Intorspectie

Page 1

Introspectie oktober 2011 | 31e jaargang | nr 03

04 scherper toezicht in hoger onderwijs 12 terugblik inspectiedag 18 impact van een ongeluk 20 meerjarenbeleidsplan... hoe zat het ook al weer


2

3

introspectie oktober 2011

inhoud

redactioneel

04 Scherper toezicht in hoger onderwijs

Sinds een artikel in de Volkskrant staat de kwaliteit van hoger onderwijs ter discussie

07 Doc in beeld 210 jaar toezicht

Diverse aspecten van de inspectie in boekjes vorm gegeven

10 Summer games Athene 2011

Collega Ron Valken met voetbalteam in het zonnetje

23 Wikken en Wegen: De Raden gaan opnieuw

Wat een reclamebord al niet oplevert

Op pad Ik val maar gelijk met de deur in huis. Deze Introspectie is de op één na laatste. Na Punt valt ook dit personeelsblad ten prooi aan een efficiencyslag. Als eindredacteur vind ik dat heel jammer. Samen met de redactieraad stel ik dit blad met veel plezier samen. En juist nu schieten collega’s me aan of het echt klopt dat… en dat ze dat zo jammer vinden.

Nu het nog kan; we duiken dit blad in en net als op de inspectiedag (zie foto’s op pagina 12) leren we een andere kant van collega’s kennen. Lees het enthousiaste verhaal van collega Ron Valken over zijn G-team, Philip Reijns, een andere collega, vertelt openhartig over zijn leven na een auto-ongeluk. En een gedicht van een ex-collega

leerstoel voor de inspectie, Piet van de Pol’s mooiste inspectiemomenten. En laat je eens ‘bijpraten’ over het Meerjarenbeleidsplan, daartoe ook drie vragen aan Annette Roeters.

De achtergrondverhalen van de inspectie(medewerkers) zullen een weg het digitale pad op gaan vinden (via het Rijksportaal, waarop de inspectie later dit jaar aangesloten gaat worden).

Vanzelfsprekend lezen we ook over collega’s in relatie tot het onderwijs; Peter Fröling en Sietske IJtsma over de onderzoeken bij Inholland, Anne Bert Dijkstra over het nut van de bijzondere

Veel leesplezier!

Verder:

04

08 Leerstoel versterkt inspectie 14 De mooiste inspectiemomenten van … Piet van de Pol 16 Testing and Accountability Afrekenen of meedenken? 18 Impact van een ongeluk 20 Met scherpe blik 24 Gedicht Tele-inspectie

10

O ja, onze vaste columnist van Wikken en Wegen heeft al beloofd dat hij meegaat het digitale pad op!

Margo Beverloo Eindredacteur

colofon

Introspectie is het personeelsblad van de Inspectie van het Onderwijs en verschijnt vier keer per jaar. Reacties en kopij zijn altijd welkom op onderstaand redactieadres.

08

Eindredactie Margo Beverloo Redactieraad Rosanne Bobeldijk, Marja de Boer, Yvonne de Graaf, Sicco Kole en Jolande Visser Redactiesecretariaat Inspectie van het Onderwijs, Redactiesecretariaat Introspectie Postbus 2730, 3500 GS Utrecht introspectie@owinsp.nl

Onderwijsrade

Fotografie Daniël Bourguignon, Margo Beverloo, Jan Willem Swane, fotograaf Anne Bert Dijkstra: Jan Luursema, stockfotografie Vormgeving Blik grafisch ontwerp, Utrecht Druk DeltaHage bv, Den Haag

07

23

14


4

5

introspectie oktober 2011

interview met collega’s ho over inspectieonderzoek inholland door marja de boer

onderzoek betrof een beperkt aantal opleidingen en was niet representatief voor heel Inholland of het gehele hbo. We wisten dat de media-aandacht groot zou zijn, met alle gevolgen van dien voor de hogescholen. Dat legde een grote druk op de zorgvuldigheid van ons werk. Dat we ook bij andere instellingen geaccrediteerde opleidingen aantroffen die ons zorgen baarden, was wel een schok. We hebben daarom onder andere gewerkt met verificatieteams: bij de zware gevallen verifieerden twee andere collega’s onze bevindingen op locatie. Vaak konden zij nog dieper spitten, omdat ze al voorinformatie hadden.

De kwaliteit van het hoger onderwijs staat ter discussie. Een artikel in de Volkskrant over de ‘Theo-route’ vormde in juli vorig jaar de aanloop naar een hausse aan berichten over diploma’s die te makkelijk verstrekt zouden worden en opleidingen die te weinig kwaliteit zouden bieden. Inholland kreeg voor vier opleidingen het predicaat ‘zeer zwak’. Vier opleidingen van andere hogescholen werden als ‘zorgelijk’ beoordeeld. Welke rol speelde de inspectie hoger onderwijs? En hoe ziet zij haar rol in de toekomst? Individuele opleiding

Scherper toezicht in het hoger onderwijs

Peter Fröling was projectleider van het inspectieonderzoek naar aanleiding van de commotie over Inholland. Samen met Sietske IJtsma maakte hij deel uit van het in allerijl opgezette projectteam. ‘Het is heel zwaar geweest’, vertellen beiden, ‘maar tegelijkertijd ook ontzettend enerverend en interessant!’ Peter: ‘We hadden zoiets nog nooit eerder gedaan. Bij ho voeren we vooral themaonderzoeken uit. We kijken bijvoorbeeld naar het functioneren van examencommissies of het studiesucces van allochtone studenten. De insteek is daarbij beleidsmatig en we rapporteren op landelijk niveau. Dit was het eerste onderzoek waarbij we echt op het niveau van individuele opleidingen hebben gerapporteerd over waarborging van het

eindniveau en de naleving van wet-en regelgeving. Ook nieuw was dat we predikaten als ‘zeer zwak’ en ‘zorgelijk’ hebben gegeven en daarbij opleidingen en hogescholen met naam en toenaam hebben genoemd.’

Verificatieteams ‘Hoe we tot deze omslag in werkwijze kwamen? Het hing al een tijd in de lucht dat we kritischer naar het onderwijs en het accreditatieproces zouden kijken. En Inholland was natuurlijk ontzettend in het nieuws. Iedereen wist over welke opleiding het ging. Het zou onzinnig zijn om dan toch in ons rapport te spreken van “een grote instelling in het Westen van het land”. Tegelijkertijd realiseerden we ons dat er een groot afbreukrisico was. Ons

Wat we in de krant lezen, zijn - hoe ernstig soms ook - gelukkig toch vooral de uitzonderingen. Zo wilden we voorkomen dat er gezegd zou worden: “die inspectie heeft een veel te strenge bril op”. Op hoofdpunten kwamen deze teams steeds tot dezelfde oordelen en soms zelfs negatiever. Ook wisten we vanaf het begin dat we echt onderzoek moesten doen op locatie en ons niet alleen op papieren informatie moesten baseren. We zijn dus ter plaatse dossiers en administraties gaan doorspitten, hebben uitvoerig gesprekken gevoerd met management en medewerkers en hebben ook gebruik gemaakt van signalen van docenten en studenten. We zijn zelfs zo ver gegaan dat we op het intranet van Inholland een oproep hebben geplaatst waarin we hogeschoolmedewerkers de gelegenheid boden aan te geven of zij zich op enige wijze onder druk gezet voelden door het management om bijvoorbeeld cijfers op te hogen. Naar aanleiding hiervan hebben we met zo’n twintig medewerkers van Inholland strikt vertrouwelijke gesprekken gevoerd. Omdat we in een aantal gevallen het gevoel hadden dat het niet pluis was


6

7

introspectie oktober 2011

doc in beeld door frans van den bedem

met de examinering, hebben we de NVAO gevraagd de inhoudelijke kwaliteit van afstudeerscripties te onderzoeken. Bij vier instellingen loopt dat onderzoek nog. Bij dit alles was het ontzettend fijn om met goede collega’s, ook van buiten ho, samen te werken. En we kregen uitstekende rugdekking van de inspectieleiding.’

Accreditatie nieuwe stijl Staatssecretaris Zijlstra heeft maatregelen aangekondigd om de kwaliteit van het hbo beter te waarborgen. Zo moeten hbo-docenten over een aantal jaar allemaal een mastertitel hebben, wil hij op termijn toe naar landelijke tentaminering – een heikel onderwerp in het hoger onderwijs en krijgt de inspectie een grotere rol bij het toezicht op de kwaliteit van het ho. Ook de accreditatie wordt op onderdelen verder aangescherpt. Peter onderschrijft dat er zaken anders moeten: ‘De tijd is er rijp voor. Het accreditatiestelsel is acht à negen jaar geleden ingevoerd en was al in de fase van evaluatie en herziening. Dit jaar vinden de eerste accreditaties nieuwe stijl plaats. Daar komen nu nog enkele aanpassingen bovenop. Een goede maatregel is dat onderzoeken op bepaalde soorten opleidingen nu in dezelfde periode gaan plaatsvinden, waardoor bevindingen beter onderling vergelijkbaar zijn. Ook gaat de NVAO meer naar de daadwerkelijk gerealiseerde kwaliteit kijken: inhoudsdeskundigen zullen uitspraken over de eigen waarnemingen van kwaliteit

van scripties straks volledig scheiden van andere indicatoren, zoals de mening van het werkveld. Ten slotte is ook de invoering van een hersteltermijn, die al was voorzien, een goede: als er zorgen zijn over de kwaliteit van een opleiding, krijgt de opleiding voortaan één of twee jaar de tijd om zaken op orde te brengen, in plaats van meteen “nee”, met alle gevolgen van dien voor de bekostiging en het recht op diplomering. Dat geeft ruimte aan de accreditatieteams om aan te geven wat er niet goed gaat, zonder dat dit meteen dusdanig verstrekkende gevolgen heeft dat men zich niet meer kritisch durft uit te laten.’

We zijn nu bezig een toezichtkader te ontwikkelen dat voor het hele hoger onderwijs gebruikt kan worden. Risicoanalyse ‘Ook ons eigen toezicht willen we scherper vormgeven. Wat de accreditatie betreft was ons toezicht vooral gericht op het monitoren van de invoering en de ontwikkeling van het stelsel. En we legden signalen en risico’s aan de NVAO voor. Verder was onze werkwijze wat betreft

kwaliteitsbewaking nogal reactief: pas bij signalen gingen we dieper zoeken. We werken nu aan een vorm van jaarlijkse risicoanalyse. Dat is niet eenvoudig, omdat je bijvoorbeeld geen landelijke examens hebt in het hoger onderwijs, maar je kunt wel een aantal risicofactoren benoemen, zoals opvallend lage of juist hoge rendementscijfers of sterke schommelingen in studentenaantallen. We zijn nu bezig een toezichtkader te ontwikkelen dat voor het hele hoger onderwijs gebruikt kan worden. Dat hebben we nog niet, voor elk themaonderzoek werd altijd een speciaal toezichtkader ontwikkeld. Je zou kunnen zeggen dat ho hierin achterloopt ten opzichte van andere sectoren, maar tegelijkertijd lopen we internationaal juist voor: vrijwel geen enkel ander land heeft een inspectie voor hoger onderwijs.’

Lijken in de kast Of het hbo nu in rustiger vaarwater komt? Peter grinnikt: ‘Elk moment kunnen er weer nieuwe lijken uit de kast komen.’ En Sietske vult aan: ‘denk maar aan de berichten over handel in scripties. Dat onderwerp is meteen belegd bij een van onze collega’s!’ Peter: ‘Overigens willen al deze perikelen niet zeggen dat we geen goed hoger onderwijs hebben in Nederland. Wat we in de krant lezen zijn - hoe ernstig soms ook - gelukkig toch vooral de uitzonderingen.’

Toezicht in het hoger onderwijs: scheiding van verantwoordelijkheden Het toezicht in het hoger onderwijs krijgt anders vorm dan in de andere sectoren. In hoofdlijnen komt het erop neer dat de inspectie toezicht houdt op de naleving van wet- en regelgeving, zoals de kwaliteitszorg, examenprocedures en toelatingseisen. Ook ziet zij toe op de kwaliteit van de

accreditatie en kan zij incidenteel onderzoek uitvoeren naar aanleiding van signalen. Het onderzoek naar de inhoudelijke kwaliteit van opleidingen wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), die de uitvoering daarvan grotendeels uitbesteedt aan externe deskundigen.

210 jaar toezicht We mogen ons best wel even op de borst kloppen. 210 jaar is een heel respectabele leeftijd. De Inspectie van het Onderwijs heeft besloten die 210 jaar dan ook te vieren. Niet zo groots en meeslepend als het 200-jarig bestaan maar wel leerzaam en inspirerend. Boekjes Ter ere van het lustrum is een kleine reeks boekjes uitgegeven die ieder een aspect van de inspectie belichten. De drie boekjes zijn stuk voor stuk de moeite waard om te lezen en door de schitterende vormgeving ook een genot om te bekijken.

Slagvaardig Het eerste boekje werd in juni uitgedeeld bij een bijeenkomst over de wet op het onderwijstoezicht (WOT). De WOT is nu tien jaar van kracht en wordt momenteel herzien. Gonny Smeets en Jos Verkroost hebben die gelegenheid aangegrepen om een boekje te schrijven over tien jaar werken met de WOT. Wat waren de gevolgen van de WOT voor het toezicht? Wat was de invloed van de WOT op de mensen en de organisatie? Wat kunnen we leren van die tien jaar? De auteurs zijn er in geslaagd om die op het oog weerbarstige materie op een uiterst leesbare wijze te beschrijven.

Max’ foto Het tweede boekje is geschreven door de biograaf van de inspectie, Prof. Dr N.L. Dodde. Dodde schreef ter ere van het 200-jarig bestaan van de inspectie een kloeke geschiedenis van twee eeuwen toezicht. Ditmaal heeft hij portretten geschreven van de acht inspecteur-generaals die sinds de instelling van de functie in 1955 die rol vervuld hebben. De zittende igo is niet geportretteerd. Dodde schetst met groot gemak 55 jaar ontwikkelingen in het toezicht en de rol die de igo’s daarin hebben gespeeld. Zes van de acht igo’s blijken hun carrière als leraar begonnen te zijn. Alleen de ambtelijk bestuurder Veldhuis en de wetenschapper Mertens waren niet uit het onderwijs afkomstig. Het boekje werd gepresenteerd bij de reünie voor oud-medewerkers.

Passie en pragmatisme Het derde boekje is van de onderwijshistoricus Sjaak Braster

en gaat over de wijze waarop de inspectie in haar 210-jarig bestaan is omgegaan met interne differentiatie in het onderwijs. In het begin van de negentiende eeuw werd het klassikaal onderwijs op grote schaal ingevoerd. Zo werd ingespeeld op het groeiende aantal leerlingen dat aan het onderwijs deelnam. Kenmerk van dit klassikaal onderwijs was dat groepen leerlingen op dezelfde wijze en in hetzelfde tempo onderwezen werden. In de studie van Braster wordt gekeken op welke wijze binnen dit stelsel ingespeeld werd op de verschillen tussen leerlingen. Het boekje werd uitgedeeld bij het symposium over de kwetsbare leerling. Braster heeft als eerste wetenschapper toegang gekregen tot de gedigitaliseerde versie van de onderwijsverslagen die sinds het bestaan van de inspectie zijn uitgekomen. Hij roemt de verslagen als historische bron al betreurt hij als historicus het feit dat in de laatste veertig jaar het persoonlijke verslag van de inspecteur uit het onderwijsverslag is verdwenen. “De rijkdom van de persoonlijke verslaglegging van inspecteurs op locatie maakt plaats voor de precisie van geobjectiveerde rapportages over algemene onderzoeksthema’s.” Gonny Smeets en Jos Verkroost (2011). Selectief en slagvaardig. Werken met de Wot (2000-2010). N.L. Dodde (2011). Igo’s in beeld. De ontwikkeling van de Inspectie van het Onderwijs en de rol van de inspecteurs-generaal vanaf 1955. Sjaak Braster (2011). Passie en pragmatisme. De onderwijsinspectie en de opkomst en ondergang van het klassikaal onderwijs. De boekjes zijn digitaal beschikbaar via www.onderwijsinspectie.nl en op te vragen bij het documentatiecentrum. De digitale onderwijsverslagen zijn later dit jaar via www.onderwijserfgoed.nl beschikbaar.


8

9

introspectie oktober 2011

interview anne bert dijkstra over sociale opbrengsten onderwijs door jolande visser

aan overdracht van waarden of op gepaste manier kunnen omgaan met anderen. Maar ook de ontwikkeling van een eigen identiteit, de manier waarop jij je tot de samenleving wilt verhouden of je rol als burger. Een geslaagde inlijving in de samenleving – socialisatie – is om meerdere redenen belangrijk. Vanwege persoonlijke ontplooiing, om je weg in de samenleving te vinden en vanuit maatschappelijk oogpunt. Bij dat laatste gaat het om zaken als het functioneren van de economie, reductie van maatschappelijke kosten, betrokkenheid bij de samenleving of het in stand houden van onze democratie. Niet onbelangrijk dus.

Leerstoel versterkt inspectie Per 1 juni 2011 is Anne Bert Dijkstra benoemd als bijzonder hoogleraar ‘Toezicht & Socialisatie, scholen en onderwijsbestel’ aan de Universiteit van Amsterdam.

D

e bijzondere leerstoel is een initiatief van de Universiteit van Amsterdam en de Inspectie van het Onderwijs. Anne Bert werkt sinds 2003 bij de onderwijsinspectie en was daarvoor verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor de inspectie coördineert hij onder meer de activiteiten rond de ontwikkeling van het toezicht op de sociale opbrengsten van onderwijs. Introspectie sprak met hem.

Waarom vindt de inspectie deze leerstoel belangrijk? Anne Bert: ‘Het toezicht zoals we dat kennen richt zich vooral op de onderwijskundige kwaliteit van onderwijs. Scholen hebben echter niet alleen de taak

leerlingen voor te bereiden op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt. Ook voorbereiding op deelname aan de maatschappij hoort daarbij. Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat díe rol meer aandacht heeft gekregen. De samenleving is divers en ingewikkeld geworden, en van scholen wordt verwacht dat leerlingen worden toegerust om daarin hun weg te vinden. Hoewel opvoeding en vorming geen nieuwe taken voor scholen zijn, is het resultaat dat de aandacht voor de bijdrage van onderwijs aan maatschappelijke samenhang is toegenomen. Daarmee dienen zich ingewikkelde vragen aan, zoals hoe sociale opbrengsten gemeten kunnen worden en hoe scholen daar effectief aan kunnen bijdragen.’

‘Eén van de sterke punten van de Nederlandse inspectie is de stelselmatige aansluiting bij wetenschappelijke kennis, en toezicht dat is gebaseerd op relevante theoretische en methodologische kennis. Die verbinding betrof tot nu vooral thema’s rond onderwijskundige kwaliteit. Via de leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam streeft de inspectie ook voor de socialisatiefunctie van onderwijs naar een verbinding met wetenschappelijke kennis. De UvA verricht op dit terrein nationaal en internationaal hoogwaardig onderzoek en biedt een uitmuntende inbedding.’

Wat zijn ‘sociale opbrengsten’ van onderwijs? ‘De voorbereiding op deelname aan de samenleving bestrijkt een breed terrein. Je kunt bijvoorbeeld denken aan kennismaking met de gebruiken in de samenleving, aan de geschreven en ongeschreven spelregels die daar gelden,

De samenleving is divers en ingewikkeld geworden, en van scholen wordt verwacht dat leerlingen worden toegerust om daarin hun weg te vinden. Sociale opbrengsten zijn de baten die onderwijs op deze terreinen heeft. In het verlengde daarvan, en dan komt het dichterbij de school, verwijzen sociale opbrengsten naar de kennis, vaardigheden en houdingen die leerlingen nodig hebben om met succes met anderen te kunnen samenleven en, op allerlei manieren, aan de samenleving deel te nemen. Denk bijvoorbeeld aan sociale vaardigheden, solidariteit, oordeelsvermogen, kritische zin of maatschappelijke betrokkenheid.’

Hoe ziet je onderzoeksprogramma eruit? ‘Het onderzoeksprogramma dat de komende jaren wordt uitgevoerd, is opgezet rond een paar kernvragen: wat zijn sociale opbrengsten van onderwijs, hoe kun je die meten, welke bijdrage leveren scholen daaraan, en welke vormen van evaluatie, verantwoording en toezicht zijn

effectief? Die vragen vertalen we in een aantal studies, die samen met promovendi en andere onderzoekers worden uitgevoerd. Bij de uitvoering van het programma wordt samengewerkt met onderzoekers van verschillende afdelingen van de UvA. Ook wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van inbreng van de inspectie, en zijn er mogelijkheden voor scriptie- en promotieonderzoek. Het onderzoek wordt waar dat zinvol is mede gebaseerd op inspectiegegevens.’

Is er vanuit het beleid oog voor de sociale opbrengsten van het onderwijs? ‘Er is de laatste jaren nadrukkelijk aandacht voor verhoging van het peil van de basisvaardigheden. Daar is veel voor te zeggen. Ook de Actieplannen voor basis- en voortgezet onderwijs van het huidige kabinet leggen dat accent. De vraag is dan welk effect dat heeft op andere taken van scholen. De minister, en ook de onderwijsinspectie, benadrukt dat het één niet ten koste hoeft te gaan van het ander. Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van scholen om de socialiserende taak in te vullen. Die hebben daar ook ruimte voor. Anderen stellen dat het accent op basisvaardigheden in het beleid en de centrale rol van opbrengsten in het toezicht, er in de praktijk toe leiden dat scholen zich daar meer op zullen richten, en dat die aandacht ten koste gaat van andere onderwijsdoelen.’

Er ligt veel nadruk op ‘harde’ vaardigheden (taal, rekenen). Wordt de socialiserende functie van het onderwijs daardoor minder belangrijk? Naar aanleiding van de Actieplannen waarschuwde bijvoorbeeld de Onderwijsraad, dat de aandacht voor taal en rekenen niet ten koste moet gaan van de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen. Dat zo’n effect zich zou kunnen voordoen, lijkt me een relevante overweging. Hierbij moet wel bedacht worden dat dit accent bij succesvol beleid tijdelijk zal zijn, en uiteindelijk neerslaat in het bewaken van

de ondergrens. Maar de centrale vraag moet zijn hoe een mogelijk eenzijdige ontwikkeling voorkomen kan worden, en wie daarbij aan zet is. Ik noemde al de rol van scholen, die verantwoordelijk zijn voor de samenstelling van het aanbod. Verder ligt de socialiserende opdracht van het onderwijs vast in wet- en regelgeving. Denk aan de kerndoelen of aan de opdracht in de sectorwetten tot bevordering van burgerschap. De inspectie houdt daar toezicht op, en constateerde enkele jaren op rij dat daarin weinig ontwikkeling te zien valt. Die conclusie was voor de minister reden de Onderwijsraad advies te vragen over manieren om de vaart erin te krijgen. Dat advies wordt in de loop van het voorjaar verwacht. Meerdere aanknopingspunten dus, als het gaat om de socialiserende rol van de school.’

En in het toezicht van de inspectie? ‘Dat geldt ook voor de inspectie. Sociale opbrengsten van onderwijs zijn één van aandachtspunten in het meerjarig beleidsplan van de inspectie. Binnen de inspectie werkt de programmagroep Sociale Cohesie aan verkenning van mogelijkheden voor beoordeling van sociale opbrengsten van onderwijs. Ook investeerde de inspectie in de afgelopen jaren via de Alliantie Scholenpanels Burgerschap in monitoring van de kwaliteitsontwikkeling van dit onderwijs. De inspectie heeft dus zeker oog voor het belang van de socialisatiefunctie. Mijn leeropdracht aan de Universiteit van Amsterdam onderstreept dat, en biedt een uitstekende mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in de sociale opbrengsten van onderwijs en methoden die in kaart te brengen. Ik zie het als een voorrecht om daar, samen met collega’s van de inspectie, op deze manier aan te kunnen bijdragen.’

Wanneer kunnen we je oratie verwachten? ‘Er is nog geen datum, maar dat zal vermoedelijk halverwege 2012 zijn.’


10

11

introspectie oktober 2011

interview collega ron valken met voetbalteam in het zonnetje door sicco kole

Summer games Athene 2011 Opening World Summer Games in Athene

Ron Valken, junior recordmanager bij de inspectie, heeft als trainer/begeleider van een voetbalteam de Summer Games Athene 2011 meegemaakt. De Summer Games zijn bedoeld voor sporters met een verstandelijke beperking en vinden elke vier jaar in het pre olympisch jaar plaats. Dit jaar hebben zo’n 7.500 sporters uit de hele wereld meegedaan, waarvan 87 uit Nederland. Het voetbalteam van Ron is teruggekomen met een zilveren medaille. Hoog tijd om Ron en zijn team in het zonnetje te zetten. Voordat we gaan praten over de Summer Games, een brandende vraag: wat doet een recordmanager? Recordmanagers werken onder andere aan de digitalisering van de poststukken, het opzetten van het documentair structuur plan en het geven van cursussen aan de diverse sectoren in het gebruik van hummingbird. Er zijn veel ontwikkelingen in ons werk en dat maakt het boeiend.

Hoe ben jij betrokken geraakt bij de Summer Games? Dat is een heel verhaal. Mijn zoons zaten alle drie op voetbal en vanaf de eerste dag ben ik trainer en coach geweest van de

teams waarin zij speelden. SV Koedijk, waar mijn zoons voetballen, bood mij op een zeker moment aan om een cursus bij de KNVB te gaan volgen. Dat heb ik gedaan en als gediplomeerd trainer ging ik jeugdselecties trainen en begeleiden. Door de jaren heen is Koedijk een grote vereniging geworden en een aantal jaren geleden werd een G-team opgericht. Mijn vrouw werkt op een school voor speciaal onderwijs, omdat ik regelmatig op die school meehielp bij de sportdagen, vroeg de vereniging of ik de G-sporters wilde gaan trainen. Ik heb weliswaar affiniteit met mensen met een beperking, maar wist natuurlijk niet of ik voor hen een goede

trainer zou zijn. Inmiddels hebben we drie G-teams en spelen we landelijk in de top mee. In de om de twee jaar gehouden spelen van Special Olympics Nederland deden wij al eerder mee en werden wij al nationaal kampioen, waarna wij gevraagd werden mee te doen aan de World Games. Heel speciaal daarbij was dat is dat SV Koedijk een compleet voetbalteam mocht afvaardigen naar de Summer Games in Athene.

Daar komt vast veel bij kijken. We hebben een jaar gestoken in de voorbereiding. Voor ons als coaches en begeleiders was het een eerste kennismaking met de Games en daar hebben we ons in moeten verdiepen. Daarna volgden de trainingen, de voorrondes en de selectie van spelers. We konden er twaalf meenemen uit ons eerste en tweede G-team. We hebben jongens geselecteerd die in hun voetballend vermogen een afspiegeling van de vereniging zijn. Als eis hebben we gesteld dat zij voldoende zelfstandig moeten zijn en beheerst moeten reageren in wedstrijden. We hebben ook veel aandacht moeten besteden aan de achterblijvers en

hun ouders, want het was voor veel jongens een teleurstelling dat zij niet mee mochten.

Hoe is het gegaan? Het is zo mooi om te zien dat de Summer Games in de ceremonies lijken op de echte Spelen. Dat begint al bij het vertrek op Schiphol. Uitgezwaaid worden door een massa mensen en in Athene werden we, samen met de hoofdsponsors, ontvangen op de ambassade. De openingsceremonie met Stevie Wonder en Vanessa Williams, het vlaggendragen en de toejuichingen van Nederlanders die in Griekenland wonen, waren ronduit onvergetelijk. Ook de terugkomst was één groot feest. Iedereen had het gevoel dat de prestaties van de G-sporters gewaardeerd werden en serieus werden genomen. Achteraf kun je zeggen dat het voor veel deelnemers de happening van hun leven was en dat zij aan zelfvertrouwen en zelfstandigheid hebben gewonnen.

Een zilveren medaille? Jullie hebben toch niet van Duitsland verloren? Nee, wij hebben met 3-1 van hen gewonnen! Het was onze mooiste

Op de foto de trotse winnaars van de zilveren medaille met Gert-Jan Verbeek, trainer van AZ. Helemaal links op de achterste rij collega Ron Valken

wedstrijd. Veel inzet, veel dingen lukten op het veld en de beleving was enorm. Daar kijken de jongens echt met trots op terug, op die wedstrijd. Op de Games speelden we een competitie en de laatste wedstrijd was Duitsland-Hong Kong. Had Duitsland die wedstrijd gewonnen dan hadden we de gouden plak gehad.

Voor veel deelnemers was het de happening van hun leven en heel goed voor hun zelfvertrouwen en zelfstandigheid Helaas werd het 1-1. Het mooie is wel dat onze jongens de Duitsers fanatiek hebben aangemoedigd. Het is niet zo dat wij dankzij Duitsland hebben verloren. Hong Kong was tegen ons met wissels en doelpunten slagvaardiger (4-2), ook al speelden wij misschien beter.

Hoe lang ben je in Griekenland geweest? Van 20 juni tot 5 juli. Van de inspectie heb ik een week verlof gekregen om dit te mogen doen. Heel fijn dat de inspectie het waardeert dat medewerkers zich inzetten voor G-sporters.

Ga je nog een keer mee naar de Games? Ik vond het een geweldige ervaring, maar liever zou ik werken aan een landelijk G-team dat mee gaat doen aan de volgende Games. De coaching op het toernooi gun ik een ander ook.


12

13

introspectie oktober 2011

fotoreportage inspectiedag 2011

Utrecht en omgeving ‘De andere kant van…’ Deze keer was er een overvloed aan keuzes. Van bezoeken aan de NS, Leidse Rijn, Lombok, tot zelf de handen uit de mouwen in een Utrechtse tuin en creatieve workshops zoals taarten of foto’s maken, smartlappen schrijven en haken. En natuurlijk een gezellige afsluiting in het museum Speelklok; ook daar lieten collega’s een andere kant van zichzelf zien.

Inspectie te water

Een andere kant van Henriëtte Brouwer: workshop haken

Op bezoek bij opvanghuis Meisjesstad; de andere kant van Utrecht

Een smakelijke start met stokjes In het kader van ‘De handen uit de mouwen’ werd er via de stichting Present hard gespit. Resultaat taartenworkshop

De andere kant van … collega Nico Bollen

Macrofotografie in de kas


14

de mooiste inspectiemomenten van... DOOR yvonne de graaf en piet van de pol

15

introspectie oktober 2011

nr 01

nr 02

Pak een stropdas

Inhoud

De start bij de inspectie was plaatsing in het klasje met een strenge doch rechtvaardige ‘juf’. Bij de nieuwe functie hoorde ook een pak, stropdas en nog wat attributen die in de school duidelijk het onderscheid maakten tussen de inspecteur en de rest, daar moest ik wel aan wennen. De leerlingen in het speciaal onderwijs wisten door dat pak meteen dat er een inspecteur het schoolplein op kwam lopen. Al hadden aankondigingen van ietwat nerveuze leerkrachten daar vaak ook mee te maken; ‘Jongens en meisjes, er komt straks een meneer in de klas en die komt kijken of we wel hard genoeg werken, maar hij doet verder niets’.

Ongeveer gelijk met mijn komst bij de inspectie, startte het integraal schooltoezicht. Dit werd eerst uitgeprobeerd bij het speciaal onderwijs en later gemeengoed in alle sectoren. Het mooie aan nieuwe ontwikkelingen is dat niet alles van te voren vastligt, zaken ‘uitproberen’ hoort daardoor bij het werk. Natuurlijk heeft dat ook zo zijn keerzijde, enorme vragenlijsten voor de scholen gekoppeld aan dagenlange bezoeken met meerdere inspecteurs. Geholpen door een ernstig incident, ben ik betrokken geraakt bij het toezicht van de gezamenlijke inspecties op de justitiële jeugdinrichtingen en de daarbij behorende scholen. Bij het opsluiten van jongeren hoort een verantwoorde kwaliteit van de behandeling en het onderwijs. Daarbij is samenwerking tussen school en instelling cruciaal. De kwaliteit van onderwijs liet op sommige plekken zeer te wensen over en een leerling vertelde mij tijdens een bezoek: “Inspecteur, het belangrijkste vak op deze school is: lesuitval”. Het resultaat van deze vorm van toezicht heeft geleid tot een enorme verbetering van de kwaliteit. Mijn overtuiging is dan ook dat onafhankelijk toezicht er toe doet. Deze samenwerking blijft bestaan en richt zich op meerdere vormen van jeugdhulpverlening. Voor het speciaal onderwijs werken we als sector hard aan een ‘maat voor de opbrengsten’. De resultaten van het onderwijs zijn voor het speciaal onderwijs niet zomaar vast te stellen, terwijl dat voor andere sectoren juist vanzelfsprekend is. Ik vind het een enorme uitdaging om dit voor elkaar te krijgen.

nr 03

(Re)organisatie

Piet van der Pol De loopbaan van Piet Piet van de Pol komt in 1996 bij de inspectie terecht nadat hij in het speciaal onderwijs heeft gewerkt verbonden aan een justitiële inrichting en de kinder- en jeugdpsychiatrie. ‘De overstap naar de inspectie in 1996 was, en is, een bekroning op mijn carrière. Hoewel niet iedereen daar zo over dacht, een enkele oud-collega vond het ‘heulen met de vijand’. “Vanuit de inspectie komen immers enkel onnozele niet uit te voeren opdrachten. En de gemiddelde inspecteur heeft geen verstand van speciaal onderwijs en nog nooit een moeilijk kind van dichtbij gezien”. Ik was dus gewaarschuwd.’

Een reorganisatie hoort bij de inspectie zoals plannen hoort bij het boeken van een vakantie. Of het nu gaat over het aantal kantoren, taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en een ‘functiehuis’ of over flexwerken, woon en werkverkeerregelingen, het hoort er allemaal bij. Er is een hele flap-over te vullen over inzetbaarheid en of het om de sector gaat of niet. Zelf ben ik voorstander van de dominantie van de sector, zonder de rest van het onderwijsveld uit het oog te verliezen. Het uitgangspunt moet zijn dat de inspecteur er verstand van heeft, anders zijn we snel uitgepraat op de scholen, zeker als we kritisch zijn op de geleverde kwaliteit. Toch heeft een (re)organisatie ook mooie kanten. Ik herinner me nog de tweedaagse in Noordwijk waar ik, samen met mijn ‘broertje’ Jan, dagvoorzitter ben geweest. Het was eigenlijk een groot inspectiefeest, er is blijkbaar veel plezier te beleven aan veranderingen. Optredens voor het kantoor Zwolle hebben bij mij een onuitwisbare indruk achtergelaten. Een voordeel van veranderen is dat je van al je trouw bewaarde dossiers afkomt. Het ligt eerst in de kast, dan in verhuisdoos en vervolgens belandt de inhoud in een blauwe container op wieltjes. Inspectiewerk kent ook zo de tijdelijkheid. Wel heb ik bij alle inspectieverhuizingen twee posters van de fotograaf Robert Doisneau meegenomen. Ze hebben inmiddels half Nederland gezien en ik beschouw ze als mijn reisgenoten.

nr 04

Onderwijskwaliteit Hoewel een motto of een drijfveer zo zijn risico’s kent, geldt voor mij in sterke mate de kwaliteit van het onderwijs als motivatie voor het werk. Ouders met een kind in het speciaal onderwijs hebben weinig mogelijkheden voor een schoolkeuze, dat is voor mij een reden voor stevig inspectietoezicht. Wat mij betreft gaat het daarbij om wat er in de onderwijspraktijk zichtbaar is. Daar moeten wij een oordeel over hebben en dat kunnen we ook. Ooit achter in de klas met dat pak en de stropdas, zei een leerling fluisterend tegen mij: ‘Komt u maar wat vaker op school dan geeft de juf zo leuk les’. We moeten dus op scholen blijven komen…


16

17

introspectie oktober 2011

achtergrond nederlands risicomodel en texaans accountability system DOOR rosanne bobeldijk

Testing and Accountability Afrekenen of meedenken?

De toetsen testen de minimum vaardigheden van de student. De leerresultaten worden vervolgens gekoppeld aan verschillende leerling-variabelen: • Gender • Etniciteit • Economische status • Autochtoon/allochtoon • Taalvaardigheid Deze variabelen kunnen jaarlijks worden veranderd, bijgesteld of uitgebreid. Op basis van deze variabelen worden leerlingen ingedeeld in drie interventieniveau’s (bij ons vergelijkbaar met wat wordt genoemd de 1-zorgroute, waarin leerlingen worden ingedeeld naar een zorgniveau). • Tier l (Gedifferentieerde instructie voor de hele klas) • Tier ll (differentiatie voor 5-10% van de leerlingen) • Tier lll (differentiatie voor 1-5% van de leerlingen)

Al drie jaar staan wij als Nederlandse onderwijsinspectie in contact met de Texaanse onderwijsinspectie, met als doel wederzijdse uitwisseling van kennis en informatie. Dit jaar ontvingen Liesbeth Klaver en Kees Lintermans 24 PHD studenten van de Mary Hardin-Baylor University uit Belton (Texas). Het programma concentreerde zich op testen en accountability, oftewel leerresultaten, Texas is daarin vooruitstrevend op het gebied van differentiatie terwijl Nederland zich diagnostisch beter profileert.

Onderwijsinspectie in Texas The Technical Education Agency oftwel de Texaanse onderwijsinspectie heeft een andere werkwijze dan de Nederlandse. Waar in Nederland inspecteurs het gesprek aangaan met scholen die slecht presteren op basis van trendanalyses, gebeurt dat in Texas niet. De Texaanse inspectie doet geen onderzoeken op scholen maar heeft een uitgebreid datasysteem om risico scholen te detecteren.

Leerresultaten in Texas Leerresultaten worden van alle leerlingen verzameld, ook de studenten met een ‘special aid’ status doen mee aan toetsen.

Voor ieder interventieniveau zijn belemmeringen van leerlingen vastgesteld, zoals dyslexie (Tier lll ) of dyscalculie (Tier ll). Scholen worden aan de hand van de leerresultaten in combinatie met de leerlingvariabelen ingedeeld in de volgende categorieën (van sterk naar zwak): • Exemplary • Recognized • Acceptable • Academically unacceptable Scholen kunnen zelf bepalen onder welke variabelen (gender, etniciteit etc.) ze leerlingen meetellen, dit werkt enig strategisch gedrag van scholen in de hand. De categorie met de laagste score bepaalt in welke van de bovengenoemde schoolcategorieën een school wordt ingedeeld. Als een school in de categorie ‘Academically unacceptable’ terecht komt, behoort zij speciale programma’s in te zetten. Deze programma’s worden door de Technical Education Agency aangeboden en zijn

opbrengstgegevens de vorderingen en wetenschappelijk onderbouwd. Een resultaten per (cohort van) leerlingen en de medewerker van de Technical Education school wordt bekeken. Deze gegevens Agency kan op scholen waar bepaalde brengen wij in verband met het onderwijscategorieën leerlingen onder de norm leerproces. In Texas werken ze met blijven presteren, controleren of ze deze zogenoemde ‘snap shots’ oftewel momentprogramma’s ook daadwerkelijk inzetten. opnames en maken zij geen trendanalyses. Zo niet dan kunnen maatregelen worden getroffen. Scholen worden dus alleen op Quote testgegevens en leerling-kenmerken Must pass onderwijsbestuurders bekostiging, die ismet het beoordeeld. Dit vinden zijBesteden soms Een ander belangrijk verschil bedoeld voor het geven van onderwijs, wel aan dit doel frustrerend omdat bijvoorbeeld niemand onderwijs in Nederland is het ‘must pass’ ze het op’principe voor allerlei vage aan de cijfers af kan lezen of dat‘potten een school dat in de risico’s. V.S. is ingesteld vanuit prima resultaten boekt met leerlingen het ‘No Child Left Behind programma’ van waarvoor leren niet vanzelfsprekend is. de regering Bush. Het ‘must pass’ principe houdt in dat leerlingen niet naar het Overeenkomsten en verschillen volgende niveau kunnen, voordat zij testen van het niveau daarvoor met goed gevolg Zowel de Nederlandse als de Texaanse hebben afgelegd. Als zij een examen niet inspectie hanteren leerresultaten om de halen gaan zij weliswaar over naar een kwaliteit van scholen te beoordelen. In andere jaargroep maar moeten zij opnieuw beide gevallen kunnen scholen strategisch de stof doornemen van het examen dat gedrag vertonen, dit is in Nederland echter niet gehaald is. Dit systeem werkt in de beter te ondervangen door de schoolbepraktijk demotiverend voor studenten. Dit zoeken en bestuursgesprekken. Politiek blijkt onder andere uit de uitval cijfers, gezien zijn de leerling-resultaten zowel in Texas kent procentueel veel officiële Nederland als in Texas belangrijk. . drop-outs (25%) in tegenstelling tot Nederland (10%) op het niveau van 12-15 jarigen. Nader onderzoek wijst uit dat 25% daarvan geflatteerd is, een aantal leerlingen verdwijnt namelijk naar andere programma’s zoals de militaire opleidingen vanwege de groter legerbasis in Texas.

De Texaanse inspectie doet geen onderzoeken op scholen maar heeft een uitgebreid datasysteem om risico scholen te detecteren.

Het grootste verschil zoals hiervoor al is aangegeven zijn de schoolbezoeken en bestuursgesprekken in Nederland waardoor een school of een bestuur de leerresultaten kan verantwoorden. In Texas gebeurt dit niet wat soms leidt tot demotivatie van scholen en leerlingen. Daarnaast kijken wij in Nederland volgens de Texaanse onderwijsinspectie voornamelijk diagnostisch naar leerlingresultaten. Dat wil zeggen dat vanuit de

Op het gebied van differentiatie loopt Texas voor op het Nederlandse onderwijssysteem. Het gebruik van leerling-kenmerken is in Texas uitgebreider dan in Nederland, bovendien zijn de programma’s die scholen kunnen inzetten meer gedifferentieerd. Zowel het Nederlandse als het Texaanse manier van onderwijstoezicht biedt perspectief en verbetering. Het contact met de medewerkers uit Texas blijft behouden en wellicht is er in de toekomst weer een gelegenheid om waardevolle informatie uit te wisselen.


18

19

introspectie oktober 2011

achtergrond verhaal van collega die een auto-ongeluk kreeg door philip reijns en yvonne de graaf

gewoon weer aan het werk. Op maandagochtend reed ik weer richting de Achterhoek voor een schoolbezoek. Tijdens die rit gaat bij mij echter langzaam het licht uit. Die gehele maand is vanaf toen uit mijn geheugen gewist. Ik schijn met mijn vrouw naar het ziekenhuis te zijn geweest voor foto’s, daar weet ik niets van. De medicatie die ik kreeg verslechterden de situatie alleen maar. Ik kreeg vanaf dat moment last van desoriëntatie, ik kon geen onderscheid meer maken tussen auditieve en visuele prikkels, en het enige wat ik nog hoorde was ruis. Na overleg met de bedrijfsarts en de huisarts heb ik mij daarom in januari 2009 gemeld bij het revalidatiecentrum ’t Roessingh.

Impact van een ongeluk Bijna drie jaar geleden raakte Philip Reijns, inspecteur po uit kantoor Zwolle, midden in een file betrokken bij een ongeluk. Hij leek er lichamelijk goed vanaf te zijn gekomen, toch is hij nog steeds bezig met het herstellen van deze nare gebeurtenis. Inmiddels is Philip gelukkig in staat om weer drie dagen per week te werken, hij ziet het positief in. Hier het verhaal van Philip… De knal. Op 27 november 2008 stapte ik om 07.00 uur in de auto richting Wehl, ik moest die dag een schoolbezoek afleggen voor het Onderwijsverslag samen met collega Hella op een basisschool met achthonderd leerlingen. Op de A35 moest ik flink op de rem, ik kon aansluiten bij een file. Op twee van de drie rijbanen werd behoorlijk hard

gereden, achter mij week een auto naar rechts uit. Een andere automobilist schoot met hoge snelheid de linkerrijbaan op, en op die plek stond ik. Het gevolg daarvan, gierende remmen en een harde knal…

Shock. Op zo’n moment gaat er van alles door je heen. Het is zwart, je moet nadenken. Ben

Revalidatie.

ik nog helemaal heel, waar zijn mijn autopapieren. Ik moet een veiligheidsvest aan en hoe kom ik veilig in de berm terecht? De auto die op mij knalde was een meter korter door de klap, een enorme schade. Mijn auto toonde weinig brokken, de trekhaak had veel opgevangen. Na alle formaliteiten mocht ik zelfs gewoon verder rijden, toch voelde ik mij als in een shock. Met enorme hoofdpijn reed ik gelijk door naar de huisarts, hij kon echter weinig constateren en zijn oordeel was vier dagen rust nemen.

Toen ging het licht uit. Vier dagen later voelde ik mij nog steeds niet jofel. Ik dacht dat het van de schrik zou zijn, dus ik wilde niet zeuren en ging

Op ‘t Roessingh heb ik tot september 2010 een intensief revalidatietraject doorlopen. De diagnose die de specialisten daar stelden was een late-whiplashsyndroom. Ik volgde ontspanningstherapie, ergotherapie, psychomotorische therapie, fysiotherapie en EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing), dat is een therapeutische interventietechniek die wordt toegepast bij posttraumatische stressstoornissen. Daarnaast werd ik begeleid door een arbeidsdeskundige, een psycholoog en revalidatieartsen. Al met al absoluut geen feestje te noemen.

Een andere automobilist schoot met hoge snelheid de linkerrijbaan op, en op die plek stond ik. Nu even niet. De impact van zo’n syndroom op je persoonlijkheid is enorm. Het is daardoor niet meer mogelijk om te doen wat je vroeger altijd kon. Mijn sociale leven is er

voor een deel door weggevallen, wanneer er twee mensen tegelijk spraken kon ik het namelijk al niet meer volgen. Ook muziek maken of optredens bezoeken was er voor mij niet meer bij. Mijn band heeft anderhalf jaar met een inval-bassist gewerkt, maar nu heb ik de conclusie moeten trekken dat het voor mij niet meer zal gaan werken. Zelfs vakanties waren fysiek en mentaal voor mij niet haalbaar, terwijl een vakantie een bron van ontspanning zou moeten zijn. Mijn ambities en gedrevenheid in mijn werk, mijn manier van leven, en de man wie ik was, het enige wat daarover gezegd kon worden was ‘nu even niet’.

Mijn onvermogen moet ik dus goed organiseren. Acceptatie. De afgelopen periode is een constante strijd geweest tussen wat ik wilde en wat ik kon. Eigenlijk is die strijd nog steeds aan de gang en omdat ik daar zo slecht in ben heeft dat zeker niet positief bijgedragen aan het proces. Recentelijk heb ik mijn dossier geordend. Alle paperassen van de bedrijfsarts, advocaat, wia/uwv en het revalidatiecentrum. De hele film passeerde daardoor weer de revue, het zorgde ervoor dat ik mij afvroeg hoe ik dit allemaal heb volgehouden. Na twee jaar dreigde namelijk gedeeltelijke afkeuring, iets wat je er op zo’n moment eigenlijk helemaal niet bij kunt hebben.

Stukje bij beetje. Tijdens dit hele proces heb ik gemerkt dat we een hele goede werkgever hebben. Er werd uitstel van de wia-keuring voor mij aangevraagd, er werd meegedacht over het opbouwproces en er werden aanpassingen in de organisatie gedaan. Binnen mijn werk waren er veel steunpilaren voor mij, door hun vertrouwen was alles vol te houden. Mede hierdoor kon ik na ruim een jaar

weer kleine klussen gaan doen voor de inspectie. Bijvoorbeeld een bestuursgesprek of met een collega mee op schoolbezoek voor een paar uur of een dagdeel naar kantoor. Met stukjes en beetjes, vallen en opstaan is dat uitgebreid. Nu zit ik weer aardig in het toezicht, verspreid ik over twee dagen diverse schoolbezoeken en voer bestuursgesprekken.

Hoe nu verder. Nog steeds moet ik blijven zoeken naar de balans tussen kunnen en willen. Nu ben ik drie dagen per week onderweg naar scholen en naar kantoor. Daarnaast refereer ik veel rapporten, dit doe ik nadat ik ’s middags heb gerust. De rest van de week heb ik nodig voor herstel, dat zien anderen niet. Bijna wekelijks heb ik een offday, dan heb ik teveel gedaan of ben ik te enthousiast geweest. Op zo’n dag moet ik mij volledig afsluiten van de buitenwereld, dan heb ik zware hoofdpijn, suizingen in mijn oren, last van herrie en van licht. Soms heb ik op andere dagen ook last van concentratieproblemen, dan loop ik rond als een kip zonder kop. Ik krijg dan niets georganiseerd en kan al helemaal niet achter het stuur gaan zitten. Mijn onvermogen moet ik dus goed organiseren, zodat ik er wel echt sta als er een schoolbezoek wordt uitgevoerd. Gelukkig heb ik nog slechts één keer een bezoek moeten afzeggen om deze reden. Toch ben ik constant in gevecht met mijn vermogen en onvermogen.

Altijd positief blijven. Ik en mijn familie hebben moeilijke tijden meegemaakt, we hebben allemaal veel moeten inleveren. Ondanks dat ik weer gedeeltelijk meedraai op het werk en in mijn privéleven, blijven er slechte dagen bij zitten en dat frustreert enorm. Toch is het belangrijk om positief te blijven, dat houdt een mens op de been. Ik zeg ook altijd maar, waarschijnlijk mag ik tot mijn 67ste werken – wellicht zelfs nog langer, dus die verloren jaren haal ik allemaal wel weer in!


20

introspectie oktober 2011

1

Met scherpe blik

achtergrond meerjarenbeleidsplan; hoe zat het ook al weer?

Met scherpe blik

door cas teijssen

Effectief toezicht

Prikkelt scholen en instellingen

Met scherpe blik

Biedt zicht op kwaliteit stelsel

Communiceert open en sterk

Voor goed onderwijs aan leerlingen en studenten

Vanuit een krachtige organisatie:

Met scherpe blik. Dat is de titel van het Meerjarenbeleidsplan waar we in 2009 en begin 2010 samen erg druk mee zijn geweest. In maart 2010 verscheen de definitieve versie. Wat volgde was vooral een lange stilte... Betekent dat ook dat er de afgelopen anderhalf jaar niets is gebeurd en dat het plan in de onderste la is verdwenen? Nee, gelukkig niet. Binnen de vijf programma’s en vier thema’s zijn veel vorderingen gemaakt. Daar heeft niet iedereen veel van gemerkt, maar na de aanloopperiode van de programma’s en thema’s zullen we ook binnen ons dagelijks werk meer en meer de uitgangspunten van het Meerjarenbeleidsplan naar zien voren komen. Veel inspecteurs en medewerkers werken er op een of meerdere manieren ook hard aan mee. Zo krijgt het toezicht op het leraarschap steeds meer vorm en is het Meerjarenbeleidsplan leidend in de sectorplannen en stonden de vier thema’s centraal in het Onderwijsverslag. Ook heb je in de vorige Introspectie kunnen lezen over het thema Kwetsbare leerlingen. We kunnen best tevreden zijn met al deze inspanningen en vorderingen. Maar we kunnen er wel beter over communiceren. Daarom zullen we hier regelmatig je aandacht voor vragen. Let daarbij vooral op intranet. En voor wie niet precies meer weet, hoe het ook alweer zat. Na het lezen van dit artikel ben je weer helemaal bij.

• met een sterk bestuur met intern toezicht • ingebed in de samenleving • met bekwaam en gemotiveerd personeel • zich verantwoordend over geleverde prestaties

Meerjarenbeleidsplan

4 punten In vier • Gaat over wat we tot 2014 willen doen en hoe we dat gaan doen • Scherpt zaken aan, brengt meer focus aan en is leidend bij ons werk en de keuzes die we daarin maken • Borduurt voort op de ontwikkelingen van de laatste jaren en de uitkomsten van strategische conferenties • Nu uitwerking plannen, onderzoek, onderdeel van projecten, vanaf 2014 onderdeel van het dagelijks werk

• • • •

Versterken maatschappelijke positie Versterken externe communicatie Doorontwikkelen stelseltoezicht en instellingstoezicht Versterken interne organisatie

4 thema’s In vier • Opbrengsten • Kwetsbare leerlingen • De leraar • Management en bestuur

4 (lange) zinnen missie en visie In vier Vanuit verdiend vertrouwen en met oog voor waar scholen, instellingen en besturen mee bezig zijn, houden we houden effectief toezicht voor goed onderwijs. Door school- en instellingsbezoek, data-analyse, expertoordeel en communicatie prikkelen we scholen en tonen de kwaliteit van het stelsel. Professionaliteit en samenwerking spelen een hoofdrol bij het bereiken van onze doelen. Samen gaan we aan de slag ambitieus, maar geduldig!

3

Met oog voor het uitdagende werk van onderwijs instellingen die: • het beste uit hun leerlingen en studenten willen halen • vanuit een eigen visie het onderwijs in willen richten • zich voortdurend willen ontwikkelen en verbeteren

4

Met effect

4 programma’s In vier

2

Toezicht met effect Spreiding gebaseerd op verdiend vertrouwen en risico’s Dataverzameling en expertanalyse School- en instellingsbezoek

Communicatie met effect over scholen en stelsel

Voor onderwijskwaliteit, naleving van wetten en regels, financiële stabiliteit

5

We scherpen onze blik aan door: • opbrengsten breder te beoordelen (toegevoegde waarde, sociale ‘opbrengsten’) • nadrukkelijker handhavend op te treden • de prestaties van het stelsel systematischer te beoordelen • financieel toezicht te integreren • vier themalijnen te hanteren

Wij doen wat we van scholen vragen: • vanuit een professionele cultuur • leren en samenwerken zijn vanzelfsprekend • afspraak is afspraak • deskundigheid, onafhankelijkheid en transparantie als centrale waarden • onze kwaliteitszorg is op orde

6

21


22

Het meerjarenbeleidsplan in drie vragen aan Annette Roeters Waarom vind je het meerjarenbeleidsplan zo belangrijk?

Toezicht moet niet meegaan met de waan van de dag, het moet zich voorbereiden op de toekomst. Daarom is het belangrijk om vooruit te kijken, en daarbij oog te houden voor de omstandigheden waar scholen mee te maken hebben. Scholen staan voor belangrijke uitdagingen: de lat wordt hoger gelegd en we verwachten dat zowel de langzamere als de snellere leerlingen speciale aandacht krijgen. De thema’s ‘Opbrengsten’ en ‘De kwetsbare leerling’ sluiten daarop aan. De andere twee thema’s, ‘De leraar’ en ‘Management en bestuur’, richten zich op de verbeterkracht van het onderwijs. Want in de school is een hogere onderwijskwaliteit afhankelijk van de leraar, de schoolleider en de bestuurder. Al wil ik de rol van de leerling/student en de ouder niet onderschatten.

2

Wat zouden ouders en leraren in 2014 over de inspectie moeten zeggen?

Ons werk is geslaagd als ouders en leraren dan constateren dat ze veel aan de inspectie hebben. We werken daar hard aan. Bijvoorbeeld door meer en meer gebruik te maken van digitale communicatie, en door op-maat-dienstverlening van het Loket.

3

Wat verwacht je van de inspectiemedewerkers?

Wat we van scholen vragen, moeten we zelf ook doen: ons aan afspraken houden (want scholen kijken steeds kritischer naar ons werk) en werken aan onze ontwikkeling. En reflecteren op onze effectiviteit als inspectie (door bijvoorbeeld tevredenheidsonderzoeken) en als functionaris (door feedback te vragen). Daarom is professionalisering een belangrijk onderdeel van het meerjarenbeleidsplan. Het belangrijkste vind ik dat we allemaal ons doel voor ogen houden: effectief toezicht voor goed onderwijs.

December: laatste introspectie! Kent u ze nog?

Wikken en wegen Hoe was je dag?

Doc in beeld

De mooiste momenten van…

De tas van…

Rode draad

1

23

introspectie oktober 2011

Rondje kantoor

Gluren bij de buren Mijn vader/moeder werkt bij de inspectie

De ‘boekenkast’ van...

wikken en wegen door bert de vries

Onderwijsrade

De raden gaan opnieuw Langs de invalsweg aan de zuidkant van mijn woonplaats staat al jaren een groot bord met de mysterieuze tekst: De raden gaan opnieuw! Bijna dagelijks rijd ik er langs zonder het te begrijpen. Het dolgelukkige gezin voor een huis en de naam van een makelaar verwijzen naar nieuwbouw. Maar dan? Onlangs kon ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen, ook door de aanhoudende associatie met u weet wel. Het web gaf het antwoord: de Raden is een klein wijkje dat na jaren van renovatie in de verkoop is gegaan. Straten hebben namen als Dassenrade en Hertenrade. De raden gaan opnieuw, een wonderlijke marketingformulering, er is zelfs een website met die naam. Steeds moest ik denken aan onze vaste vrienden in het overleg, de brancheorganisaties, de raden voor het basis- en voorgezet onderwijs en mbo en hbo. En zelfs een voor de particulieren. Gingen zíj maar eens opnieuw! Maar nee, daar blijven het steeds dezelfde liedjes, van te veel regels en te weinig centen. Het blijven de eeuwige Stellvertreters, de woordvoerders namens een anonieme achterban,

onvermijdelijke spreekbuis van de wil van het Veld, maar natuurlijkerwijs enkel de remplaçant van de achterhoede. De plaatsvervangende mannetjesputters, die bij problemen enkel over rotte appels spreken die snel verwijderd moeten worden, waarna we allen weer in koor goede prestaties kunnen verkondigen, en die bij een toegestoken vinger zonder dank de hele hand nemen, daarmee het glas heffend dat altijd halfvol is, die zeggen toezicht belangrijk te vinden, mits doordrenkt met vertrouwen, maar die uiteindelijk altijd maar op één ding uitkomen, het enige dat hen beroert en drijft, en dat is, in the end, het imago van hun onderwijs. Nu staan ze ook wel onder grote druk, dat moet erkend. Uiteenlopende en strijdige belangen te behartigen, de terechte angst van scholen voor minder inschrijvingen. Het is ook dramatisch: bij Inholland 470 docenten ontslagen als gevolg van één inspectierapport. Soms krijgen voeten waarmee gestemd wordt een wel erg grote duw. Toch zou minder nadruk op de ééndimensionele angst voor reputatieschade onze raden tot een meer relevante gesprekspartner maken. De raden gaan opnieuw: heden inschrijven voor bezichtiging.


24

introspectie oktober 2011

Tele - inspectie van het onderwijs Denkend aan de Inspectie Zie ik brede teams van toezichthouders Traag door het oneindig scholen-land gaan Rijen ondenkbare Objecten van toezicht Als hoge pluimen aan de onderwijs-einder staan En in de geweldige ruime WOT verzonken de digitale Inspectie kantoren verspreid op het intranet, regio’s en flexplekken geknotte sectoren AZC’s en scholen in een groots onderwijs-verband De lucht hangt er laag en het toezichtskader wordt er langzaam in grijze veelkleurige, gedifferentieerde pedagogisch-didaktische klimaten gesmoord En in alle regio’s wordt de stem van de tele-inspectie met zijn proportioneel schooltoezicht, sancties en maatregelen gevreesd en gehoord

Met dank aan H. Marsman

Michel van Ewijk Michel heeft 1 augustus jl., na 35 jaar trouwe dienst, zijn laptop voor wat betreft inspectiezaken aan de wilgen gehangen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.