BNA Blad #5/11

Page 1

De toekomst van het architectuuronderwijs Welke gevolgen hebben de crisis en de veranderingen in de bouwopgave voor het architectuuronderwijs?

Lef gevraagd (m/v) In het laatste deel van de Serie Ondernemerschap een vooruitblik op ‘Architect in de praktijk, Gids voor de architect als ondernemer’.

Cultuuromslag Het kabinet-Rutte zorgt voor verrassende wendingen voor architecten en steden­ bouw­kundigen. Hoe kan de beroepsgroep er op inspelen?

Zoek de zon op Zonne-energie en hoogwaardige architectuur gaan slecht samen, denken veel architecten. Kenners noemen dat beeld achterhaald. Een update.

BNABLAD#05/11

Architectuur­ onderwijs na de crisis


De nieuwe standaard in zonnewarmte-werende beglazing: SGG COOL-LITE XTREME 60/28 Tl 60% g 28% Ug 1.0 W/m².K

Het nieuwe SGG COOL-LITE® XTREME 60/28 combineert een extreem lage zonnefactor (g :28%) met een zeer hoge lichttransmissie (Tl : 60%) en een uitstekende isolatie (Ug : 1.0 W/m².K). Met andere woorden, een uniek hoge selectiviteit (Tl/g : 2,14). Zowel voor woning- als voor utiliteitsbouw ! www.sggxtreme.com


inhoud 04 Uitvergroot

Jeroen Wouters over het BOM-kantoor in Tilburg van Studio M10 / van Helmond, Jansen & Vlemmings

07 Willem Hein Schenk Na de zomer…

08 Kortom 10

Nieuwe competenties in het architectuur­ onderwijs De bouwopgave en het bouwproces krijgen blijvend een ander karakter en daarmee gaan ook de rol en positie van de architect op de schop. Welke consequenties heeft dat voor het architectuur- en bouwkundeonderwijs?

15 De vondst

Het kunstige vlechtwerk in drie elegante houten vergaderpaviljoens die Emma Architecten ontwiep voor Rabobank Nederland, is er niet alleen voor de sier, maar biedt ook de gewenste beslotenheid.

16

Lef gevraagd (m/v)

20

architectuur in nieuw politiek ­klimaat

Het aantreden van het kabinet-Rutte zorgde voor verrassende wendingen binnen het overheids-umfeld van architecten en stedenbouwkundigen. Wat zijn de effecten op lange termijn en hoe kan de beroepsgroep er op inspelen?

24 Opinie

De overheid wil de bouwplantoetsing privatiseren. Opdrachtgevers hebben straks de keuze om hun plannen te laten toetsen door de gemeente of door een gecertificeerde private partij. Biedt dit kansen voor architecten?

26

Zoek de zon op

Zonne-energie en hoogwaardige architectuur gaan slecht samen, denken veel architecten. De systemen zijn niet rendabel, technisch onvoldoende ontwikkeld en bovenal lelijk. Kenners noemen dat beeld achterhaald. Een update.

29 Bureauberichten 30 BNA Academie

In oktober verschijnt ‘Architect in de praktijk, Gids voor de architect als ondernemer’. Eén van de auteurs, universitair docent John Heintz, schetst de veranderende wereld waarin de architect opereert. Drie bureaus reageren op zijn visie.

32 Nieuwe oogst

19 Studentenwerk

XVW Architectuur

Berend Venema deed in Berlijn onderzoek naar ‘verlaten stukken stad waar spontaan dingen gebeuren’ en verwerkte de resultaten in een ontwerp rond het voormalige Kunsthaus Tacheles.

BNABLAD #05/11

33 Het Bureau

5 03


®

Geschikt voor een waaier aan gevelafwerkingen.

Bezoek Re cticel Insulation ti jdens de beurs E nergie 2 011 (4 tot 6 ok to ber, Brabanthalle n ‘s Hertogen bosch)

Signum Si Sig S ig n ig nu u um m - Gent Gen Ge Gen e nt

Uw klanten tot maar liefst 25% laten besparen op de energierekening? Maak dan zeker kennis met het buitengevelisolatiesysteem met Powerwall®, een nieuw concept voor nieuwbouw en renovatie. Dankzij het unieke tand- en groefkliksysteem, is de ultradunne Powerwall gevelisolatie een duurzaam en efficiënt doorlopend isolatieschild met hoog rendement. In combinatie met een regelbaar bevestigingssysteem kan het worden gebruikt met een brede waaier aan gevelafwerkingen zoals sidings, steenstrips, leien, pannen, zink, pleisterwerk, hout en vezelcementplaten. Kortom, een muur met power!

Meer info over Powerwall® of andere producten van Recticel Insulation? Surf naar www.recticelinsulation.nl Recticel Insulation - Postbus 1 - 4040 DA Kesteren Tel. +31(0)488 48 94 00 - insulation_info@recticel.com


advertentie


■UITVERGROOT In de bladen zie je vaak dezelfde projecten terug. In deze rubriek daarom aandacht voor architectuur die niet dagelijks in de schijnwerpers staat. Architecten bespreken bijzonder werk van een collega.

BOM-kantoor in Tilburg Een ontwerp van Studio M10 / van Helmond, Jansen & Vlemmings; projectarchitect: Martien Jansen ‘Het kantoor van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij zou nergens anders zo tot zijn recht komen als hier. Het staat als een pareltje in het bos, het heeft iets museaals. Het samenspel met de omgeving kan bijna niet beter. Bijna alles is van glas, waardoor de gevel het omliggende bos reflecteert en tot leven komt. Tegelijkertijd is het zó transparant dat je de kantoorfunctie volledig kunt zien. Het ontwerp is ingetogen en ontbeert elke vorm van franje. Er is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van raamrubbers in plaats van kozijnen. Dat maakt het heel puur. Het doet me enigszins denken aan het IBMkantoor van Norman Foster uit de jaren zeventig.’ Ik zie dit als de perfecte plek om te werken, wat beaamd wordt door de mensen die er zitten. Het is licht, rustgevend en sereen. Die sfeer vind je ook binnenin, waar ook alle wanden van glas zijn en twee atriums het daglicht van bovenaf binnenlaten. Bij zoveel glas is er vaak de angst voor overmatige opwarming, maar de bomen eromheen zorgen voor een natuurlijke zonwering. Er is nog een extra zonwering achter de ramen aangebracht om een eventuele overdaad aan daglicht te kunnen regelen, maar eigenlijk staan die altijd open.’ Jeroen Wouters architect/directeur Architectenburo JMW

06

BNABLAD #05/11


Het staat als een pareltje in het bos

Licht, rustgevend en sereen

BNABLAD #05/11

07


Het ontwerp is ingetogen en ontbeert elke vorm van franje Beeld RenĂŠ de Wit

08

BNABLAD #05/11


COLUMN

Na de zomer…

COLOFON BNA Blad #05, vijfde jaargang, oktober 2011 Uitgever Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, Postbus 19606, 1000 GP Amsterdam, T 020 555 36 66, E redactie@bna.nl, I www.bna.nl. BNA Blad verschijnt zes keer per jaar (oplage 5.000) Advertenties Architectenweb B.V., Postbus 92103, 1090 AC Amsterdam, T 020 71 30 600, E bs@architectenweb.nl Adreswijzigingen administratie@bna.nl Druk Ipskamp Drukkers Redactie Inge Pit (hoofdredactie), Isabel van Lent, (bladcoördinatie), Natascha Beets (beeldredactie), Lonneke Bakkeren, Wilma Jansen, Carla Roos Redactiecommissie Michiel Cohen, Erik van Eck, Maarten Engelman, Sander Mirck, Machiel Spaan Basisontwerp Thonik, Amsterdam Vormgeving Architectenweb, Amsterdam Beeld omslag TU Delft, faculteit Bouwkunde. Ontwerp tribune: MVRDV. Ontwerp hal: Mick Eekhout. Foto: TU Delft Tekst Uitvergroot Willemijn de Jonge Foto column Frank Hanswijk ISSN 1874-2696 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de BNA geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onjuist of onvolledig is opgenomen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.

Je verheugt je na een slecht voorjaar altijd op een mooie zomer. In het leven en in de economie. Dit jaar volgde een kwakkelende zomer die herfstig is: met een niet aflatende stroom berichten over de stand van de economie, het sociaal ongenoegen en de stagnatie in de bouw. Ook als nieuwe voorzitter van de BNA – dank ledenraad voor het mij geschonken vertrouwen – krab je jezelf dan even achter de oren. Waar is de ijdele hoop dat een dieptepunt al was bereikt? Waar houdt het op? En vooral: wat gaan we hieraan doen? De nood onder onze zwaar geraakte branche is voelbaar en dramatisch: we zitten eigenlijk in de winter: weinig bloeit, nauwelijks licht. En gezelliger wordt het er voorlopig ook niet op. Mij voorbereiden op de zware taak deed ik overigens vol overtuiging: er is wat te doen. En als architect weet ik dat wij goed zijn met ons probleemoplossend vermogen: kansen beschrijven, berekenen of verbeelden. Het vertalen van een probleem of opgave in functionaliteit, toegevoegde waarde en schoonheid. Dat moet blijven. Maar de juiste integrale visie formuleren moet op een andere manier: van somberte naar elan. Van worstelen naar de kunst van het samenwerken. En van mooie plaatjes naar meer maatschappelijk rendement. Elan is nodig voor een vak dat juist aan de voorkant kan helpen om onze wijken, steden en landschappen maatschappelijk en economisch beter te maken. De agenda voor Nederland kan inspirerender. De uitvoering beter. De jeugd van tegenwoordig leert dat je in netwerken tot snelheid en oplossingen kunt komen. Dat moeten wij in de bouwkolom doen. Bouwers weten dat slimme processen veel geld, kwaliteit en vertrouwen kunnen opleveren. Die overtuiging hebben architecten ook. Maar echt integraal zoeken naar de kansen waarmee ruimtelijke en technische kwaliteit klant en bouwer kunnen overtuigen gebeurt helaas nog veel te weinig. Mooie beelden verkopen is uit. Juist met de gigantische problemen waar we in Nederland en Europa voor staan weten we dat onze oplossingen alleen gedijen in de juiste economisch maatschappelijke context. Ambitie, realisme en pragmatiek zijn eens te meer nodig. Net als kennis en de kunst van het samenwerken. Alleen ga je sneller, samen kom je verder. Dat geldt ook voor ons vak. En de manier waarop de BNA ons kan en moet helpen: als vakgenoot en als samenleving. Ik plaats de bijdrage aan bouwkolom en samenleving dan ook centraal in wat ons te doen staat. Niet op het spreekwoordelijke zoldertje gaan zitten prakkiseren, maar samen met anderen die dingen beter kunnen dan jij. Als vakmensen samen, anders, beter met klanten en andere betrokkenen werken aan oplossingen die zowel economisch als maatschappelijk waarde creëren en de juiste snaar raken: is dat dan architectuur? Ja, echt rendement is maatschappelijk gekleurd. Natuurlijk, architectuur is een traag vak. Gelukkig is het wel schitterende traagheid. Als een lange, warme zomer. Willem Hein Schenk

BNABLAD #05/11

09


kort nieuws

kortom Dienstverlening ­gemeenten beter?

Vol najaarsprogramma bij BNA Onderzoek

In september is de BNA gestart met een onderzoek naar de dienstverlening van gemeenten en provincies. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het EIB. Het doel is om inzichten te krijgen in hoe architecten de dienstverlening van gemeenten en provincies ervaren bij professionele contacten met ambtenaren, bestuurders en uniforme landelijke digitale hulpmiddelen bij omgevingsvergunningsprocedures. De uit het onderzoek verkregen data wordt ingezet bij belangenbehartiging over de kwaliteit en uitvoering van omgevingswetgeving. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de mate van betrokkenheid van architecten bij omgevingsvergunningen. Het onderzoek is een vervolg op een in 2008 uitgevoerde quick scan. Deze quick scan leverde nuttige informatie die de BNA gebruikte in de lobby bij overheden. Veel gemeenten en betrokken brancheorganisaties reageerden op de uitkomsten. Zo stelde de VNG dat door de aanstaande introductie van de Wabo de kwaliteit van dienstverlening zou verbeteren. Inmiddels is de Wabo een jaar als wet in werking waardoor het mogelijk wordt een eerste tussenbalans op te maken van de effecten van de Wabo. Welk effect heeft de introductie van de Wabo gehad op het werk van architecten? Is de dienstverlening van gemeenten en provincies bij omgevingsvergunningen sinds 2008 verbeterd of juist verslechterd? De BNA borduurt daarom in het vervolgonderzoek voort op het onderzoek uit 2008 en onderzoekt tegelijk de nieuwe omstandigheden voor architecten bij omgevingsvergunningsprocedures. De uitkomsten zijn naar verwachting in november van dit jaar bekend.

BNA Onderzoek heeft in de laatste maanden van 2011 een vol programma, met symposia, excursies, boekpresentaties en nieuwe projecten. Een greep uit het aanbod:

Alexander Pastoors, beleidsmedewerker ontwerpproces en techniek

24 november 2011 Werkconferentie herbestemming en zorg / boekpresentatie ‘Zorg voor Leegstand’ BNA Onderzoek, Nationaal Programma Herbestemming en Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg organiseren dit najaar een werkconferentie waar architecten, zorginstellingen en corporaties spreken over herbestemming en zorg. Daarnaast worden twee afgeronde onderzoeken gepresenteerd: de publicatie ‘Zorg voor leegstand – Herbestemmen van leegstaande kantoren naar zorgfuncties’ (BNA Onderzoek / TU Delft) en het driedelige onderzoek naar herbestemming van verschillende typen gebouwen voor zorgdoeleinden (KCWZ, Architectuurlokaal en Rigo Research en Advies). Tijd: 13.00-17.00 uur. Locatie: wordt nog bekend gemaakt.

Omgevingsloket haalt mijlpaal Het Omgevingsloket heeft sinds de introductie van de Wabo op 1 oktober vorig jaar al 125.000 vergunningsaanvragen ontvangen. Verreweg de meeste van deze aanvragen betroffen kleine projecten zoals dakkapellen. Deze mijlpaal werd op 29 augustus in Madurodam in het bijzijn van minister Schultz van Haegen gevierd. De minister overhandigde een certificaat aan de gemeente Steenwijkerland, die de 125.000e aanvraag ontving. Er werd ook stil gestaan bij het feit dat alle gemeenten nu zijn aangesloten op de BAG (Basisadministratie Adressen en Gebouwen) en dat meer en meer bestemmingsplannen digitaal te vinden zijn via RO-Online. De BNA pleitte voor een voortvarende integratie van de BAG en RO-Online zodat architecten sneller en makkelijker toegang hebben tot de juiste actuele informatie over gebouwen en hun omgeving. Alexander Pastoors, beleidsmedewerker ontwerpproces en techniek

010

5 oktober 2011 Symposium ‘Energieke Zorgbouw – Duurzaam­ heid en energiebesparing in bestaande zorggebouwen’ Energielasten stijgen – ook in de zorg – steeds meer. Tegelijkertijd is er veel winst te behalen door het toepassen van vaak eenvoudige maatregelen. BNA Onderzoek, AgentschapNL en TNO Centrum Zorg en Bouw organiseren een bijeenkomst over energiebesparing in de bestaande zorgbouw. Met bijdragen van onder meer Triodos Bank, VUmc, AgentschapNL, TNO en een aantal architectenbureaus die hier ervaring in hebben opgedaan. Tijd: 14.00-17.00 uur. Locatie: VUmc, Amsterdam. 10 november 2011 Symposium Groen, groener groenst De toegevoegde waarde van groen op, aan en in gebouwen wordt steeds meer erkend. Toch worden de mogelijkheden die groen biedt in de dagelijkse praktijk nog onvoldoende benut. De kenniskloof tussen architecten en de groensector is groot. Om deze kloof te overbruggen organiseren BNA Onderzoek en Stichting Living Daylights op een symposium dat focust op kennisoverdracht en kennisdeling. Tijd: 9.30-17.00 uur. Locatie: Bomencentrum Baarn.

Start ontwerpstudie IMPACT BNA Onderzoek start in het najaar een ontwerpstudie naar aanleiding van een door Van Aken Architecten ontwikkeld ontwerpinstrument dat moet helpen de leefomgeving van patiënten in langdurige zorg op een optimale manier vorm te geven. De studie is bedoeld om dit ontwerpinstrument te toetsen en toe te passen in een concrete ontwerpstudie. De ontwerpstudie gaat in het najaar van start, BNA-leden ontvangen een uitnodiging voor deelname. Jutta Hinterleitner, programmamanager BNA Onderzoek

BNABLAD #05/11


kort nieuws

alles over ­samenwerken op de JA Dag

studenten­lezingen op TU’s

Op 5 november 2011 organiseert de BNA voor het vierde achtereenvolgende jaar de BNA Jonge Architectendag (JA Dag), voor architecten tot 35 jaar en masterstudenten. Tijdens de dag staat een actueel thema centraal, waarover workshops en presentaties worden georganiseerd. Deze zijn gericht op de vakinhoud en beroepspraktijk van jonge architecten. De BNA biedt hiermee praktische informatie en hulp bij de start van een architectencarrière, of dat nou in dienst bij een architectenbureau is of als beginnend ondernemer.

De BNA wil meer student-leden trekken met het zeer voordelige student-lidmaatschap. Architectuurstudenten aan een van de TU’s of aan een van de Academies van Bouwkunst betalen maar € 18 per jaar en kunnen zo profiteren van alle voordelen die het BNA-lidmaatschap biedt. Om de studenten te bereiken werkt de BNA samen met de studieverenigingen Stylos (TU Delft) en Cheops en AnArchi (TU Eindhoven). Met banners op de websites, advertenties in de verenigingsbladen en informatie over de BNA in de afstudeertasjes brengen we de studenten op de hoogte van wat de BNA te bieden heeft, tijdens de studie en daarna. Speciaal voor de studenten organiseert de BNA samen met de studieverenigingen lunchlezingen. De sprekers worden gekozen uit het wensenlijstje van de studieverenigingen en vinden twee keer per jaar plaats. Dit najaar zijn er twee lezingen gepland. In Eindhoven geeft Marten Wassmann (Benthem Crouwel Architects) op donderdag 6 oktober 2011 een lunchlezing. Aan de TU Delft wordt de lezing van Jeroen van Schooten gecombineerd met de lancering van de Gids voor de architect als ondernemer (lees meer over deze gids in het artikel ‘Lef gevraagd (m/v)’ elders in dit BNA Blad), op 13 oktober. Voorafgaand aan elke lezing vertelt de BNA-regiocoördinator over alle mogelijkheden die het lidmaatschap biedt aan student-leden.

Het thema van de editie van 2011 is ‘samenwerken’. Het gaat hier om samenwerking tussen architecten onderling en tussen architecten en andere beroepsgroepen. Juist in deze tijd is het goed om vooruit te kijken en te denken, want door de crisis verandert er veel. Samenwerking is niet meer weg te denken in de ontwikkeling van het architectenvak, om krachten te bundelen en voor wederzijdse inspiratie. We zien ook jonge architecten zoeken naar een nieuwe invulling van het beroep architect. De JA Dag wil inspiratie en bruikbare handvatten bieden. Denk aan de mogelijkheden van het Bouw Informatie Model, een workshop over ondernemerschap gekoppeld aan samenwerking maar ook ‘hoe communiceer je met ketenpartners’ en hoe werk je met wetenschappers samen. De portfoliobesprekingen, een succesnummer van vorig jaar, staan weer op het programma. Daarnaast kunnen de jonge architecten nadrukkelijk ook zelf een rol spelen tijdens de dag, bijvoorbeeld in pecha kucha presentaties of in elevator pitches. De hele dag kan er natuurlijk genetwerkt worden; misschien wel het begin van nieuwe samenwerkingen. Lonneke Bakkeren, manager leden Lees meer over het programma en sprekers op ­ www.bna.nl/jadag.

Lonneke Bakkeren, manager leden

Bezoek de projecten van collega-architecten De meeste recent opgeleverde gebouwen blijven onbekend voor collega-architecten omdat ze na de ingebruikname vaak niet meer zomaar zijn te bezoeken. ‘Het Project’ in de regio Oost koppelt de wens van architecten om hun ontwerp te tonen aan vakgenoten aan de veelgehoorde roep: ‘Daar zou ik wel eens een kijkje willen nemen’. Grote complexe projecten of juist kleine pareltjes, het formaat doet er niet toe. Het enige wat u als ontwerper hoeft te doen is een geschikt bezoekmoment vaststellen en dat doorgeven aan de BNA-regiocoördinator Oost via een online formulier. Daarna versturen we een uitnodiging aan de collega’s. Een week voor aanvang ontvangt u de lijst met deelnemers. Simpel en doeltreffend. Een eerste rondleiding heeft al plaatsgevonden in juli in de praktijkschool Almelo o.l.v. Roy van Mechelen. De volgende op het programma is de Bredeschool te Zevenaar o.l.v. Peter van Aarsen. De vier andere regio’s bieden binnenkort ook ‘Het Project’ aan. Mark Oldengarm, regiocoördinator BNA Regio Oost

Beeld Portfoliobesprekingen op de JA Dag 2010. Foto: Maarten van Haaff

BNABLAD #05/11

Aanmelden of zelf een project aandragen? Ga naar www.bna.nl/regiooost > Het project.

011


ARTIKEL Beeld TU Delft, faculteit Bouwkunde. Ontwerp: coördinerend architect Braaksma & Roos Architecten. Foto: Rob ‘t Hart

Nieuwe competenties in het architectuur­onderwijs Het bouwkunde- en architectuuronderwijs na de crisis

12

BNABLAD #05/11


ARTIKEL

De crisis heeft een aantal structurele veranderingen in de bouwpraktijk blootgelegd. De bouwopgave en het bouwproces krijgen blijvend een ander karakter en daarmee gaan ook de rol en positie van de architect op de schop. Welke consequenties heeft dat voor het architectuur- en bouwkundeonderwijs? ––

Tekst Anne Luijten

De bouwpraktijk zal de komende decennia veranderen, niet alleen wat betreft het bouw­ volume maar ook wat betreft de aard van de opgaven. De grote nieuwbouwprojecten zijn verleden tijd, de opgave verschuift steeds meer naar aanpassing en transformatie van het bestaande. Binnen het bouw- en ontwikkelproces doen nieuwe partijen hun intrede of krijgen een fermere rol, zoals de gebruiker. Rollen verschuiven, ook van bestaande partijen zoals de architect. Wat deze ontwikkelingen precies zullen gaan betekenen moet zich nog uitkristalliseren. Er wordt veel gesproken over een nieuwe houding en nieuwe competenties die de architect zich eigen zou moeten maken, zoals ondernemerschap, communicatieve vaardigheden en een meer dienstbare opstelling. Veel architecten zijn op zoek naar waar hun specifieke expertise ligt en proberen zich een positie te veroveren in nieuwe markten zoals duurzaamheid. Ondertussen is de algemene verwachting dat het einde van de crisis nog niet in zicht is, en dat ook ná de crisis door dalende bevolkingscijfers en toenemende vergrijzing het benodigde bouw­ volume drastisch minder zal zijn. Wat gaan deze ontwikkelingen betekenen voor de toekomstige architect? En hoeveel architecten hebben we eigenlijk nog nodig? Ook dit jaar stromen de bouwkunde- en architectuuropleidingen weer vol. De TU Delft werkt voor het eerst met een numerus fixus, vooral omdat ze de kwaliteit van de opleiding wil waarborgen. Hoe spelen de onderwijsinstellingen in op de verwachte veranderingen in de bouwpraktijk en hoe zien zij hun eigen toekomst?

Complexiteit neemt toe Karin Laglas is sinds een half jaar decaan van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Ook zij ziet de opgave verschuiven van nieuwbouw naar aanpassing. Maar dat geldt met name voor de Westerse wereld, in bijvoorbeeld Azië is nog wél een grote urgentie voor nieuwbouw. Daar ligt dus nog wel werk voor de toekomstige generatie

BNABLAD #05/11

architecten, ook voor de Nederlandse. ‘De TU Delft heeft altijd al opgeleid voor de export. Kijk ook maar naar de grote Nederlandse architectenbureaus: die werken allemaal in het buitenland.’ Daarnaast ziet Laglas de complexiteit in processen toenemen, omdat de opgave verschuift naar een voortgaande verstedelijking. En bouwen in de stad is nu eenmaal complexer dan bouwen vanuit een tabula rasa-situatie. Laglas: ‘De grootste verschuiving die binnen het onderwijs nodig is, is om mensen leren te acteren binnen het bestaande. Ook nieuwbouw zal binnen een andere context plaats gaan vinden dan we gewend zijn. Dat vraagt om een grotere gevoeligheid voor die context.’ Het ontwerpen zal veel meer vanuit een studi­ euze houding moeten gebeuren, aldus Laglas. ‘Architecten moeten leren meer onderzoekend te kijken naar de gebouwde omgeving. Ze moeten scenario’s kunnen schetsen, dat vraagt deels om andere vaardigheden. Er zal ook meer ruimte moeten komen voor innovatie, ook technische. De tijd van alleen grote ideeën, van met name conceptueel denken is voorbij.’ Toch zullen deze veranderingen geen radicale inhoudelijke ommekeer van het curriculum tot gevolg hebben. Dat bevat immers vooral de basisvaardigheden die de bouwkundestudent nu eenmaal moet leren. Wel werkt bouwkunde aan een verbetering van het curriculum, de genoemde punten krijgen daarin een plaats. Maar van belang is volgens Laglas vooral ook om in het bestaande onderwijs in te spelen op de benodigde andere mentaliteit en bewustzijn van de context en processen. Meer communicatieve vaardigheden, aandacht voor een ondernemende opstelling. En die taak ligt met name bij de docenten, waarvan er velen hun wortels hebben in de bestaande beroepspraktijk. Zal die nieuwe houding misschien ook een ander type mens aantrekken tot de bouwkunde-opleiding? Laglas denkt van niet. ‘Wij trekken altijd al mensen aan die de ambitie hebben om de gebouwde omgeving beter en mooier te maken.’

13


ARTIKEL

Onderbouwing Kennis en onderzoek, de onderbouwing van wat je doet, zal belangrijker worden, verwacht Gert ter Haar, directeur van de Groningse Academie van Bouwkunst. Ook hij denkt dat de architect ‘minder van uit zichzelf, en meer vanuit de omgeving’ zal moeten acteren. Dat vraagt om deskundigheid, zoals de kennis van materialen en technieken, en ontwerpvaardigheid. Maar primair staat een nieuwe houding: ‘De architect moet zich meer richten op wat de ander wil’. Bovendien zal de architect meer zijn eigen werk moeten creëren. Dat vergt ondernemerschap. ‘Een vaardigheid die binnen de beroepsgroep nog weinig ontwikkeld is.’ De Academies van Bouwkunst zitten per definitie dicht tegen de beroepspraktijk aan. Alle studenten zijn werkzaam in de praktijk, net als de docenten. Dat leidt tot redelijk flexibele programma’s, die ieder jaar opnieuw in nauwe samenspraak met de praktijk worden samengesteld. Ter Haar vindt dat een groot goed van het onderwijssysteem. In de ontwerpprojecten wordt de actuele opgave gezocht, waarin bijvoorbeeld thema’s als tijdelijkheid, duurzaamheid en krimp een rol krijgen. De opgave voor het onderwijs nu is om een balans te vinden tussen de nieuwe

ontwikkeling die zich in de Groningse praktijk al voordoet overigens. Opleidingsmanager Bouwkunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Gerrit Averesch ziet juist een tegengestelde ontwikkeling in de markt. Hij verwacht dat bureaus groter en breder gaan worden, en vindt dat een positieve ontwikkeling. De Bouwkundeopleiding van de HAN leidt geen architecten op maar ing-bouwkundigen en de nadruk ligt dan ook op techniek en niet op ontwerpen. Toch is ook in deze opleiding aandacht voor ontwerp, hoewel er niet op wordt getoetst. Averesch: ‘Wij leiden op voor de realisatie-kant van de beroepspraktijk: afgestudeerden komen terecht bij de aannemerij, bij opdrachtgevers of bij architecten-

‘Architect moet grotere gevoeligheid voor de omge­ ving leren ontwikkelen’ vaardigheden en de basisvaardigheden. ‘Architectuur is per definitie een integrale activiteit. Het gaat om een goede afweging tussen benodigde kennis en vaardigheden. Ook houding speelt daarin mee. Gechargeerd gezegd: ben je een kunstenaar die een uniek product neerzet of een professional die ontwerpkwaliteiten bezit die hij ten dienste van de maatschappij in kan zetten?’

Echte doeners Hoe de nieuwe bouwopgave er precies uit zal zien weet nog niemand. In ieder geval zal de ontwerpende inbreng daarin blijvend noodzakelijk zijn, zegt Ter Haar. Hij ziet dan ook nog genoeg mogelijkheden voor de architect, ook in het ontwikkelen van markten die hij nog niet eerder bediende. Ook al is de groei eruit, verandering is juist een grote nieuwe opgave. En omdát er minder gebouwd zal worden en er minder geld is, zal dat wát er gebouwd gaat worden ook goed moeten zijn. De ontwerpende kant wordt dus eigenlijk alleen maar belangrijker. ‘We kunnen het ons niet meer permitteren om het fout te doen.’ Bureaus zullen in de toekomst kleiner en flexibeler worden, verwacht Ter Haar, een

14

BNABLAD #05/11


ARTIKEL

bureaus. Het zijn echte doeners: opzichters, uitvoerders, tekenaars. Wij leiden op tot de bachelor in built environment, geen master in architectuur.’

Samenwerken Averesch verwacht dat er in de beroepswereld van de bouwkundigen een verdere splitsing zal ontstaan tussen de ‘creatieve’ en de ‘praktische’ ontwerper. ‘Ik hoor vaak van architectenbureaus dat ze meer behoefte hebben aan mensen die bouwprocessen kunnen regelen, in plaats van aan mensen die voornamelijk kunnen ontwerpen. Het is een tijd waarin vooral ook mensen nodig zijn die het kunnen máken.’ Met de uitdunning van de markt door de crisis zijn de grotere bureaus overgebleven die gestroomlijnder in het bouwproces staan. Grotere bureaus staan nu ook

BNABLAD #05/11

meer open voor vernieuwing in bijvoorbeeld duurzaamheid of andere contractvormen, aldus Averesch. Het onderwijsprogramma verandert mee met het beroepsproces, maar het werkproces van de architect verandert nog niet echt, constateert Averesch. De verandering zit dan ook met name in de het aanpassen van de projecten: in plaats van een nieuwbouwproject krijgen de studenten nu een renovatieproject. ‘Het gaat meer om het aanbrengen van een bepaalde kleuring in het onderwijsprogramma. Dat is in het HBO per definitie al erg breed. We zijn al vrij uitgebreid bezig met competenties zoals ondernemerschap. Het zijn toch echte techneuten: vooral van de inhoud en ondernemen zit ze meestal niet bepaald in het bloed. We leren ze ook communi-

Beeld Faculteit BCT-AKMA Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Ontwerp: LIAG architecten & bouwadviseurs. Foto: Roy Augustijn

15


ARTIKEL Beeld Academie van Bouwkunst/Hanzehogeschool Groningen. Ontwerp: Jeroen Huijsinga en Joost Koek. Foto: Marieke de Rooij

catieve vaardigheden en dat samenwerken belangrijk is. Dat leerde ik vroeger allemaal niet.’

Profileren Dat er minder mensen nodig zijn voor de toekomstige bouwopgave gelooft Averesch niet. Alles wat gebouwd is moet immers ook onderhouden worden. Bovendien gaan de babyboomers de markt verlaten. ‘Nee, over de werkgelegenheid voor HBO’ers maak ik me geen zorgen. Ik denk wel dat er te veel architecten zijn.’ Voor een deel zitten mensen niet goed op de TU’s, vermoedt Averesch. De automatische tendens is toch om na het VWO naar het wetenschappelijk onderwijs te gaan. Terwijl dat niet iedereen even goed ligt. Het vraagt om betere voorlichting op de middel-

Opleidingen willen kwalita­ tieve selectie aan de poort bare scholen over het HBO als gelijkwaardig alternatief. Het profileren van de opleidingen ten opzichte van elkaar is sowieso een goed idee, vinden zowel Laglas als Ter Haar en Averesch. Ze stemmen in met de aanbeveling uit het rapport van de cie. Veerman waarin de universiteiten en hogescholen hun eigen specialisatie mogen promoten. De opleidingen kunnen aanvullend aan elkaar functioneren.

16

De aanstaande bezuinigingen op de TU’s gaat ten koste van de bouwtechnische kant, vermoedt Averesch. Dat biedt een kans voor de HBO’s, de hoogste opleiding als het gaat om toegepaste techniek. De wetenschappelijke opleidingen zullen meer nuance aanbrengen richting het fundamentele onderzoek en het ontwikkelen van nieuwe technieken en andere kennis. ‘Het onderzoek is belangrijk,’ zegt Laglas, ‘er gebeuren bijvoorbeeld op het gebied van glas bij ons hele interessante dingen.’ De instroom van de Academies van Bouwkunst is in vergelijking met die van de TU’s gering te noemen. Toch zal er een verschuiving richting de Academies kunnen optreden denkt Ter Haar, als straks de nieuwe WAT in werking treedt. De TU-afgestudeerden moeten dan immers nog twee jaar beroeps­ ervaring opdoen voordat zij zich in het register mogen inschrijven. Dat doet het tijdsverschil met de Academies teniet. ‘Als je het beroep van architect uit wilt oefenen is een Academie van Bouwkunst een logische keuze. Een keuze voor Delft of Eindhoven maak je eerder als je onderzoek als doel op zich wilt bedrijven. Dat onderscheid wordt geprofileerder.’

Selectie aan de poort Voor Laglas is naast het bieden van een brede basisopleiding ook het opleiden van top-ontwerpers belangrijk. ‘Ontwerpers die vanuit een reflectieve, onderzoekende houding in hun beroepspraktijk staan en van daaruit goed in hun context geplaatste gebouwen maken.’ Alledrie zijn voorstander van de aanbeveling van de cie Veerman om op kwaliteit te kunnen selecteren aan de poort. Juist door de toenemende complexiteit is architect nog meer dan vroeger een veeleisend beroep, dat niet iedereen ligt of aankan. Waarschijnlijk zal de TU Delft volgend jaar voor een deel van de instroom kwaliteits­ eisen stellen, dit jaar werd nog alleen geloot. Laglas denkt daarbij aan het testen van zowel motivatie als geschiktheid, zoals gevoel voor de ruimtelijke omgeving en ruimtelijk inzicht. Een duidelijker profilering van de onderwijsinstellingen ten opzichte van elkaar kan er ook voor zorgen dat de aanstaande architect of bouwkundige op de juiste plek terecht komt. Meer onderling overleg of zelfs samenwerking zou hier een belangrijke rol in kunnen spelen, erkennen alle drie de geïnterviewden, die ook hun bereidheid hiertoe uitspreken. Vooralsnog bestaan deze contacten niet, maar wie weet bieden de veranderende tijden een opening?

BNABLAD #05/11


RUBRIEK

■De Vondst

Waarom ziet een gebouw eruit zoals het eruitziet? De architect van het gebouw bespreekt een slimme oplossing in zijn ontwerp.

Tekst Kirsten Hannema Beeld Emma Architecten

Vlechtwerk

Voor het interieur van de nieuwbouw van Rabobank Nederland in Utrecht ontwierp Emma Architecten drie elegante houten vergaderpaviljoens. Het kunstige vlechtwerk van de wanden is er niet alleen voor de sier, maar biedt ook de gewenste beslotenheid. ‘Onze ambitie was om een markant sculpturaal object te maken,’ vertelt architect Jurg Hertog over het ontwerp voor de drie vergaderpaviljoens. ‘De eerste tekening die we maakten was een opgeblazen dennenappel in de ruimte. Het ging ons daarbij om de vorm, de structuur van schubben met zaadjes ertussen, de akoestische eigenschappen, de geur. We willen met ons ontwerp alle zintuigen raken.’ Tegelijkertijd was het belangrijk dat de ruimten beslotenheid zouden bieden in het zeer open interieur (ontwerp: Sander Architecten) waarin het zogenoemde Nieuwe Werken centraal staat. ‘Alles draait hierbij om ontmoeting, flexibiliteit en om differentiatie in werkplekken,’ legt Hertog uit. Maar dat mocht niet resulteren in een steriele, strakke flexwerk-omgeving; de keus voor hout komt voort uit de behoefte om een intieme, persoonlijke sfeer te cre-

BNABLAD #05/11

ëren. ‘We waren op zoek naar het gevoel voor reliëf en detail dat je ziet bij de lambrisering in oude bankgebouwen.’ Het gebruikte eiken-, essen- en iepenhout komt van Staatsbosbeheer. De architecten vonden dat een Hollandse bank, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan, vanzelfsprekend met lokaal hout zou moeten werken. Bovendien zijn deze houtsoorten goed buigbaar en geven ze binnen de gelaagde opbouw een mooie kleurschakering. Het harde eikenhout is gebruikt voor de onderzijde van de paviljoens en de ranke staanders die naar de bovengelegen lichtkoepels reiken. De middenlaag is van iepen, de binnenste laag van essen. De uitwerking van het vlechtwerk vroeg natuurlijk de nodige aandacht; de ontwerpers maakten een hele reeks maquettes en bepaalden de exacte dikte en maaswijdte van

de latten met behulp van een 1:1 mock-up. Voor de uitvoering belandden ze uiteindelijk bij scheepsbouwer Hoogendoorn uit Werkendam. Hertog: ‘Het duurde even voordat ze zagen dat het niet om een beeldhouwwerk ging, maar om een mathematisch uitgedacht bouwsysteem. Daarna viel alles op z’n plaats.’

Project Vergaderpaviljoens interieur Rabobank, Utrecht Architect Emma architecten Uitvoering Hoogendoorn interieurbouw Concept interieur Ellen Sander (Sander Architecten) Opdrachtgever Rabobank

17


SERIE ONDERNEMERSCHAP Beeld Het kantoor van Cell Studio in Harderwijk

Lef gevraagd (m/v) In oktober lanceren de BNA, de TU Delft en uitgeverij SUN ‘Architect in de praktijk, Gids voor de architect als ondernemer’. Eén van de auteurs, universitair docent John Heintz, schetst de veranderende wereld waarin de architect opereert. Drie bureaus reageren op zijn visie. ––

Tekst Ellen Meijer

De gids is bedoeld als handboek voor architect-­ ondernemers. De samenstellers willen de beroepsgroep ook bewust maken van ontwikkelingen die het vak beïnvloeden. John Heintz, universitair docent Bouwmanagement bij de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft, schreef het hoofdstuk over toekomstgerichte strategieën voor architecten. Hij noemt drie tendensen die de vraag naar architec-

’Alles draait om portfolio en relaties’ tendiensten veranderen. Om te beginnen de economische crisis: ‘Een ferme correctie. De markt voor vastgoedinvesteringen blijft voorlopig instabiel.’ De tweede tendens is van demografische aard, deze krijgt volgens hem meer impact dan de economische. De bevolking van Europa vergrijst en krimpt na 2020, in sommige delen van Nederland

18

gebeurt dat nu al. De vraag naar woningen en bedrijfsruimtes neemt daardoor af: ‘Bovendien is de laatste jaren zo veel gebouwd dat er ook om die reden minder behoefte zal zijn aan nieuwbouw.’

Dienstverlening verbreden Als derde tendens ziet Heintz veranderingen in de markt. Opdrachtgevers zoeken partijen die hen alle zorg uit handen nemen. Daar wringt de schoen bij Nederlandse architecten: ‘De focus lag jarenlang op ontwerp. Willen bureaus de bedreigingen het hoofd bieden, dan ligt de sleutel in bredere dienstverlening.’ Aan de conceptkant noemt hij als voorbeeld het programma van eisen schrijven. Ook na het ontwerp is terreinwinst mogelijk, bijvoorbeeld bouwdirectie voeren. Een krimpende branche kan onvoldoende mensen aan het werk houden. Architecten moeten agressief concurreren om meer delen van het bouwproces in handen te krijgen, vindt Heintz. Hij

BNABLAD #05/11


SERIE ONDERNEMERSCHAP Beeld Het kantoor van Urbmath in Rotterdam

ziet een toekomst vol uitdagingen: ‘Architecten hebben waardevolle talenten, maar richten zich te weinig op wat opdrachtgevers willen. Het leveren van een cultureel verantwoord product volstaat niet. We zien de reactie daarop in de politiek; de geldkraan gaat dicht. Publiek, investeerders en opdrachtgevers willen zien welke waarde onze diensten hebben op een manier die zij begrijpen.’

Succesvolle starters Risicomijdende opdrachtgevers vragen niet snel een bureau met weinig gerealiseerde projecten. Ook architecten met een avantgardeprofiel krijgen het moeilijk, denkt Heintz: ‘Alles draait om portfolio en relaties.’ Een manier om te groeien is fuseren of samenwerken. Voor veel architecten klinkt dat bizar, vermoedt hij, in hun optiek zit de ziel van het bedrijf in de ontwerpvisie. ‘Maar de opdrachtgever denkt: kennen we deze mensen, hebben ze eerder goed werk geleverd, zijn ze bekend met dit gebouwtype?’ Toch kent Heintz succesverhalen van starters. Als voorbeeld noemt hij URBMATH in Rotterdam, een bureau dat ruimtelijke ontwerpen creëert voor grootstedelijke inwoners en organisaties. Eigenaar Mathis J. Bout voelde zich als kersverse architect zo weinig thuis in de beroepsgroep dat hij zich bij de start van zijn bureau environmental designer noemde. Voor hem is de crisis de realiteit waarin hij zijn bureau is gestart: ‘Iedereen staat op scherp, ook opdrachtgevers. Deuren die potdicht zaten, staan nu op een kier. Als je laat zien dat je gedre-

BNABLAD #05/11

ven bent en luistert naar hun wensen, krijg je een eerlijke kans.’ URBMATH onderzoekt stedelijke subculturen en geeft merkbeleving vorm in huisstijl, interieur en gebruiksvoorwerpen. Bij de architectonische diensten ligt de nadruk op herbestemming, restauratie en contentontwikkeling van leegstaand vastgoed. Termen als exploitatie en uiterlijke identiteit wegen voor Bout zwaarder dan bouwkunde: ‘Architectuur faciliteert de mens om in zijn omgeving te gedijen. Die essentie is uit het vak verdwenen.’

Sterrendom Concurrentie legt veel bureaus het vuur aan de schenen, constateert Heintz. Buiten Nederland werk zoeken helpt niet. Dat vraagt een doorlopende investering waar slechts weinig bureaus ruimte voor hebben. Bovendien vormen buitenlandse full service dienstverleners een serieuze bedreiging voor de nationale markt. Opkomende landen als China en India ontwikkelen momenteel hun eigen professie. ‘Over tien jaar komen zij hier projecten zoeken.’ Werk outsourcen naar lagelonenlanden gebeurt op kleine schaal in de architectuur. Die praktijk holt volgens hem het beroep verder uit omdat het werk wegneemt voor starters. In een sterk competitieve markt moeten bureaus zakelijker worden. Dat is niet waar de meeste architecten naar streven. Heintz: ‘Ze willen Rem Koolhaas zijn. Maar de sterrencategorie is moeilijk toegankelijk en zelfs die bureaus krijgen minder werk. Als iedere stad

19


SERIE ONDERNEMERSCHAP

een prestigeproject wil, devalueert de waarde ervan. Hoe uniek kun je zijn als iedereen wat unieks heeft?’

Samenwerken Irma van Oort, directeur en partner bij KCAP Architects&Planners in Rotterdam, herkent het beeld dat Heintz voor de Nederlandse markt schetst: ‘Opdrachtgevers zoeken specialistische bureaus, herbestemming en renovatie staan hoog op de agenda. Wij opereren internationaal met een breed dienstenpakket. Dat sluit slecht aan bij die vraag.’ Van Oort vindt dat Heintz te weinig ingaat op samenwerken. KCAP werkt al ruim vijftien jaar in het buitenland en zoekt voor ieder project gespe-

drachtgever. Op deze manier is de kans groot dat het commerciële belang prevaleert boven het ontwerp. Het belang van de architect zit in kwaliteitsdenken en aandacht voor de gebruiker.’ De kentering in de markt pakt voor grote bureaus negatief uit, voorziet Van Oort: ‘Opdrachten worden kleinschaliger en dan vindt men ons te duur, terwijl wij ook voor kleinere opdrachten minder honorarium vragen en toch de expertise bieden.’ Twee jaar geleden besloot KCAP de bakens meer naar het buitenland te verzetten. Daardoor bleef het bureau op volle sterkte. Van Oort: ‘We doen er alles aan om ook werk in Nederland te houden. Dat is moeilijk; bij aanbestedingen dingen tientallen collega’s mee. Sommigen duiken met de prijs omdat ze liever goedkope omzet hebben dan mensen ontslaan.’ Ze verwacht voorlopig weinig concurrentie uit internationale hoek vanwege de ongunstige Nederlandse markt: ‘Veel kantoren staan leeg en ombouwen naar andere functies gebeurt slechts marginaal.’

Kwaliteitsslag

Beeld Het kantoor van KCAP Architects & Planners in Rotterdam

cialiseerde partners: ‘Op die manier vergroot je je mogelijkheden enorm in korte tijd. Je zit niet vast aan een bepaald land, maar kunt projecten kiezen die voor jouw bureau interessant zijn.’ Voor KCAP is Nederland het visitekaartje vanwege de rijke architectuurtraditie. Dat veel architecten

’We hebben ons in de hoek laten drukken van plaatjesmakers’ hier zich onderscheiden met een bepaalde signatuur, beaamt ze. ‘Grote bureaus hebben meer expertise in huis en zijn gewend om van ontwerp tot en met oplevering aan een project te werken, maar de tendens is dat opdrachtgevers ons alleen vragen voor het ontwerp. Daarna verkopen ze het project aan een aannemer en die beslist in hoeverre hij de architect nog bij het project betrekt. Maar de aannemer heeft een ander belang dan de op-

20

Victor Schölvinck, architect-eigenaar van Cell Studio Architects in Harderwijk, zet vraagtekens bij het effect van demografische ontwikkelingen: ‘We weten bijvoorbeeld niet of immigratie de bevolkingsomvang op peil houdt.’ Hij is het wel eens met de strategische keuze voor bredere dienstverlening. Hij doet dat door met een specialist in energie en installatietechniek een ontwerpmethode te ontwikkelen die energiekosten relateert aan esthetische keuzes. De exploitatie van het gebouw staat hierbij centraal. Ook aan de bouwkant wil hij verantwoordelijkheid naar zich toehalen, zoals het bepalen van de hoeveelheden in een plan: ‘Elke aannemer aan wie je een offerte vraagt, gaat de hoeveelheden zelf berekenen. Als ik ze bepaal, krijg ik sneller offertes die beter vergelijkbaar zijn.’ De echte crisis zit voor Schölvinck in de veranderde markt: ‘We hebben ons in de hoek laten drukken van plaatjesmakers. Dat is niet meer van deze tijd. Je bent pas van waarde voor opdrachtgevers als je risico’s kunt overnemen, wat betekent dat je vaardigheden daarop moeten zijn toegerust. Het heeft met durf en ondernemerschap te maken. Overigens geloof ik in herbestemmen gecombineerd met kleinschalige opdrachten. Daar ligt een kans voor een kwaliteitsslag. Zeker herbestemmen vraagt een ander soort vakmanschap. Ik denk dat architecten het zeker kunnen als ze verliefd raken op de techniek die erbij komt kijken.’

Het boek ‘Architect in de praktijk, Gids voor de architect als ondernemer’ verschijnt in oktober bij uitgeverij SUN, ISBN 9789461054548, € 22,90, en is ook te koop via www.bna.nl.

BNABLAD #05/11


RUBRIEK

■Studentenwerk

In deze rubriek aandacht voor bijzondere afstudeerprojecten van architectuurstudenten.

Tekst Kirsten Hannema

Laboratory space Berend Venema studeerde een half jaar in Berlijn en raakte gefascineerd door ‘verlaten stukken stad waar spontaan dingen gebeuren’. Voor zijn afstudeerproject deed hij onderzoek naar deze zogenoemde laboratory spaces; de resultaten verwerkte hij in een ontwerp rond het voormalige Kunsthaus Tacheles. ‘Een golfbaan onder het spoor, met uitzicht op de Potsdamerplatz. Dat is voor mij typisch Berlijn’, vertelt Venema. ‘Ik kende een aantal van dat soort locaties en wilde kijken of ik kon benoemen wat die creatieve plekken nu precies kenmerkt.’ Uit zijn analyse bleek dat het steeds ging om leegtes – ontstaan door verwoestingen in de oorlog en een overvloed aan ruimte – die (sinds de val van de muur) op een bottom-up manier gebruikt worden. Verder hebben ze een afgesloten karakter en omvatten veel verschillende functies. Kortom: een laboratory space; een stedelijke ruimte waar altijd iets te ontdekken valt. Venema stelde zichzelf tot doel om voor zo’n locatie, het voormalige Kunsthaus Tacheles, een inrichtingsvoorstel te maken dat diezelfde vrijheid zou bieden aan de gebruikers. Het nieuwe gebouw, met woon- en werkfuncties, volgt de lijn van de hoofdstraten en vouwt zich vervolgens naar binnen om het achtergelegen terrein subtiel met de stad te verbinden. Verschillende passages geven toegang tot het binnenterrein, dat is ingericht met losse paviljoens. ‘Ik wilde het eigenlijk zo min mogelijk invullen. Het is meer een casco dan een gebouw. Het heeft grote dimensies, zoals van een fabriek, vrije vloeren en ik heb extra ruimte ontworpen die nadrukkelijk leeg blijft.’ Dit alles vanuit de gedachte dat de ruimte zo flexibel mogelijk gebruikt kan worden. Vandaar ook de industriële gevels – licht en veranderlijk – waar delen uitgeklapt, opgerold en verschoven kunnen worden. De grootste uitdaging aan dit project? Venema: ‘Het is moeilijk iets onbestemds te ontwerpen. Wat ik heb bedacht is eigenlijk een scenario. In het echt werkt het toch anders; dit casco impliceert dat een grote ontwikkelaar hier zou gaan bouwen. Terwijl dat eigenlijk niet goed past op deze plaats, in deze tijd. Wat dat betreft is mijn idee misschien wel utopisch.’ Ontwerp Berend Venema Opleiding TU Delft

BNABLAD #05/11

21


ARTIKEL

Architectuur in nieuw politiek klimaat

22

BNABLAD #05/11


ARTIKEL

Het aantreden van het kabinet-Rutte zorgde voor verrassende wendingen binnen het overheids-umfeld van architecten en stedenbouwkundigen. VROM is opgeheven, architectuur maakt voortaan deel uit van het industriebeleid van Economische Zaken en op de architectuurinfrastructuur wordt fors bezuinigd. Wat zijn de effecten op lange termijn en hoe kan de beroepsgroep er op inspelen? ––

Tekst Evelien van Es Beeld Peter Hilz / Hollandse Hoogte

Tijdens de kabinetsformatie werd duidelijk dat VROM zou worden opgeheven. Verwacht werd een fusie met Verkeer en Waterstaat, maar het liep vlak voor het sluiten van de markt anders. Volkshuisvesting werd plots ondergebracht bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en ruimtelijke ordening bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De term ruimte kwam in de naamgeving niet meer voor, wat in den lande het bange vermoeden deed rijzen dat ook ruimtelijke ordening min of meer was verdwenen. Fred Schoorl, directeur van de BNA, merkt op dat de verdwijning geen bewuste keuze kan zijn geweest. ‘Het is al vaker een bedrijfsongeval genoemd. Het zij zo. Het is een impliciet signaal over het belang dat aan ruimte wordt gehecht. Dat hakte er ook bij de ambtenaren in; sommigen waren letterlijk de weg kwijt.’ Volgens Wouter Vanstiphout, hoogleraar Ontwerp en Politiek aan de TU Delft, wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. ‘Ruimtelijke ordening is niet verdwenen. Het directoraat Ruimte heeft de reorganisatie overleefd en is in full force. Het is goed dat ruimte als abstracte doelstelling uit de naam van het ministerie is gehaald en nu meer als research­ afdeling functioneert. Op papier bestaat er nu een betere verweving van ruimtelijke ordening met verkeer en waterstaat.’

Vleugje België Terwijl Schoorl mede door de crisis een kwantumsprong naar een andere orde en een ander ruimtelijk beleid waarneemt, meent Vanstiphout dat het zo’n vaart niet loopt. ‘Alles wordt nu

BNABLAD #05/11

expliciet gemaakt wat impliciet al zo was. De ruimtelijke kwaliteit staat al jaren op de tocht, want de markt en de lokale overheden bepalen allang het beleid. Dat liet de rijksoverheid toe, maar echt vertrouwen deed ze het niet waardoor een enorme bureaucratie is ontstaan. Een van de tegeltjeswijsheden in dit regeerakkoord is “je gaat erover of niet”, wat inhoudt dat regio’s en steden hun eigen beleid kunnen maken. Dat heeft potentie, want tot nu toe is op een generieke manier met ruimtelijke ordening omgegaan.’ Ook Jeroen de Willigen, stedenbouwkundige en directeur van De Zwarte Hond, ziet het potentieel van het regeerakkoord en hekelt de verkrampte reactie dat Nederland met minder regels op

‘Dat vleugje België wat ­Nederland maar al te goed kan gebruiken’ België zou gaan lijken. ‘Ik zie graag dat vleugje België wat Nederland maar al te goed kan gebruiken. Want hoe gelukkig moeten we zijn met onze uniforme wijken? Als landelijke operatie is Vinex een nationale typologie geworden. Er is vanuit één opgave gedacht, terwijl gebiedseigene ontwikkelingen veel beter aansluiten bij de plaatselijke identiteit.’ Ondanks dat de intentie van het regeerakkoord deugt, vindt Schoorl decentralisatie prima maar riskant. ‘Voor het eerst krijgen lagere overheden het vertrouwen dat ze zo nooit eerder hebben gehad, maar het ontbreekt ze aan expertise en

23


ARTIKEL

Een van de tegeltjes­­wijsheden van dit regeerakkoord is: “je gaat erover of niet”

middelen. Een realistische agenda is hard nodig; de aanwezige kennis en deskundigheid moet worden benut. Daar zou meer profiel aan gegeven mogen worden.’ Vanwege het ideologisch geloof in privatisering, verwacht Vanstiphout op dat vlak geen initiatief van het kabinet-Rutte. Hij stelt voor dat ontwerpers, na jarenlang mee te hebben gewerkt aan de privatisering, nu samen met de lagere overheden een koers uit gaan zetten. ‘Regio’s en steden snappen nog helemaal niet hoe het verder moet. Het is een tabula rasa-situatie met extreem weinig middelen. Inhoudelijk gezien zou dit een héél inspirerende fase kunnen zijn.’ De Willigen: ‘Het is onze eigen fout dat ruimtelijke ordening als een linkse hobby wordt gezien. We hebben stedenbouw als beperkend ingezet, er steeds voor gewaakt geen België te worden. Een hele generatie ontwerpers was gepreoccupeerd door het beeld, bezig met een gebouw dat in de bladen komt. We dachten wel na over de sociale kant, maar nooit over de economische kant. Terwijl ruimtelijke ordening een belangrijk instrument is om te werken aan de economie.’ Een pleidooi voor de stedenbouw is volgens De

24

Willigen geen overbodige luxe. ‘Als ontwerpers hebben we de expertise om goed na te denken over het ontwerp. Ontmoetingen en kennisuitwisselingen worden in de stad gefaciliteerd. Je kan in het ontwerp ook economie entameren. Denken over de werking van de stad kan een veel groter economisch effect hebben dan dogmatisch liberaal naar ruimtelijke ordening te kijken.’

Deregulering Behalve decentralisatie heeft het kabinet-Rutte ook deregulering prominent op de politieke agenda. Alexander Pastoors, beleidsmedewerker ontwerpproces en techniek bij de BNA, nuanceert: ‘Het staat dan wel in het regeerakkoord, maar deregulering is geen verdienste van het kabinet-Rutte. Dat proces werd met het eerste Bouwbesluit al ingezet. Het nieuwe Bouwbesluit is de laatste stap van de integratie van een aantal regelgevingsgebieden. Met de privatisering van de bouwplantoetsing volgt het kabinet-Rutte het advies van Commissie Dekker; en dat advies dateert uit 2008.’ Pastoors ziet grote voordelen van de privatisering van de bouwplantoetsing. ‘Kleine gemeenten ontbreekt het aan de bouwtechnische expertise, die bij grotere architecten- en ingenieursbureaus wel aanwezig is. Hierdoor ontstaat een nieuwe markt voor architecten, alhoewel een professionaliseringsslag nog wel nodig is. Je moet staan voor de kwaliteit van je bouwplannen, de verantwoordelijkheid kan niet meer worden afgeschoven. Van die omslag is nog niet iedere architect zich bewust.’ Maar het beleid heeft ook schaduwzijden. ‘VVD-kamerlid De Boer wil een deel van de bouwregels versoepelen tot richtlijnen, terwijl de beroepsgroep juist gebaat is bij eenduidige regelgeving. Richtlijnen geven teveel ruis en teveel ruimte voor interpretatie die de discussie bemoeilijken.’ Ook de haast waarmee het kabinet te werk gaat, is Pastoors een doorn in het oog. ‘Die neurotische dwangmatigheid om procedures te willen versnellen, roept vragen op over de inhoudelijke kwaliteit van besluiten.’ Pastoors pleit bij een terugtredende overheid voor een nationale bouwautoriteit voor de bouwwereld. ‘Regelgeving die minimumkwaliteit garandeert zal namelijk altijd nodig blijven.’

Ultieme vernedering Architectuur is onderdeel geworden van de creatieve industrie, een van negen topsectoren in

BNABLAD #05/11


ARTIKEL

het nieuwe industriebeleid van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Op de vraag welke perspectieven dit beleid voor architecten biedt, schampert Vanstiphout: ‘De sterarchitecten, de artistieke genieën van de jaren negentig, over de hele wereld gemarketeerd als superdutch! Nu worden ze weggezet als creatievelingen. Dat is de ultieme vernedering!’ Niet gehinderd door welke hoon dan ook, voelt Jacob van Rijs, architect-directeur van MVRDV, zich als economische factor serieus genomen en ziet kansen op zakelijk gebied, vooral internationaal. ‘We worden als topsector erkend, maar er wordt nu anders naar ons gekeken. Voorheen werd alleen gekeken naar het creatieve gehalte van ons werk, nu ook naar wat het oplevert.’ Van Rijs legt uit dat als onderdeel van de creatieve industrie de architecten door de meer traditionele aard van hun vak kunnen profiteren van samenwerking met de andere, minder traditionele disciplines binnen de creatieve sector. ‘Het traditionele architectenbureau kan daardoor transformeren naar een creatief ontwerp- en strategiebureau waarbij ook met andere topsectoren interessante kruisbestuivingen mogelijk zijn.’ Hij denkt daarbij aan cross-overs met Hollandse paradepaardjes zoals de agrofood sector of water. ‘Architecten zijn generalisten, dus hebben we de andere topsectoren veel te bieden. Juist in deze fase moeten we de voordelen zoeken en niet ten onder gaan in de creatieve sector. Architecten zullen hun werkveld moeten verbreden.’ Vanstiphout reageert sceptisch. ‘De creatieve topsector zal er als laatste worden bijgehaald om er nog iets leuks van te maken. De directe waarde van de creatieve sector wordt niet gedefinieerd, het gaat alleen om de reputatie en het imago van Nederland.’ Schoorl denkt dat het economisch beleid de motor voor vernieuwing en innovatie kan zijn die de bestaande kaders doorbreekt. Hij benadrukt echter dat tegelijkertijd de culturele infrastructuur wordt afgebroken. Van Rijs ziet deze afbraak zelfs ten koste gaan van de internationalisering van de creatieve industrie. ‘Het internationale succes van Nederlandse architecten is ten dele te danken aan Europan, Archiprix en het Berlage Institute.’ Het verdwijnen van deze platforms en de postgraduate architectuuropleiding maakt het pas afgestudeerde architecten lastig om nieuwe dingen uit te proberen. Vooral de bezuiniging op het Berlage Institute is

BNABLAD #05/11

hard aangekomen. Het instituut maakte het bureaus als MVRDV mogelijk om buitenlandse architectuurstudenten van buiten de EU in huis te halen. Met alle gevolgen van dien. Van Rijs: ‘Uitwisseling is goed voor de kruisbestuiving. Het leidt tot samenwerking en mogelijk tot opdrachten in nieuwe markten. Zonder het Berlage Institute is het een heel lastige procedure om een architect uit Korea te halen en hier legaal te laten werken. Het Berlage Institute had die positie meer moeten uitdragen.’

‘We moeten de voordelen zoeken en niet ten onder gaan in de creatieve sector’ Vanstiphout meent dat het Berlage Institute de bezuiniging aan zichzelf heeft te danken, omdat ‘het zich de laatste tijd nogal autistisch op het internationale circus van de sterarchitecten richtte in plaats van op de echte issues. Dan ben je weinig weerbaar tegenover de bezuinigingen’. Hij betreurt de gang van zaken. ‘Het is gênant dat Nederland geen postgraduate architectuuropleiding meer heeft. Het instituut is belangrijk voor de vernetwerking van Nederland met de wereld. De frictiekosten om het instituut op te heffen zijn enorm. Zeker als je je bedenkt dat het instituut over een jaar of tien weer terugkomt, maar dan is tussentijds wel veel kennis verloren gegaan.’ Schoorl: ‘De architectenbranche is niet verloren, de ruimtelijke ordening evenmin. Verschraling is het grootste risico dat we lopen terwijl vernieuwing, kennisontwikkeling en daadkracht nodig zijn.’ Het kabinet-Rutte mag er ideologisch voor hebben gekozen om geen visie te hebben, toch roept Schoorl op tot inspirerend leiderschap waarbij een realistische agenda wordt ontwikkeld, waarbij gekeken wordt hoe kennis en deskundigheid kunnen worden ingezet. ‘Durf het aan om met een toekomstagenda te komen. Durf na te denken over Nederland na 2020. Zet in op de creatieve industrie en maatschappelijke opgaven zoals herbestemming, transformaties, krimp en het nieuwe wonen.’ Bovendien vindt Schoorl dat de architectenbranche minder met problemen en meer met oplossingen bij de overheid moet aankloppen: ‘Laten wij die agenda maken en de bestaande kramp wegmasseren met inspiratie.’

25


rubriek

■opinie

Zoveel mensen, zoveel meningen. In deze rubriek komen verschillende mensen aan het woord over een speciaal onderwerp.

Wie toetst het best? De overheid wil de bouwplantoetsing privatiseren. Opdrachtgevers hebben straks de keuze om hun plannen te laten toetsen door de gemeente of door een gecertificeerde private partij. De BNA ziet kansen voor architectenbureaus en verwacht daarmee een kwaliteitsverbetering. U ook?

–– Tekst Willemijn de Jonge

‘Een gecertificeerde private toetser toetst vollediger’ André Kanters, bouwkostendeskundige bij Inbo en lid van het Gezamenlijk College van Deskundigen van de BRL 5019 ‘Ik ben het met de BNA eens. Deze privatisering kan architecten welkom werk bezorgen, en tevens de gemeentes kostbare tijd besparen, die zij beter kunnen besteden aan het toetsen op ruimtelijke en esthetische aspecten. De meeste gemeentes toetsen doorgaans op essentiële aspecten zeer goed, maar op andere punten kijken zij vooral of het aannemelijk is dat het plan aan het Bouwbesluit voldoet. Bovendien hebben kleine gemeentes vaak niet de specialistische kennis in huis voor een ingewikkelde bouwaanvraag. Het goede van een private, gecertificeerde toetser is dat hij vollediger toetst. Hij wil zijn certificaat immers niet kwijtraken. En dat komt de kwaliteit van het ontwerp ten goede. Uiteindelijk zal de extra investering in een integrale toets zich

26

terugverdienen door dalende faalkosten. De opdrachtgever zal als eindverantwoordelijke voor de kwaliteit zekerder zijn van een goed product. Het argument dat het niet goed is om als architect het eigen vlees te keuren, is in de nieuwe BRL ondervangen met een paragraaf over onafhankelijkheid waaraan voldaan moet worden. Overigens ben ik wel voorstander van een duaal stelsel: de opdrachtgever moet er ook voor kunnen blijven kiezen naar de gemeente te gaan. Dat moet een reële optie zijn, vooral bij eenvoudige bouwaanvragen zoals bijvoorbeeld een aanbouw. Ik hoop dat de BRL 5019 voor het eind van het jaar officieel is. Een volgende stap is om met het toezicht op de bouw aan de slag te gaan. Als je ziet hoe weinig de gemeente komt controleren, is het hoog tijd om die controle op de uitvoering ook aan de markt over te laten.’

‘Het zou jammer zijn als architecten deze kans laten liggen’

Claudia Fransen, bouwadviseur van De Twee Snoeken ‘Wij zijn een aantal jaar terug door VROM uitgenodigd mee te doen aan de praktijkproef van de BRL 5019, dus we hebben al behoorlijk wat ervaring opgedaan met gecertificeerde bouwplantoetsing. Nu worden we af en toe door gemeentes ingehuurd om toetsingen te doen. Ik ben het zeker met de BNA eens dat een dergelijke privatisering kansen biedt voor architecten. Als zij dit naar zich toe trekken, kunnen zij zich weer iets meer van hun rol als spin in het web toe-eigenen. Dan worden de lijnen weer helderder en verantwoordelijkheden duidelijker. De coördinatie van de bouwaanvraag licht dichter bij de architect dan bij de andere spelers in het proces. Architecten weten nou eenmaal van de hoed en de rand als het op bouwen aankomt. Het zou jammer zijn als zij die kans laten liggen, want dan zullen de adviesbureaus in dat gat springen en dan worden architecten nóg afhankelijker van anderen. Een pluspunt van de privatisering voor de opdrachtgever is tijdwinst – het kan bij de gemeente soms wel drie maanden duren. En niet onbelangrijk: het zal ze minder geld gaan kosten, want je kunt in principe een korting op de leges krijgen. Wij kunnen die toetsing aan het Bouwbesluit voor een aanzienlijk lager bedrag doen dan de gemeente omdat we die toets toch al doen. Met een kleine extra inspanning is dat conform de BRL 5019. Of het door private partijen ook beter gebeurt, vind ik wat te stellig geponeerd. Misschien op den duur wel omdat de architect fouten of onvolledigheden meteen terugkrijgt. Ik kreeg overigens de indruk dat in de nieuwe versie van de BRL 5019 de nadruk zou komen te liggen op bedrijfsmatige

BNABLAD #05/11


rubriek

processen. Ik hoop dat dat een ­vergissing is. Het moet ons inziens wel een inhoudelijke toets blijven, anders levert het geen kwaliteits­ verbetering op.’

een zeer volledige aanvraag indienen voor een omgevingsvergunning, waardoor de toets door de overheid veel efficiënter kan gebeuren. Een grondige private voorbereiding en een korte gemeentelijke controle. Dat komt de doorloopsnelheid ten goede en voorkomt dubbel werk. Ik zou niet weten waarom daar een certificering voor nodig is, want dit is in wezen niets nieuws. Je moet er als architect sowieso voor zorgen dat je plannen voldoen aan de regels. Op de aanvragen die wij indienen, komen nagenoeg geen opmerkingen meer van Bouw- en Woningtoezicht. Misschien kan deze kwestie iets bijdragen aan de waarde van het BNA-keurmerk: een opdrachtgever die met een BNAarchitect in zee gaat, weet dat hij een plan krijgt conform het Bouwbesluit.’

‘Wie regels stelt, zal ze zelf moeten handhaven’ Herre Plantinga, architect/partner bij Bonnemayer Architecten ‘De overheid maakt regels en wetten en dat brengt een verantwoordelijkheid met zich mee: het toetsen en handhaven hoort daarbij. Deze toetsing zou niet beïnvloed moeten worden door de markt, waarin degene die betaalt ook bepaalt. Als je als overheid niet wilt toetsen, moet je de verplichting van een vergunning ook laten varen. Er puur een hamerstuk van maken zonder enige vorm van overheidscontrole vind ik niet reëel. Ik ben het er wel mee eens dat de rollen beter verdeeld kunnen worden. De markt moet er zelf voor zorgen dat de plannen voldoen aan het Bouwbesluit en

BNABLAD #05/11

‘Je moet architecten niet hun eigen vlees laten keuren’ René Verlaan, landelijk bouwbegelei­ der/initiator van De BBAN Groep ‘Ik ben een van die marktpartijen die de

bouwplantoetsing op zich zou kunnen gaan nemen. Maar ik zit daar echt niet op te wachten, ik heb als bouwbegeleider al genoeg petten op. Ik vind dat je die verantwoordelijkheid moet laten liggen waar hij thuishoort, namelijk bij de overheid. Een situatie waarin architecten hun eigen vlees gaan keuren is niet wenselijk, en een situatie waarin allerlei andere marktpartijen zich opwerpen om dat te gaan doen ook niet. Dan ontstaat er weer allemaal ruis en rumoer op een markt die nu al veel te versnipperd is. Mijn eigen functie van bouwbegeleider is nota bene ontstaan om iets aan de miscommunicatie tussen alle partijen te doen, waarom zou je er nóg een schakel bij creëren? Bovendien hebben marktpartijen belang bij winst maken en dat gaat niet heel goed samen met echte onafhankelijkheid. En dat terwijl er allang een onafhankelijke organisatie is die dit doet en kan, namelijk de gemeente. Ik moet daar wel een kanttekening bij maken over de klantvriendelijkheid van de overheid, want die is niet altijd in orde. De gemeente wordt in dit traject vaak beschouwd als een logge, tegenwerkende organisatie. Dit zou een uitgelezen kans voor de gemeente zijn om zich consumentvriendelijk te gaan gedragen. Als zij zich in de voorfase van de indiening opstellen als meewerkend adviseur met een open loket, dan zou dat veel oplossen. Zij kunnen zich daar ook gewoon voor laten betalen. Die uren zullen ongetwijfeld goedkoper zijn dan de uurtarieven die de marktpartijen hanteren.’

Discussieer mee op de BNA LinkedIn-groep.

27


Zoek de zon op artikel

Zonne-energie en hoogwaardige architectuur gaan slecht samen, denken veel architecten. De systemen zijn niet rendabel, technisch onvoldoende ontwikkeld en bovenal lelijk. Kenners noemen dat beeld achterhaald. Een update. ––

Tekst Ellen Meijer

Beeld Veld 6, IJsselstein. Ontwerp en foto: Han van Zwieten Architecten

28

BNABLAD #05/11


artikel

Het begon in de jaren vijftig van de vorige eeuw als stroomvoorziening voor satellieten. In Nederland nam het aantal projecten met zonne-energie vanaf begin jaren negentig gestaag toe. Maar toen de overheid in 2003 stopte met subsidiebeleid viel de vraag weg. Sindsdien loopt Nederland achter op landen die duurzame energie doorlopend hebben gestimuleerd, zoals Duitsland en België. De laatste vijf jaar laten weer een opwaartse lijn zien. In 2010 is de markt zelfs in een stroomversnelling geraakt dankzij dalende prijzen. Ook de techniek heeft grote sprongen gemaakt, zegt Iwan van Bochove, international productmanager Solar bij Ubbink, een producent van bouwproducten en zonnepanelen: ‘Zonne-energiesystemen zijn kwalitatief goed en als je ze vakkundig installeert gegarandeerd waterdicht. De belangrijkste ontwikkelingen van dit moment richten zich op het verhogen van het rendement van panelen. Toepassingen om ze esthetisch verantwoord in een dak te integreren blijven een punt van aandacht. Ik kan me de reserves van architecten voorstellen. Maar ook op dit punt gaan de ontwikkelingen snel. Er bestaan al toepassingen in kunststoffilms en glas. Wij richten ons met onze montagesystemen nadrukkelijk op een esthetische integratie van zonne-energie in de gebouwde omgeving.’

Innovaties Agentschap NL, onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

stimuleert bedrijven om nieuwe producten te ontwikkelen die optimaal profiteren van zonlicht en esthetisch het aanzien waard zijn. Dat gebeurt via het Innovatieprogramma Zonnestroom. Bert Janson, coördinator van dit programma, denkt dat architecten zonnepanelen nog vooral zien als vervuilend voor hun ontwerp: ‘Professionele opdrachtgevers vragen er ook niet en masse om. Maar dat gaat zeker veranderen omdat er steeds meer kan met zonne-energie.’ Hij noemt station Utrecht waar op diverse perrons een glazen overkapping is geplaatst met geïntegreerde zonnecellen. De ramen laten licht door en vangen tegelijk zonne-energie op. Het agentschap steunde onlangs een pilot van het bedrijf Peer+ voor geschakelde ramen. Janson: ‘Daarmee kun je daglicht gedoseerd naar binnen laten door het meer of minder te dimmen. De zonnecellen in het raam produceren de energie voor het schakelen. Deze toepassing voorkomt oververhitting in een gebouw waardoor je minder elektriciteit nodig hebt om te koelen. Met dit soort producten kunnen architecten denk ik goed uit de voeten.’ De kennis over zonne-energiesystemen is nog niet gestandaardiseerd, dat maakt het lastig voor architecten om zich erin te verdiepen. Bovendien komen er maandelijks nieuwe producten en maatvoeringen bij. Janson: ‘Wij kennen de solarbranche en kunnen architecten en ontwikkelaars met elkaar in contact brengen. Er is veel kennis, maar die is lang niet altijd goed toegankelijk. Ik nodig architecten uit ervaringen te delen

Beeld Roomburg, Leiden. Ontwerp en foto: Han van Zwieten Architecten

Beeld Kantoor Jacobs Architecten BV, Eindhoven. Ontwerp Jacobs Architecten BV Foto: Marcel Köhler

BNABLAD #05/11

Beeld Waterkwartier, Amersfoort. Ontwerp en foto: Han van Zwieten Architecten

29


ARTIKEL

en tools te ontwikkelen die bijdragen aan een goede inpassing van zonne-energie in het ontwerp.’

Verantwoord ondernemen De Europese markt in zonne-energie is wereldwijd de grootste, Duitsland beslaat daarvan driekwart. In Nederland zijn de percentages nog marginaal. ‘Dat komt doordat de systemen tot voor kort niet te financieren waren als je puur keek naar de terugverdientijd’, aldus Van Bochove. ‘Grootschalige productie van panelen in China heeft de kostprijs met ruim dertig procent verlaagd. Ondertussen stijgen de energieprijzen in sommige delen van Europa zo hard dat stroom uit je zonnepaneel er net zo veel kost als stroom uit je stopcontact.’ Voor het beperken van CO2-uitstoot is het belangrijk de energiebehoefte van gebouwen te verminderen. Hoewel de steeds strenger wordende energieprestatienormen vooral gaan over warmtehuishouding in woningen, komt daar wel degelijk elektriciteit bij

Grootschalige productie in China ­ erlaagt de kostprijs v kijken. Zo beïnvloedt de aanscherping van de norm de wens bij opdrachtgevers om zonnepanelen toe te passen. Er zijn ook ‘zachte’ argumenten voor zonneenergie. Huiseigenaren willen zelf voorzien in hun energie en hebben daar geld voor over. Professionele opdrachtgevers dragen met duurzame energie uit dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo liet TNT een distributiecentrum voorzien van zonnepanelen. Grote bedrijven kopen tegen lagere tarieven energie in dan particulieren. Daarom is het voor hen financieel minder snel interessant, aldus Janson.‘Bij een verdere prijsdaling zullen ze ook om andere redenen instappen.’

Meer weten? • O p 12 oktober vindt in Utrecht SunDay 2011 plaats, een evenement over de nieuwste technische ontwikkelingen en met workshops over toepassingen in de gebouwde omgeving (www.sunday2011.nl). • Agentschap NL heeft documentatie over de technologie en toepassingen van zonne-energie. Op de site staat informatie over innovatieprojecten en opleidingen (www.agentschapnl.nl). • Intersolar Europe, de grootste beurs over zonne-energie wordt ieder jaar in München gehouden, de eerstvolgende in juni 2012 (www.intersolar.de). • Internationale organisaties: European Photovoltaic Industry Association (www.epia.org), European Solar Thermal Industry Federation (www.estif.org). • De Nederlandse branchevereniging Holland Solar (www.hollandsolar.nl). • Voorbeeldprojecten en informatie over gebouwgeïntegreerde PV: Oskomera Group (www.osps.eu). • Small Business Innovation Research programma (www.sbir.nl). • Informatie over Ubbink’s Energiedak, PV-panelen en montagesystemen (www.ubbink.nl).

30

Voorbeeldprojecten Architect Han van Zwieten maakte in 1990 kennis met zonne-energie in de gebouwde omgeving. Drie jaar later kreeg hij zijn eerste opdracht met zonnepanelen voor een vinexwijk. Omdat hij zich heeft gespecialiseerd in zonne-energie wordt hij vaak voor dit type opdracht gevraagd. Het beeld dat bij collega’s leeft van blauwe panelen op een pannen dak herkent hij: ‘Veel vakgenoten weten niet dat er allang andere kleuren en afmetingen zijn.’ Wie goed met glas kan ontwerpen, kan het ook met zonnepanelen: ‘Het is een bouwproduct dat je vanaf het begin meeneemt in je ontwerp. Bijvoorbeeld in een dak of gevel, als zonwering of luifel of in glas, er kan van alles.’ De levensduur van zonne-energiesystemen wordt soms genoemd als reden om ervan af te zien. De garantie voor panelen ligt op 25 tot 30 jaar. Van Zwieten verwacht dat de meeste langer meegaan. De aarzeling bij architecten zit volgens hem vooral in de beeldvorming: ‘Daarom hebben we aansprekende voorbeelden nodig. Die zijn er, in Duitsland, Japan en Amerika maar ook hier. Google eens op Building Integrated PV, dan vind je een heleboel foto’s.’ Vakgenoten die zich willen oriënteren, raadt hij aan bij Agentschap NL te kijken en op websites van leveranciers.

Energieopbrengst Het enthousiasme bij architecten voor zonne-energie is er, merkt Martèn Driesser, productmanager Photovoltaics bij Oskomera Group, producent van gevelsystemen en installateur van PV systemen. ‘Maar vaak vindt de projectontwikkelaar het toch te duur.’ Projecten die wel doorgaan, bevinden zich meestal in de gebouwde omgeving. Dat vraagt om gedegen vooronderzoek: ‘In de schaduw leveren zonnepanelen weinig op. Daar moet je rekening mee houden in je stedelijk ontwerp. Wij kunnen aan de hand van simulatie voor een heel jaar de energieopbrengst voorspellen.’ De praktijk leert dat vaak pas in een laat stadium aan zonne-energie wordt gedacht. Dat leidt tot minder renderende en/of onaantrekkelijke oplossingen. Een ander punt is de communicatie. Volgens Driesser zit de PV-markt vooral in de installateurswereld: ‘Installateurs kijken naar techniek, architecten naar esthetiek. Ze spreken elkaars taal niet en komen daardoor moeilijker tot een goed functionerende oplossing die er fraai uitziet.’ Oskomera werkt veel met architecten en ontwikkelt vaak samen met bureaus een maatoplossing. Het aantal architecten dat zonne-energie toepast, groeit naar zijn idee. Hij noemt een paar voorlopers, zoals Tjerk Reijenga, Han van Zwieten en Jacobs Architekten. De Europese Unie wil dat in 2050 10 procent van de duurzame energie gebouwgeïntegreerd is. Een enorme ambitie, meent Van Zwieten. Gebouwen en woningen moeten energie gaan genereren in plaats van opmaken. ‘Het wordt dus noodzaak om zonne-energie te integreren in je ontwerp. We zitten op het kantelpunt dat duurzaam opgewekte energie via zonnepanelen kan concurreren met de prijs van fossiele stroom. Dat gaat veel betekenen de komende jaren, ook voor architecten.’

BNABLAD #05/11


rubriek

■BUREAUBERICHTEN

Nieuws van BNA-bureaus zoals directiewissels, fusies en naamsveranderingen, maar ook aankondigingen van nieuwe websites, bijzondere publicaties en gewonnen prijzen.

Overleden leden

DUS Architects is onderscheiden met de Amsterdamprijs voor de Kunst 2011. Aan de prijs is een geldbedrag van € 35.000 verbonden. DUS Architects maakte de afgelopen jaren naam in Amsterdam met tijdelijke projecten als ‘turkentassenhotel’ Geçekondu en het paviljoen Unlimited Urban Woods. De jury van de prijs ziet het bureau als ‘een vooruitgeschoven post van een jonge generatie architecten: ambitieus, maatschappelijk betrokken, artistiek en internationaal georiënteerd’.

Op 8 juli 2011 is op 54-jarige leeftijd ­architect ir. W. Eikelboom, wonende te Veldhoven, overleden. Op 23 juli 2011 is op 88-jarige leeftijd ­architect W. Prent, wonende te Den Haag, overleden.

Het architectenbureau De Twee Snoeken bestaat in 2011 50 jaar. Gerard Wijnen richtte het bureau in 1961 op. De vijftigste verjaardag wordt gevierd met een vernieuwde huisstijl en een nieuwe website: www. tweesnoeken.nl. De Zwarte Hond heeft een nieuwe voorzitter van het directieteam: Jeroen de Willigen. Zijn voorganger Jurjen van der Meer zal zich intensiever gaan bezighouden met de zakelijke en creatieve strategie van het bureau op korte en lange termijn. Ook is een aantal architecten en stedenbouwkundigen benoemd als associate. Bas van Bolderen, Matthias Rottmann, Henk Stadens, Bart van Kampen, Ben van der Meer en Tjeerd Jellema zullen leiding geven aan projecten en de kennisontwikkeling van het bureau op zich nemen.

Beeld Paviljoen Unlimited Urban Woods. Ontwerp: DUS Architects. Foto: Pieter Kers

Na 34 jaar heeft directeur/architect Dick Postma afscheid genomen van het bureau Elemans Postma van den Hork Architec­ ten. Dick Postma blijft als adviseur en klankbord aan het bureau verbonden. Drie BNA-bureaus zijn genomineerd voor de Cobouw Awards, categorie Beste opdrachtgever: IAA Architecten, Van Aken Archi­ tecten en Inbo. De winnaar wordt op 26 oktober 2011 bekend gemaakt. Correcties en aanvullingen In de Bureauberichten in BNA Blad #04/11 is de verkeerde winnaar van de Dirk Roosenburgprijs 2011 genoemd. Het winnende project was Park Meerland, ontworpen door Atelier DUTCH. De bruggen in het park zijn van de hand van DaF-architecten en Van Helmond | Zuidam architecten tekende het gemaal en de vleermuisgrot. Park Meerland won zowel de juryprijs als de publieksprijs.

BNABLAD #05/11

Beeld Park Meerland, Eindhoven. Ontwerp: Atelier DUTCH

Bureaubericht? E-mail naar redactie@bna.nl

31


rubriek

Achter de schermen bij de BNA Academie

Meedingen voor gevorderdeN

Jaarlijks organiseert de BNA Academie zo’n veertig verschillende cursussen. Uitgangspunt is dat alle cursussen aansluiten bij de praktijk van de deelnemers en ook zoveel mogelijk bij de actualiteit, en de veranderende omstandigheden waaronder architecten hun werk doen. Dat vraagt om opleidingen over onder meer weten regelgeving, werken met materialen, BIM en de fijne kneepjes van het ondernemen.

Komende maand staat de cursus ‘De finesses van het inschrijven op Europese aanbestedingen’ – zeg maar ‘meedingen voor gevorder­ den’ – op het programma van de BNA Academie. De docenten zijn Jetteke Verlinden, Patrick IJtsma en Frits Bovenberg die door hun werk bij respectievelijk Brackmann Aanbestedingsspecialist en het Centraal Bureau Bouwtoezicht de ins en outs van het uitschrijven van aanbestedingen kennen.

Programmamanager Sandra Beekmans: ‘De BNA Academie werkt voortdurend aan het vernieuwen, uitbreiden en verbeteren van het cursusprogramma en peilt daarbij ook de behoeften en wensen van leden. In 2010 deden we dat met een uitgebreid behoeftenonderzoek, maar ook de evaluatieformulieren die deelnemers invullen na een cursus en gesprekken met docenten en leden zijn een bron van informatie. Op een oproep op LinkedIn kwamen meer dan vijftig – instemmende – reacties op de vraag of er behoefte is aan een cursus projectontwikkeling voor architecten. Dit soort oproepen willen we vaker doen. Daarnaast stelt de BNA Academie dit najaar een klankbordgroep samen, bestaande uit BNA-leden.’ Uitgesproken behoeften blijken zich overigens niet altijd één op één te vertalen in inschrijvingen voor een cursus. De gerealiseerde deelname aan cursussen over bijvoorbeeld duurzame architectuur of brandveiligheid is aanmerkelijk minder groot dan verwacht op basis van het behoeftenonderzoek. De komende periode richt de BNA Academie zich op een nog betere aansluiting van het cursusaanbod op

32

de actualiteiten en zoekt daarbij ook de samenwerking met BNA Onderzoek. Beekmans: ‘Bijvoorbeeld met cursussen over herbestemming en (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Daarnaast blijven natuurlijk “gouden oude” onderwerpen als honorariumberekening, acquireren, het Bouwbesluit en ondernemen voor startende architecten op het programma staan.’

De cursus is bedoeld voor bureaus die al ervaring hebben met deelnemen aan Europese aanbestedingen. Frits Bovenberg: ‘Ook architecten die met scepsis naar de huidige aanbestedingspraktijk kijken of deelnemen nodigen we van harte uit.’ Deelnemers zijn na afloop op de hoogte van de laatste stand van zaken bij Europees aanbesteden. Daarbij krijgen ze inzicht in de factoren die het meedoen aan een Europese aanbesteding tot een succes kunnen maken en is er aandacht voor de rechten en plichten van architecten bij het inschrijven op aanbestedingen. ‘Bij de aanbesteding van architectdiensten is er een spanning tussen zakelijkheid van de procedure en de creativiteit van de architect. Het doel is de architect het “gereedschap” mee te geven om deze spanning weg te nemen,’ aldus Patrick IJtsma.

De BNA Academie heeft een nieuwe programmamanager: Sandra Beekmans. Heeft u suggesties, ideeën of andere opmerkingen of heeft u interesse in de klankbordgroep, neem dan met haar contact op via E sbeekmans@bna.nl / T 020 555 36 78, start een discussie op de BNA LinkedIngroep, of tweet aan @BNAacademie. Het complete najaarsprogramma vindt u op www.bna-academie.nl.

Op vrijdag 13 oktober 2011 geven Jetteke Verlinden, Patrick IJtsma en Frits Bovenberg de cursus ‘De finesses van het inschrijven op Europese aanbestedingen’. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna-academie.nl.

BNABLAD #05/11


rubriek

Uit het cursusaanbod OKTOBER 2011 Oriëntatie op het ondernemeren partnerschap DE VOLGENDE STAP IN UW LOOPBAAN Wanneer 11 oktober 2011 Waar Midden van het land Tijdstip 16.00 – 19.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 125 Anderen: € 175 Een kennismaking met thema’s rond het partner- en ondernemerschap voor architecten die daadwerkelijk te stap zetten om ondernemer te worden als partner in een bureau. Of dat overwegen te doen. Waardebepaling van het architec­ tenbureau WAT IS MIJN BUREAU (NOG) WAARD?

Waar Gorinchem Tijdstip 13.00 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 125 Anderen: € 175 Studiebijeenkomst over het goed doordacht en technisch juist ontwerpen van rieten daken en gevels. Aan de orde komen ondermeer ontwerprichtlijnen, bouwfysische opbouw, rietkwaliteit en detaillering

NOVEMBER 2011

Tijdens de tweedaagse training scherpt u uw vaardigheden aan voor een adequate acquisitie en voor presentaties waarmee u opdrachten verwerft.

Wanneer 3 en 17 november 2011 Waar Culemborg Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 495 Anderen: € 595

Netwerken DE GEHEIMEN VAN EEN GOED GESPREK

Raak vertrouwd met de principes van het integraal ontwerpen met licht, warmte en groen. In de tweedaagse workshop oefent u de praktische toepassing.

U werkt aan het opstellen van een stappenplan, het maken van een tijdsplanning en het vaststellen van de uitgangspunten voor de waardebepaling.

Planmatig schrijven SNELLER, GEMAKKELIJKER EN BETER SCHRIJVEN

Onderhandelen CREËER WIN/WINSITUATIES

Wanneer 4 november 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 345 Anderen: € 495

Een succesvol onderhandelingsresultaat is de basis voor een goede samenwerking in de toekomst. In de eendaagse training met praktische oefeningen komen verschillende onderhandelingstijlen aan bod. De finesses van het inschrijven op Europees aanbestedingen MEEDINGEN VOOR GEVORDERDEN Wanneer 13 oktober 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 13.30 – 17.30 uur. Kosten Ledenprijs *): € 225 Anderen: € 325. Herken de succesfactoren bij Europees aanbesteden en verbeter uw inschrijvingen. Wat doet u bij disproportionele eisen en wat zijn de bezwaar- en beroepsmogelijk­ heden? Het ontwerpen van duurzame rie­ ten daken en gevels OOK VOOR PROJECTLEIDERS EN TEKENAARS Wanneer 27 oktober 2011

BNABLAD #05/11

Acquireren en presenteren HOE HAAL IK OPDRACHTEN BINNEN? Wanneer 10 en 17 november 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 645 Anderen: € 795

Bouwen met groen en glas: de cursus EEN NIEUW CONCEPT

Wanneer 12 oktober 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 14.00 – 21.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 195 Anderen: € 245

Wanneer 13 oktober 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 345 Anderen: € 495

ringstabellen, verschil tussen nieuwbouw en verbouwing, bezettingsgraad etc.

In de training krijgt u hulpmiddelen en werkwijzen aangereikt om betere teksten te schrijven, in minder tijd en met minder moeite. In korte schrijfoefeningen brengt u de theorie meteen in de praktijk. LED’s be inspired by light ZONDER LICHT, GEEN ARCHITECTUUR

Wanneer 11 november 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 13.30 – 17.30 uur Kosten Ledenprijs *): € 125 Anderen: € 175 Ondernemen is mensenwerk. U moet actief op zoek gaan naar belangrijke contacten voor nu en de nabije toekomst. Netwerken is daarbij onmisbaar. Hoe ontwerp ik mijn mooiste ­honorarium? PLUG AND PLAY Wanneer 15 november 2011 Waar Den Haag Tijdstip 9.30 – 20.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 675 Anderen: € 775 Praktijkcursus voor iedereen die ­honorariumberekeningen moet maken en meer grip wil krijgen op het managen van een creatief proces.

Wanneer 8 november 2011 Waar Eindhoven Tijdstip 9.00 - 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 495 Anderen: € 695 Ontdek de mogelijkheden van LED verlichting. Meer kennis van LED geeft u een krachtig ontwerphulpmiddel in handen. Praktijktoepassing Bouwbesluit OOK VOOR PROJECTLEIDERS EN TEKENAARS Wanneer 8 en 15 november 2011 Waar Baarn Tijdstip 9.00 – 16.30 uur Kosten Ledenprijs *): € 795 Anderen: € 975 Tweedaagse cursus over werken met het Bouwbesluit met praktische informatie over de structuur van het Bouwbesluit, aanstu-

Meer cursussen op ­ www.bna-academie.nl Kijk op de website voor de andere cursussen op het programma van de BNA Academie. *) De vermelde prijzen zijn exclusief btw. De ledenprijs geldt voor BNA-leden, medewerkers van architectenbureaus BNA en voor leden van BNO, BNSP, BNI en NVTL en de medewerkers van de aange­ sloten bureaus. Voor inschrijven en meer informatie over alle cursussen, zie www. bna-academie.nl. Met vragen kunt u terecht op 020 555 36 78.

33


rubriek

Nieuwe oogst

Richard Baan (39, AvB Arnhem 2003) werkt sinds 2003 als architect bij I_KB architecten in Almelo. Monika Bernaciak (33, TU Pozna, Polen 2001) is sinds 2001 werkzaam als architect bij Marquart Architecten in Raamsdonksveer. Tijn Brands (31, TU/e 2006) werkt sinds 2008 bij Ingenieursbureau Den Haag. Antonio Cannavacciuolo (44, TU Delft 1999) werkt sinds 2011 als zelfstandig architect bij ONELAB in Den Haag.

Student-leden Hein Oome (39) studeert aan AvB in Tilburg en zit in zijn 4e studiejaar. Zijn studierichting is Architectuur. Naast zijn studie is hij sinds 2006 werkzaam als assistent-architect bij Marquart Architecten B.V. Angelo Picocrie (26) studeert aan de TU Delft sinds 2007. Zijn studierichting is Materialization. Naast zijn studie is hij sinds 2005 werkzaam als assistent足ontwerper bij Marquart Architecten.

Jeroen Hilhorst (36, TU Delft 2002) is sinds 2011 zelfstandig architect bij OOG architectuur in Utrecht. Martin de Jong (32, TU Delft 2006) werkt sinds 2007 als architect bij F5 Projectengroep B.V. in IJsselstein. Bjorn Kasandikromo (28, TU/e 2011) is sinds 2011 zelfstandig architect bij Kasandikromo Architectuur in Tilburg. Hiervoor was hij student-lid van de BNA. Gertjan Luiten (41, TU Delft 1996) is op dit moment werkzoekende. Voorheen is bij diverse bureaus werkzaam geweest, waaronder INBO en BDG Architecten en Ingenieurs. Dennis Masselink (36, TU Delft 2003) werkt sinds 2003 als architect bij bct architecten, ingenieurs en adviseurs in Enschede. Nicole van Slingerland (47, TU Delft 1993) werkt sinds 2002 als zelfstandig architect bij &3 Architecten in Lisserbroek. Branko Vlamings (52, SBA 2010) werkt sinds 1989 als zelfstandig architect bij VASD Interieur & Architectuur in Amsterdam.

34

BNABLAD #05/11


rubriek

■Het Bureau

Tekst Carla Roos Beeld René de Wit

Architectenbureaus die zijn gevestigd op een bijzondere locatie.

XVW architectuur

Locatie Parooltoren, Amsterdam, een ontwerp van Van den Broek en Bakema (1969) Zit daar sinds maart 2011 Projecten Duinvilla (prijsvraag, 2010), woonhuis Utrecht (aanbesteding loopt, 2011), herontwikkeling Kleiburg (met Hollands Licht, 2011)

BNABLAD #05/11

De Amsterdamse Parooltoren, ontworpen door Van den Broek en Bakema, maakt deel uit van een ensemble van modernistische gebouwen dat in de zestiger jaren is neergezet. Toen de Paroolredactie er in 2006 vertrok, werd het ensemble gekocht met als doel het te slopen. Een van de gebouwen kreeg echter een monumentenstatus en de crisis sloeg toe – waardoor sloop werd uitgesteld. Nu is Xander Vermeulen Windsant met zijn bureau XVW architectuur gevestigd op de zesde verdieping van de toren, samen met twaalf andere ondernemers. Vermeulen Windsant dankt zijn werkplek mede aan het BNA-netwerk voor jonge directeuren-eigenaren: ‘Op een bijeenkomst kwam ik een van de eerste huurders tegen die me vertelde dat er nog een plek vrij was. Ik werkte in een ander bedrijfsverzamelgebouw maar wat me hier aansprak was dat alle huurders een link met vastgoed hebben. Naast vijf architectenbureaus zitten er onder meer projectontwikkelaars, een bouwhistoricus, een moderator en projectmanagers. Doordat iedereen zijn eigen insteek heeft kunnen we elkaar inspireren.’ Tussen de verschillende huurders is veel informele samenwerking. Met een ander architectenbureau, Hollands Licht, heeft Vermeulen Windsant een meer structurele

samenwerking: ‘Met Hollands Licht werk ik samen aan meer conceptuele onderzoeksprojecten. Alleen werk ik aan “traditionele” architectuurprojecten zoals woningontwerpen en nieuwbouw.’ XVW architectuur is bewust niet gevestigd op de bekende zolderkamer. Vermeulen Windsant: ‘Toen ik begon heb ik gezocht naar een werkplek waar ik met andere disciplines in aanraking kom. Daar leer ik van. Bovendien straalt mijn werkplek in de Parooltoren uit hoe ik werk: samen met anderen.’ Hoewel de sloopplannen voor de Parooltoren nog niet van de baan zijn, vraagt Vermeulen Windsant zich steeds meer af of sloop nog wel zinvol is: ‘Er zijn heel veel kansen om het gebouw een tweede leven te geven. Niet met grote ingrepen maar juist met strategische kleine ingrepen is er hier veel meer mogelijk dan nu lijkt. Voor de lange termijn zijn daar investeringen voor nodig maar je ziet dat de buurt nu al een boost heeft gekregen door de bedrijven die hier zitten.’ Letterlijke inspiratie haalt Vermeulen Windsant niet uit het gebouw, maar: ‘De plek en het uitzicht stimuleren wel om aan het werk te gaan, het prikkelt.’ Een bijzondere bureaulocatie? E-mail naar redactie@bna.nl

35


Exclusive partners

Bezoek het nieuwe Materia Inspiration Centre Amsterdam In het Materia Inspiration Centre te Amsterdam (IJburg) staat de ­uitwisseling van ­kennis en inspiratie tussen ­creatieve professionals (architecten, ontwerpers) en ­producenten van innovatieve ­materialen centraal. Met een totale oppervlakte van maar liefst 1.400m2 omvat het ­Materia Inspiration Centre een uitgebreide material­en­collectie, ­showrooms van toonaangevende bedrijven, een bibliotheek, flexwerkplekken en het ­Materia Café. In deze unieke locatie organiseert Materia regelmatig thema-­exposities, workshops, lezingen, bijeenkomsten en andere activiteiten waarbij kennisdeling en ­inspiratie op het gebied van innovatieve materialen en technieken centraal staat.

Open van maandag t/m vrijdag van 10.00 – 16.00 uur, entree is gratis

Kom langs en laat u inspireren!

www.materia-ic.nl

Pedro de Medinalaan 1b 1086 XK Amsterdam +31 (0)20 – 71 30 650 info@materia-ic.nl

KNOWING INFORMING EXPLORING


100% VERNIEUWEND, 300% BETER 2

SNELLER

5

4

STERKER

VRIJER

1

3

Ontwerpvrijheid voor de architect: 1 Sparingen voor bijvoorbeeld dakvensters zijn overal aan te brengen. Eenvoudig en exact te plaatsen zonder raveling. 2 Leverbaar met geïntegreerde solar oplossing en met 3 3 Rc-waardes in één dikte, van traditioneel tot PassiefHuis. Woongenot voor de bewoner: 4 Accessoires zijn gemakkelijk te bevestigen en met 5 volledige vrijheid in binnenafwerking.

www.kingspanunidek.nl


NOBELWOOD

Innovatief van Foreco

Een geniaal alternatief voor tropisch hardhout

Verantwoord bouwen dankzij biomodificatie

• Grondstof naaldhout • Gemodificeerd met biopolymeren • Door en door homogeen • Duurzaam en stabiel • Blijvend mooi • Uitstekend te bewerken

Meer weten over de onbegrensde mogelijkheden van NobelWood® of andere innovatieve oplossingen op houtgebied? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Bel 0529-431548 voor meer informatie.

Foreco BV

Dalmsholterweg 5, 7722 KJ Dalfsen

Postbus 73, 7720 AB Dalfsen

Telefoon 0529 43 15 48

Fax 0529 43 21 98

info@foreco.nl

www.foreco.nl


advertentie

CREĂ‹ER MEER WOONCOMFORT Breng licht, lucht en ruimte in uw appartement. Vouwschuifdeuren van Solarlux maken flexibel genieten van elk seizoen mogelijk, open of (deels) gesloten. Binnen buiten zitten, met uitzicht vanaf de eerste rang.

Solarlux Nederland BV | 0548 - 631323 | www.solarlux.nl


“Alsof je tijdens het spelen van een computerspel door je eigen gebouw loopt”

Test GRATIS BIMx en win een iPad2

advertentie

Kijk voor meer informatie op www.kubusinfo.nl

Gratis in de App Store


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.