2 minute read
Vervangingsbeleid
by unframed
Vervanging bij ziekte of verlof wordt in principe geregeld door ADAM Onderwijs. Deze voorziening van de federatie voor openbaar onderwijs in Amsterdam verzorgt de pool van invallers. Alle directieleden zijn hiervan op de hoogte, maar het blijkt dat niet elke school hiervan gebruik maakt. Dat komt voornamelijk door het feit dat ADAM onvoldoende kan leveren. Wanneer scholen regelmatig bot vangen vragen ze A'DAM Onderwijs niet meer. We hebben directeuren gevraagd om wel de vervangingsvraag te blijven stellen.
Slechts 25% van de vraag van de scholen (die hebben aangevraagd) werd gehonoreerd. Hiermee is het doel van 70% in ons jaarplan wederom niet gehaald. Ook voor deze partij is het lastig om bevoegde leraren te vinden. Dit alles met inachtneming van het maximale uurtarief wat we willen betalen.
Het ERD-budget (eigen risicodrager) van de scholen was voldoende om de vervanging te kunnen betalen (mede gezien het feit dat vervanging te weinig voor handen was). Vanwege het gebrek aan vervangers wordt veel gebruik gemaakt van de inzet van een onderwijsassistent voor invulling van de vacatureruimte.
7.7 Formatiebeleid
7.7.1 Toelage onderwijsassistenten
Door het lerarentekort krijgen onderwijsassistenten regelmatig, onder toezicht, de verantwoordelijkheid voor een groep gedurende een of meer dagen van de week. Als dat min of meer structureel gebeurt, is afgesproken dat deze medewerkers achteraf een extra toelage krijgen, gerelateerd aan de omvang en duur van deze inzet. In 2022 is er € 109.751,- aan toelage uitbetaald aan 77 onderwijsassistenten in het kader van deze regeling.
7.7.2 Werkdrukmiddelen
De rijksoverheid heeft via de bekostiging voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (PAMB) voor schooljaar 2022-2023 € 1.312K beschikbaar gesteld om de werkdruk te verlichten op scholen. Per leerling ontving de school €258,67 (21-22) en €268,52 (22-23). Voor het SBO is dat respectievelijk €388,01 en € 402,78. De bedragen varieerden van € 33K (kleinste school) tot € 162K (grote school). De bestedingsdoelen van deze middelen worden in overleg met het team vastgesteld en ter instemming aan de pMR voorgelegd.
Ook in 2022 is het overgrote deel van deze middelen besteed aan extra personeel in diverse functies. Dat varieert van extra uren voor conciërge/administratieve taken tot extra uren voor onderwijsassistenten met ondersteunende taken in de groep/bouw. Incidenteel ging het om extra leerkrachturen, zodat net een betere groepsverdeling gemaakt kon worden. Andere bestedingsdoelen waren extra kantinekosten, ICT-facilitering voor leerkrachten, extra ondersteuning bij de administratieve last van zorgleerlingen, etc. Extra handen geven natuurlijk direct verlichting van de werkdruk. Een nadeel is dat de organisatie daarmee verplichtingen aangaat en dat betekent dat het team het jaar daarna niet zomaar een ander bestedingsdoel kan kiezen. De procedure (besteding in overleg met het team en instemming pMR) is in de regel goed uitgevoerd. Jaarlijks is er in het werkverdelingsplan van de scholen aandacht voor de evaluatie en de nieuwe afspraken.
7.7.3
Onderwijsachterstandsmiddelen
Dit jaar is het eerste jaar van het werken met de nieuwe berekeningssystematiek, voorgaande jaren was er nog sprake van aanvullende bekostiging in een overgangsregeling. De middelen gaan naar de scholenconform de beschikkingen van DUO. De inzet van de onderwijsachterstandsmiddelen vindt veelal in samenhang met de andere subsidies voor achterstanden plaats door het inzetten van extra ondersteuning en het verkleinen van de klassen.
7.7.4 (Eigen) wachtgelders
Op de peildata 1 januari 2022 en 31 december 2022 heeft Zonova geen eigen wachtgelders.