De teloorgang van Ruimte? ‘We moeten het verschil gaan maken bij de uitvoering van de ruimtelijke ordening.’
HVDN Albert Herder en Arie van der Neut nodigen collega’s uit hun vak op de schop te nemen.
Op het matje Wie meent dat een architect zich niet aan de regels houdt, kan een klacht indienen bij het College van Toezicht.
Geen ervaring, geen werk Hoe jonge architecten de crisis overleven. ‘Door op verschillende terreinen actief te zijn, vergroot je je kansen.’
BNABLAD#01/11
Blootstellen aan de tijdgeest
12 APRIL 2011 BIMHUIS AMSTERDAM
Gezonde spanning – Dialoog tussen constructie en architectuur Op 12 april 2011 krijgt u een heldere visie over hoe constructeurs en architecten succesvol kunnen samenwerken om zo de beste projecten te realiseren. Hoe kunnen zij elkaar inspireren in plaats van tegenwerken? Na een vijftal inspirerende presentaties gaan alle partijen met elkaar in discussie. Mis dit niet, meld u direct aan en kom op 12 april naar het Bimhuis in Amsterdam!
Programma Kim Nielsen – Architect / Oprichter 3XN Wat kunnen we leren van een internationaal toparchitect? Walter Spangenberg – Raadgevend ingenieur/ Algemeen directeur ABT Dé succesfactoren voor een goede samenwerking tussen architect en constructeur Arjan Dingsté – Associate director / Senior architect UNStudio Wat werkt, wat werkt niet en wat kan beter: visie van de architect Jeroen Coenders – Computation manager Arup Wat werkt, wat werkt niet en wat kan beter: visie van de constructeur Joop Paul – Raadgevend ingenieur / Directeur Arup Durf over de grenzen van het vakgebied te kijken! Paneldiscussie onder leiding van professor Cees Kleinman, hoofdredacteur van Cement Aan de hand van kritische stellingen gaan sprekers met het publiek in dialoog
Mét rondleiding door Bimhuis Voorafgaand aan de middag geeft Kim Nielsen, architect van het Bimhuis, een rondleiding door de locatie. Hiervoor is slechts een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Reageer snel want vol = vol!
Meer informatie en aanmelden www.cementevent.nl Met presentaties van:
inhoud 04 Uitvergroot
Joke Vos over een woonhuis in Katendrecht, Rotterdam van René Onsia (ONSIA architectuur).
22
Geen ervaring, geen werk
Gilbert & George
Jonge architecten hebben last van de crisis. Banen zijn schaars en een bureau beginnen in tijden van economische malaise vraagt lef. ‘Door op verschillende terreinen actief te zijn, vergroot je je kansen.’
08 Kortom
25 Studentenwerk
07 Bjarne Mastenbroek
10
De teloorgang van Ruimte?
Fred Schoorl (directeur BNA) en Henk Ovink (directeur Nationale Ruimtelijke Ordening van het ministerie Infrastructuur en Milieu) gaan met elkaar in discussie over de toekomst van Ruimtelijke Ordening na de teloorgang van VROM.
15 De vondst
Het begon als een ‘pragmatische’ oplossing ter voorkoming van inbraak: ophijsbare bureaus die in het plafond verdwijnen. Het resulteerde in een multifunctioneel kantoorconcept van Zecc Architecten.
16
Wonen in een station was het uitgangspunt van het afstudeerproject van Rob Ilbrink. ‘Je kan zo veel meer doen met die ruimte in de stad.’
26 Opinie
Onderzoek wijst erop dat de architectenbranche na de crisis nooit meer hetzelfde zal worden. Hoe ziet het bureau van de toekomst eruit?
28
CAO 2.0
De Collectieve Arbeids Overeenkomst wordt iets minder collectief en biedt meer ruimte voor maatwerk.
29 Bureauberichten
Vertrouwen als basis 30
Albert Herder en Arie van der Neut (HVDN) nodigen collega’s uit hun vak op de schop te nemen. Architecten moeten uit hun klassieke rol kruipen en het initiatief naar zich toe te trekken.
20
Op het matje
Veel zaken die het College van Toezicht krijgt voorgelegd, gaan over een conflict tussen een architect en een particuliere opdrachtgever. Meestal draait het om gebrekkige communicatie.
BNABLAD #01/11
BNA Academie 32 Nieuwe oogst 33 Het Bureau
Wentink Architekten
1 03
■UITVERGROOT In de bladen zie je vaak dezelfde projecten terug. In deze rubriek daarom aandacht voor architectuur die niet dagelijks in de schijnwerpers staat. Architecten bespreken bijzonder werk van een collega.
Een woonhuis in Katendrecht, Rotterdam Ontwerp: René Onsia (ONSIA architectuur) ‘In dit huis wordt de ruimte op een bijzondere manier georganiseerd door de trappen. De “promenade architecturale” begint beneden bij het trapje naar de hal: van daaruit dwaal je door verschillende ruimtes met steeds een andere sfeer en lichtval. Op weg naar boven vind je verrassende doorkijkjes door ramen op onverwachte plaatsen. Op de vrij besloten begane grond wordt geslapen, de leefruimtes liggen op de verdiepingen daarboven. Dit op maat gemaakte huis voor een gezin met kleine kinderen heeft de flexibiliteit om mee te groeien met de bewoners. Terwijl de ouderslaapkamer aan de tuin grenst, zijn achter de voorgevel twee gestapelde kinderkamers als een blok onder het verhoogde plafond geschoven. Het niveauverschil in de funderingsbalken is hier benut om extra hoogte te krijgen. Op de verdieping daarboven ligt de keuken met woonkamer, grenzend aan het dakterras. Met twee kamerbrede traptreden bereik je het kookeiland dat bovenop de kinderkamers ligt. Hier zijn de ramen veel groter dan op de begane grond en laten ze volop licht binnen. Door de opgelegde kozijnen is ruimte gecreëerd voor een opvallend brede vensterbank. Een ongedwongen zitplek met mooi uitzicht op het park en de daarachter liggende Maas. Van hieruit zie je in de verte de zeeschepen voorbij varen. Nog een verdieping hoger vind je een veel rustiger tweede woonkamer en een bibliotheek, aangelicht door een daklicht boven de naastliggende vide. Op het dak is de aanleg van een extra kamer al voorbereid. Er gebeurt veel in de woning, maar toch is het effect niet druk of onpraktisch in het gebruik. Als je er rondloopt, voel je dat alles klopt. Dit is een mooi, warm huis met een heel prettige uitstraling.’ Joke Vos Architect-directeur van Joke Vos Architecten
04
BNABLAD #01/11
Dit op maat gemaakte huis heeft de flexibiliteit om mee te groeien met de bewoners’
BNABLAD #01/11
05
Dit is een mooi, warm huis met een heel prettige uitstraling Beeld RenĂŠ de Wit en BUCK
06
BNABLAD #01/11
COLUMN
Gilbert & George
COLOFON BNA Blad #01, vijfde jaargang, februari 2011 Uitgever Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, Postbus 19606, 1000 GP Amsterdam, T 020 555 36 66, E redactie@bna.nl, I www.bna.nl. BNA Blad verschijnt zes keer per jaar (oplage 5.500) Advertenties Architectenweb B.V., Postbus 394, 1400 AJ Bussum, T 035 69 20 874, E amdb@architectenweb.nl, bs@architectenweb.nl Adreswijzigingen administratie@bna.nl Druk Drukkerij Tesink Redactie Inge Pit (hoofdredactie), Isabel van Lent, (bladcoördinatie), Natascha Beets (beeldredactie), Wilma Jansen, Femke Rasenberg, Carla Roos Redactiecommissie Michiel Cohen, Maarten Engelman, Sander Mirck Basisontwerp Thonik, Amsterdam Vormgeving Architectenweb, Bussum Beeld omslag Woongebouw het Kasteel, Amsterdam. Ontwerp: HVDN. Foto: Luuk Kramer Tekst Uitvergroot Willemijn de Jonge Foto column Ineke Oostveen ISSN 1874-2696 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de BNA geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onjuist of onvolledig is opgenomen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
BNABLAD #01/11
Een subliem staaltje van marketing. In 1971 schilderden Gilbert & George ‘The Paintings’ (with Us in the Nature), zes triptieken met een monumentale omvang, samen meer dan 30 meter breed, vanaf die tijd in het bezit van de schilders. Gilbert & George hadden een zwak voor het Kröller-Müller Museum, zeiden ze. Het was alsof de doeken gemaakt waren voor deze ruimte. Veilinghuis Christies taxeerde de doeken ruim boven de vraagprijs van 2,5 miljoen. Het lukte Kröller-Müllerdirecteur Evert van Straaten binnen een half jaar dit bedrag te verzamelen. Gilbert & George waren flabbergasted dat het zo snel was gelukt en feliciteerden het museum in een brief met ‘P.S.: de rekening is bijgevoegd’. Verbluffend mooie doeken in een dito gebouw en omgeving. Ga kijken! Veel architecten ervaren dat als je iets maakt wat je opdrachtgever echt graag wil, dit tegen een meer dan redelijke prijs kan. Je hoeft niet te zeuren om je geld, er wordt moeiteloos betaald, want de opdrachtgever wil ervan genieten, het ervaren en niet mislopen. Vooral nu, veel meer dan voorgaande jaren, is het van belang om ons te focussen op waar echt behoefte aan is. Het zou mooi zijn als architecten dezelfde tactiek aan de dag leggen als Gilbert & George. Door te investeren in de eigen kracht en niet alleen te wachten op potentiële opdrachtgevers. We staan aan de vooravond van een grote omslag die pijn zal doen maar tegelijkertijd prachtige mogelijkheden biedt. In het buitenland is een enorme behoefte aan de kennis en ervaring die we in Nederland hebben op architectonisch en stedenbouwkundig vlak. In Nederland is een enorme behoefte aan slimme oplossingen voor verdichting en verduurzaming. We moeten nog zoveel doen aan de randen van de stad, de overgang tussen stad en landschap verbeteren. De krimpregio’s kunnen zoveel betekenen voor echt landelijk wonen, recreatie en natuurbeleving. Nieuwe plannen zullen moeten bestaan uit een intrigerende combinatie van lokale kwaliteiten met een inventieve, heldere opzet, met een visionaire lef vertaald naar Hollandse proporties. Dat is ons grootste goed; we zijn niet groot maar wel flexibel. Laten we gaan sleutelen aan echte verbetering, nu de grote uitbreiding is gestopt. Aan steden met minder stress, minder energie, subtielere infrastructuur, meer gericht op verblijf. Een stad die emotionele binding biedt en esthetische bevrediging. Over drie weken zoef ik door Nederland in een volledig elektrische auto. De proefrit was waanzinnig, een totaal ander gevoel na een eeuw ‘verbrandingsmotor’. Ik rij hallucinerend ‘The Paintings’ (with Us in the Nature) binnen! Bjarne Mastenbroek
07
kort nieuws
kortom Portfoliofunctie op de BNA-site Sinds februari heeft de BNA een vernieuwde website. Door een verbeterde structuur, een goede zoekfunctionaliteit, RSS-feeds en tags is het een stuk gemakkelijker om informatie te vinden en te filteren. Op de site is een forum waarop BNA-leden online met elkaar in discussie kunnen gaan. Ook hebben BNA-leden de mogelijkheid om hun werk aan opdrachtgevers te presenteren door de nieuwe portfoliofunctie. Ieder BNA-lid heeft een eigen gedeelte op www.bna.nl. Dit gedeelte is toegankelijk door in te loggen. Portfolio’s met projecten kunnen worden toegevoegd aan zowel een persoonsals een bedrijfsprofiel. De meest recent toegevoegde projecten worden prominent getoond in een slideshow op de homepage. Hierbij de oproep aan alle leden om een eigen portfolio aan te maken. Hoe meer portfolio’s op de site vindbaar zijn, hoe aantrekkelijker de website wordt voor opdrachtgevers. Alle BNA-leden hebben een handleiding ontvangen voor de site. Voor vragen stuur een mail naar webredactie@bna.nl. Isabel van Lent, webredacteur Zie www.bna.nl
open huis architectenbureaus tijdens de Dag van de Architectuur In 2011 organiseert de BNA wederom de Dag van de Architectuur op zaterdag 25 en zondag 26 juni. De Dag staat dit jaar in het teken van ‘Zelfverzonnen’. Dit thema behelst (collectief) particulier opdrachtgeverschap, wat niet-institutionele ontwikkelaars tot stand kunnen brengen en bottom-up initiatieven. Architectuur, uit gedrevenheid, betrokkenheid, engagement en waaraan de authenticiteit van de makers is af te lezen. De BNA wil deze editie van de Dag van de Architectuur aangrijpen om op grote schaal Open Huis te houden bij architectenbureaus – die vaak ook op eigen initiatief ontwikkeld en gebouwd zijn. Zo kan het publiek binnenkijken op de bureaus: hoe ziet een architectenbureau er uit, hoe doen architecten hun werk en met welke opdrachten houden zij zich bezig? Geïnteresseerd? BNA-leden die tijdens het weekend van 25 en 26 juni hun bureau willen openstellen kunnen een e-mail sturen naar dvda@bna.nl.
BNA Werkplan 2011 2011 wordt wederom een zwaar jaar voor de architectenbranche. De BNA zal zich bij zijn activiteiten maximaal inspannen om architecten door de crisis te helpen. Daarnaast probeert de BNA vooruit te kijken en de branche te helpen sterker uit de crisis te komen. Hieronder de speerpunten uit het werkplan van 2011. Contractering De BNA houdt zich bezig met de nieuwe DNR, die moet aansluiten bij de ontwikkeling van het vak, nieuwe contractvormen en verschillende doelgroepen. De mogelijkheid om de individuele dienstverlening van de BNA Helpdesk uit te breiden wordt onderzocht. Europees aanbesteden De BNA zet de lobby voort en benadert actief de media om de problematiek van Europees aanbesteden aan de kaak te stellen. De BNA voert overleg met opdrachtgevers en adviseurs. De BNA onderzoekt verdere ondersteuning van leden bij juridische acties en de regelgeving in overige Europese landen. Rol en positie van de architect in het bouwproces De BNA stimuleert het denken over de architect van de toekomst. In dit kader onderzoekt de BNA de huidige rol en positie van de architecten en de ketensamenwerking. De toegevoegde waarde van de architect De BNA koppelt in 2011 een imagocampagne voor architecten aan de Dag van de Architectuur. Hiernaast wordt de DvdA uitgebreid met een ‘Open Huis’ van architectenbureaus voor het publiek. Professioneel ondernemerschap BNA Zakelijk ontwikkelt instrumenten en cursussen over ondernemerschap, bureau- en procesmanagement. Leden worden voorzien van informatie over de branche door conjunctuurmetingen. De bouwopgave van de toekomst BNA Onderzoek verkent de nieuwe bouwopgaven en levert hieraan een bijdrage door projecten op dit gebied te initiëren. Opdrachtgevers en overheid worden geïnformeerd over de bijdrage van architecten aan toekomstige bouwopgaven. Internationalisering Via lobby en deelname aan DutchDFA promoot de BNA Nederlandse architectuur als exportproduct. Leden krijgen ondersteuning door informatie over ondernemen in het buitenland. Jonge architecten / studenten De BNA inventariseert de behoeften van jonge architecten en organiseert in 2011 opnieuw de Jonge Architectendag en de Jonge Architectenprijsvraag. Wilma Jansen, manager beleid
Inge Pit, manager communicatie Het volledige plan is te downloaden vanaf de BNA site.
08
BNABLAD #01/11
kort nieuws
1 jaar BNA Onderzoek Op 1 januari 2010 ging BNA Onderzoek van start, waar de BNA alle onderzoeks- en studieactiviteiten bundelt. Het afgelopen jaar sloten de drie voormalige studiestichtingen – Stawon, Stagg en Staro – zich bij BNA Onderzoek aan. Lopende projecten werden overgenomen. Daarnaast startte BNA Onderzoek nieuwe projecten op, voortgekomen uit de oproepen aan BNA-leden om projectvoorstellen in te dienen. Uit de voorstellen die in de twee rondes zijn ingediend heeft het programmateam een reeks inspirerende projecten gekozen die met ondersteuning van BNA Onderzoek worden opgestart en uitgevoerd. Een selectie: UrbaDOT – een studie naar een Duurzame Organische Transformatie strategie voor 70/80’er jaren uitbreidingswijken. Wat hebben deze monotone, meestal slecht aan het landschap aangebonden wijken (een kwart van de Nederlandse woningvoorraad) nodig om een duurzame toekomst tegemoet te kunnen gaan? Het Realiteitsboek (in voorbereiding) – een publicatie waarin wordt teruggekeken op de filosofie, werkwijze en sociale componenten van het project De Realiteit in Almere met als doel de ‘wilde bouwers’ van nu te inspireren. Zelfbouw, catalogusbouw en architectuur, een studie naar keuzes en prioriteiten van particuliere opdrachtgevers – een veldwerkstudie die deze keuzes (esthetisch en procesmatig) van zelfbouwers in kaart brengt. Doel van deze studie is architecten zich te helpen profileren op deze markt. Openluchtscholen revisited – een ontwerpend onderzoek waarin wordt gezocht naar vernieuwende, geactualiseerde typologieën voor openluchtscholen die inspelen op de wensen van deze tijd.
Regionale prijs uitreikingen Gebouw van het Jaar Van 10 januari tot en met 7 februari hadden alle BNA-leden de kans hun beste werk van het afgelopen jaar in te zenden voor de architectuurprijs BNA Gebouw van het Jaar 2011. In februari en maart buigen vijf deskundige jury’s zich over de inzendingen om per BNA-regio drie gebouwen te nomineren. Daaruit volgt ook per regio één winnaar. Na een jaar van afwezigheid, zijn met deze editie de regionale prijsuitreikingen weer terug. Naast het bekendmaken van de uitslagen hebben deze een inhoudelijk programma, dat per regio verschilt. Alle BNA-leden ontvangen een uitnodiging voor de prijsuitreiking in hun eigen regio en eventueel voor de regio(‘s) waar ze gebouwen hebben ingezonden voor de prijs. De regionale uitreikingen vinden plaats op: – – – – –
Regio Noord: donderdag 31 maart 2011 Regio Oost: donderdag 7 april 2011 Regio Zuid: vrijdag 8 april 2011 Regio Delta: donderdag 14 april 2011 Regio Noordwest/Centrum: vrijdag 15 april 2011
De landelijke jury, onder leiding van Frits van Dongen (de Architekten Cie.) en verder bestaande uit Dorte Kristensen (atelier PRO), Ronald Schleurholts (cepezed), Christine van Gemert (BNI) en Henk Ovink (Ministerie van Infrastructuur & Milieu), kiest de winnaar uit alle genomineerde gebouwen. De landelijke prijsuitreiking van BNA Gebouw van het Jaar 2011 is op donderdag 28 april as. Carla Roos, communicatieadviseur
In juni vindt de eerste jaarlijkse BNA Onderzoekdag plaats, waar de resultaten van alle projecten van het voorgaande jaar worden gepresenteerd aan een breed publiek. Het programmateam zal kaders scheppen waarbinnen onderzoeken uit het verleden en toekomstige onderzoeken een plek krijgen. Zo is een kennisbank voor architectuuronderzoek in voorbereiding en wordt er gewerkt aan een visie waar de verschillende deelprojecten onder geschaard kunnen worden. BNA Onderzoek stelt zich tot doel de onderscheidende kracht van architecten en de meerwaarde van de analytische, ontwerpende en probleemoplossende houding van de branche, voor het voetlicht te brengen. Ook in 2011 roept BNA Onderzoek de BNA-leden op voorstellen voor projecten in te dienen. De eerste ronde was in januari, de sluitingsdata van de twee andere rondes zijn 28 april en 13 september 2011. Jutta Hinterleitner, programmamanager BNA Onderzoek Kijk voor meer informatie over de lopende projecten en procedure rond om het indienen van projectvoorstellen op: www.bna-onderzoek.nl.
BNABLAD #01/11
09
ARTIKEL
Beeld Fred Schoorl (links) en Henk Ovink (rechts). Foto’s: Allard van der Hoek
De teloorgang van Ruimte? 10
BNABLAD #01/11
ARTIKEL
Pindakaasbenadering. De kersverse minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz Van Haegen, introduceerde dit begrip eind november als omschrijving van een ongewenste vorm van ruimtelijke ordening. Daarmee doelde ze op een verdelende rechtvaardigheid die het Nederlandse beleid lange tijd heeft beheerst, een methodiek waardoor functies eerlijk over het land werden verspreid. ––
Tekst Jaap Huisman
Het VVD-CDA kabinet wil keuzes maken en prioriteiten stellen als het gaat om de ruimtelijke inrichting. Keuzes uitstellen wat vaak gebeurd is in het beleid, is er niet meer bij. Henk Ovink, directeur Nationale Ruimtelijke Ordening van het ministerie Infrastructuur en Milieu: ‘Als we dat niet doen, gaat Nederland down the drain. We moeten het verschil gaan maken bij de uitvoering van de ruimtelijke ordening.’ Binnenkort zal de rijksoverheid duidelijk maken welke accenten ze op nationaal niveau zal leggen. Dat betekent volgens Ovink dat het rijk tegelijk laat zien welke taken het aan de provincie en gemeenten overlaat en welke het bij zich houdt. Hoewel hij nog niet het achterste van zijn tong laat zien om welke projecten dat gaat, moet er gedacht worden aan nationale prioriteiten als het internationale netwerk van spoor, weg en energie, cultureel erfgoed, waterveiligheid en het Deltaprogramma waar dijken op een stormvloedbestendige hoogte worden gebracht. Randstad Urgent, een initiatief om de Randstad onder meer beter bereikbaar te maken, wordt aldus Ovink ‘verscherpt uitgevoerd’ en uitgebreid buiten de Randstad. Ruimtelijke Ordening. Voor het eerst in decennia komt het niet meer voor op de gevel van een ministerie, en speelt het ook een ondergeschikte rol in het regeerakkoord. Het is de aanleiding voor een discussie tussen een bezorgde directeur van de BNA, Fred Schoorl, en een blijmoedige directeur Nationale Ruimtelijke Ordening, Henk Ovink. Schoorl over de nieuwe naam van het ministerie: ‘Ik heb dat al In Memoriam genoemd.’ Hij vervolgt:
BNABLAD #01/11
11
ARTIKEL
‘Ik heb het nieuwe ministerie al In Memoriam genoemd’ ‘Het is goed dat er wat verandert, maar de stem van de ruimtelijke kwaliteit wordt moeilijk te beluisteren.’ Verdwenen is de welsprekendheid van VROM in de debatten over de kwaliteit van de ruimte en de aansporing tot de andere departementen, vreest Schoorl die in dat opzicht twijfels heeft bij de attitude van de minister. Ovink reageert gebeten. ‘Het is echt flauwekul. Zowel de persoon van de minister als haar beleid wijzen op een integrale verantwoordelijkheid ten aanzien van de ruimtelijke ordening. Milieu is verdeeld over vier ministers, maar Ruimte zit vol en ongedeeld in haar agenda. Het afrekenen op de naam is interessant maar leidt tot niks.’ Als integraliteit inderdaad het streven is van minister Schulz is Schoorl gerust gesteld omdat daar de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting van afhangt.
Bestuurlijke spaghetti Bij het aantreden van dit kabinet begint ook de Wet op de Ruimtelijke Ordening te draaien. Hoewel de resultaten daarvan nog niet meetbaar zijn, heeft Ovink hoge verwachtingen van de werking na de eerste evaluatie door het Planbureau voor de Leefomgeving (opvolger van het Ruimtelijk Planbureau). Voor het eerst wordt de verantwoordelijkheid voor elke bestuurslaag helder omschreven, waarmee ruimtelijke ordening wordt ontdaan van zijn taaie totstandkomingsproces. ‘Ruimtelijke Ordening is te lang met zichzelf bezig geweest. Iedereen zat naar elkaar te kijken en
12
bemoeide zich met elkaar. Dat is verleden tijd.’ Decentralisatie is de kern van de wet. Schoorl is niet helemaal gerust op de effecten daarvan. ‘De stelling dat Ruimtelijke Ordening op lokaal niveau moet gebeuren, daar ben ik het niet mee eens. Daarmee misken je de nationale ruimtelijke agenda.’ Bovendien kan de ruimtelijke ordening in de ogen van Schoorl gegijzeld worden in een soort dominospel, waar de gemeente naar het rijk kijkt en besluit niets te doen als het rijk niets onderneemt. Idem dito met provincies. ‘Ik noem dat bestuurlijke spaghetti, wat in 1998 al in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is vastgesteld. Dat leidt tot stroperigheid en traagheid. ’Schoorl zou graag concreet tien projecten aangereikt willen krijgen die een beeld geven van Ruimtelijke Ordening nieuwe stijl, waarop de minister over vier jaar wordt afgerekend. De zorgen van Schoorl deelt Ovink niet, hoewel hij beaamt dat de Ruimtelijke Ordening de afgelopen jaren verlamd is geraakt ‘door duizenden partijen die zich met dezelfde opgave bemoeiden’. ‘Het wensdenken en de integraliteit heeft geleid tot uitstel van de onderhandelingen en gebrek aan verantwoordelijkheid voor en op het eigen domein.’ Er worden heldere opdrachten geformuleerd aan provincies en gemeenten. ‘Het irritante van gebiedsontwikkeling in het verleden was dat het de werkelijkheid heeft versimpeld, terwijl die complex is. Je kunt wel ergens een elastiekje omleggen en daarbinnen een deal met alle partijen sluiten. Maar dat werkt niet. Er is altijd een interferentie buiten dat elastiekje.’ Bovendien, zegt Ovink, konden in een samenwerkingsverband van
BNABLAD #01/11
ARTIKEL
verschillende partijen sommige deelnemers op elk moment een andere positie innemen. Het gevolg was een gebiedsontwikkeling die maar niet van de grond kwam.
Rijk of regio De nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening is er nu. Het eerste trackrecord van het Planbureau voor de Leefomgeving stemt hoopvol omdat procedures en belangen helder geformuleerd en gescheiden zijn, en termijnen gehalveerd. Schoorl en Ovink delen een optimisme over de werking, met als kanttekening van Schoorl: ‘We staan nog op een trapveldje. Het grote werk moet nog beginnen.’ Het is de BNA-directeur die zich verder afvraagt of de andere bestuurslagen geëquipeerd zijn voor hun nieuwe taak. Immers, zowel bij de gemeenten als provincies is de professionaliteit de afgelopen jaren ingeleverd, apparaten en diensten zijn uitgedund. ‘Er zijn veel plannen gemaakt zonder een cent voor de uitvoering, er is niet ingegrepen bij de Ruimtelijke Ordening, er was een uitstroom aan talent’, somt Schoorl op. ‘Nu moet er een forse slag worden gemaakt in de uitvoeringskracht en de competentie van politici. Het gevaar zit er volgens mij in dat je straks niet een rijk hebt, maar twaalf rijkjes die rijk spelen.’ Als de overheid aan kracht heeft ingeboet, is dat op haar beurt ook bij de marktpartijen merkbaar. De praktijk zal dus moeten uitwijzen hoe goed de Ruimtelijke Ordening in handen is bij de lagere bestuurslagen. Dat laat onverlet dat het rijk bevoegdheden moet afstaan, omdat het een illusie is dat het rijk in staat is alles te regelen. ‘Alles is veel complexer geworden. De oplossing kan niet
BNABLAD #01/11
zijn: laat het rijk het maar doen. Alsof zij het zouden kunnen.’ De eerste signalen zijn gunstig. Op de dag van de discussie staat er in de krant dat vier provincies en stadsregio’s in de Randstad het voornemen hebben een OV-netwerk tot stand te brengen, Randstadnet. Het is heel goed, vindt Ovink, dat regio’s hierin hun verantwoordelijkheid nemen en bereid zijn dit onderwerp over hun grenzen heen te tillen. Dat neemt niet weg dat er rijkstaken zullen overblijven, waarvan Schoorl de hogesnelheidslijn noemt. ‘Daarbij gaat het om de internationale positie van Nederland. Dat mag geen eindstation worden. Gelukkig heeft de rijksoverheid dat ingezien.’ Uit de analyse van Ovink, die stelt dat iedereen zich met Ruimtelijke Ordening heeft bemoeid, zou mogen blijken dat de onhelderheid in de besluitvor-
‘Architecten ontbreken te veel in de bouwkolom, maar zijn wel nodig: het is een onwenselijke spagaat’ ming de verrommeling in de hand heeft gewerkt. Als je blijmoedig de andere kant op redeneert, zegt Schoorl, heeft Nederland de ruimtelijke inrichting internationaal gezien goed voor elkaar. ‘Het is ons gelukt een aantal hoogwaardige gebieden intact te houden binnen het verstedelijkte veld. Daarbij hebben we het geluk van een gedeelde metropool
13
ARTIKEL
‘De maatschappelijke urgentie en de bijbehorende opgaven vragen nu om een geëngageerde architect’
in het westen wat de leefbaarheid en duurzaamheid ten goede komt. Maar op sommige plekken ziet Nederland eruit als een slecht opgeruimd bureau.’
De next generation Onvermijdelijk komt het Groene Hart ter sprake, een ideaal dat we volgens Schoorl ruimtelijk redelijk vertaald hebben. Maar wordt dat in het regeerakkoord niet min of meer vogelvrij verklaard? Ovink is daar niet zo bang voor omdat de maximale grens van het aantal woningen in dat gebied nergens gehaald is. Je kunt beter naar het systeem kijken, vindt hij. ‘Het landschappelijk systeem in de Randstad is anders dan een planologisch regime. Dat laatste bestaat uit rijksbufferzones, RodSgebieden, Groene Hart, nationale landschappen, Belvédère-gebieden en de Hollandse Waterlinie. Dat is geen stapeling van landschappen maar van beleidskaders. Je moet het omdraaien. Neem de beleidskaders voor lief, anders wordt de discussie zo abstract. Loop eens rond. Dan merk je niet eens dat je de grens van een bufferzone met het Groene Hart oversteekt. Tussen kust en de Utrechts Heuvelrug strekt zich een groenblauw netwerk uit waar een paar grote en minder grote structuren zitten. Die moet je behouden en ontwikkelen.’ Het belangrijkste is dat het Groene Hart beter ontsloten worden, met name vanuit de zuidvleugel, want dat maakt het nu tot een onderbenut polder- en veenweidegebied. Tenslotte de vraag wat het architectuurbeleid opschiet met de decentralisatie van de Ruimtelijke Ordening. De tijd van stimuleringsmaatregelen lijkt voorbij, maar ook die van een kwantitatieve opgave. ‘Het is de beurt aan de next generation’, concludeert Ovink. Andere programma’s , andere projecten, herbestemming, en het voorkomen van een braindrain als de creatieve industrie niet tot bloei komt. Ondanks de crisis is hij optimistisch. Architecten ontbreken te veel in de bouwkolom, de bouwkolom heeft architecten nodig: er is sprake van een onwenselijke spagaat, vindt hij. ‘Op het gevaar af hier de blije eikel uit te hangen zie ik kansen voor een nieuwe economie waarin van alles samenkomt: de stad,de creatieve industrie, de financiële dienstverlening, de zorg, de innovatie, naast grote clusters als de Rotterdamse haven en Schiphol.’ Schoorl wil een stap verder gaan. Lange tijd werd de architectuur wellicht beheerst door de l’art pour l’art-gedachte. De maatschappelijke urgentie en de bijbehorende opgaven vragen nu om een ‘geëngageerde’ architect, vindt hij. Met kracht: ‘Het is stom als je dat talent dat er is, niet gebruikt. Er is zo’n belangrijke maatschappelijke opgave met thema’s als zorg en duurzaamheid waarvoor architecten ingezet kunnen worden.’ Het zal anders zijn, maar niet slechter. Integendeel: het komt aan op creatieve en onorthodoxe oplossingen.
14
BNABLAD #01/11
RUBRIEK
■De Vondst
Waarom ziet een gebouw eruit zoals het eruitziet? De architect van het gebouw bespreekt een slimme oplossing in zijn ontwerp.
Tekst Kirsten Hannema Beeld Cornbread Works
Ophijsbare bureaus Het begon als een ‘pragmatische’ oplossing ter voorkoming van inbraak: ophijsbare bureaus die in het plafond verdwijnen. Het resulteerde in een multifunctioneel kantoorconcept, dat niet alleen ruimtelijk inspirerend is, maar ook laat zien hoe spannend duurzaamheid kan zijn. Het is elke keer weer een klein spektakel als de drie bureaus in de studio van ontwerp- en communicatiebureau Heldergroen, gevestigd in de gerenoveerde Droste silo in Haarlem, aan het eind van de dag naar boven worden getakeld. Met een druk op de knop verdwijnen de houten werkbladen, inclusief computers, langzaam in het plafond. De vloer is dankzij de verrijdbare ladenkasten vervolgens vrij voor een borrel, een presentatie, of kan verhuurd worden aan externen. Een geniaal idee, want zo kun je de ruimte ook buiten kantooruren, op allerlei verschillende manieren, gebruiken. Toch kwam het ontwerp tot stand vanuit een andere gedachte, vertelt architect Marnix van der Meer van Zecc Architecten. ‘Het begon ermee dat de studio aan drie zijden een volledig glazen gevel had. De kostbare computers staan op die manier voor iedereen zichtbaar op de bureaus. In het gebouw waar Heldergroen voorheen was gevestigd werden ze elke dag naar de kelder versjouwd. Hier was het vloeroppervlak beperkt, en we wilden sowieso geen rolluiken. Maar de ruimte had wel genoeg hoogte.’ Zodoende kwamen architect en opdrachtgever gezamenlijk tot de oplossing: hangende, ophijsbare bureaus. De koof waarin de bureaus verdwijnen is tegelijkertijd benut om verlichting en akoestische (absorptie)materialen weg te werken. Voor de uitvoering van het concept belandde van der Meer na lang zoeken bij een theatertechnicus, een specialist op het gebied van ophijsbare decorstukken. Van der Meer: ‘Hij was bekend met de eisen ten aanzien van bijvoorbeeld de vergrendeling. De bureaus mogen nooit alledrie tegelijk bewegen en worden ontgrendeld met behulp van een PINcode.’
BNABLAD #01/11
Bijzonder is dat de werkbladen, evenals de vaste kastenwand, van hergebruikte materialen zijn gemaakt: telefoonpalen uit Tsjechië voor de bureaus, gewalste autodeuren voor de kasten. Het onderstreept nog eens de boodschap die Heldergroen wil communiceren: duurzaamheid kan heel sexy zijn.
Project Multifunctionele studio, 2009 Architect Zecc Architecten BV Opdrachtgever Heldergroen Eerlijke Communicatie
15
INTERVIEW
Beeld Albert Herder (links) en Arie van der Neut (rechts) bij het Vierde Gymnasium, Amsterdam. Foto: Allard van der Hoek
Vertrouwen als basis Albert Herder en Arie van der Neut nodigen collega’s uit hun vak op de schop te nemen. Architecten moeten uit hun klassieke rol kruipen en het initiatief naar zich toe te trekken. ‘Wat we nu nodig hebben is vertrouwen. Op basis van onze vakkennis, en met een open houding valt er zo veel te winnen.’ ––
Tekst Kirsten Hannema
16
BNABLAD #01/11
INTERVIEW
In de Amsterdamse wijk Bos en Lommer, pal aan de A10 ringweg staat de voormalige Hendrick de Keyser MTS. Binnen, in wat vroeger de metaalwerkplaats was, is het aangenaam warm. Hier is het atelier van HVDN architecten, het bureau van Albert Herder (1960) en Arie van der Neut (1962). Aan de oude werkplaats is niet eens zo heel veel veranderd. Het is nog steeds één grote open ruimte, waar het daglicht royaal binnenvalt door daklichten en hoge ramen, en waar de kleur groen – typisch voor de jaren ’60 waarin de school gebouwd werd – domineert. Nieuw zijn eigenlijk alleen de vloerverwarming en de twintig enorme hanglampen boven de bureaus, die de industriële ruimte een bijna huiselijke sfeer geven. Deze plek, waar HVDN sinds anderhalf jaar gevestigd is, zegt veel over het bureau. In de eerste plaats dat het sinds de oprichting in 1998 van een klein naar een middelgroot naar een groot architectenbureau gegroeid is, waar nu 28 mensen werken. Die groei was de reden voor de verhuizing. Maar de keuze voor een broedplaats in Nieuw West zegt ook iets over wat Herder en van der Neut als architecten willen. ‘We hebben bewust gekozen voor Bos en Lommer’, zegt Herder. ‘We willen deze plek echt veroveren, meedenken over de toekomst van de buurt.’ Van der Neut: ‘We zijn naar de stadsdeelvoorzitter gegaan met een “meedenkcheque”. Nu hebben we hier tweewekelijks overleg met de gemeente en monumentenzorg over wat er in de wijk verbeterd kan worden.’ ‘Twee sociale beesten’ noemen ze zichzelf. Die sociale betrokkenheid is de reden dat ze hier zitten. Daarom werken ze ook in een volledig open atelier; alles in dit bureau gebeurt samen. Sociale betrokkenheid, progressiviteit – dat is waar het werk van HVDN over gaat. Negentig procent van hun opdrachten is gesitueerd in een stedelijke context. Meestal zijn het gebouwen waarvoor een zeer beperkt budget beschikbaar is – sociale woningbouw, onderwijs, zorg. Stuk voor stuk vallen ze juist op door hun bijzondere verschijning en zorgvuldige detaillering. De kleurige Qubic studentenhuisvesting en het Vierde Gymnasium in de Amsterdamse Houthavens, nota bene gebouwd met containers. Het Kasteel, met zijn kristal-glazen gevels en gemeenschappelijke binnentuin verreweg het aantrekkelijkste nieuwe woongebouw in het Science Park. Of het recent opgeleverde verplaatsbare woonzorggebouw Heydeborg in Hilversum, dat zijn karakter ontleent aan de speciaal voor dit project ontwikkelde witte raamkozijnen.
BNABLAD #01/11
‘Een gebouw moet perfect gemaakt zijn, maar het moet niet alleen plek innemen’, vindt Albert Herder. ‘Het moet ook iets teruggeven aan de stad. Het moet verankerd zijn op zijn plek. Je moet, als je er langs loopt, een glimlach op je gezicht krijgen.’ Van der Neut: ‘Een gebouw moet een gevoel van trots oproepen bij de gebruikers, mensen moeten het koesteren.’ Duurbaar noemen Herder en van der Neut dat – een door henzelf bedachte samentrekking van duurzaam en dierbaar. Nu is het streven naar duurzaamheid en schoonheid natuurlijk geen unieke eigenschap voor een architect, net zo min als het inbedden van een gebouw in zijn omgeving. Het is de ambachtelijke precisie die HVDN onderscheidt van andere bureaus. Van der Neut neemt IJburg als voorbeeld. ‘In het stedenbouwkundig plan is een plint voorgeschreven, die gebouw en straat met elkaar moet verbinden. Maar wat je ziet is dat het op sommige plaatsen goed gaat en op andere fout. Waarom, vragen we ons af, door welke factoren wordt dat precies bepaald? Dat willen we blootleggen. Wij willen in elk project de allerbeste oplossing leveren.’ Essentieel voor zo’n perfectionistische aanpak is dat je als bureau specialisten in huis hebt. Op het gebied van duurzaamheid is dat de Duitse Uta Ehrhardt, die over dit onderwerp een protocol ontwikkelde voor het bureau. Voor de techniek is er de Zwitser Jean-Marc Saurer. Hij houdt zich bezig met het ontwikkelen van nieuwe producten, zoals de glazen gevelelementen in het Kasteel, de kozijnen voor Heydeborg en de ‘schaarramen’ die voor het woongebouw de Albatros in Amsterdam Noord werden ontworpen. Daarnaast leidt het bureau, in samenwerking met de Academie van Bouwkunst (waar beide heren les geven), een aantal onderzoeklabs. Hierin wordt kennis verzameld over actuele thema’s zoals het verbeteren van de
Beeld Woongebouw de Albatros, Amsterdam
17
INTERVIEW
energiehuishouding in bestaande woningen, ouderenhuisvesting en kantorenleegstand. Herder en van der Neut denken dat die verschillende specialisaties – ‘stedelijke’ gebouwen, vakmanschap, duurzaamheid en onderzoek – het succes van hun bureau bepalen. Herder: ‘Door onze kennis over het maken kunnen we voor dezelfde prijs iets bijzonders leveren. Woningcorporaties en ontwikkelaars weten ons daarvoor te vinden.’ Van der Neut: ‘Daarnaast heeft de productontwikkeling in samenwerking met bouwleveranciers ons andersoortig werk opgeleverd. We adviseren nu bijvoorbeeld een vloerleverancier over welk nieuw product hij op de markt zal brengen. Zelfs aannemers komen soms bij ons terug met een nieuwe klus.’ Van de economische crisis die de bouwsector nog altijd in haar greep houdt hebben ze tot nog toe weinig gemerkt. Dat ligt enerzijds aan het feit dat de opdrachten uit verschillende hoeken komen en de risico’s dus zijn gespreid. Anderzijds werken ze bewust met een flexibel ondernemersmodel: een klein kernteam en een groot aantal Academiestudenten met tijdelijke contracten.
Beeld Verplaatsbaar woonzorggebouw Heydeborg, Hilversum. Foto: John Lewis Marshall
Beeld Woongebouw, IJburg Amsterdam. Foto: Luuk Kramer
Het gaat dus goed met HVDN. Het bureau werd onlangs door Architectenwerk zelfs gekozen tot ‘Architect van het jaar’ in de categorie grote bureaus (Onix was de overall winnaar). Voor de architecten geen reden om tevreden achterover te leunen. ‘Juist als alles goed loopt, krijgen we de kriebels’, bekent van der Neut. ‘Dan moeten er dingen veranderen.’ Zo ook nu. In het kader van hun nominatie voor ‘Architect van het jaar’ schreven de architecten een manifest. Daarin roepen ze collega-architecten uit de klassieke rol van architect te stappen. Herder: ‘Er spelen op dit moment enorme krachten in de markt. Wij architecten spelen daarin een cruciale rol. Ons vak is bedoeld om over de toekomst na te denken. We moeten mee bewegen met die markt, onze expertise inzetten om dingen te verbeteren.’ Van der Neut: ‘Maar om ons heen zien we een calvinistische, terughoudende houding. Architecten, opdrachtgevers en bouwbedrijven verschuilen zich achter aanbestedingsprocedures en juridische stukken. Het bouwproces zoals dat nu bestaat is op wantrouwen gebaseerd.’ Hoe het dan wel moet? Vertrouwen is volgens Herder de basis. ‘In je eigen kunnen, in de partijen met wie je werkt, in verandering.’ Ter illustratie noemt hij de samenwerking met IFDbouw die vijf jaar geleden startte met de studentenhuisvesting in Amsterdam. ‘We hadden toen alleen nog maar traditionele gebouwen
18
BNABLAD #01/11
INTERVIEW
gemaakt en vroegen ons af: containergebouwen, is dat wat we willen? Maar we zijn toch op die trein gesprongen. Uiteindelijk is dit ons meest gepubliceerde project. En het heeft ook iets teweeg gebracht, om het concept steeds verder te verbeteren in volgende ontwerpen. Hetzelfde geldt voor het Kasteel, ook daar zijn we meteen met een gevelfabrikant aan de slag gegaan. Als dit project klassiek was aanbesteed, had je van de aannemer zó’n reactie op je bestek teruggekregen en was hij ongetwijfeld in de contramine gegaan. Dan had het er nooit zo uitgezien.’
Beeld Studentenhuisvesting Qubic, Amsterdam. Foto: Luuk Kramer
Bij de BNA is er de laatste jaren al veel veranderd, zien de architecten, en dat spreekt hen aan. Sinds kort zijn ze lid. ‘Tot een paar jaar terug had de BNA een hoog ANWB-gehalte. We voelden ons niet vertegenwoordigd. Met Jeroen van Schooten als voorzitter, en nu Bjarne Mastenbroek, is er meer inbreng van de achterban. Maar er valt nog heel veel te halen, vooral uit nieuwe samenwerkingsvormen zoals design & build. Binnen de BNA zouden wij daar stappen in willen nemen. Niet meer verzetten tegen veranderingen, maar juist het lef tonen om je bloot te stellen aan de tijdsgeest.’ Zelf heeft het bureau na de verhuizing alweer een ‘vernieuwingsslag’ in de pijplijn: Studio ninedots. Een nieuw bureau met ruimte voor ‘wilde ideeën’, gericht op nieuwe samenwerkingsvormen en invloeden die buiten de architectuur en
‘Een gebouw moet een gevoel van trots oproepen bij de gebruikers, mensen moeten het koesteren.’ stedenbouw vallen. Een opvallende keuze, juist omdat HVDN toch een succesvol merk genoemd mag worden. Vanwaar dan deze stap? ‘Dat we een nieuw bureau formeren, wil niet zeggen dat wij “het bestaande” overboord gooien’, zegt Herder. ‘We koesteren de kennis, ervaring en vakmanschap die bestaat binnen HVDN. Wij nemen deze mee in het nieuwe bedrijf, niet als vertrekpunt, maar als meerwaarde waardoor we puur vanuit onze creativiteit kunnen gaan werken.’ Van der Neut: ‘Nieuwe input, een nieuwe naam en profilering maakt het eenvoudiger om los te komen van ons bestaande imago dat vastgesteld is aan de hand van de projecten die het bureau gerealiseerd heeft. Ontwikkelaars doen bewust of onbewust aan typecasting. Met een gevestigde naam als die van HVDN kom je daar niet onderuit ook al zou dat het bureau ten goede komen.’
BNABLAD #01/11
Beeld Woongebouw het Kasteel, Amsterdam. Foto: John Lewis Marshall
19
artikel
op het matje
Veel zaken die het College van Toezicht krijgt voorgelegd, gaan over een conflict tussen een architect en een particuliere opdrachtgever. Meestal draait het om gebrekkige communicatie. Advocaat Leo Spigt, sinds acht jaar voorzitter van het College: ‘Wij moeten sommige architecten erop wijzen dat ze afspraken schriftelijk vastleggen. Dat staat in de Gedragsregels, maar het gebeurt niet altijd.’ Het College behandelt jaarlijks vier tot vijf zaken. Dat is weinig in Spigts ervaring, gezien het ledenaantal van de BNA. De jurist ziet in de samenleving de regelgeving toenemen: ‘Bovendien stappen mensen eerder naar de rechter.’ Volgens hem doet de architectuur het op dit punt niet slecht omdat er weinig klachten binnenkomen: ‘Wel proberen partijen soms hun gelijk te halen via het tuchtrecht, terwijl hun zaak bij een civiele rechter thuishoort.’
In de Gedragsregels van de BNA staat hoe leden zich moeten opstellen naar opdrachtgevers, collega’s, de omgeving en de saUitspraken menleving. Wie meent dat een architect Na partijen gehoord te hebben, doet het College van Toezicht uitspraak. Hiertegen is beroep zich niet aan die regels houdt, kan een mogelijk bij de Raad van Beroep van de BNA. klacht indienen bij het College van Toezicht. Het College kan ook ambtshalve het gedrag van –– Tekst Ellen Meijer en Annerie Smolders
20
architecten toetsen, dat wil zeggen zonder dat zich een klager heeft gemeld. Ter illustratie drie zaken:
BNABLAD #01/11
artikel
Zaak 1 – Onenigheid over honorarium Een opdrachtgever vindt dat hij om de tuin is geleid. De architect heeft in zijn opdrachtbevestiging over zijn honorarium alleen een uittreksel van de Standaardvoorwaarden (SR)1997 opgenomen. Dit stuk is onbegrijpelijk voor een leek, meent de opdrachtgever. Bovendien zijn de SR 1997 achterhaald en had de architect De Nieuwe Regeling (DNR) 2005 moeten hanteren. Het College geeft de klager ongelijk. Hoewel de opdrachtbevestiging ‘weinig consumentvriendelijk’ is, heeft de architect deze met de opdrachtgever doorgesproken en gelegenheid geboden voor vragen. Dat de architect nog werkte met de SR 1997 is volgens het College niet strijdig met een gedragsregel. De Raad van Beroep acht de klacht wél gegrond. De Raad vindt het toelaatbaar dat een architect in 2007 standaardvoorwaarden uit 1997 hanteert. Maar dat geldt niet voor de honorariumclausule, deze heeft de BNA in 2003 geschrapt. Sindsdien is de kostenindex niet meer geactualiseerd. De Raad vindt dat de architect zich aan het BNAbesluit had moeten houden. Ten minste had hij zijn honorariumberekening in de opdrachtbevestiging uiteen moeten zetten. De Raad legt een waarschuwing op. Zaak 2 – Misstanden melden of niet? Een architect verricht werk voor een woonhuis tot en met de bouwaanvraag. Daarna gaat de opdrachtgever zonder hem verder, maar hij vraagt weer hulp als het huis af is en de gemeente constateert dat op een bepaald punt van de bouwvergunning is afgeweken. De architect ontdekt meer afwijkingen en ziet geen kans zonder verandering van het huis aan de gemeentelijke eisen te voldoen. Vervolgens ontstaat onenigheid over de factuur. De architect hoort dat de gemeente de bouw alsnog en ondanks alle afwijkingen heeft goedgekeurd. Hij laat de betrokken ambtenaar weten wat hij over het hoofd heeft gezien. Bovendien dreigt hij in een brief aan de opdrachtgever de gemeente te vragen de vergunning in te trekken als de opdrachtgever niet betaalt. De opdrachtgever verwijt de architect chantage. Die verklaart uit frustratie te hebben gehandeld omdat hij zich aan alle voorschriften hield terwijl de gemeente niet eens controleerde of ze waren nageleefd. Het College overweegt dat de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam hebben
BNABLAD #01/11
aangetoond dat gemeenten matig controleren of bouwvoorschriften worden nageleefd. Daarom luidt het oordeel dat een architect die na de bouw constateert dat is gehandeld in strijd met de vergunning ernstige afwijkingen mag melden bij de gemeente. Dit sluit aan bij de gedragsregels van de BNA. Deze zijn gebaseerd op één hoofdregel: ‘De architect is gehouden de opdrachtgever onafhankelijk en deskundig in een vertrouwenspositie als adviseur terzijde te staan. De architect behartigt de belangen van de opdrachtgever naar beste weten en kunnen, in het besef niet alleen verantwoordelijk te zijn jegens de opdrachtgever, maar ook tegenover de samenleving en de collega’s.’ Het College oordeelt verder dat de architect de gemeente pas mag inlichten nadat hij de opdrachtgever heeft gewezen op de afwijkingen en zijn voorgenomen melding. Het is in strijd met de hoofdregel om de melding te gebruiken als pressiemiddel om de factuur betaald te krijgen. Het College acht de klacht gegrond en legt de architect een waarschuwing op. Zaak 3 – Schending auteursrecht Een architect heeft de gevel van een appartementengebouw ontworpen. Wanneer de koper van een penthouse meer uitzicht wil, past de architect zijn ontwerp aan en meldt hij verdere aanpassing onacceptabel te vinden. Twaalf jaar later vraagt de koper een andere architect zijn uitzicht te vergroten. Deze belt hierover met de eerste architect, maar die is het oneens met de oplossing. De klagende architect stelt dat zijn vakgenoot zijn rechten niet heeft gerespecteerd. Volgens hem verstoort de nieuwe borstwering het architectonisch evenwicht en dat maakt inbreuk op zijn auteursrecht. De tweede architect noemt het een summiere, functionele ingreep. Het College erkent dat het gaat om een respectabel ontwerp waarvan de gevel door de wijziging een minder krachtige uitstraling heeft. Maar een bouwwerk heeft ook een functionele bestemming. Dat biedt minder ruimte voor verzet door de maker dan bij een autonoom kunstwerk. De eigenaar had belang bij de wijziging en deze is met respect voor het gebouw uitgevoerd. Daarom mocht de verweerder ervan uitgaan dat hij geen auteursrechten schond. De klacht wordt ongegrond verklaard.
Bekijk alle uitspraken op www.bna.nl > Over BNA > Organisatie > Colleges > Uitspraken CvT en RvB
21
artikel
Geen ervaring, geen werk Jonge architecten hebben last van de crisis. Banen zijn schaars en een bureau beginnen in tijden van economische malaise vraagt lef. Toch was de sfeer tijdens de Jonge Architectendag positief; ervaringen delen met lotgenoten en sparren met ervaren architecten geeft moed. –– Tekst Ellen Meijer
Om jonge architecten op weg te helpen in het vak, organiseert de BNA diverse activiteiten speciaal voor hen. De Jonge Architectendag is daar een voorbeeld van, net als de tweejaarlijkse prijsvraag van de BNA voor architecten tot veertig jaar. Op deze manier krijgt aanstormend talent de kans eigen werk onder de aandacht te brengen. Dat geldt overigens voor alle deelnemers aan de prijsvraag: de inzendingen van 2010 zijn gebundeld in een boekje dat aan opdrachtgevers wordt uitgedeeld. Ook op de website www.jongearchitecten.nl/prijsvraag zijn de inzendingen te zien. Met ingang van dit nummer biedt BNA Blad een podium voor jonge vakgenoten via de rubriek ‘Studentenwerk’. Daarin komen bijzondere afstudeeropdrachten aan bod.
22
De BNA werft actief leden onder studenten en geeft de beroepsorganisatie binnen deze doelgroep meer naamsbekendheid door bijvoorbeeld lezingen te organiseren op TU’s. Verder biedt de BNA Academie cursussen die voor starters interessant zijn, onder andere over acquireren, presenteren en ondernemen.
De klik Met 150 inschrijvingen was de Jonge Architectendag eind november druk bezocht. Deelnemers konden hun portfolio voorleggen aan een opdrachtgever en een ervaren architect. Verder stonden interactieve workshops en presentaties over actuele ontwerpopgaven op het programma. Architect Tjerk van de Wetering beoordeelde de portfolio’s van zes jonge vakgenoten. Sinds 2006 heeft hij zelf een bureau, BYTR in Rotterdam, daarvoor was hij zes jaar in loondienst. Een netwerk opbouwen is volgens hem moeilijk voor starters: ‘Daar hebben wij ons in het begin op verkeken. Als je een aantal projecten hebt gerealiseerd, kom je makkelijker ergens binnen. Opdrachtgevers gaan momenteel niet snel met een onervaren architect in zee en bureaus zijn voorzichtig met het aannemen van mensen. Dat maakt het voor jonge architecten lastig om zich te profileren.’ Van de Wetering sprak zowel pas afgestudeerden als architecten met werkervaring. Hij constateerde grote verschillen: ‘Degenen die een paar jaar bij een bureau hebben gezeten, zijn verder in presentatietechnieken en ontwerpen. Die bagage heb je niet als je net klaar bent met je opleiding.’ In twee gesprekken ervoer hij een klik: ‘De ideeën van deze mensen sloten aan bij waar wij met ons bureau mee bezig zijn. Als ik medewerkers nodig had, zou ik zeker praten met deze twee. Dat bewijst het nut van deelnemen aan zo’n dag. Je kunt altijd iemand tegenkomen met een vacature die jou op het lijf is geschreven.’ Open sollicitaties vindt hij ook een goede manier om contacten te leggen, maar dan wel met een serieuze, op het bureau gespitste brief.
Vaardigheden en hoofdpunten Opvallend aan de gesprekken noemt Van de Wetering dat de jonge architecten wilden laten zien de grootste ontwerper ter wereld te zijn. Als potentiële werkgever is hij vooral geïnteresseerd in wat ze kunnen en niet alleen in wat ze dromen: ‘De kans is klein dat je bij een bureau alleen ontwerpwerkzaamheden krijgt. Je kunt je beter concentreren op je vaardigheden. Ik sprak jonge architecten met een HTS achtergrond die geen enkele technische tekening in hun portfolio hadden. Veel architecten hebben als student kleine projecten voor bekenden gedaan. Dat vinden ze kennelijk niet fancy genoeg om te laten
BNABLAD #01/11
artikel
Beeld BNA Jonge Architectendag 2010. Foto’s: Maarten van Haaff
BNABLAD #01/11
23
artikel
zien. In plaats daarvan kwamen ze met megalomane gebouwen. Juist in die kleine projecten zit iemands ziel en zaligheid, het toont bovendien aan dat je meer hebt gedaan dan studeren.’ Veel jonge architecten begonnen hun portfoliobespreking met hun eerste project en eindigden met recent werk. Volgens Van de Wetering werkt de omgekeerde volgorde beter omdat een gesprek meestal niet lang genoeg duurt om alles te laten zien. Hij gaf ook de tip om highlights uit een portfolio te halen en daar een soepel verhaal over te vertellen: ‘Vaak bleven mensen hangen bij een minder interessant deel van een ontwerp. Beperk je tot de hoofdpunten en laat foto’s zien met korte teksten erbij. Dat maakt het makkelijk om door een portfolio heen te bladeren.’
Sterke kanten Daniëlle Bakkes was deelnemer aan de Jonge Architectendag. Ze studeert binnenkort af aan de Academie voor Bouwkunst in Arnhem. Tijdens haar opleiding werkte ze als ontwerper/ tekenaar bij een Amsterdams bureau, maar vanwege de crisis werd haar contract niet verlengd. Maandenlang solliciteren leverde niks op, daarom begon Bakkes noodgedwongen voor zichzelf: ‘Het was de enige manier om aan op-
‘Ondernemen was de enige manier om aan opdrachten te komen.’ drachten te komen. Ik wil ooit een eigen bureau, maar vind mezelf nog te onervaren en ik wil het niet alleen.’ Ze bleef ondertussen reageren op vacatures, uiteindelijk met succes. Bakkes heeft weer een baan, maar ze hoort voortdurend verhalen van vakgenoten die zijn ontslagen of die na hun studie niet aan de bak komen. De portfoliobespreking vond ze het nuttigst aan de Jonge Architectendag. Na de zoveelste afwijzing twijfelde ze over haar portfolio en presentatie: ‘Daar krijg je nooit feedback op, dus ik wilde de mening van anderen horen.’ De opdrachtgever met wie ze om tafel zat, vond dat ze haar sterke en unieke kanten duidelijker naar voren kan brengen. Hij stelde ook voor meer foto’s van afgeronde projecten te laten zien. De architect met wie ze sprak prees haar technische achtergrond: ‘Dat schijnt weinig voor te komen in combinatie met een interieur- en architectuurstudie. Ik moet daar volgens hem mee beginnen om te laten zien wat ik technisch en organisatorisch in huis
24
heb.’ De opmerkingen over haar portfolio helpen Bakkes bij de voorbereiding op gesprekken met potentiële opdrachtgevers en werkgevers. De lezing over duurzaamheid sprak minder aan, het verhaal was haar te algemeen. Wel weer leerzaam vond ze de workshop over gesprekken voeren met opdrachtgevers. Daarin werd geoefend met rollenspellen: ‘Ik merkte zelf hoe een gesprek anders kan lopen door bepaalde vragen te stellen.’
Overleven In de visie van Eva Vrouwe, beleidsmedewerker architectuur en marktontwikkeling bij de BNA, vormen de crisis voor jonge architecten en Europese aanbestedingen voor startende bureaus op het moment de belangrijkste hindernissen. Door de hoge omzet- en ervaringseisen bij aanbestedingen mogen starters vaak niet eens meedoen. Of veel architecten wegens gebrek aan werkgelegenheid hun vak de rug toekeren, is niet bekend. Volgens Vrouwe werken veel jonge architecten voor een laag salaris of niet bij het bureau van hun keuze: ‘Het is vooral overleven.’ Dat het destijds onbekende bureau MVRDV het VPRO-gebouw mocht ontwerpen, is naar haar mening een type kans dat vandaag de dag nauwelijks voorbij komt.
Netwerken Deelnemers aan de Jonge Architectendag gaven aan vooral geïnteresseerd te zijn in het ondernemerschap. Daar wil de BNA in 2011 meer aandacht aan besteden. Binnenkort verschijnt een online checklist voor startende ondernemers op BNA Zakelijk. Verder is de BNA een LinkedIn-groep gestart om jonge architecten op de hoogte te houden van op hen gerichte activiteiten. Vrouwe: ‘De groep telt inmiddels bijna 250 leden.’ Ook de BNA-netwerken zitten in de lift. In de regio’s Oost en Noord zijn al enige tijd netwerken voor deze doelgroep actief. In de regio’s Zuid en Noordwest-Centrum zijn onlangs netwerken voor jonge directeuren-eigenaren gestart en in Delta is een soortgelijk netwerk in oprichting. Vrouwe: ‘Door op verschillende terreinen actief te zijn, vergroot je je kansen.’
De LinkedIn-groep is te vinden via www.bna.nl/jongearchitecten
BNABLAD #01/11
RUBRIEK
■Studentenwerk
In deze nieuwe rubriek aandacht voor bijzondere afstudeerprojecten van architectuurstudenten.
Tekst Kirsten Hannema
Railscraper Wonen in een station - Rob Ilbrink had het idee altijd al ergens in zijn achterhoofd. Zijn afstuderen bij het atelier ‘Machine à habiter’ aan de TU Eindhoven was dé kans om ermee aan de slag te gaan. ‘Je kunt zo veel meer doen met die ruimte in de stad.’ Het ontwerp, dat enigszins doet denken aan de multifunctionele markthal die MVRDV momenteel in Rotterdam bouwt, is een enorme stalen overkapping waarin woonunits zijn opgenomen. Het plan biedt oplossingen voor een drietal problemen. In
de eerste plaats verkort wonen in een rail scraper de reistijd aanzienlijk. Ten tweede wordt door het meervoudig grondgebruik extra ruimte in de binnenstad gecreëerd. En tot slot biedt dit gebouwtype de mogelijkheid om een station met ‘ouderwetse’
allure te bouwen – daarin onderscheidt het zich van het ondertunnelde station dat de afgelopen jaren aan populariteit won. Dat Ilbrink Eindhoven als case study koos noemt hij toevallig. ‘Deze typologie zou ook heel goed in een andere stad in een ander land passen. Maar in Eindhoven zag ik mogelijkheden om de barrière die de spoordijk nu is om te vormen naar een station met een centrale entree op de kop. Bovendien is de identiteit zwak; bij een stad die zich de ‘Brainport van Nederland’ noemt moet je meer het gevoel krijgen ergens binnen te komen.’ De railscraper is zodoende een ‘echte hal’, met repeterende ribben en een flinke overspanning. De asymmetrische vorm, die verdraait naar de kop, komt voort uit de verschillende functies: woningen met dakterrassen aan de zuidzijde, kantoren in het noordelijke deel. LED-verlichting aan de binnenzijde onderstreept dat dit het station van de lichtstad is. De grootste uitdaging? Ilbrink: ‘Het integreren van architectuur en constructie. Als je in een station gaat wonen, moet je natuurlijk heel goed nadenken over zaken als geluid, trillingen en privacy, maar ook over de bouwmethode. Het spoor en het station moeten tijdens de bouw in gebruik blijven. Ik ben het meest trots dat dat gelukt is.’ Ontwerp Rob Ilbrink Opleiding Bouwkunde, Technische Universiteit Eindhoven Website www.robilbrink.nl Rob Ilbrink ontving voor zijn project de StudentenSTAALprijs 2010, die uitgeloofd wordt door ‘Bouwen met Staal’
BNABLAD #01/11
25
rubriek
■opinie
Zoveel mensen, zoveel meningen. In deze rubriek komen verschillende mensen aan het woord over een speciaal onderwerp.
Het bureau van de toekomst Door de crisis maakt men zich in afgeslankte formatie op voor een nieuwe, kleinschaliger opgave. Onderzoek wijst erop dat ook na de crisis de architectenbranche nooit meer hetzelfde zal worden. Daarom gaat de BNA in 2011 aan de slag met het bureau van de toekomst. Hoe ziet dat eruit? Is de tijd van grote bureaus voorgoed voorbij?
–– Tekst Willemijn de Jonge
Beeld Luuk Kramer
‘We willen nooit meer terug naar zo groot’ Pi de Bruijn, architect/partner de Architekten Cie. ‘In het Parool stond dat volgens ons de tijd van grote bureaus voorbij is. Dat wil ik wel wat nuanceren. De tijd van grote bureaus als “bulkverwerkers” is voorbij, want die bulk is er simpelweg niet meer. Vóór de recessie konden grote bureaus op volume draaien omdat er een continue stroom van opdrachten was. Toen die aanvoer staccato werd en grote projecten steeds meer “one of a kind”, moesten ze bijna allemaal slinken. Ook wij zijn hardhandig teruggefloten en meer dan gehalveerd. Toch zijn we nu blij met onze huidige omvang van ruim vijftig man, we willen nooit meer terug naar zo groot. We hebben nog altijd alle disciplines in huis
26
om bijzondere projecten te realiseren. Het goede van het feit dat ‘meters maken’ voorbij is, is dat de aandacht van de opdrachtgever verschuift van kwantiteit naar kwaliteit. Het nieuwe opdrachtgeverschap komt van de eindgebruiker, niet meer alleen van ontwikkelaars die er eerst tussen zaten. De vraag wordt minder oppervlakkig, wat ons de kans geeft mooier werk te maken. En we komen weer dichter bij de bouwer te staan. Wat architecten zich in het verleden hebben laten afpakken, kunnen we nu weer terugnemen. Ik verwacht dat bureaus zich in de toekomst meer gaan specialiseren. Door heel pragmatisch met andere disciplines samen te gaan werken kun je dan alsnog iedere opdracht aan.’
Beeld Wiep van Apeldoorn
‘Ik geloof in de kracht van het grote bureau’
Rowin Petersma, architect/associate Inbo ‘De bulkopdrachten zijn voorbij, daar heeft Pi de Bruijn helemaal gelijk in. Cie. maakte als mono-disciplinair, “klassiek” architectenbureau altijd veel vierkante meters. Die zijn er nu veel minder, de opdrachten worden kleiner, specifieker en veel meer gestuurd door gebruiker. Toch betekent dat mijns inziens niet dat er alleen nog plek is voor kleine bureaus. Ik heb mijn eigen kleine bureau drie jaar terug verruild voor Inbo omdat ik geloof in de kracht van het grote bureau. Nu zelfs meer dan ooit. Met circa 225 medewerkers is Inbo één van de grootste bureaus van Nederland, maar met tien groepen in verschillende regio’s is het bedrijf ook heel fijnmazig en persoonlijk georganiseerd. Inbo is groot en klein tegelijk. Ik noem het liever een ontwerpbureau dan een architectenbureau omdat we ook disciplines als stedenbouw, gebiedsontwikkeling, planeconomie, strategie, communicatie en participatie in huis hebben. Die multidisciplinaire opzet en de organisatie als professioneel netwerk past goed bij de steeds ingewikkelder opgave van de toekomst. Die opgave kun je ook aan met een netwerk van kleine bureautjes, maar het heeft voordelen om één bedrijf te zijn. Binnen ons ‘inhouse’ netwerk zijn de lijnen toch korter, weet je elkaar sneller te vinden. We treden als één bureau naar buiten, dat schept helderheid voor de opdrachtgever. En de grootte biedt zekerheid, je hoeft je hier geen zorgen te maken over de continuïteit.’
BNABLAD #01/11
rubriek
Beeld Max Steen
Beeld Wim van Vossen
‘Een bureau van honderd man lijkt me niet zo zinnig’
‘Bundel je krachten en onderken elkaars kwaliteit’
‘Met het juiste netwerk ben je als eenmanszaak toekomstproof’
Joost Glissenaar architect/partner architecten van Mourik ‘Het bureau van de toekomst is een bureau als het onze: niet te groot en niet te klein. Wij hebben nu 35 medewerkers, die georganiseerd zijn onder vier architecten en een technisch directeur. Theoretisch kan je zeggen dat iedere partner ongeveer zes medewerkers aanstuurt. Clubjes die goed afgestemd zijn op de persoonlijke aanpak, maar die je ook kunt samenvoegen bij een grotere opdracht. Als eenmanszaak is het onmogelijk om je alle specialismen eigen te maken die tegenwoordig gevraagd worden. Een goed netwerk kan een oplossing zijn, maar dat zit je wel met het probleem van verantwoordelijkheid als er iets mis gaat. Toen Klaas van der Molen en ik nog BAR architecten waren, hebben we bij een groot project samengewerkt met een bureau waar iets misging. Dat geeft dan wel meteen een vervelende ruis. Een bureau van honderd man lijkt me ook weer niet zo zinnig, ik zie daar het voordeel niet van in. Inbo is zo’n bureau met minstens dertig architecten, die werkelijk álles kunnen realiseren, van klassiek tot hypermodern. Maar wat is dan je architectonische signatuur? Ik vind het wel prettig om met een bureau voor een bepaald idee en aanpak te staan. Ik zie dus de beste kansen voor het middelgrote bureau met specialisten in verschillende disciplines, dat makkelijk kan schakelen van klein naar groot, en daarmee zowel complexe en kleinschalige opdrachten aankan.’
Henk Scholten, architect-directeur AAS Architecten ‘Ik las nog net het EIB-onderzoek in het laatste BNA Blad, waarin een vrij desastreus beeld geschetst wordt van de toekomst. Bjarne Mastenbroek zegt daarin dat ’t niet om het volume van je bureau gaat, maar wel dat je de veranderende vraag eigen maakt, ook op de kleinere schaal. Volgens mij moet je vooral doen waar je je goed bij voelt en waar je goed in bent. Je ziet dat jonge architecten die hun baan kwijtraken allemaal voor zichzelf beginnen op hun zolderkamer, of ze nou ondernemer zijn of niet. Geen enkele architect heeft álles in zich wat nodig is om in de toekomst succesvol te zijn. Het zou raadzaam zijn dat juist deze groep consortia vormt, waardoor een sterk collectief ontstaat. Toekomstgericht, met een frisse blik op wat de architect zou moeten zijn, het opdrachtgeversveld hiermee verrassen. Ik geloof absoluut in díe bundeling van krachten, waarin je elkaars kwaliteiten onderkent. Als je het goed organiseert, kun je in de toekomst met een groep van tien, vijftien man alle opdrachten in Nederland aan.’
Krijn Ratsma, architect/eigenaar Casa RATSMA ‘Het bureau van de toekomst kan prima een eenmanszaak zijn. Een deel van de toekomstige opgave, namelijk de particuliere opdrachten, is bij uitstek geschikt voor een eenmansaanpak. Bij het ontwerp van een huis voor een particulier moet je niet teveel schakels hebben: het werkt niet om informatie via de projectleider naar de tekenaar en dan weer naar de architect te sturen. Bij zo’n project worden knopen één op één doorgehakt, ’s avonds bij de opdrachtgever aan de keukentafel. Als eenling moet je je wel bewust bezig houden met professionalisering en daar heb je anderen voor nodig. Ik ben lid van het kenniscluster BNA-XS Rijnmond, een heel hecht netwerk van tien kleine bureaus die maandelijks informatie uitwisselen. Binnen dit netwerk zijn waardevolle samenwerkingsverbanden ontstaan. Voor projecten die ik niet alleen aankan, zoals een grotere opdracht voor een woningcorporatie, kan ik een beroep doen op een van de XS-bureaus. Dat heb ik nu al zo’n vijftien keer gedaan en het is altijd goed bevallen, ook bij de opdrachtgever. Je moet in je eentje wel realistisch blijven natuurlijk, je moet geen musea of ziekenhuizen willen ontwerpen. Maar als je je beperkt tot wat je goed kunt en het juiste netwerk om je heen hebt, ben je behoorlijk toekomstproof.’
Reageren? Mail naar redactie@bna.nl
BNABLAD #01/11
27
ARTIKEL
CAO 2.0
begrip voor elkaar afspraken willen maken. Een goed werkende cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken is hiervoor van essentieel belang. Het vormt het overlegplatform waarop beide partijen het eens worden over zaken als opleidingsbudgetten en beloningen.’ Hans Kortland, Hoofd Personeel & Organisatie bij het bureau EGM, vindt deze ontwikkeling positief. ‘Vanuit mijn functie ben ik een actief gebruiker van de CAO. Het spreekt mij enorm aan dat er met deze modernisering ruimte komt voor flexibiliteit en maatwerk. Dat is aantrekkelijk voor zowel de werkgevers als de werknemers.’ De gewenste flexibiliteit zal niet van de een op de andere dag gerealiseerd zijn. De nieuwe CAO maakt het mogelijk om de eerste stappen te zetten en legt de basis voor verdere flexibilisering in de komende jaren.
Meer vrijheid en flexibiliteit voor werkgevers en werknemers om op Concurrentiepositie bureauniveau afspraken te maken. De flexibiliteit in de arbeidsverhoudingen wordt verwerkt in Dat is, in een nutshell, het voordeel de thema’s functie en beloning, arbeidsduur en werktijden, vakantie en verlof, vergoedingen en voorzieningen, en van de gemoderniseerde CAO voor duurzame inzetbaarheid. Jasper Etten van de BNA geeft de architectenbranche. De Collectieve een toelichting op dat laatste thema. ‘Duurzame inzetbaarheid moet invulling krijgen door middel van een Arbeids Overeenkomst wordt iets leeftijdsfasebewust personeelsbeleid en persoonlijke minder collectief en biedt meer opleidingsplannen. De vernieuwde CAO stimuleert om daar op bureauniveau verdergaande afspraken over te maken en ruimte voor maatwerk. zal voorzien in ondersteunende instrumenten daarvoor. ––
Tekst Marc Mijer
Als beroepsvereniging stimuleert de BNA professioneel ondernemerschap. Professioneel personeelsbeleid vormt daarin een belangrijk element. Werkgevers hebben behoefte aan een CAO met meer ruimte om op bureauniveau afspraken met medewerkers te maken. De architectenbranche staat immers onder zware druk van de crisis en een snel veranderende markt. In die situatie zijn werkgevers gebaat bij flexibiliteit. Het tot nu toe gehanteerde CAO-model was inhoudelijk te rigide en geënt op traditionele verhoudingen tussen werkgevers en werknemers. Het salarishuis bestond uit een dichtgetimmerd bouwwerk, waarin de automatische, periodieke loonstijgingen domineerden. De nieuwe CAO laat meer ruimte voor een salariëring die gebaseerd is op het functioneren. Ook op het gebied van flexibele inzetbaarheid van vakantiedagen is het de bedoeling dat de CAO 2.0 beter aansluit op de huidige tijd. Hierover wordt in januari nog overleg gevoerd. Het opnemen van vakantiedagen buiten de bouwvak om, handig voor medewerkers zonder schoolgaande kinderen, zal eveneens gemakkelijker worden.
Belangen Daar waar werkgevers belang hebben bij meer flexibiliteit, is het voor werknemers van belang dat op het bureau een vorm van medezeggenschap bestaat bij het maken van onderlinge afspraken. ‘De gemoderniseerde CAO vormt de basis voor een volwaardige arbeidsrelatie, die gebaseerd is op flexibiliteit en medezeggenschap,’ aldus Huub de Graaff, schrijver van de vernieuwde CAO. ‘Werkgevers en werknemers kunnen niet zonder elkaar. Zij moeten met respect en
28
Wanneer mogen wie welke opleidingen volgen? Wie neemt daar de verantwoordelijkheid voor? Wie betaalt het? Dit soort zaken is van belang voor de werknemer, maar zeker ook voor het bureau. Het staat namelijk in relatie tot de concurrentiepositie van bureaus en zeker ook voor de branche als geheel ten opzichte van aanpalende branches. De gemoderniseerde CAO geeft architectenbureaus de mogelijkheid om op maat betere secundaire voorwaarden te scheppen en zo een aantrekkelijke werkgever te blijven.’
Nieuw jasje Bij de gesprekken over de CAO 2.0 hebben namens de werknemers de FNV, CNV en De Unie aan tafel gezeten. De werkgevers werden vertegenwoordigd door de BNA. De totstandkoming moet wel los gezien worden van de reguliere onderhandelingen voor een nieuwe CAO. De gemoderniseerde CAO vormt een mal waarin de feitelijke afspraken gegoten worden. ‘Er is nadrukkelijk voor gekozen om het zo te doen,’ aldus Etten. ‘We wilden de inrichting van een gemoderniseerde CAO niet laten vertroebelen door feitelijke onderhandelingen. Een nieuw jasje maak je eerst, pas daarna trek je het aan.’ De gemoderniseerde CAO krijgt niet alleen inhoudelijk, maar ook uiterlijk een nieuw gezicht. De teksten zullen minder juridisch zijn. Het gedrukte boekje krijgt gezelschap van een speciale website met toelichting op de juridische regels. Op termijn wordt deze uitgebreid met een FAQ (Frequently Asked Questions) en ondersteunende tools. In februari wordt de gemoderniseerde CAO op regionale bijeenkomsten gepresenteerd en besproken, daarna vangen de reguliere CAO-onderhandelingen aan. Naar verwachting zal vervolgens eind maart de eerste nieuwe én vernieuwde CAO voor de architectenbranche het licht zien.
BNABLAD #01/11
rubriek
■BUREAUBERICHTEN
Nieuws van BNA-bureaus zoals directiewissels, fusies en naamsveranderingen, maar ook aankondigingen van nieuwe websites, bijzondere publicaties en gewonnen prijzen.
BNA Gebouw van het Jaar 2010 revalidatiecentrum Groot Klimmendaal van Architectenbureau Koen van Velsen is twee keer in de prijzen gevallen bij de Dutch Design Awards 2010. Behalve de prijs in de categorie beste interieur commercieel won het project ook de publieksprijs.
De Vredeman de Vriesprijs 2010 is toegekend aan het project Woon-Zorgcombinatie Offingaburg in Hallum. TWA architecten en opdrachtgever Wonen Noordwest Friesland ontvingen de Friese architectuurprijs die een erkenning is van een geslaagde samenwerking tussen een opdrachtgever en een ontwerper. De winnaars van de Houtprijs 2010 zijn bekendgemaakt. In de categorie ‘innovatie’ ging de prijs naar de bruggen bij Sneek van Onix en Achterbosch Architectuur. De publieksprijs ging naar het project Bijgebouw Blom te Vleuten door Van Rooijen Architecten.
Beeld De politieacademie in Apeldoorn. Ontwerp: Atelier PRO architecten en Studio Leon Thier Architecten
Het project Dudokhaken in Amsterdam van Van Schagen architekten heeft de Geurt Brinkgreve Bokaal ontvangen, de prijs voor het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling en renovatie in Amsterdam
De Politieacademie in Apeldoorn is dubbel beloond met de architectuurprijs van de Gelderse stad. Het door Atelier PRO architecten en Studio Leon Thier Architecten gerenoveerde en uitgebreide gebouw won zowel de jury- als publieksprijs.
Beatrice Montesano van KAW architecten en adviseurs ontving de VKG Renovatieprijs, die dit jaar voor de eerste keer uitgereikt werd.
De Gouden Piramide 2010 is uitgereikt aan de opdrachtgevers voor basisschool St. Plechelmus in Hengelo van Leijh Kappelhoff Seckel van den Dobbelsteen Architecten. De opdrachtgevers van het project waren basisschool St. Plechelmus, de Dr. Schaepmanstichting en de gemeente Hengelo.
Ter gelegenheid van het vijfentwintigjarige bestaan van Molenaar & van Winden architecten is het boek getiteld ‘vijfentwintig x M&vW, architectuur’ verschenen met daarin een selectie van projecten van het bureau.
Dorte Kristensen van Atelier PRO architecten is winnaar van de Building Passion Woman of the Year 2010 Award.
Correcties en aanvullingen
Het ontwerp voor de Hermitage Amsterdam van Hans van Heeswijk Architecten is winnaar in de hoofdcategorie ’Ruimtelijk’ als ‘Beste Interieur Cultureel’ van de Dutch Design Awards 2010. Onix is uitgeroepen tot ‘Architect van het Jaar 2010’. De prijs is een initiatief van ArchitectenWerk en werd voor de vierde keer uitgereikt. De door Architectenweb georganiseerde publieksprijs ging naar LEVS architecten.
De Zuiderkerkprijs 2010 is naar het project Buurtfabriek Ruimzicht aan de Kostverlorenkade in West door Architectenbureau Marlies Rohmer en Stadgenoot (opdrachtgever) gegaan. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan het beste woningbouwproject dat het afgelopen jaar in Amsterdam is gerealiseerd.
Bij de nieuwe oogst uit BNA Blad #06/10 staat per abuis een verkeerde naam vermeld. Jordi Hulshof moet Jorrit Hulshof zijn.
Beeld Basisschool St. Plechelmus in Hengelo. Ontwerp: Leijh Kappelhoff Seckel van den Dobbelsteen Architecten. Foto: Ben Vulkers
Meyer en Van Schooten Architecten hebben de Almeerse architectuurprijs ontvangen voor de bibliotheek in het stadshart van Almere. Kraaijvanger Urbis won de publieksprijs voor het Arte College. Tijdens de Zaanse Ondernemersdag is de Zaanse Startersprijs 2010 uitgereikt aan NUNC architecten. Frits van Dongen van de Architekten Cie. is winnaar geworden van de Haarlemse architectuurprijs, de Lieven de Keypenning 2010 met de verbouwde Philharmonie te Haarlem.
BNABLAD #01/11
Beeld Buurtfabriek Ruimzicht. Ontwerp: Architectenbureau Marlies Rohmer. Foto: Luuk Kramer
Bureaubericht? E-mail naar redactie@bna.nl
29
rubriek
Resultaten enquête: BNA Academie sluit aan op behoefte aan bij- en nascholing
Even voorstellen
Eind vorig jaar hield de BNA een onderzoek naar de behoeften van architecten op het gebied van bij- en nascholing. Doel was te achterhalen of de BNA Academie in die behoeften voorziet, en waar aanpassingen aan het programma nodig zijn. Aan het onderzoek namen meer dan zeshonderd architecten deel, zowel directeureneigenaren als medewerkers van bureaus.
Dik Spekkink, eigenaar van een adviesbureau voor bouw procesinnovatie verzorgt voor de BNA Academie ondermeer ‘De implementatie van BIM in het architectenbureau’. Wat hebben BIM en innovatie volgens hem met elkaar te maken?
Bouwregelgeving is het favoriete thema als architecten aan permanente beroepsontwikkeling willen doen. Daarnaast verdelen ze hun aandacht over alle aspecten van de vakbeoefening met uiteenlopende onderwerpen als planprocedures, duurzame architectuur, acquireren, projectontwikkeling voor architecten, herbestemming, innovatieve materiaaltoepassingen en integraal ontwerpen. Verrassend is dat de gesignaleerde behoefte zich niet één op één laat aflezen uit de daadwerkelijke deelname aan cursussen van de BNA Academie. Zo trekken cursussen op het gebied van bouwregelgeving in de praktijk nóg meer deelnemers dan men op grond van het behoeftenonderzoek zou verwachten. De gerealiseerde deelname aan cursussen over bijvoorbeeld duurzame architectuur of brandveiligheid is aanmerkelijk minder groot dan verwacht. En ook de, door deelnemers hoog gewaardeerde, training onderhandelen trekt minder belangstelling
30
dan dat de uitkomsten van het onderzoek doen vermoeden. De deelname aan cursussen over BIM en werken met de STB beantwoordt weer ruim aan de verwachtingen. Deelnemers aan het onderzoek spraken zich ook uit over de organisatie en vorm van de cursussen. Als onderwijsvorm is een training in een groep van een man of vijftien veruit favoriet. De deelnemende architecten lieten ook weten dat met name opdrachtgevers en beoefenaars van andere creatieve, intellectuele beroepen welkom zijn in de cursusgroepen. De deelnemers aan het onderzoek volgen liever een eendaagse dan een meerdaagse cursus. De reistijd is voor de gemiddelde deelnemers bij voorkeur korter dan een uur en zeker niet langer dan anderhalf uur. Voor een cursus van een dagdeel met 45 deelnemers is men gemiddeld bereid € 116 te betalen. Voor een training € 214 per dagdeel. Zonder subsidie is het echter veelal erg moeilijk voor deze bedragen op professionele basis kostendekkend cursussen te organiseren, laat staan te ontwikkelen.
De resultaten van het behoeftenonderzoek geven richting aan het programma van de BNA Academie voor de komende jaren. Voor 2011 staan al nieuwe cursussen op stapel over bijvoorbeeld herbestemming, projectontwikkeling en contracteren. Bestaande cursussen op het gebied van acquireren, bouwregelgeving en onder nemen blijven op het programma staan. Eind januari heeft de BNA Academie de nieuwe Studiegids 2011 verspreid, maar daarin het programma-aanbod van het komende jaar. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna-academie.nl.
‘Als je zoals ik bezig bent innovatie van het ontwerpproces van architecten, dan kun je niet om BIM heen,’ begint Spekkink. Architecten zijn bij uitstek mensen die integraal ontwerpen hoog in het vaandel hebben staan. BIM schept daarvoor de voorwaarden.’ De cursus is bedoeld voor beginners – voor architecten die al verder zijn met BIM is er ‘BIM voor gevorderden’. Spekkink gaat tijdens de cursus in op de betekenis van de invoering van BIM voor de bureauorganisatie. ‘Een valkuil is dat het bureaumanagement denkt dat BIM de volgende stap is in de automatisering. BIM is veel meer, het is een andere manier van werken die je hele bureau raakt, waar je beleid op moet ontwikkelen.’ Spekkink vindt het van belang dat juist de BNA Academie BIM op het programma heeft staan: ‘Het raakt nauw aan de belangen en positie van architecten. Architecten marginaliseren hun rol in het bouwproces als ze achterblijven op het gebied van BIM. BIM is een krachtige tool om geïntegreerd te ontwerpen, waarin architecten het voortouw moeten nemen.’
Op 17 februari 2011 geeft Dik Spekkink de cursus ‘De implementatie van BIM op het architectenbureau’. Samen met Carlpeter Goossen verzorgt hij op 24 maart 2011 de cursus ‘BIM voor gevorderden’. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna-academie.nl
BNABLAD #01/11
rubriek
Uit het cursusaanbod FEBRUARI 2011 De aanscherping van de epc Met aandacht voor de introductie van de nieuwe EPG Wanneer 15 februari 2011 Waar in het midden van het land Tijdstip 14.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 125. Anderen: € 195 Doorzie de consequenties voor het ontwerp van de aanscherping van de epc per 1 januari 2011. Met welke concepten kan aan de eisen worden voldaan? Het ontwerpen van duurzame groene daken Voor architecten, projectleiders en tekenaars Wanneer 17 februari 2011 Waar Gorinchem Tijdstip 14.00 – 20.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 235. Anderen: € 295 In deze cursus komen alle aspecten van het ontwerpen en technisch uitwerken van groene daken aan bod. Ook is er aandacht voor innovatieve voorbeeldprojecten. De implementatie van BIM op het architectenbureau Het 3D-tekenen voorbij Wanneer 17 februari en 3 maart 2011 Waar in het midden van het land Tijdstip 13.30 – 17.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 345. Anderen: € 495 U krijgt informatie om een gefundeerde keuze te kunnen maken over al dan niet overstappen op BIM. En u maakt een plan voor de implementatie op uw bureau. Onderhandelen Creëer win/winsituaties Wanneer 18 februari 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 345. Anderen: € 495 Een succesvol onderhandelingsresultaat is de basis voor een goede samenwerking in de toekomst. In de eendaagse training met praktische oefeningen komen verschillende onderhandelingstijlen aan bod.
MAART 2011
Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 195. Anderen: € 395 Onderwerpen als aansprakelijkheid, omgaan met risico’s, auteursrecht en geschillen komen aan bod. Twee bouwrechtadvocaten vertellen aan de hand van praktijkgevallen waar de valkuilen zitten en hoe u ze kunt vermijden. Het ontwerpen van duurzame rieten daken en gevels Ook voor projectleiders en tekenaars Wanneer 9 maart 2011 Waar Gorinchem Tijdstip 13.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 125. Anderen: € 175 Studiebijeenkomst over het goed doordacht en technisch juist ontwerpen van rieten daken en gevels. Aan de orde komen ondermeer ontwerprichtlijnen, bouwfysische opbouw, rietkwaliteit en detaillering. Praktijkcases gelijkwaardige oplossingen brandveiligheid Het Bouwbesluit als leidraad
Ontwerpen aan brandveiligheid Brandcompartimenten, brandscheidingen en vluchtwegen Wanneer 22 maart 2011 Waar Baarn Tijdstip 9.00 – 16.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 495. Anderen: € 625 In de cursus worden de brandveiligheidsvoorschriften uitgelegd aan de hand van een voorbeeldenboek. U leert het voorbeeldenboek, dat tot het lesmateriaal behoort, te gebruiken als een handige tool in uw. Bouwen met groen en glas: de cursus De uitdagende architectonische mogelijkheden van een nieuw concept Wanneer 24 maart en 14 april 2011 Waar Culemborg Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 495. Anderen: € 595
Wanneer 10 maart 2011 Waar Baarn Tijdstip 13.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 295. Anderen: € 345
Raak vertrouwd met de principes van het integraal ontwerpen met licht, warmte en groen. In de tweedaagse workshop oefent u de praktische toepassing.
Hoe kunt u omgaan met grotere brandcompartimenten en langere loopafstanden dan het Bouwbesluit voorschrijft? In deze training komt een aantal praktijkcases aan bod die voldoen aan het Bouwbesluit als een gelijkwaardige oplossing.
BIM voor gevorderden Hoe beheert u het model?
Hoe ontwerp ik mijn mooiste honorarium? Plug and play Wanneer 15 maart 2011 Waar Den Haag Tijdstip 9.30 – 20.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 675. Anderen: € 775 Eendaagse praktijkcursus voor iedereen die honorariumberekeningen moet maken en meer grip wil krijgen op het managen van een creatief proces. Planmatig schrijven Sneller, gemakkelijker en beter schrijven
Contracten Juridische voetangels en klemmen in de architectenpraktijk
Wanneer 18 maart 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 345. Anderen: € 495
Wanneer 8 maart 2011 Waar in het midden van het land
In de training krijgt u hulpmiddelen en werkwijzen aangereikt om betere teksten
BNABLAD #01/11
te schrijven, in minder tijd en met minder moeite. In korte schrijfoefeningen brengt u de theorie meteen in de praktijk.
Wanneer 24 maart en 7 april 2011 Waar in het midden van het land Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 495. Anderen: € 695 U leert hoe u een BIM-model kunt beheren en welke procesafspraken nodig zijn om er een succes van te maken. Een prominent thema is de samenwerking met andere disciplines.
Meer cursussen op www.bna-academie.nl Kijk op de website voor de andere cursussen in het voorjaar van 2011
De vermelde prijzen zijn exclusief btw. De ledenprijs geldt voor BNA-leden, medewerkers van architectenbureaus BNA en voor de leden van BNSP, BNI en NVTL en de medewerkers van de aangesloten bureaus. Voor inschrijven en meer informatie over alle cursussen, zie www.bna-academie.nl. Met vragen kunt u terecht op 020 555 36 31.
31
rubriek
Nieuwe oogst
Hans Achterbosch (49, TU Delft 1990) is zelfstandig architect sinds 1998 bij Achterbosch Architectuur BV in Delft. Ilse van Berendoncks (44, Hoger Architectuurinstituut van het Rijk, Antwerpen 1989) is zelfstandig architect sinds 1989 bij Awg architecten in Antwerpen, België. Filip Delanghe (43, Hoger Architectuurinstituut van het Rijk, Antwerpen 1991) is zelfstandig architect sinds 1991 bij Awg architecten in Antwerpen, België. Reinder Douwes (31, TU Delft 2005) is sinds maart 2010 zelfstandig architect bij Studio D11 in Delft. Van 2006 tot 2010 heeft hij gewerkt bij Molenaar & Van Winden architecten in Delft. Geert Driesen (52, Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw, Antwerpen1980) is zelfstandig architect sinds 2002 bij Awg architecten in Antwerpen, België. Katinka van der Koogh (50, TU Delft 1987) heeft sinds oktober 2010 een eigen bureau genaamd Studio VK-Koogh in Reeuwijk. Van 2001 tot 2010 heeft zij gewerkt bij Topos Architecten Maartje van Meer (30, TU Delft 2006) is op dit moment werkzoekende. Van 2007 tot 2010 heeft zij gewerkt bij IMD Design te Curaçao. Gerben Mienis (41, TU Delft 1996) is zelfstandig architect bij Kraal Mienis architecten sinds september 2010. Hij heeft gewerkt bij Hans van Heeswijk architecten van 2007 tot 2010. Christine de Ruijter (42, Hoger Architectuurinstituut van het Rijk, Antwerpen 1991) is zelfstandig architect sinds 1991 bij Awg architecten in Antwerpen, België. Sander Smoes (31, TU Delft 2010) werkt bij de Veldacademie in Rotterdam. Hij volgt een studie van twee jaar Beroepservaring Stedenbouw Landschap Architectuur. Bas Spruijtenburg (32, TU Delft 2008) is zelfstandig architect sinds 2009 bij OASA architecten in Leiden.
32
Jurrijn Tack (30, TU Delft 2008) is zelfstandig architect sinds april 2010 bij Ir. Jurrijn Tack Bezonningsonderzoek, Ruimtestudie, Architectuur in Rotterdam. Sjoerd van Tuinen (47, AvB Amsterdam 2001) is sinds 2009 zelfstandig architect bij Kuiper van Tuinen Architecten in Utrecht. Van 2007 tot 2009 was hij zelfstandig architect bij Sjoerd van Tuinen Architecten. Sander Tummers (29, TU/e 2007) werkt als zelfstandig architect sinds november 2010 bij Architectenburo Tummers in Eindhoven. Voorheen werkte hij als assistent-ontwerper van 2008 tot 2010 bij Janssen Wuts architecten. Jan Verrelst (41, Henry van de Veldeinstituut, Antwerpen 1993) is zelfstandig architect sinds 1993 bij Awg architecten in Antwerpen, België. Don Wagemakers (44, TU/e 1997) is zelfstandig architect sinds 2001 bij Manders Architecten V.o.f. in Bakel. Bart Zantman (32, TU Delft 2005) is sinds 2008 zelfstandig architect bij Achterbosch architectuur. Van 2005 tot 2008 werkte hij als architect in dienstverband. Student leden Kundra Dijkstra (37) studeert aan de AvB in Groningen en zit in haar tweede studiejaar. Zij volgt de studierichting Architectuur. Alena Ulasava (32) studeert aan de AvB in Amsterdam en zij zit in haar vierde studiejaar. Zij volgt de studierichting Architectuur. René Scholten (27) studeert aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem en zit in zijn vierde studiejaar. Zijn studierichting is Bouwkunst. Marije Weijers (27) studeert aan de AvB Arnhem en is aan het afstuderen. Haar studierichting is Architectuur.
BNABLAD #01/11
rubriek
■Het Bureau
Architectenbureaus die zijn gevestigd op een bijzondere locatie.
Tekst Carla Roos Beeld René de Wit
Wentink Architekten Locatie Loods 1 te Muiden (1905) Zit daar sinds 2007 Projecten o.a. SEIN Heemstede, Villa Utrechtse Heuvelrug en Conferentiecentrum Zeist
Wentink Architekten is al jarenlang gevestigd in Muiden en had, zo vertelt Johan Koopman van het bureau ‘de gedachte dat ons droompand vanzelf voorbijkomt’. En zo geschiedde, toen in 2006 een oude loods midden in Muiden beschikbaar kwam. ‘Deze werd gepresenteerd als “bouwgrond”: de loods zou plaats kunnen maken voor een appartementencomplex, volgens de makelaar,’ vertelt Koopman. Wentink Architekten zag in de loods een architectenbureau en kocht het pand. De loods heeft altijd dienst gedaan als open overslaggebouw – de eerste helft van twintigste eeuw voor de scheepvaart en later als vervoersbedrijf. Johan Koopman: ‘Het eigen casco van de loods had op ons een grote aantrekkingskracht: een prachtige open en hoge ruimte die past bij onze manier van werken met veel onderling contact.’ Voor Wentink Architekten is het eigen bureau bijna een marketingtool gebleken. ‘Wij houden van renoveren, en slopen niet als het niet nodig is. In deze loods laten we zien hoe wij hergebruik van industrieel
BNABLAD #01/11
erfgoed aanpakken. Door een relatief kleine ingreep – een tussenvloer waardoor een extra verdieping is gecreëerd – hebben wij deze ruimte nieuw leven gegeven. We hebben de uitdaging gegrepen om iets te maken van dit gebouw, waarin niemand meer iets zag.’ Daarnaast is Koopman blij dat hij in dit pand ruimte heeft om zijn opdrachtgevers te ontvangen en bespeurt hij de ‘aaibaarheidsfactor van Muiden, waardoor klanten een bezoek aan ons bureau als een dagje uit zien.’ Inspiratie haalt hij uit de manier waarop zijn bureau de loods heeft aangepakt: ‘Het heeft ons gedwongen om na te denken over hoe wij willen omgaan met hergebruik, over aspecten als duurzaamheid, toekomstbestendigheid en gebruiksfunctie. Voor deze loods hebben we nu al bedacht dat we er zelf kunnen gaan wonen als het geen architectenbureau meer zou zijn.’ Een bijzondere bureaulocatie? E-mail naar redactie@bna.nl
33
YOUR CONNECTION WITH ARCHITECTURE
A new renaissance is taking form, the globalisation of architecture. Archello is embracing it, by connecting people with experience in the built environment. This open platform allows you to extend your network, learn from the stories of professionals and discover great projects, products and materials. Contribute your projects today and show the world your connection with architecture.
www.archello.com
U N GFCSVBSJ +BBSCFVST 6USFDIU
)nU JOTQJSFSFOEF NBUFSJBBMFWFOFNFOU WPPS DSFBUJFWF QSPGFTTJPOBMT FO QSPEVDFOUFO )FU UPFWPFHFO WBO XBBSEF EPPS NBUFSJBBMLFV[F JT IFU UIFNB WBO EJU KBBS .BUFSJBM 9QFSJFODF WJOEU HFMJKLUJKEJH QMBBUT NFU EF *OUFSOBUJPOBMF #PVX#FVST 7PPS FFO HSBUJT UPFHBOHTLBBSU HBBU V OBBS XXX NBUFSJBMYQFSJFODF OM
.BUFSJBM 9QFSJFODF XPSEU HFPSHBOJTFFSE EPPS
architectenweb
)PPGETQPOTPS
ARCHITECTEN & BOUWPARTNERS
Darmstadtium, Wissenschafts- und Kongresszentrum Darmstadt, Germany Architects: fs-architekten Paul SchrÜder Architekt BDA and Chalabi architects & partners Photo: Claus Graubner Š
OPEN
SAMENWERKING TUSSEN
Tour de Capital 2011 BIM biedt meerwaarde voor de architect Tijdens de seminars, die wij speciaal voor architecten organiseren, wordt dit haarfijn uitgelegd. Aan de hand van diverse demonstraties en op basis van praktijkvoorbeelden leert u de voordelen van BIM kennen, van de VO-fase tot en met de uitvoering. Februari wo 02 feb do 17 feb wo 22 feb do 24 feb
Leeuwarden Middelburg Den Bosch Kortrijk
Maart di 01 mrt do 03 mrt wo 16 mrt do 17 mrt di 22 mrt wo 30 mrt do 31 mrt
Gorinchem Groningen Antwerpen Assen Haarlem Rotterdam Maastricht
April wo 06 apr di 12 apr wo 13 apr do 14 apr wo 27 apr do 28 apr
Enschede Hasselt Weert Utrecht Den Haag Zwolle
Mei di 10 do 12 wo 18 do 19
Arnhem Gent Brussel Amsterdam
mei mei mei mei
Inschrijven via kubusinfo.nl
Wie goed kijkt, kiest voor ArchiCAD ArchiCAD scoort keer op keer als de beste keuze voor de architectenpraktijk. Het resultaat van jarenlange ontwikkeling voor en door architecten betekent bouwkundig gebruikersgemak, sterk in ontwerpfase maar ook in uitwerkingsfase, makkelijk te leren en perfecte aansluiting op en samenwerking met alle disciplines. Kortom: ArchiCAD = architectuur
ArchiCAD.nl