Saga - Leerwerkboek - Katern Monniken en ridders havo/vwo

Page 1

Tijdsprong

LEERWERKBOEK

Saga Module 4: Monniken en ridders 1 havo/vwo

1


Modules leerjaar 1 1 havo/vwo Module 1: Jagers en boeren Dossier 14 Module 2: Grieken Strijd van de Grieken Module 3: Romeinen Rijk in Rome

Module 4: Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Module 5: Steden en staten Middeleeuwse stad


Monniken en ridders

Ola en het geheime genootschap

Inhoudsopgave Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders Tijdlijn Leertekst: Tijd van monniken en ridders

4 6

Les 1: Ola’s missie Formulier aantekeningen maken Leertekst: De kroning van Karel de Grote

9 11

Les 2: Ola’s zoektocht begint Bronnen over Karel de Grote Woordweb: De macht van Karel de Grote Leertekst: De macht van Karel de Grote

13 17 18

Les 3: De bijzondere vondst Brief van Karel de Grote Leertekst: Het leenstelsel

20 21

Les 4: Vuile handen Leertekst: Het domein

24

Les 5: Duivels dilemma Rubric vlog: Welk voorwerp moet Ola kiezen?

27

College: Verspreiding van het christendom Conceptmap Leertekst: Verspreiding van het christendom

28 29

College: Ontstaan en verspreiding van de islam Conceptmap Leertekst: Ontstaan en verspreiding van de islam

32 33

De vroege middeleeuwen Tijdlijn

36

Overzicht vaardigheden

38

Aantekeningen

42

Begrippenoverzicht

44

Bronvermelding

46

Colofon

47


Monniken en ridders

4

Ola en het geheime genootschap

Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders Tijdlijn

L

500

100

1

500 v.Chr.

Landbouwstedelijke samenleving 3000 v.Chr.-500 n.Chr.

Vroege

Jagers en boeren tot 3000 v.Chr.

Grieken en Romeinen 3000 v.Chr.-500 n.Chr.

Einde van het West-Romeinse Rijk 500 West-Romeinse Rijk Rome Oost-Romeinse Rijk

Middellandse Zee 0

500 km

Begin islamitische jaartelling 622


Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders

5

Informatiesamenleving 2000-nu IndustriĂŤle samenleving 1870-2000

Landbouwsamenleving 500-1000

middeleeuwen - 500-1000

Hoge m.e. - 1000-1250

Monniken en ridders 500-1000

Late m.e. - 1250-1500

Steden en staten 1000-1500 Ontdekkers en hervormers 1500-1600 Regenten en vorsten 1600-1700 Pruiken en revoluties 1700-1800 Burgers en stoommachines 1800-1900

Wereldoorlogen 1900-1950 Televisie en computer vanaf 1950

Kroning Karel de Grote 800

2000

1900

1800

1700

1600

1500

1250

1000

Landbouwstedelijke samenleving 1000 - 1870


6

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

De drie personen in de tekening staan symbool voor de drie standen: geestelijkheid, adel en boerenstand. Afbeelding uit een middeleeuws boek.

Leertekst tijdsprong

Tijd van monniken en ridders Dit heb ik gedaan

Dit weet ik nu

Je hebt in deze les kennisgemaakt met de tijd van

Je weet dat sommige mensen veel meer macht

monniken en ridders. Je hebt nagedacht over het

hebben dan anderen. Dat is in elk tijdvak zo. Nu is

sleutelbegrip  macht  en hoe macht in het heden en in

bijvoorbeeld Poetin, de president van Rusland, een

de tijd van monniken en ridders zichtbaar was. Je hebt

van de machtigste mannen van de wereld. Om zijn

je voorkennis over het tijdvak verzameld en je hebt

macht te behouden, laat hij zien dat hij een sterke

de middeleeuwse standenmaatschappij leren kennen.

man is. Daardoor kijken veel mensen tegen hem op.


Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders

Poetin gebruikt ook  symbolen  uit de geschiedenis om te laten zien dat hij machtig is. Bijvoorbeeld symbolen uit het Romeinse Rijk, zoals de adelaar. Daardoor lijkt het alsof het logisch is dat hij zoveel macht heeft. Vóór Poetin waren er meer mensen die gebruikmaakten van de symbolen van de  keizer  van het Romeinse Rijk. De middeleeuwse koning  Karel de Grote  liet zich als eerste sinds de val van het West-Romeinse Rijk tot keizer kronen. Die kroning was ook in Rome. Daarmee wilde Karel de Grote eigenlijk zeggen dat hij het Romeinse Rijk weer nieuw leven in zou blazen en dat hij net als de Romeinse keizers de leider was van een groot en sterk rijk. De  tijd van monniken en ridders  loopt van 500 tot 1000. Deze periode wordt ook wel de  vroege middeleeuwen  genoemd. Het begon met de val van het West-Romeinse Rijk rond 500 n.Chr. door onder andere invallen van Germaanse stammen. Deze stammen vestigden kleine koninkrijkjes op plaatsen waar vroeger de Romeinen de baas waren. De Germaanse stammen namen veel Romeinse zaken over. Zo bekeerde een flink aantal van hen zich tot het christendom en leerden ze Latijn. Toch is er ook veel veranderd: er was geen centraal leger meer en er was  geen  centraal bestuur. Hierdoor ontstonden kleine rijkjes. De Romeinse wegen raakten in verval. Onveiligheid en slechte wegen zorgden voor minder handel. De samenleving in West-Europa veranderde in een landbouwsamenleving.

De middeleeuwse samenleving was een  standen­ maatschappij. Iedereen behoorde tot een van de drie standen: de  geestelijkheid, de  adel of de  boerenstand. Deze standen waren afhankelijk van elkaar. Zo bad de geestelijkheid voor de andere twee standen, de adel vocht en beschermde de andere twee en de boeren zorgden voor voedsel voor iedereen. Deze standenmaatschappij heeft bestaan tot ver na de middeleeuwen, tot het einde van de 18e eeuw.

Begrippen Deze begrippen ken ik nu adel een groep mensen die landgoederen bezit en een machtige positie heeft. In de tijd van monniken en ridders was het de taak van deze groep om te vechten en de andere standen te beschermen. boerenstand de groep mensen die boer was. In de tijd van monniken en ridders was het de taak van deze groep om te zorgen voor eten. centraal bestuur de organisatie van het bestuur vanuit één vaste plaats. geestelijkheid de groep mensen die voor de kerk werkt. In de tijd van monniken en ridders was het de taak van deze groep om voor iedereen te bidden. keizer de hoogst mogelijke titel voor een vorst. Keizers hebben andere vorsten onder zich (bijv. koningen en hertogen). Het woord keizer komt van Caesar (Romeinse Rijk). macht invloed die iemand heeft op anderen. standenmaatschappij een samenleving die is verdeeld in groepen (standen) die ieder hun eigen rechten en taak hebben. symbool een betekenisdrager: iets tastbaars dat iets minder tastbaars voorstelt. tijd van monniken en ridders het tijdvak dat loopt van 500 tot 1000. Een andere naam daarvoor is vroege middeleeuwen. vroege middeleeuwen de naam van de periode van 500 tot 1000. Deze persoon ken ik nu Karel de Grote keizer in de middeleeuwen van 800 tot 814.

7


8

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Waarom is dit belangrijk?

over je, maar jij hebt ook macht over mensen.

Door de geschiedenis heen zijn er verschillende

Door te onderzoeken hoe mensen in het verleden

machthebbers geweest. Het is belangrijk om door

macht kregen, leer je ook meer over macht nu.

te hebben wat macht betekent, omdat je er elke

Je ontdekt hoe mensen met macht omgaan en wat

dag mee te maken hebt. Mensen hebben macht

voor gevolgen dat kan hebben voor velen.

Een keizerskroon uit de 10e eeuw, een symbool van macht.


Les 1: Ola’s missie

Les 1: Ola’s missie Formulier

Aantekeningen maken Kies vooraf een van de volgende manieren om aantekeningen te maken: losse woorden – woorden met verbindingen – tekening – woordweb Zet boven in het vlak ‘informatie over Karel de Grote’ als titel voor de aantekeningen. Als je voor een woordweb hebt gekozen, schrijf je ‘Karel de Grote’ in het midden van het vlak.

9


10

Formulier

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap


Les 1: Ola’s missie

11

De paus kroont Karel de Grote tot keizer in 800. Schilderij uit de 19e eeuw.

Leertekst les 1

De kroning van Karel de Grote Dit heb ik gedaan

West-Europa. In Oost-Europa was er wel een keizer;

Je bent samen met je klas uitgekozen om hulplijn te

de leider van het  Byzantijnse Rijk. Maar daar was

zijn voor Ola. Zij probeert lid te worden van het geheime

nu een vrouw aan de macht. Karel vond dat hij als

genootschap de Luminati. Om lid te kunnen worden

machtigste mannelijke vorst in Europa recht had op

moet Ola het voorwerp zoeken dat het best de macht

de keizerstitel.

van Karel de Grote weergeeft. Hiervoor heb je voor Ola achtergrondinformatie over Karel de Grote verzameld.

De paus werkte graag met Karel samen. Karels

Je hebt naar een verhaal over de kroning van Karel de

mannen beschermden de paus namelijk tegen zijn

Grote geluisterd en daar de belangrijkste informatie

vijanden. Karel was de machtigste man van West-

uitgehaald. Deze aantekeningen heb je doorgegeven

Europa. Hij had een groot rijk. De paus wilde graag

aan Ola, zodat zij verder onderzoek kan doen.

dat al die inwoners christen zouden worden. Karel kon daar voor zorgen. De paus had dus verschillende

Dit weet ik nu

redenen om Karel tot keizer te willen kronen.

In de Sint-Pieterskerk in Rome in het jaar 800 werd Karel de Grote, koning van de   Franken, door  paus

Tijdens de kroning zat de kerk vol met belangrijke

Leo III gekroond tot keizer. Het was voor het eerst

mensen. Karels familie was er ook. Hij had drie zonen:

sinds ruim 300 jaar dat er weer een keizer was in

Karel, Pepijn en Lodewijk.


12

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Aken was de hoofdstad van het Frankische Rijk. Karel liet daarom in Aken allerlei gebouwen bouwen,

Waarom is dit belangrijk?

waaronder een nieuwe kerk. Toch liet hij zich niet

Aantekeningen maken is een vaardigheid die

in de kerk in Aken kronen, maar in Rome. Dit was

je op veel momenten goed kunt gebruiken,

vroeger namelijk de hoofdstad van het Romeinse

ook voor andere vakken, en later is het voor

Rijk. De kroning was in Rome, omdat Karel zichzelf

veel beroepen handig. Ook is het handig als

zag als een soort opvolger van de Romeinse keizers.

je het verschil tussen hoofd- en bijzaken goed kan zien. Dan kan je je energie richten op de

Karel de Grote heeft aan alle kanten zijn rijk uitge-

hoofdzaken en die kan je dan beter onthouden.

breid door oorlog te voeren. De  Saksen  waren lastige tegenstanders. Karel eiste van de Saksen dat

Door de geschiedenis heen zijn er verschillende

ze christen werden, maar dat weigerden ze. Na een

machthebbers geweest. Karel de Grote is een

jarenlange strijd wist Karel hen te verslaan. Na een

van de bekendste, vooral als we het over de

veldslag liet hij bijna 5000 Saksen vermoorden.

middeleeuwen hebben. Door onderzoek te doen naar Karel de Grote kom je meer te weten

Karel was een vrolijke en goedgeluimde man. Hij

over hoe mensen macht kunnen krijgen en

hield ervan om eenvoudig te leven, zonder al te luxe

deze kunnen behouden.

kleding zoals sommige andere leiders wel hadden. Karel maakte een eenheid van een groot deel Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 38

van Europa en wordt daarom ook wel de

Je kan aantekeningen maken bij een verhaal. Je kan

‘Vader van Europa’ genoemd. Zijn invloed op de

onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. Je kan

geschiedenis van Europa was dus groot.

je aantekeningen vergelijken en aanvullen.

Begrippen Deze begrippen ken ik nu Byzantijnse Rijk benaming voor het Oost-Romeinse Rijk na de val van het West-Romeinse Rijk. Franken Germaans volk dat vanaf de 5e eeuw een eigen koninkrijk had. paus leider van de katholieke kerk. Saksen Germaans volk.


Les 2: Ola’s zoektocht begint

Les 2: Ola’s zoektocht begint Bronnen over Karel de Grote

Bron 1

Bron 2

Uit Het leven van Karel door Einhard

Uit Het leven van Karel door Einhard

“De oorlog met de Saksen duurde in totaal 35 jaar. Beide kanten leden veel verliezen, maar uiteindelijk verloren de Saksen. De oorlog had korter kunnen duren als de Saksen het christendom hadden geaccepteerd. Ze hebben zich vaak overgegeven en bekeerd om vervolgens opnieuw de wapens op te pakken en een nieuwe oorlog te beginnen. Bij een veldtocht heeft Karel zelfs bijna 5000 Saksen gedood nadat ze gevangen waren genomen, omdat ze weigerden zich tot het christendom te bekeren. Dit wordt de Slachting bij Verden genoemd. Hij heeft zo'n tienduizend Saksen verspreid over zijn hele rijk, zodat ze hem niet meer tot last konden zijn.”

“Naast de oorlog tegen de Saksen was die tegen de Avaren en de Hunnen het zwaarst. Iedereen dacht dat dit arme volkeren waren, maar toen Karel hun hoofdkwartier had veroverd, bleek deze vol te liggen met gouden en zilveren schatten. Deze waren in de eeuwen ervoor tijdens grote plundertochten door Europa verzameld. De Franken namen alles mee. Er is waarschijnlijk nooit een oorlog geweest waar een volk zo rijk van is geworden als deze.

Naar een fragment uit: Vita Karoli Magni, de biografie van Karel de Grote, geschreven door zijn vriend Einhard.

Naar een fragment uit: Vita Karoli Magni, de biografie van Karel de Grote, geschreven door zijn vriend Einhard.

Bron 3

Bron 4

Uit Het leven van Karel door Einhard

Uit Het leven van Karel door Einhard

“Karel trouwde op aandringen van zijn moeder met de dochter van de Lombardische koning, maar scheidde een jaar later van haar om met Hildegard te trouwen. Zij was een dochter van een belangrijke familie uit Schwaben. Ze kregen 3 zoons, Karel, Pepijn en Lodewijk, en 3 dochters. Hij had nog 3 dochters bij zijn derde vrouw Fastrada, die uit een andere belangrijke familie kwam. Na haar dood trouwde hij Liutgarde, een dochter van de graaf van de Alemannen.”

“Karel aanbad zijn moeder en zijn enige zus. Hij was ook dol op zijn kinderen. Hij vond dat al zijn zoons en dochters goed onderwijs moesten krijgen. Zijn zoons leerden paardrijden, vechten en jagen. Zijn dochters leerden spinnen en borduren. Zijn kinderen gingen vaak met hem op campagne. Zijn dochters heeft hij nooit uitgehuwelijkt. Hij zei dat hij niet zonder ze kon.”

Naar een fragment uit: Vita Karoli Magni, de biografie van Karel de Grote, geschreven door zijn vriend Einhard.

Met al deze oorlogen heeft Karel het rijk dat hij erfde van zijn vader sterk vergroot en bijna verdubbeld.”

Naar een fragment uit: Vita Karoli Magni, de biografie van Karel de Grote, geschreven door zijn vriend Einhard.

13


Monniken en ridders

14

Ola en het geheime genootschap

Bron 5

Bron 6

Uit Het leven van Karel door Einhard

Karel afgebeeld als keizer

“Karel was met veel overtuiging christelijk. Hij liet de grote kapel in Aken bouwen en versierde deze met goud en zilveren kandelaren en met relingen en portalen van massief brons. Omdat hij in de buurt geen zuilen kon vinden, liet hij ze overbrengen uit Italië. Hij ging elke ochtend en avond naar de kerk. Vaak ook ’s nachts als hij wakker was. Hij gaf veel geschenken aan de kerk van Sint-Pieter in Rome. Hij gaf ontelbare geschenken aan de pausen. En Karel vond niets belangrijker dan het herstellen van Rome in haar oude glorie en autoriteit. Ondanks dat is hij tijdens zijn regeerperiode maar 4 keer in Rome geweest. De laatste keer dat Karel in Rome kwam, kwam hij om paus Leo III te helpen. De bevolking van Rome had ruzie met de paus en ze wilden zijn ogen uitsteken en zijn tong afsnijden. De paus vroeg Karel om hulp. Die trok met een leger naar Rome en verbleef daar de hele winter. Tijdens de kerstmis heeft de paus de keizertitel aan Karel de Grote gegeven. Hij was vanaf toen keizer. Zelf vond Karel dat maar niets en hij zei dat, als hij had geweten dat de paus dit ging doen, hij die dag nooit naar de kerk gegaan zou zijn.”

Portret van keizer Karel de Grote met de rijkskroon, het rijkszwaard en de rijksappel. De kroon laat zien dat de koning meer is dan de andere mensen om hem heen. Het rijkszwaard staat symbool voor de macht die hij heeft en de rijksappel staat symbool voor de wereld waar hij over heerst. Op de kroon en de rijksappel staan een kruis, dat aangeeft dat Karel de Grote zich niet als gewoon ‘wereldlijk’, maar ook als christelijk of ‘geestelijk’ leider ziet.

Naar een fragment uit: Vita Karoli Magni, de biografie van Karel de Grote, geschreven door zijn vriend Einhard.

Bron 7 Schilderij dood van Fastrada Karel rouwt om de dood van Fastrada, zijn derde vrouw.

Schilderij uit 1513, gemaakt door Albrecht Dürer.

Schilderij van Carl Ludwig Adolf Ehrhardt uit 1857.


Les 2: Ola’s zoektocht begint

Bron 8

Bron 9

Trouwen in de middeleeuwen

Karel en de paus werkten graag samen “Paus Hadrianus I en Karel werkten graag samen. De paus vroeg Karels hulp toen de Longobarden, een volk uit Noord-Italië, de paus uit Rome wilden verjagen. Karel kwam en veroverde met zijn leger de stad Pavia en zette de Longobardenkoning Desiderius af. Karel was op dat moment nog getrouwd met de dochter van Desiderius, maar dat maakte Karel niet uit. Hij verstootte haar en liet zichzelf tot koning van de Longobarden kronen.” Informatie van Wikipedia.nl.

Afbeelding uit een 14e-eeuws middeleeuws boek.

“In de middeleeuwen trouwde een koning niet omdat hij verliefd was, maar omdat hij zo meer macht kon krijgen. Door te trouwen met een vrouw uit een belangrijke familie, wist de koning zeker dat deze familie hem zou steunen. Wie wil immers niet dat jouw dochter met een koning is getrouwd? Het zorgde voor veel aanzien als je dochter een prinses of koningin was. Trouwen was ook belangrijk voor een koning, omdat hij daarmee de toekomst van zijn land veilig kon stellen.” Informatie uit een handboek over de middeleeuwen.

Afbeelding uit een 14e-eeuwse kroniek waarin paus Hadrianus Karel de Grote om hulp vraagt.

Bron 10 Karels vrouwen “Karel is in totaal 5 keer getrouwd geweest en hij had meerdere bijvrouwen. Karel koos zijn huwelijken slim, om bondgenootschappen te sluiten. Maar toch bracht trouwen wel bepaalde risico’s met zich mee. Stel je bijvoorbeeld voor: een dochter van Karel trouwt met een belangrijke edelman. Die edelman komt dan aan het hof en kan zo vriendschappen sluiten met andere machtige families. Die families zouden dan kunnen zeggen dat ze Karels schoonzoon en niet Karels zoon als opvolger willen. Dat soort risico’s wilde Karel voorkomen: hij zei tegen zijn zussen en dochters dat ze niet mochten trouwen. Tot de dood van Karel bleven al zijn dochters ongehuwd. Daarna waren de meesten te oud om nog kinderen te krijgen.” Informatie van een internetpagina over de middeleeuwen.

15


Monniken en ridders

16

Ola en het geheime genootschap

Bron 11

Bron 12

Karels leger

Treat her like a princess

“Karel wilde graag dat zijn leger net zo sterk zou worden als de Romeinse legioenen. Dat was niet haalbaar. Maar in tegenstelling tot de meeste andere Europese legers in die tijd, was het leger van Karel heel goed georganiseerd en gedisciplineerd. Zijn leger beschikte over goede wapens, zoals grote, scherpe zwaarden. En Karels ruiters werden overal gevreesd. De beste ruiters van het rijk waren de scarae, Karels elitetroepen.”

Vertaling van de tekst: “Mijn vriendin zei dat ik haar meer als een prinses moest behandelen, dus ik heb haar uitgehuwelijkt aan een vreemde om de banden met Frankrijk te versterken.”

Uit een 20e eeuws handboek over de tijd van Karel de Grote.

Plaatje van een internetpagina.

Bron 13

Bron 14

Karel tegen de Saksen

De kroon van de paus

Widukind, leider van de Saksen, geeft zich over aan Karel de Grote. Bij zijn overgave moest hij zich bekeren tot het christendom.

Dit is een pauselijke tiara. Zo wordt de kroon van de paus genoemd. Op de kroon zie je 3 banden. Die banden symboliseren de 3 functies van de paus: priester, leraar en koning. De paus was namelijk ook koning over het grondgebied rond Rome. In het leven van Karel de Grote speelde geloof een grote rol. Karel was zijn leven lang trouw aan de paus en de kerk. Foto van een pauselijke tiara.

Schilderij uit de 19e eeuw, door Ary Scheffer.


Les 2: Ola’s zoektocht begint

17

Woordweb

De macht van Karel de Grote

oorlog voeren

de kerk

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

........................................... ...........................................

de macht van Karel de Grote

........................................... ...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

...........................................

huwelijkspolitiek .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................................


Monniken en ridders

18

Ola en het geheime genootschap

Leertekst les 2

De macht van Karel de Grote Dit heb ik gedaan

door oorlog te voeren, door  huwelijkspolitiek  en door

Je hebt samen met je klas Ola geholpen door een

gebruik te maken van de kerk.

aantal voorwerpen te onderzoeken die de macht van Karel de Grote symboliseren. Je hebt met je klas

Door veel oorlog te voeren, kreeg Karel de Grote er

3 voorwerpen onderzocht: het zwaard van Karel de

veel nieuw grondgebied bij. Oorlog voeren was voor

Grote, een tekening van een van de vrouwen van Karel

Karel een goed middel om zijn macht uit te breiden,

en de kroon van de paus. Je hebt onderzocht waar de

omdat hij de veroverde gebieden aan zijn rijk kon

3 voorwerpen voor staan en wat het best de macht

toevoegen. Tegelijkertijd kon hij de gebieden die hij

van Karel de Grote symboliseert: zijn zwaard (oorlog),

had veroverd plunderen en de nieuwe stukken land

zijn vrouw (huwelijkspolitiek) of de kroon van de paus

gebruiken om zijn belangrijkste mensen te belonen.

(geloof en de kerk). Hierdoor kon je Ola adviseren welk

Zo bleven deze helpers tevreden en trouw aan hem.

voorwerp ze moet kiezen en naar welke locatie ze

Een belangrijke veldslag was de veldslag in 782,

moet gaan: Rome of Parijs.

waarin Karel de Grote de Saksen versloeg. Dit wordt de Slachting van Verden genoemd.

Dit weet ik nu Karel de Grote was in de vroege middeleeuwen de

Karel de Grote is in zijn leven 5 keer getrouwd.

machtige koning van het Frankische Rijk. Toen Karel

Door met de juiste vrouwen te trouwen, kon

het rijk erfde van zijn vader was het al aardig groot,

hij  bondgenootschappen  sluiten en zijn macht

maar Karel breidde het nog verder uit. Uiteindelijk

uitbreiden zonder oorlog te voeren. Door met

regeerde hij over bijna heel West-Europa. Karel de

dochters van belangrijke mannen te trouwen, zorgde

Grote had 3 manieren waarop hij zijn rijk uitbreidde:

hij dat deze families hem trouw bleven en niet in

De veroveringen van Karel de Grote, 768-814.

Aken

Saksen

Parijs Beieren Avaren Longobarden

Moren rijk zoals Karel het erfde gebieden die Karel heeft veroverd

Rome Benevento


Les 2: Ola’s zoektocht begint

19

Begrippen Deze begrippen ken ik nu opstand kwamen. De koning trouwde dus niet omdat hij een vrouw leuk vond, maar omdat zijn rijk er groter en sterker van werd. Bovendien was het voor Karel belangrijk om zonen te krijgen, zodat hij zeker wist dat de door hem veroverde landen doorgegeven konden worden aan zijn zonen en zo in de familie bleven. Karel

bondgenootschap afspraak tussen landen of mensen die elkaar steun beloven. huwelijkspolitiek het inzetten van huwelijken om bezit van grondgebied te vergroten of bondgenoten te krijgen.

kreeg in totaal 18 kinderen. Karel vergrootte zijn macht ook door samen te werken met de paus. De paus zocht steun tegen zijn

Waarom is dit belangrijk?

vijanden. Karel bood zijn hulp aan, omdat hij het

Je kan op verschillende manieren aan macht

christendom belangrijk vond. Hij wilde ook dat alle

komen. In deze les heb je drie verschillende

inwoners in zijn rijk christen zouden zijn. Hij snapte

factoren bestudeerd die van belang waren

dat het geloof voor eenheid in zijn rijk zou zorgen

voor de macht van Karel de Grote. Deze

en dat het daardoor makkelijker te besturen was.

machtsfactoren zijn er nog steeds. Je ziet ze

Daarom hielp hij de paus. Als beloning werd Karel

bijvoorbeeld bij Poetin die militaire shows

in het jaar 800 door de paus tot keizer gekroond.

gebruikt om zijn macht te laten zien op het

Hiermee was Karels droom om het Romeinse Rijk in

gebied van vechten en oorlog. Ook laat hij

ere te herstellen uitgekomen. Omdat de paus degene

duidelijk zien dat hij samenwerkt met de

was die Karel had gekroond, vond hij dat hij nog wel

kerk in zijn land. Ook in de VS zie je dat de

boven Karel de Grote stond. In werkelijkheid was

presidentskandidaten altijd moeten laten blijken

niemand machtiger dan Karel de Grote.

dat ze gelovig zijn en een goede band hebben met de kerk. Door te kijken naar hoe deze

Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 39-40

machtsfactoren werkten in de middeleeuwen,

Je kan uit een grote bak met bronnen de bronnen

kan je ze ook extra goed terugzien bij

halen die bruikbaar zijn voor jouw onderzoeksvraag.

machthebbers nu.

Dat is de centrale vraag die je wil beantwoorden door informatie erover te verzamelen. Je kan ook vast-

Maar niet alleen om zijn macht en invloed op

stellen of bronnen betrouwbare informatie bevatten

de geschiedenis is Karel interessant. Vroeger

door de bron te bestuderen. Je kan daarnaast

deden de mensen dingen anders. Karel trouwde

informatie uit verschillende soorten bronnen halen,

bijvoorbeeld niet zomaar uit liefde. Door bij

bijvoorbeeld beeldbronnen.

geschiedenis te horen over dit soort andere manieren van leven kan je je beter bewust worden van wat jij eigenlijk belangrijk vindt, en waarom. Hoe kijk jij tegen trouwen aan? En zou dat anders zijn geweest als je in een andere tijd geboren was?


20

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Les 3: De bijzondere vondst Brief van Karel de Grote

FRAGMENT 1 In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest stuurt Karel, de door God gekroonde vredelievende Keizer en ook, door Gods genade, koning der Franken en Longobarden een brief aan Fulrad.

FRAGMENT 2 We maken U bekend dat onze algemene verzamelplaats dit jaar in het Oosten van Saksen aan de rivier Bode is, bij de plaats Stassfurt. We bevelen U om naar die plek te komen, bewapend met al uw mannen, op 15 juni.

FRAGMENT 3 Kom goed voorbereid, naar de hierboven genoemde plaats, zodat U van daaruit kan gaan waar wij U naartoe sturen. U zorgt dus voor wapens en gereedschap. Elk van Uw ruiters moet een schild, lans, zwaard, dolk, een boog en een koker met pijlen hebben. In Uw wagens moeten benodigdheden van allerlei aard, zoals bijlen, planken en scheppen meegenomen zijn, die voor elk leger nodig zijn. In de wagens moet ook voedsel aanwezig zijn voor drie maanden, en kleding en wapens voor zes maanden.

FRAGMENT 4 We bevelen U dat U vredig door ons land trekt richting de hierboven genoemde plaats. Dit betekent dat U niets mag nemen van de lokale bevolking behalve water, hout en haver voor de paarden. Zorg ook dat tijdens de mars al Uw leenmannen bij hun mannen bij de wagens blijven totdat U op de afgesproken plek bent, om te voorkomen dat de afwezigheid van hun heer ervoor zorgt dat mensen zich misdragen.

FRAGMENT 5 Zend Uw jaarlijkse geschenken in het midden van mei, naar de plaats waar we dan zullen zijn. Zorg dat U niet nalatig bent in het uitvoeren van bovenstaande bevelen, als U onze gunst wilt behouden.


Les 3: De bijzondere vondst

21

Leertekst les 3

Het leenstelsel Dit heb ik gedaan

een stuk land om zelfstandig te besturen. Karel was

Ola heeft in Aken (Duitsland) een document gevonden

hun  leenheer. Om regelmatig met zijn leenmannen

met de handtekening van Karel de Grote erop.

in verschillende gebieden te kunnen spreken, reisde

Het document heeft te maken met het leenstelsel.

Karel veel. Daarvoor liet hij overal in zijn rijk paleizen

Je hebt daarom het document onderzocht voor Ola

bouwen om in te kunnen verblijven. Deze paleizen

en bent erachter gekomen wat het belang was van

werden paltsen genoemd.

het leenstelsel voor de macht van Karel de Grote. Je hebt Ola geadviseerd of het leenstelsel wel of niet

Karel gaf zijn leenmannen een of meer stukken land

belangrijk was voor de macht van Karel de Grote en

te leen om dat te besturen. Zo’n stuk land noemen we

of het document een geschikt voorwerp is om aan de

een  leen. Een leen bestond uit een of meer  domeinen.

Luminati door te geven.

Een domein is een stuk land met een dorpje en landbouwgrond. De meeste boeren die er woonden

Dit weet ik nu

hoorden bij het domein. In ruil voor de macht over die

Het rijk van Karel de Grote was enorm en de wegen

domeinen hadden de leenmannen de plicht om de

waren slecht en gevaarlijk. Omdat hij geen geld

leenheer met raad en daad bij te staan: ze gaven Karel

had voor ambtenaren die hem konden helpen met

advies (raad), ze zorgden voor voedsel voor Karel en

besturen, maakte hij gebruik van  leenmannen.

zijn hofhouding, voor paarden, voor wapens en voor

Leenmannen waren edelen die een  eed van trouw  aan

mensen voor het leger. En ze vochten zelf mee aan de

Karel gezworen hadden. Zij kregen daarvoor in ruil

zijde van Karel in tijden van oorlog (daad).

Het leenstelsel.


22

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Na de dood van Karel ontwikkelde deze manier van

leenstelsel steeds minder. Het stelsel had een aantal

besturen zich verder tot het beroemde leenstelsel:

belangrijke nadelen:

leenmannen met veel grond leenden op hun beurt weer stukken land uit aan mannen die trouw aan hen

1. In de regels voor de leenman stond dat de stukken

waren en voor hen vochten. Deze mannen werden zo

land na de dood van de leenman weer in bezit

de  achterleenmannen  van de koning of keizer. Het

kwamen van de leenheer. Maar nog geen 100 jaar

leenstelsel bleef nog eeuwenlang de manier waarop

na Karels dood werden alle lenen erfelijk gemaakt.

het bestuur georganiseerd werd.

Zonen van de leenmannen kregen de lenen automatisch als erfenis en beschouwden de grond

Onder Karel de Grote werkte het leenstelsel

als familiebezit. Dat betekende minder macht voor

heel goed, maar onder zijn opvolgers werkte het

de koning.

Leenheren, leenmannen en achterleenmannen, tekening uit de 14e eeuw.


Les 3: De bijzondere vondst

2. Als de leenheer een opstandige leenman wilde

Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 40

aanpakken, had hij daarvoor de hulp van andere

Je kan betrouwbare informatie uit een historische

leenmannen nodig. Zij moesten de mannen leveren

tekstbron halen. Uit die informatie kan je

om te vechten tegen die opstandige leenman. De

reconstrueren hoe het leenstelsel heeft

koning of keizer was dus afhankelijk van die hulp.

gefunctioneerd. Je kan de voor-en nadelen tegen elkaar afwegen, kiezen welke zwaarder wegen en

3. Tot slot is er het probleem van de achterleen-

hier argumenten voor geven.

mannen. Die waren vaak vooral trouw aan hún directe leenheer (aan de leenman van de koning) en dus minder trouw aan de leenheer van hun leenheer, de keizer of koning. Dat kon gevaarlijk zijn voor de macht van de koning. Waarom is dit belangrijk? Karels manier om een leger bij elkaar te krijgen en het land te besturen is heel anders dan die van moderne leiders van landen. Omdat je nu meer weet over het leenstelsel, kan je een vergelijking maken met de manier waarop Begrippen Deze begrippen ken ik nu

onze regering met het leger en orde omgaat. Die manier is ingewikkelder, maar misschien wel ‘eerlijker’ dan hoe het in de tijd van Karel de Grote ging. Voor die tijd was het leenstelsel

achterleenman leenman van de leenman van de koning of keizer.

trouwens een heel slimme oplossing, die goed

domein een afgebakend stuk land met een dorpje en landbouwgrond.

van Karel verder ontwikkeld en bestond het

eed van trouw de plechtige belofte om iemand trouw te blijven, wat er ook gebeurt.

Je ziet het leenstelsel nu soms nog steeds

leen een stuk land dat een leenman van een leenheer kreeg. Een leen bestond uit één of meerdere domeinen.

bleek te werken en veel macht kon geven. Daarom heeft het leenstelsel zich na de dood nog maar liefst 1000 jaar.

terug bij de maffia en bij drugsbendes. Als je naar deze groeperingen kijkt, zou je kunnen zeggen dat het leenstelsel nog steeds bestaat. De maffiabaas geeft trouwe volgelingen een gebied waar zij de ‘macht’ over krijgen. In ruil

leenheer een edelman die gebieden onder zijn gezag laat besturen door leenmannen.

daarvoor moeten de trouwe volgelingen

leenman een edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.

conflict heeft met een andere baas.

‘belasting’ betalen aan de maffiabaas, trouw zweren en meevechten als de maffiabaas een

23


Monniken en ridders

24

Ola en het geheime genootschap

Les 4: Vuile handen Leertekst les 4

Het domein

Een domein is een landgoed: een dorpje met het omliggende land. Het domein was van een  landheer. Vaak had zo’n heer meerdere domeinen. Hij bezocht

Dit heb ik gedaan

die domeinen om de beurt, omdat hij er afhankelijk

Ola is naar Verden gegaan en heeft daar een archeo-

van was voor zijn voedsel.

logische vondst in handen gekregen. Het is een sikkel, die symbool staat voor het belang van de landbouw.

De heer zorgde voor rechtspraak in zijn domeinen.

Je hebt met de klas voor Ola uitgezocht of de land-

Ook zorgde hij ervoor dat alle  horigen  en  lijfeigenen

bouw belangrijk was voor de macht van Karel de Grote.

die op zijn land woonden beschermd werden. De heer moest dus ook tussen zijn domeinen reizen om alles

Dit weet ik nu

goed te kunnen regelen.

In de vroege middeleeuwen woonde en werkte bijna iedereen op het platteland. Ze leefden op een domein.

Pocket-jaarkalender van een middeleeuwse boer uit de 5e eeuw.

In het midden van het domein lag de vroonhoeve. Dat


Les 4: Vuile handen

was een versterkt huis (later een kasteel) waarin de heer woonde. In tijden van nood schuilden de horigen en lijfeigenen daar ook. Alle opbrengsten van het land dat bij de vroonhoeve hoorde, het vroonland, waren voor de heer. Hij en zijn huishouden leefden van deze opbrengsten en hiervan moest de heer ook zijn legertje onderhouden. Het vroonland werd bewerkt door lijfeigenen en horigen. Een domein moest zichzelf zien te redden en was zelfvoorzienend oftewel  autarkisch. Dat betekent dat alles wat nodig is om te leven door de mensen die op het domein woonden zelf werd gemaakt, zoals voedsel, kleding en gereedschap. Er waren in de vroege middeleeuwen drie verschillende soorten boeren. De  vrije boeren  hadden een eigen stuk land. Zij betaalden een deel van de oogst aan de heer. Dat noem je  pacht  betalen. Zij mochten zelf beslissingen nemen en mochten hun land ook verlaten zonder toestemming van de heer. Maar als er gevaar was, hadden ze geen recht op bescherming van de heer. Daar moesten ze vaak extra voor betalen. De horigen waren niet vrij. Zij hoorden bij het land. Dat wil zeggen dat ze dat land niet mochten verlaten zonder toestemming van de heer. Ze bewerkten een eigen stukje land, het hoeveland, waarvan ze de opbrengst mochten houden. Daarnaast moesten ze  herendiensten  doen, zoals werken op het land van

25

Begrippen Deze begrippen ken ik nu autarkisch zelfvoorzienend; als alles wat nodig is om te leven door de mensen zelf wordt gemaakt. drieslagstelsel een landbouwmethode waarbij roulerend een derde deel van het akkerland was verbouwd met zomergraan, een derde deel met wintergraan en een derde deel braak lag. herendiensten klussen die horige boeren voor hun heer moesten doen. horige een niet-vrije boer die hoorde bij het land van een heer. Hij moest het land van zijn heer bewerken en herendiensten verrichten, maar had ook een eigen stukje land. landheer een rijk, machtig persoon die één of meerdere domeinen bezat. lijfeigene een niet-vrije boer die hoorde bij het land van een heer. Hij had geen eigen stukje land. pacht een ander woord voor huur van een stuk land. In de vroege middeleeuwen werd deze huur betaald met een deel van de oogst. vrije boer een boer die een eigen stuk land had waarvoor hij pacht betaalde.

de heer, het vroonland. Ook zaken als karrendiensten voor de heer, hekken repareren en varkens houden waren herendiensten. De horige boeren hadden wel recht op bescherming van hun heer.

werd een derde van het land met zomergraan en een derde met wintergraan verbouwd. Het laatste,

Lijfeigenen hadden geen eigen grond. Zij woonden

derde deel lag braak. Dat wil zeggen dat het tijdelijk

en werkten op het vroonland. Zij waren, net als de

niet gebruikt werd voor de landbouw, zodat dit land

horigen, niet vrij.

het jaar erop weer vruchtbaar was. Het jaar erop rouleerden de gewassen op het akkerland, zodat op

In de tijd van Karel de Grote gebruikten de boeren

het stuk dat eerst zomergraan had, nu wintergraan

het  drieslagstelsel. Dit hield in dat al het akkerland

werd verbouwd. Het gedeelte van de wintergraan lag

op een domein in drieën werd verdeeld. Elk jaar

nu een jaar braak en het braakland werd opnieuw


Monniken en ridders

26

Ola en het geheime genootschap

4

Reconstructietekening van een middeleeuws domein.

1 2

7

3 5 6

1

vroonhoeve / burcht

2

smidse

verbouwd met zomergraan. Zo hadden de boeren

3

watermolen

altijd twee derde van hun akkerland in gebruik.

4

braak

5

woningen van horigen

6

wintergraan

7

zomergraan

Dit kan ik nu Je kan je inleven in een horige boer uit de vroege middeleeuwen. Je kan samenwerken en aan de hand van een afbeelding het domeinstelsel uitleggen.

Waarom is dit belangrijk? Door te zien hoe anders het leven vroeger was,

niet meer op tafel komt als we alleen nog maar

kan je beter zien wat bijzonder is aan de manier

lokaal voedsel zouden eten: bananen, mango’s,

waarop we dingen nu doen. En dan zie je ook dat

sinaasappelen, tonijn, zalm, rijst en nog veel meer.

het anders kan.

Wat vind jij? Zouden we meer lokale producten moeten eten? Net als in de middeleeuwen?

Bijvoorbeeld: op een domein leefde men van wat er op het domein geproduceerd werd.

Het contrast met nu kan ook niet groter zijn als je

Tegenwoordig zijn er steeds meer mensen die

bedenkt dat de meeste boeren in die tijd hun dorp

proberen zoveel mogelijk ‘lokale producten’

waarschijnlijk niet of nauwelijks verlieten en in

te kopen. Toch kopen de meeste mensen in

hun leven nooit verder kwamen dan 20 kilometer

supermarkten producten van over de hele wereld.

buiten hun gemeenschap. Als je dat weet, kijk je

Dat is een luxe. Bedenk maar eens welk eten

dan ook anders aan tegen reizen die jij nu maakt?


Les 5: Duivels dilemma

27

Les 5: Duivels dilemma Rubric vlog

Welk voorwerp moet Ola kiezen? Onderdeel

Beginner

Gevorderd

Expert

Ontwerp: Verzorging

De vlog is slordig en er is geen aandacht aan het uiterlijk besteed.

De vlog ziet er verzorgd uit, maar niet alles is goed verstaanbaar.

De vlog ziet er verzorgd en aantrekkelijk uit en alles is goed verstaanbaar.

Ontwerp: Lengte

De vlog duurt korter dan een minuut.

De vlog duurt tussen 1-2 minuten of is meer dan 4 minuten.

Duurt tussen de 2 en 4 minuten.

Ontwerp: Originaliteit/ creativiteit

Standaard.

Er zitten originele en/of creatieve elementen in.

De hele vlog is creatief en origineel aangepakt en uitgewerkt.

Inhoud: Onderbouwing top 3

Niet elke keuze in de top 3 is uitgelegd en de gegeven uitleg is niet duidelijk.

Niet elke keuze in de top 3 is uitgelegd of de gegeven uitleg is niet duidelijk.

Elke keuze in de top 3 heeft een duidelijke uitleg.

Inhoud: Gekozen voorwerp

Er is geen uitleg over de keuze van het voorwerp gegeven.

Er is wel 1 voorwerp gekozen, maar deze keuze is niet helder uitgelegd.

Er is 1 voorwerp gekozen en die keuze is goed uitgelegd.

Inhoud: Macht van Karel

Er is geen verband gelegd tussen macht en het voorwerp.

Er is een verband gelegd tussen de macht van Karel de Grote en het voorwerp, maar deze is niet volledig en/of niet helemaal correct.

Er is in de uitleg een duidelijk verband gelegd tussen het voorwerp en de macht van Karel de Grote.

Vaardigheden: AUB-methode

De AUB-methode is niet gebruikt.

De AUB-methode is niet goed of niet consequent gebruikt.

De AUB-methode is goed gebruikt.

Vaardigheden: Opbouw

Er zit geen structuur/ opbouw in de vlog.

Er zit een opbouw in de vlog, maar deze is niet helemaal gelukt.

Er zit een begin, kern en conclusie in de vlog.

Proces: Samenwerking

Er is niet samengewerkt.

Er is wel samengewerkt, maar het kan beter.

Er is goed samengewerkt.

Proces: Planning

o

Beoordeling:

De vlog is te laat ingeleverd.

o

De vlog is op tijd ingeleverd.


Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

28

College: Verspreiding van het christendom

.

.

1 Men mocht geen .

3 Men moest de abt

.

Het christendom is ontstaan in het

genoemd.

binnen.

Kerstening

stammen het

bekeren.

.

Zij waren niet-christelijk en werden door christenen

waren monniken die

.

waren beroemde missionarissen.

en

Iemand christelijk maken noemen we ook wel

.

hebben.

. .

.

Bekeren ging meestal vredig, maar soms met

Tijdens de Volksverhuizingen vielen

tot

en

2 Men mocht geen seks hebben.

Monniken en ridders

dat werd geleid door een

Tijdvak 3: van

heten

en

Dit noemen we

.

Organisatie van de kerk

.

is de leider van de kerk.

Personen die voor de kerk werken zijn

Zij gingen samenwonen in een

In een klooster moesten zij de hele dag

Mensen die wonen in een

Hier had men regels.

Sommige christenen sloten zich af van de wereld. Dit waren

En elke kerk had een

In de middeleeuwen was het christelijk gebied verdeeld in bisdommen, geleid door een

De

Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.

Conceptmap


College: Verspreiding van het christendom

29

Leertekst college

Verspreiding van het christendom Dit weet ik nu

Ook beloven ze hun dagen voortaan door te brengen

Het christendom is ontstaan in Jeruzalem, in het

met bidden en werken: ‘ora et labora’ in het Latijn.

Midden-Oosten. In die tijd was deze stad onderdeel

In de middeleeuwen was een van de taken die bij het

van het Romeinse Rijk. In de eerste eeuwen werd het

werken hoorde het overschrijven van oude boeken.

christendom door de Romeinen verboden. Toch

Dankzij dit werk zijn veel boeken bewaard gebleven.

groeide het aantal gelovigen, want het geloof sprak de mensen erg aan. Het duurde tot de 4e eeuw voordat

Toen het West-Romeinse Rijk aan het einde van de

het christendom werd toegestaan. Daarna werd het al

5e eeuw uit elkaar viel, kwamen er allerlei nieuwe

gauw de staatsgodsdienst. Dat betekende dat het

volken wonen in het gebied dat eerst Romeins was.

christendom het enige toegestane geloof werd. Het

Veel van deze volken, zoals de Germanen, waren niet

christendom verspreidde zich hierdoor direct over het

christelijk. Christenen gingen hun best doen om de

hele Romeinse Rijk.

niet-christelijke volken, die zij  heidenen  noemden, te  bekeren. Ze probeerden het oude Romeinse gebied

De christenen hadden hun geloof goed georganiseerd.

opnieuw te  kerstenen. Dat betekent ‘christelijk

Deze organisatie werkt tegenwoordig nog precies zo.

maken’. Dat kerstenen gebeurde onder andere

Het hele rijk werd opgedeeld in kleinere gebieden

door  missionarissen.

waar een  bisschop  de leiding kreeg over het geloof. Zo’n gebied werd een  bisdom  genoemd. Ieder

Missionarissen maakten gebruik van verschillende

bisdom heeft één grote kerk waar de bisschop zelf de

methoden om een volk christelijk te maken.

kerkdiensten verzorgt. Zo’n kerk wordt een kathedraal

Allereerst probeerden ze de koning van een volk

genoemd. Verder werden er door het hele rijk kleinere

te bekeren. Als dat lukte, dan nam de rest van

kerken gebouwd waar kerkdiensten werden gegeven

het volk vaak ook de nieuwe godsdienst aan. Ook

door  pastoors. De machtigste man binnen het

konden missionarissen daarna rekenen op steun

geloof werd de bisschop van de stad Rome. Hij werd

van die koning bij het bekeren van andere volken.

later  paus  genoemd.

De Frankische koningen – zoals ook Karel de Grote – hebben bijvoorbeeld soldaten meegestuurd met

Alle mensen die voltijds voor de kerk werken, zoals

missionarissen.

de paus, de bisschoppen en de pastoors, worden geestelijken genoemd. Dit begrip ben je al tegenge-

De soldaten moesten op de eerste plaats de

komen bij de standenmaatschappij, want het is een

missionarissen beschermen als zij probeerden om

van de drie standen. Ook  monniken  en  nonnen  horen

op een vredelievende manier een volk te overtuigen.

bij de geestelijken. Dit zijn mensen die in  kloosters

Dat deden ze bijvoorbeeld door te beweren dat de

wonen en hun hele leven in dienst van het geloof

christelijke god sterker was dan hun eigen goden.

stellen. Kloosters worden geleid door een abt. Mensen

Om dat aan te tonen, vernielden ze heidense heilige

die in een klooster willen gaan leven, moeten een

plekken. Als er dan geen wraak kwam van de heidense

kloostergelofte afleggen. Dat betekent dat ze moeten

goden bekeerden velen zich vrijwillig. Gebeurde

beloven dat ze geen bezit zullen hebben, niet aan

dat niet, dan werden de soldaten ook gebruikt om

seks zullen doen en de abt altijd zullen gehoorzamen.

mensen met geweld te dwingen om christen te


30

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Begrippen Deze begrippen ken ik nu worden. Karel de Grote dwong bijvoorbeeld alle Saksen om zich te bekeren nadat hij een oorlog tegen ze had gewonnen. Hij dacht dat één geloof in zijn rijk voor eenheid zou zorgen. In Nederland zijn de missionarissen  Willibrord  en  Bonifatius  erg beroemd geworden. Zij hebben geprobeerd de Friezen te bekeren. Dat is hen niet helemaal gelukt. Bonifatius werd in 754 zelfs door de Friezen vermoord. Willibrord is ook beroemd, omdat hij de eerste kerk heeft opgericht in het gebied dat nu

bekeren iemand overtuigen om in een andere godsdienst te geloven. bisdom gebied waar de bisschop de leiding heeft over het geloof. bisschop een hoge geestelijke. Leider van een bisdom. heidenen het woord dat christenen voor niet-christenen gebruikten in de tijd van monniken en ridders.

Nederland is, namelijk in Utrecht.

kerstenen het christelijk maken van een bevolking.

Rond het jaar 1000 was West-Europa uiteindelijk weer

klooster een plek waar monniken of nonnen leven.

zo goed als helemaal christelijk.

missionaris iemand die het christelijke geloof verspreidt. monniken mannelijke bewoners van een klooster. Begrippen Deze personen ken ik nu Bonifatius een missionaris die in de 8e eeuw heeft geprobeerd de Friezen te bekeren, maar in 754 door hen vermoord werd bij Dokkum. Willibrord een missionaris die rond 700 heeft geprobeerd de Friezen te bekeren en die de eerste kerk heeft gebouwd in het gebied dat we nu Nederland noemen.

nonnen vrouwelijke bewoners van een klooster. ‘ora et labora’ ‘bidden en werken’ in het Latijn. De hoofdtaken van monniken en nonnen in kloosters. pastoor iemand die kerkdiensten houdt en de leiding heeft over het geloof in kleine gemeenschappen. paus de bisschop van Rome. De leider van de katholieke kerk.


College: Verspreiding van het christendom

Bonifatius op missie bij de heidenen. 20e-eeuwse schoolplaat.

31


Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

32

College: Ontstaan en  verspreiding van de islam

Mohammed kwam uit

.

Ontstaan Daar stond de

;

;

5 de

Tijdvak 3:

.

van

.

tot

is de

Mohammed

van de

islam.

;

en

;

tussen:

die Ali volgden.

;

.

genoemd.

tegenover joden en christenen.

Verspreiding

De opvolgers van Mohammed worden

1 duidelijke regels;

2 een gedisciplineerd

3 verzwakte 4

In Europa veroverden de moslims bijna heel

De islam verspreidde zich snel door:

die de soenna (traditie) volgden.

Over de opvolging van Mohammed ontstond een

.

Monniken en ridders

.

.

naar Mekka.

te houden.

Het heilige boek van de islam heet de

4 het vasten tijdens de

Hun gebedshuis heet de

Mohammed moest in 622 de stad ontvluchten naar

.

Dit moment is het begin van de

Mensen die zich aansluiten bij de islam zijn

Als goed moslim dien je je aan de

Dit zijn:

1 de geloofsbelijdenis; 2 het rituele 3 het geven van

.

Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.

Conceptmap


College: Ontstaan en verspreiding van de islam

33

Leertekst college

Ontstaan en verspreiding van de islam Dit weet ik nu

Mohammed deed wat de engel van hem gevraagd had

De  islam  is ontstaan op het Arabische schiereiland

en hij kreeg steeds meer volgelingen in en rond

in de stad Mekka. Hier leefden toen verschillende

Mekka. Deze volgelingen worden  moslims  genoemd.

rondtrekkende stammen die ieder hun eigen

Moslim betekent letterlijk ‘iemand die zich overgeeft’.

(polytheïstische) godsdiensten hadden. Mekka was

Moslims gaven zich over aan God. Het geloof wordt de

een heilige stad voor veel van die stammen. In Mekka

islam genoemd, wat ook ‘overgave’ betekent. De

stond de  Ka’ba: een gebouw met daarin een meteoriet

Arabische naam van de god van Mohammed is  Allah.

die uit de ruimte was gevallen. Mensen dachten dat deze van de goden kwam en daarom vereerden ze die.

De bestuurders van Mekka waren niet blij met de populariteit van Mohammed. Zij verdienden geld aan

Rond het jaar 570 werd in Mekka  Mohammed

de stammen die hun goden kwamen vereren bij de

geboren. Mohammed behoorde tot de machtigste

Ka’ba. Zij waren bang dat als die stammen over

stam van het gebied. Mohammed dacht na over de

zouden stappen op het geloof van Mohammed, zij de

samenleving waarin hij leefde. Hij zonderde zich

Ka’ba kapot zouden maken of in ieder geval niet meer

regelmatig af in de woestijn om beter te kunnen

naar de Ka’ba zouden komen en er dus minder geld

nadenken. Volgens de islam werd Mohammed in

verdiend kon worden. De bestuurders van Mekka

het jaar 610 daar bezocht door de engel Gabriël.

wilden Mohammed oppakken. Daarom vluchtte hij in

De engel vertelde hem dat er maar één god was en dat Mohammed was gekozen om de boodschapper voor God te zijn. Zo iemand noemen we een  profeet. De boodschappen die Mohammed moest doorgeven zijn later opgeschreven in de  Koran, het heilige boek van de islam.

De Ka’ba in Mekka.


Monniken en ridders

34

Ola en het geheime genootschap

Mohammed preekt voor zijn volgelingen, 17e-eeuwse islamitische afbeelding.

het jaar 622 naar de stad Medina. Deze vlucht van

genoemd en zijn: de geloofsbelijdenis, het rituele

Mohammed werd bekend als de  hedjra  en werd het

gebed, het geven van aalmoezen, het vasten tijdens

begin van de islamitische jaartelling.

de ramadan en de pelgrimstocht naar Mekka (als je de middelen hebt).

Mohammed kreeg ook in Medina steeds meer volgelingen. Hij wist daar een groot leger bij elkaar

De islam verspreidde zich veel sneller dan het chris-

te krijgen waarmee hij een aantal jaar later Mekka

tendom. De volgelingen van Mohammed veroverden

innam. Eén van de eerste dingen die hij deed toen

in minder dan honderd jaar een heel groot gebied: van

hij terug was in Mekka was het weghalen van

Spanje in het westen tot India in het oosten. Dit had

verschillende godenbeeldjes bij de Ka’ba. Deze goden

een aantal oorzaken:

bestonden niet volgens Mohammed. Hij maakte de Ka’ba tot een heilige plaats ter ere van Allah en geen andere goden.

• Ten eerste sprak het geloof mensen heel erg aan omdat het duidelijke regels had en iedereen naar de hemel kon gaan als hij of zij goed had geleefd.

Het geloof van Mohammed kreeg langzaam steeds

• Ten tweede bracht het geloof orde en discipline

duidelijker regels. Zo kwamen er vijf verplichtingen

onder de mensen. Het was voor moslims verboden

waar elke moslim aan moest voldoen. Deze

om tegen elkaar oorlog te voeren en samen konden

verplichtingen worden de  vijf zuilen van de islam

ze nu een sterk leger bij elkaar brengen.


College: Ontstaan en verspreiding van de islam

• Vervolgens hielp het dat grote rijken, het Byzantijnse Rijk en het Perzische Rijk, die al bijna honderd jaar oorlog voerden met elkaar, inmiddels erg verzwakt en dus makkelijk te verslaan waren. • Tot slot stelden de meeste moslims zich tolerant op tegenover mensen met een ander geloof in de gebieden die ze veroverden. Hierdoor kwam er weinig verzet. Mohammed maakte de snelle verspreiding van zijn geloof niet mee. Hij stierf twee jaar na de inname van Mekka. Als opvolger werd een goede vriend van Mohammed aangewezen. De opvolgers van Mohammed als leider van de islamitische wereld werden  kalief  genoemd. De tweede en derde opvolger waren ook vrienden van Mohammed, maar de vierde was zijn neef en schoonzoon Ali. Ali eiste de titel van kalief op. Deze breuk met de traditie veroorzaakte een conflict onder de gelovigen. Dit conflict liep uit op een burgeroorlog tussen tegenstanders van de benoeming van Ali (zij noemden zich soennieten) en voorstanders daarvan (zij noemden zich sjiieten). Tegenwoordig is de islamitische wereld nog steeds verdeeld tussen  soennieten  en  sjiieten. In de islamitische gebieden ging het lange tijd erg goed. Er ontstonden grote steden door de bloeiende handel. Kunst en wetenschap stonden op een hoog niveau. Er ontstond bijvoorbeeld een eigen herkenbare islamitische bouwstijl. Er zijn veel ontdekkingen gedaan op het gebied van wiskunde, geneeskunde en astronomie. De islamitische wereld was op dat gebied verder ontwikkeld dan de christelijke wereld in dezelfde tijd. De islamitische cultuur kun je nu nog terugzien in Spanje, waar de moslims van de 8e tot het einde van de 15e eeuw gebied in handen hadden. In het jaar 732 waren de moslims bij de Franse stad Poitiers tegengehouden door de grootvader van Karel de Grote: Karel Martel. In 1492 werd de laatste Europese stad, Granada, weer op de moslims veroverd door christelijke legers.

Begrippen Deze begrippen ken ik nu Allah de Arabische naam van God. hedjra de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina in 622. islam het geloof dat gesticht is door Mohammed. Ka’ba een heiligdom in Mekka. kalief leider van de islamitische wereld. Opvolger van Mohammed. Koran het heilige boek van moslims. moslim iemand die het geloof van Mohammed aanhangt. profeet een boodschapper van God. sjiieten moslims die willen dat de opvolger van Mohammed een bloedverwant van de profeet is (zoals Ali; sjiieten zijn ‘met Ali’). soennieten moslims die willen dat de opvolger van Mohammed volgens de traditie (‘soenna’ in het Arabisch) gekozen wordt. vijf zuilen van de islam de vijf verplichtingen die moslims hebben. Deze persoon ken ik nu Mohammed profeet en stichter vanhet islamitische geloof. Leefde van 570 tot 632.

35


36

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

De vroege middeleeuwen Tijdlijn Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.

622

700

500

600

570

Grieken en Romeinen | 3000 v.Chr.-500 n.Chr.

754

782


De vroege middeleeuwen

37

732

1000

900

800

695

Monniken en ridders | 500-1000

814

843

800


38

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Overzicht vaardigheden Vaardigheid 1:

Vaardigheid 2:

Aantekeningen maken (les 1)

Hoofd- en bijzaken onderscheiden (les 1)

Als je aantekeningen maakt, verzamel je de belang-

Niet alles wat je hoort of leest tijdens de les is even

rijkste informatie van een verhaal. Je leest de tekst

belangrijk om te onthouden.

of luistert naar wat er gezegd wordt en schrijft ­tegelijkertijd de informatie op die jij belangrijk vindt.

De hoofdzaak is de echt belangrijke informatie.

Door het maken van aantekeningen leer je op een

Deze gaat over de kern van het verhaal. Zonder deze

actieve manier. Je hersenen doen echt iets met de

informatie klopt het verhaal ook niet meer. Vaak heeft

informatie en daardoor onthoud je het beter.

een tekst een centrale vraag die beantwoord wordt. Of je hebt zelf een vraag waar je een antwoord op zoekt.

Soorten aantekeningen

Alles wat je kan gebruiken voor het beantwoorden van

Er is niet 1 manier om aantekeningen te maken. Er zijn

die hoofdvraag is dan een hoofdzaak.

verschillende manieren. Zo kan je bijvoorbeeld:

De bijzaken zijn minder belangrijk, zoals een voorbeeld of extra uitleg. Ze zijn een aanvulling op de

• losse woorden onder elkaar zetten in de volgorde

hoofdzaak en de verhaallijn.

van het verhaal; • woorden opschrijven en met pijlen met elkaar verbinden;

Als je weet wat de hoofdzaak van een verhaal of een tekst is, kan je veel makkelijker aantekeningen of

• een woordweb maken over het verhaal;

een samenvatting maken. Zo onthoud je beter de

• een tekening maken van het geheel (maar dit kost

informatie die er echt toe doet.

wel veel tijd). Wat zijn bijzaken? Hoe maak je goede aantekeningen? • Bedenk vooraf wat je wilt weten als je de tekst gelezen hebt. Wat is je doel? • Neem een actieve lees- of luisterhouding aan om zo de hoofdzaken uit de tekst te halen. • Gebruik steekwoorden. Schrijf dus geen hele zinnen op. Steekwoorden zijn de belangrijkste woorden.

• Extra uitleg. Iets dat nog eens op een andere manier wordt uitgelegd. • Aansprekende voorbeelden, die bedoeld zijn om het verhaal sterker te maken. Ze voegen geen informatie toe, maar maken de informatie duidelijker. • Details. Ze zijn bedoeld voor wie echt álles wil

Als je die bij elkaar zet, heb je de belangrijkste

weten, maar zijn voor het begrijpen van het hele

inhoud te pakken als een soort kapstok.

verhaal niet belangrijk. • Anekdotes, grappige weetjes. Ze zijn bedoeld om het verhaal aantrekkelijker te maken. • Afbeeldingen die geen belangrijke nieuwe informatie toevoegen aan het verhaal. Als je deze afbeeldingen weghaalt, is het verhaal nog steeds goed te volgen.


Overzicht vaardigheden

Tip: Aan sommige signaalwoorden kan je zien dat iets een bijzaak is. Woorden als ‘trouwens’ en ‘overigens’ wijzen op dingen die extra toegevoegd worden, maar niet tot de kern behoren. Woorden als ‘bijvoorbeeld’, ‘Neem nou ...’ en ‘Zo heb je ...’ maken duidelijk dat er een voorbeeld volgt.

39

Vaardigheid 4:

Betrouwbaarheid bronnen (les 2) Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is daarom goed om bij elke bron een aantal vragen te stellen: 1. WANNEER is deze bron gemaakt? 2. WIE maakte deze bron?

Vaardigheid 3:

Bruikbaarheid bronnen (les 2)

3. WAAROM is deze bron gemaakt? 4. WAT staat er precies in de bron? En klopt dat met andere bronnen?

Er zijn 2 manieren om naar bronnen te kijken:

Zo kan je proberen te ontdekken of het waarschijnlijk

1) Je kan een bron bekijken en kijken welke informatie

is dat de informatie uit de bron klopt.

de bron allemaal geeft. Als je bijvoorbeeld een nieuwe bron ontdekt in een archief, stel je meestal

Hoe kan je de antwoorden op de vragen WANNEER,

de vraag wat deze bron ons allemaal kan leren over

WIE en WAAROM gebruiken om te weten of een

het verleden.

bron betrouwbaar is?

2) Je kan ook naar een bron kijken vanuit een

WANNEER EN WIE:

vraagstelling. Vooraf weet je dan al waarnaar je op

Je kunt als je deze vragen hebt beantwoord kijken

zoek bent. Als je vooraf een vraag hebt, bijvoorbeeld

naar de tijdsafstand tussen de inhoud van de bron en

als je wilt weten wanneer Karel de Grote leefde, kan

de maker van de bron. Wanneer leefde de schrijver

je gerichter naar bronnen zoeken. Om die vraag te

en wanneer gebeurde waar hij over schreef? Hoe

beantwoorden, heb je vaak maar een deel van de

kleiner deze afstand is, des te betrouwbaarder de

informatie uit een bron nodig. En niet alle bronnen

informatie (meestal) is. Dan is het namelijk een

geven antwoord op je vraag.

ooggetuige. Voorbeeld van een betrouwbare bron is de beschrijving van een veldslag door iemand die erbij

Meestal wordt eerst een vraag bedacht en dan naar

was. Als iemand er 200 jaar later over schrijft, is het

het antwoord gezocht in bronnen. Je moet dus eerst

vaak een stuk minder betrouwbaar.

toetsen of je bronnen informatie bevatten die jij nodig hebt; of de bronnen bruikbaar zijn. Een bron

WAAROM:

is bruikbaar als deze informatie bevat die je zoekt en

Maar een ooggetuige kan ook juist partijdig zijn.

onbruikbaar als hij geen antwoord geeft op de vraag

Daarom is de vraag ‘WAAROM?’ ook belangrijk. Ga

die je hebt.

na of de maker een doel met de bron had. Is de maker bijvoorbeeld eigenaar van een winkel en wil hij ‘reclame’ maken? Heeft hij tijdens de veldslag zijn been verloren? Dit soort informatie kan je iets meer vertellen over of diegene partijdig is als hij iets vertelt


40

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Vaardigheid 6:

over de vijand of over een product. WAT: Check ook altijd of dezelfde informatie in andere bronnen terugkomt. Dat maakt de inhoud al wat betrouwbaarder.

Vaardigheid 5:

Historische tekstbronnen (les 3) Jullie hebben al informatie uit verschillende bronnen gehaald. We bekijken nu hoe je betrouwbare informatie uit historische tekstbronnen haalt. 1) Bepaal de tekstsoort. Er zijn heel veel soorten tekstbronnen.

Beeldbronnen (les 2)

Voorbeelden van tekstbronnen zijn brieven, oorkondes, reisverslagen, dagboeken en

Als je hebt vastgesteld dat een bron bruikbaar en de

uitnodigingen. Bepaal eerst wat voor soort

informatie in de bron betrouwbaar is, kan je kijken of

tekstbron het document is.

de bron daadwerkelijk antwoord geeft op de vraag die je hebt gesteld. Dit kan je doen door de volgende

2) Analyseer de bron. Volg hiervoor de volgende stappen:

stappen te doorlopen: 1) Beschrijf wat je ziet.

Stap 1: WANNEER?

Probeer erachter te komen wanneer het document

Bekijk de bron en stel jezelf de vraag waarover de

is gemaakt. Vaak staat dit in de bron aangegeven.

bron zou kunnen gaan. Wat zie je als eerste als je

Soms staat er informatie in de tekst waaruit je kan

naar de bron kijkt en wat valt je als eerste op?

opmaken wanneer de bron ongeveer gemaakt is. Soms moet je extra informatie opzoeken.

2) Bestudeer wat je ziet. Bekijk de bron nu meer in detail. Welke personen zie je? Zijn er voorwerpen of symbolen te

Stap 2: WIE?

Bepaal wie het document gemaakt heeft of wie het

ontdekken? Wat doen de personen? Is er tekst bij

heeft laten maken.

de beeldbron en wat is daar dan uit op te maken? Bijvoorbeeld een jaartal?

Stap 3: WAAROM?

Bepaal waarom het document geschreven is. Wat 3) Leg uit wat je ziet.

probeerde de maker van de bron te bereiken met

Probeer te bedenken waarom de maker van de bron

de bron? Om het doel van het document te kunnen

dit heeft opgeschreven of getekend. Hiervoor gebruik

bepalen, bekijk je wat je bij stap 1 en 2 gevonden

je kennis die je al hebt. Leg uit wat de context is van

hebt.

de bron. Over welke gebeurtenis gaat de bron? 4) Beoordeel wat je ziet. Beoordeel nu de bron. Ben je het eens met de

Stap 4: WAT?

Bepaal wat er in de bronnen staat. Dit kan je al eerder doen, maar je kan de inhoud pas goed

maker van de bron? Geeft hij een eerlijk beeld of wil

begrijpen als je de eerste 3 stappen hebt

de maker jou zijn mening opleggen? Klopt het met

doorlopen. Nu kan je ook pas goed bedenken of

andere informatie die je hebt over dit onderwerp?

de informatie betrouwbaar is.gheid 5:


Overzicht vaardigheden

Vaardigheid 7:

Argumenten geven (les 5) Als je iemand wilt overtuigen van je mening moet je met argumenten komen: redenen voor jouw mening. Hoe kan je dat doen? 1) Gebruik de AUB-methode. Je geeft je mening. (Ik vind dat …)

(A) Je geeft een argument. (Ik vind dit, omdat …)

(U) Je geeft uitleg bij het argument, (daarmee bedoel ik dat …)

(B) Je geeft een voorbeeld bij je argument (Bijvoorbeeld: …)

2 ) Geef meerdere argumenten voor jouw mening. Begin met je sterkste punt, met de belangrijkste reden voor je mening. Geef daarna de extra argumenten. Steeds met een uitleg en een voorbeeld. Gebruik geloofwaardige argumenten Als je argumenten geeft, is het belangrijk dat je geloofwaardig bent. Gebruik daarom zoveel mogelijk feiten en logica, want dan lukt het je het best om mensen te overtuigen. • Zeg: ‘Ik vind …, omdat … .’ • Gebruik zoveel mogelijk feiten. • Het moet logisch zijn, dus kies een goede volgorde van je argumenten.

41


42

Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap

Aantekeningen .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................................


Overzicht vaardigheden

43

.............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................................


Monniken en ridders

44

Ola en het geheime genootschap

Begrippenoverzicht Begrip achterleenman

Pagina

Begrip

Pagina

22

Ka’ba

33

adel

7

kalief

35

Allah

33

Karel de Grote

7

autarkisch

25

keizer

7

bekeren

29

kerstenen

29

bisdom

29

klooster

29

bisschop

29

Koran

33

bondgenootschap

18

landheer

24

leen

21

boerenstand

7

Bonifatius

30

leenheer

21

Byzantijnse Rijk

11

leenman

21

centraal bestuur

7

lijfeigene

24

domein

21

macht

drieslagstelsel

25

missionaris

29

eed van trouw

21

Mohammed

33

Franken

11

monniken

29

7

moslim

33

hedjra

34

nonnen

29

heidenen

29

‘ora et labora’

29

herendiensten

25

pacht

25

horige

24

pastoor

29

huwelijkspolitiek

18

paus

islam

33

profeet

geestelijkheid

6

11, 29 33


Begrippenoverzicht

Begrip

Pagina

Saksen

12

sjiieten

35

soennieten

35

standenmaatschappij

7

symbool

7

tijd van monniken en ridders

7

vijf zuilen van de islam

34

vrije boer

25

vroege middeleeuwen Willibrord

7 30

45


Bronvermelding Shutterstock, tenzij anders vermeld Blz. 2-3

Imageselect (buste Karel de Grote)

4

Wikimedia Commons, Public Domain (Mohammed)

5

AKG-images (Kroning Karel de Grote)

6

Wikimedia Commons, Public Domain (afbeelding middeleeuws boek)

8 Wikimedia Commons, © Imperial Crown of the Holy Roman Empire, Markus Luttenberger 11

AKG-images (Kroning Karel de Grote)

14

Wikimedia Commons, public domain (portret Karel de Grote)

Publiek domein (schilderij Carl Ludwig Adolph Ehrhardt, 1857)

15

Publiek domein (afbeelding 14e-eeuws middeleeuws boek)

Publiek domein (afbeelding 14e-eeuwse kroniek)

16

Publiek domein (schilderij Ary Scheffer, 19e eeuw)

17 Wikimedia Commons, © Papal Tiara, Matthias Kabel

© Musée du Louvre, Dist. RMN GP / Philippe Fuzeau (zwaard)

22

Wikimedia Commons, Public Domain (tekening uit de 14e eeuw)

24

Wikimedia Commons, Public Domain (pocket jaarkalender 14e eeuw)

34, 36 Wikimedia Commons, Public Domain (Mohammed) 36

Wikimedia Commons, Public Domain (marteldood Bonifatius)

37

AKG-images (Kroning Karel de Grote)


Colofon Hoofdredactie

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Koen Henskens

mag worden gereproduceerd of openbaar gemaakt

Rinske Koehorst

door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke

Conceptdesign

toestemming van de uitgever.

Tine Daamen Carla Wiechers

De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Indien iemand meent als rechthebbende

Eindredactie

in aanmerking te komen, kan hij of zij zich tot de

Mariët Bosschers

uitgever wenden.

Auteurs

Versie 2.0, 2019

Kris van den Heijkant

Blink Educatie

Nathan van Kleij

Postbus 380

Henrike Luijk

5201 AJ ’s-Hertogenbosch

Marieke Strik-Jonker

www.blink.nl

Uitgever

Blink Educatie ontwikkelt vernieuwende, digitale

Firien Dubben

lesmethodes waarbij het bereiken van kinderen het uitgangspunt is. Doordat kinderen met deze

Projectmanager

methodes zelf zien, doen, voelen en beleven,

Simone La Lau

begrijpen ze de lesstof sneller en onthouden ze deze beter. Zie voor meer informatie www.blink.nl

Concept en Interactie Eelco Heuvelmans

Blink Educatie is een zusje van Blink Media, bekend van onder andere Bobo, Okki, Wild van Freek en

Vormgeving Captain Graphics Assetverwerving en -coördinatie Coen Doesborg

National Geographic Junior.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.