMENCENTRA EN VAN DE GEMEENTEN DIE DE RIJEXAMENS ORGANISEREN Via GOCA (zie boven) coördineren de ondernemingen die lid zijn momenteel de werking van de 32 rijexamencentra in België: 14 in Wallonië, 16 in Vlaanderen en 2 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Inzake het theoretisch examen controleren de inspecteurs of de administratieve verplichtingen worden nageleefd en de speciale sessies met vertalers. Inzake het praktisch examen heeft de directie Certificatie en Inspectie in 2010 en 2011 respectievelijk […] geïnspecteerd. De directie inspecteert 589 gemeenten inzake de uitreiking van nieuwe rijbewijzen of de toevoeging van een categorie, de vernieuwing van het rijbewijs (na een medische selectie bijvoorbeeld), de uitreiking van tijdelijke rijbewijzen, de duplicaten van gesloten of verloren rijbewijzen en de uitreiking van het internationale rijbewijs ... 45
Service public fédéral Mobilité et Transports Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer DG Wegvervoer en Verkeersveiligheid City Atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel Verantwoordelijke uitgever : Jean-Paul Gailly Directeur-Generaal DGWV Redactie : Eric Aerden Lay-out : Kathleen Burnay (foto's SPF MT, Beliris)
www.mobilit.belgium.be
46