Stichting Anton Constandse

Page 1

het nederlands zorglandschap 2017 trends en thema’s


STIC H T IN G AN T O N C O N S TA NDSE


De Stichting Anton Constandse biedt herstelondersteuning aan mensen met ernstige psychische aandoeningen door middel van beschermd wonen, ondersteuning thuis en activering. Vanuit een eigen visie op herstelondersteuning en met een eigenwijze aanpak ontwikkelde de ggz-instelling een nieuw beroep en bijbehorende opleiding om de unieke aanpak op lange termijn te borgen in de organisatie en haar besturingsmodel. Zo zorgt de Stichting Anton Constandse ervoor dat cliënten een zo normaal mogelijk bestaan kunnen opbouwen.

Een normaal bestaan mogelijk maken De Stichting Anton Constandse concentreert zich op beschermd wonen, ondersteuning thuis en activering voor mensen met een ernstige psychische aandoening. De visie die de Stichting Anton Constandse in 2008 ontwikkelde gaat uit van herstel­ ondersteuning; hierbij bouwde de organi­satie voort op de ervaringen met de rehabili­tatie­ visie van de Boston University die sinds 1992 als basis voor het handelen werd gehanteerd. Lidy Zaat, bestuurder bij de Stichting Anton Constandse: “Wij stemmen alle ondersteunings­ vormen nauwkeurig af op de behoeften en de mogelijkheden van de cliënten. We ondersteunen mensen in het vergroten van de eigen regie op het gebied van wonen, werken en sociale relaties, waarbij begeleiding richting zelfstandig wonen en (betaald) werk expliciet tot de mogelijkheden behoort. Het opbouwen van een zo normaal mogelijk bestaan is altijd het doel.” Oorsprong De Stichting Anton Constandse (toen nog RIBW Den Haag) is in 1988 als ggz-onderdeel van Stichting Dr. Schroeder van der Kolk verzelfstandigd. In de jaren daarna is de orga­ nisatie stapsgewijs gegroeid tot de huidige omvang: van 163 naar 1265 cliënten. In 1989 werden op verzoek van de gemeente Den Haag twee particuliere pensions binnen de verslavingszorg toegevoegd.

De afgelopen jaren stonden in het teken van transities, zoals de overgang van beschermd wonen en ondersteuning thuis naar de Wmo en de overgang van de zorg aan minderjarigen naar de Jeugdwet. De organisatie heeft de interne organisatie en werkwijzen goed kunnen afstemmen op de veranderde eisen en het is gelukt om de cliënten de ondersteuning te blijven leveren die zij nodig hebben. Lidy Zaat: “We kregen in 2015 van de een op de andere dag te maken met gemeente Den Haag als nagenoeg enige opdrachtgever. Maar we hebben uitstekende afspraken gemaakt en door een pro­ actieve houding hebben we de gemeente op één lijn gekregen met onze visie op herstelondersteu­ ning. Hierdoor kunnen ook op de langere termijn mensen met een ernstige psychische aandoening rekenen op de ondersteuning die hierbij past.” SPO: een nieuw beroep Het werken vanuit de visie van herstel­onder­ steuning heeft zijn uitwerking op allerlei terreinen in de organisatie. Zo is de cliënt medeverantwoordelijk voor zijn herstel en krijgt daar zelf regie over. Dit betekent dat een cliënt zelf de plaats, tijd, inhoud en aard van de ondersteuning bepaalt die hij nodig heeft in dit herstelproces. Door deze verschuiving verandert de rol van de medewerkers die meer verantwoordelijkheden krijgen voor de inhoud en de vorm van de ondersteuning.

“Wij stemmen alle ondersteuningsvormen nauwkeurig af op de behoeften en de mogelijkheden van de cliënten. Het opbouwen van een zo normaal mogelijk bestaan is altijd het doel.” Lidy Zaat, bestuurder

KOPLOPERS IN DE ZORG

85


STIC H T IN G AN B ETRG O NE N C O N S TA NDSE

WIE IS ANTON CONSTANDSE? De Stichting Anton Constandse is vernoemd naar een Nederlandse journalist en publicist/filosoof vanwege zijn prominente rol in de strijd voor menselijke waardigheid. Anton Constandse (1899 – 1985) was onvermoeibaar in zijn strijd voor menselijke waardigheid en leidde een leven tegen de stroom in, altijd oprecht en waarheidlievend. Hij was erg op zijn privacy gesteld maar had een warme belangstelling voor mensen, voelde zich voor niemand te goed en zag iedereen voor vol aan. Hij karakteriseerde zichzelf als ”een ambachtsman wiens werktuig het woord is. Soms opstandig, vaak in vrijheid analyserend en gewoonlijk afkerig van dienstbaarheid”. Als prominent vrijdenker en radicaal humanist werd Constandse in de Tweede Wereldoorlog gevangen gezet door de Duitse bezetter en in 1945 weer vrijgelaten. Tot aan zijn pensioen in 1964 was hij hoofdredacteur buitenland van het Algemeen Handelsblad en hij bleef nog lange tijd een geliefd spreker.

86

KOPLOPERS IN DE ZORG


“Medewerkers kunnen zichzelf uitstekend in de thuissituatie redden, waarom zou dat in een organisatie niet kunnen?” Lidy Zaat

Lidy Zaat: “We hebben een geheel nieuw beroep ontwikkeld speciaal voor deze wijze van werken en het borgen van het daarvoor benodigde vak­ manschap : de sociaal psychiatrisch ondersteuner (spo’er).” Al in 2010 voorzag de ggz-organisatie de impact van toekomstige ontwikkelingen binnen de AWBZ en startte met het ontwikkelen van dit nieuwe beroep. Lidy Zaat vervolgt: “Op deze manier hebben we het bieden van herstel­ ondersteuning weten te verankeren binnen onze organisatie.” De sociaal psychiatrisch ondersteuner heeft nu een eigen beroepsprofiel en opleidingscurricu­ lum. In samenwerking met Hogeschool Leiden is een curriculum van zeven maanden ontwikkeld dat wordt ingevuld door docenten van de Hoge­ school, gastdocenten en ervaringsdeskundigen. De opleiding is in 2015 erkend door het Centrum Post Initieel Onderwijs Nederland (CPION). De medewerkers krijgen door de erkenning van het CPION een accreditatie gekoppeld aan hun opleiding. Hiermee is hun professionaliteit bij de beoefening van hun vak gegarandeerd. Naast de vakinhoud, wordt in de opleiding een aantal andere elementen belicht, namelijk: • hoe met elkaar een werkeenheid te vormen; • op welke wijze mensen hun verantwoorde­ lijkheden moeten nemen; • hoe om te gaan met dilemma’s. In een zogenaamd ‘moreel beraad’ worden aller­ lei dilemma’s uit de dagelijkse praktijk besproken,

die gezien de doelgroep zeer gevarieerd zijn. Gezamenlijk vertalen medewerkers de theorie naar de eigen praktijk, de dilemma’s die daaruit voortkomen en de wijze waarop ze daarmee om moeten gaan. Deze openheid versterkt het groepsgevoel en geeft medewerkers houvast bij het invullen van hun eigen verantwoorde­ lijkheden; het ondersteunt ook het leerproces binnen de werkeenheden en dat van hun leden op weg naar taakvolwassenheid. Borging in organisatie en bestuur De Stichting Anton Constandse is opgebouwd uit 33 werkeenheden, die zijn gevormd rond­ om 15 tot 25 cliënten. Als het aantal cliënten of medewerkers toeneemt, wordt een werkeen­ heid gesplitst in twee nieuwe werkeenheden die vervolgens zelfstandig verder kunnen groeien. Binnen deze zelfstandige werkeenheden werken de spo’ers samen met sociaal psychia­ trisch medewerkers (spm’ers). Al snel bleek in de praktijk dat ook deze groep behoefte had aan een specifieke scholing. Daartoe is voor de medewerkers de training tot sociaal psychia­ trisch medewerker ontwikkeld. Deze bestaat uit vier dagdelen training met andere spm’ers en twee dagdelen training met de spo’ers uit hun eigen werkeenheid. Op deze wijze leren alle medewerkers dezelfde uitgangspunten ten behoeve van de herstelondersteuning te hanteren, ontwikkelen ze vanuit eenzelfde visie kennis, vaardigheden en houding en wordt de groepscohesie bevorderd.

Het borgen van het vakmanschap in een speci­ fieke opleiding en bijbehorende accreditatie maakt het voor de Stichting Anton Constandse mogelijk een ander besturingsconcept te intro­ duceren: de vakinhoudelijke verantwoordelijk­ heden en de verantwoordelijkheden voor de kwaliteit van ondersteuning zijn gedelegeerd naar de spo’ers. In het verlengde hiervan wordt de spo’er gezien als een zelfstandige beroeps­ beoefenaar. Deze zelfstandige beroepsuit­ oefening is in de statuten van de Stichting Anton Constandse vastgelegd en daarmee formeel gedelegeerd naar de spo’er. De verantwoordelijkheid voor herstel en ondersteuning komt daarbij volledig in de relatie tussen cliënt en spo’er te liggen. Wel blijft daarbij de stichting juridisch eindver­ antwoordelijk. Daarnaast is de organisatie verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van voldoende spo’ers om een goede beroepsuitoefening en het voeren van een goede beroepspraktijk mogelijk te maken. Al deze zaken zijn vastgelegd in een reglement. De spo’er moet een beroepspraktijk voeren en in stand houden. De verantwoordelijkheid voor zaken als budgetten, wonen, voeding en dergelijke zijn gemandateerd: hier zijn mede­ werkers verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken terwijl de bestuurder juridisch verantwoordelijk en aansprakelijk blijft. Ook deze relatie is vastgelegd in een reglement. De werkeenheden kennen geen hiërarchisch leidinggevende, maar een roulerend voorzitter. De werkeenheid bepaalt zelf wie dat is. Vier­ KOPLOPERS IN DE ZORG

87


STIC H T IN G AN B ETRG O NE N C O N S TA NDSE

“Niet langer is overnemen aan de orde, maar ondersteunen. Niet ‘zorgen voor’ maar ‘zorgen dat’.” Lidy Zaat

maal per jaar overlegt deze voorzitter met de bestuurder van de Stichting Anton Constand­ se, driemaal per jaar is er een gezamenlijke Werkconferentie van alle werkeenheden samen met de bestuurder, waarbij de servicebureaus (zie verderop) eventueel aanschuiven. Tenslotte voert de bestuurder eenmaal per jaar met de voorzitter van de werkeenheid overleg over de deelbegroting. Een van de effecten van deze wijze van aanstu­ ren en werken is dat de medewerkers zich meer bewust worden van zichzelf en de plaats in de organisatie evenals de verantwoordelijkheden die daarbij horen. ­ Er ontstaat een beter besef van de benodig­ de ondersteuning en dat vertaalt zich in de klant-leverancier-relatie met de ondersteunen­ de diensten, ondergebracht in vijf servicebu­ reaus. Daarnaast zijn er drie bestuursbureaus die in opdracht van de bestuurder werken. Er is sprake van een gezond evenwicht, waarbij gezamenlijk inhoud en vorm wordt gegeven aan de relatie. Een ander fenomeen gekoppeld aan het veranderingsproces, is dat de werkeen­ heden waarvan de medewerkers de opleiding gevolgd hebben, allereerst een periode door­ lopen waarin ze meer naar binnen zijn gekeerd. Pas daarna richten ze zich weer meer op de buitenwereld en komt de focus te liggen op samenwerken met anderen. Deze verschillen komen bijvoorbeeld naar voren bij het opstel­ len van de risico-analyses en jaarplannen van de werkeenheden: de werkeenheden waarvan

88

KOPLOPERS IN DE ZORG

de medewerkers de opleiding al langer achter de rug hebben, stellen andere vragen dan de werkeenheden waarvan de medewerkers deze net hebben afgerond. Met andere woorden: iedere werkeenheid moet zijn eigen ontwik­ kelingstraject kunnen doorlopen op weg naar taakvolwassenheid. Continue monitoring Bestuurder Lidy Zaat benadrukt dat ál deze in­ vesteringen er natuurlijk uiteindelijk toe dienen te leiden dat tevredenheid onder cliënten en medewerkers toeneemt. “Daarom monitoren wij het gehele proces met behulp van gevalideerde vragenlijsten; de monitoring wordt bovendien begeleid door een extern deskundige/psychiater.” Er wordt gekeken naar de kwaliteit van leven van de cliënten en de arbeidssatisfactie van de medewerkers. Ten aanzien van de cliënten is duidelijk dat zij de nieuwe rol waarbij zij ook zelf verantwoordelijkheden dragen voor hun herstel, waarderen. Lidy Zaat: “Niet langer is overnemen aan de orde, maar ondersteunen. Niet ‘zorgen voor’ maar ‘zorgen dat’.” Medewerkers blijken erg tevreden over de bredere verantwoordelijkheden die ze hebben gekregen. Lidy Zaat heeft nog voldoende wensen voor de toekomst: “We willen snel een ieder die daarvoor in aanmerking komt opleiden tot spo’er.”

Daarnaast vindt de bestuurder dat het door de Stichting Anton Constandse ontwikkelde sociaal psychiatrische model moet worden doorontwikkeld, bijvoorbeeld met een eigen beroepsvereniging met een beroepscode en tuchtrecht. Daarnaast is het de uitdaging om iedereen mee te nemen in het nieuwe denken, niet alleen de medewerkers maar ook de onder­ nemingsraad en de raad van toezicht. “Ons vernieuwde besturingsmodel heeft invloed op talloze plaatsen in de organisatie. We zullen deze gevolgen de komende periode met alle betrokke­ nen consequent en zorgvuldig doordenken. Dat zal voor iedereen nieuwe inzichten opleveren.”


EEN EIGEN VISIE OP HERSTELONDERSTEUNING De Stichting Anton Constandse werkt vanuit een geheel eigen visie op herstelondersteuning. Herstel heeft binnen de geestelijke gezondheidszorg een andere betekenis dan het begrip genezing zoals we dit kennen. Herstel gaat over (leren) leven met een aandoening, beperking of kwetsbaarheid waarbij de mogelijkheden en kracht van de mens centraal staan. Dit is een individueel en persoonlijk proces. Herstelondersteuning is gericht op het vergroten van de eigen regie van cliënten. De cliënt bepaalt plaats, tijd, inhoud en aard van de ondersteuning. Als hij deze zelfbepaling (nog) niet aankan, wordt alles in het werk gesteld om hem in de positie te brengen dat dit wel lukt. Zo wordt hij gestimuleerd en geholpen om ondanks zijn psychische aandoening opnieuw inhoud te geven aan zijn leven en zijn sociale rollen. Herstelondersteuning biedt op deze wijze een hoopvol perspectief voor cliënten die vaak chronisch belast zijn. Het benadrukt het belang van deelnemen aan maatschappelijke verbanden, aan nodig zijn en van betekenis zijn voor anderen. De aldus ontstane betekenisvolle relaties zijn de basis voor herstel. De Stichting Anton Constandse is van mening dat familie of belangrijke naasten een onmisbare schakel vormen in het herstel van cliënten. Dit betekent dat ze, met instemming van de cliënt, zoveel mogelijk actief bij de cliënt worden betrokken en dat er een beroep op hun steun wordt gedaan. Omdat de positie en de verantwoordelijkheden van cliënten bij hun herstel veranderen, verandert ook de positie van het personeel. Dit vraagt om een professionaliseringsslag. De stichting heeft daarom besloten om herstel onlosmakelijk te verbinden aan de verdere professionalisering van haar medewerkers. Daartoe heeft de Stichting Anton Constandse een speciale post-hbo-opleiding ontwikkeld voor haar medewerkers.

KOPLOPERS IN DE ZORG

85


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.