2 minute read
Hoe ik coach werd: Pieter Grimbergen
De weg van concertpianist naar coach
Tijdens zijn conservatoriumopleiding bezocht Pieter Grimbergen aidspatiënten. Pas veel later maakte hij de superbewuste keuzes om coach te worden. Daarbij benut hij de ‘wonden’ die hij in zijn leven heeft opgelopen.
‘Tijdens mijn middelbareschooltijd was ik een einzelgänger’, begint Pieter. ‘Ik speelde bijvoorbeeld klassiek piano. Mijn opleiding tot pianist aan het conservatorium in Amsterdam was een zegen voor mij persoonlijk. Ik wilde pianist en daarnaast pianoleraar worden; een geluksmoment of glimlach bij de mensen brengen. Bovenal wilde ik graag vertellen.’
In zijn conservatoriumtijd, begin jaren tachtig, greep de aidsepidemie om zich heen en als homoseksueel verloor Pieter de ene na de andere bekende aan aids. ‘Ik wilde graag wat doen voor deze vaak jonge mensen die uitgesloten werden door familie, vrienden en de kerk.’ Samen met pater Jan van Kilsdonk bezocht hij aidspatiënten in het AMC. ‘Ik was een luisterend oor en legde een nat washandje op het voorhoofd bij patiënten die bijna overleden.’ Achteraf was Pieter toen al aan het coachen. ‘Van de pater leerde ik veel; aandacht geven, er zijn, niet oordelen, geen raad geven. Iemand zelf met antwoorden laten komen vraagt om heel goede vragen stellen.’
Ondertussen rondde Pieter het conservatorium af en werd hij concertpianist. ‘Ik heb zo’n 3500 concerten gegeven en woonde in Brussel, Parijs en Buenos Aires. In die tijd verloor ik mijn vriend aan leukemie en na zijn overlijden ging ik door op de automatische piloot. Een toestand van mindlessness noem ik dat nu, ik deed totaal niet aan zelfcompassie, nu een van mijn thema’s als coach.’
Toen Pieter een aantal malen flauwviel – ‘De eerste keer tijdens een concert, gillend publiek, heel naar’ – vond een arts bij hem een chronische ziekte. ‘Hierdoor moest ik stoppen als concertpianist. Opgewekt zei even later de bedrijfsarts tegen mij: “Als u deze papieren tekent, bent u van een inkomen verzekerd en kunt u stoppen met lesgeven.” Daar had ik helemaal geen zin in!’ Pieter dacht na over zijn toekomst, en hij ging terug naar de periode waarin hij langsging bij aidspatiënten. ‘Ik ging terug naar mijn roeping: iets betekenen voor mensen met een tegenslag in hun gezondheid.’
Pieter volgde opleidingen bij Parker Palmer en Brené Brown en liet zich inspireren door priester Henri Nouwen. ‘“Niemand ontkomt aan wonden in zijn leven. Wat doe je als coach met die wond?”, vroeg Nouwen. “Stel die wond in dienst van je werk, dat verhoogt je empathisch vermogen.” Deze wounded healing klopt voor mij helemaal; mijn eigen gebrek aan zelfcompassie en de tegenslag in mijn gezondheid gebruik ik nu als coach. Niet om mijn eigen verhaal te kunnen doen, wél om goede en open vragen te kunnen stellen aan mijn cliënten.’
Inmiddels werkt Pieter acht jaar als coach. Hij is zo bevoorrecht om de opleiding tot mentale ondersteuner bij het Rode Kruis te mogen doen. ‘Dit zie ik echt als de vervulling in mijn leven. Zorg voor kwetsbare mensen is een kenmerk van beschaving in de samenleving. Coaching is een echte calling voor mij.’ (NvO)