Magazine Inzicht (in Dutch), winter 2017/2018

Page 1


DE STILLE KRACHT VAN HET VERHAAL PALING ASWAN ADEMT HANDEL ONMISBAAR ‘WE LOVE THE THAMES’ RECEPT POTTED SHRIMPS DE BOER OP MET BAGGER RUBICON ERFGOED METIER MAGAZINE MENSEN IN STOF ROOFTOP NY FLUVIORUM REX SPOTTED KNOLOOK (KNOFFEL) 29 JUNI 2017 1886 ROTTERDAM DESERT SILVER VELDGIDS ARCHEOLOGIE

04 08 11 20 22 25 26 32 34 36 42 45 48 50 52 54 56 58


03 We hebben met de grootst mogelijke zorg gewerkt aan dit magazine. We hebben ons laten inspireren door de dingen die om ons heen gebeuren en geschreven over de dingen die ons dagelijks bezighouden, zowel privé als zakelijk. En hoe dat eigenlijk door elkaar heen loopt. We hebben vrij gebruik gemaakt van afbeeldingen van de bedrijven waar we aandacht aan hebben besteed. Het zijn zonder meer positieve verhalen of items. Daarnaast hebben we onze eigen foto’s gebruikt en toestemming gevraagd aan deze of gene. Waarvoor dank. De illustraties zijn van eigen hand. We hebben zoveel mogelijk verwezen naar websites voor aanvullende informatie. Speciale dank: Kelvin, Martin, Esther, Lisa, Boukje, Harry, Marloes, Kim,Tom en Peter Paul.

Cowry shells: The British Museum

INZICHT BLKVLD Uitgevers ISSN 2589-2673

Patrijzenstraat 11 2042 CL Zandvoort jolandabos@blikveld.nl +31[0]6 21 69 69 88 lonnekebeukenholdt@blikveld.nl +31[0]6 54 99 22 22

Beste relaties, klanten, collega’s, Inmiddels is het traditie geworden om een jaar af te sluiten met een uitgave van Inzicht. We zijn met de uitgeverij inmiddels drie jaar verder en het leven is leuk. We zijn zeer tevreden over de lijst met uitgaven van de afgelopen jaren en hebben een inspirerende lijst met boeken om aan te werken in 2018. Een deel ervan presenteren we graag hier, in Inzicht 2017-2018. Naast onze boeken, verzorgen wij ook allerlei andere uitgaven. Er staan heel wat tijdschriften op de rol, evenals gelegenheidsuitgaven. Het umfeld van het uitgeven van boeken heeft ons heel veel plezier opgeleverd de afgelopen tijden. Wie houdt er niet van taart tenslotte?! Het regelen van boekpresentaties, lezingen, het contact met drukkers; het heeft ons veel plezierige momenten opgeleverd het afgelopen jaar. Met name onze boekpresentaties in het Rijksmuseum van Oudheden was geweldig. Dank RMO voor jullie gastvrijheid! Wij hebben dan ook zeker geen spijt dat we deze stap van communicatie en ontwerpbureau naar uitgeverij gemaakt hebben. Tenslotte willen we heel graag even van de gelegenheid gebruik maken om de twee K’s in ons tijdschrift te bedanken. Kelvin Wilson, dank voor al je inzet voor deze uitgave. Het is een schitterende bijdrag geworden in de vorm van jouw artikel over textiel. Jouw magnifieke reconstructies zijn weer niet te versmaden! En natuurlijk we willen ook graag Kim Balster bedanken voor de onvolprezen foto’s die zij maakte tijdens de boekpresentaties in het RMO dit jaar. Mocht u ooit een fotograaf nodig hebben dan raden wij u van harte aan met KB fotografie (www.kbfotografie.nl) in zee te gaan. Plezier met het lezen van ons tijdschrift en tot snel! Lonneke Beukenholdt Jolanda Bos 2017 / 2018



05 Wij beginnen Inzicht altijd graag met een artikel over de TrendRede en trends. En voor ons gaat de TrendRede van 2017 over “de stille kracht van het kleine verhaal”. Als uitgeverij zijn wij er vóór, voor dat kleine verhaal… trouwens, ook voor de grote verhalen. En als wij zeggen dat we houden van het kleine verhaal, bedoelen we niet klein als in de betekenis van ‘slecht zichtbaar’ of onbeduidend. Met klein bedoelen we lokaal, gedetailleerd, bijzonder, specialistisch, ongebruikelijk en onverwacht. Met de nadruk op verháál ook; datgene wat je raakt als mens en wat aangenaam of aangrijpend is opgeschreven èn zinnenstrelend is vormgegeven. Wij willen u in dit artikel iets meegeven van ons gedachtegoed en de wijze waarop wij als uitgeverij aansluiten bij meer algemene trends in onze samenleving.

B L K V L BDL KP Vu LbDl i U s hi te gr es v |e r i sn s|i Pg uh bt l bi sl ah ce kr &s w h i t e


BLKVLD Uitgevers is een paar jaar geleden geboren uit het idee dat we op een andere manier boeken willen maken. Boeken waar ons hart sneller van gaat kloppen, zo stelden we destijds vast. Wij hebben de ambitie om uit te geven wat we leuk vinden, een amalgaam van onderwerpen, die ondanks hun diversiteit raken aan datgene wat ons interesseert of waar onze liefde naar uitgaat. En als we wegdrijven bij de inhoud, en meer kijken naar onze werkwijze, zijn onze uitgaven ook kleinschalig georganiseerd, zonder overhead of de tussenkomst van de verschillende organisaties die de boekenbranche domineren. Een ideële denkwijze misschien, maar het blijkt te werken. Vorig jaar brachten we op die manier zes boeken uit. Voor het komende jaar hebben we ook weer een dergelijk aantal op de rol staan. In dit magazine treft u weer een voorproefje voor 2018-2019 en natuurlijk een verslag van onze activiteiten in het afgelopen jaar.

“Het kleine, lokale denken prevaleert in onze samenleving.”

Het gaat in deze wereld al lang niet meer om wat je bezit. Het gaat om de waarde die we toevoegen aan de wereld om ons heen. Bij BLKVLD Uitgevers wilden we dat doen met nieuwe boeken waar anderen en wijzelf plezier aan beleven bijvoorbeeld. Wij gingen de afgelopen tijd met BLKVLD Uitgevers op zoek naar het Bruto Nationaal Geluk, waar men in de TrendRede van 2017 over spreekt. We wilden ook kleín blijven; en daarmee een bepaalde vrijheid in ons werk creëren. Terwijl we toch ook tijdelijk samenwerkingsvormen in het leven roepen voor de productie van een boek. Een “tijdelijke kolchoz” zo stelden we het ons voor in het magazine van 2015, samen met onze auteurs, met fotografen en andere specialisten die positief konden bijdragen aan onze boeken. Op die manier is het voor ons mogelijk bijzondere projecten uit te voeren, zoals wij die willen vormgeven en met een eerlijk percentage van de opbrengst voor iedere deelnemer. Het betekende voor ons dus geen lege ruimte of werken zonder mensen om ons heen, maar juist mèt anderen om samen te komen tot iets moois.

“Want wie door niets omringd wordt, komt tot niets”.

De vrijheid om uit te geven wat wij belangrijk of interessant achten en dat doen met veel vrijheid in de vormgeving, brengt met zich mee dat je harder moet lopen om je doelen te verwezenlijken. Vrijheid blijkt een werkwoord, stelde diezelfde TrendRede; je moet er wat voor doen. Steeds weer zoeken naar passende vormen voor een boek bijvoorbeeld. Wij zijn wars van altijd dezelfde conventionele uitgeefmodellen als dat een goed of interessant product in de weg zit. Niks ‘vast fonds’ dat onze boekonderwerpen inkadert of de manier dicteert waarop we mogelijk nog kunnen vormgeven. Wij willen bij onze manier van werken


07 geen alternatief uitgeefmodel onbenut laten. Dat betekent ook dat je de ene keer mogelijk meer verdient dan de andere, of de ene keer meer risico neemt dan de andere keer. Om een voorbeeld te geven: wij ontwikkelden in het afgelopen jaar voor musea een plan om voor tentoonstellingen catalogi uit te geven waarbij het museum de kosten voor de productie van de boeken terugverdient na verkoop van een vooraf vastgestelde oplage. Bij sommige tentoonstellingen is het namelijk onmogelijk geld te reserveren voor een catalogus, merkten wij. En wij vinden dat iedere tentoonstelling het verdient dat de tijdelijke en bijzondere samenkomst van voorwerpen, en het daarbij horende verhaal verteld wordt.

“Vrijheid is een werkwoord”

Als uitgeverij experimenteren wij met het aangaan van verbindingen en het uitproberen van nieuwe mogelijkheden in de uitgeefwereld. Nieuwe uitgeefperspectieven, die tot uiting komen in vormen van samenwerken, of in vormen van financiering, crowd sourced bijvoorbeeld. We proberen heel bewust weg te blijven bij de voornamelijk financiële focus en een snel verdienmodel voor al onze boeken. In plaats daarvan passen wij onze snelheid aan en gaan voor een sociale vorm van duurzaamheid, samen met onze auteurs. Daarmee bouwen we samen met die auteurs aan een breed netwerk om onze plannen uit te voeren, van onderaf georganiseerd. Het is een vorm van sustainisme in de wereld van uitgevers. Sustainisme is als stroming een antwoord op het Postmodernisme. De relaties tussen mensen staan erbij centraal. Sustainism is ook een cultuuromslag en een manier waarop wij naar oude patronen kijken, zo beschrijft Michiel Schwarz de beweging in zijn boek “Sustainist Design Guide”. Het staat niet alleen voor duurzaamheid; het staat ook voor slow, lokaal, from the ground-up, met een heel eigen en oorspronkelijke vorm. In de 21e eeuw, bewegen we ons weg bij de oude manieren van werken en denken, en dat is ook in onze uitgeverij voelbaar. Dus, denk je dat jouw verhaal of project bij ons past en voldoet aan deze wensen of mogelijkheden, aarzel dan niet om ons te benaderen voor de voorwaarden en een gesprek. <<

Verder lezen? Niet van ons maar wel interessant. ;-) o.a. bij Bol. com te koop.


In Thailand worden ze levend verkocht

< Heel erg noodzakelijk

Blauwe reiger en een goede maaltijd


09

Wij houden van visgerei in soorten en maten, uit het verleden en het heden. Niet omdat we nou fervent vissers zijn, maar omdat vissen van alle tijden is en de voorwerpen vaak hartverscheurend mooi. Hier een aantal vondsten van visgerei waarmee op paling werd gevist. Het archeologische onderzoek dat werd uitgevoerd voorafgaand aan de bouw van de tunnel van de Fehmarnbelt Link op het Deense eiland Lolland heeft bijvoorbeeld een harpoen-achtig voorwerp in uitzonderlijke staat tevoorschijn gebracht:

Palingkistje [GME 01180] lengte 61 cm, breedte 11,5 cm, hoogte 11,5 cm collectie Museum Elburg

“Unfortunately, the string winding and the shaft were missing, but the position of leister prongs and bone point in relation to each other can only be interpreted as the result of a leister that has broken off – the pieces were still sitting at an angle in the old seabed. This means that we can now say with a greater level of certainty that Stone Age fishing leisters had both lateral wooden prongs and a centred bone point, although a tiny amount of uncertainty remains until we find a complete preserved leister,” [Museum LollandFalster archaeologist] Søren Anker Sørensen.

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers



11

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Aswan ademt handel. Sinds de oudheid bestond deze stad in Zuid Egypte op de grens met Soedan van de handel met Afrika en de rest van het Midden Oosten. Wie de bazaar van Aswan bezoekt, kan dat nog steeds voelen. Van oudsher worden er kruiden verhandeld, struisvogelveren en -eieren, amuletten, zilver, goud, maar ook krokodillen, exotische vogels, zwaarden, zwepen, Afrikaanse maskers, manden, kralen en edelstenen. Een kleine twintig jaar geleden was de markt niet meer dan een zandpad. Wanneer je in de avonduren vanaf de Nijloever naar boven klom om de markt te bezoeken, voldeed de aanblik van de markt aan beelden die verhalen uit Duizend en één Nacht oproepen. Helaas is de Sharia el Souq, zoals de straat van de bazaar heet, de laatste jaren sterk in verandering. Daarmee is ook een deel van het gevoel van originaliteit van deze markt verdwenen. Maar Aswan is ook nu nog één van de meest interessante plekken om naar toe te gaan; met name als je je interesseert voor de handel en de bewegingen van handel, nu en in de oudheid.


13

In de faraonische periode was Aswan bekend als Swenet, de plaats waar karavaanroutes uit de zuidelijke streken van Soedan en Ethiopië of dieper Afrika en uit de westelijke Sahara bijeenkwamen. Een plek waar handelaren die de cataracten van de Nijl trotseerden even op adem konden komen. De Oudegyptische naam Swenet betekent letterlijk handel. Vanuit Afrika kwamen hier luxegoederen Egypte binnen zoals ivoor, luipaardhuiden, apen en natuurlijk goud. Aswan ligt in Nubië, hetgeen in het Oudegyptisch ‘goud’ betekent en dat is niet voor niets: er was in deze zuidelijke streken veel goud te vinden. De farao’s waren er dan ook op gebrand de zeggenschap over Nubië te houden. Het was voor hen de poort naar Afrika dat enorme bodemschatten herbergde. Rond Aswan stichtten de farao’s diverse forten van waaruit deze handel kon worden overzien. Deze forten liggen inmiddels vaak in de diepten van het Nasser meer. Handel in Egypte betekende lange tijd ruilhandel die deels geïnstitutionaliseerd was; voorbehouden aan de farao en tempels. Geld was het grootste deel van de faraonische geschiedenis niet in gebruik en handel diende daarom op andere wijze georganiseerd te worden. De eerste afbeeldingen van markten stammen uit het Nieuwe Rijk (1550-1070 v. Chr.). Op reliëfs zien we aan de oevers van de Nijl kramen staan waar handelaren hun waar op uitstallen en waar kopers met ringen van metaal of met andere waar, goederen ruilen. Zo zal de souq of bazaar in Aswan waarschijnlijk ook ooit begonnen zijn, vlak aan de oevers van de Nijl.

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Aswan voor de reizigers van vroeger

Amelia Edwards is één van de beroemdste (ontdekkings)reizigers uit de 19e eeuw die Aswan beschrijft in haar boek ‘A Thousand Miles up the Nile’. Zij doet Aswan aan om proviand in te slaan voor de zware tocht over de cataracten om daarna in het minder dichtbevolkte Nubië voldoende voorraad te hebben. Zij en haar medereizigers huren er bovendien de kundigheid van gidsen in om hun zeilschepen (Dahabiya) over de rotsenpartijen van de cataracten te loodsen. Mannen trokken daarbij de schepen vanaf de kant met touwen de wilde stroom van de Nijl door, die bij Aswan snel naar beneden valt. Gespecialiseerde gidsen gaven daarbij aanwijzingen om de rotspartijen in de rivier te ontwijken. Wat Amelia Edwards beschrijft van de souq of bazaar, lijkt opvallend veel op de handelswaar die we ook in onze eeuw nog treffen in Aswan: schilden van neushoornhuid, speren, pijl en bogen, ivoren armbanden en amuletten. Daarnaast beschrijft zij een vrouw die een kohl-fles verhandelt bestaande uit een kussentje waarin de make-up containers zitten, gedecoreerd met veren. Ook die zijn er vandaag de dag nog te koop. Inmiddels is het handelswaar minder exotisch geworden, maar twintig jaar geleden waren er nog krokodillen te koop en andere roofdieren en -vogels in kooien. De Sharia el-Souq is nu een lange straat die parallel aan de Nijl loopt en het gehele oude deel van de stad beslaat. De huizen van Aswan werden er in de loop der jaren omheen gebouwd. De souq heeft een breed


15 deel in het zuiden dat veel lijkt op een marktplaats, en een deel met smalle straten, dat meer lijkt op een traditionele overdekte markt zoals je die in Egypte en andere delen van Noord-Afrika treft. Hier is ook de enige splitsing en maakt de markt een bocht waardoor in één parallelstraat eveneens ruimte voor winkels is. De smalle delen van de souq zijn overdekt met doeken om de hitte van de dag buiten te sluiten en schaduw te bieden aan handelaren en kopers. Aanvankelijk was de souq (deels) onverhard. Dit gaf de markt een geheel eigen karakter. In de avond werd met water de droge aarden weg besprenkeld om hem daarna stofloos te kunnen vegen voor het belangrijkste deel van de handelsdag: de koele avond. Pas na zonsondergang komen de meeste kopers en handelaren naar buiten en wordt het druk en rumoerig op straat. De winkels zijn in de meeste gevallen smal en ondiep, de meeste koopwaar is op de straat uitgestald in een kraam die met doeken en parasols is overdekt om handelaren te beschermen tegen de felle zon. De parasols bestaan uit staken van riet die samengebonden zijn met touw, veelal in een kruisvorm. Hier overheen zijn vervolgens doeken gespannen, op exact dezelfde wijze als dat in de faraonische periode gebeurde. De stallen steken uit in de straat en zijn bedoeld om de voorbijganger te lokken. Lange tijd bleef deze markt nagenoeg onveranderd. Maar met de tijd werden de goederen aangepast op de toeristen die nu voornamelijk de stad aandeden. Zo werden kledingstukken verkocht, elders geproduceerd, die bij de toerist gretig aftrek vonden. Bijvoorbeeld sjaals uit Nagada of sluiers uit Sinaï. Maar de souq in Aswan bleef iets bijzonders houden; het ademde Afrika uit als geen andere plek in Egypte en suggereerde subtiel over de exotische aard van het land voorbij de Aswandam.

Aswan Souq, 1995

Toen in de jaren ‘60 van de vorige eeuw de Aswandam werd gebouwd, veranderde op de markt het aanbod van goederen drastisch. Nubische families werden door het stuwmeer gedwongen te verhuizen naar door de overheid gebouwde huizen op hoger gelegen grond. Dit veroorzaakte een ware volksverhuizing in Nubië en betekende een zeer ingrijpende verandering voor de Nubische bevolking. Zij verkochten veel van hun traditionele bezittingen en wisselden deze in voor goederen die passen bij een meer ‘moderne’ levenswijze. Daarmee kwam veel van hun bezit op de souq van Aswan terecht. Zilveren sierraden en amuletten werden massaal van de hand gedaan en omgezet in gouden sieraden, die meer bij de nieuwe gebruiken pasten. Tussen de jaren ‘60 en de eerste paar

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


jaar van deze eeuw, konden deze goederen ruimschoots worden gekocht op de markt en dit was in deze tijd ook een van de belangrijkste aantrekkingskrachten van de markt. Zilver werd traditioneel gezien, na verhandeling direct omgesmolten en opnieuw tot sieraden gemaakt voor een nieuwe eigenaar, maar omdat men nu meer goud aankocht, bleven de zilveren sieraden achter op de markt. Door het verbod op de verkoop van krokodillen, ivoor en andere exotische goederen, maakte deze goederen plaats voor Nubisch antiek dat moeiteloos aftrek vond bij het westerse publiek dat nu de markt domineerde. Er werden schilden van olifantenoren verkocht, amuletten in de vorm van leren tasjes, krokodillenklauwen of schelpen, of amuletten met Afrikaans kralenwerk. Inmiddels is deze bron van inkomsten nagenoeg opgedroogd en heeft men de toevlucht gezocht tot andere goederen. Bijvoorbeeld nieuw gemaakte amuletten die er oud uit moeten zien en daarom met speciale oliën zijn bewerkt. Hassan is zilversmid en verkoopt als één

van de weinigen nog antiek zilveren sierraden uit de vorige eeuw. Hij versmelt ze inmiddels niet meer, zoals andere opkopers in het verleden ooit deden. Nu erkent hij de waarde van dit antieke zilver, maar hij is op de souq een van de weinigen en zijn winkel kent op de hele markt zijn gelijke niet. Bij hem is de beleving van de souq van weleer nog op te snuiven. Met de uitverkoop van de meeste goederen uit Nubië, hebben de handelaren hun toevlucht gezocht in nieuw geproduceerde Afrikaanse maskers en beeldjes die weinig te maken hebben met de Nubische cultuur. Sinds een paar jaar heeft de eeuwenoude markt ook een drastische cosmetische verandering ondergaan. De Sharia el Souq is geëgaliseerd, voorzien van toegangspoorten en de straat is volledig geplaveid met gladde tegels. Er staan niet langer kleine stalletjes in het midden van de brede souq om ad hoc eten en kleine snuisterijen te verkopen; de brede straat blijft kunstmatig leeg, waarschijnlijk om een bepaalde


17

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


geordendheid uit te stralen op het overwegend westerse publiek. Op enkele plaatsen zijn zelfs publieke toiletten aangebracht voor het comfort van de toerist. Op de toegangspoorten is in grote letters de ‘tourist market’ aangeduid zodat er geen twijfel meer over kan bestaan dat één van de belangrijkste attracties van Aswan is gevonden. De beleving van de markt is daarmee ook volledig geëgaliseerd; de markt zelf ‘ontdekken’ is niet meer mogelijk. Het is opvallend dat voor deze verandering gekozen is terwijl in Europa, Rusland en Amerika, de herkomstregio van veel bezoekers, een tegenovergestelde beweging gaande is. Toeristen zijn juist op zoek naar de zogenaamde authentieke beleving van een plek; naar een niet-geëgaliseerde of voorgekauwde beleving. Een plek waar de geplaveide indeling van westerse straten juist niet te vinden is. Bij de nieuwe aankleding van de souq is volledig voorbijgegaan aan het informele, spannende karakter dat de souq al eeuwen had. Waar tot voor kort nog studie gedaan kon worden naar de indeling van de marktstraten, de overkapping van de straat in de zomertijd en patronen in het gebruik van de markt, zijn die gebruiken nu verdwenen. Van de geïnterviewde gebruikers van de markt was maar een klein percentage blij met de veranderingen. Mohammed Anwar, eigenaar van de Sudanese Market, één van de winkels die nog Nubisch antiek verkoopt, merkt op dat een dergelijke markt ook in een willekeurige andere plaats in Egypte te vinden is en dat hij zijn Aswan er niet meer in herkent. Het werkelijke verlies zit dan ook in de identiteit van de markt, nu zowel de producten alsook het uiterlijk van de markt gestandaardiseerd lijkt. Niet alleen de Sharia el Souq is in Aswan aan dergelijke verandering onderhevig, ook de rest van de straten eromheen wordt aangepakt. Daarbij wordt de architectuur van stedelijk Aswan van de vorige eeuwen en de Nubische huizenbouw nauwelijks gerespecteerd in de nieuwbouw. Monumentale huizen staan leeg en zijn aan verval onderhevig. Het steeds hoger wordende straatniveau en de tell-vorming die in Aswan tot voor kort nog zichtbaar was, is door de nieuwbouw niet meer te zien. Tell-vorming is een fenomeen dat door het hele West-Aziatische en ook Noord-Afrikaanse regio te vinden is. Het is een principe waarbij de steden en huizen, voornamelijk gebouwd van ongebakken tichelstenen, na instorting niet volledig weggehaald worden. Puin, afval en ingewaaid zand wordt aangestampt waardoor in de loop der eeuwen het vloerniveau steeds hoger groeit, tot de ingang van de huizen moet worden verhoogd,

of de ingang verlaagd in het straatniveau moet worden uitgegraven. Hierdoor groeien steden in de loop der eeuwen uit tot bewoningsheuvels die meters hoog boven het landschap uitsteken. Ook in Aswan is deze tell-vorming te zien in de straten rond de souq. De wens de leefomgeving van de inwoners te verbeteren, of liever gezegd te moderniseren, heeft de eigenheid van de stad volledig ondermijnd; voor inspiratie uit het oude is niet gekozen. Gelukkig is in Nubië vanuit de bevolking ook een groeiend bewustzijn zichtbaar voor het bewaren van de eigen cultuur, als reactie op het verlies hiervan na het bouwen van de Aswandam. Dat heeft zijn weerslag in het museum in de stad, maar ook in de stimuleringsprojecten voor ambachten uit Nubië. Dat leidt tot de productie van goederen die op de souq kunnen worden verkocht en zal hopelijk deels de eigenheid van de markt in stand houden. Inmiddels worden weer manden geproduceerd op de wijze waarop dat al eeuwen het geval is. Op speciale scholen wordt deze nijverheid weer onderwezen aan de jeugd. Deze kentering is ook te zien in de huizenbouw in de dorpen rond Aswan, waar de Nubische architectuur wordt teruggebracht. Het is alleen jammer dat de architectuur in het stadscentrum en de openbare ruimte van de souq daar tot nu toe niet van lijken te profiteren. <<

Jolanda Bos Archeoloog | Auteur | Onderzoeker Dit artikel staat, in een andere vorm, ook in haar boek ‘Egypt’s Wearable Heritage’ (2016) www.blikvelduitgevers.nl


19 ‘...She touches on creative processes, the materials used, the manner of wearing and the traditions and beliefs bound within these customs.’ > ethnicjewelsmagazine.com

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Lekkere kruidenmixen, niet in plastic maar in mooie blikjes. Prima dus. Ze zijn te koop bij de Albert Heijn. Wij vinden ze vooral lekker bij groenten uit de oven of experimenten met stoofschotels en Tajin. >> Albert Heijn

Licht zonder electriciteit? Het kan en nog mooi ook. Gravitylight heeft verlichting op de markt gebracht die het mogelijk maakt voor mensen over de hele wereld om ook in huis en in de avond te kunnen lezen en studeren. Niet in kerosinedampen en met brandgevaar, maar met helder licht. Mooi en waardevol. >> gravitylight.org

Dit wil je. Bizar wat een kwaliteit en echt belachelijk is de prijs. 5 euro en dan heb je dus een 280 graden fish eye lens, een macrolens en een 0.67 breedbeeld. Je knijpt ze heel handig op je telefoonlens. Rennen voordat ze op zijn. >> www.hema.nl

Vroeger hadden we de schoenmakers-kreet: Weggooien is zonde, gun schoenen een tweede ronde! Dat was ook logisch want dat is waar een schoenmaker van leeft. Maar nu roepen ‘nieuwe’ kledingmerken het ook. Patagonia vindt dat je je kleding moet repareren. If it’s broke, fix it. Wij zijn het eens met deze oproep. Doen mensen, zo kunnen we niet door blijven gaan. >> www.patagonia.com/worn-wear-repairs


21 Echt waar, ECHT waar. Deze stuitercase is echt goed. Al vele malen heb ik mijn iPhone laten vallen en geen krasje te bekennen. De case zorgt voor een opstaand randje waardoor het glas niet breekt. Hoewel... wel als je schermpje precies op een venijnig steentje valt. Maar alle andere keren niet. Tech21 is de naam en overal te koop.>> www.apple.com

Hang aan je sleutel en je hebt een overlevingssleutelhanger, want met dit ding maak je vuur en steek je je gasbrander aan. Voorbereid op stap. >> www.zwerfkei.nl

In je schuur, je auto of in je keukenkastje. Een spanband zoals dit wil je hebben. Het duurde even voordat ik door had hoe ik wat waar door moest steken, maar dan heb je ook wat. Je trekt er je auto mee in tweeĂŤn, bij wijze van spreken. Wij hebben er niet alleen aanhangwagen-zooi mee vastgezet maar ook Afgaanse dekenkisten mee de trap op gesleept. Onmisbaar! >> overal!

Goal Zero portable zonnepanelen met een mooi vermogen, wat wil je nog meer. 100 watt maar liefs. Ze zeggen dat ook bij mindere weersomstandigheden toch rendement wordt behaald. Heel draagbaar ook, 4600 gram en spatwater dicht. >> www.solarpowersupply.nl

De sterkste verhalen doen de ronde over de Leatherman tool. Maar wat zeker is, is dat het een verdomd handig mes is. Ook ik heb er twee verbouwingen mee gedaan. Nou ja, hij was erbij en hielp een handje. De mijne heeft nog een strak leren etui, maar dat is tegenwoordig van kunsstof. Verder blijft het een eenmalige aanschaf want ze zijn echt onverwoestbaar. >> www.leatherman.com BLKVLD

Uitgevers

|Publishers



23

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers



25

2 ons Noordzeegarnalen Roomboter Nootmuskaat + rasp Peper en Zout (Weck)pot Eigenwijs zijn en andere garnalen kopen doe je maar een keer. Het is namelijk echt niet lekker

Potted shrimps zijn echt heerlijk. Of dus garnalen in een pot. Ingepot zullen we maar zeggen. Je hebt de kleine ‘grijze’ Noordzeegarnalen nodig en die zijn duur, maar wel erg smaakvol; geen twijfel over mogelijk. Was de garnalen snel onder een lopende kraan. Zorg dat je weckpotje schoon en droog klaarstaat. Smelt bijna de helft van een pakje roomboter heel langzaam op een klein pitje. De boter mag niet bruin worden. Schep, als de boter gesmolten is, met een kleine schuimspaan het schuim eraf (ik vergeet dat overigens soms en dan smaakt het ook lekker, maar dat heb ik niet gezegd). Gooi de garnalen in de boter en laat even een paar minuten pruttelen. Ondertussen pak je de nootmuskaat en schraap je minstens de helft van een noot in de boter. Meer mag ook, minder niet. Beetje peper en een beetje zout erbij en goed roeren. Haal de garnalen van het vuur en giet de boel in de weckpot. Je laat het een half uurtje afkoelen, doet dan het deksel dicht en zet de pot in de ijskast. (Na verloop van tijd pas je de verhoudingen aan aan je smaak. Minder of meer nootmuskaat, idem voor de boter. En soms doe ik er wat knoflook in, uiteraard zou ik bijna zeggen...) De volgende dag, maar tenminste een paar uur later, heb je een pot met garnalen. En hoe eet je dat nou? Rooster brood en lepel er direct een schep garnalen op. De boter smelt dan een beetje op de toast. Zalig! Het is een mooi voorafje of een heerlijke lunch. Je kan het dágen bewaren want het staat stevig in het vet. Eet smakelijk!


Interview met Tom Bade en Peter Paul Witsen over hun nieuwe boek ‘Nat Goud’

Peter Paul

Tom

Tom Bade en Peter Paul Witsen hebben de afgelopen maanden gewerkt aan het manuscript van hun meest recente boekproject. Vorige maand hebben ze ons dat manuscript aangeboden. Ze onderzochten er het raakvlak tussen duurzaamheid, ruimtelijke ontwikkeling, watermanagement en het gebruik van grond en bagger in de Nederlandse rivierdelta mee. Wij zijn natuurlijk trots dat het boek het komende jaar bij BLKVLD Uitgevers zal verschijnen. Het is een interessant duo, Witsen & Bade. Door ons inmiddels liefkozend de Fabulous Bagger Boys genoemd. Want het onderwerp van hun boek, bagger, wordt spectaculair gebracht. Tom kennen we beter dan Peter Paul. Tom is geograaf en heeft een heel aantal opvallende boeken en gedachtengoed op zijn naam. Hij is recalcitrant op een uitnodigende manier, aanstekelijk en vriendelijk. Peter Paul is planoloog en runt een eigen bedrijf in de ruimtelijke ordening, Westerlengte. Hij doet onderzoek, schrijft beleidsdocumenten en heeft scherpe ideeën over de ruimtelijke ordening in Nederland. Peter Paul heeft ook een humoristische kijk op de wereld, hoewel hij alleen ogenschijnlijk iets van Toms recalcitrantie compenseert. Met hen praten is een feest. Dat is mede te danken aan de inspirerende wijze waarop zij in hun nieuwste boek met de Nederlandse


27 geschiedenis en gebruiken omgaan en deze combineren met goed Nederlands ondernemerschap en vernieuwende aanpakken. Wij ontmoeten hen in Utrecht, dichtbij de Jaarbeurs in een café. Tom verontschuldigt zich direct na binnenkomst voor de manier waar op zijn handen er uitzien. Het ziet er naar uit dat hij recentelijk in de tuin gewerkt heeft. Dat blijkt niet helemaal juist te zijn. Tom staat tegenwoordig regelmatig tot aan zijn ellebogen in de bagger. Het is te danken aan zijn nieuwe bedrijf Natural Soil Improvement en ook aan zijn visie die met hun nieuwe boek wordt uitgedragen. Tom en Peter zijn visionairs, al helemaal als het gaat over bagger.... Natural Soil Improvement loopt goed. In het bedrijf maakt Tom ‘bricks van bagger’ die hij verkoopt als bemesting voor landbouwgrond. Experimenten in de onderzoeksfase van het bedrijf zijn zo ver uitgevoerd als de Gobi woestijn. Vanmorgen voor zessen was hij al in de weer met het produceren van een nieuwe lading ‘bricks’. Hij heeft een lading met bagger op zijn bedrijf afgeleverd gekregen en stelt bagger-bricks zelf samen. Dit keer om te dienen als voeding voor een tuinder die hop verbouwt. Er wordt hartelijk gelachen aan tafel want het duurzaamheidswoordgrapje Bagger 2 Beer is uiteraard niet van de lucht. “Wat zit er in je bricks” is tegenwoordig voor Tom een aardige vraag. Want het mooie is dat je aan de bagger-bricks van alles kunt toevoegen om de effectiviteit van de bricks te verbeteren. Tom legt uit dat hij onder anderen riet toegevoegd heeft dat zorgt voor vertraging van de opname van voedingsstoffen door planten zodat ze langer wat aan de bricks hebben. Ook heeft hij wat mycorrhiza schimmels toegevoegd voor de verbetering van de grond. Het verhaal van Natural Soil Improvement is ook de essentie van het boek Nat Goud; het laat zien wat je allemaal kunt met dat kostbare materiaal bagger. De vraag hoe beide mannen elkaar ontmoet hebben en wat hen inspireerde een boek over bagger te schrijven is voor de hand liggend. Tom neemt het voortouw. “Wij kennen elkaar al heel lang en hebben elkaar ooit ontmoet bij TNO, waar we allebei gewerkt hebben. Peter Paul werkte in het domein van de ruimtelijke ordening, ik op het gebied van natuur. Maar het is voornamelijk op het gebied van erfgoed en natuur dat we elkaar vonden. We wilden aanvankelijk samen iets op het gebied van erfgoed doen, maar raakten aan de BLKVLD

praat over mijn nieuwe bedrijf en bagger en zo ging het balletje rollen. Want het gaat natuurlijk niet alleen over de materie bagger. We vroegen ons af welke ruimtelijke consequenties dat spul eigenlijk had.” Peter Paul vult aan: “Ik heb zelf weinig met het materiaal bagger, maar ik kom baggeren al jaren tegen in programma’s over de deltatechnologie in de RO-sector en alles wat met het veranderende klimaat te maken heeft. Baggeraars speelden daarin steeds een belangrijke rol. Ze zijn een onverwachte en verrassende speler in de ruimtelijke ordening en ik raakte geïnteresseerd in wat dat dan voor wereld was, die wereld van de baggeraars. Want het zijn bedrijven die vaak heel toekomstgericht en innovatief bezig zijn. Ze hebben vaak scherp in de gaten dat hun werkveld aan belang wint en ook aan het veranderen is.” *Nat Goud gaat over bagger zelf, maar ook over een vorm van erfgoed natuurlijk. Het gaat over de manier waarop mensen vroeger en nu met het materiaal in onze rivierdelta omgaan. Het is een heel breed onderwerp, niet waar? -------------------------Tom: “Je zou kunnen zeggen dat het gebruik van bagger ons erfgoed is. Wij Nederlanders moeten baggeren om rivieren open te houden. We gebruiken bagger ook als dijkversterking en voor landwinningstoepassingen. De haven van Rotterdam hebben we met baggeren aangelegd en de Maasvlakte niet te vergeten. Maar bagger heeft ook voor de toekomst belangrijke andere toepassingen. Nederlandse boeren gebruikten vroeger bagger dat ze uit sloten haalden en dat ze verspreidden op het land. Met de komst van de ruilverkaveling zijn ze daarmee opgehouden. Maar bagger is zeker ook natuur. Ikzelf ben meer van het goedje. Ik wil weten wat het doet met plantjes en hoe ik de groei van planten er positief mee kan beïnvloeden.” *Want jullie voegen in jullie boek een duurzaam element toe aan het onderwerp bagger. -------------------------Tom: “Baggerslib wordt al lang niet meer gebruikt voor wat het is, grond of verrijking van de bodem. Vroeger was dat wel zo. Het was de meest natuurlijke bodemverbeteraar en kwam gewoon langs bij het leeghalen van sloten en waterlopen. Maar na de ruilverkaveling zijn we daarmee gestopt, omdat waterlopen en sloten

Uitgevers

|Publishers


veranderden en het ruimtelijk niet langer haalbaar was. Toen is kunstmest in gebruik gekomen. De ruilverkaveling heeft het gebruik van bagger als grondverbeteraar eenvoudigweg om zeep geholpen. Bagger wordt niet meer gebruikt. En dat is ‘zunde’, want als het even kan gebruik ik alles her….” *Maar is bagger ook niet vaak smerig spul en niet bruikbaar om je landbouwgrond mee aan te vullen? -------------------------Peter Paul: “Het was lange tijd inderdaad verontreinigd en smerig spul. Maar dat is inmiddels al lang niet meer zo. De kwaliteit is spectaculair verbeterd in de afgelopen twintig jaar. Dat hebben we te danken aan het succesvolle milieubeleid, op nationaal niveau en op Europees niveau. Er wordt in Duitsland en Frankrijk inmiddels niet meer op de rivieren geloosd.” *Oké, dus we gaan bagger gebruiken als grondverbeteraar. Maar je vertelde ook dat je er schimmels aan toevoegt. Kun je nog iets anders met bagger dan het gebruiken als grondverbeteraar? -------------------------Tom: “Zeker. Wanneer je schimmels toevoegt, kun je in principe vervuild bagger schoonmaken. Kijk, natuurbeschermers zijn altijd bezig met de beschermen van natuur die er nog is. Maar ík wilde altijd al graag het soort natuur beschermen dat er niet meer is. Als ik door Schotland loop, ben ik eigenlijk helemaal niet gezellig. Dan wil ik alsmaar zeggen dat er daar ooit bos was en dat ik dat terug wil brengen. En dat kun je doen door op de bodem materiaal zoals bagger op te brengen. Die bagger bevat namelijk niet alleen grond, maar ook allerlei zaden en levend materiaal waardoor er weer van alles kan groeien.” *Overigens heb jij, Tom, bij ons lang geleden al de indruk achtergelaten dat, wanneer je economische waarden aan natuur koppelt, je uiteindelijk natuur en milieu beter dient en je het op die manier beter kunt beschermen. -------------------------Tom: “Daar ben ik ook van overtuigd. Er is een te kort aan goede grond en ik wil laten zien dat dit slib een waarde vertegenwoordigt en dat je er van alles mee kunt. Want het gebruik van bagger is in alle opzichten beter dan de alternatieven die we hebben voor het verbeteren van landbouwgrond. Als we van kunstmest en


29

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


dergelijken af willen, moeten we weer slib gaan gebruiken. Het is natuurlijk een gotspe dat we in de tuinbouw potgrond gebruiken dat bestaat uit hoogveen uit de Baltische staten. Zitten we ons in Nederland massaal in te spannen voor CO2-neutrale kassen, is het materiaal dat we er gebruiken hoogveen en dus verwoeste maagdelijke natuur en zeker niet CO2-neutraal. Dat het gebruik van kunstmest niet wenselijk is, hoef ik waarschijnlijk niet toe te lichten. En dan is er nog steenmeel dat gebruikt wordt in de bosbouw. Dat klinkt heel hip,

nooit van te voren welke natuur ergens zal ontstaan. Wij planologen zeggen dan dat we ergens natuur maken, maar we zijn er nog niet aan gewend dat we niet weten wat daar dan vervolgens gaat groeien en bloeien. Dat is mateloos interessant natuurlijk.”

maar dat betekent zoveel als dat je een berg afgraaft, de boel vergruisd en in het bos gooit. Het is natuurlijk alles behalve duurzaam om een berg af te graven in Duitsland. En kostbaar ook.”

Tom: “RWS is veelal de trekker van het aanleggen van die nevengeulen, maar andere organisaties moeten vervolgens voor het onderhoud van de geulen zorgen. Rivieren overstromen, slib wordt aangevoerd en blijft achter in de geul. De geul slibt langzaam vol en moet dus uitgebaggerd worden. En daar zijn de instanties die onderhoud plegen helemaal niet blij mee, want dat kost geld! Maar in mijn universum is dat helemaal niet zo erg. Want in mijn optiek is dit een ‘oogstlandschap’ geworden, waar je die bagger uit kunt halen. We moeten het dan alleen over de prijs nog eens worden. Want in de toekomst gaan we dat baggeren dus niet meer aanbesteden, dan noemen we het ‘bagger oogsten’! Baggeren krijgt straks zelfs nog een belangrijke eigendomscomponent! Nu wil nog niemand het, maar straks wel.” <<

*Ondertitel van het boek is ‘Hoe bagger ons landschap vormt’. Hoe denken jullie dat bagger in de toekomst bij zal dragen aan de vorming van ons landschap? -------------------------Peter Paul: “Bodemsoorten spelen een steeds belangrijker rol in de ruimtelijke ordening. Mijn vak is al lang niet meer alleen een sociale opgave waarbij we Nederland keurig opdelen in vlakken op de kaart en weten hoe het landschap er daarna uit zal zien. Door klimaatverandering en nieuwe wateropgaven zijn we met de neus op de feiten gedrukt dat de wereld om ons heen helemaal niet zo goed te ordenen is. Er is in mijn vak een nieuwe onzekerheid ontstaan. Bijvoorbeeld, door het aanleggen van nevengeulen die bij hoogwater onderlopen, komt ook allerlei sediment en materiaal mee dat achterblijft en waar van alles aan zaden en leven in zit. Je weet daarmee

[Bagger is nat goud van de toekomst ]


31

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Marloes Harry

Wikipedia over Rubicon / Rubicone: Ten tijde van de Romeinse Republiek was de Rubicon een grensrivier tussen Latium, dat door de Senaat werd bestuurd, en de Romeinse provincie Gallia Cisalpina. Het was in de Romeinse wet vastgelegd dat een generaal met een staand leger de Rubicon niet mocht oversteken. De rivier werd bekend toen Julius Caesar en zijn legioenen in 49 v.Chr. de rivier zuidwaarts overstaken na de verovering van wat Gallia Transalpina zou gaan heten, waarmee de breuk met de Senaat een feit was.[1] Een staatsgreep werd daardoor onvermijdelijk. Caesar sprak bij deze oversteek de illustere woorden Alea iacta est (Latijn: de teerling is geworpen). Hieruit groeide de zegswijze: “De Rubicon oversteken� waarmee men bedoelt een betwistbare daad stellen die men niet kan tenietdoen of waarop men onmogelijk kan terugkomen.


33 Harry Pape-Luijten is geen onbekende voor BLKVLD Uitgevers. Zo is hij medeauteur van de Veldgids Archeologie, die op de kalender staat voor het voorjaar 2018. Harry is een beetje een veelvraat; zijn interesses vliegen all over the place, zullen we maar zeggen. Van de amforen uit het Romeinse rijk naar wargames in de 21e eeuw. Hij schrijft makkelijk en is buitengewoon goed georganiseerd. Maar wat doet hij in het dagelijks leven? Harry runt samen met zijn vrouw Marloes hun bedrijf Rubicon Erfgoed. Toen Harry en Marloes elkaar op de werkvloer leerden kennen, ontstond bij hen het idee om samen het bedrijf te beginnen. En als wij het zo bezien hebben zij daar ook geen moment spijt van gehad. H ar ry Pa pe

Er fg oe da dv is

t alea iacta es

eu r

4 Ni eu ws tra at a 48 11 WV Br ed 06 11 70 72 00 ed @g ma il.c om ru bic on er fgo

Als adviseur is Harry werkzaam bij diverse gemeenten, maar ook o.a. voor de provincie Gelderland. Hij is een dag in de week gemeente archeoloog van Apeldoorn, voert directie voor het nieuwe stationsgebied van Amsterdam Centraal (De Entree) en hij schrijft tussendoor ook nog bureauonderzoeken en risico-analyses. Harry bekleedt verder nog een aantal bestuurlijke functies. Marloes is een belangrijke sparringpartner voor Harry en houdt zich daarnaast bezig met de determinatie van aardewerk, vooral het prehistorische aardewerk heeft haar interesse. Ook organiseert zij open dagen en is verantwoordelijk voor de back-office van het bedrijf.

Op de vraag wat de volgende stap is voor Rubicon geven ze eenduidig antwoord: consolideren. Doorgaan op dezelfde voet en goed advies blijven leveren. Hun plan is om Rubicon Erfgoed zo te houden als het is, een familiebedrijf. De voordelen van samen leven, wonen en werken vinden ze zeker ook de kracht van Rubicon Erfgoed. Bedrijfstechnisch hebben zij dan ook geen ambitie om te groeien (met werknemers), maar wat betreft hun persoonlijke ontwikkeling ligt de lat des te hoger. Ook willen ze nog meer met beleving en benutting van erfgoed gaan doen, zodat nog veel meer mensen van alle leeftijden kunnen meegenieten van het verleden.

Kortom, maak kennis met Rubicon Erfgoed.

Tot slot, waarom schrijft Harry mee aan de Veldgids Archeologie? Kort maar bondig, dat zijn dan toch weer die interesses die all over the place zijn. Harry vindt als veelvraat alles leuk, van het militaire erfgoed, via holle wegen, tot ouderwetse koelkasten in de vorm van monumentale ijskelders. Of het nu archeologie, historische infrastructuur of landschap is, het maakt eigenlijk niet uit. Als er maar mooie verhalen en anekdotes aan gekoppeld kunnen worden. <<

Rubicon heeft zich toegelegd op advisering binnen de erfgoedsector. Daarbij zijn archeologie en cultuurhistorie de twee belangrijkste pijlers. Harry ontzorgt zijn opdrachtgevers tijdens alle stappen in het proces van ruimtelijke ontwikkelingen waarbij rekening moet worden gehouden met archeologie. Daarnaast is hij inzetbaar voor ondersteuning bij archeologische bedrijven en overheidsorganisaties. Marloes is naast het genoemde specialistische onderzoek naar aardewerk tevens heel goed met cijfers; een belangrijke facet van directievoering.

BLKVLD

Harry en Marloes bloggen ook, www.rubiconerfgoed.com/blog

Uitgevers

|Publishers


01 Winter 17/18

Kunst Ambacht Materiaal Techniek 4x per jaar

NIEUW MAGAZINE


35

Métier Magazine is een nieuw tijdschrift dat we bij BLKVLD Uitgevers gaan uitgeven. Een kwartaalblad waarin u op de hoogte wordt gehouden van een enorme diversiteit aan onderwerpen, een agenda met gerelateerde tentoonstellingen, boekreviews, interessante websites en nog veel meer. Métier magazine is een tijdschrift met onderwerpen die het snijvlak raken van kunst en ambacht, materiaal en techniek. Met Métier willen we een dialoog ontketenen tussen ontwerpers, ambachtslieden en historici over de wijze waarop mensen – nu en in het verleden en in verschillende culturen – gebruik maken en maakten van allerlei materiaal. Op die manier creëren wij food for thought en inspiratie voor onze lezers. We werken hierin samen met Boukje Mulder als hoofdredactrice. Zij heeft in haar carrière al diverse organisatorische functies vervuld, én zij is ook al eerder hoofdredacteur geweest van een tijdschrift. Voor ons een geweldige kans dat zij nog een keer aan de slag wil met Métier. In januari 2018 komen we uit met het eerste nummer en op dit moment zijn we bezig met de vormgeving en de eerste proef. We zijn er nu al trots op!

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Al eeuwenlang wordt er verteld dat voordat zij de wereld introkken, de eerste mensen hun naaktheid al bedekten met kleding. Aanwijzingen voor wat men in de prehistorie droeg zijn echter zeldzaam omdat het veelal organische materialen betrof die in de bodem snel vergingen, of omdat men de kostbare kleding tot het op de draad versleten was, bleef dragen. Desondanks is er door toevalsvondsten, uit iconografische bronnen en door recentelijk heronderzoek van oude vondsten een boeiend verhaal te vertellen over de geklede mannen, vrouwen en kinderen van duizenden jaren geleden.

Archeologisch illustrator Kelvin Wilson werkt al jaren aan een boek met de werktitel Tribal Europe: A Visual Compendium of Prehistoric Dress and Appearance. Het boek moet hèt overzichtswerk worden van de vele drachten— van geweien vastgebonden op het hoofd van mesolitische jagers tot de roodgeverfde linnen tunieken in neolitisch Spanje, van jonge vrouwen behangen met brons als glanzende pronkbruiden tot aan de bonte kinderkleding van het Germaanse noorden— waarin onze verre voorouders als volk, als klasse, of simpelweg praktisch gekleed in hun tijd rondliepen. Kelvin Wilson Archeologisch illustrator hello@kelvinwilson.com +(31) 0180 420 333 facebook.com/kelvinwilsonillustrator

Het is een grote klus de soms spaarzame bewijzen voor kleding in een overzicht te plaatsen, stelt Wilson, maar daartegenover staat dat er de laatste jaren veel nieuwe dingen zijn ontdekt. Zo kennen velen het oermodel van de broek die de befaamde Tiroolse IJsman iets meer dan 5000 jaar geleden droeg (twee leren leggings met een losse lendendoek tussen de benen doorgehaald), maar slechts weinigen kennen de daaraan verwante geitenleren legging die in het ijs van het Zwitserse Schnidejoch werd aangetroffen. Niet alleen lag deze vindplaats duizend kilometer van Zuid-Tirol verwijderd, de datering wees ook uit dat het Zwitserse kledingstuk een millenium later gedragen was.


37 → Bij Nové Zámky in het tegenwoordige Slowakije vond men in de holte van een bronzen enkelring uit de La Tène-periode (ijzertijd, rond de vierde eeuw voor Christus) een opgerold stuk oud linnen met de resten van rood borduurwerk. Het is een prachtig voorbeeld van wat er aan ons beeld van de prehistorie mist.

→ De man rechts leefde in de veertiende eeuw voor onze jaartelling, in de bronstijd, in Drenthe. Zijn kledingensemble bestond uit leren veterschoenen onder blote benen, een lange cape van kalfshuid gedragen over een wollen wikkeltuniek (met sierrand van zwarte stiksels) en een bol mutsje van schapenleer waar de staart aan was gelaten.

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Intensief onderzoek met moderne methoden leverde vele nieuwe inzichten op over meer noordelijke kledingresten. Zo bleek driekwart van de vele textiele resten uit de venige bodem van Denemarken die tot de ijzertijd behoorden, te zijn gewassen in gele verfbaden. Opvallend genoeg vond men bij vergelijkbaar onderzoek aan de soms volledig bewaard gebleven kledingsets uit de bronstijd geen enkel kleurspoor. Het Deense onderzoek leverde wel aanwijzingen op voor een blijkbaar strak georganiseerde selectie van het schapenwol op dikte en zachtheid, maar ook op kleur, van wit tot zwart.

Het beeldje uit een neolitische nederzetting in Roemenië, 6e millennium voor onze jaartelling, toont (waarschijnlijk) een man met zijn lange haren naar achteren gekamd, halskettingen en een gordel met franje. ← Eén van de oudste kledingstukken die wij uit Europa kennen, circa 11.000 jaar oud, staat gegraveerd op een steentje uit het Brabantse Mierlo. Daarop is een dansende vrouw te zien met een lendendoek die blijkbaar op de rechterheup werd vastgeknoopt.

← Ook in voorhistorische tijden volgden mensen modes. In de late bronstijd begroeven in Zuid-Duitsland en Oostenrijk gemeenschappen sommige vrouwen met opzichtige bronzen hoofdtooien, terwijl de dames die er in de vroege ijzertijd profiteerden van de handel in zout en vee hun rijkdom etaleerden met protserige bronzen riemplaten. Er zijn vergelijkbare bronzen pronkriemen teruggevonden met aan de achterzijde een versteviging van berkenbast.


39 Isotopenonderzoek leverde nieuwe informatie over de handel in stoffen, of de vaak verrassende mobiliteit van mensen die er de kleding van droegen. Maar één van de meest opvallende stukken prehistorische kleding werd per toeval bewaard in Beieren, Zuid-Duitsland. Daar begonnen boeren in het jaar 3496 voor Christus een dorp te bouwen omheind met vlechtwerkhekken, vijf jaar later gingen het echter al in vlammen op. Geplet tussen de vloerplanken en de houten daktegels van één van de blokhuthuizen vonden archeologen een vrijwel intact bewaard gebleven gewoven muts met bovenop een leren punt waar dunne stukken eikenboomschors vanaf hingen. Er is niet veel voor nodig om je voor te kunnen stellen waarom het hoofddeksel zo gemaakt was: hemelwater kon zo makkelijk langs de schorsstroken weglopen!

← Alhoewel na de opgraving kwijtgeraakt, zijn er van de textiele resten (waarschijnlijk betrof het linnen) uit een laat-neolitische grafheuvel nabij Latdorf, Noord-Duitsland, wel tekeningen gemaakt— en zij tonen een rijke verscheidenheid aan versieringen. Eventuele verfstoffen die de patronen geaccentueerd zouden kunnen hebben, zijn niet meer te achterhalen.

Ook de prehistorische mens liet zijn mooie kleren liever niet natregenen.

→ Een krijgershelm uit de bronstijd? Het uit onder meer sparrenhout gevlochten hoofddeksel uit het paaldorp bij Fiavé, in Noord-Italië, had aan de bovenzijde een gat waar mogelijk een pluim uit heeft gestoken.

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


← Aan één van de grote ‘Radfibeln’ van de dame (Elp-cultuur, circa 1300 voor Christus) die bij het Drenthse Weerdinge werd begraven, zat nog een wollen bandje vastgenaaid. Die constructie suggereert dat haar kostbare sieraden gezekerd waren tegen verlies of diefstal. In latere antieke bronnen wordt beschreven hoe een vrouw zich met haar scherpe kledingspelden ook tegen andere ongewenste toenaderingen beschermen kon.

→ Naast het weven van wol of linnen en aaneen naaien van stukken leer, vervaardigde men in de prehistorie ook kledingstukken van gras (voor bijvoorbeeld sandalen) en boombast. De deels basten hoed van Pestenacker in het Duitse Beieren is één van de meest treffende overblijfselen van de kleding van onze vroege boeren-voorouders, vijf en een half duizend jaar geleden.


41 De bontmantel van Roum Mose, nabij het Deense Viborg, lag in het veen met de resten van een jonge vrouw. Ze leefde waarschijnlijk net voor het begin van onze jaartelling. De veters aan de voorzijde zaten nog vastgeknoopt, de mantel was met het bont aan de binnenzijde gedragen. De zachte lamsleren mantel van Aarestrup, in het noorden van Denemarken, uit 210 tot 40 voor Christus, is zo opvallend klein, dat het voor een kind moet zijn gemaakt. → Van het ongeveer tienjarig jongetje die zo’n 2400 jaar geleden vastgebonden in zijn eigen kleren (een bontmantel en wollen onderkleding) in een noord-Duits veen werd achtergelaten, kon zelfs het kapsel worden gereconstrueerd.

Het volk van de Japoden leefde vanaf de 9e eeuw voor Christus in de binnenlanden van Kroatië. Tot de kleding van de mannen behoorde indertijd hoofdbedekkingen met afhangende kwasten, een klederdracht die vanaf de prehistorie tot op de dag van vandaag in gebruik is gebleven en nu bekend staat als de ‘Lika muts’.

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


New York Water Towers

De NY skyline is ermee gevuld. De watertorens zijn onderdeel van de identiteit van de stad, deel van het stadsDNA. En wie denkt dat de watertanks alleen in het verleden gebruikt werden heeft het mis. Nog steeds spelen ze een rol in de manier waarop New Yorkers hun water uit de kraan krijgen. De meeste gebouwen hebben ze nodig om de druk op de leiding te houden. De watertorens worden meestal gemaakt van onbewerkt hout om de kwaliteit van het water niet te zeer te beĂŻnvloeden.


43

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Fluviorum rex, pulcher Tiberis...


Sophia Loren and Marcello Mastroianni on location at Ostia Antica. (1955) © Enzo Graffeo | Getty Images

45

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Met grote regelmaat lijkt Italie op Afrika. Dat begint al als je in Noord Italie uitkomt na een pas of tunnel. Het eerste bezinestation hangt aan de buitenzijde helemaal vol met koopwaar in plastic zakken. Binnen ligt pasta in enorme hoeveelheden opgestapeld tegen de muur. Rijdend naar het zuiden is het vaak een wanorde op de weg. Even voor de duidelijkheid, I love it! Na mijn bezoek aan Egypte kijk ik niet meer hetzelfde naar ons land. Ja, ja, hoor ik u al zeggen, wees maar blij dat je in een land als Nederland woont. Dat ben ik ook; ik waardeer het en Nederlandser dan ik komen ze bijna niet. Maar toch, een beetje meer vrijheid aan de rafelrandjes van de bewoonde wereld of in je eigen tuin? Dus rijd naar Ostia en je begrijpt wat ik bedoel. Ostia ligt aan de kust. Het is de monding van de Tiber, de Romeinsde haven en een enorme woonwijk, de tippelzone, een plek waar travestieten zichzelf verkopen en ook wel eens geweldadig om het leven komen. De plek waar ik, toen ik twintig was, achterin een mini doodsangsten uitstond omdat de Romeinen in de auto alle stoplichten negeerden. Het was inschatten wie er eerder op die kruising was, hij van rechts, of wij. Afgelopen zomer waren we er weer, eindelijk. In de bijna verschroeiende hitte van augustus in Rome. De geur van pijnbomen vergezelt je de hele dag. Rond het middaguur te lang in de zon lopen is dom en de kinderen houden het bijna niet vol. Onze hond lebbert gretig uit de waterfles. Bij de ingang is er controle en op de parkeerplaats staat een legervoertuig. Dat is heel gewoon in Rome en hier dus ook. De jongste dochter vraagt nog even of het wel veilig is, maar ik vermoed zomaar dat als je dan toch iets wilt doen qua terroristische aanslag, je dat bij voorkeur in de binnenstad doet. Gek genoeg komen er niet zoveel toeristen naar Ostia Antica. En dat begrijp ik natuurlijk niet, ik denk dat ze niet weten hoe geweldig het er is. Zelfs mijn vriendin die opgegroeid is in Ostia heeft haar gezin nog nooit meegenomen naar Ostia Antica. Je mag overal langs, in, op en overheen. Of dan toch bijna overal. Ik verbeelde me toch ook steeds dat het mogelijk was dat ik iets geweldigs zou ontdekken, want dat is wat het struinen met je

doet. En daarom is Ostia nu (nog) zo geweldig. Ik ben een jutter dus ik kijk ook zeker erg veel naar de grond. En daar lag van alles aan scherven en mozaïksteentjes. Help. Uiteindelijk heb ik de lipjes van moderne drinkblikjes dan maar opgepakt en aan een daar opgeraapte draad gehangen. Die hangt nu bij mijn werkplek en is een ultieme souvenir. Wat ik grappig vond, is dat er in het aanwezige museum alleen maar klassieke beelden te zien zijn. Alsof het daar überhaupt om gaat in zo’n havenplaats. Maar niet getreurd, ga naar Ostia nu het nog kan op deze manier. <<


47

Cosmographia Riese, Geographi Latini minores, p. 83, l. 24. AETHICUS ISTER The king of rivers, the beautiful Tiber, on which the greatness of the eternal city of Rome has bestowed a unique pre-eminence, originates in the Apennines, and runs for 400 miles. In the sacred city it is doubled and creates an island in the fourteenth region, on a spot called Two bridges. Next, at that same spot, it becomes one river again, flows through the bridge of Lepidus (now wrongly called Lapideus by the people), and passes the Forum Boarium (which they call Forum Cacum), united with forceful whirlpools producing a very pleasing noise. The river receives sea-going ships and attracts ships destined for the Mediterranean sea from Etruria and the Sabine territory. Having arrived along the gate of the apostle St. Peter it leaves the city between the Porta Ostiensis (of the apostle St. Paul) and the Via Portuensis (of the holy martyr Felix), where ships from the harbour of the city reach Rome, the mistress of the entire world. Here for the second time, near Sextum Philippi, which is called “praedium missale�, it is doubled. Then, with two branches originating from one, it creates an island between the harbour of the city and the city of Ostia, which is visited by the people of Rome together with the Praefectus Urbi or a consul to worship the Dioscures with a happy feast. And indeed, the island, that the river creates between the harbour of the city and the city of Ostia, is so green and lovely, that neither in the summer nor in the winter wonderful vegetation is absent from the pasture; and in the springtime it is filled with so many roses and other flowers, that the island is even called garden of the nourishing Venus, because of the abundant vegetation and wonderful odours. bron: www.ostia-antica.org

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


BOOKSTORE-CHURCH De voormalige Dominicaanse kerk in Maastricht is sinds 2007 ingericht als boekwinkel. Het is toch direct duidelijk dat deze plek de moeite van een bezoek waard is? www.libris.nl/dominicanen <<

Glaskunstenaar Jenni Kemarre Martiniello uit AustraliĂŤ maakt, zonder enige twijfel, schitterende glazen voorwerpen. Hier ontmoeten erfgoed en glas elkaar op een prachtige manier. Wij zijn haar werk tegengekomen bij het zoeken naar afbeeldingen van visfuiken! Dit is de Square Loop Weave Dillibag (2016) gemaakt van heet geblazen glas, iH 6 x W 26 x D 26cm. << Als wij op vakantie gaan naar de UK, of we nu in Kent blijven of verder trekken, staat een bezoek aan Whitstable altijd op ons verlanglijstje. Oesters eten in Whitstable is heerlijk en een beleving. Ga vooral naar deze oesterbar, maar zorg dat je vroeg bij bent, want iedereen wil hier graag eten. <<

photograph by Jim Forest

In de middeleeuwen: je wilt kennis delen, maar hebt weinig vertrouwen in mensen? Op die manier is deze bibliotheek ontstaan met boeken aan de ketting. Er bestaan nog maar enkele van deze oude bibliotheken. In Zutphen kun je er nog een bezoeken. Lets go! <<


49 17 Take a look at our worldly possessions in het boek van Peter Menzel

Remember Fight Club? In 1996 schreef Chuck Palahniuk dit boek over, onder anderen, onze bezittingen.

we buy things we don’t need with money we don’t have to impress people we don’t like?

Waarom zou je nog spullen kopen die makkelijk kapot gaan. De Buy-me-once beweging maakt daar een einde aan >> www.buymeonce.com Deze boots en schoenen zijn zo gemaakt dat het leer tegen een stootje kan en dat, mochten ze toch slijten, alles eenvoudig gerepareerd of vervangen kan worden. De schoenen hebben een levenslange gerantie. Wat een verfrissende manier van schoenen maken! >> www.drmartens.com

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers



51 Er is een heleboel leuk aan knoflook. Het leukste is natuurlijk het feit dat het heel lekker is. Maar laten we beginnen bij vroeger, vroeger als in voor onze jaartelling. Knoflook is een goed gedocumenteerde plant en werd gebruikt voor het behandelen van allerlei medische aandoeningen. Het werd gezien als een middel om gezond en fit te blijven. Zo werd knoflook uitgebreid gebruikt in het oude Egyptie en in Griekenland. En er zijn oude geschriften uit China, Rome en India waarin de medische toepassing van knoflook is beschreven. Het is leuk dat ze de werking van knoflook allemaal lijken te hebben ontdekt. Inmiddels is een deel van die toepassingen volgens onze eigen vertrouwde wetenschappelijke aanpak bewezen en dus is het zo ;-)

Maar eerst even terug naar Egypte. In de Ebers Papyrus (±1.550 v. Chr.) wordt knoflook voorgeschreven bij abnormale groei, algehele malaise en bij insectenbeten. In de Bijbel staan verwijzingen naar knoflook voor behandeling van ongeveer dezelfde kwalen als ook al in de Ebers Papyrus werden beschreven. In het algemeen zou knoflook goed zijn om mee op krachten te blijven.

Vanaf de Middeleeuwen tot in de Renaissance werd bij ons in Europa knoflook ook gebruikt tegen de pest. In elke zichzelf respecterende kloostertuin en universiteitstuin stond knoflook. Tot slot een uitstapje naar Amerika waar de oorspronkelijke bewoners knoflookthee maakten tegen griep. Leuk hè?

Door naar de Grieken, waar men soldaten knoflook gaf omdat ze daar moediger van werden. Tijdens de Olympische spelen aten de atleten grote hoeveelheden om hun prestaties te verbeteren. Doping met een geurtje, zullen we maar zeggen. Knoflook beschermde de huid tegen giftige stoffen. En tot slot, Hippocrates, vader van de medische wetenschap, gebruikte knoflook veelvudlig in zijn medisch arsenaal. Voor longklachten, reinigingen en rare buikgroei. Alhoewel ik niet kan uitmaken of we het hier hebben over dikke buiken of woekeringen. Ach en de Romeinen doen weer iets leuks of bijzonders natuurlijk. 100 jaar voordat men ontdekte dat bloed een circulatie had, schreef de hoofdarts van het leger van Nero, knoflook voor om de cardiovasculaire status van de soldaten te verbeteren. Ja, dat is wat. In de vijf delen van de Historica Naturalis werden drieëndertig verschillende toepassingen van knoflook beschreven, waarvan een aantal in onze tijd bevestigd zijn.

En dan nog even omdat deze uitgever zo vreselijk van knoflook houdt, een eenvoudig receptje voor geweldige knoflooksaus: geroosterde knoflook!

In China en Japan stond knoflook op het dagelijkse dieet en werd gebruikt tegen diarree, digestieve problemen en niet onbelangrijk, worminfecties. Wormen houden niet van knoflook. Het zou ook helpen tegen depressie en het zou de mannelijke potentie verbeteren.

Nodig 1 Bol knoflook, olijfolie, zout en peper. Doen: Frummel de bol tussen je vingers zodat de echt losse velletjes loslaten. Snijd van de bovenkant van de bol in één keer de top af, zodat je dus recht van boven in de verse knoflookteentjes kijkt. Zet de bol in een ovenvast schaaltje en giet er wat olijfolie overheen, vooral op die open teentjes. Beetje peper en zout er op, maar dat hoeft niet, zonder kan ook. De oven lekker warm zetten, op 200 graden, en dan wachten totdat de bovenkant al aardig bruin begint te worden.

In India komt knoflook ook al voor in de vroegst bekende geschreven teksten en ook hier wordt het gebruikt bij de eerder genoemde aandoeningen. Een uitzondering vormt de behandeling van Lepra, daar zou knoflook mogelijk ook tegen helpen of dan toch het leed verzachten.

Afkoelen, tenen uit hun velletje drukken, prakken en mayonaise en yoghurt erbij. En omdat het oog ook wat wil, strooi je er bieslookringen overheen, liefst vers want dat maakt het nog wat sterker. Whoaaaa <<

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Met veel dank aan Sigrid van Roode Hester de Wit Caroline de Wit Leonie di Luigi Esther Seldenthuis Lisa Seldenthuis Martin Hense AndrĂŠ Veldmeijer Jolanda Bos Ben van den Bercken (RMO) Rita Oosterhoud (RMO) Kim Balster (KB fotografie)


53

Op 29 juni 2017 hebben wij samen met het Rijksmuseum van Oudheden zes van onze nieuw uitgekomen boeken gepresenteerd. Al deze boeken hadden te maken met Egypte, in de faraonische periode of in het huidige tijdperk. Onze gasten werden in de middag verwelkomd in de Taffeh-zaal waar men kon genieten van een bijzondere presentatie over klederdracht en sieraden uit het Midden Oosten en Egypte. Sigrid van Roode en Jolanda Bos vertelden over deze rijke tradities, terwijl sieraden en kostuums die ook in hun boeken worden beschreven in een kleurrijke modeshow werden gepresenteerd. Hierna werd een korte documentaire gedraaid over de Romeinse havenplaats Berenike waarmee het boek en het werk van archeoloog Martin Hense werd getoond. Lisa Seldenthuis vertelde aansluitend over haar bijzondere bezoek aan een Egyptische opgraving, waar zij stage liep toen zij 10 jaar oud was en waar zij een kinderboek over schreef. Tot slot vertelde archeoloog AndrÊ Veldmeijer in een vraaggesprek over zijn onderzoek naar schoenen uit Egypte, en liet replica’s en traditioneel schoeisel door het publiek gaan. Het was een bijzonder geslaagde dag voor ons. Leuk om al onze klanten en relaties op deze manier op de hoogte te stellen van onze nieuwste publicaties en ontzettend leuk om hen te verwelkomen op deze schitterende plek. Wij doen hier dan ook nog een keer verslag in beeld!


Onze auteurs zitten niet stil. Zo wordt er op dit moment bijvoorbeeld door Martin Hense hard gewerkt aan project 1886-Rotterdam. In dit boek wordt zo compleet mogelijk het “Verhaal van Rotterdam in de late 19e eeuw” verteld. Aan de hand van de gebeurtenissen in en rond het - voor Rotterdam zeer bepalende - jaar 1886 komt een reeks van onderwerpen aanbod, variërend van de werk- en woonomstandigheden van rijke en arme inwoners, tot de snel uitbreidende haven en ontwikkelingen in wetenschap, kunst, onderwijs, gezondheidszorg en architectuur. Het geheel wordt gepresenteerd door middel van gedetailleerde reconstructietekeningen van huizen en gebouwen. Naast de reconstructies worden ook de daarbij behorende historisch verhalen van de gebouwen, machines èn interieurs verteld en waar mogelijk aangevuld met foto’s en plattegronden. 1886-Rotterdam wordt gemaakt voor een breed publiek dat geïnteresseerd is in het verhaal van Rotterdam, de geschiedenis van de stad èn de zo beroemde historische architectuurgeschiedenis. <<


LONNE KE BE UKE NHOL DT 2 0 1 7 | g emeng d e t ec hniek, c ollag e

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers

55


Sigrid van Roode schreef het afgelopen jaar haar boek Desert Silver opnieuw. Wat begon als een heruitgave van haar eerder verschenen boek met dezelfde naam, werd uiteindelijk veel meer dan een vernieuwde versie. Met deze uitgave van Desert Silver verscheen een schitterend verhaal over zilveren sieraden in het Midden Oosten. Het is ook een heel menselijk verhaal dat gaat over angsten, ziekten en hartewensen en de wijze waarop amuletten mensen hierin bijstaan. Het verhaalt over onderhandelingen over bruidsschatten, over hoe vrouwen met sommige puntige sieraden in feite ook wapendragend zijn en hoe zij het zilver van hun kettingen en armbanden kunnen inzetten en verkopen om te voorzien in de behoeften van zichzelf en hun familie. Prachtig en toegankelijk geschreven en een naslagwerk voor wie nog eens iets wil nazoeken over de enorme variatie aan schitterende sieraden uit het Midden Oosten. Daarnaast is Desert Silver een uniek boek want de meeste afbeeldingen zijn foto’s van voorwerpen uit haar eigen indrukwekkende collectie. Sigrid schrijft niet alleen over haar onderzoek naar dit onderwerp, zij geeft ook lezingen en workshops door het hele land en is met enige regelmaat gastcurator van tentoonstellingen over sieraden. Desert Silver is een aanrader! <<


57

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


Er zijn in Nederland allerlei veldgidsen voor de natuur te verkrijgen. Hiermee kun je op wandeltochten vogels, sporen van dieren, vlinders of andere fenomenen determineren. Bij BLKVLD Uitgevers zijn wij bezig een veldgids te maken voor archeologische en cultuurhistorische fenomenen. We zijn er al enige tijd mee zoet trouwens, maar het begint nu langzaamaan echt vorm te krijgen. Voor BLKVLD Uitgevers is dit een geweldig project waar we met maar liefst 5 auteurs aan werken! Straks kunt u met onze praktische gids het veld in om archeologische fenomenen te herkennen. Zoals het een goede veldgids betaamt, steken wij de gids in op het niveau van datgene wat je ziet in het landschap. De veldgids wordt dus niet als een reisgids ingestoken op locatie; het wordt een echte determinatiegids met ‘sleutel’ en al. Dus als u van wandelen houdt en het u leuk lijkt om cultuurhistorische en archeologische resten te determineren, houd dan het verschijnen van onze veldgids in 2018 in de gaten. <<


59

BLKVLD

Uitgevers

|Publishers


uit den ouden doosch

BY THE WAY, wil je

zelf ook een tijdschrift zoals dit? Eenmalig of een serie? Heb je een goed idee voor een jubileum, een nieuwe richting, afsluiting of ‘gewoon’ om je relaties mee te verwennen? Bespreek de mogelijkheden met ons en kijk ook op de website blikvelduitgevers.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.