2 minute read
Pita Amon
hebben en bovendien een uitzicht zou moeten hebben op minimum drie bomen. Deze man kan blijkbaar niet meer op eigen kracht naar het park. Hij had echter wel een boom in zijn gezichtsveld en wat voor een.
De blik van de man blijft me achtervolgen. Als ik hem een weekje later aantref op zijn vertrouwde plekje aan de deur, twijfel ik niet. John Cassiers is 89 en woont hier sinds de jaren zeventig. “De boom was ziek,” vertelt hij, “maar niet zomaar. Er werd hier de laatste jaren naarstig gebouwd aan een nieuw woonzorgcentrum. Lang geleden stond hier een ziekenhuis met een dodenhuisje. Hier was vroeger dan ook een aanvoer van de doden die daarbinnen op een blauwe steen werden gelegd.“
De stad beloofde een nieuwe boom maar dat vindt John Cassiers maar een heel magere troost, zeker op zijn leeftijd. Bovendien kan een jonge boom slechts een fractie van de lucht zuiveren van een grote statige beuk.
HOUT
Enkele dagen later moet er een foto genomen worden van het stuk afgezaagde stam dat er nog ligt als een stille getuige. Daar is een man heel
16.00-23.00u
Vrijdag 16.00-01.00u
Zaterdag 16.00-01.00u Zondag 16.00-22.00u hard in de weer met allerlei meet- en zaagattributen. Een beetje verder staat een heuse grote plaat. Op de vraag of hij weet hoe oud de boom was, antwoordt hij:
”Natuurlijk weten we het exact als we de ringen tellen, maar ik schat deze beuk rond de honderdvijftig jaar.” Hij probeert het hout te redden en er iets mee te maken. Ondertussen komen zijn echtgenote en dochter erbij. Ze zijn blijkbaar heel begaan met deze eeuweling. Ze hebben de boom door dik en dun verdedigd, zo goed en kwaad ze konden.
WERKEN
Het begon redelijk hoopvol. De bouw van het nieuwe wooncomplex moest een beetje achteruit vanwege de boom. Dan werd er een veilige zone afgebakend, waarmee de werklieden rekening moesten houden om de boom te beschermen. Matthias Frateur, de bewoner van nummer 66 zag met eigen ogen hoe een dertigtonner de omheining opzijschoof en ongegeneerd over de wortels reed. Er volgden dan ook twee droge zomers, waarin de boom een acuut watertekort leed. Maar de doodsteek was de zwamvorming. Toen Matthias dat zag, wist hij dat de beuk ten dode was opgeschreven. Mevrouw verduidelijkt me dat haar man er tafelbladen van maakt. “Hoe fantastisch dat iemand nog dagelijks zal eten op het blad, zodat er toch nog een klein sprankeltje hoop is dat het allemaal niet voor niets was.”
TAFEL
Plots bedenk ik dat ik al een tijd naar een nieuwe tafel op zoek ben. Een hele moeilijke klus want na ongeveer acht jaar gezocht te hebben naar de ideale stoelen, is de vervanging van deze tafel van onze dochter, die ze nu opeist een stressvolle bezigheid. De tafel moet mooi zijn en ook groot want na een kleinkind nu zullen er ongetwijfeld nog volgen. En de stoelen moeten erbij passen. Ik ben direct opgetogen en we wisselen gegevens uit, zodat Matthias mij kan contacteren. Wanneer ik zijn naam zie, val ik bijna om van verbazing. Ik vraag of zijn papa leraar was en of hij de kleine Matthias was op wie we als laatstejaarsstudenten humaniora allemaal wilden babysitten?
TOEVAL
Ja hoor, zijn papa was mijn leraar Esthetica bij de Ursulinen en Matthias groeide op tot boomverzorger. Hoe klein is de wereld ineens en waarom droom ik al om aan een tafel te zitten, gemaakt van deze eeuwenoude boom, die dan achter de hoek een nieuw leven kan beginnen, ver van alle graafmachines en die veilig kan genieten van een rustige “oude dag”, zij het zonder bladeren en als tafelblad?