2 minute read
6.4 Dynamiek van de samenwerkingsverbanden
maatschappelijke ongenoegens hen ontvankelijk hebben gemaakt voor stimuli vanuit de jihadistische beweging. Verontwaardiging over politieke, economische en culturele onrechtvaardigheid in de wereld heeft hun actiebereidheid aangewakkerd. Degenen die we in dit rapport karakteriseren als ‘zoekers’, zijn vermoedelijk vooral ontvankelijk voor salafistischjihadistische denkbeelden vanuit behoeften aan existentiële zekerheid, zingeving en structuur.
Concrete behoeften
Advertisement
Naast het gebrek aan bindingen dat actoren vermoedelijk ontvankelijk maakt voor jihadistische ideologieën en gezelschappen, oefenen de door ons gesignaleerde jihadistische clusters eveneens aantrekkingskracht uit omdat ze kunnen voorzien in uiteenlopende (levens)behoeften. Actoren verblijven dus niet (alleen) in zulke gezelschappen vanwege hun receptiviteit voor de dominante ideeën en activiteiten daarbinnen, maar soms ook vanwege de sociale voordelen die dergelijke groepen hun kunnen bieden. De meeste mensen zoeken in meer of mindere mate naar sociale verbondenheid vanuit een drang naar geborgenheid, veiligheid, structuur (Meertens, Prins, & Doosje, 2006), status, zingeving en identiteit. Militante religieuze groepen kunnen dit soort verlangens effectief bevredigen. Vooral voor jongvolwassen en illegale actoren lijken dit soort voordelen zwaar te wegen.
Voor de grote groepen illegalen en asielzoekers die actief zijn in de geanalyseerde jihadistische clusters lijken ook specifieke materiële behoeften een rol te spelen in het proces dat hen betrekt bij deze groepen. Binnen dergelijke relatiestelsels opereren namelijk regelmatig (spil)figuren die in werk, onderdak, (criminele) contacten, papieren en andere voor hen bruikbare levensbehoeften kunnen voorzien. Soms kunnen deze figuren ook geheel andersoortige voordelen en beloningen bieden, zoals privileges of statusverhogende posities.
Voor (ex-)verslaafde en criminele actoren hebben jihadistische relatiestelsels vermoedelijk aantrekkingskracht vanwege andere voordelen. Door zich binnen een dergelijk collectief in te spannen voor hun geloof kunnen zij na een zondig leven weer op ‘het rechte pad’ proberen te komen. Jihadistische clusters bieden hiertoe vele mogelijkheden. Bovendien suggereren richtinggevende actoren vaak dat zij een plekje in het paradijs kunnen bemiddelen, mits de uitverkorenen zich conformeren aan de door hen voorgeschreven normen voor goed jihadisme.
De groep ontvankelijken is dus uiterst gevarieerd. Maar hoe zit het met de richtinggevende actoren? En hoe evolueren en functioneren de door hen aangedreven samenwerkingsverbanden in de praktijk? In elk van de bestudeerde relatiestelsels blijkt de aanwezigheid van richtinggevende actoren die een ideologisch of militant referentiekader vanuit de islamitische wereld met zich meedragen cruciaal te zijn voor jihadistische clustervorming en voor de bestendiging van samenwerkingsverbanden. Deze actoren blijken opvallend goed in staat te zijn om mensen aan te trekken en te mobiliseren. In de westerse context bezitten deze heartlandoriented namelijk een relatief groot vermogen om een coherent jihadistisch verhaal aan de man te brengen. Zij worden door ontvankelijke actoren gezien als gezaghebbende afgevaardigden van een beweging die in de islamitische wereld is opgebloeid en beschikken over eigenschappen die hun geloofwaardigheid en status geven, zoals kennis van de Koran en van het klassiek Arabisch, ervaringen in de strijd, contacten met andere charismatische spilfiguren, en/of (verbale) overtuigingskracht. Vanwege deze eigenschappen fungeren zij betrekkelijk vaak als rolmodellen. Niettemin zijn relaties tussen richtinggevende personen en ontvankelijken in de door ons gesignaleerde en onderzochte clusters meestal relatief van karakter. Personen die richting kunnen geven aan bepaalde groepen actoren blijken vaak ontvankelijk te zijn voor de sturing van andere actoren in binnen- en buitenland die weer van hun inzet profiteren. En mensen die betrokken raken bij jihadistische clusters kunnen doorgroeien en op een bepaald moment zelf richting gaan geven; bijvoorbeeld aan nieuwe volgelingen of rekruten.