BNA Blad #01/10

Page 1

De Grote Sprong 足Oostwaarts Vier deelnemers aan de Shanghai International Creative Industry Week vertellen over hun ervaringen en de kansen voor architecten overzee.

Problemen in de 足scholenbouw De partijen in de scholenbouw streven naar onderwijshuisvesting die beter inspeelt op eisen aan duurzaamheid en binnenklimaat.

Het bureau als bedrijf De BNA is een vereniging voor 辿n door leden. Deze nieuwe serie in BNA Blad belicht een aantal van de netwerken binnen de BNA. Te beginnen met de bureaumanagers.

Nieuwe visie op brand足 veiligheid Na de Schipholbrand en andere calamiteiten stelt de overheid de risicobenadering centraal in een nieuwe visie op brandveiligheid.

BNABLAD#01/10

overleven in china



inhoud 04 Uitvergroot

Robert Winkel over een woning op Curaçao van Carlos Weeber.

07 Van Schooten L.S.

08 Kortom 10

Problemen in de scholenbouw: de onfrisse werkelijkheid

Onlangs ondertekenden de PO-Raad en brancheverenigingen uit de bouw – waaronder de BNA – het convenant Partnership Scholenbouw. Doel is onderwijshuisvesting die beter inspeelt op nieuwe onderwijsvisies en eisen aan duurzaamheid en binnenklimaat.

13 De Vondst

Van Schagen Architekten gaf een reeks complexe aansluitingen tussen een bestaand gebouw met een fijnmazig grid en een nieuwe galerijconstructie uiterst geraffineerd vorm met prefab beton-maatwerk.

14 De Grote Sprong Oostwaarts

‘Architecture and public space’ luidde het thema van de tentoonstelling waarmee Nederlandse architectenbureaus in oktober deelnamen aan de Shanghai International Creative Industry Week (SICIW). Vier deelnemers vertellen over hun ervaringen en de kansen voor architecten overzee.

19 Reisbagage

Wat is Klaas Waarheid, directeur bij Van Schagen Architekten, het meest bijgebleven van de bureauexcursie naar Italië?

BNABLAD #01/10

20 Het bureau als bedrijf

De BNA is een vereniging voor én door leden. Netwerken is een manier om vakgenoten te ontmoeten en ervaringen te delen. Een nieuwe serie in BNA Blad belicht een aantal van deze netwerken. Te beginnen met de bureaumanagers.

24 Opinie

Leveren Bouwkundeopleidingen te veel architecten af? Momenteel wel, want er is geen werk. Het lijkt aankomende studenten niet af te schrikken: de instroom op met name de TU’s wordt steeds groter. Is een numerus fixus gewenst?

26 Nieuwe visie op brandveiligheid

Na de Schipholbrand en andere calamiteiten stelt de overheid de risicobenadering centraal in een nieuwe visie op brandveiligheid. Daarbij doemt een heikele vraag op: hoe groot is de kans op slachtoffers en hoeveel doden en gewonden vinden wij acceptabel, in relatie tot de kosten van brandveiligheidsmaatregelen?

29 Bureauberichten 30 BNA Academie 32 Nieuwe Oogst 33 Het Bureau

Architectuurcentrale Thijs Asselbergs.

01 03


Dit woonhuis is perfect afgestemd op de plek waar het staat

04


de gaten zorgen voor verkoeling en bieden meteen een mooi uitzicht 05


Met eenvoudige middelen ontstaat hier een bijzondere ruimtebeleving Beeld Carlos Weeber, Minke Wagenaar

06


COLUMN

■UITVERGROOT

In de media zie je vaak dezelfde projecten terug. In deze rubriek daarom aandacht voor architec­ tuur die minder in de schijnwerpers staat. Architecten bespreken bijzonder, ‘onontdekt’ werk van een collega.

American Blue Woonhuis van Carel (Carlos) Weeber, CASArchitects op Curaçao

‘Dit huis staat op Nederlands grondgebied, maar wel heel ver weg, op Curaçao. De architectuur op de Nederlandse Antillen wordt om een of andere reden niet opgenomen in de ­architectuurgidsen, terwijl deze zeer de m ­ oeite waard is. Carel Weeber is na een veelbewogen carrière teruggekeerd naar zijn geboorte-eiland Curaçao, waar hij opnieuw is begonnen als Carlos Weeber. Het lijkt erop dat hij hier nog veel moois zal gaan bouwen. Momenteel ligt de focus erg op jonge architecten; wat mij betreft mag er ook wel wat aandacht naar de oudere architect, die zijn pensioen ziet verdampen met een zorgvuldig opgebouwd bedrijf dat niets meer waard is. Weeber, inmiddels 72, pakt het slim aan door zich op de enige markt te richten waar nog beweging in zit: de particuliere woningmarkt. Hij is begonnen met zijn eigen huis op het eiland, en bouwt nu gestaag door voor anderen. Dit woonhuis, American Blue, is net als zijn eigen huis perfect afgestemd op de plek waar het staat. Het zou nergens anders zo tot zijn recht komen. Ik ben groot voorstander van deze manier van ontwerpen. Op Curaçao is het hartstikke warm en het waait er altijd hard. Door de woning op de wind te bouwen, krijg je binnen een aangenaam briesje. Het omhulsel houdt de zon en de regen tegen, de gaten erin zorgen voor verkoeling en bieden meteen een mooi uitzicht. Eigenlijk is dat alles wat een huis moet doen. Deze crisis, die nog wel vijf jaar zal duren, dwingt ons terug te keren naar de essentie van architectuur. Een huis is niet meer dan een simpel omhulsel dat bescherming biedt en bijzondere ruimte creëert waarbinnen een bewoner zelf zijn gang kan gaan. American Blue is daar een mooi voorbeeld van. Ik denk bovendien dat dit geen duur huis is geweest: met eenvoudige middelen wordt hier een bijzondere ruimtebeleving gecreëerd.’

L.S. Na ruim vier jaar is dit mijn laatste column als voorzitter van de BNA. Dat is voor mij een mooie gelegenheid vooruit te kijken. Er zal snel een nieuwe voorzitter komen, die nadat de vertrouwenscommissie haar werk heeft gedaan voorlopig zal worden aangesteld om vervolgens door de nieuw opgerichte ledenraad definitief te worden geïnstalleerd. Ik hoop dat de volgende voorzitter weer iemand is die volop in de praktijk staat. Ook is het bestuur druk doende met de aanstelling van een nieuwe directeur van de BNA. Dit moet voor de zomer rond zijn en ik ben blij dat onze directeur ad interim Karin Laglas deze functie tot die tijd op zich wil nemen. Er is de laatste Algemene Vergadering een belangrijke statutenwijziging aangenomen waardoor de Ledenadviesraad komt te vervallen. In plaats daarvan komt een Ledenraad die directer invloed kan uitoefenen op het beleid en de koers van de BNA. In deze raad zijn 24 zetels beschikbaar die na stemming op kandidaten zullen worden ingevuld: drie keer vier voor kleine, middelgrote en grote bureaus en twaalf verdeeld over de regio’s. Ook is besloten de drie studiestichtingen, Staro, Stagg en Stawon om te bouwen tot een nieuwe entiteit, BNA Onderzoek. Hierdoor is het beter mogelijk geworden diverse onderzoekthema’s in te brengen en niet meer uitsluitend vast te houden aan de oorspronkelijke thema’s van gebouwen voor onderwijs, gezondheidszorg en wonen. Aanvragen voor onderzoek kunnen worden gedaan bij een programmaraad, die de verzoeken inhoude­ lijk zal beoordelen. Samenwerken met onderwijsinstellingen, het Stimule­ ringsfonds voor Architectuur en culturele instellingen zoals het NAi zal hierdoor eenvoudiger worden. Ik wil iedereen die de afgelopen jaren heeft meegewerkt om deze veranderingen binnen de BNA te realiseren van harte bedanken voor de inspirerende en enthousiaste inzet. Verder vooruitkijkend, is de vraag of en in welke mate de crisis van dit moment blijvende gevolgen zal hebben voor onze beroepsgroep. Voor architecten(bureaus) is de crisis nog steeds zeer voelbaar. Hoewel de eerste prille verbeteringen zich aftekenen, is voor velen het leed nog niet voorbij. We zullen als BNA dus blijven lobbyen voor meer werk voor architecten. Maar aan de andere kant is dit ook een moment om ons af te vragen hoe de markt voor architecten, en architectuur er in 2015-2020 uit zal zien. Herstelt de markt zich volledig? Hoeveel nieuwe architecten kan de markt aan? Komt er een specifieke behoefte aan bij- en omscholing? Daarnaast is het eenvoudig te voorspellen dat de Europese regelgeving voorlopig een belangrijk thema blijft. Onder architecten bestaan grote bezwaren tegen de uitleg die er hier aan wordt gegeven. Hoe zit dat in andere Europese lidstaten en wat zeggen en vinden onze zusterorganisa­ ties hiervan? Er is een Europese koepel voor architecten, de Architects’ Council of Europe. Misschien liggen hier, op Europees niveau, openingen om tot een betere positie te komen bij aanbestedingen en de rechtspositie van de architect te verbeteren. Voor mijn opvolg(st)er is er dus meer dan genoeg te doen. De steun van de leden is daarbij onontbeerlijk. Ik doe bij deze een beroep op u om gezamenlijk te blijven werken aan een sterke positie van de architect. Jeroen van Schooten

Robert Winkel Architect-directeur Mei Architecten en ­stedenbouwers & eigenaar Archined

BNABLAD #01/10

07


kort nieuws

kortom BNA Jonge Architecten­ prijsvraag 2010 gestart

Verkiezingen Ledenraad van start

Op 1 februari is de inschrijving voor de twaalfde BNA Jonge Architectenprijsvraag gestart, een ideeënprijsvraag met als titel ‘De verticale stad voor gezinnen’. Deelname staat open voor alle Nederlandse architecten die op of na 1 januari 1970 zijn geboren. De ideeënprijsvraag wordt in samenwerking met Ymere en Proper-Stok uitgeschreven in het kader van Nederland wordt anders. De BNA is verantwoordelijk voor de prijsvraag. Ymere en Proper-Stok voor het vervolg. Door de samenwerking tussen ontwerpende en opdrachtgevende partijen is deze ideeënprijsvraag een unieke kans voor jonge architecten om in het vervolg op de prijsvraag samen met opdrachtgevers aan de slag te gaan met een opgave.

Op de Algemene Vergadering van december jl. stemden de BNA-leden in met het voorstel om vanaf 2010 een Ledenraad te installeren. Deze komt in de plaats van de Algemene Vergadering (AV) en de Ledenadviesraad.

De opgave Deelnemers wordt gevraagd een vernieuwende visie te geven op ‘de verticale stad voor gezinnen’, in de traditie van Le Corbusiers Unité d’habitatation en die visie nader uit te werken tot een ruimtelijk concept. Richtinggevend hierbij zijn vijf thema’s die door jonge medewerkers van Ymere en Proper-Stok worden geanalyseerd in workshops voorafgaand aan de Jonge Architectenprijsvraag. Uit de inzendingen worden drie winnende ideeën geselecteerd, die vervolgens aan drie opdrachtgeverteams van jonge mede­ werkers (<33jr) van Ymere en Proper-Stok gekoppeld worden. Deze ­gezamenlijke teams van opdrachtgevers en architecten werken elk hun prijsvraagidee verder uit in een integrale visie en een ontwerp. Het eindresultaat wordt gepresenteerd op vastgoedbeurs Provada. Uit de drie inzendingen kiezen de bezoekers van de Provada een winnend plan. Het bekroonde team wint een reis naar Marseille om daar de Unité van Le Corbusier te bezoeken. Inschrijven en inzenden kan op www.jongearchitecten.nl/prijsvraag. De inzendtermijn sluit op 6 april 2010.

Website Architecten­ register uitgebreid Het Architectenregister (SBA) maakt op zijn vernieuwde website (www.architectenregister.nl) voortaan ook melding van bij- en nascholingsactiviteiten voor architecten. In de rubriek bij- en nascholing staat alle informatie over de wettelijke verplichting die architecten hebben om hun vak bij te houden. De agenda biedt een overzicht van cursussen en trainingen die bij het Architectenregister door de aanbieders zijn aangemeld en als ‘passende bij- en nascholing’ voor architecten worden gezien. Een zoekfunctie maakt het mogelijk om in het aanbod de weg te vinden. Overigens worden de activiteiten van de BNA Academie, net als die van de Technische Universiteiten, de Academies van Bouwkunst en PATO in de SBA-regeling ‘bij- en nascholing’ altijd als passend beschouwd.

Rond het verschijnen van dit BNA Blad start de online verkiezings­procedure voor de afgevaardigden in de Ledenraad. Eerst kunnen alle stemgerechtigde leden zich verkiesbaar stellen voor een van de segmenten (regio en bureaugrootte) waartoe zij behoren. Als de kandidatenlijst is vastgesteld, ontvangen alle stemgerechtigde leden opnieuw een mail met een inlogcode waarmee zij online hun stem kunnen uitbrengen op maximaal één kandidaat per segment. In juni zal de Ledenraad dan voor het eerst bijeenkomen. De Ledenraad wordt het hoogste orgaan van de vereniging en is betrokken bij de voorbereiding van het strategisch beleid, houdt toezicht op het bestuur en het beleidsplan en stelt de jaarstukken vast. De belangrijkste reden om een Ledenraad in te stellen is dat de Algemene Vergadering gebrekkig functioneerde. Dit vanwege de steeds wisselende samenstelling, waardoor continuïteit en representativiteit in het geding waren. Ook was de AV te groot en te weinig frequent om een zinvolle rol te kunnen spelen in het BNA-beleid. De Ledenraad bestaat uit 24 afgevaardigden die samen een representatieve afspiegeling vormen van het ledenbestand van de BNA. De helft van het aantal zetels is voor kandidaten uit de verschillende regio’s, de andere helft voor vertegenwoordigers van de segmenten naar bureaugrootte. De Ledenraad komt in principe drie keer per jaar bijeen en is nauw betrokken bij de strategische cyclus. De Ledenraad stelt strategische kaders vast en houdt toezicht op de resultaten hiervan. Daarnaast zijn er jaarlijks twee ledenbijeenkomsten waarbij het bestuur de leden actief betrekt bij het beleid en hen in staat stelt invloed uit te oefenen: in het voorjaar kunnen leden input leveren voor bij­ stelling van het strategisch beleid en in het najaar informeert het bestuur de leden over het gevoerde en nieuwe beleid en kunnen leden en bestuur met elkaar van gedachten wisselen. Het bestuur roept alle leden op die invloed op de koers van de BNA willen hebben zich verkiesbaar te stellen. Daarna is het heel belangrijk dat alle stemgerechtigde leden ook daadwerkelijk hun stem uitbrengen op hun favoriete kandidaten. Daarmee kan een breed door de leden gedragen beleid veel beter gestalte krijgen. Kijk voor meer informatie op www.bna.nl > Over BNA > Organisatie. Wilma Jansen, manager brancheontwikkeling en marketing

Joep Habets, BNA Academie

08

BNABLAD #01/10


kort nieuws

Nieuw strategisch be­ leidsplan en werkplan De BNA heeft een nieuw strategisch beleidsplan: Focus. Met dit plan zet de BNA zijn koers uit voor de komende drie jaar aan de hand van vier hoofdthema’s. Naar aanleiding van het beleidsplan en deze hoofdthema’s is het werkplan voor 2010 opgesteld. Hieronder, met de vier hoofdthema’s als leidraad, een selectie van de belangrijkste speerpunten voor 2010: het architectenbureau • P rofessioneel ondernemerschap: de BNA bevordert het ­professioneel ondernemerschap toegespitst op verschillende bureau­grootten. • M odernisering CAO: de BNA begeleidt de modernisering van de CAO voor personeel in dienst van Architectenbureaus. • P rofessioneel personeelsbeleid: de BNA ontwikkelt modern personeelsbeleid en stimuleert de integratie hiervan in de ­bedrijfsvoering. de opdrachtgever • P roportionele architectenselecties: de BNA neemt actief deel aan het debat over Europese aanbestedingen, informeert opdrachtgevers en lobbyt bij de overheid voor een goede Aanbestedingswet. • M inder eenzijdige contracten door opdrachtgevers: de BNA ondersteunt en informeert leden door middel van een checklist en cursussen over hun juridische mogelijkheden. Hiernaast onderhandelt de BNA met opdrachtgevers over de toepassing van DNR 2005. het ontwerp- en bouwproces • I ntegraal werken verbeteren: de BNA informeert leden over het belang van BIM door cursussen, lezingen en een seminar. Hiernaast werkt de BNA mee aan een tekenstandaard voor 3D-modellen. • V erdergaande privatisering (gemeentelijk) bouwtoezicht: de BNA ontwikkelt een standpunt over privatisering van het (gemeentelijk) bouwtoezicht, en draagt dit uit. • B ouwregelgeving en welstand verbeteren: de leden worden ingelicht over de actuele wijzigingen in de nieuwe Integrale AMvB die het Bouwbesluit 2003 vervangt en de Wabo. Hierover komen artikelen in het BNA Blad en opfriscursussen. • K waliteit dienstverlening gemeenten: op het gebied van Welstand blijft de BNA de stappen van de minister WWI in de gaten houden. De BNA zet zich in voor een betere kwaliteit van dienst­ verlening van gemeenten. de bouwopgave • D e bouwopgave van de toekomst: de BNA organiseert door BNA Studie minimaal vijf projecten en activiteiten op het terrein van actuele ruimtelijke vraagstukken. • A rchitectuurbeleid: rond de gemeenteraadsverkiezingen draagt de BNA zijn programmapunten over ruimtelijk beleid actief uit aan lokale politieke partijen.

Inzendtermijn Gebouw van het Jaar 2010 bijna voorbij BNA-leden hebben nog tot en met maandag 8 februari 2010 de tijd om hun beste projecten uit 2009 in te zenden voor de architectuurprijs BNA Gebouw van het Jaar 2010. Daarna zullen vijf deskundige jury’s zich buigen over de inzendingen om de regionale nominaties en winnaars aan te wijzen, waaruit op 22 april 2010 de landelijke winnaar bekend wordt gemaakt. De prijs is bedoeld om potentiële opdrachtgevers, media en publiek een breed overzicht te bieden van de kwaliteit van de Nederlandse architectuur. Daarom krijgen alle ruim 3.000 BNA-leden ieder jaar de kans om te laten zien wat zij het voorgaande jaar hebben gerealiseerd. Deze projecten dingen mee naar een van de regionale titels én naar de landelijke hoofdprijs. Inzenden kan via de website www.bnagebouwvanhetjaar.nl. Iedere deelnemer kan in totaal maximaal vijf projecten inzenden, waarvan twee in dezelfde BNA-regio.

Unieke ideeënprijs­ vraag voor teams van architecten en ont­wikkelaars BNA, NEPROM en Nederland wordt anders schrijven gezamenlijk de ideeënprijsvraag Zo Wil Ik Wonen uit. Combinaties van ontwerpers en projectontwikkelaars worden uitgenodigd om consumentgerichte strategieën, concepten en ruimtelijke ontwerpen te bedenken voor de woningmarkt. Meer betrokkenheid en grotere keuzevrijheid. Dat is wat de woonconsument wil. Dat vraagt om anders ontwikkelen en ontwerpen. Om een andere attitude bij ontwikkelaars, ­ontwerpers en gemeenten. Hoge ambities, meer ruimte voor creativiteit en vooral veel meer ruimte voor de klant. De BNA, NEPROM en Nederland wordt anders willen die ontwikkeling stimuleren met de ideeënprijsvraag Zo Wil Ik Wonen. Er wordt totaal aan € 25.000 prijzengeld uitgeloofd. Ga naar www.zowilikwonen.nl voor meer informatie en aanmelden. Aanmelden kan tot en met 26 februari 2010.

Het beleidsplan Focus en overzicht van de belangrijkste projecten en doelen uit het Werkplan zijn te vinden op www.bna.nl > Over BNA > Beleid. Femke Rasenberg, manager beleid

BNABLAD #01/10

09


ARTIKEL Beeld Brede school De Matrix. Hardenberg. Ontwerp: Architectenbureau Marlies Rohmer. Foto: Alexander van der Meer

Problemen in de scholenbouw: de onfrisse werkelijkheid Onlangs ondertekenden de PO-Raad en brancheverenigingen uit de bouw – waaronder de BNA – het convenant Partnership Scholenbouw. De partijen streven hiermee naar onderwijshuisvesting die beter inspeelt op nieuwe onderwijsvisies en eisen aan duurzaamheid en binnenklimaat. Vooral de gesteldheid van het binnenklimaat geeft aanleiding tot zorgen. ––

Tekst Evelien van Es

10

BNABLAD #01/10


ARTIKEL

Afgelopen zomer presenteerde atelier Rijksbouwmeester het rapport Gezond en Goed. Scholenbouw in topconditie waaruit blijkt dat het binnenklimaat van tachtig procent van de basisscholen niet voldoet aan de gezondheidseisen. De ventilatie van de leslokalen vormt het grootste probleem. Uit onderzoek blijkt dat de CO2-concentratie vaak te hoog is. De in de regelgeving gehanteerde referentiewaarde van 1200 parts per million (ppm) garandeert een minimale luchtkwaliteit. De regelgeving gaat daarbij uit van gemid­ delden. De meeste leslokalen hebben echter een bovengemiddelde bezettingsgraad, dus wordt in de praktijk de referentiewaarde van 1200 ppm al snel bereikt. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond wat een te hoge CO2-concentratie teweegbrengt. In 2001 stelde de RIVM vast dat door onvoldoende ventilatie in combinatie met een te hoge luchtvochtigheid de kans op astmaklachten wordt vergroot. In 2006 onderzocht TNO het effect van ventilatie op de cognitieve prestaties van leerlingen in het primair onderwijs en toonde aan dat een hoge CO2concentratie deze prestaties negatief beïnvloedt. Uit de lijst van onderzoeken blijkt bovendien dat het probleem van het slechte binnenklimaat al geruime tijd speelt. Volgens Alfons Hams (Spring Architecten en bestuurslid van de Staro) constateerde de Staro vijf jaar geleden dat een hoog ­percentage van de schoolgebouwen niet aan de eisen voldoet. Sindsdien probeert de Staro de slechte gesteldheid van het binnenklimaat onder de aandacht te brengen.

Te lage budgetten en gescheiden geldstromen Ook bij architecten die zich op scholenbouw hebben toe­ gelegd, vormt een gezond binnenklimaat al lange tijd een belangrijk punt van aandacht. Er is volop aan gesleuteld. Zo vormt de overgang van natuurlijke ventilatie naar ventilatie­ systemen een belangwekkende ontwikkeling. In de

budgetten voor de scholenbouw zat echter geen ontwikke­ ling; die zijn gelijk gebleven. De budgetten zijn stelselmatig te laag. Bovendien zijn de geldstromen gescheiden; de gemeente is verantwoordelijk voor de stichtingskosten, het schoolbestuur voor de exploitatiekosten. Hams: ‘De verdeel­ sleutel waar de kosten naar toe moeten, heeft de afgelopen twintig jaar niet in het voordeel gewerkt voor het binnen­ klimaat. Degene die bouwt voor het onderwijs en de budgetten kent, weet dat er keuzes gemaakt moeten worden.’ Marlies Rohmer (Architectenbureau Marlies Rohmer) bouwt veel voor het onderwijs en beschouwt de krappe budgetten als belangrijkste oorzaak van de slechte gesteldheid van het binnenklimaat. ‘De budgetten die beschikbaar zijn voor de scholenbouw zijn niet toereikend voor volwaardige instal­ laties die per leslokaal individueel regelbaar zijn. Een lokaal op het zuiden heeft tenslotte een andere zonbelasting dan een lokaal op het noorden.’ Schrijnend is de vergelijking met de budgetten die voor kantoorgebouwen beschikbaar worden gesteld. Hams: ‘Voor een eenvoudig kantoorgebouw blijkt drie maal zoveel budget per gebruiker beschikbaar te zijn als voor een sober en doelmatig schoolgebouw. Wie kan dat uitleggen? Dat moet anders!’ Tijdens de studiemiddag Frisse scholen, die de Staro kort­ geleden organiseerde, kwam aan het licht dat er weinig eensluidende kennis bestaat over de aanpak van het binnenklimaatprobleem. Volgens Hams is dat zeer herken­ baar in de praktijk. ‘Kennelijk zijn er heel veel componenten die een rol spelen en bevinden zich vele valkuilen in de weg naar de oplevering van een gebouw.’ Scholenbouw is een uiterst complexe opgave. Architecten met ervaring in de scholenbouw zijn zich bewust van hun rol in het proces en de verantwoordelijkheid die de opgave met zich meebrengt. Een goed ontworpen schoolgebouw is immers meer dan een optelsom van minimale wensen.

Beeld Groenhorst College, Almere, voorzien van verdringingsventilatie met koelplafonds. Ontwerp: SP Architecten. Foto: Norbert van Onna

BNABLAD #01/10

11


ARTIKEL

Rohmer: ‘Je ontwerpt niet alleen een duurzaam en flexibel casco, maar ook gangkasten voor de jassen.’ Geavanceerde installaties zijn noodzakelijk, maar ook een goede inrichting die bij onderwijsvisie aansluit.’ Bovendien moet de architect rekening houden met de energiepresta­ tiecoëfficiënt (EPC). Het streven naar een gunstige EPC leidt meer dan eens tot de bouw van compacte en gesloten gebouwen, terwijl leerlingen juist gebaat zijn bij overmaat, veel licht en schone lucht. Rohmer spreekt in dit geval van paradoxale grootheden. ‘Een gunstige EPC en een goed en gezond binnenklimaat zijn soms elkaars tegengestelde. Een gebouw met een gunstige EPC is zó goed geïsoleerd, dat warmte niet meer kan ontsnappen. Met 30 leerlingen in een klas is niet zozeer het verwarmen van het lokaal een probleem, maar eerder het koelen en frisse lucht.’ Pasklare formules en perfecte EPC-berekeningen geven niet per definitie het beste schoolgebouw. ‘Als architect moet je overal het beste uit zien te halen. Om tot de beste oplossing te komen, moet je listig te werk gaan. Dat betekent schuiven, meten en passen. Het is een kwestie van maatwerk, slimme combinaties, spitsvondigheden en de juiste materiaalkeuze.’ Als voorbeeld noemt Rohmer een schooltuin op het dak. ‘De schooltuin past goed in de huidige onderwijsvisie en stedenbouwkundige visie. Bovendien fungeert een groen dak als isolatie en warmtebuffer.’

Total engineering Als het gaat om de verantwoordelijkheid die hij als archi­ tect van schoolgebouwen heeft, brengt Ron Leenheer (SP Architecten) altijd zijn kennis in om klimaatproblemen te vermijden. Leenheer meent dat waar de architect wordt gekozen om zijn ervaring en kennis, de installatieadviseurs daarentegen op de hoogte van hun honorarium worden beoordeeld. ‘Indien SP architecten bij de keuze van ­adviseurs wordt betrokken, proberen we enige sturing te geven. Met wisselend resultaat’. Volgens Leenheer is de verantwoordelijkheid van de architect afhankelijk van

de medezeggenschap die hij heeft in de keuze van de installatieadviseur. ‘Wij willen altijd meedenken en advise­ ren op grond van onze ervaring, maar moeten daartoe wel in de gelegenheid worden gesteld. Vaak ontmoeten we de adviseur pas op de eerste ontwerpvergadering. De selectie heeft dan al – meestal op grond van verkeerde argumenten – plaatsgevonden en worden we geacht samen het pro­ gramma van eisen uit te werken.’ Om door Leenheer genoemde situaties te vermijden, pleit Rohmer voor total engineering waarbij de architect zelf het budget analyseert, zelf met budgetten schuift en de regie voert over de constructeur en installateur. Op deze wijze is het mogelijk om de installaties als aandachtspunt zo vroeg mogelijk in het proces mee te nemen. De grote verantwoor­ delijkheid die de architect a priori wordt toegedicht, rechtvaardigt een dergelijke werkwijze. Leenheer: ‘Bij tegenvallende prestatie na ingebruikname wordt de architect altijd als eerste op het matje geroepen, omdat deze verantwoordelijk wordt geacht voor alles wat met het gebouw te maken heeft. Alleen al om die reden is het van belang de architect bij het ontwerp van de installaties te betrekken. Al was het maar om de relatie tussen opdracht­ gever en architect ook in de toekomst goed te houden.’ Een integrale aanpak vraagt om betrokken en professio­ neel opdrachtgeverschap. Het convenant Partnership Scholenbouw stelt zich de bevordering van significante bewustwording bij opdrachtgevers dan ook als belangrijk­ ste doel. Hams onderkent de rol van de opdrachtgever, maar beziet de problematiek in een ruimere context: ‘Bij een integrale aanpak van het ontwerpproces is absoluut een professionele opdrachtgever nodig. Maar ook geld. We moeten er maar aan wennen dat een goed gebouw geld kost. En we moeten af van de gescheiden geldstromen. Het zal niet lang meer duren voordat de overheid – in navolging van de zorg – leerling-gebonden budgetten gaat introduceren. Wellicht moet ertoe worden aangespoord om dat moment aan te grijpen om alle relevante componenten daarin goed onder te brengen.’

Beeld Brede school St. Theresia, Bilthoven. Ontwerp: Spring architecten. Foto: Jeroen Musch

12

BNABLAD #01/10


RUBRIEK

■De Vondst

Waarom ziet een gebouw eruit zoals het eruitziet? De architect van het gebouw bespreekt een slimme oplossing in zijn ontwerp.

Tekst Kirsten Hannema Beeld Van Schagen Architekten

Verjongd beton ting, omvormen van een ‘achterkant’ tot een voorgevel) opgelost. Anderzijds wilde Hermans de galerij bewust onttrekken aan het concept waarin de transformatie aan de achterzijde zichtbaar wordt gemaakt; alleen de plint en liften verbeelden ostentatief de renovatie, terwijl de galerijen zich voegen in het beeld van de bestaande gevels. De vraag was vervolgens hoe aan te sluiten op een gebouw met veel lagere constructieve eisen dan nu gesteld worden. Hermans: ‘Het gebouw heeft een zeer fijnmazig casco. De betonnen neuzen voor de bouwmuren, 25 centimeter breed, hebben nog een redelijk courante maat, maar de vloeren zijn slechts 12,5 centimeter dik. Tegenwoordig is de norm het dubbele! Daar kwam nog bij dat er ter plaatse van de galerij veel afwijkende aansluitingen waren, zoals de extra lage drempels voor de nieuwe rolstoelwoningen.’ Een complex probleem, waarvoor een variatie aan prefab betondetails is ontworpen. De vondst is de verjonging van het beton over de hele lengte van de aansluiting met het bestaande gebouw, waarin het maatverschil tussen oud en nieuw wordt opgevangen, en waarin speciale details, zoals opstanden en goten, zijn mee-ontworpen. ‘Wij hadden al veel ervaring met prefab beton’, vertelt Paul Hermans. ‘Als je je bewust bent van de mogelijkheden van dit materiaal, kun je dit soort dingen bedenken. Zo zijn we ook al in een vroeg stadium de discussie met de betonboer aangegaan. Duurder dan een standaard oplossing is deze detaillering uiteindelijk dan ook niet.’

Van Schagen Architekten gaf een reeks complexe aansluitingen tussen een bestaand gebouw met een fijnmazig grid en een nieuwe galerijconstructie uiterst geraffineerd vorm met prefab beton-maatwerk. De renovatie van de Verfdoos, een complex van twee woonblokken (1954, Allert Warners) in Amsterdam GeuzenveldSlotermeer is geen ‘extreme make-over’ waarbij foto’s een overduidelijke ‘voor’ en ‘na’ situatie tonen. ‘De manier waarop wij de aansluitingen hebben ontworpen, riep bij de jury van de Geurt Brinkgrevebokaal 2009, waarvoor het project genomineerd

BNABLAD #01/10

was, zelfs de vraag op of de galerij wel nieuw was’, vertelt projectarchitect Paul Hermans. Die galerijen, aangebouwd aan de portiekzijden van de blokken, zijn de grote ingreep in het ontwerp. Ze vervullen een dubbelrol. Enerzijds is met deze toevoeging een aantal programmatische kwesties (nieuwe liften, andere ontslui-

Project De Verfdoos, Amsterdam Architect Van Schagen Architekten Projectarchitect Paul Hermans Opdrachtgever Kristal Projectontwikkeling

13


ARTIKEL

De Grote Sprong Oostwaarts

Beeld TEDA, Tianjin (China), woningen en kantoren in laag- en hoogbouw. Ontwerp en beeld: MVRDV

14

BNABLAD #01/10


ARTIKEL

‘Architecture and public space’ luidde het thema van de tentoonstelling waarmee Nederlandse architectenbureaus in oktober deelnamen aan de Shanghai International Creative Industry Week (SICIW). Vier deelnemers vertellen over hun ervaringen en de kansen voor architecten overzee. ––

Tekst Ellen Meijer

De Nederlandse bureaus wachtte een vol programma. Los van de tentoonstelling konden ze meedoen aan de ‘Design Dialogue’-conferentie waarin Chinese en Nederlandse vakgenoten het Nederlandse thema belichtten. Er waren excursies naar universiteiten en tijdens de ‘Pecha Kucha Night’ brachten bureaus in twintig beelden en evenveel seconden hun visie naar voren. DutchDFA coördineerde de Nederlandse bijdrage. Deze publiek/private ­samenwerking, waarin ook BNA partner is, voert een meerjarenprogram­ ma uit om mode, design en architectuur uit Nederland internationaal te positioneren. Programmamanager Christine de Baan blikt tevreden terug, onder meer omdat

BNABLAD #01/10

15


ARTIKEL

Beeld Discussie tijdens de SICIW 2009. Foto: Frans Schellekens

Beeld Trinity new residential district, Shenyang (China). Ontwerp en foto: KCAP Architects&Planners

Beeld Sjanghai tijdens de SIWIC 2009. Foto: Frans Schellekens

het Nederlandse paviljoen de prijs won voor de beste landenpresentatie: ‘De Chinese lokale overheid waardeer­ de dat we met een sterke delegatie waren gekomen. Onze bijdrage speelde bovendien in op wat in China actueel is, namelijk de inrichting van de publieke ruimte. Er bestaat grote interesse voor onze kijk op ecologie en infrastruc­ tuur.’ De tentoonstelling trok de aandacht vanwege de recyclebaarheid. Wanden, sokkels voor maquettes en de bankjes voor bezoekers waren samengesteld uit één driehoekig element van gerecycled karton dat speciaal in China is geproduceerd.

Duurzaam Elk bureau had z’n eigen redenen om naar Sjanghai te reizen. Directeur/oprichter Bjarne Mastenbroek van SeARCH: ‘Omdat we steeds vaker vragen uit China krijgen, wilde ik zelf ervaren wat de behoeften daar zijn. Op een beurs zien ook meer mensen je werk, zo kan een balletje gaan rollen.’ De SICIW was zijn eerste grote evenement over de grens, hij bezint zich nog op een vervolg. Ton Venhoeven, behalve directeur van VenhoevenCS ook Rijksadviseur Infrastructuur, interes­ seert zich voor duurzaam bouwen. In landen met een groeiende economie valt op dat punt veel te bereiken. Zowel in India als China draaien al grote duurzaamheids­ programma’s. Venhoeven: ‘In Europa gaat het vooral over

16

vergrijzing. Wel zo verfrissend om eens verder weg te kijken.’ De universiteiten toonden belangstelling voor zijn rol als rijksadviseur. Venhoeven wilde weten hoe Sjanghai omgaat met haar haven: ‘Het probleem daar is spullen door de stad naar het achterland te krijgen en vice versa. Daarvoor organiseren de Chinezen een netwerk van havens die als één organisme opereren. Stel je voor: de havens van Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam en Bremen in één gecoördineerd netwerk. Dan krijg je ­optimale logistieke processen. We kunnen genoeg leren van elkaar.’

Een handelsreis als architectuurexcursie Westerse bril Voor MVRDV betekende de beurs een kans op verdieping in de relatie met opdrachtgevers. Het bureau is al zeven jaar actief in Azië en opent binnenkort een vestiging in Sjanghai. ‘Onze springplank naar het Oosten’, aldus directeur/partner Nathalie de Vries: ‘We merkten dat onze Chinese opdrachtgevers meer direct contact willen.

BNABLAD #01/10


ARTIKEL

Met een eigen kantoor zijn we makkelijker beschikbaar voor overleg.’ Ook KCAP heeft ruime ervaring in China. Ute Schneider, directeur KCAP in Zwitserland, combineerde een zaken­reis naar Peking met deelname aan de SICIW. Op basis van het programma dook zij er uiteindelijk dieper in en kon zo interessante contacten opdoen. Ze kijkt daardoor met andere ogen naar het land: ‘Ik heb veel Chinezen ­gesproken en Europeanen die er al langer zitten. We discussieerden over hoe je daar te werk gaat en welke problemen je tegenkomt. In China komen we vaak de vraag tegen naar monoculturele wijken met een gemeen­ schapscentrum in het hart, vergelijkbaar met Vinexwijken. Je kunt je afvragen of je wat in Nederland achteraf gezien niet werkt, moet exporteren. De vraag is echter of wij dat kunnen beoordelen met onze Westerse bril op. Mensen leven in China vaak meer in besloten gemeenschappen. Dat zijn geen ‘gated communities’, er heerst wel degelijk openheid. Zulke dingen ervaar je door er heen te gaan. Als KCAP meer wil in Sjanghai, zie ik de beurs als een zaadje dat je plant. Daarna moet je verder kweken.’

Permanent vernieuwen Voor het driejarige incubatorprogramma van DuchtDFA dat deze maand in Sjanghai start, heeft MVRDV zich al aange­ meld. De medewerker van de nieuwe vestiging weet zich straks omringd door andere Nederlandse ontwerpers. De Vries: ‘Het zijn allemaal kleine clubjes, dan kun je bepaalde voorzieningen beter samen regelen. De locatie is ook representatiever dan wat we zelf zouden huren.’ Venhoeven heeft met universiteiten vervolgafspraken gemaakt over workshops en internationale samenwerking. Hij beschouwt een handelsreis als een excursie: ‘Archi­ tecten zijn betweters als het gaat om schoonheid.

Eigenzinnigheid hoort bij ons vak, maar die moet je wel voeden. Zo’n reis kan als inspiratiebron dienen om je zakelijke en culturele visie te ontwikkelen. Ga gewoon kijken hoe verre landen architectuur bedrijven.’ De crisis bewijst wat hem betreft hoe kwetsbaar de doorsnee architect is. Permanent vernieuwen ziet hij als een manier om te overleven.

Culturele kennis en een eigen kantoor in China Prijsvraag of workshop De geïnterviewden zijn het erover eens dat connecties in China de doorslag geven. Maar hoe krijg je voet aan de grond? De Vries vindt een beurs een prima gelegenheid voor een eerste kennismaking: ‘Vervolgens komt het aan op ondernemerschap.’ Schneider meent dat langdurig werken in China een contactbureau of eigen kantoor ter plekke vereist: ‘Alleen al vanwege de snelheid waarmee projecten worden gerealiseerd. Het is bijna realtime ontwerpen, weten we van onze opdrachten rondom Beijing en elders. Daar moet je dicht op zitten.’ Mastenbroek kijkt vooral naar het soort werk en de klik met de opdrachtgever. Als iemand zich afvraagt waar hij moet beginnen in China, raadt hij aan thuis te blijven: ‘Beter een mooie klus hier dan een slechte in het buitenland. Van ons soort opdrachten, architectuur­land­schap­pelijke projecten, worden er in Nederland jaarlijks maar een paar vergeven. We zijn dus gedwongen vanuit de inhoud buiten de landsgrenzen te kijken. Als je een specifieke kwaliteit hebt waar internationaal vraag naar bestaat, zeg ik: doe mee aan een prijsvraag, dan word je wel ontdekt.’

Beeld Longtan Park, Liuzhou (China), masterplan en haalbaarheidsstudie. Ontwerp en beeld: MVRDV

BNABLAD #01/10

17


ARTIKEL

Voor Venhoeven hoeft werk in China niet per se de vorm van een bouwopgave te krijgen: ‘De honoraria liggen laag dus je krijgt het niet snel winstgevend voor Nederlandse begrippen. Ik verwacht de komende tien jaar af en toe iets in China te doen, zoals een studie of een workshop. De kloof tussen universiteiten en bedrijfsleven is klein. Als je bijvoorbeeld iets wilt met energieneutrale steden, dan loopt de weg via de universiteit.’

Focus op Nederlandse kennis en ontwerp­ kwaliteiten

gie te ontwikkelen die ze elders niet kennen.’ Dat DutchDFA en de BNA meewerken aan evenementen als de SICIW noemt Venhoeven terecht. Het stoort dat hem dat de focus ligt op het verwerven van opdrachten: ‘Ik zie meer in een langetermijninvestering met activiteiten die duide­ lijk maken waar Nederland goed in is. Je kunt beter je imago van kennis en kunde versterken dan als een patse­ rige designgoeroe komen vertellen hoe het moet.’ De Baan beaamt dat het om reputatievorming draait. Door ontwerp­ combinaties te maken van bijvoorbeeld duurzaamheid en bouwen met water en ook kwaliteiten als analyse en pragmatiek te benadrukken, kan Nederland zich positione­ ren ten opzichte van andere landen. ‘Dat helpt bij het opbouwen van netwerken. In China wegen vertrouwen en bekendheid zwaar mee. De SICIW-delegatie heeft de weg verder gebaand voor andere bureaus.’

Reputatievorming Een bureau dat internationaal wil werken, heeft culturele kennis nodig. Daar kan volgens Schneider de BNA bij helpen. De Vries verwacht van de beroepsorganisatie specifieke informatie waar architecten iets aan hebben, bijvoorbeeld over het sluiten van contracten: ‘Goed dus dat de DNR er in het Engels is.’ Ook Mastenbroek ziet voor de BNA een rol als het gaat om ondersteuning bij internationale ambities. Die hulp moet zich richten op bureaus die bijvoorbeeld niet zelf een ticket kunnen bekostigen: ‘Grote spelers redden zich uitstekend zelf.’ Hij stelt vraagtekens bij de keuze van DutchDFA voor drie focuslanden: ‘Volgens mij moet je denken vanuit de inhoud. Bijvoorbeeld door gezamenlijk een ontwerpstrate­

Bureaus die zich willen oriënteren op de Chinese markt kunnen gebruik maken van de kennis uit het incubatorprogramma. Kijk voor meer informatie op www.dutchdfa.nl

Beeld Trinity new residential district, Shenyang (China). Ontwerp en beeld: KCAP Architects&Planners

18

BNABLAD #01/10


RUBRIEK

■Reisbagage

Goede ideeën zijn overal te vinden. Deelnemers aan architectuurreizen beschrijven wat hen het meest bijbleef van de reis.

Tekst Miloe van Beek Beeld Van Schagen Architekten

Italië Wie Klaas Waarheid, directeur bij Van Schagen Architekten Reis Bureauexcursie naar Italië

Toen Henk van Schagen, oprichter van Van Schagen Architekten, met pensioen ging ontdekten zijn collega’s dat hij nog nooit een project van zijn grote voorbeeld in het echt had gezien. ‘Henk is een groot liefhebber van het werk van de Italiaanse architect Giancarlo de Carlo. Een mooie aanleiding om Italië te kiezen als bestemming voor onze tweejaarlijkse buitenlandse bureauexcursie,’ vertelt directeur Klaas Waarheid. ‘Het bezoek was voor alle medewerkers interessant omdat Van

BNABLAD #01/10

Schagen Architekten veel waarden deelt met De Carlo. ‘Net als De Carlo kijken we goed naar de structuur van het gebruik en de morfologie van de locatie. We gebruiken gegevens uit de geschiedenis voor de toekomst van een gebouw. Ook zijn we net als De Carlo voorstander van tijdloze architectuur.’ Giancarlo de Carlo heeft veel gebouwd in en nabij Urbino. Het universiteitsgebouw ‘il Magistero’ in het oude centrum van Urbino kon rekenen op bewondering van de Nederlandse architecten. ‘Dit paste zo goed in de omgeving dat het bijna niet opviel. Van buiten zag het er eenvoudig en vanzelfsprekend uit, maar binnen ont-

vouwde zich totaal onverwacht een grote, ondergrondse studentenwereld met geniaal geplaatste collegezalen vol licht.’ De reis gaf het bureau de bevestiging met hun eigen werk op de goede weg te zijn. ‘Door geschiedenis en gebruik van een plaats te verwerken in de ontwerpen, breng je het plan verder. Doe je dat niet dan breek je het af. Daar waren we ons al van bewust, maar door deze reis zijn we daar nog preciezer in geworden.’

Een interessante reis gemaakt? Mail naar redactie@bna.nl

19


SERIE Netwerken Beeld De bureaumanagers in regio Noord beginnen iedere bijeenkomst met een rondleiding. ‘Zo zie je bijvoorbeeld hoe anderen hun huisvesting regelen.’ Foto: Bureau Noordeloos

Het bureau als bedrijf De BNA is een vereniging voor én door leden. Netwerken is een manier om vakgenoten te ontmoeten en ervaringen te delen. Een nieuwe serie in BNA Blad belicht een aantal van deze netwerken. Te beginnen met de bureaumanagers. ––

Tekst Ellen Meijer

20

BNABLAD #01/10


SERIE Netwerken

Hoewel de inhoud van hun functies verschilt, houden bu­ reaumanagers zich allemaal bezig met de dagelijkse leiding van het architectenbureau. Om hen de gelegenheid te bieden zich verder te professionaliseren, zijn in verschillende regio’s netwerken opgezet.

‘Gepassioneerde discussies met vakgenoten’ Gerwin Slappendel van Roeleveld-Sikkes Architects in Den Haag Vestigingen: Den Haag en Budapest Aantal medewerkers: 40, waarvan 5 in Budapest Netwerk: bureaumanagers Regio Delta ‘Als mededirecteur regel ik een deel van het bureau­ management. Verder leid ik de tekenaars en projectleiders, en doe ik de directievoering bij grotere projecten. Ons bureau telt vijf directieleden: twee dga’s en drie jonge partners. Ik hoor bij de laatsten. Van de vijftig leden komen er gemiddeld dertig naar een ­netwerkbijeenkomst. Regiocoördinator Lonneke Bakkeren

BNABLAD #01/10

vroeg tijdens de eerste sessie welke onderwerpen we wilden bespreken. Sommigen reageerden terughoudend, huiverig om bedrijfsgeheimen prijs te geven. Dat gevoel heb ik niet. We houden allemaal van ons vak en als we bij elkaar zitten, ontstaat al snel een gepassioneerde discussie. Daardoor ­ontstaat juist kruisbestuiving. Ik vermoed dat de openheid bij ons groter is dan binnen het architectennetwerk in onze regio. Architecten komen elkaar vaker als concurrenten ­tegen, bureaumanagers operen meer in de luwte.

Krachten bundelen We kunnen jaren voort met onze onderwerpenlijst. Iedereen biedt zich per toerbeurt aan om de groep te ontvangen en een inleiding te verzorgen. Wij hebben een lezing gegeven over 3D-tekenen en BIM. Pas geleden ging het over acquisitie en profilering van je bureau. Daar kun je prima over praten zonder je strategie op tafel te leggen. Tijdens een bijeen­ komst over de crisis vertelden mensen over besparingen en de deeltijd-WW. Dat komt in een verslagje met tips waar ­iedereen wat aan heeft. We zitten elke acht weken bij elkaar. Het begint met een informele inloop, daarna geeft het gastbureau een inleiding, gevolgd door discussie. Meestal eindigen we met een b ­ orrel. In eerste instantie gaat het om kennis delen. Het leuke is

21


SERIE Netwerken

Beeld In de Regio Zuid bespreken de bureaumanagers meestal één thema. ‘Het blijft tot nu toe vrij zakelijk.’ Foto: Elemans Postma Van den Hork Architecten

dat je de inleiding van het gastbureau kunt vergelijken met wat je zelf doet. De ene keer concludeer ik dat wij al ver zijn, een andere keer noteer ik een goed idee van een collega. Het netwerk dient verder als krachtenbundeling. Het is soms handig samen op te trekken, bijvoorbeeld bij contacten met hogescholen over stagiaires. We wisselen ook personeel uit. We weten van elkaar met welk tekenpakket we werken dus dat gebeurt heel gericht. Wat mij betreft is dit netwerk goed geworteld.’

‘Voorzichtig met bedrijfs­ gevoelige informatie’ Ingrid Benjert van Elemans Postma Van den Hork Architecten Vestiging: Oss Aantal medewerkers: 15 Netwerk: bureaumanagers Regio Zuid ‘In ons bureau vormen de naamgevers de directie. Als bu­ reaumanager word ik betrokken bij het beleid maar ik ben geen directielid. Bij mijn taken horen kwaliteit, de bureau­ brede planning en personeel. In ons netwerk zijn de meeste bureaumanagers tevens architect-directeur, zij hebben een andere beslissingsbevoegdheid. Het netwerk omvat de provincies Brabant en Limburg, 24 bureaus doen mee. Naar de bijeenkomsten komen tien tot twaalf mensen. Meestal behandelen we een specifiek thema: BIM is aan de orde geweest, planningen, contractvormen. We dragen zelf onderwerpen aan en onze nieuwe regiocoördina­ tor Roy Habets komt met voorstellen. We spreken altijd op maandagmiddag van vier tot zes uur af. Het blijft tot nu toe vrij zakelijk, misschien is het leuk om ook eens te borrelen.

22

Online netwerken

De functie van bureaumanager bestaat nog niet zo lang, het netwerk helpt me er meer inhoud aan te geven. Deze net­ werken passen bovendien in het streven van de BNA naar verdere professionalisering, ook op terreinen die meer te maken hebben met het leiden van een bedrijf dan met ont­ werpen. Veel bureaus van onze omvang en groter hebben taken op het gebied van bedrijfsvoering bij een bureau­ manager neergelegd. Het is prettig als je die met elkaar kunt bespreken. Omdat ik niet ben opgeleid voor dit werk, doe ik veel dingen op gevoel. In het netwerk spreek ik mensen die met dezelfde onderwerpen bezig zijn. Ik ga met input naar huis waarmee ik bepaalde thema’s meer richting kan geven. Mijn doel is dus vooral kennis en ervaring delen. De gesprek­ ken zijn open, maar ik ben enigszins terughoudend in wat ik vertel. Voor je het weet, verstrek je gevoelige informatie. We zijn een paar keer op het BNA-regiokantoor in Den Bosch geweest. Treedt één van de deelnemers als gastbureau op, dan speelt voor mij de reisafstand mee bij de beslissing om te gaan. Voor een bijeenkomst in Roermond moet ik meer tijd reserveren, dat lukt niet altijd. Via Linkedin is een BNA-groep gestart voor bureaumanagers. Dat lijkt me een slimme oplos­ sing voor degenen die niet overal naar toe kunnen.’

‘De verschillen inspireren’ Derk Flikkema van Bureau Noordeloos Vestiging: Groningen Aantal medewerkers: 6 Netwerk: bureaumanagers Regio Noord ‘Vanwege de crisis hebben we enkele functies samen­ gevoegd, als eigenaar-directeur vervul ik de rol van bureaumanager. Daarbij horen het begeleiden van de proces­

BNABLAD #01/10


SERIE Netwerken

sen die met projecten te maken hebben en het vormgeven van onze interne organisatie. Voor mij is het netwerk een platform waarin je overlegt hoe je bepaalde zaken aanpakt. Eén bijeenkomst ging bijvoorbeeld over personeelsbeleid. In de goede tijd kregen we open sollicitaties binnen. De gevraagde salarissen kon ik niet altijd goed inschatten: wan­ neer betaal je nou te veel of te weinig? Zo’n onderwerp leent zich uitstekend voor collegiaal overleg. In Regio Noord zijn twee netwerken bureaumanagers, onze groep bestaat uit tien bureaus. Vaak komen van een bureau twee afgevaardigden dus dan zit je gauw met vijftien men­ sen. We ontmoeten elkaar bij één van de deelnemers. De onderwerpen bedenken we vooruit en we bepalen onderling wie welk thema oppakt. Het is leuk om eens bij een ander in de keuken te kijken. Door dit mechanisme krijg je dat auto­ matisch mee. Elke bijeenkomst begint met een rondleiding. Zo zie je bijvoorbeeld hoe anderen hun huisvesting regelen.

Collega raadplegen We behandelen uiteenlopende onderwerpen. De crisis bijvoorbeeld, het berekenen van honoraria, ISO, zoek­ machinemarketing. Vanuit commercieel oogpunt laten we niet het achterste van onze tong zien, verder bespeur ik ­weinig terughoudendheid. Namen van opdrachtgevers blijven achterwege maar we vertellen wel over de manier waarop we werk zoeken. De één opereert formeel, een a ­ nder regelt het contract later. Juist de verschillen brengen de ­nuances in het gesprek. Dat inspireert me, ook al is niet elk idee toepasbaar voor ons bedrijf. Kennisuitwisseling zie ik als een meerwaarde, maar ook dat je makkelijker iemand belt als je met een vraag zit. We zijn behalve concurrenten immers ook collega’s. De BNA heeft een signalerende rol: onderwerpen die wij bespreken, komen via de coördinatoren op landelijk niveau terecht. Ik heb aan­ gegeven aan onze regiocoördinator Tjeerske van der Heide dat het me goed lijkt als van elke bijeenkomst iets op papier komt. Dan beklijft het beter en kun je bij sommige onderwer­ pen een verdiepingsslag maken.’

Waarover praten bureaumanagers? De deelnemers dragen onderwerpen aan waar ze over willen praten. Ook de organisatie hebben ze deels in eigen handen. De regiocoördinatoren van de BNA ­vervullen een faciliterende rol. Deze onderwerpen komen in de netwerken aan bod: • Europese aanbestedingen • plannen • 3D-tekenen en BIM • regelgeving • personeel en opleidingen • management • DNR en STB • bestekken en begroten • de crisis • contracten • acquisitie en marketing Neem voor meer informatie contact op met de regiocoördinator: Regio Noord: Tjeerske van der Heide, tvanderheide@bna.nl Regio Oost: Mark Oldengarm, moldengarm@bna.nl Regio Noordwest/Centrum: Marieke Bous, mbous@bna.nl Regio Delta: Lonneke Bakkeren, lbakkeren@bna.nl Regio Zuid: Roy Habets, rhabets@bna.nl

Beeld De bijeenkomsten van de bureaumanagers in Regio Delta eindigen meestal met een borrel. ‘We houden allemaal van ons vak en als we bij elkaar zitten, ontstaat al snel een gepassioneerde discussie.’ Foto: Roeleveld-Sikkes Architects

BNABLAD #01/10

23


rubriek

■opinie

Zoveel mensen, zoveel meningen. In deze rubriek komen verschillende mensen aan het woord over een speciaal onderwerp.

Tijd voor een studentenstop? Leveren Bouwkundeopleidingen te veel architecten af? Momenteel wel, want er is geen werk. Het lijkt aankomende studenten niet af te schrikken: de instroom op met name de TU’s wordt steeds groter. Is een numerus fixus gewenst?

–– Tekst Willemijn de Jonge

je het weet moet je weer architecten uit het buitenland invliegen. Ik vind het k ­ ortzichtig om op basis van de huidige crisis een studentenstop te zetten op architectenop­ leidingen. Wat wel een goed idee is, is om te onderzoeken hoe en waar afgestudeer­ den eigenlijk terecht komen. De TU Delft leidt naast architecten ook bouwtechnici, stedenbouwkundigen, vastgoed- en bouw­ managers op. Ik heb het idee dat opgeleide architecten vaak ergens anders terecht komen dan op een architectenbureau. Dat zouden we eerst eens moeten uitzoeken voordat je maatregelen neemt.’ Beeld Joop van Reeken

‘Een numerus fixus is onzin: plannen op ­basis van onvoorspelbare marktontwikkelingen is paniekbeleid.’ Wytze Patijn, decaan Bouwkunde TU Delft ‘Er speelt momenteel een discussie binnen de TU Delft over een studentenstop omdat de middelen en het gebouw niet meer toe­ reikend zouden zijn. Dat vind ik geen goede reden. Ik vind het alleen reëel om over een numerus fixus te praten als daar een maat­ schappelijke reden toe is. En wij ­hebben nog geen aanwijzingen dat we te veel bouwkundigen afleveren. Een numerus fixus instellen voor studenten Bouwkunde, is kortetermijndenken: nu heeft iedereen last van de crisis, maar hoe dat over zes of zeven jaar is, weten we niet. Straks trekt de bouw weer aan en dan hebben we ze weer nodig. De ontwikkelingen in de bouwsector laten zich lastig voorspellen, ze zijn erg af­ hankelijk van externe ontwikkelingen. Voor

24

Beeld Barbra Verbrij

‘Zonder numerus fixus ontstaat een krankzinnige situatie op zowel universiteit als arbeidsmarkt.’

Dat zal zowel de kwaliteit van het onder­ wijs als de situatie op de arbeidsmarkt verbeteren. Door de enorme toestroom van studenten enerzijds en bezuinigingen op de staf en de ruimte anderzijds ont­ staat in Delft een krankzinnige situatie. Steeds meer onderzoekers moeten gaan lesgeven – waardoor ze geen onderzoek meer kunnen doen – en het pand is te klein. Toch komen er steeds meer studen­ ten binnen. Als je naast een goed opleidingsinstituut ook een goed onderzoeksinstituut wilt blijven, zul je genoeg mensen en mid­ delen beschikbaar moeten stellen om de kwaliteit te waarborgen. Doordat de onderwijsgroepen de laatste tijd steeds groter geworden zijn, worden studenten onvoldoende persoonlijk begeleid. Er is dus ook steeds minder de mogelijkheid voor de faculteit om studenten gedurende hun hele loopbaan te volgen. Uiteindelijk zullen echt goede studenten altijd hun eigen weg vinden, maar sommige glippen er nu een beetje tussendoor. Wat betreft de situatie op de arbeids­ markt: we leiden er sowieso te veel op, wat er ook met de economie gebeurt. De vraag wordt nooit meer zo groot dat iedere bouwkundige die afstudeert aan het werk kan binnen het vakgebied.’

Caroline Bijvoet, gastdocent aan de TU Delft en eigenaar van Bijvoet architectuur & stadsontwerp ‘Ik ben voor een absolute stop op het aantal studenten dat wordt aangenomen.

BNABLAD #01/10


rubriek

zijn, maar ik zie eerlijk gezegd niet wat er wetenschappelijk aan is. Door de matige kwaliteit van de opleidingen gaat talent verloren. Mijns inziens heeft dat niets met een overschot aan studenten te maken. Aantallen zijn een economische aangelegenheid. Het instellen van een nu­ merus fixus valt te overwegen in de huidige economische situatie, maar dat is aan de overheid om over te beslissen. De opleiding wordt daar bovendien inhoudelijk niet beter van, daar doet een numerus fixus niets aan.’

Beeld Hans Hordijk

‘De discussie over een numerus fixus is een discussie van niks. Het zou moeten gaan over de matige kwaliteit van de “wetenschappelijke” opleiding aan de TU Delft.’ Michiel Cohen, na 40 jaar bij cepezed sinds 2009 weer zelfstandig adviseur ‘Dat hele voorstel voor een numerus fixus is een kramp van een faculteit die – op een paar goede delen na – niets presteert. Ik heb mijn opleiding aan de TU Delft veertig jaar geleden zelf afgebroken omdat ik niet het gevoel had dat ik er iets leerde. Veel van de net afgestudeerde ingenieurs die wij bij cepezed aannamen, hadden ook een opval­ lend gebrek aan kennis. Ze kunnen mooie plaatjes maken, maar ze weten niet genoeg; er is wel kunde, maar er zitten grote gaten in de kennis. Delft roept dat ze de beste “wetenschappelijke” opleiding ter wereld

BNABLAD #01/10

zijn over de bijzonder grote instroom, maar in wezen is dat de zorg van de studenten. Het beroep van architect is een ‘sexy’ beroep geworden met als positief gevolg dat er steeds meer jong talent bijkomt. Daardoor neemt de kwaliteit van de beroepsuitoe­ fening toe. Maar de vraag is hoeveel de branche kan absorberen, we zitten momen­ teel wel aan de grens van het mogelijke. Men is geneigd de branche te overschatten. Er zijn in Nederland voor zover ik weet circa 1.900 bureaus met een gemiddelde van zes à zeven werknemers, dat is niet zo veel. Bovendien is de branche enorm gevoelig gebleken voor de economische crisis. Als brancheorganisatie moet je aankomende studenten daar uit en te na over voorlich­ ten, zodat ze zelf een weloverwogen keuze kunnen maken. Laat weten dat de markt beperkt is, maar bemoei je niet met de aantallen, want dan krijg je Sovjet-achtige praktijken. Alles vooraf doorrekenen en vastleggen werkt niet, de markt moet je de markt laten. De sleutel zit ’m mijns inziens in goed voorlichten.’

‘Laat weten dat de markt beperkt is, maar bemoei je niet met de aantallen, want dan krijg je Sovjetachtige praktijken.’ Steef Luijten, architect-directeur bij Luijten Smeulders architecten en lid van de BNAbeleidsadviescommissie Onderwijs ‘Ik ben in principe tegen welke numerus fixus dan ook. Ik begrijp wel dat er zorgen

Reageren? Mail naar redactie@bna.nl

25


ARTIKEL

26

BNABLAD #01/10


ARTIKEL

Nieuwe visie op brandveiligheid de brand in het cellencomplex op Schiphol in 2005 liep, Na de Schipholbrand en andere cala- Na van 2007 tot 2009, het Actieprogramma Brandveiligheid. miteiten stelt de overheid de risico- Doel van dit programma was ‘het vergroten van het bewust­ zijn en de kennis van brandveiligheid bij diverse benadering centraal in een nieuwe verantwoordelijke actoren in de fasen van het bouw- en visie op brandveiligheid. Daarbij gebruiksproces’. Dat heeft, onder meer, vorm gekregen met de website www.allesoverbrandveiligheid.nl. Hierop doemt een heikele vraag op: hoe kunnen alle actoren vanuit hun specifieke perspectief infor­ groot is de kans op slachtoffers en matie vinden over brandveiligheid. Daarnaast is een nieuwe ontwikkeld, die in 2009 door de Tweede Kamer werd hoeveel doden en gewonden vinden visie geaccepteerd. wij acceptabel, in relatie tot de Veel winst ­kosten van brandveiligheidsmaat­ Een belangrijke conclusie uit de visie is dat de bij brandvei­ regelen? ligheid een grote rol wordt toebedeeld aan de zogeheten

––

Tekst Marc Mijer Beeld StockXpert

BNABLAD #01/10

risicobenadering. Tjitske de Haas, senior beleidsadviseur van VROM: ‘In Nederland denken wij regelgericht. Als aan de regels wordt voldaan, is het goed. Maar wellicht is het beter om de risico’s in te schatten en daar maatregelen te­ gen te nemen.’ Voor de brandveiligheid van gebouwen zou een piramide van drie lagen kunnen ontstaan. Voor kleine bouwwerken, zoals dakkapellen, gelden vaste regels. Bij de

27


ARTIKEL

tweede laag, wat meer complexe gebouwen, kan in plaats daarvan gewerkt worden met – de ook nu al bekende – ­gelijkwaardige oplossingen. Voor de derde laag, hoogbouw en complexe gebouwen, kan de risicobenadering gelden. ‘In die derde categorie valt veel winst te behalen’, aldus De Haas. ‘Voor specifieke risico’s in specifieke gebouwen kun je maatoplossingen bedenken. Maatregelen die nu nog verplicht zijn volgens de regelgeving, zou je dan achter­ wege kunnen laten.’ Als voorbeeld noemt De Haas een zorgcentrum met dagbehandelkamers. Volgens de huidige regelgeving moeten die uitgevoerd zijn als subbrand­ compartiment. Maar als die allemaal een eigen deur naar buiten hebben is het feitelijk dubbel op. ‘Met toepassing van een risicobenadering zou hier bijvoorbeeld geen sub­ brandcompartimentering nodig zijn, omdat er voldoende vluchtmogelijkheden zijn.’

Voor specifieke risico’s in specifieke gebouwen kun je maatoplossingen bedenken Doden en gewonden Ben Ale, professor Veiligheid en Rampenbestrijding aan de TU Delft, ziet de risicobenadering als een welkome aanvul­ ling op de bestaande regels. Zeker voor architecten. ‘In plaats van met vaste, inflexibele en beperkende voorschrif­ ten kunnen zij werken met de randvoorwaarde dat het risico aantoonbaar op een aanvaardbaar niveau ligt. Daarbij moet wel iemand aangeven wat ‘aanvaardbaar’ is. En die iemand is de overheid, of liever gezegd de politiek. Maar dat is een lastige kwestie.’ ‘Lastig’ is misschien nog zwak uitgedrukt voor wat hier op tafel ligt. Want in feite hebben we het over de vraag hoeveel doden en gewonden de Nederlandse samenleving in geval van brand acceptabel vindt. Geef daar als politiek maar eens een antwoord op. ‘Toch zou ik het goed vinden als dat ­antwoord er komt en ook een plek krijgt in nieuwe regel­ geving’, vindt Ruud van Herpen, technisch directeur van Adviesbureau Nieman. ‘Het draait om het slachtoffer­risico. Dat zou het fundament moeten zijn van de wijze waarop wij met brandveiligheid omgaan.’ De overheid pakt, in samenwerking met ‘het veld’, de hand­ schoen op. De Haas: ‘In 2010 gaan we met pilots onderzoeken in welke mate de risicobenadering tot verschillen leidt ten opzichte van de huidige regelgeving, aan de hand van concrete bouwplannen en bestaande gebouwen. Daarnaast voeren we een discussie over de normstelling: wat vinden we aanvaardbare risico’s? Al met al zal het wel een aantal jaren duren voordat zich dat in regelgeving uit­ kristalliseert.’ Hoe lastig deze kwestie ook is, er hoeft geen wiel voor te worden uitgevonden. Op andere gebieden, zoals verkeer en de chemische industrie, heeft de wetgever al concrete ­normen ontwikkeld.

28

Wat vinden we aanvaardbare risico’s? 70 m+ Nol van den Boer, brandadviseur bij architectenbureau Kraaijvanger Urbis, zou blij zijn met nieuwe wetgeving op basis van de risicobenadering. ‘In de eerste plaats geeft het ons meer vrijheid bij het ontwerpen. In de tweede plaats ­lopen we nu vaak tegen problemen aan als we brandveilig­ heidsmaatregelen voorstellen die gelijkwaardig zijn aan de maatregelen uit het Bouwbesluit. Wij tonen die gelijkwaar­ digheid aan, maar lokale brandweer onthoudt daar vaak toestemming aan. Dat kan, omdat concrete en uniforme ­regels ontbreken. Als nieuwe wetgeving wel concrete ­regels geeft, gebaseerd op de risicobenadering, komt daar wellicht een einde aan.’ Van Herpen ziet nog een andere goede reden voor de ­nieuwe benadering. ‘De regelgeving is gebaseerd op ­effectbeheersing. Risicobeheersing, waarbij naast effect­ beheersing ook kansbeheersing wordt beschouwd, is veel efficiënter ten aanzien van veiligheid en kosten. Met risico­ beheersing kunnen bovendien optimale oplossingen voor bijzondere projecten worden gerealiseerd. Denk maar eens aan gebouwen van meer dan zeventig meter hoog of ­gebouwen met grote brandcompartimenten. Daar is nu nog helemaal geen concrete regelgeving voor. Als de risico-­ benadering zou gelden, is dat in één keer afgedekt.’ Professor Ale formuleert nog een ander praktisch voordeel van de risicobenadering. ‘De overheid kan de ontwikkelin­ gen in de bouw niet bijbenen met steeds weer nieuwe regels. Met de risicobenadering creëer je een open norm waarmee je altijd uit de voeten kunt.’

BNABLAD #01/10


rubriek

Bureau berichten

Planners eind 2009 zijn twintig­ jarig bestaan. Het symposium werd georganiseerd in samen­ werking met AIR Rotterdam in het kader van de IABR, waarvan KCAP-oprichter Kees ­Christiaanse de curator is.

Beeld The Why Factory Tribune, TU Delft. Ontwerp: MVRDV en Richard Hutten. Foto: Rob ‘t Hart

De Lensvelt de Architect interi­ eurprijs 2009 is uitgereikt aan MVRDV met Richard Hutten voor het ontwerp van The Why Factory Tribune in de TU Delft. Volgens de jury is dit een zeer effectief werklandschap, dat niet is gericht op representatie, maar waarin de studenten hun gang kunnen gaan. De stapeling van volumes is niet alleen doelmatig vanwege de ruimtes onder de tribune, maar levert ook een sterk architectonisch beeld op. Onder de nominaties bevonden zich projecten van Snelder Archi­ tecten met i29 interior architects (scholengemeenschap Panta Rhei, Amstelveen) en Merkx + Girod architecten (Raad van State, Den Haag). Eind 2009 vierde Steenhuis Buk­ man Architecten zijn twintigjarig bestaan. Het Delftse bureau werd in 1989 opgericht door Roelf Steenhuis en is in de jaren die volgden uitgegroeid tot een mid­ delgroot architectenbureau met de focus op woningbouw en stedenbouw, zowel op nieuw­ bouwlocaties als in herstructureringsplannen. architectenbureau Becka | Van Wilsum B.V. heeft zijn naam ­gewijzigd in VANWILSUMVAN­ LOON architectuur & steden­ bouw B.V. De wijzigingen volgen op de pensionering van Mik ­Becka en de start van Sanne van Loon als partner bij het Haagse bureau.

BNABLAD #01/10

Beeld Masterplan Dobbelmanterrein, Nijmegen. Ontwerp en foto: Architecten­ bureau Marlies Rohmer

De opdrachtgevers van het mas­ terplan voor het Dobbelmanter­ rein in Nijmegen, een ontwerp van Architectenbureau Marlies Rohmer, De Key – De Principaal, Talis en de gemeente Nijmegen hebben de Gouden Piramide 2009 toegekend gekregen. De jury zei over het project: ‘Een werkelijk prachtig project, dat door de maatvoering, de vormge­ ving en de gebruikte materialen nog steeds de sfeer ademt van het industriële verleden van het gebied.’

Beeld Het jubileumboek van Bonnema Architecten

Beeld Hermitage Amsterdam. Ontwerp: Hans van Heeswijk architecten. Foto: Luuk Kramer

Hans van Heeswijk Architecten heeft de Geurt Brinkgreve Bokaal 2009 voor het project Hermitage Amsterdam ontvangen. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling of renovatie in Amsterdam. De jury: ‘Het is een uitzonderlijk project en het betreft een forse transformatie. In die transformatie heeft de oude functie een passende plek gekregen. Het bestaande ge­ bouw is met respect behandeld en in haar waarde gelaten.’

Overleden leden Op 12 juli 2009 is op 88-jarige leeftijd architect ir. G. Boon, woonachtig te Radio Kootwijk, overleden. Op 31 oktober 2009 is aan de BNA bekend gemaakt dat op 30 juni 2009 op 62-jarige leeftijd architect B. van Rijn, woonachtig te Tienhoven, is overleden. Op 19 oktober 2009 is op 88-jarige leeftijd architect J. Abma, woonachtig te ­Amsterdam, overleden. Op 26 november 2009 is op 81-jarige leeftijd architect ir. A. B ­ uddingh, woonachtig te Weelde (België), overleden. Op 26 december 2009 is op 85-jarige leeftijd architect ir. M. Westerduin, woonachtig te Heemstede, overleden.

Het Amsterdamse bureau ­MOPET heeft begin 2010 een nieuwe website gelanceerd, die naast een overzicht van de projecten ook video’s toont. Zie www.mopet.nl.

Bonnema Architecten bestaat 52,5 jaar. Ter ere daarvan ver­ schijnt een fotoboek in gelimi­ teerde oplage, met de meest markante projecten van het Frie­ se bureau. Het boek bevat bijzon­ dere foto’s van kantoorgebou­ wen, woongebouwen, winkel­ centra, parkeergarages, politiebu­ reaus, raadhuizen, bedrijfsgebou­ wen, verpleeghuizen en ziekenhuizen.

Tangram Architekten heeft in januari een nieuwe poot van het bureau gelanceerd: ‘Tangram Onderzoek’. Binnen dit nieuwe onderdeel vallen de onderzoeks­ activiteiten en publicaties daarover.

Met een symposium getiteld ‘Stedenbouw: Vak of vacuüm’ vierde KCAP Architects&

Bureaubericht? E-mail naar redactie@bna.nl

29


rubriek

Kwaliteitszorg voor gevorderden Voortdurend verbeteren Welke moeilijkheden kom je tegen bij het beheer van het kwaliteits­ systeem en wat kan je doen om het systeem levend en zinvol te houden? Ervaringen worden uitge­ wisseld en leiden tot verbreding van het inzicht in de mogelijkhe­ den om het systeem te gebruiken. Wanneer 16 februari, midden van het land Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede werkers: € 375. Anderen: € 495

Presenteren voor bureau­ medewerkers Praktische training Theorie, oefeningen en rollen­ spelen over het houden van een presentatie. Deelnemers aan de eendaagse training bereiden een presentatie voor van een ontwerp. Wanneer en waar 18 februari in Amsterdam, 27 mei in Amster­ dam. Tijdstip 9.30 – 17.00 uur. Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 210. Anderen: € 295

Bureaumanagement Alles over bedrijfsvoering Vierdaagse praktijkcursus over strategie, marketing & beleid, financiën, opdrachten & contrac­ ten, medewerkers, en andere aspecten van de bedrijfsvoering, zoals kwaliteitszorg en het onder­ nemingsplan. Wanneer 1, 8, 15 en 22 maart, midden van het land Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 995. Anderen: € 1.395

Hoe ontwerp ik mijn mooiste honorarium? Plug and play Eendaagse praktijkcursus voor iedereen die honorariumbereke­ ningen moet maken en meer grip wil krijgen op het managen van een creatief proces. Wanneer en waar 2 maart in Den Haag, 13 april in Amsterdam, 8 juni in Rotterdam Tijdstip 9.30 – 20.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 675. Anderen: € 775

30

Wabo voor architecten Leer omgaan met de nieuwe omgevingsvergunning In deze eendaagse cursus komen aan de orde: een introductie op de Wabo, de relatie met andere wetswijzigingen, de juridische en organisatorische consequenties en een praktijkcasus. Wanneer en waar 9 maart in Den Haag, 14 april in regio Noord, 18 mei in Breda en 17 juni in Utrecht Tijdstip 10.00 - 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 295. Anderen: € 395

Hoe werk ik optimaal met de STB 2009? Handig en tijdbesparend De workshop maakt u wegwijs in het werken met de Standaardtaak­ beschrijving 2009 (STB 2009). Ook leert u optimaal profijt te halen uit de applicatie die is ontwikkeld om met de STB te werken. Wanneer en waar 9 maart in Eindhoven, 18 maart in Diemen en 30 maart in Rotterdam of om­ geving Tijdstip 13.30 – 17.00 uur. Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 195. Anderen: € 295

Ontwerpen van brand­ compartimenten, brandscheidingen en vlucht­wegen Basiscursus In de cursus worden de brandvei­ ligheidsvoorschriften uitgelegd aan de hand van een voorbeelden­ boek. U leert het voorbeeldenboek, dat tot het lesmateriaal behoort, te gebruiken als een handige tool in uw eigen praktijk. Wanneer en waar 23 maart 2009, Zwolle Tijdstip 9.00 – 16.30 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 545. Anderen: € 645

Gefeliciteerd u wordt partner! / Cursus en coaching Ondernemen en leiding geven Partner, aandeelhouder, een direc­ tiefunctie: de volgende stap in uw loopbaan? ‘Gefeliciteerd u wordt partner’ biedt een coaching- en begeleidingstraject in combinatie met een cursus ‘Ondernemen en leiding geven’.

Wanneer en waar 24 en 31 maart, 7 en 14 en 21 april, midden van het land. Tijdstip 10.00 – 17.00 uur. Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 1.995. Anderen: € 2.495.

Bouwen met groen en glas Ontwerpen met licht, warmte en groen Tijdens de tweedaagse cursus krijgt u in een seminar een overzicht van de principes van het integraal ontwerpen met licht, warmte en groen. Zo komen daglichtoptimalisatie en het gebruik van zonnewarmte aan de orde. In de workshop oefent u de praktische toepassing. Wanneer en waar seminar op 25 maart in Houten gevolgd door een workshop op 15 april in ­Culemborg. Tijdstip 10.00 tot 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 725. Anderen: € 825

Rekenen aan brandveilig­ heid Ook voor projectleiders en tekenaars

Gefeliciteerd, u wordt partner! / Workshop De volgende stap Partner, aandeelhouder, een direc­ tiefunctie: de volgende stap in uw loopbaan? Een workshop van één dagdeel voor architecten die meer willen weten over partnerschap. Wanneer en waar 20 april, ­midden van het land Tijdstip 16.00 – 19.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 95. Anderen: € 145

Het Gebruiksbesluit toegepast in de woonzorg en gezondheidszorg Maak de juiste keuzes Het Gebruiksbesluit maakt onderscheid tussen diverse woon­ vormen voor zorg en de functie gezondheidszorg. Hoe maak je de juiste keuzes voor brandbeveili­ ging en bouwkundige voorzienin­ gen? De training geeft handvatten bij het maken van die keuzes. Wanneer en waar 26 april in Zwolle Tijdstip 13.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 295. Anderen: € 345

U leert rekenen aan brandveilig­ heid. Aan de orde komen onder­ werpen als vuistregels voor veilige afstanden, rekenprogramma’s voor brandoverslag en berekeningen voor doorstroom- en opvang­ capaciteit. Wanneer en waar 4 april 2010, Vught Tijdstip 9.00 – 16.30 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 395. Anderen: € 475

Praktijkcases gelijkwaar­ dige oplossingen brand­ veiligheid Met naslagwerk Hoe kunt u omgaan met grotere brandcompartimenten en langere loopafstanden dan het Bouw­ besluit voorschrijft? In deze training komt een aantal praktijk­ cases aan bod die voldoen aan het Bouwbesluit als een gelijk­ waardige oplossing. Wanneer en waar 14 april in Zwolle Tijdstip 13.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun mede­ werkers: € 295. Anderen: € 345

De vermelde prijzen zijn exclusief btw. Voor inschrijven en meer informatie over alle cursussen, zie www.bna-academie.nl. Met vragen kunt u terecht op 020 555 36 31.

BNABLAD #01/10


rubriek

Honorariumcursus nu in één dag en veel goed­koper

3e jaar BNA Academie

Op veler verzoek geven Ingeborg Hoenders en Marjolein Schoonewagen van HOW2ADVICE de cursus ‘Hoe ontwerp ik mijn mooiste honorarium?’ voortaan als ééndaagse cursus. De prijs van de cursus is bijna gehalveerd, van € 1.275, voor€€ 675 voor BNA-leden en hun medewerkers. Deelnemers leren stap voor stap een realistisch honorarium te berekenen. Randvoorwaarden en risicofactoren worden vertaald in tijd en geld. Aan bod komen tips en trucs om creatieve processen te managen. Na afloop ontvangen de cursisten een gebruiksvriendelijke tool op een USB-stick. Zie voor meer informatie www.bna-academie.nl.

Veel architecten en bureaumede­ werkers weten de BNA Academie inmiddels te vinden als aanbieder van cursussen specifiek toegespitst op de architectenpraktijk. In 2009 namen 1.850 cursisten deel aan activiteiten van de BNA Academie. In 75 verschillende cursussen verdiepten architecten en andere medewerkers van architecten­ bureaus zich onder meer in BIM, het plastische getal en ondernemen voor startende architecten. Vooral het onderwerp regelgeving was populair. De cursus over de in te voeren Wabo is in 2009 drie maal gegeven en gaat in 2010 in de herhaling. Ook cursussen over ondernemerschap liepen goed, bijvoorbeeld de praktische training functioneringsgesprekken voeren. Deelnemers leren hier hoe een motiverend gesprek te voeren en de manier waarop een lastige boodschap op een adequate manier gegeven kan worden. Volgens cursist Betty Speelman, medewerker bij Hans van Heeswijk Architecten in Amsterdam ‘was het een zeer zinvolle cursus waarin ik bruikbare gesprekstechnieken heb geleerd’. Naast regelgeving en ondernemerschap, liepen ook de cursussen over duurzaam bouwen goed. Zo leerden cursisten in de cursus ‘Bouwen met groen en glas’ hoe zonnewarmte optimaal gebruikt kan worden door daglichtoptimalisatie en klimaatregeling. In het aanbod van 2010 worden de onderwerpen duurzaamheid, onder­ nemerschap en bouw- en regelgeving verder uitgediept. Onder meer trainingen op het gebied van planmatig schrijven en tijdmanagement staan nieuw op het programma. Vanzelfsprekend wordt er door de BNA Academie gedurende het jaar ingespeeld op actuele thema’s en veranderingen in de architectenwereld.

BNABLAD #01/10

Vervolgcursussen over BIM zijn nog in de maak en ook de cursussen Kwaliteitszorg voor gevorderden en Bouw uw managementteam zijn in voorbereiding. De in het licht van de economische crisis zeer bruikbare cursus Netwerken wordt in 2010 ook weer gegeven. De cursussen van de BNA Academie worden gegeven door gemotiveerde docenten die gespecialiseerd zijn in de architectenbranche en afkomstig van gerenommeerde instituten zoals de TU Delft, Syntens en Archipoint. Alle cursussen die in 2010 gegeven worden zijn weer op te voeren voor de PBOverplichting.

Beeld Deelnemers tijdens de cursus Werken met de STB in 2009. Foto: Ineke Oostveen

31


rubriek

Nieuwe oogst Chris van den Berk (32, TU Delft 2004) werkt sinds 2007 als zelfstandig architect bij Mulders vandenBerk Architecten in Amsterdam.

Marianne van Lochem (30, TU Delft 2005) werkt sinds 2005 als architect in dienstverband bij ARCADIS Nederland B.V. in Amersfoort.

Sander Blommestein (31, TU Delft 2005) is sinds 2009 werkzaam bij BĂźgelHajema adviseurs in Amersfoort.

Bjarne Mastenbroek (46, TU Delft 1989) is sinds 2002 zelfstandig architect bij SeARCH bv in Amsterdam.

Mark de Bokx (41, TU Delft 1994) is sinds 2009 directeur bij De Nijl Architecten in Rotterdam. Voorheen was hij in dienstverband werkzaam bij De Nijl Architecten.

Hilbert Oosterveen (34, ArtEZ AvB 2009) is sinds 2007 in dienst van Palazzo Oost Architectuur en Stedenbouw in Holten.

Neelu Boparai (38, TU Delft 2008) werkt sinds 1997 als zelfstandig architect bij Boparai Associates BV - Architecten BNA in Oostzaan. Roel Bosch (43, TU Delft 1992) is sinds 2009 werkzaam als zelfstandig architect bij Bosch B.V. in Rotterdam. Daarvoor werkte hij bij DKV Architecten in Rotterdam.

COLOFON

Suzanne Ellis (32, BA Architecture, Oxford, UK 1998) is sinds 2009 zelfstandig architect bij KONING ELLIS architecten in Amsterdam. Daarnaast werkt ze sinds 2004 bij Dok architecten in Amsterdam.

BNA Blad #01, vierde jaargang, januari 2010 Uitgever Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, Postbus 19606, 1000 GP Amsterdam, T 020 555 36 66, E redactie@bna.nl, I www.bna.nl. BNA Blad verschijnt zes keer per jaar (oplage 5.000) Advertenties Architectenweb B.V., Postbus 394, 1400 AJ Bussum, T 035 69 20 874, E gm@architectenweb.nl. Adreswijzigingen administratie@bna.nl Druk Drukkerij Tesink Redactie Inge Pit (hoofdredactie), Carla Roos, (bladcoĂśrdinatie), Natascha Beets (beeldredactie), Femke Rasenberg, Wilma Jansen Redactiecommissie Michiel Cohen, Maarten Engelman, Sander Mirck Basisontwerp Thonik, Amsterdam Vormgeving Architectenweb, Bussum Beeld omslag Trinity new residential district, Shenyang (China). Ontwerp en beeld: KCAP Architects&Planners Tekst Uitvergroot Willemijn de Jonge Foto column Ineke Oostveen ISSN 1874-2696

Geert Gerritsen (37, SBA 2009) werkt sinds 2007 bij Bouwkunsten.nl Architecten & Adviseurs BNA als zelfstandig architect.

Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de BNA geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onjuist of onvolledig is opgenomen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.

Hanneke Kortland (29, TU/e 2006) werkt sinds 2008 bij Aartsen & Partners architecten in Eindhoven. Daarvoor werkte ze bij KOW Architectuur in Den Bosch.

Pim Gerritsen (26, TU Delft 2009) werkt sinds 2009 bij Architectenbureau DBL Lunteren in Lunteren. Friso ten Holt (62, TU Delft 1979) is sinds 1985 werkzaam als zelfstandig architect bij Architectenbureau Friso ten Holt in Callantsoog.

Marieke Smelt (34, TU Delft 2003) werkt sinds 2006 bij Greiner van Goor Huijten Architecten in Amsterdam als architect in dienstverband. Arnold Venema (34, AvB Groningen 2007) is per 2010 zelfstandig architect bij VDP Architecten in Groningen. Daarvoor werkte hij bij Van Dam & Partners Architecten in Groningen. Endry van Velzen (48, TU Delft 1988) werkt sinds 1993 als zelfstandig architect bij De Nijl Architecten in Rotterdam. Xander Vermeulen Windsant (30, TU Delft 2004) werkt sinds 2005 bij Claus en Kaan Architecten in Amsterdam. Wies Verspui-Nordmann (32, TU Delft 2009) werkt sinds 2004 bij Alphaplan adviseurs in bouwen in Alpen aan den Rijn. Marlies Zuidam (35, TU/e) is sinds 2004 zelfstandig architect bij van Helmond | Zuidam architecten in Eindhoven.

Maria Hoogland (33, TU Delft 2003) werkt sinds 2005 als zelfstandig architect bij AMH Architect Maria Hoogland in Haarlem. Gert Jan Knevel (53, TU Delft 1988) is sinds 1988 werkzaam als zelfstandig architect bij Knevel Architecten in Amsterdam.

Geert-Jan Kwaspen (29, TU Delft 2007) is sinds 2009 werkzaam als zelfstandig architect bij Qarchitecture in Stramproy. Voorheen werkte hij bij DHV Architects in Eindhoven.

32

BNABLAD #01/10


rubriek

■Het Bureau

Architectenbureaus die zijn gevestigd op een bijzondere locatie.

Tekst Carla Roos Beeld René de Wit

architectuurcentrale Thijs Asselbergs Locatie Voormalige autoshowroom (1964), Haarlem Zit daar sinds 2001 Projecten o.m. Smart Material Houses – IBA Hamburg, Muziekpaleis Utrecht en Marias­ tichting Haarlem

Net in de periode dat zijn bureau flink aan het groeien was, liep Thijs Asselbergs langs een leegstaande autoshowroom in Haarlem. ‘Door onze groei hadden we behoefte aan een grote, mooie ruimte. Ik ben op de ­eigenaar van het pand afgestapt en kon het voor twee jaar huren.’ Twee jaar later kostte het Asselbergs een half jaar onderhandelen om de autogarage over te kopen. De eenvoudige, low profile inrichting maakte plaats voor goede meubelen, een strakke vloer en een degelijke installatie. Verder werden er nieuwe sanitaire voorzieningen en een ­keuken toegevoegd. ‘De grote, open ruimte van 3,5 meter hoog past bij de manier waarop we werken,’ vertelt Asselbergs. ‘We hebben lange rijen met aanschuifwerkplekken gecreëerd. Iedereen zit bij elkaar en heeft overzicht over het ­totale bureau. Zo raken we betrokken bij wat we doen.’ Voorheen was het bureau gevestigd in een 19-eeuwse villa, waar de medewerkers verspreid waren over verschillende ruimtes. De huidige huisvesting is veel meer geschikt voor de architectuurcentrale, die naar zeggen van Asselbergs werkt volgens

BNABLAD #01/10

de ‘Wet van Benthem Crouwel’. ‘Daarmee bedoel ik een bureauorganisatie van één architect per zeven medewerkers. Door onze open ruimte zijn de lijnen kort en kunnen we direct één op één ingrijpen. We kunnen snel overleggen en zien wat er gebeurt.’ Inspirerend vindt Asselbergs de omgeving waarin de voormalige showroom staat: een woonbuurt aan de rand van het Haarlemse centrum, met woningbouw van begin ­twintigste eeuw. ‘Als we bezig zijn met een ontwerp, kunnen we altijd even kijken hoe ze dat in die tijd deden. Verder vind je hier een mooie combinatie van wonen en ­werken in de stad, waardoor de levendigheid behouden blijft.’ Binnen in het pand is het voormalige kantoor van de auto­ verkopers voor Asselbergs favoriet. ‘Ik heb daar een geweldig overzicht over de werkplekken richting de straat. Het is er heel ­rustig en daarom heel geschikt om te ­mijmeren en te ijsberen – wat je als architect veel moet doen.’ Een bijzondere bureaulocatie? E-mail naar redactie@bna.nl

33


Vlakke gevels de specialiteit van Pflaum

an op Meld u a m.nl u a fl www.p g een n a tv n en o prachtig ek urbo architectuau! cade

Pflaum Module4 sandwichpaneel Het Pflaum Module4 sandwichpaneel is een wereldwijde innovatie! De 2-zijdige kantomzetting van het paneel (brandwerend of PU) geeft architectonisch een zeer exclusieve uitstraling.

Pflaum FOM sandwichpaneel met optische voeg De speciaal voor de architectuur ontwikkelde brandwerende Pflaum Moduline panelen hebben door de uitgesproken voeg een unieke en extravagante uitstraling.

Pflaum Lineair Façade Systeem Het Pflaum Lineair Façade Systeem is een niet geïsoleerde, zeer complete en unieke voorzetgevel, welke kan worden uitgevoerd in staal of aluminium. De façaden worden in de bijbehorende moduullijsten gehangen, waardoor het systeem geheel spanningsvrij en ventilerend is.

Pflaum FI sandwichpanelen met blinde bevestiging Het Pflaum brandwerend paneel wordt blind bevestigd door middel van klemmen. Hierdoor ontstaat een mooie esthetische gevel zonder montageonderbrekingen.

Pas Pflaum toe in uw ontwerp en ontvang een prachtig architectuurboek cadeau! Kies uit meer dan 1500 titels uit de Architectenweb/Pflaum bookstore.

DAK- EN GEVELSYSTEMEN

Postbus 210 7600 AE Almelo

T: 0546-486400 F: 0546-486406

E: info@pflaum.nl I: www.pflaum.nl


BUILDING INSPIRATIONS ramen, deuren, vliesgevels en zonwering

Reynaers ontwikkelt aluminium raam-, deur- en vliesgevelsystemen in nauwe samenwerking met architecten, projectontwikkelaars en gevelbouwers. Een mooi voorbeeld hiervan is De Hangar in Eindhoven van architect: diederendirrix. Met de aluminium systemen van Reynaers is invulling gegeven aan de herbestemming van dit industriĂŤle erfgoed en zijn de karakteristieke eigenschappen van de voormalige vliegtuighangar behouden. Interesse voor een proďŹ lering op maat? Neem contact op met de architectenadviseurs van Reynaers. Kijk op www.reynaers.nl of bel 0492 - 56 10 20


F]ÔZ`Xc D\cYflie\ :fem\ek`fe :\ek\i D:: Zi\[`kj D\cYflie\ :fem\ek`fe <o_`Y`k`fe :\eki\# 8ljkiXc`X% 8 Gc\eXip >iflg GlYc`Z Gi`mXk\ GXike\ij_`g 8iZ_`k\Zkj1 Nff[j 9X^fk Xe[ E? 8iZ_`k\Zkli\% G_fkf^iXg_j G\k\i 9\ee\kkj

advertentie

N`\ ^f\[ b`abk# b`\jk mffi 8iZ_`:8; 8iZ_`:8; `j \\e Zfdgc\k\ 9@D fgcfjj`e^ mffi [\ XiZ_`k\Zk# mXe fekn\ig kfk [\kX`c% L`kn`jj\c`e^ \e jXd\en\ib`e^ fg kfge`m\Xl% ;\ 9@D J\im\i d\k i\mfclk`feX`i\ ;\ckX K\Z_efcf^`\ dXXbk k\XdjXd\ejk\cc`e^ Õ\o`Y\c# ffb m`X _\k `ek\ie\k% 8iZ_`:8; jZffik m\il`k _\k Y\jk\ fg gif[lZk`m`k\`k% C\\j nXk feq\ ^\Yil`b\ij m`e[\e fg feq\ n\Yj`k\%

>\c[ifgj\n\^ +.# ,-(( J: <`e[_fm\e# K "*( ' +' )(* (0 ,'# nnn%blYlj`e]f%ec


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.