Digital Storytelling inspiratiegids voor bibliotheken
Laatste update: 20 december 2011
Dit werk valt onder de Creative Commons licentie Naamsvermelding-NietCommercieel-gelijkDelen 2.0 BelgiĂŤ
Â
Laatste update: 20 december 2011
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 4 E‐inclusie in Vlaanderen .......................................................................................................................... 5 De rol van bibliotheken ........................................................................................................................... 9 Doelgroepen .......................................................................................................................................... 12 Senioren ............................................................................................................................................ 12 Laaggeschoolden ............................................................................................................................... 12 Vrouwen ............................................................................................................................................ 13 Jongeren ............................................................................................................................................ 13 Pilootprojecten Digital Storytelling ....................................................................................................... 15 Digital Storytelling ............................................................................................................................. 15 Kif Kif .................................................................................................................................................. 16 Digital Storytelling in de bib .............................................................................................................. 17 Pilootproject Maaseik ....................................................................................................................... 19 Pilootproject Genk ............................................................................................................................. 22 Digital Storytelling in jouw bib .............................................................................................................. 24 Doelgroep bereiken ........................................................................................................................... 24 Fasen van het project ........................................................................................................................ 26 Technische aspecten ......................................................................................................................... 27 Inbreng vanuit de bib ........................................................................................................................ 28 Conclusie ............................................................................................................................................... 29 Bibliografie ............................................................................................................................................ 30
3
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Voorwoord E-inclusie, digitale kloof, mediawijsheid, het zijn termen die de laatste tijd steeds vaker opduiken in visieteksten en beleidsplannen van bibliotheken. Openbare bibliotheken hebben heel wat troeven om mensen informatie- en mediawijs te maken, en dat blijkt uit de talrijke praktijkvoorbeelden in Vlaanderen. Vaak wordt de doelgroep jongeren hierbij over het hoofd gezien. Zij zijn immers de digital natives, vertrouwd met alle aspecten van onze gedigitaliseerde maatschappij. In de praktijk blijkt echter dat deze groep niet homogeen is: niet alle jongeren zijn even “online”. Op het vlak van informatievaardigheden en mediawijsheid scoren volwassenen trouwens vaak hoger. In het kader van het project “Bibliotheken bevorderen informatiegeletterdheid”, onder leiding van LOCUS, begeleidde Bibnet twee pilootbibliotheken rond het thema ‘Digital Storytelling’. In Genk en Maaseik was men bereid om een project op te zetten, gericht op 16-18-jarigen, met als doel hen enkele informatie- en mediavaardigheden bij te brengen. Beide trajecten vonden plaats in 2011 en werden begeleid door medewerkers van Kif Kif. Deze inspiratiegids wil, naast concrete informatie over het verloop van beide pilootprojecten, een beeld bieden van welke rol bibliotheken kunnen opnemen op het vlak van digitale geletterdheid, naar jongeren, maar ook andere doelgroepen toe.
4
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
E-inclusie in Vlaanderen
Wanneer men zich wil verdiepen in de problematiek van e-inclusie, blijkt allereerst dat er heel wat begrippen gebruikt worden die allemaal met elkaar verwant zijn, maar vaak een net iets andere insteek hebben, zoals digitale kloof, mediawijsheid, digitale geletterdheid, enzovoort. Enkele jaren geleden was vooral de term ‘digitale kloof’ erg populair. Het begrip slaat vooral op de tegenstelling tussen twee groepen in de samenleving: zij die wel toegang hebben tot digitale tools en informatie, en zij die dat niet hebben. Onderzoek wees uit dat die toegang alleen echter geen voorwaarde is om mee te zijn met deze online informatiemaatschappij: dat hangt ook af van wat men er precies mee doet. Zo kan men bv. wel een computer met internetverbinding hebben, maar die enkel gebruiken om Facebook te checken of te gamen. Op basis van recente inzichten maakt men daarom een onderscheid tussen de ‘digitale kloof van de eerste graad’, die om de toegang draait, en de ‘digitale kloof van de tweede graad’, die dieper ingaat op de vaardigheden en toepassingen. Maar zelfs na deze nuancering bleef het gevoel dat de term digitale kloof te veel de focus legde op een tweedeling, een scherpe tegenstelling tussen twee groepen in de maatschappij. Waar dat voor de digitale kloof van de eerste graad misschien nog opgaat (al spreekt men ook daar vaak van een derde categorie naast de ‘have’s’ en ‘have-nots’, nl. de afhakers), is dat voor de digitale kloof van de tweede graad onterecht. De tegenstellingen in vaardigheden zijn immers zeer divers: de technologische ontwikkelingen gaan zo snel dat quasi iedereen zich wel eens voor een digitale kloof bevindt ten opzichte van nieuwe Afbeelding 1 ‐ cover van IST‐studie digitale kloof (2010) digitale toepassingen, zoals tablets, location-based tools, sociale softwaretools. Het gaat steeds minder om een zwart-wittegenstelling, maar om een continuum tussen helemaal niet (kunnen) gebruiken en heel erg bedreven zijn. De meeste gebruikers bevinden zich echter ergens daartussen. De IST-studie van 2010 over de digitale kloof introduceert dan ook de metafoor van een kraterveld om de kloof te vervangen. De tegenstellingen zijn divers, de éne keer diep, de andere keer weer wat gemakkelijker overbrugbaar, maar talrijk. Om diezelfde reden wordt de term ‘digitale kloof’ de laatste jaren meer en meer vervangen door ‘e-inclusie’. De negatieve connotatie en het idee van de tweedeling ontbreken in dit begrip, dat bovendien de nadruk legt om het belang van digitale vaardigheden om zinvol te participeren aan onze hedendaagse maatschappij. Andere verwante begrippen zijn informatiegeletterdheid, nieuwe geletterdheid, digitale geletterdheid en mediageletterdheid. Al deze termen verwijzen naar een geletterdheidsniveau dat de basisgeletterdheid overstijgt en zich toespitst om het zinvol en kritisch kunnen omgaan met informatie en media in alle mogelijke verschijningsvormen.
5
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Daarnaast is het begrip mediawijsheid aan een ware opmars begonnen. In Nederland werd deze term gelanceerd door de Raad voor Cultuur, en duidt het op "het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld". Ook in Vlaanderen wint ‘mediawijsheid’ als algemeen omvattend begrip aan bekendheid, o.a. dankzij de introductie ervan in de vakoverschrijdende eindtermen in het onderwijs en de plannen van minister Lieten m.b.t. een centrum voor mediawijsheid.
Afbeelding 2 ‐ Nederlandse mediawijsheidkaart (Mediawijzer)
In de rest van deze inspiratiegids zullen we dan ook de term mediawijsheid gebruiken als overkoepelend begrip, dat alle mogelijke aspecten van de andere begrippen in zich meedraagt. In deze opvatting omvat mediawijsheid volgende graden van ‘geletterdheid’: -
-
6
Basisgeletterdheid: de kennis en vaardigheid die nodig is om via geschreven taal te communiceren en informatie te verwerken Instrumentele IT-vaardigheden: de zogenaamde ‘knoppenkennis’, de vaardigheden om met bepaalde digitale tools (bv. gsm, digitale televisie, …) en softwareprogramma’s (bv. Word, mail, Facebook, …) te kunnen werken Informatievaardigheden: informatie kunnen zoeken, selecteren en evalueren op de kwaliteit ervan, ook in een digitale omgeving Strategische vaardigheden: de bovenstaande vaardigheden kunnen inzetten om voortui te komen in onze maatschappij (bv. online solliciteren, …) Mediawijsheid in enge zin: kritisch omgaan met (moderne) media en informatie (bv. reclameboodschappen doorzien, bewust omgaan met privacy in een online wereld, …)
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Naast de talrijke onderzoeken naar het verschijnsel digitale kloof en de diverse terminologie daaraan verbonden, biedt heel wat cijfermateriaal een inzicht in de evolutie van deze problematiek, zowel op Europees, Belgisch als Vlaams niveau. Algemeen gesteld verkleint de digitale kloof van de eerste graad, al moet men dat voor bepaalde kansengroepen wel nuanceren. Op het vlak van de digitale kloof van de tweede graad bieden de cijfers een diverser beeld: de digitale kloof lijkt te verdiepen (van toegang naar gebruik) en te verbreden (bepaalde bevolkingsgroepen lopen steeds meer achter naar mate er digitale tools bijkomen). Ondanks de vorderingen op het vlak van de toegang tot internet, scoort België toch maar middelmatig ten opzichte van andere Europese landen. Uit de Eurostat-gegevens van 2010 blijkt dat 73% van de Belgische gezinnen toegang hebben tot internet, wat iets beter is dan het Europese gemiddelde, maar toch sterk minder dan landen zoals Nederland (91%), Luxemburg (90%) en Zweden (88%). Ook het aantal breedbandverbindingen (70%) een stuk ligt lager dan in de Scandinavische landen en Nederland, waarschijnlijk te wijten aan de hoge kosten in ons land. Zeker voor kansengroepen speelt dit mee.
Afbeelding 3 ‐ ICT‐indicatoren bij huishoudens en individuen (2010)
Voor enkele doelgroepen geeft specifiek cijfermateriaal een beter beeld van de problematiek. Uit recent onderzoek van de Studiedienst van de Vlaamse Regering blijkt dat de digitale kloof verbreedt en verdiept wat betreft leeftijd, geslacht, inkomen en opleidingsniveau. De kloof verdiept voor de radio, de gsm, de computer en de internetaansluiting van bezit naar thuisgebruik van het toestel in functie van de opleiding. De televisie is het enige medium waarbij het omgekeerd zichtbaar is: de kans op het bezit van een televisie groter bij de laaggeschoolden. Een gelijkaardige trend is te merken op basis van het gezinsinkomen. Ook hier is er een duidelijk verschil in de toegang tot internet, het bezit van een pc en andere digitale media, en het gebruik ervan tussen hogere en lagere inkomens. Uit de Eurostat-statistieken blijkt zelfs een kleine achteruitgang in de toegang tot internet voor de allerlaagste inkomens in België. Senioren lopen nog steeds achter ten opzichte van de andere leeftijdscategorieën. De gsm, de computer, de internetaansluiting en de spelconsole zijn minder vaak te vinden in de huishoudens van ouderen. Wanneer er wel een dergelijk toestel in huis is, zijn het opnieuw de ouderen die er minder gebruik van maken. In 2010 gaf 38% van de Belgen ouder tussen 65 en 74 jaar oud aan een computer gebruikt te hebben in de laatste drie maanden, weliswaar een stijging ten opzichte van de voorbije jaren, maar in vergelijking met de 97% 16-24-jarigen een klein percentage. 53% van de 65-plussers geeft zelfs aan nooit een computer gebruikt te hebben.
7
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Ook bij vrouwen is de kloof nog ietsje groter dan bij mannen. Mannen beschikken vaker over een computer en interntoegang. Ook de kans dat een man de computer of het internet gebruikt, is groter dan dat een vrouw dat doet. Uit de Statbel-statistieken blijkt dat in 2010 slechts 75% van de Belgische vrouwen gedurende de laatste drie maanden gebruik maakten van een pc, tegenover 83% van de mannen. Vooral bij de hogere leeftijdscategorieën en lagere inkomens valt de kloof tussen mannen en vrouwen op. Verder gebruiken de mannen ook meer internettoepassingen en dit onafhankelijk van de toegang (iDTV, gsm of internetaansluiting). Tenslotte hebben ook gezinnen met kinderen vaker toegang tot internet (89% volgens Eurostat), tegenover 67% van de gezinnen zonder kinderen, al gaat dit helaas niet op voor eenoudergezinnen, waar een omgekeerde trend zichtbaar is.
Wat betreft de toepassingen die gebruikt worden, de zogenaamde kloof van de tweede graad, is er nog heel wat ondersteuning nodig om iedereen mediawijs te krijgen. Het gebruik van e-mail is één van de weinige toepassingen waarbij nauwelijks een onderscheid te merken valt tussen de leeftijden. Bij sociale media is dit echter niet het geval: hier scoort de leeftijdgroep 16-24 opmerkelijk hoger, al moet men de kanttekening maken dat in vergelijking met andere Europese landen de Belgische jongeren zich in de kelder van de rangschikking bevinden! Ook op het gebied van online kopen en verkopen scoort België onder het Europese gemiddelde, al blijkt uit de laatste Eurostat-statistieken dat de laatste voorbije jaren een hele inhaalbeweging is geweest, waardoor ons land de sterkte stijging vertoonde van alle EU-landen. Ook opmerkelijk, van de gebruikers die de laatste drie maanden een computer gebruikten, gaf 94% aan dat thuis gedaan te hebben, maar slechts 44% op het werk. Toch nog 10% had elders (bv. internetcafé of OCR) een computer geraadpleegd, en 4% specifiek in een bibliotheek. Vooral in de Brusselse bibliotheken is dit aandeel hoog (16%). Er is dus nog steeds nood aan openbare computerruimtes. Op het vlak van het e-government blijkt dat slechts 33% al ooit gebruik maakte van een e-id-kaartlezer.
8
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
De rol van bibliotheken
Men kan dus stellen dat er heel wat initiatieven nodig zijn om de digitale kloof volledig te overbruggen en iedereen mee te krijgen op de digitale informatiesnelweg. In de praktijk zijn er heel wat actoren werkzaam op het gebied van e-inclusie, zoals de Centra voor Basiseducatie, de VDAB, het onderwijs in het algemeen, Linc vzw, Digidak. Deze organisaties worden gesteund op Europees, nationaal en lokaal vlak door diverse digitale actieplannen en overkoepelende samenwerkingsverbanden. Uit het onderzoek van het IST m.b.t. de digitale kloof tweede graag in België blijkt dat ongeveer 30% van de gekende initiatieven in Vlaanderen georganiseerd worden of plaatsvinden vinden in een bibliotheekcontext. Wanneer andere initiatieven samenwerken met een lokale overheid, blijkt dat in 72% van de gevallen de openbare bibliotheek te zijn. De bib is dus bij uitstek een partner m.b.t. e-inclusie. Het werken aan mediawijsheid en e-inclusie past perfect binnen de missie van openbare bibliotheken. In het cultuurdecreet staat dat de bib een basisvoorziening is waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning. Ze bemiddelt actief bij het beantwoorden van deze vragen. De openbare bibliotheek is ook actief inzake cultuurspreiding en cultuurparticipatie. In onze digitale informatiemaatschappij is deze kennis en cultuur steeds meer online te vinden. De non-fictie afdeling van bibliotheken raakt in de verdrukking, meerdelige gedrukte encyclopedieën hebben plaatsgemaakt voor Wikipedia, en het aandeel online cultuurparticipanten stijgt elk jaar. Het lijkt dan ook logisch dat bibliotheken hun bezoekers helpen hun weg te vinden in deze overvloed aan digitale informatie.
Afbeelding 4 ‐ Missie van openbare bibliotheken (Folder Bibnet)
9
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Bovendien wordt het aandeel digitale bronnen in Vlaamse bibliotheken steeds groter: krantenartikels uit Mediargus, literaire databanken, e-boeken, digitale muziek, Fundels, het aanbod wordt steeds diverser. Het louter aanbieden van deze bronnen volstaat echter niet, men dient de gebruikers ook te ondersteunen in hun gebruik, infosessies en workshops te organiseren, lesmaterialen voor het onderwijs te ontwikkelen, om het gebruik van deze rijke verzameling online werken te stimuleren. Openbare bibliotheken bezitten enkele specifieke kenmerken die hen een ideale partner maakt m.b.t. e-inclusie projecten binnen de gemeente. Vooral de lokale verandering van bibliotheken in Vlaanderen is een grote troef. In tegenstelling tot CVO’s en Centra voor Basiseducatie, die zich concentreren in de grotere steden, heeft elke kleinere gemeente een bibliotheekvoorziening. Voor bepaalde doelgroepen die zich niet zo makkelijk kunnen verplaatsen, is dit een niet te miskennen voordeel. Bibliotheken bieden een herkenbare, laagdrempelige, lokale plek binnen de chaos van het wereldwijde web! Binnen het grote aanbod van IT-workshops en knoppencursussen kunnen bibliotheken zich onderscheiden door extra aandacht te besteden aan digitale informatievaardigheden en egovernment. Hoe zoekt men bv. op het internet, maar vooral, hoe herkent men kwalitatieve en betrouwbare websites tussen de overvloed aan gevonden zoekresultaten? Welke online bronnen zijn er ter beschikking voor leerlingen en leerkrachten en hoe zoekt men optimaal in de aangeboden databases en catalogi? Hoe werkt het e-loket van de gemeente en welke diensten kan je online aanvragen? En wat met het e-id? Met een aanbod rond e-government kan de bib zich ook profileren naar het eigen gemeentebestuur toe. In tegenstelling tot het aanbod van reguliere onderwijsinstellingen, organiseren bibliotheken vaak korte activiteiten van enkele uren, een halve dag of maximum een drietal dagdelen. Dit aanbod is vaak aanvullend aan dat van andere actoren in de buurt, en uit het succes ervan blijkt dat er weldegelijk nood aan is. Korte sessies rond het digitaliseren van foto’s of lp’s, het chatten met kleinkinderen of leren werken met Facebook komen zelden in langlopende cursussen aan bod, maar helpen mee de digitale kloof van de tweede graad te verkleinen, door het aantal tools dat gebruikers kennen en gebruiken te vergroten, naast het gebruikelijke surfen en mailen.
Uiteraard zijn er grote verschillende tussen Vlaamse openbare bibliotheken op het vlak van schaalgrootte, aanwezige expertise en andere gemeentelijk actoren op het vlak van e-inclusie. De rol die elke lokale bib kan spelen op het vlak van mediawijsheid en het bestrijden van de digitale kloof hangt dan ook af van heel wat factoren. Uit de talrijke praktijkvoorbeelden van Vlaamse bibliotheken en hun inspanningen op digitaal vlak komen twee grote rollen naar voor, die bibliotheken kunnen opnemen. Kleinere bibliotheken zullen eerder een faciliterende rol opnemen en een locatie en infrastructuur bieden voor andere organisaties, zoals Vormingplus, Seniorennet, Digidak of Curieus. De bibliotheek biedt een lokaal en eventueel ook de benodigde IT-infrastructuur ter beschikking, terwijl de andere partner zorgt voor de inhoudelijke invulling, zoals het lesmateriaal en de lesgever. Op die manier kunnen ook kleinere bibliotheken, met weinig mankracht, plaats vrijmaken in hun aanbod voor e-inclusie activiteiten, zonder zelf te moeten investeren in de inhoudelijke expertise.
10
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Afbeelding 5 ‐ Mogelijke rol van bibliotheek m.b.t. e‐inclusie (Folder LOCUS)
Bibliotheken die beschikken over de nodige mankracht en expertise kunnen uiteraard ook een eerder coachende rol opnemen en zelf activiteiten organiseren. Vooral in grotere bibliotheken beschikt men over zowel de benodigde infrastructuur als personeelsprofielen om zelf infosessies, workshops en langerdurende opleidingstrajecten op touw te zetten. Vaak richt men zich tot specifieke doelgroepen, zoals senioren, digibeten of jongeren met een aangepast aanbod aan activiteiten. Ook in deze gevallen wordt er vaak samengewerkt met andere organisaties, bv. om de beoogde doelgroepen te bereiken. Bibliotheken zijn dus bij uitstek netwerkers! Steeds vaker wordt een hecht netwerk van partners uitgebouwd, waaronder lagere en secundaire scholen, het volwassenonderwijs, lokale organisaties en andere gemeentediensten. Dat is bv. ook te merken aan de plaatselijke initiatieven tijdens de jaarlijkse Digitale Week, waarbij bibliotheken steeds vaker een coördinerende rol ,opnemen en de diverse actoren binnen de gemeente rond de tafel brengen, om nieuwe samenwerkingen te stimuleren.
11
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Doelgroepen Uit het cijfermateriaal dat hierboven reeds werd aangehaald, blijkt dat voor heel wat kansengroepen de kans op digitale uitsluiting groter is dan bij andere groepen in onze maatschappij. Hieronder gaan we dieper in op vier mogelijke doelgroepen van e-inclusie activiteiten, georganiseerd in en/of door bibliotheken.
Senioren Onderzoek en praktijkervaringen tonen aan dat senioren een zeer specifieke doelgroep vormen binnen het e-inclusie veld. Hoewel ze de laatste jaren al een deel van hun achterstand hebben goedgemaakt, loopt deze leeftijdsgroep toch nog achter wat betreft toegang tot en gebruik van digitale media. Ze hebben vooral nood aan het ontwikkelen van hun operationele vaardigheden, het werken met de knopjes dus. Ze zijn geïnteresseerd in doelgerichte, concrete Afbeelding 6 ‐ Computerestafette in Rupelbibliotheken workshops van korte duur, liefst zo kort mogelijk bij hen in de buurt. Vandaar dat het aanbod van bibliotheken vaak in de smaak valt van deze doelgroep. Wat betreft de methodiek houden zij van niet-formele sessies, met een aangepast tempo en voldoende herhaling. Senioren zullen trouwens ook vaak dezelfde workshop meerdere keren volgen, om hun kennis op te frissen. Denk bij het organiseren van activiteiten voor deze doelgroep ook aan lesmateriaal met een voldoende groot lettertype. Het ideale moment om workshops voor senioren te plannen is overdag op schooldagen. Op woensdagnamiddag, tijdens avonden en het weekend springen ze immers vaak in voor de opvang van hun kleinkinderen.
Laaggeschoolden Bibliotheken zijn vrij toegankelijk, en beogen dan ook alle doelgroepen van de maatschappij te bereiken. Nochtans blijkt het niet altijd even eenvoudig om kansarme groepen, zoals laaggeschoolden, naar de bib te krijgen. Voor hen kleeft er toch vaak een intellectueel label op de bib. Zelfs indien ze via een andere organisatie, zoals de Centra voor Basiseducatie of het Sociaal Huis geïntroduceerd werden in de bibliotheekwerking, blijkt het voor hen moeilijk om later zelfstandig de stap te zetten naar de bib. Bij het organiseren van activiteiten voor deze doelgroep is het dan ook belangrijk om via een partnerorganisatie, dicht bij de doelgroep, actief samen te werken.
12
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Laaggeschoolden hebben meestal nood aan diverse vaardigheden binnen het mediawijsheidgamma. Zowel instrumentele, maar ook informatie- en strategische vaardigheden, ontbreken vaak. Om deze groep te motiveren is de band met de dagdagelijkse realiteit zeer belangrijk: train geen informatievaardigheden in het algemeen, maar geef het concrete voorbeelden van het zoeken naar de busregeling, online promoties, werkaanbiedingen, enzovoort. Werk vraaggestuurd en ga in op de concrete leefwereld en problemen van de doelgroep: leer hen hoe ze de digitale tools kunnen inzetten om vooruit te komen. Voor deze gebruikers fungeert de cursus ook als ontmoetingsplaats: hun digitale onkunde is vaak gelinkt aan andere, vaak complexe problemen, die tijdens zulke cursussen wel eens naar boven kunnen komen. Kleine groepen, en in enkele gevallen zelfs een individuele aanpak, zijn dan ook onontbeerlijk.
Vrouwen Er zijn in Vlaanderen weinig e-inclusie initiatieven die zich specifiek richten op vrouwen. Toch blijkt uit onderzoek dat vooral bij de lagere inkomens en de senioren vrouwen nog steeds een grote achterstand hebben op mannen wat betreft de toegang tot en het gebruik van digitale media. De vrouwen die er toch gebruik van maken, doen dat vaak hoofdzakelijk voor ontspannende doeleinden. Vrouwen hebben ook minder vaak dan mannen toegang tot internet op hun werkplek. Ook opvallende voor deze doelgroep is dat hun afwezigheid op internet gekenmerkt wordt door een gebrek van motivatie en vaak ook angst. Vooral in gezinnen met al iets oudere kinderen zal de vrouw vaak het pc- en internetgebruik aan haar man en kinderen overlaten. Nochtans is deze doelgroep te overtuigen via concrete toepassingen, zoals het leren opzoeken van informatie over thema’s zoals gezondheid en voeding. Bovendien is deze doelgroep zeker te vinden in onze bibliotheken: een uitstekende kans dus om specifiek voor hen een activiteit te organiseren, in een voor hen ‘veilige’ omgeving.
Jongeren Een andere vaak vergeten doelgroep als het gaat om de digitale kloof zijn toch wel kinderen en jongeren. Ten onrechte gaat men er van uit dat deze groep volledig mee is met de laatste digitale ontwikkelingen. Toch zijn niet alle jongeren ‘digital natives’. Uit onderzoek blijkt dat een deel van de jongste bevolkingscategorie volledig ‘offline’ is en geen toegang heeft tot internet. Akkoord,de grootste groep jongeren maakt vrij intensief gebruik van digitale media, maar vaak heel eenzijdig, voor communicatie en ontspanning: sms’en, chatten, facebooken, Afbeelding 7 ‐ Digital Storytelling‐project Maaseik gamen en muziek beluisteren staan bovenaan hun activiteitenlijstje. Aan instrumentele knoppenkennis geen gebrek, maar informatie- en strategische vaardigheden en het kritisch omgaan met media zijn vaak afwezig. Bovendien blijkt dat een groeiend aantal jongeren het secundair onderwijs verlaat zonder een grondige basisgeletterdheid.
13
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Men kan zich natuurlijk afvragen welke rol een bibliotheek hierin te spelen heeft. Is het ontwikkelen van al deze vaardigheden niet eerder werk voor het onderwijs? Uit contacten tussen diverse bibliotheken en onderwijsinstellingen blijkt nochtans dat leerkrachten ook niet altijd over de nodige competenties beschikken, en dat scholen vaak vragende partij zijn voor samenwerkingen met openbare bibliotheken rond thema’s zoals digitale geletterdheid en mediawijsheid. In Nederland is deze vorm van synergie tussen onderwijs en bibsector al verder uitgebouwd via initiatieven zoals de landelijke mediacoachtraining, die door heel wat bibliotheekmedewerkers gevolgd werd. In Vlaanderen staat een gelijkaardige opleiding voor het najaar 2012 gepland. Het Digital Storytelling-project biedt een voorbeeld van een mogelijke samenwerking tussen secundaire scholen en bibliotheken m.b.t. mediawijsheid.
14
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Pilootprojecten Digital Storytelling
Digital Storytelling Storytelling is de eeuwenoude kunst van het vertellen over gebeurtenissen in woorden, afbeeldingen en geluiden. Het laatste decennium werd storytelling in onze multimediale wereld vertaald in digital storytelling, waarbij digitale tools gebruikt worden om een verhaal te vertellen: digitale foto’s, gescande documenten, tekst, muziek en je eigen stem. Een digital story of digitaal verhaal is Afbeelding 8 ‐ Titelslide van een digitaal verhaal een korte multimedia-montage waarin beeld, muziek en stem gebruikt worden om een eenvoudige kortfilm te maken. Je vertelt een verhaal aan de hand van een slideshow van foto’s. Een digitaal verhaal duurt meestal tussen de 2 à 4 minuten. Je kan gebruik maken van persoonlijke ‘historische bronnen’ zoals zelfgemaakte foto’s, tekeningen en persoonlijke documenten, of materialen van elders. Het verhaal gaat steeds over de maker van het filmpje zelf en legt zijn of haar persoonlijke ervaringen en inzichten bloot. Het is steeds gebaseerd op werkelijk gebeurde feiten, non-fictie dus, in tegenstelling tot een gewone kortfilm. Bovendien kan je eenvoudige programma’s als Windows Moviemaker of iMovie gebruiken om het filmpje te monteren. De techniek is laagdrempelig. Je hebt dus weinig materiaal nodig om tot een digitaal verhaal te komen, enkel een paar foto’s, je stem, achtergrondmuziek, een computer en een verhaal. Een voorbeeld zegt zoveel meer dan woorden. Wil je enkele digitale verhalen bekijken? Surf dan naar http://www.youtube.com/user/KifKifTVDigitalStory en bekijk de digitale verhalen die al tientallen jongeren binnen het project Digital Storytelling van Kif Kif hebben gemaakt. Gewoon zoeken op ‘digital story’ binnen YouTube geeft je ook nog heel wat (Engelstalige voorbeelden), maar ook achtergrondinformatie over wat Digital Storytelling inhoudt en hoe je de techniek kan inzetten.
15
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Kif Kif Kif Kif is een interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme. Kif Kif wil meebouwen aan een Afbeelding 9 ‐ Logo Kif Kif interculturele samenleving die de actieve participatie van alle burgers in onze democratische rechtstaat bevordert. Via onafhankelijke, interactieve en sensibiliserende initiatieven wil Kif kif een diversiteit aan stemmen en verhalen een forum bieden. Het verhaal van Kif Kif begon in de loop van 2001. Dankzij een bescheiden website en een aantal opiniestukken ontstond een vrij intensief mediadebat over de zogenaamde integratiepolitiek. In 2003 ontstond het idee om de website tot een interactief platform om te bouwen en van de organisatie een dynamische beweging te maken. Geleidelijk aan werden activiteiten ontwikkeld, zoals een cursus journalistiek, een literaire schrijfwedstrijd, ... De website werd al snel een van de voornaamste referentiepunten in het maatschappelijk debat over de interculturele samenleving in Vlaanderen en Nederland. In 2006 werd Kif Kif erkend als 'sociaal-culturele beweging'. Daarna kende de organisatie een vrij sterke groei, die tot op vandaag blijft aanhouden. In september 2008 volgde de omvorming tot een leden- en actieorganisatie en zag de gloednieuwe website het licht. In het najaar 2010 startte Kif Kif met het This is it-traject. In dit project wordt digital storytelling als vertrekpunt gebruikt om met jongeren te werken rond digitale geletterdheid en identiteitsvorming. De doelgroep zijn zowel allochtone als autochtone jongeren van 13 tot 18 jaar. In eerste instantie gaat de prioriteit uit naar de migratieverhalen van allochtone jongeren van de 2de en 3de generatie. Maar ook autochtone jongeren hebben vaak een geschiedenis van migratie, hetzij zij zelf, hetzij hun ouders (in eigen land of stad). Binnen klassen met zowel allochtone als autochtone leerlingen geeft het naar voorbrengen van deze gelijkenissen een extra meerwaarde aan het project. In een eerste fase van dit project werden gratis workshops van 1 dag aangeboden aan scholen. Tijdens deze sessies worden jongeren opgeleid om aan de slag te gaan met gratis programma’s zoals Moviemaker (Windows) en Imovie (Mac), die het voor iedereen makkelijk maken om snel tot een mooi eindresultaat te komen. Op die manier wordt de mediageletterdheid van de jongeren op een speelse en voor hen aantrekkelijke manier aangescherpt. De jongeren zullen ook worden aangespoord met hun ouders of grootouders te gaan praten, ze leren een verhaal schrijven, foto’s te zoeken die de feiten van het verhaal ondersteunen, muziek die hierbij past. Ze gebruiken hun eigen stem en vertellen hun eigen verhaal aan de hand van foto’s en persoonlijk historisch beeldmateriaal. Om het verhaal van afkomst te gaan vertellen moet de jongere gestimuleerd worden om met zijn ouders/grootouders te gaan spreken. Het doel is hier dus het optekenen van grassrootsgetuigenissen. Omdat de doelgroep die Kif Kif voor ogen heeft in de eerste plaats bestaat uit allochtonen van 2de of 3de generatie wordt zo het migratieverleden in kaart gebracht van voornamelijk de tweede helft van de 20ste eeuw.
16
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Doordat de jongere de opdracht krijgt met zijn/haar ouders of grootouders te gaan praten om het verhaal van oorspronkelijke afkomst te leren kennen en hier beeldmateriaal voor te vinden dat bij het verhaal past, wordt ook een intergenerationele dialoog op gang gebracht. Door het resultaat dat de digitale verhalen met zich meebrengt binnen de klassen, wordt tevens een interculturele dialoog gestimuleerd: jongeren bekijken elkaars verhalen en leren elkaar beter begrijpen. En ten slotte kan het proces van het maken van een persoonlijk verhaal bijdragen tot positieve identiteitsvorming. Een andere belangrijke doelstelling die Kif Kif voor ogen had bij dit project is een bewustmaking van de rol en het belang van erfgoed, in dit geval ‘Digitaal Erfgoed’. De verhalen brengen het migratieverleden (van voornamelijk de 2de helft van de 20ste eeuw ) in kaart en sluiten zo aan bij erfgoededucatie. De werkstukken van de leerlingen zijn (mits goedkeuring van de jongere) te bekijken op de website van Kif Kif en het YouTube-kanaal ‘Kif Kif digital Storytelling’. Via een samenwerking met FARO en musea zoals het MAS en Red Starline Museum, wordt gekeken hoe de digitale verhalen verder ontsloten kunnen worden.
Digital Storytelling in de bib Het initiële aanbod van Kif Kif richtte zich naar scholen. Kif Kif zorgde voor een didactische map, waarbij de leerkrachten met de leerlingen in de klas aan de slag kon gaan rond thema’s zoals migratie. Het project werd telkens afgesloten met een ééndagdurende workshop, begeleid door medewerkers van Kif Kif, die de leerlingen stap voor stap helpen met de opbouw van hun digitaal verhaal.
Afbeelding 10 ‐ Logo project Kif Kif
Veel hing dus af van de begeleiding van de leerkrachten in de weken voor de workshops. Het gebeurde wel eens dat leerlingen onvoorbereid naar de workshop kwamen, zonder scenario of foto’s. Een intensieve voorbereiding bleek onontbeerlijk voor een goed resultaat tijdens de workshopsessies. Daarnaast wou Kif Kif ook graag extra aandacht besteden aan thema’s zoals informatiegeletterdheid en mediawijsheid. Het idee ontstond om bibliotheken mee in te schakelen in het traject en op die manier de begeleiding van de jongeren te versterken. Het Digital Storytelling project werd opgenomen binnen het LOCUS-begeleidingstraject “Bibliotheken bevorderen informatiegeletterdheid”, waarbij Bibnet zou instaan voor de concrete sturing van de piloten. De bibliotheken van Maaseik en Genk waren meteen enthousiast over the project en besloten te fungeren als pilootbibliotheken. De samenwerking met bibliotheken bood meteen verschillende meerwaarden voor het This is itproject. Steeds meer bibliotheken nemen een actieve rol op m.b.t. e-inclusie en het bevorderen van mediageletterdheid. Op deze manier kon hun expertise rond deze thema’s mee ingezet worden in het project. Bovendien bieden ze een inspirerende, niet-schoolse (leer)omgeving met een goed uitgebouwde infrastructuur en (digitale) collectie.
17
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Bibliotheken hebben van oudsher goede contacten met het onderwijs, maar vooral dan met lagere scholen. De samenwerking tussen secundaire scholen en bibliotheken is echter vaak afhankelijk van initiatieven van bepaalde leerkrachten, en beperkt zich meestal tot het obligate bibliotheekbezoek. Naast de school blijken jongeren rond deze leeftijd ook vaak af te haken en steeds minder gebruik te maken van de bib. Met het Digital Storytelling-project kunnen bibliotheken dan ook een specifiek aanbod doen naar leerkrachten, rond thema’s die aansluiten bij de eindtermen. Op die manier ontstaat er een extra kanaal om jongeren te bereiken, en hen te informeren over de werking en meerwaarde van de bibliotheek, in een minder schoolse context. De inbedding van het project in de openbare bibliotheek biedt een ideaal kader om de informatiegeletterdheid van de deelnemende jongeren aan te scherpen. Met een concreet doel voor ogen, nl. het stofferen van hun migratieverhaal, leren ze de bib kennen, naslagwerken en databanken gebruiken, interessante bronnen verwerken tot een boeiend en informatief geheel,... Ze krijgen inzicht in de mogelijkheden die de bib als informatiecentrum voor hen kan betekenen. Ze leren kritisch omgaan met bronnen en kunnen het migratieverhaal van hun familie aftoetsen en aanvullen met de rijkdom aan informatie die de bib hen aanbiedt.
Afbeelding 11 ‐ De bib gaat digitaal (ontwerp Bibliotheek Bornem)
Ook hun multimediale geletterdheid stijgt door het maken van een digitaal verhaal. De techniek op zich kan ook voor andere thema’s worden aangewend en is een krachtig wapen om een standpunt naar voor te brengen, zeker in dit digitaal tijdperk, waarbij jongeren zich zo vlot beweging in cyberspace. Bovendien wordt aandacht besteed aan enkele actuele thema’s m.b.t. mediawijsheid (bv. copyright, privacy, …), om die manier jongeren bewuster, kritischer en actiever leren om te gaan met diverse media. In een eerste brainstorm in de zomer 2010 werden de mogelijke voordelen van een dergelijk multimediaproject voor de bibliotheken in kaart gebracht. Op basis van de samenwerking met scholen en jeugdorganisaties wilden beide bibliotheken bestaande partnerschappen verder uitbouwen en nieuwe contacten leggen. Jongeren tussen 16 en 18 jaar oud blijven een moeilijk te bereiken doelgroep voor bibliotheken, zeker zonder de band met de school. Via het digital storytelling-project wordt getracht om deze groep te engageren en een positieve band met hen te ontwikkelen. Het bibimago, dat voor deze doelgroep heel erg gelinkt is aan een schoolse context, mocht ook wat hipper en moderne worden. Beide bibliotheken hoopten ook ervaring op te doen i.v.m. het bevorderen van informatievaardigheden en mediawijsheid, in de eerste plaats door de rijkdom aan fysieke en digitale bronnen waartoe de bib toegang geeft beter te ontsluiten naar de jongeren toe.
18
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Pilootproject Maaseik
De bibliotheek van Maaseik reageerde positief op de vraag van Bibnet om samen met hen en Kif Kif het concept 'Digital Storytelling' uit te testen in een bibliotheekcontext. De bib van Maaseik heeft reeds enkele jaren een goede relatie opgebouwd met een zeer gedreven leerkracht Nederlands uit het College Heilig Kruis Sint-Ursula, die steeds op zoek is naar originele projecten rond literatuur en informatievaardigheden. Hij werd dan ook bereid gevonden om met 21 zesdejaars te werken rond het thema migratie en digital storytelling. Dit sloot tevens aan bij een ander project van dezelfde klas rond de stamboom van hun familie. De voorbereidingen van het project vonden plaats in 2010. In de zomermaanden kwamen de bibliothecarissen en enkele medewerkers van de bibliotheken van Maaseik en Genk samen in de Genkse bibliotheek voor een introductie met het Digital Storytelling-project. Kif Kif en Bibnet waren aanwezig om de concrete begeleidingsprojecten binnen het traject ‘Bibliotheken bevorderen informatiegeletterdheid’ van LOCUS voor te stellen. Na deze initiële gemeenschappelijke bijeenkomst werden beide projecten onafhankelijk van elkaar uitgewerkt. Maaseik ging als eerste aan de slag, dankzij de enthousiaste inbreng van de leerkracht die het project volledig inbedde in een breder jaarthema rond stambomen en de familiegeschiedenis van de leerlingen. In enkele voorbereidende overlegmomenten met de leerkracht en de medewerkers van de bibliotheek werden de nodige praktische afspraken gemaakt en een concrete timing afgesproken.
Afbeelding 12 ‐ YouTube‐kanaal Digital Storytelling Kif Kif
19
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Op 29 oktober 2010 ging het project voor de Maaseikse leerlingen echt van start met een inleidende les in de klas rond Digital Storytelling, migratie en mediawijsheid. De leerlingen maakten kennis met het concept van een digitaal verhaal via het bekijken van enkele voorbeelden op het YouTube-kanaal van Kif Kif. Ze kregen de benodigde uitleg om zelf aan de slag te gaan en de verhalen en het beeldmateriaal te verzamelen. Aan het einde van de les werden enkele aspecten van mediawijsheid aangehaald, via een discussie over online privacy en copyright. De leerkracht kwam de daaropvolgende weken ook nog regelmatig terug op het project, en kon daarvoor putten uit de didactische map die Kif Kif speciaal voor het onderwijs samenstelde. Na de paasvakantie 2011 werd het project afgerond met twee langere activiteiten. Op vrijdag 29 april vond een eerste sessie plaats die drie lesuren in beslag nam en plaatsvond in de leeszaal van de bib. De workshop startte met het bekijken van enkele filmpjes die reeds door andere jongeren werden gemaakt. Zowel goede als minder goede voorbeelden kwamen aan bod, en het was aan de leerlingen om zelf commentaar te geven: wisselden de foto's te snel, was de spreker verstaanbaar, zat de structuur van het verhaal goed in elkaar, welk soort bronnen had de jongere gebruikt om zijn of haar verhaal te stofferen, ... Vervolgens gingen de leerlingen in groepjes aan de slag met hun eigen verhalen, stelden hun materiaal aan elkaar voor, en wisselden feedback uit m.b.t. de inhoud, spreekstijl, ... Tenslotte ging men in de collectie van de bib op zoek naar extra materiaal om het verhaal te Afbeelding 13 ‐ Leerlingen aan de slag in de bib stofferen: informatie over de herkomst van hun tijdens de eerste workshopsessie in Maaseik familienaam, oude foto's en prentkaarten van de streek waarin zij, hun ouders of grootouders geboren werden, enzovoort. Een week later vond dan de eigenlijke workshopdag van Kif Kif plaats, in de bib. Tijdens de dag konden leerlingen hun fotomateriaal scannen, hun afbeeldingen tot een verhaal schikken via Windows Moviemaker, het verhaal inspreken en synchroniseren met de foto's, extra fotomateriaal zoeken in de bib of op internet, muziek zoeken in de bib en verwerken in hun verhaal, ... De leerkracht stond de leerlingen bij op inhoudelijk vlak, medewerkers van Kif Kif losten de technische problemen en vragen op, en bij de bibmedewerkers konden de leerlingen terecht met hun vragen naar extra materiaal, achtergrondmuziek en digitale bronnen. De resultaten kan men zien op het YouTube-kanaal van het Digital Storytelling project (Lore's Digital Story tot en met Iris - The story of my life). De bibliotheek van Maaseik, die het project ondersteunde, gaf een sfeerbeeld van de activiteiten in de bib op haar blog. Foto's van de activiteiten zijn dan weer te vinden op de Picasa-pagina van de bib. De digitale verhalen van de leerlingen zullen een tijdje tentoongesteld worden in de bibliotheek zelf en digitaal via de blog.
20
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Afbeelding 14 ‐ Leerlingen creëren hun digitaal verhaal tijdens de tweede workshopdag in Maaseik
Omdat de bibliotheek zelf over onvoldoende laptops beschikte, werd een 12-tal mobiele pc’s van Linc vzw geleend. De leerlingen moesten dus per twee samenwerken op dezelfde laptop, wat voor verwarring en interferentie bij het opslaan bleek te zorgen. Enkele pc’s kregen ook af te rekenen met technische problemen, waardoor een aantal leerlingen hun werkstuk opnieuw dienden te maken. Omdat ze echter het meeste van het werk (inscannen van het beeldmateriaal, digitaliseren van de muziek, inlezen van hun verhaal) reeds achter de rug hadden, en ondertussen vertrouwd waren met de software, bleek dit in een mum van tijd opgelost. Het hele traject werden zowel door de bib, de leerkracht als de leerlingen positief onthaald. Uit een enquête blijkt dat de overgrote meerderheid van de leerlingen na de workshop aangaven het programma Windows Moviemaker nu voldoende tot zeer goed onder de knie te hebben, en te kunnen gebruiken voor andere doeleinden, op school of in de vrije tijd. Verder vonden ze dat ze voldoende tijd hadden gekregen om het project tot een goed einde te brengen, en dat er genoeg ondersteuning voorzien was. De meerderheid vond het een leerrijke ervaring en een geslaagd experiment. Het viel ook op uit de commentaren van de leerlingen dat ze ook op het vlak van hun familiegeschiedenis heel wat wijzer waren geworden. Velen waren zich niet bewust van het feit dat hun (over)grootouders buitenlandse roots hadden. Het eindresultaat werd dan ook door de meesten als heel positief onthaald: iets om terug mee naar hun ouders en grootouders te gaan! Enkele leerlingen gaven ook aan dat ze aangenaam verrast waren met welke eenvoudige tools ze zo snel een digitaal verhaal hadden kunnen maken.
21
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Pilootproject Genk Ook de bibliotheek van Genk reageerde positief op de vraag van Bibnet om samen met hen en Kif Kif het concept 'Digital Storytelling' uit te testen in een bibliotheekcontext. De bibliotheek zag meteen raakvlakken met andere projecten rond erfgoed en migratie, en wilde op die manier ook aansluiting vinden met de grote groep (hang)jongeren die sinds de opening van de nieuwe bibliotheek de weg naar de bib hadden gevonden. Genk koos er bewust voor om niet via het secundair onderwijs te werken, maar om de jongeren op een andere manier proberen te bereiken. Via een samenwerking met buurtorganisaties, werd getracht om aansluiting te vinden met een groep jongeren die weinig banden heeft met de bib, om in te spelen op hun leefwereld, en hen in contact te brengen met de mogelijkheden die de bibliotheek hen kan bieden, om zo de maatschappelijke functie van de bib te versterken. In eerste instantie werd gekeken naar de organisatie GIGOS als belangrijkste partner, maar die bleken niet meteen geïnteresseerd. Om het initiële plan toch niet te verlaten, besloot de bibliotheek om zelf een traject op te zetten in de paasvakantie. Omdat de jongeren voldoende de tijd moeten krijgen om het project te leren kennen, materiaal te verzamelen en met hun (groot)ouders te gaan praten werd gekozen voor een zaterdag en twee op elkaar volgende dagen in de tweede week van de paasvakantie:
Workshop 1 - 11 april 2011: concept Digital Storytelling, verhaal leren schrijven, ... Workshop 2 - 21 april 2011: de bibliotheek als (digitale) bron Workshop 3 - 22 april 2011: technische sessie, verhaal omzetten in 'digital story'
Afbeelding 15 ‐ Folder voor Digital Storytelling‐ project in de Genkse bib
Deze workshop werd spijtig genoeg geannuleerd wegens te weinig inschrijvingen. De bibliotheekmedewerkers hadden nochtans de vele (hang)jongeren in de bib persoonlijk aangesproken, maar deze bleken drie dagen in de bib tijdens de zonnige paasvakantie, vlak na enkele weken examens, niet te zien zitten. Er werd besloten om het project uit te stellen tot de zomervakantie, en te beperken tot twee dagen. Er wordt ook verder overlegd met andere mogelijke partners, zoals de Jeugddienst, Stampmedia en GIGOS, om de jongeren beter te bereiken. Alternatieve scenario’s, bv. met de jongeren van het asielcentrum in Lanaken, die ook vaak in de bib vertoeven, werden bekeken.
22
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Door omstandigheden werd tijdens de zomermaanden besloten om voor het pilootproject toch via een school te werken, net zoals in Maaseik. In een latere fase zou dan het initiële idee om zelf de jongeren te bereiken opnieuw opgestart worden. Er werden afspraken gemaakt met het Lucernacollege te Genk. De zesdejaars konden vrijwillig deelnemen aan het project. Tijdens de lessen werden de leerlingen gebriefd over het project, en werd er gewerkt aan hun scenario. Begin november vond er een les in de klas plaats, waaraan een 10-tal leerlingen deelnamen. Tijdens deze twee uren werden enkele bestaande filmpjes bekeken en becommentarieerd, werden de scenario's van de leerlingen in groep besproken en werd er dieper ingegaan om enkele mediawijsheidsaspecten die tijdens het project van belang zijn. Op 1 december 2011 verzamelden een vijftal leerlingen dan in de Genkse bibliotheek voor een workshop 'Digital Storytelling', begeleid door Kif Kif. Tijdens deze dag legden ze de laatste hand aan hun scenario, bekeken aanvullend materiaal van de erfgoedcel, namen ze hun verhaal op, scanden ze oude foto's in, zochten ze geschikte muziek in de collectie van de bibliotheek en verwerkten al deze materialen tot hun digitale verhaal. De samenwerking met de school in kwestie verliep heel los. De docenten waren vrij snel overtuigd, maar zelf niet zo betrokken bij het project in vergelijking met de leerkracht van het Maaseikse college. Bovendien werd het de leerlingen vrij gelaten te kiezen of ze al dan niet wilden deelnemen, waardoor er uiteindelijk slechts 5 jongeren opdaagde tijdens de eigenlijke workshopsessie. Deze kleine groep was weliswaar enorm enthousiast en actief.
23
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Digital Storytelling in jouw bib Wie zelf aan de slag wil gaan met het Digital Storytelling-project, kan steeds een beroep doen op Kif Kif om de eigenlijke workshop te begeleiden. Tijdens de pilootprojecten hielp deze organisatie ook met de voorbereiding en enkele initiële sessies, maar in de verdere uitrol van het project binnen de bibliotheeksector is het de bedoeling dat bibliotheken – al dan niet samen met leerkrachten en jeugdwerkers – deze voorbereidende stappen volledig op zich nemen. In de bijlagen bij deze inspiratiegids vind je alvast inspiratie en info over het opzet van een Digital Storytelling project. De didactische map werd opgesteld voor het onderwijs, maar kan zeker ook van nut zijn voor bibliotheken die zelf een project willen opstarten. Het stappenplan biedt een houvast voor de jongeren, maar ook voor bibliotheekmedewerkers en andere begeleiders, die zelf eens een digitaal verhaal willen in elkaar steken. Hieronder zetten we graag nog enkele tips op een rijtje die naar voor kwamen uit de piloten in Maaseik en Genk.
Doelgroep bereiken Wanneer men als bibliotheek een digital storytelling-project wil opstarten, dient men in eerste instantie na te denken over hoe men de jongeren zal bereiken. Een samenwerking met het onderwijs biedt de veiligste weg: men is zeker van een (vaste) groep deelnemers en kan een deel van de begeleiding overlaten aan de leerkracht(en). Een dergelijk project kan Afbeelding 16 ‐ Digital Storytelling‐project in Maaseik teven fungeren als startpunt voor een verdere samenwerking tussen de bibliotheek en de school. Toch vraagt samenwerking met een school ook duidelijke afspraken: wanneer worden de verschillende sessies ingepland, welke voorbereidingen gebeuren al in de klas, wat is de precieze rol van de bibliotheek, waar vinden de verschillende sessies plaats? Enkele voorbereidende overlegmomenten met de betrokken leerkrachten zijn onontbeerlijk. Wie buiten het onderwijs om jongeren wil bereiken voor dit multimediaproject, zoekt best een partner die goede banden heeft met de beoogde doelgroep. Zoals uit de ervaringen van Genk blijkt, is het niet voldoende om vaak jongeren over de vloer te krijgen om deze ook te motiveren voor een dergelijk project. Mogelijke pistes zijn de samenwerking met een Jeugdhuis, de plaatselijke Jeugddienst, inbedding in de wijkwerking van een bibfiliaal, ...
24
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Het Digital Storytelling-project van Kif Kif vraagt van de jongeren een grondige voorbereiding (gesprekken met familie, verwerken van het verhaal, bijeenzoeken van beeldmateriaal, …). Daarom kan men niet anders dan het project over verschillende dagen spreiden, met liefst minstens een week ertussen. Deze planning maakt inschakeling in bestaande jongerenprogramma’s zoals Grabbelpasactiviteiten organisatorisch wat moeilijk, al is dit toch een goede manier om gemotiveerde jongeren te vinden. Uiteraard kan de techniek van het maken van een digitaal verhaal ook zonder de context van het migratieverhaal aangewend worden om met jongeren creatief aan de slag te gaan. Mits een goede voorbereiding van de begeleiders zou men bv. wel op één dag met de jongeren een verhaal kunnen verzinnen, beeldmateriaal maken via een digitaal fototoestel, en dat in enkele uren verwerken tot een digitaal verhaal. Mogelijke invalshoeken voor dergelijke digitale verhalen: een dag uit het leven van (cf. Man bijt hond, maar dan met commentaar erbij), ludiek promotiefilmpje voor de bib, reportage van een andere Grabbelpas-activiteit, … Voorbeelden van inspirerende filmpjes zijn te vinden op het YouTubekanaal van Bibnet, in de afspeellijst ‘Digital Storytelling’.
Afbeelding 17 ‐ Voorbeeld van digitaal verhaal van BEAMedia (via YouTube‐kanaal Bibnet)
25
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Fasen van het project Indien men vasthoudt aan het originele Digital Storytelling-project van Kif Kif, dan zijn volgende fasen belangrijk, onafhankelijk of men nu samenwerkt met een school of niet. Tijdens een eerste contactmoment met de jongeren wordt het project voorgesteld. Er wordt dieper ingegaan op wat digitale verhalen nu precies zijn, aan de hand van enkele voorbeelden. De jongeren kunnen zelf commentaren geven: welk filmpje spreekt hen aan en waarom, is de spreker verstaanbaar, wisselen de foto’s elkaar niet te snel af, wat zouden ze er aan veranderen om het geheel aantrekkelijker en/of duidelijker te maken, … Op die manier leren ze onbewust op aan aspecten ze zelf aandacht dienen te besteden wanneer ze zelf aan de slag gaan. De praktische aspecten van de voorbereiding worden tevens overlopen: de gesprekken met hun (groot)ouders, het zoeken van geschikt beeldmateriaal (oude foto’s, maar ook geboortekaartjes, oude postkaarten, recente digitale foto’s, …), het schrijven van scenario’s. Eventueel kan men ook reeds enkele aspecten van mediawijsheid (privacy op internet, auteursrecht, …) aanhalen. In het geval men samenwerkt met een school, kunnen verschillende vakleerkrachten de leerlingen verder begeleiden. De leerkracht Nederlands kan samen met de leerlingen de eerste versies van hun scenario’s bespreken en verbeteren, of hen tips geven voor het inspreken van de tekst. De leerkracht informatica kan dieper ingaan op bepaalde mediawijsheidsaspecten (bv. auteursrecht op YouTube, digitale muziek, …) en technische aspecten die van pas kunnen komen (bv. Afbeelding 18 ‐ Begeleiding door leerkracht te Maaseik verschil tussen jpg en gif-bestanden, …). Het thema ‘migratie’ kan ook aan bod komen in de lessen geschiedenis. Indien er geen samenwerking met een school is, dan dienen de bibliotheekmedewerkers en andere begeleiders een deel van deze voorbereiding over te nemen. Zorg er dan zeker voor dat je voldoende tijd voorziet op de eigenlijke workshopdag om de scenario’s met de jongeren door te nemen en eventueel nog te herwerken. Maak ook duidelijke afspraken van wat ze zeker moeten meebrengen op die dag: het beeldmateriaal (liefst ingescand en op usb-stick), het scenario (afgeprint en in digitale versie, bv. in Word) en een usb-stick om hun afgewerkt filmpje mee te nemen. Het verloop van de eigenlijke workshopdag hangt in grote mate af van de voorbereiding van de jongeren. Indien hun scenario volledig af is en goed in elkaar steekt, hun foto’s en ander beeldmateriaal al reeds gedigitaliseerd voorhanden is en ze hun achtergrondmuziek hebben gekozen, kan het digitaal verhaal in principe in enkele uren gecreëerd worden. In de praktijk echter voorziet men best een dag (6-tal lesuren in een onderwijscontext). Op die manier kunnen de jongeren hun eerste versie van het verhaal bekijken, commentaar geven, eventueel foto’s toevoegen, de timing veranderen en minder goed gelukte stukken bijwerken. Technische
26
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN problemen kunnen er soms ook voor zorgen dat men een deel van het werk opnieuw moet opstarten, hou daar rekening mee en voorzie zeker genoeg tijd. Het is ook altijd leuk om als afsluiter van de dag alle filmpjes in groep te bekijken. Denk ook na hoe men als bibliotheek de gemaakte filmpjes kan ontsluiten. Indien de jongeren hiermee instemmen, plaatst Kif Kif de filmpjes op hun YouTube-kanaal. Van daaruit kan men ze snel hergebruiken en tonen op de bibliotheekblog of website. Deze versies zijn minder goed van kwaliteit, maar men kan ook een soort slideshow maken en deze aan een computer in de bib laten afspelen. In Genk denkt men eraan om de werkstukken te integreren in een erfgoedproject rond het thema ‘migratie’ m.b.v. een interactieve multitouchtafel. Een bijkomende optie is het organiseren van een ‘openingsavond’ waarop de filmpjes getoond worden voor het grote publiek, met de leerlingen, hun familie en de leerkrachten als eregasten.
Technische aspecten Voor de eigenlijke workshop zijn een aantal hulpmiddelen noodzakelijk:
PC’s of laptops – Er wordt best een toestel per jongere voorzien. Wanneer twee jongeren op dezelfde pc gebruik maken van Windows Moviemaker onstaat er vaak interferentie tussen hun digitale werkstukken. Zorg ook voor enkele reserve-toestellen, voor het geval er technische problemen opduiken. Windows Moviemaker – Vaak staat dit programma als geïnstalleerd op Windows-pc’s. Check best eens of de versie die op de pc staat overeenkomt met de instructies uit het stappenplan, want er is wel wat verschil tussen oudere en recente versie van dat programma. Internetverbinding – Hoewel er voor het maken van de digitale verhalen geen internetverbinding nodig is, kan dit toch interessant zijn, zodat de jongeren eventueel extra beeldmateriaal kunnen opzoeken. Scanner – Niet alle jongeren hebben thuis een scanner, waardoor ze vaak naar de workshop komen met oude foto’s en ander beeldmateriaal dat nog gedigitaliseerd dient te worden. Een scanner is ook interessant om eventueel ander beeldmateriaal, bv. uit en erfgoedarchief, in te scannen. Dictafoons – Om hun verhaal in te spreken zijn aparte dictafoons het meest aangewezen. De digitale bestanden kunnen vervolgens via een usb-kabel overgezet worden naar de pc van de deelnemer. Hoofdtelefoons – Om elkaar niet te storen bij het creëren van het digitale verhaal, zijn hoofdtelefoons handig, vermits de deelnemers voortdurende stukjes van hun tekst gaan moeten beluisteren en synchroniseren met de afbeeldingen.
Het is tevens belangrijk dat de pc’s niet herstart worden vooraleer het digitale verhaal volledig klaar is. Indien de pc’s beheert worden via software zoals Timetrack, stelt men best voldoende tijd in, om problemen te voorkomen.
27
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN Vraag de jongeren ook om regelmatig op te slaan. Anders kunnen ze bij een crash van de software wel eens heel wat werk kwijtspelen. Het is misschien handig om elke 10 minuten een belletje te laten aflopen, waarna iedereen opslaat. Soms zijn pc’s zo ingesteld dat er niet kan worden opgeslagen op de vaste schijf, maar enkel op een usb-stick. Zorg er in dat geval voor dat al het materiaal, dus ook het beeldmateriaal en de geluidsfragmenten, ook op diezelfde usb-stich staan, en dat de stick goed vastzit en niet per ongeluk verschuift, om verlies van materiaal te vermijden. Zorg in dat geval ook voor voldoende reserve usb-sticks, moesten de jongeren die zelf niet bijhebben.
Inbreng vanuit de bib Als bibliotheek kan het organiseren van een Digital Storytelling-project heel wat voordelen bieden. Men kan op die manier een moeilijkere doelgroep bereiken, al dan niet zonder de tussenkomst van het onderwijs, en hen warm maken voor het brede aanbod van de bib. Bovendien kan men de jongeren wegwijs maken in het aanbod van de bib. Voorzie tijd voor een rondleiding in de bib, met de nadruk op afdelingen die interessant zijn voor de doelgroep, zowel nu voor het project (bv. muziekafdeling, erfgoed, …) als voor hun vrije tijd of studiedoeleinden. Afhankelijk van de doelgroep en de beschikbare tijd kan dat eventueel ook op een ludieke wijze, bv. met een Bib Battle zoals in Genk. De bib kan ook een unieke insteek bieden op het vlak van informatievaardigheden en mediawijsheid. Leren informatie zoeken in fysieke en digitale bronnen, jongeren bewust maken van auteursrecht en alternatieven zoals creative commons, hen laten nadenken over het delen van (persoonlijke) informatie op het web, het zijn slechts enkele thema’s die aan bod kunnen komen. Het is ook een originele manier voor de bib om lokaal erfgoed te vergaren op een originele manier. Het thema ‘migratie’ en de familiegeschiedenissen van de jongeren bieden zeker een interessante invalshoek voor het uitbouwen van een tentoonstelling, of het ontsluiten ervan via een website of nieuwe media zoals een multitouchtafel. Indien men het thema ‘migratie’ loslaat, kan men het project ook inzetten voor allerlei doeleinden, zoals het uitwerken van het centrale thema tijdens de Bibliotheekweek, het creatief in beeld brengen van een boek tijdens de Jeugdboekenweek of een gedicht voor Gedichtendag, … Ook los van grote campagneweken kunnen jongeren de techniek van het digitale verhaal gebruiken, bv. om de bibliotheek in een origineel daglicht te stellen. In elk geval biedt een dergelijk project bibliotheken de kans om hun imago naar jongeren bij te stellen, om het saaie idee van de bib dat vaak bij deze doelgroep leeft om te buigen, en te tonen dat de bib meer is dan een boekenuitleenfabriek!
28
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Conclusie
De twee piloten in Maaseik en Genk toonden aan dat de inbreng van bibliotheken binnen het Digital Storytelling-project zeker een meerwaarde betekende voor jongeren, begeleiders en Kif Kif. Met deze gids wilden we niet enkel een verslag bieden van het concrete verloop van beide pilootprojecten, maar ook andere bibliotheken inspireren om het thema e-inclusie op te nemen, en in de toekomst soortgelijke digitale projecten met jongeren en andere doelgroepen op te zetten.
29
DIGITAL STORYTELLING - INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Bibliografie Eurostar, Internet access and use (2010) (Via website Eurostat) FOD Economie, ICT-indicatoren bij huishoudens en individuen (2005-2010) (Via website Statbel) IST, Digitale inclusie in Vlaanderen. Kloven dichten, kraters vullen en bruggen bouwen, 2010 IST, Digitale kloof tweede graad in Vlaanderen, 2010 Moreas, Marie-Anne en Jan Pickery (red.), Mediageletterdheid in een digitale wereld, 2011 Pijpers, Remco en Thomas Marteijn (red.), Einstein bestaat niet. Over usability en surfgedrag van jongeren, 2010 (Via website Digivaardig & Digibewust) Studiedienst van de Vlaamse Regering, ICT-monitor 2010. Europese vergelijking bij bedrijven en burgers, 2011. Vlaamse Overheid, Vlaamse Regionale Indicatoren (VRIND 2011), 2011.
30
FACEBOOK-INSPIRATIEGIDS VOOR BIBLIOTHEKEN
Bijlagen
Bijlage 1: Didactische map bij de workshop Digital Storytelling Bijlage 2: Een digitaal verhaal – 15 stappen (Moviemaker 2.6) Bijlage 3: Voorbereidingssheet project Maaseik Bijlage 4: Voorbereidende les Digital Storytelling
31