Klimaatschap Amstelland_Tim Kort

Page 1

KLIMAATSCHAP AMSTELLAND De reginning van het Amstelland door de klimaatbewuste maatschappij Tim Kort 1




COLOFON Klimaatschap Amstelland De reginning van het Amstelland door de klimaatbewuste maatschappij Afstudeerrapportage tentamendatum 28 augustus 2017 Opleiding Academie van Bouwkunst Amsterdam Master Landschapsarchitectuur Contact Tim Kort Sumatrakade 727 1019 PV Amsterdam 06 3074 9059 info@timkort.nl www.timkort.nl Alle rechten zijn voorbehouden, zowel voor het gehele werk als delen hiervan. Niets uit dit document mag in enige vorm of op welke manier worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, fotokopie en digitale vermenigvuldiging in begrepen. Voor iedere vorm van gebruik is schriftelijke toestemming van Tim Kort vereist. Omslag: Tim Kort

Dank aan Marieke Timmermans Dingeman Deijs Jana Crepon

mentor commissielid commissielid

Externen H. Horlings L. Hulst

Staatsbosbeheer Gemeente Ronde Venen

Boeren camping Botsholland Gemaal Ronde Hoep Landschap Noord-Holland F. den Boer Notulist A. Fourrier Toehorder P. Godefroy Presentatietechniek C. Simon Notulist S. Serafino Toehorder L. van der Meijs Tekstcontrole G. Wisse Toehorder Academie van Bouwkunst Bureau B+B Stedebouw en landschapsarchitectuur DELVA Landscape Architects


KLIMAATSCHAP AMSTELLAND De reginning van het Amstelland door de klimaatbewuste maatschappij


SUMMARY CLIMATESCAPE AMSTELLAND TRANSFORMATION OF AMSTELLAND Amstelland is a landscape in transition - risen from the sea at the time of the Ice Age, dried up in warmer times as a forest of trees interspersed with reed lands resulting in a thick peat deposit. The area was swallowed up by water once again with the rise of the sea level after the Ice Age. Vegetation conquered the sea with a peat deposit up to five meters above Amsterdam Ordnance Datum: a natural history climax. Around 1100 AD, humankind moulded this landscape to its will. Under the direction of the Bishop of Utrecht’s reclamation plan, Amstelland was drained on a large scale and meters of peat evaporated as carbon dioxide (CO2). What once was a thick peat deposit, was now taken over by large problems in terms of, among other things, water regime and environment. The peat meadow landscape has been exploited for nine hundred years and is running out of its reserves. The agricultural landscape leads to high social costs and is untenable. It is time for a new transformation, time for a restoration plan. The restoration plan is a response to the reclamation plan of 1100 AD and gives the society guidance on how to transform this landscape. AMSTELLAND AS A USERS LANDSCAPE With the increase in tourism and residents, the demand for recreational options around Amsterdam is greater than ever. The high-quality cultural-historical Amstelland is becoming exhausted by the many hikers, cyclists, motorists and the agricultural traffic that make use of the narrow roads along the river Amstel. The growing demand for recreation is a solution for the problems that are afflicting this landscape and provide opportunities for a transition from agricultural landscape to a climatescape. One look at the soil map shows the natural-historical riches of Amstelland, hidden beneath a carpet of grass. By connecting the landscape of Amstelland to the soil, the natural-historical riches will become habitable in the form of woodland environment, reed environment and food in environment. The Amstelland of the future is a landscape of great cultural-historical and natural-historical value. With this restoration, Amstelland will strengthen its right to exist and the Amstelscheg will be preserved as a green lobe of Amstelland. A RESTRORATION LANDSCAPE Climate change will force us to transform to a CO2 neutral society within twenty years from now. The Amstelland of the future offers the general public the space to compensate its own CO2 emissions by blowing new life into lost nature and storing CO2. The climate-conscious society sets restoration of Amstelland in motion by buying a plot in one of the three environments. A climate-neutral home may be built within the borders of the nature experience. By connecting the plots to each other the Amstelland is also given social significance. In this way, “Climatescape Amstelland” is created; a landscape of great culturalhistorical and natural-historical value. A restoration plan through which soil subsidence becomes a thing in the past. A landscape that contributes to a better climate, made possible by the climate-conscious society.


SAMENVATTING KLIMAATSCHAP AMSTELLAND TRANSFORMATIE VAN HET AMSTELLAND Het Amstelland is altijd een landschap in transitie. Herrezen uit de zee ten tijde van de ijstijd, in warmere tijden opgedroogd tot een woud van bomen, afgewisseld met rietvelden resulterend in een dik veenpakket. Met de stijging van zeespiegel na de ijstijd werd het gebied nogmaals opgeslokt door de zee. Vegetatie overwon de zee met als climax een veenpakket tot vijf meter boven NAP. Rond 1100 n. Chr. heeft de mens dit landschap naar haar hand gezet. Onder leiding van een ontginningsplan van de Bisschop van Utrecht is het Amstelland massaal ontwaterd en is het veen onder invloed komen te staan van de atmosfeer met als gevolg dat meters veen als koolstofdioxide (CO2) de lucht in is gegaan. Het dikke veenpakket is ingeruild voor grote problemen op o.a. het gebied van waterhuishouding en milieu. Het veenweidelandschap is 900 jaar uitgemolken en raakt door haar reserves heen. Het agrarische landschap leidt tot hoge maatschappelijke kosten en is op termijn onhoudbaar. Tijd voor een nieuwe transformatie, tijd voor een ‘reginningsplan’. Dit reginningsplan is een tegenreactie op het ontginningsplan van 1100 n. Chr. en geeft de maatschappij een handleiding hoe dit landschap te transformeren. HET AMSTELLAND ALS GEBRUIKSLANDSCHAP Met de toename van het toerisme en de inwoners is de vraag naar recreatiemogelijkheden rondom Amsterdam groter dan ooit. Het rijke cultuurhistorische Amstelland raakt overbelast door de vele wandelaars, fietsers, automobilisten en het agrarisch verkeer dat gebruik maakt van de smalle wegen langs de Amstel. De groeiende vraag naar recreatie is een uitkomst voor de problemen die dit landschap teisteren en biedt kansen voor een transitie van agrarisch landschap naar een gebruikslandschap. Een blik op de bodemkaart toont de natuurhistorische rijkdom van het Amstelland, verscholen onder een tapijt van gras. Door de inrichting van het Amstelland te hechten aan de bodem wordt de natuurhistorische rijkdom beleefbaar in de vorm van een bosmilieu, rietmilieu en voedselmilieu. Het Amstelland van de toekomst is een landschap van hoge cultuurhistorische én natuurhistorische waarde. Met deze reginning versterkt het Amstelland haar bestaansrecht en kan de Amstelscheg worden behouden als groene lob van Amsterdam. EEN KLIMAATPOSITIEVE REGINNINGSMAATSCHAPPIJ De klimaatverandering dwingt ons binnen twintig jaar te transformeren naar een CO2neutrale maatschappij. Het Amstelland van de toekomst biedt de burger ruimte haar eigen CO2-uitstoot te compenseren door verdwenen natuur nieuw leven in te blazen en daarmee CO2 op te slaan. De klimaatbewuste maatschappij zet de reginning van het Amstelland in gang door een klimaatkavel te kopen in een van de drie milieus. Binnen de grenzen van de natuurbeleving mag een klimaatneutrale woning worden gebouwd. De kavels worden met elkaar verbonden zodat het Amstelland een maatschappelijke betekenis krijgt. Zo ontstaat “Klimaatschap Amstelland”; een landschap van hoge cultuurhistorischeén natuurhistorische waarde. Een reginningsplan waarmee de bodemdaling tot het verleden behoort. Een landschap dat bijdraagt aan een beter klimaat, mogelijk gemaakt door de klimaatbewuste maatschappij. De term Klimaatschap is een verbastering van de termen Klimaat, Landschap en Maatschap.



INHOUD

INTRODUCTIE Een fotoverslag van het Amstelland 12 De klimaatverandering in Nederland 18 Het veenweidegebied als bevuiler 20 Het veenweidegebied als slachtoffer 22 Het veenweidegebied zoals niemand het graag ziet 26 DE UITGANGSPUNTEN Wat als... 35 Uitgangspunt 1 De historie als basis 36 Uitgangspunt 2 Een klimaatpositief landschap 38 Uitgangspunt 3 Versterken recreatielandschap 40 Uitgangspunt 4 De maatschappij als reginner 42 HET MASTERPLAN Het ruimtelijke concept 50 Basisregels voor de reginner 56 Het klimaatpad als ontwikkelaarsroute 62 Drie verschillende milieus 68 Ruimtelijke inpassing bosmilieu 70 UITWERKING Huidige situatie 76 De nieuwe situatie na de reginning 80 Van een zelfvervuilend systeem 82 Naar een zelfreinigend systeem 84 Rietmilieu 86 Voedselmilieu 94 Bosmilieu 102 Fasering klimaatpad 114 HET DEBAT Heel Holland zakt 120 NA,- & DANKWOORD 125 BRONVERMELDING 127 BIJLAGEN


10


INTRODUCTIE

11


EEN WAARDEVOL OPEN LANDSCHAP GEDOMINEERD DOOR WATER, GRAS, KOEIEN, SCHAPEN, BOEREN EN LANDMARKS 12


INTRODUCTIE EEN FOTOVERSLAG VAN HET AMSTELLAND

foto’s: Tim Kort 13


14


EEN LAND WAAR KLEINE HOOGTEVERSCHILLEN GROTE GEVOLGEN HEBBEN, ZODAT EEN COMPLEX WATERSYSTEEM IS ONTSTAAN. EEN LAND WAAR -SOMS TEGEN BETER WETEN INTEGEN HET WATER WORDT GESTREDEN.

foto’s: Tim Kort 15


MET HET OPRUKKEN VAN DE STAD NEEMT DE RECREATIEVE DRUK OP HET AMSTELLAND ZICHTBAAR TOE

16


foto’s: Tim Kort 17


graden opwarming als de huidige uitstoot wordt voortgezet 85% regenwoud verdwenen

1.20 - 1.70m zeespiegelstijging PH-waarde oceaan 7.75, de laatste keer dat deze waarde werd bereikt stierf 96% van het zeeleven uit overstromingen treffen 120 miljoen mensen p.j.

meeste kleine zoogdieren sterven uit 5.7 miljoen km2 landbouw onbruikbaar overstromingen treffen 60 miljoen mensen p.j.

2016 - PARIJSAKKOORD 30% planten,- en diersoorten in gevaar, koraal verbleekt 33% minder zoetwater beschikbaar 0.75m zeespiegelstijging

410

overstromingen treffen 30 miljoen mensen p.j.

mens betreedt het veenkussenlandschap 390 greppels introduceren het cultuurlandschap in een tot dan toe door veennatuur gedomineerd landschap 370

350

kaas wordt over de gehele wereld geëxporteerd

4

deeltjes CO2 van de miljoen deeltjes lucht, hoogste niveau sinds 4 miljoen jaar

snelle groei stad en wereldbevolking

0.20m zeespiegelstijging

dijkaanleg

2

PH-waarde oceaan 8.14

bemaling noodzakelijk Nederland internationaal bekend als kaasland

310 1

Rembrandt tekent het Amstelland

290

nulpunt: situatie bij aanvang van de industriële revolutie

0 270

PH-waarde oceaan 8.25

start industriële revolutie

-1

turf wordt opgestookt -2

diepe bemaling

-3

18

n. chr.

2000

1900

1800

1700

1600

1500

1400

1300

1100

-4

2100

bodem veen komt in zicht ? 1200

250 MAAIVELDHOOGTE IN M.

CO2 PER MILJOEN DEELTJES LUCHT

330

3


INTRODUCTIE DE KLIMAATVERANDERING IN NEDERLAND Rond 1100 n. Chr. heeft de mens het Amstelland naar haar hand gezet. Onder leiding van een ontginningsplan van de Bisschop van Utrecht is het Amstelland massaal ontwaterd en zijn meters veen in de vorm van CO2 vervlogen. De daling van de bodem heeft de Hollander innovatief gemaakt. Dijken, molens en zelfs kaas hebben wij te danken aan de uitdagingen van dit landschap. Na duizend jaar komt de bodem van het veen in zicht. De uitdagingen van de toekomst luidt een nieuwe toekomst voor dit landschap in. Het wereldwijde klimaat verandert. Door de toenemende CO2 concentratie in de lucht warmt de aardatmosfeer op met 1.5 tot 4.3 graden tot het jaar 2100. De gevolgen voor de flora en fauna is desastreus. De wereld heeft zich ten doel gesteld de wereld niet verder te laten opwarmen dan 2.0 graden Celsius. Om dat te behalen moet de maatschappij binnen 20-30 jaar zijn getransformeerd naar een CO2 neutrale maatschappij. Elke ton CO2 uitstoot zet de CO2 klok dichter bij de 2ºC.

DE CO2 KLOK MET DE HUIDIGE UITSTOOT BINNEN 20 JAAR OP 2ºC

ruimte uitstoot broeikasgas tot 2°C opwarming

1.0

1.9

triljoen ton CO2

uitstoot broeikasgas 1750 - 2017

DE MAATSCHAPPIJ HEEFT 20 JAAR DE TIJD KLIMAATNEUTRAAL TE WORDEN

Het KNMI heeft vier klimaatscenario’s gepubliceerd voor o.a. 2050 en 2080 (l laag, l hoog, w laag, w hoog). in onderstaande afbeeldingen zijn de twee warmste scenario’s afgebeeld. bron: knmi14 klimaatscenario’s, 2015

NEERSLAG HUIDIG (851MM)

AANTAL ZOMERSE DAGEN HUIDIG (21 DAGEN)

NEERSLAG 2050W L (+2ºC, +5.5%, +47MM)

NEERSLAG 2085W L (+3.3ºC, +5%, +42MM)

AANTAL ZOMERSE DAGEN 2050W L (+2ºC, +40%, +8.4)

AANTAL ZOMERSE DAGEN 2085W L (+3.3ºC, +100%, +21)

NEERSLAG 2050W H (+2.3ºC, +7%, +60MM)

NEERSLAG 2085W H (+3.7ºC, +7%, +60MM)

AANTAL ZOMERSE DAGEN 2050W H (+2.3ºC, +70%, +14,7)

AANTAL ZOMERSE DAGEN 2085W H (+3.7ºC, +130%, +27.3)

19


X1.000

=CO 2 bron uitstoot: Akker, J.J.H. van den, 2005: Maaivelddaling en verdwijnende veengronden. Veenweide 25 x belicht. Een bloemlezing van het onderzoek van Wageningen UR: 11-13. Alterra Speciale Uitgave 2005/11. Wageningen.

UITSTOOT VEEN IN HET AMSTELLAND

312.000 ton CO2

20

104.000 auto’s

1 autokilometer = 2 bomen om de uitstoot te neutraliseren. 1 hectare bos neemt gem. 10 ton CO2 per jaar op, of 27,5 kg/dag. 1 volwassen boom neemt dagelijks gem. 65 gram CO2 op of 24 kg/jaar.

UITSTOOT P.J. VEENGEBIEDEN IN NEDERLAND 2-3% jaarlijkse CO2 emissie van ons land. Gelijk aan 1 kolencentrale of 20% van alle personenauto’s in Nederland 4,2 miljoen ton CO2+ 1000 ton. N20 = 4,7 miljoen ton CO2 (1kg N2O ≠ 296kg CO2 1kg, CH4 ≠ 23kg CO2).


INTRODUCTIE HET VEENWEIDEGEBIED ALS BEVUILER Ongemerkt stoot het veenweidegebieden een enorme hoeveelheid CO2 uit. Bij aanvang van dit project was vrij weinig over bekend over de totale omvang en dus heb ik berekend hoeveel dit is. De uitstoot van alle veengebieden in Nederland blijkt het equivalent te zijn van een moderne kolencentrale of de uitstoot van 20% van alle auto’s in Nederland.

DE BEMALING VOOR DE VEEHOUDERIJ IN HET VEENWEIDEGEBIED VEROORZAAKT BODEMDALING MET CO2 UITSTOOT ALS GEVOLG.

De CO2 uitstoot wordt veroorzaakt door het bemalen van veen ten behoeve van de veehouderij. De waterhoogtes worden aangepast naar gelang de droogtewens van de veehouder. Daardoor komt het veen droog te liggen en wordt opgenomen in de lucht met bodemdaling en de uitstoot van broekasgassen tot gevolg.

KAART BODEMDALING IN ‘HET GROENE HART’ WAAR HET AMSTELLAND ONDERDEEL VAN UITMAAKT. LICHTROOD; 10CM TOT 2050, DONKERROOD >120CM TOT 2050 BRON: PBL, 2016

21


DE LANDBOUWGEBIEDEN MET DE HOOGSTE CO2 UITSTOOT WORDEN IN NEDERLAND HET HARDST GERAAKT DOOR DE KLIMAATVERANDERING.

BODEMDALING De gebieden met de hoogste bodemdaling zijn de veengebieden. De bodemdaling wordt versterkt door de klimaatverandering. De oxidatie van veen voltrekt zich het snelste wanneer de temperatuur boven de 20ยบC uitkomt en de bodem uitgedroogd is. Het aantal zomerse dagen met temperaturen van boven de 25 graden zal in het jaar 2085 tot maximaal 170% zijn toegenomen. Tot het jaar 2050 zal in het Amstelland de bodem gemiddeld 60cm zijn gedaald met uitschieters tot meer dan 120cm. Dit zijn acht(!) extra treden naar de entree van een woning. Doorgaans zijn nieuwe woningen goed gefundeerd maar de fundering van oude woningen zal daarop moeten worden aangepast. Tevens moet de riolering worden vervangen en wegen opnieuw moeten worden aangelegd. De aanpak hiervan kost veel geld, naar schatting 18 tot 22 miljard euro tot 2050 (bron: Berno Strootman CRa, symposium bodemdaling 2017).

KWETSBAAR DOOR BODEMDALING

TOT HET JAAR 2050 ZAL IN HET AMSTELLAND DE BODEM TOT 120CM DALEN, DIT WIL ZEGGEN DAT ACHT EXTRA TREDEN NAAR DE ENTREE VAN WONINGEN TOEGEVOEGD DIENT TE WORDEN. BRON FOTO: VOLKSKRANT

22


INTRODUCTIE HET VEENWEIDEGEBIED ALS SLACHTOFFER VERNATTING EN VERDROGING VAN DE LANDBOUW Het dalen van de veenbodem heeft tot gevolg dat de polders al eeuwen alsmaar intensiever bemalen worden. Rond het jaar 1500 heeft dit ertoe geleid dat de molen de intrede deed in dit landschap, tijdens de industriële revolutie opgevolgd door het stoomgemaal en later het elektrische gemaal. Met de klimaatverandering zal het steeds normaler worden dat zeer zware buien binnen korte tijd enorme hoeveelheden water achterlaten. Dit zal vaker leiden tot uitzonderlijke situaties waarbinnen de dijken en gemalen een cruciale rol spelen. De recente geschiedenis laat zien dat dit ook binnen het huidige klimaat tot grote problemen kan lijden. Op 26 augustus 2013 bezweek een boezemdijk onder de uitzonderlijke hete en droge situatie van een hittegolf en liep een groot deel van Wilnis onder water.

HOOG VERNATTINGSRISICO VOOR LANDBOUW

VERZILTING Het westelijke deel van het Amstelland heeft eeuwen onder invloed gestaan van de zee. Zeeklei heeft zich afgezet en in de ondergrond zijn zoutlagen te herkennen. De bodemdaling en bemaling heeft tot gevolg dat zoutrijke lagen dichter tegen de oppervlakte komen te liggen en grondwater door de zoutlagen naar boven komt. In droge situaties zoals een hittegolf ontstaat regelmatig een bijna dodelijke zoutconcentratie voor het vee en planten in de sloten.

VERZILTING NEEMT TOE

POTENTIE VOOR MOERASONTWIKKELING De klimaatverandering in combinatie met het huidige landgebruik is een dodelijke cocktail voor de veenbodem. Veen groeit in natte omstandigheden en verdwijnt in droge omstandigheden. In een beleidsstudie ‘Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige natuur’ uitgegeven door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Wageningen Universiteit staat geschreven dat de veenweidegebieden binnen de contouren van de klimaatverandering heel goed geschikt zijn als gebieden voor moerasontwikkelingen en CO2 opvang daar kan een nieuwe ontwikkelstrategie voor kan zijn. Moerasontwikkeling stopt de daling van de veengronden.

HOGE POTENTIE VOOR MOERASONTWIKKELING

23


DOOR DE EUROPESE REGELVOERING WORDT DE DRUK OP BOEREN OM TE INNOVEREN OF TE STOPPEN WAARDOOR VEEL VEEHOUDERS IN O.A. HET AMSTELLAND IN TOENEMENDE MATE OPZOEK ZIJN NAAR ANDERE INKOMSTENBRONNEN ALS ALTERNATIEF VOOR DE VEEHOUDERIJ.

BRON: NOS

NOS

24


DE TOEKOMST VAN DE VEEHOUDERIJ IN HET VEENWEIDEGEBIED De boeren in het Amstelland zijn steeds vaker toegewezen op de verstedelijking. Een bezoek aan het Amstelland leert dat bijna elke boer wel iets doet om een bepaalde vorm van recreatie toe te laten op zijn erf en daar de bedrijfsvoering op af te stemmen. Dit is nodig; met het afschaffen van de melkquotum heeft de prijs van melk een duik omlaag genomen. Nu al is het voor een aantal veehouders niet meer mogelijk om het bedrijf draaiende te houden zonder verregaande automatisering. De Nederlandse overheid is genoodzaakt tot een strikte naleving van de Europese regels voor fosfaatproductie. De toekomstige klimatologische uitdagingen, gecombineerd met strenge wetgeving en een mogelijke prijs op elke ton CO2 die wordt uitgestoten maakt dat de veehouderij zoals wij die nu kennen op de middellange termijn in veenweidegebieden niet meer mogelijk is. DE BEDRIJFSVOERING IN DIT GEBIED WORDT DOOR HET PBL GETYPEERD ALS MULTIFUNCTIONELE URBANE LANDBOUW.

BRON: NOS

BRON: NOS

25


"WE ARE THE FIRST GENERATION TO FEEL THE EFFECT OF CLIMATE CHANGE AND THE LAST GENERATION WHO CAN DO SOMETHING ABOUT IT." — VOORMALIG PRESIDENT BARACK OBAMA

WAKE-UP CALL

26


INTRODUCTIE HET VEENWEIDEGEBIED ZOALS NIEMAND GRAAG ZIET

CO2

CO CO CO CO CO2

CO2 COCO CO CO 2CO2 2 2 2

CO2 CO2

2

2

2

2

CO2

CO2

CO2 CO 2 COCO 2 2 CO2

CO2

CO2

CO2 CO 2

CO2

CO2

CO2

CO COCO 2 2CO 2 CO2

CO CO22

2

CO2

AGRARISCH LANDSCHAP MELK WORDT VERVOERD OVER DE HELE WERELD HOGE FOSFAATUITSTOOT VERSCHRALING VAN VOORZIENINGEN LEEGLOOP ALS GEVOLG VAN STOPPENDE BOEREN WEINIG RUIMTE VOOR RECREATIE

CO2 UITSTOOT BODEMDALING

VERNATTINGSRISICO VERZILTING

27


HET IS EEN KWESTIE VAN TIJD VOORDAT DE WEERSTAND IN DE GEMEENSCHAP ZWICHT VOOR DE LANDSCHAPPELIJKE PROBLEMEN. DIT PLAN TOONT EEN NIEUWE TOEKOMST VOOR HET AMSTELLAND EN DE GEMEENSCHAP.

28


foto’s: Tim Kort 29


30


31



UITGANGSPUNTEN


34


UITGANGPUNTEN WAT ALS... De agrarische veengebieden krijgen in de toekomst te maken met grote landschappelijke problemen waardoor het huidige agrarische gebruik niet meer mogelijk is. Er dient gezocht te worden naar een nieuwe toekomst. Elke transitie dat dit veenlandschap in het verleden heeft doorgemaakt identificeert de Hollander. De molens, de dijken en zelfs het de kazen waren er niet geweest als dit landschap geen transities door zou hebben gemaakt. De toekomst van het veenweidelandschap zal de Hollanders een nieuwe identiteit geven. Daarom ligt er een grote de uitdaging voor de landschapsarchitect om voor de komende jaren zoveel mogelijk ‘wat als’ scenario’s te ontwikkelen en te komen tot vernieuwende ideeën.

Dit plan -het Klimaatschap Amstelland- moet worden gezien als een ‘wat als’ scenario en is het resultaat van anderhalf jaar filosoferen, zoeken, schetsen en tekenen. Het geeft de boer een eerlijke prijs voor zijn land en de burger, flora en fauna de kans zich te ontwikkelen en zo CO2 op te slaan. Het heeft ruimtelijke gevolgen en zal veranderen hoe het landschap wordt ervaren. Over de scenario’s moet een debat worden gevoerd. Pas dan komen we er als maatschappij te weten wat een reële toekomst is voor dit veenwiedelandschap en waar wij Hollanders zich in de toekomst mee willen identificeren. Want er zijn maar weinig landschappen die de maatschappij zo heeft gevormd en zal gaan vormen als het veenweidelandschap.

ENKELE ONDERZOCHTE TOEKOMSTSCENARIO’S RECREATIENATUUR bos, moeras, her en der multifunctioneel landbouw CO2,- en waterberging

(REDELIJK) GESLOTEN LANDSCHAP

bos moeras veenweide multifunctioneel landbouw intensieve landbouw doorkruisbaar land CO2 opslag waterberging

bos moeras veenweide multifunctioneel landbouw intensieve landbouw doorkruisbaar land CO2 opslag waterberging

unieke groene scheg dichtheid paden in landschap toekomstbestendig landschap

unieke groene scheg dichtheid paden in landschap toekomstbestendig landschap

NATUURZOEKER

STILTENATUUR Semi open rietveenweide gebied met her en der multifunctionele landbouw

NATTE LANDBOUW Veengebied met veel vogels (in conflict met de mens), (experimentele) teelt veenmos, cranberries, rijst en waterbuffels

BOER

bos moeras veenweide multifunctioneel landbouw intensieve landbouw doorkruisbaar land CO2 opslag waterberging

bos moeras veenweide multifunctioneel landbouw intensieve landbouw doorkruisbaar land CO2 opslag waterberging

unieke groene scheg dichtheid paden in landschap toekomstbestendig landschap

unieke groene scheg dichtheid paden in landschap toekomstbestendig landschap (SEMI) OPEN LANDSCHAP

INTENSIEVE VEEHOUDERIJ huidige veeteelt continueren met alle gevolgen van dien

zeer veel potentie veel potentie potentie weinig potentie zeer weinig potentie

35


IN DIT AMSTELLAND WORDT CULTUURHISTORIE EN NATUURHISTORIE VERENIGD OM HET VERHAAL TE KUNNEN VERTELLEN VAN HET 12.000 JAAR OUDE VEENGEBIED

10000 V. CHR.

8500 V. CHR.

6500 V. CHR.

4500 V. CHR.

3850 V. CHR.

> OPBOUW NATUURHISTORIE

500 V. CHR.

36

100 V. CHR.

800 N. CHR.


UITGANGSPUNT 1 DE HISTORIE ALS BASIS Het Amstelland is altijd een landschap in transitie geweest. Herrezen uit de zee ten tijde van de ijstijd, in warmere tijden opgedroogd tot een woud van bomen afgewisseld met rietvelden resulterend in een dik veenpakket. Met de stijging van zeespiegel na de ijstijd werd het gebied nogmaals opgeslokt door de zee. Vegetatie overwon vervolgens de zee met als climax een veenpakket tot vijf meter boven NAP. De opbouw van de natuurhistorie is daarmee tot een hoogtepunt gekomen.

ontgonnen land te behouden. De kroniek van de opbouw van de cultuurhistorie kent geen gelijkenis elders op aarde en is van onschatbare waarde voor de definiëring van de Nederlandse cultuur.

Het huidige cultuurlandschap kon niet ontstaan zonder het natuurlandschap dat daar aan vooraf is gegaan. In Klimaatschap Amstelland is de historie de basis voor de toekomst. Natuurhistorie wordt in het huidige veenweidelandschap te weinig op waarde Rond 1100 n. Chr. heeft de mens dit landschap naar haar hand geschat. Uitgangspunt voor het plan is de vereniging van gezet. Onder leiding van een ontginningsplan van de Bisschop natuurhistorie en cultuurhistorie zodat een nieuwe betekenisvolle van Utrecht is het woeste land massaal ontwaterd met behulp ruimtelijke indeling ontstaat dat het verhaal verteld van 12.000 van slootjes, weteringen en boezems. jaar veengebied. Het land zonk en daalde tot onder zeeniveau. Molens werden geïntroduceerd om het land droog te houden. In de eeuwen die volgende waren nieuwe technologieën noodzakelijk om het

OPBOUW CULTUURHISTORIE

> 1100 N. CHR.

1600 N. CHR.

1700 N. CHR.

1850 N. CHR.

2017 N. CHR.

37


AGRARISCH LANDSCHAP

Gering <5 ton CO2 per ha per jaar incl. koe: 14 ton

KLIMAATSCHAP

>

7 ton CO2 per ha per jaar

30 ton CO2 per ha per jaar

Veel >25 ton CO2 per ha per jaar incl. koe: 39,2 ton

LANDSCHAPSINRICHTING MET CO2 UITSTOOT TOT GEVOLG

> VOOR VEETEELT MOET HET WATERPEIL LAAG WORDEN GEHOUDEN

38

LANDSCHAPSINRICHTING MET CO2 OPNAME TOT GEVOLG

> NATUUR FLOREERT IN NATTE CONDITIES


UITGANGSPUNT 2 EEN KLIMAATPOSITIEF LANDSCHAP Het huidige landschap stoot een enorme hoeveelheid CO2 uit. Dit wordt veroorzaakt door het bemalen van veen ten behoeve van de veehouderij. De waterhoogtes worden aangepast naar gelang de wens van de veehouder maar het veen bloed met bodemdaling tot gevolg. In een tijd waarin de maatschappij alle zeilen bij moet zetten om de klimaatdoelstellingen te halen is dit een kostbaar beleid. Om te illustreren dat wij als mensheid een effect hebben op het klimaat van onze aarde heb ik de CO2 klok bedacht. Het toont de opwarming van de aarde in relatie tot de hoeveelheid CO2 door de mensheid uitgestoten. Zolang wij niet in staat zijn op industriële schaal CO2 uit de atmosfeer te halen zal het pompbeleid in het veenweidegebied radicaal moeten worden gewijzigd om een CO2 neutrale maatschappij mogelijk te kunnen maken.

DE CO2 KLOK DE UITDAGING VAN DEZE EEUW; DE KLOK TE LATEN TERUGTIKKEN ruimte uitstoot broeikasgas tot 2°C opwarming

1.0

1.9

triljoen ton CO2

uitstoot broeikasgas 1750 - 2017

Veen is te beschouwen als een CO2 batterij. Zolang het groeit slaat het CO2 op, zodra er water uit wordt onttrokken komt de CO2 weer vrij in de lucht. Met het bevorderen van veenvorming wordt CO2 opgenomen uit de atmosfeer en vormt zich een klimaatpositief landschap. Zo kan de CO2 klok weer terug tikken in plaats van vooruit.

1 ha veenweidegebied

39,2 ton CO

1 ha veennatuurgebied

7-30 ton CO

1 huishouden

22 ton CO

2

2

2

uitstoot per jaar opname per jaar

uitstoot per jaar

HET VEENWEIDELANDSCHAP VERDRINKT DOOR HET HUIDIGE LANDGEBRUIK, ENKEL EEN RADICALE OMSLAG KAN HET CULTUURHISTORISCHE ERFGOED BEHOUDEN VOOR DE VOLGENDE GENERATIES.

39


DRUKTE IN DE STAD ALS KANS VOOR HET AMSTELLAND Het toerisme in Amsterdam groeit elk jaar met minimaal 4%. De binnenstad van Amsterdam is een ware toeristische trekpleister. De Gemeente Amsterdam heeft de ambitie uitgesproken de drukte te spreiden naar omliggende stadsdelen. Tevens probeert men potentiële trekpleisters in de metropoolregio te ‘branden’ zodat de toerist er sneller een bezoek aan brengt. Voorbeelden hiervan zijn slot Muiderslot waarvan de naam is gewijzigd naar Amsterdam Castle en Zandvoort dat is gewijzigd naar Amsterdam Beach. Het Klimaatschap Amstelland is een cultuur,- natuurhistorisch waardevol landschap en vertelt het verhaal van 12.000 jaar veengebied, van Rembrandt van Rijn die hier rond heeft gelopen, van de dijken, de kazen, de molens en de ontginning. Een bezoek aan het Klimaatschap Amstelland is een ware ontdekkingsreis voor de (internationale) recreant. ER HEERST EEN HOGE POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJK DRUK OM RECREATIE TE VERSPREIDEN NAAR BUITEN DE STAD

DE RECREATIEVE VRAAG AANGRIJPEN VOOR EEN TRANSFORMATIE In het kaartje naast deze tekst is zichtbaar waar de hoogste vraag is naar recreatiemogelijkheden in het landschap. Dit is met name het geval in de veenweidegebieden. Oorzaak hiervan is de openheid van het landschap en de mate waarin het landschap als ‘verzadigd’ wordt ervaren door recreanten. Het open landschap is een aantrekker van recreatie maar is daarmee ook de doodsteek voor de recreatie. Klimaatschap Amstelland moet een landschap worden waar de recreatieve vraag niet een probleem maar een kans vormt.

IN HET VEENWEIDELANDSCHAP IS EEN HOGE VRAAG NAAR RECREATIEMOGELIJKHEDEN

DE GROTE WANDELROUTE DIE HET LAND VERBINDT MET DE STAD Tweehonderd jaar geleden trokken Amsterdammers in het weekend de stad uit vanwege de stank en stichtte ‘buitens’ langs de Amstel. Klimaatschap Amstelland moet het voor de Amsterdammer mogelijk maken een weekend in het landschap te verblijven en de drukte van de stad te vergeten. Geïnspireerd op de folies van de Engelse Landschapsparken moet het Amstelland objecten kunnen opnemen waar mensen in kunnen verblijven. De architectuur moet passen bij het karakter van het landschap. In het gebied liggen een aantal kernen waarvan Ouderkerk aan de Amstel het meest in het oog springt, deze dienen opgenomen te worden in het masterplan. De Amstel verbond tweehonderd jaar geleden de Amsterdammer met het landschap, in de toekomst moet het Amstelland de wereld van dichtbij kennis laten maken met de rijkdom van het veenlandschap.

IN HET AMSTELLAND LIGGEN EEN AANTAL KERNEN DIE WAARDEVOL ZIJN VOOR HET KLIMAATSCHAP

40


UITGANGSPUNT 3 VERSTERKEN RECREATIELANDSCHAP DE BEREIKBAARHEID Het gebied wordt zeer goed ontsloten door het metro,- en treinnetwerk. Aan de oostrand van het gebied ligt de A2. Beide netwerken stoppen daar waar het landschap van het Klimaatschap begint. Deze netwerken maken het Klimaatschap voor een breed (inter) nationaal publiek breed toegankelijk.

HET KLIMAATSCHAP WORDT AANGESLOTEN OP HET VERVOERSNETWERK

WATERRELICTEN EN DE GROENE LOB De groene lob ‘Het Amstelland’ moet van hoge waarde worden voor de Amsterdammer. Om het Amstelland te kunnen reginnen is het noodzakelijk in kleine aantallen woningbouw mogelijk te maken. Daarin moet natuur ten alle tijden dominant zijn ten opzichte van de bouwkundige agglomeratie. De Amstel floreert door haar uitstraling en rijkdom aan functies maar slipt nu al dicht. De overige rivieren missen deze uitstraling. De Vecht is een fascinerende rivier om langs te recreëren, het is een rivier waarvan geleerd kan worden als het gaat om het diversifiëren van het landschap met behoud van landschappelijke waardevolle elementen. Buiten de Amstel om missen de overige rivieren in dit gebied de uitstraling en rijkdom aan functies om grote hoeveelheden recreanten te kunnen trekken. Met dit plan worden voorwaarden geschept om functies te mogen toevoegen. Langs de oevers en dieper in het land mogen ‘nieuwe buitens’ worden gesticht. Dit keer niet om de stank maar de drukte van de grote stad te ontvluchten.

DE AMSTELSCHEG MOET WORDEN BEHOUDEN EN VERSTERKT ALS GROEN LOB VAN DE STAD

DE HOGE RECREATIEDRUK OP HET AMSTELLAND VRAAGT OM EEN RECREATIELANDSCHAP

41


> WEINIG INVLOED OP HET LANDSCHAP

DE BURGER

DE BURGER

DE BURGER

DE BURGER

DE BURGER

DE NATUURORGANISATIES

VEEL INVLOED OP HET LANDSCHAP

HET RIJK

H2O O2

DE BOER SUBSIDIES NOODZAKELIJK VOOR VOORTBESTAAN

HET WATERSCHAP

VEEL VERBONDENHEID MET HET LANDSCHAP 42

MACHTSVERHOUDING IN HET VEENWEIDELANDSCHAP ANNO 2017 Het huidige veenweidelandschap ligt in de houdgreep van het vee van de boer. Een boer die draait op subsidies. Mogelijk gemaakt door grote lobby’s tot in Brussel aan toe. Het Waterschap voegt zich tot de grootste landgebruiker met het verlagen van het waterpeil. Natuurorganisaties mogen blij zijn als ze een klein gedeelte van het landschap mogen inrichten. De burger kijkt ernaar en denkt geen invloed te kunnen hebben op de uitstraling van het landschap.

GEEN VERBONDENHEID MET HET LANDSCHAP

>


UITGANGSPUNT 4 DE MAATSCHAPPIJ ALS REGINNER Een groot deel van de maatschappij heeft de behoefte haar eigen toekomst vorm te geven. Dat is te zien aan de groeiende populariteit van volkstuintjes en zelfbouwkavels. Deze vraag is een belangrijk uitgangspunt geweest voor het stedenbouwkundige plan ‘Oosterwolde’ in Flevoland. In dit plan krijgen toekomstige bewoners de mogelijkheid een kavel te kopen en daar op kleine schaal landbouw te bedrijven. Het is een stedenbouwkundige opzet die de stad weer moet verbinden met het platteland. Met Klimaatschap Amstelland moet de stad weer verbonden worden met de natuur en de burger de kans te geven invloed uit te oefenen op hoe dit landschap eruit ziet. De boer heeft het moeilijk, met dit plan staat de burger klaar om het stokje over te nemen.

DE MAATSCHAPPIJ MAAKT DIT PLAN MOGELIJK DOOR HET ONTGONNEN LAND TE REGINNEN; HET TOEVOEGEN VAN HET WOESTE EN LEDIGE DAT VERDWENEN IS MET DE ONTGINNING.

43


> 1100 - 1500 N. CHR. De burgerij

> HEDEN De invloedrijke boer

H2O O2

TOEKOMST De burgerij

1100-1500 ONTGINNING IN CULTUUR BRENGEN VAN WOESTE GROND DOOR DE BURGERIJ

DE BISSCHOP VAN UTRECHT had een plan om het landschap te veranderen en daarmee Amsterdam van voedsel te voorzien

DE BURGERIJ had een gebrek aan voedsel in Amsterdam en neemt de schep in eigen hand

COPE-ONTGINNING ANNO 1100 De regelingen die verbonden waren aan de ‘cope-ontginningen’ hadden grote bestuurlijke- en maatschappelijke gevolgen. Het kenmerk van deze regeling tussen de graaf/leenman en de kolonist was de vrije en volledige beschikking over de grond die men in bezit had. bron: de Sachsenspiegel, een beeldverhaal uit de 13de-eeuw

44


VAN ONTGINNING NAAR REGINNING

Het woeste natuurlandschap dat voor de ontginning van het veengebied aanwezig was is vanaf 1100 n Chr. ontgonnen door noestige burgers die letterlijk hun eigen toekomst vorm gaven. Natuur is verloren gegaan om plaats te maken voor landbouw en veeteelt. Het Amstelland van de toekomst moet de burger de ruimte bieden haar eigen CO2 uitstoot te compenseren door verdwenen natuur nieuw leven in te blazen en daarmee CO2 op te slaan. De klimaatbewuste maatschappij zet de ‘reginning’ van het Amstelland in gang door een kavel te kopen. Binnen de grenzen van de natuurbeleving mag een klimaatneutrale woning worden gebouwd.

2017-2030 REGINNING WOESTE GROND TERUGWINNEN VAN IN CULTUUR GEBRACHTE GROND DOOR DE BURGERIJ

CO H2O O2

DE BOER heeft moeite zijn bedrijf te laten draaien

DE BURGERIJ wordt zich meer en meer bewust van de gevolgen van de klimaatverandering en neemt de schep in eigen hand

CO2

HET PLAN: COPE-ONTGINNING ANNO 2020 De klimaatverandering en drukte in de stad hebben grote bestuurlijke-, maatschappelijke en landschappelijke gevolgen. De burger is welvarend genoeg om het land van de boer over te nemen en de transitie naar een klimaatneutraal buitenleven te realiseren.

45



HET MASTERPLAN


MASTERPLAN Met de komst van het Amsterdamse Uitbreidingsplein van 1934 wordt de nieuwbouw van Amsterdam strategisch gepland zodat nu, na 80 jaar de groene scheggen nog steeds groen zijn. Dit is niet vanzelfsprekend en zal ook in de toekomst niet vanzelfsprekend blijven. De groene scheggen van Amsterdam staan onder druk. De druk op de woningbouw neemt toe.

stad naar het Groene Hart maar is nog te weinig een plek om te verblijven of een route om van Amsterdam Zuid-Oost naar Amstelveen te verplaatsen. De Amstelscheg -onderdeel van het Groene Hart- moet in het kloppend hart van de mensen in en buiten Amsterdam komen. Alleen zo kunnen we dit cultuurhistorische landschap behoeden van de bebouwingsdruk.

Tijdens een meet-up in Pakhuis de Zwijger over de toekomst van de randen van de stad Amsterdam presenteerde het CPB wat het oplevert om de Amstelscheg vol te bouwen. Wanneer dit door de politiek wordt toegestaan zal de grondprijs gigantisch zijn. Bijna net zo hoog als de problemen waar de agrarische sector voor staat. Het veen klinkt in, de verzilting doet zijn intrede en het landschap stoot enorme hoeveelheden CO2 uit. Mensen willen het liefst zo min mogelijk voor melk en kaas betalen. De marges van dit open veenweidelandschap nabij Amsterdam worden alsmaar dunner. De zakenman die voor het snelle geld gaat zegt nu al ‘landbouw in dit gebied is niet meer van deze tijd, tijd voor woningen’. Dat alles met krantenkoppen als ‘Waterland en de Bovendiepsepolder zijn klaar om bebouwd te worden’ tot gevolg.

De Amstel oevers zijn de laatste decennia enorm verdicht. Een duidelijk plan ontbreekt. De randen van de stad Amsterdam wordt te weinig planmatig en teveel projectmatig ontwikkeld door verschillende partijen die niet met elkaar lijken te communiceren. Projectontwikkelaars kopen bijvoorbeeld grote stukken grond op in het Waterland en speculeren op de vraag naar grond in de hoop de gronden ooit te mogen gaan bebouwen. Natuurbeheerders behandelen hun eigendommen in het landschap teveel als hun eigen koninkrijk en lijken te weinig bereid om met andere natuurbeheerders samen te werken. Op deze wijze zijn robuuste groenverbindingen onmogelijk. Buurtgemeentes van Amsterdam kijken met argwaan naar Amsterdam als het gaat om hun grondgebied. Zo heb ik een gesprek gevoerd met een ambtenaar van de Gemeente Ronde Venen die zei; ‘Wanneer hebben wij eens de mogelijkheid bij Amsterdam aan de tafel te komen zitten, zij bepalen voor ons’. Onderzoeken die de gemeente Amsterdam doet naar ecologie, landbouw en bebouwde omgeving gaan niet verder dan de gemeentegrens waardoor de kennis over het Amstelland enorm versnipperd raakt aangezien het Amstelland bestaat uit meerdere gemeentes. Een taak die wellicht beter past bij een provincie, echter ontbreekt het daar op dit moment aan slagkracht. Een consistent beleid ontbreekt. De provincie Utrecht lijkt niet samen te willen werken met Amsterdam en de provincie Noord-Holland als het gaat om het Groene Hart.

Voor het behoud van de groene scheggen moet hard geknokt worden. Deze strijd moet worden gevoed door de grote maatschappelijke, culturele en ecologische waarde van dit gebied. Helaas zijn deze waarde niet tot nauwelijks in geld uit te drukken en weegt het niet altijd op tegen de financiële baten van (grootschalige) woningbouw. De groene scheggen hebben een grote waarde voor het vestigingsklimaat van de stad. Meerdere onderzoeken wijzen uit dat met name voor hoog opgeleiden de toegankelijkheid van kwalitatief hoogwaardige groengebieden een belangrijke factor is voor de keuze om in een bepaalde stad te gaan wonen. Veel grote steden investeren nu in de kwaliteit van de openbare ruimte, het verbeteren van de stedelijke structuur en de sociale cohesie in de stad. Steeds meer steden zien dat de verbeteringskansen van het vestigingsklimaat ligt in de groene ruimte binnen maar ook buiten de stad. Voorbeelden zijn de plannen ‘Le Grand Paris’, ‘Greater Londen’, ‘Rhein Ruhr Region’, ‘Stockholm Region’ en ‘Copenhagen Metropolitain Region’. Een toerist die kennis maakt met de Amstelscheg en hier verliefd op raakt neemt een verhaal mee naar huis, een verhaal dat wellicht wordt opgepakt door de CEO van een grote bank die hier vervolgens zijn hoofdkantoor wil oprichten zodat zijn medewerkers in een gezonde leefomgeving verblijven. Om de waarde van de groene scheggen vast te houden en te versterken -en daarmee te voorkomen dat deze bebouwd zal gaan worden- is het van belang de groene scheggen een grote maatschappelijke waarde te geven. De scheggen moet verstrengeld raken met de gemeenschap zodat zij de waarde hiervan erkent en dit uitdraagt. Bekent maakt bemind. De Amstelscheg is nu vooral een groene verbinding van de 48

Met mijn afstudeeropdracht ben ik in de positie boven de grondbezitters, grondspeculanten, beleidsmakers, gemeentes, eigenaren en beheerders te staan en daarmee een visionair plan neer te leggen dat inspireert zodat een stip aan de horizon ontstaat voor de toekomst van het Amstelland. Een plan dat reageert op de grote toekomstvragen waar dit landschap voor staat.


MASTERPLAN KLIMAATSCHAP AMSTELLAND (TOELICHTING OP DE VOLGENDE PAGINA’S)

49


BOSVEEN > BOSMILIEU

KLEI (OP VEEN) > VOEDSELMILIEU

RIETVEEN > RIETMILIEU

50


MASTERPLAN HET RUIMTELIJKE CONCEPT Een blik op de bodemkaart toont de natuurhistorische rijkdom van het Amstelland, verscholen onder een tapijt van gras. Door de inrichting van het Amstelland te hechten aan de bodem wordt de natuurhistorische rijkdom beleefbaar in de vorm van een bosmilieu, rietmilieu en voedselmilieu. Het Amstelland van de toekomst is een landschap van hoge cultuurhistorische én natuurhistorische waarde. Zo ontstaat een nieuwe ruimtelijke indeling van het landschap waarbij gesloten en open gebieden elkaar afwisselen. Het waterpeil en de vegetatie wordt aangepast op dat wat de bodem van nature kan dragen.

DE NATUURHISTORIE IS NOG STEEDS ZICHTBAAR IN DE BODEM EN WACHT OP HET MOMENT TE MOGEN ONTWAKEN.

MASTERPLAN: VERBINDEN VAN DE TOPOGRAFIE(CULTUURHISTORIE) MET DE ONDERLIGGENDE BODEM (NATUURHISTORIE)

+

+

1. HUIDIGE TOPOGRAFIE (CULTUURHISTORIE) 2. DIVERSE BODEM (NATUURHISTORIE) polderlandschap met open weide gebied vroeger meer vegetatievariatie

= 3. INRICHTING TOPOGRAFIE KOPPELEN AAN DE BODEM

4. KLIMAATSCHAP AMSTELLAND Polders+vegetatie+ruimtelijke variatie+cultuurhistorische elementen = klimaatschap Amsteland

51


52

26 POLDERS BEHOUDEN ALS AFZONDERLIJKE LANDSCHAPSEENHEDEN MET EEN EIGEN WATERPEIL

DIJKEN WORDEN DE CONTINUE LIJNEN IN HET LANDSCHAP

HET (FIJNMAZIGE) WATERSYSTEEM BLIJFT DE BASIS VAN DE LANDSCHAPPELIJKE OPBOUW

HOOFDWEGEN BLIJVEN HOOFDWEGEN


MASTERPLAN: INGREDIĂ‹NTEN VOOR EEN OPTIMALE BELEVING VAN DE CULTUUR,- EN NATUURHISTORIE Bij het ontwerp van het masterplan is een ruimtelijke afweging gemaakt op basis van de landschappelijke lagen. De basis is de bodemkaart waarin verschillende veensoorten zijn te onderscheiden. In het Amstelland zijn grote hoogteverschillen aanwezig tussen polders en niet ontgraven gronden. Bosveen ligt doorgaans op de hoger gelegen gronden, klei op veen en rietveen op de lager gelegen delen. Vervolgens is per polder/hoogtegebied bepaald welke bodemsoort dominant is. De veensoort zegt onder andere iets over welke vegetatie vroeger in dat gebied heeft gegroeid. De historische vegetatie wordt de basis voor de toekomstige vegetatie en is daarmee het basis van het Klimaatschap. Samen met de overige landchappelijke lagen ontstaat zo een vlakverdeling gebaseerd op de natuur,- en cultuurhistorie. De ruimtelijke indeling diversifeert het landschap, wat ten goede komt aan de recreatieve waarde. Veel polders zijn dermate groot dat de huidige openheid van het landschap ook in de nieuwe situatie nog steeds beleefbaar is.

BOERDERIJEN AAN DE DIJKEN WORDEN FUNCTIONELE KNOPEN IN HET PLANGEBIED

DE BODEM GEEFT AANLEIDING VOOR MEER VERSCHILLEN IN DE VEGETATIE

53


VAN 139 PEILVLAKKEN

54


DOOR HET KOPPELEN VAN DE TOPOGRAFIE AAN DE BODEM EN EEN PASSENDE VEGETATIETYPE ONTSTAAT EEN MINDER COMPLEX WATERSYSTEEM.

NAAR 29 PEILVLAKKEN

55


Het begin van de reginning

1. HET HEBBEN VAN EEN GEZAMENLIJK PASSIE VOOR HET MASTERPLAN

2. VAN EEN PASSIONELE GROEP NAAR INVESTEERDERS

3. VAN INVESTEERDER NAAR DOENERS

4. SUCCESVERHALEN, EEN GROEIENDE GEMEENSCHAP, EEN GROEIEND KLIMAATSCHAP

56


MASTERPLAN BASISREGELS VOOR DE REGINNER De toekomstige reginner kan een klimaatkavel kopen in dit gebied en daarmee zijn eigen toekomst en de toekomst van het landschap veranderen. Op een kavel mag een woning worden gebouwd. De kavels zijn goed betaalbaar en liggen nabij grote steden als Amsterdam en Utrecht. Daar moet echter wel iets voor terug worden gedaan, namelijk de realisatie van natuur. Per kavel wordt een label uitgegeven waarop staat welk type vegetatie moet worden aangeplant en welk waterpeil daarbij hoort. Tevens staat op dit label hoeveel CO2 per jaar wordt opgenomen

en welke flora en fauna kan floreren na de aanleg. Het label zou een predicaat moeten worden voor duurzaamheid, een label om trots op te zijn. Een label om met trots aan de muur op te hangen en te tonen aan de visite, passanten of zakenpartners. De investeringsbereidheid wordt verhoogd doordat de reginners naast natuur ook andere activiteiten mogen ontplooien. De reginners kunnen bijvoorbeeld inspelen op de kansen die een klimaatkavel biedt vanwege de ligging daarvan. Sommige kavels liggen aan een recreatieve hoofdroute. Daar kunnen recreatieve activiteiten worden aangeboden.

Een klimaatkavel moet betaalbaar zijn voor een ieder zodat de nieuwe ‘reginningsmaatschappij’ een spiegeling kan worden van de Nederlandse samenleving. De prijs van een klimaatkavel is gekoppeld aan de grondprijs van grasland. Op deze wijze krijgt de boer een eerlijke prijs voor zijn land in het geval hij dit wil verkopen. De boer kan ook besluiten zijn land te gaan verhuren zodat hij een langdurige inkomstenbron genereert. Als laatste strategie kan de boer besluiten zelf zijn land om te vormen, te investeren in de natuurontwikkeling en woningen zodat hij de klimaatkavels kan verhuren. Zo wordt de boer een landschapsontwikkelaar.

EEN KLIMAATKAVEL IS VOOR IEDEREEN BETAALBAAR, DE VERKOOP IS AANTREKKELIJK VOOR DE MELKVEEHOUDER EN ALS TERUGGIFT MOET NATUUR WORDEN ONTWIKKELD.

1 ha - €45.000,2 ha - €90.000,3 ha - €135.000,4 ha - €180.000,5 ha - €225.000,6 ha - €270.000,7 ha - €315.000,8 ha - €360.000,9 ha - €405.000,DE PRIJS VAN EEN KLIMAATKAVEL

ELKE KAVEL KRIJGT EEN REGINNINGSLABEL

57


DOOR IN TE SPELEN OP DE PERSOONLIJKE BEHOEFTES VAN DE REGINNER WORDT DE BEREIDHEID TE INVESTEREN IN EEN KLIMAATKAVEL VERGROOT.

EEN EIGEN NATUURKAVEL VOOR ZELFONTPLOOING ZELFVOORZIENING Je eigen boomgaard of moestuin

WONEN EN WERKEN Wonen en werken in een inspirerende groene omgeving, nabij Amsterdam

RECREATIE Organiseren van activiteiten, geef rondleidingen, verkoop producten gerelateerd aan het Klimaatschap

ZELFONTPLOOIING Start een eigen seizoenscamping, beeldhouwerij of zagerij

DE BASIS Creëer je eigen klimaatkavel waar jij kleur aan kan geven, deel je bevindingen met medereginners

58


Om de voortgang naar een CO2 neutrale samenleving te bevorderen moeten grote bedrijven nu al een prijs betalen voor elke ton CO2 die wordt uitgestoten. Het is aannemelijk dat dit in de toekomst wordt uitgebreid naar particulieren. Nu al is mogen bedrijven investeren in natuur als compensatie van hun CO2 uitstoot. Daarmee wordt de investering in een klimaatkavel een manier om geld te besparen en een steentje bij te dragen aan een beter leefklimaat voor flora en fauna.

Er zijn regels opgesteld waaraan de reginner zich aan moet houden. Daarmee ontstaat een samenhang in de ruimtelijke beleving van het landschap, materialisering en detaillering. De regels voor de ontwikkeling van een klimaatkavel zijn afgeleid van de regels die gelden voor nieuwe landgoederen. Niet altijd paste de regels voor de ontwikkeling van nieuwe landgoederen bij het gewenste resultaat voor de ‘nieuwe buitens’. Daarom zijn de regels aangepast (zie volgende pagina’s).

LOKAAL KLIMAATNEUTRAAL BOUWEN, GASTVRIJ ZIJN NAAR DE RECREANT EN DE BUREN ZODAT EEN HECHTE GEMEENSCHAP ONTSTAAT.

EEN EIGEN NATUURKAVEL ONDER BEPAALDE REGELS

1. OFF-THE-GRID WONEN De kavel wordt of-the-grid ontwikkeld. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van onder andere zonnecellen, helofytenfilters en (gemeenschappelijke) WKO’s.

2. LOCATIE-EIGEN BOUWMATERIAAL Daken en fundering bestaan hoofdzakelijk uit producten afkomstig uit het rietmilieu. Hout voor de wanden en constructie is afkomstig uit het bosmilieu

...% max. bebouwd, afhankelijk van type milieu locatie-eigen materiaal moderne uitstraling max. twee bouwlagen terughoudend kleurgebruik 3. DE KAVEL STAAT OPEN EN GASTVRIJ VOOR RECREANTEN Men staat open voor de recreant en de buren, dus geen hekken of poorten aan de rand van de kavel

4. BEELDKWALITEITSPLAN / BOUWEISEN Passend in de omgeving, klimaatpositief

59


EISEN GEBASEERD OP DE REGELS VOOR NIEUWE LANDGOEDEREN

AFMETING LANDGOED minimaal 5 ha (voorheen was dit 10 ha) > 5ha = belastingvoordeel

> > > > > > > > >

LOCATIE stadsranden, sanering van glastuinbouw, milieuherbestemming van agrarische of industriële bedrijven. niet in bestaande natuurgebieden of gebieden die worden ontwikkeld.

BEBOUWING landhuis moet ‘allure & uniciteit’ uitstralen bouwhoogte is overeenkomstig met bouwhoogte in de omgeving 10% van het oppervlakte (5000m2) max. 20% bebouwd = 2% van het totale oppervlakte

NATUUR 90% van de kavel ingericht als groen/blauwe functie

FUNCTIES functies hebben een extensief karakter

TOEGANKELIJKHEID 90% van de kavel is toegankelijk

landbouwkundig gebruik alleen toegestaan als beheermaatregel (extensief begrazen bijvoorbeeld) beplanting moet aansluiten op het handboek natuurdoeltypen

TOETSING gemeente toets ontwerp huis & landgoed

60


>

REGELS ‘NIEUWE BUITENS’

AFMETING LANDGOED + minimaal 1 ha (max. 20% van het totale aantal buitens)

LOCATIE stadsranden, sanering van glastuinbouw, milieuherbestemming van agrarische of industriële bedrijven.

+ per hectare 1 unit (onderdeel van een hoofdgebouw)

niet in bestaande natuurgebieden of gebieden die worden ontwikkeld.

+ In het bosmilieu mag een extra recreatie unit worden gebouwd

NATUUR 90% van de kavel ingericht als groen/blauwe functie landbouwkundig gebruik alleen toegestaan als beheermaatregel (extensief begrazen bijvoorbeeld)

BEBOUWING landhuis moet ‘uniciteit’ uitstralen 10% van het oppervlakte (5000m2) max 20% bebouwd = 2% van het totale oppervlakte + bouwhoogte is max. 2 verdiepingen hoog + landhuis moet off-the-grid gebouwd worden

FUNCTIES functies hebben een extensief karakter

TOEGANKELIJKHEID 90% van de kavel is toegankelijk

+ intensieve functies mogen enkel plaatsvinden op bestaande boerderijen

+ de buitens dienen aan elkaar verbonden te worden met paden

MATERIAALGEBRUIK

TOETSING + onafhankelijk organisatie toets ontwerp huis & kavelplan (er moet worden voorkomen dat elke gemeente andere regels hanteert voor de toetsing)

beplanting moet aansluiten op het masterplan ‘Klimaatschap Amstelland’

WATERHUISHOUDING + het verhogen van het waterpeil dient ervoor te zorgen dat het veenbodem niet oxideert + verhogen van het waterpeil op de natuurkavel mag de naaste boeren niet schaden

+ het basismateriaal van woningen is hout en riet

61


1. RIVIER EN VEENKAVELS

62

2. HET KLIMAATPAD

3. BUITENS

4. NATUUR


MASTERPLAN HET KLIMAATPAD ALS ONTWIKKELAARSROUTE Nationaal Park De Veluwezoom is het eerste nationale park van Nederland en ontstond op een kruising van landwegen. De ANWB heeft op een kruising een bankje neergezet waar mensen bijeen kwamen. Er ontstond Horeca en het groeide uit tot een geliefde plek. De passanten hielden van de plek en wilde het beschermen. Het klimaatpad is een ontwikkelaarspad, het vormt het startpunt van de reginning door mensen te enthousiasmeren voor het plan. Het maakt onbereikbaar land bereikbaar voor de recreant en de geĂŻnteresseerde. Het Klimaatpad is een geĂŤnsceneerde route dat de recreant verbindt met de (toekomstige) gemeenschap. Zodat de Amsterdammer een lang weekend de drukte van de stad kan ontvluchten door het klimaatschap te verkennen en zich te laten inspireren door de culturele, natuurlijke en maatschappelijke rijkdom van dit klimaatadaptieve landschap.

Amsteltoren Molen Kerktoren Landgoed/kasteel Gemaal Fort Stelling van Amsterdam Knooperf boerderij/ bezoek bijzonder bouwwerk Dramatisch hoogteverschil Dijk dubbelzijdig Zichtlijn naar kenmerkend gebouw Zicht over karakteristieke waterstructuur Zicht over dijklichaam Zicht over lint(dorp) Het Klimaatpad

63


HUIDIGE BOEREN ERF Melkproducent. Het zicht wordt geblokkeerd door beplanting, grote stallen en meerdere gebouwen.

AGRARISCH LANDSCHAP VAN MELK VOOR DE WERELD

>

VOEDSEL VOOR DE STAD

FOSFAATUITSTOOT

FOSFAATOPNAME

WAAR RECREËREN?

DAAR RECREËREN! STORMLOOP

LEEGLOOP

WONEN IN HET GROEN

DE ZOVEELSTE FLAT LANGS DE RAND

BEWEGEN

OBESITAS IN DE STAD

CO2 UITSTOTEN

BODEMDALING

>

WATERSTIJGING VERZOETING

VERZILTING

BEVRIEZEN

CO2 BINDEN VERNATTEN ALS EEN KANS

VERNATTINGSRISICO

64

KLIMAATSCHAP

>

TRANSFORMEREN


KNOOPERF BOERDERIJ Restaurant en verkoop lokale producten aan de (toekomstige) gemeenschap, passanten en recreanten. Een uitnodigende entree naar het Klimaatpad.

Voormalige boerenerven krijgen een nieuwe toekomstperspectief door als knooperf onderdeel te worden van het Klimaatpad. Zo ontstaat gefaseerd Klimaatschap Amstelland; een landschap van hoge cultuurhistorische- én natuurhistorische waarde. Een reginningsplan waarmee de bodemdaling tot het verleden behoort. Een landschap dat bijdraagt aan een beter klimaat, mogelijk gemaakt door de klimaatbewuste maatschappij. De term ‘Klimaatschap’ is een verbastering van de termen ‘klimaat’, ‘landschap’ en ‘maatschap’.

65


GROTE PEEL 15 KM2

ALDE FEANEN 23 KM2

MEINWEG 18 KM2

BIESBOSCH 90 KM2

VELUWEZOOM 50 KM2

HOGE VELUWE 55 KM2

MAASDUIN 45 KM2

DUINPARK TEXEL 43 KM2

SALANDSE HEUVELRUG 35 KM2

LAUWESMEER 60 KM2

UTRECHTSE HEUVELRUG 100 KM2

WEERRIBBEN-WIEDEN 100 KM2

66


LOENENSE EN DRUNNENSE DUINEN 40,7 KM2

DWINGERLDERVELD 37 KM2

DRENTS-FRIESE WOLD 61 KM2

SCHIERMONNIKOOG 72 KM2

DE ZOOM -KROMHOUTSE HEIDE 37,5 KM2

ZUIDKENNEMERLAND 38 KM2

OOSTERSCHELDE 370 KM2

DRENTSCHE AA 100 KM2

HET AMSTELLAND KAN ZICH METEN MET NATIONALE PARKEN

Nederland telt twintig nationale parken, drie daarvan liggen in de Randstad; de Kennemerduinen, de Biesbosch en de Utrechtse Heuvelrug. Geen daarvan vertelt het verhaal van het veenlandschap. De vraag naar recreatiemogelijkheden in het veen/polder landschap is hoog. Klimaatschap Amstelland past wat betreft de grootte in de twintig nationale parken die Nederland rijk is. Wellicht dat het na de reginning ooit het predicaat ‘Nationaal Park’ verdient.

KLIMAATSCHAP AMSTELLAND 152 KM2

67


DE NATUURONTWIKKELAAR met veel liefde leg ik nieuwe natuur aan maar daar heb ik investeerders voor nodig

DE RECREANT ik ben opzoek naar rust, ruimte, groen en cultuur zowel via goed begaanbare als uitdagende paden

DE CEO ZUID-AS ik vind een goed vestigingsklimaat voor mijn medewerkers belangrijk en wil een klimaatneutraal bedrijf

DE ZELFVOORZIENER ik leef (milieu)bewust en wil graag mijn eigen groente en fruit telen zodat mijn ecologische voetafdruk verkleind wordt.

DE VITALE SENIOR/BABYBOOMER ik wil op loopafstand van mijn woning prikkelende paden zodat ik fit kan blijven en wil de aarde een beetje beter achterlaten zodra ik ga

DE GRONDSPECULANT ik koop goedkope grond want verwacht dat de Amstelscheg ooit bebouwd gaat worden en ik aan deze gronden veel geld kan verdienen. Tot die tijd mag de natuur rijkelijk groeien op mijn land

DE ZORGBEHOEFENDE ik wil graag rust vinden in het landschap en verblijven in helend groen

68

DE TRAILSEAKER ik ben opzoek naar cultuur, rust, ruimte en groen, zowel via goed begaanbare als uitdagende paden


MASTERPLAN DRIE VERSCHILLENDE MILIEUS In het masterplan zijn drie verschillende milieus opgenomen, passend bij de natuurhistorische ondergrond. Elk bodemtype stelt haar eigen eisen wat betreft de juiste waterhuishouding om bodemdaling te voorkomen. De toekomstige vegetatie sluit aan op de vegetatie waaruit de bodem is opgebouwd. Bosveen bestaat bijvoorbeeld uit plantaardig materiaal van met name Berken en Elzen. Rietveen is opgebouwd uit diverse rietsoorten. De reginners hebben allen eigen beweegredenen om een klimaatkavel te reginnen. De voorkeur voor een passende natuurbeleving of woonomgeving is heel persoonlijk. In het Klimaatschap is er de mogelijkheid te kiezen tussen drie volledig verschillende milieus. De reginner mag op zoek gaan naar het milieu dat het beste bij haar past.

RIETMILIEU Riet staat graag nat

RIETVEEN

VOEDSELMILIEU Kleilaag dekt veenlaag af

KLEI

BOSMILIEU Capillaire werking bomen houdt de veenlaag vochtig

BOSVEEN

KLEI (OPTIONEEL)

VEEN (OPTIONEEL)

KLEI (OPTIONEEL)

VEEN (OPTIONEEL)

ZAND

VEEN (OPTIONEEL)

ZAND

DROOGLEGGING TOV HET MAAIVELD 2017: - 0.40 tot - 1.00m 2017-2037: +0.80m verhoging grondwaterpeil Toekomstig peil: + 0.40 tot -0.20m

ZAND

DROOGLEGGING TOV HET MAAIVELD 2017: -0.40 tot -1.00m 2017-2037: +0.15m verhoging grondwaterpeil Toekomstige peil: - 0.25 tot -0.80m

DROOGLEGGING TOV HET MAAIVELD 2017 -0.60 tot -0.70m 2017-2037: +0.30m verhoging grondwaterpeil Toekomstig peil: - 0.30 tot -0.40m

69


HUIDIGE SITUATIE Zicht op beeldbepalende punten zoals kerktorens, gemalen en molens op de voorgrond en de horizon

minimaal 1 kavel breed

BEELDBEPALENDE HORIZONELEMENTEN Open zichtlijnen naar beeldbepalende elementen aan de horizon zoals kerktorens zichtlijn minimaal 1 kavel breed

UITZICHTSPUNT TE MIDDEN VAN HET POLDERBOS Door gebruik de plaatsing van een uitzichtspunt in het midden van het bos zijn alle cultuurhistorisch waardevolle punten zichtbaar vanaf een uitzichtpunt in het midden van het polderbos

70


MASTERPLAN RUIMTELIJKE INPASSING BOSMILIEU De toevoeging van bos in het open veenweidelandschap is een controversiĂŤle ingreep. Bos neemt een enorme hoeveelheid CO2 op maar verandert het veenweidegebied naar een veenbosgebied. Dit heeft ruimtelijke gevolgen. In het huidige landschap is de horizon een continue begrip. De toevoeging van bosmassa moet dan ook weldoordacht plaatsvinden.

het zicht van de landschapsgebruiker gedirigeerd en worden beeldbepalende landschapselementen extra benadrukt. Daarmee is het bos een krachtig middel geworden om de landschapsgebruiker mee te nemen in het verhaal van het veengebied.

Bos voegt massa toe aan de ruimte van het veenlandschap. Met deze massa kan richting worden gegeven aan de beleving. Door zichtlijnen te maken of open zones te behouden wordt

zone 1 300m

zone 2 300m

zone 3 300m

r=300m

STELLING VAN AMSTERDAM Open ruimte rondom het stellingpad en forten van de Stelling van Amsterdam zone 1: geen bomen, in zone 2: Berken, zone 3: Elzen

r=250m

BEELDBEPALENDE ELEMENTEN IN DE VOORGROND Open ruimte met een straal van 250m. rondom beeldbepalende voorgrondelementen zoals een molen en een gemaal

71


BOS BUITEN DE POLDERDIJK ACCENTUEERT DE OPENHEID VAN DE POLDER BINNEN DE DIJK

BOS AAN WEERSZIJDE VAN DE POLDERDIJK ACCENTUEERT DE DIJK ALS LIN EAIR ELEMENT

STELLING VAN AMSTERDAM De eerste liniezone van de Stelling van Amsterdam ligt 300m. van de dijk af. Deze ruimte blijft vrij van bomen. Een horizon begint zich te vormen, kerktorens zijn zichtbaar. Het gras maakt een vlakte, Hollandse wolkenluchten zijn zichtbaar.

72


73



UITWERKING


LUCHTFOTO UITWERKING

76


UITWERKING HUIDIGE SITUATIE

DE HUIDIGE TOPOGRAFIE Het huidige veenweidelandschap bestaat onder andere uit boezems, weteringen, dwarstochten, hoofdtochten, sloten en regelmatige en onregelmatige legakkers. De bodem ligt verscholen onder een groen tapijt van hoofdzakelijk Engels raaigras. Een voedingsrijk gras dat uitermate geschikt is als voeding voor het vee dat hoofdzakelijk bestaat uit koeien.

De boerderijen worden ontsloten door wegen breed genoeg om begaanbaar te zijn voor een melkwagen. De bochtstralen en dijken zijn hierop afgestemd. Langs de hoger gelegen boezems die tevens dienen als af,- en aanvoerroutes van water groeit regelmatig riet. Dit zijn de ecologische aders van het landschap.

Het veenweidelandschap is een gesmeerde De boeren kavels zijn in de loop der jaren machine ingericht op de productie van gegroeid. Groei is duidelijk herkenbaar melkproducten voor Nederland en de rest in het volume van de gebouwen. De van de wereld. oudste gebouwen zijn relatief klein, elke groeimoment is tevens een schaalvergroting in het volume van het gebouw.

77


HOOGTEKAART IN ZWART-WIT (ZWART LIGT LAAG, WIT LIGT HOOG)

78


NATUURHISTORIE WORDT ZICHTBAAR Op deze pagina is de hoogtekaart van de uitwerking afgebeeld. Deze uitsnede bestaat uit drie delen, elk begrenst door een hoger gelegen grondwerk gelegen op Âą 0.00 NAP. Het linker en middelste deel liggen duidelijk lager (5.00-6.50m onder NAP) dan het rechter deel (2.00m. onder NAP). Het rechter deel is niet afgegraven voor turfwinning. Dit deel was niet aantrekkelijk vanwege de aanwezigheid van bosveen. Bosveen is rijk aan dikke boomstronken en takken en geeft een vervuilende verbranding.

Het rechter deel bestaat uit rietveen. Het middelste deel uit klei op veen. Het ooit aanwezige veenpakket is hier flink afgegraven, wat rest is een dunne veenlaag. Onder deze bodemlaag ligt het waddenlandschap dat 12.000 jaar geleden de basis is geweest van het huidige landschap. Duidelijk te herkennen door de hoger gelegen waddenkreken. Veel van de boerderijen liggen gelegen op de waddenkreken.

79


PLANKAART UITWERKING

RIETMILIEU

80

VOEDSELMILIEU

BOSMILIEU


UITWERKING DE NIEUWE SITUATIE NA DE REGINNING

HET RESULTAAT VAN DE REGINNING Deze kaart is een voorstelling van hoe het Klimaatschap eruit zou kunnen zien na de voltooiing van de reginning. Het moet de toekomstige bewoner inspiratie geven voor de mogelijkheden die een klimaatkavel kan bieden op organisatorisch, functioneel, spiritueel en estetisch vlak. Rietveen kan weer groeien door de aanwezigheid van riet. Het gebied van klei op veen is een goede basis voor een voedselmilieu. Het bos dat hier ooit de basis was van het bosveen is weer aanwezig.

81


RIETVEEN Intensieve veehouderij

2017 - MONDIALE PRODUCTIE, ZELFVERVUILEND SYSTEEM

DE RONDE HOEP BOTSHOL VINKEVEENSE PLASSEN POLDER DE GROTE MIJDRECHT

• GRASLAND EN INTENSIEVE VEEHOUDERIJ, ONGEACHT HET BODEMTYPE • HET LAGE GRONDWATERPEIL ZORGT VOOR HOGE UITSTOOT CO2 EN VERZILTING • INTENSIEVE VEEHOUDERIJ RESULTEERT IN EEN ZEER SLECHTE WATERKWALITEIT, BLAUWALG IN DE BOEZEM & LOOSDRECHTSE PLASSEN. FOSFATEN VERONTREINIGEN DE BODEM • DE MELKPRODUCTIE VOOR DE MONDIALE SCHAAL ZORGT VOOR EEN HOGE UITSTOOT VAN CO2 DOOR DE LANGE TRANSPORTLIJNEN

82


UITWERKING VAN EEN ZELFVERVUILEND SYSTEEM

KLEI (OP VEEN) Intensieve veehouderij

Het huidige watersysteem bevuilt zichzelf. De intensieve veehouderij produceert een hoge hoeveelheid nitraat dat vervolgens in het watersysteem en grondwater komt. Dit water wordt afgevoerd naar het boezemwater. Het water uit de boezem wordt vervolgens gefilterd door een defosfateringsinstallatie en toegelaten in natuurgebieden als de Vinkeveense Plassen en Botshol.In deze natuurgebieden wordt het water verder gezuiverd door de aanwezige vegetatie en verderingewikkelde. Ondanks dit alles worden de natuurgebieden in de zomer geteisterd door blauwalg. De waterkwaliteit voldoet nergens aan de Europese eisen maar elk jaar worden voor dit gebied uitzonderingen gemaakt door de Europese Unie. Het product van deze watermachine zijn de melkproducten die over de gehele wereld worden getransporteerd. BOSVEEN Intensieve veehouderij

MELKPRODUCTIE VOOR DE WERELDSCHAAL, DE BOER PROFITEERT ERVAN MAAR PARASITEERT OP HET LANDSCHAP EN HET KLIMAAT 83


RIETVEEN > RIETMILIEU rietbouw

2037 - CIRCULAIRE PRODUCTIE, ZELFREINIGEND SYSTEEM

RIETVEEN

KLEI (OP VEEN) > VOEDSELMILIEU

BOSVEEN > BOSMILIEU

• VEGETATIE SLUIT AAN BIJ BODEMSOORT • VERHOGEN WATERPEIL ZORGT VOOR STOP UITSTOOT CO2 EN VERMINDERD VERZILTING • VEGETATIE NEEMT CO2 OP, VERBETERD DE WATERHUISHOUDING, VERBETERD DE BODEMGESTELDHEID EN VERAANGENAAMD HET WOON,- EN RECREATIEKLIMAAT • NIEUWE GEWASSEN MAKEN UPCYCLEN MOGELIJK

84


UITWERKING NAAR EEN ZELFREINIGEND SYSTEEM Met de reginning ontstaat een nieuw watersysteem dat zelfreinigend werkt. Water uit de boezems wordt toegelaten in de lager gelegen milieus. In het voedselmilieu wordt mest gebruikt dat het water voedingsrijker maakt. Het water uit het voedselmilieu wordt doorgevoerd naar het rietmilieu waar het gezuiverd wordt door het riet. Vanuit het rietmilieu wordt het schone water afgevoerd naar de boezem zodat de waterkwaliteit van de boezem van hoge kwaliteit zal zijn.

KLEI OP VEEN > VOEDSELMILIEU kleinschalige landbouw

Elk milieu produceert een specifiek product, gedrieën ontstaat een grote diversiteit uit producten zodat de maatschappij zichzelf zou kunnen bouwen en CO2 positief kan leven.

BOSVEEN > BOSMILIEU moerasbos

CIRCULAIRE PRODUCTIE VOOR DE LOKALE MARKT, DE OMGEVING PROFITEERT, VERRIJKT HET LANDSCHAP EN DRAAIT DE CO2 KLOK TERUG 85


VOOR DE LIEFHEBBER VAN EEN OPEN EN WEIDS LANDSCHAP

RIET RIETVEEN KLEI (OPTIONEEL) VEEN (OPTIONEEL) ZAND

86

DROOGLEGGING TOV MV 2017: - 0.40 tot - 1.00m 2017-2037: +0.80m verhoging grondwaterpeil Toekomstig peil: + 0.40 tot -0.20m


UITWERKING RIETMILIEU

DE REGINNING VAN HET RIETMILIEU Op de hoogtekaart zijn duidelijk de hoger gelegen waddenkreken te herkennen. De meeste boerderijen liggen op deze hogere kreken. Hoogteverschillen spelen in het rietmilieu een grote rol. De hoogteverschillen in het veld zijn soms wel 1.50m. Met het verhogen van het

waterpeil komen diepe delen onder water te staan en blijven hoger gelegen delen droog. Op de hoger gelegen delen kunnen bomen groeien, de middelhoge raken begroeit met riet en op lage delen ontstaat open water.

De kreek ligt hoog en blijft droog en is door de kronkelende vorm uitermate geschikt als recreatieve route die de boerderijen met elkaar verbindt.

87


UITGANGSPUNT

GEBOUWTYPOLOGIE

2017 - CO2 UITSTOOT PER HA 25 ton p.j. 2037 - CO2 OPNAME PER HA tot 30 ton p.j. TOTALE AANTAL KAVELS BESCHIKBAAR 180 EEN DRIJVENDE WONING

KAVELGROOTTE

FAUNA bedrijf >25 ha <50 ha

particulier > 3 ha < 25 ha

ROERDOMP

NOORDSE WOELMUIS

DOMINERENDE FLORA

+

ALNUS GLUTINOSA

BETULA PENDULA

de hoger gelegen kreekrug

88

TYPHA

PHRAGMITES

op het gradiënt tussen kreekrug en open water

RIETGORS


UITWERKING RIETMILIEU De kavels in het rietmilieu zijn voor particulieren niet kleiner dan 3 ha en niet groter dan 25 ha. Voor bedrijven geldt niet kleiner dan 25 ha en niet groter dan 50 ha. Op deze wijze blijft de openheid van het landschap gewaarborgd.

89


CO2 COMPENSATIE VOOR EEN REISLUSTIG LEVEN 11.5 ha / 517.500

RUST EN STILTE 3.8 ha / 171.000

WATERVOGEL LIEFHEBBER 4.4 ha / 198.000 RETRAITEPLAATS 6.3 ha / 283.500

HET OVERBREGEN VAN EEN GOED IMAGO NAAR DE MAATSCHAPPIJ 12.3 ha / 553.500

COLLECTIEVE INVESTERING

BED & BREAKFAST 3.2 ha / 144.000 PROFESSIONEEL ZWEMMER IN OPEN WATER 4.3 ha / 193.500

BOOTVERHUURDER 17 ha / 765.000 TWEEDE HUIS BUITEN DE STAD 4.3 ha / 193.500

HOEVEELHEID KAVELS TE KOOP Oppervlakte percentage van het gehele masterplan Gemiddelde grootte kavel Aantal kavels beschikbaar binnen het masterplan

90

20% 4.6 ha 180


UITWERKING RIETMILIEU

NUDIST 3.5 ha / 157.500

NATUURLIEFHEBBER 7.0 ha / 315.000

RIET,- EN LISDODDE BOER 6.8 ha / 306.000

COLLECTIEVE INVESTERING

KROOSBOER EN PARKEERVERHUUR 12.1 ha / 544.500

TOEKOMSTIGE VERKAVELING, MOGELIJK EIGENAREN EN KOSTEN PER KLIMAATKAVEL Het rietmilieu zal per toekomstig peilvlak moeten worden gerealiseerd. Dit wil zeggen dat meerdere reginners elkaar eerst moeten vinden in de planvorming om vervolgens gezamenlijk de reginning

in gang te zetten. De recreatieve route op de waddenkreekrug is een collectieve investering. De boerderijen krijgen een nieuwe functie. Een worden bijvoorbeeld de transferia van het autonetwerk op het trage netwerk. Op de overgangen van het rietmilieu naat

het voedselmilieu worden de boerderijen het aansluitpunt van waternetwerk tussen deze twee milieus. De boerderijen kunnen worden omgevormd tot kroosboerderijen waar de nutriënten uit het water worden gefilterd.

91


op hoge droge delen groeit Miscanthus, dit is een belangrijk bestanddeel voor Biobound (een klimaatneutrale betonsoort)

Fam. Schipper retraitewoning 6.3 ha / 198.000

bewoners mogen een loopplank aanleggen zodat zij hun woning ook te voet kunnen bereiken, de vaarroute mag hierbij niet geblokkeerd worden

‘‘Op de dagen dat wij in onze woning in Amsterdam zijn verhuren wij onze woonboot als retraite aan Randstadstedelingen’’

het Klimaatpad, de recreatieve hoofdroute van Klimaatschap Amstelland gelegen op een waddenkreekrug

mevr. Kuijpers nudist 3.5 ha / 157.500 ‘‘Vanwege de afgelegen locatie kan ik vrij rondlopen op mijn woonboot’’

op lage natte delen groeit riet, dit reinigt het licht verontreinigde water afkomstig uit het weidemilieu zodat dit vrij van voedingstoffen het watersysteem ingaat.

Fam. Rietstra kroosboer en verhuur 12.1 ha / 544.540 ‘‘Ik produceer kroos als eiwitvervanger, daarnaast verhuur ik de voormalige stallen aan de VVV en als parkeergelegenheid.’’

vaarroute accentueert de waddenkreek woonboten zijn per boot te bereiken

het rietmilieu trekt veel watervogels aan zodat dit een favoriete locatie wordt voor vogelliefhebbers gesloten watersysteem van Fam. Rietsma, wordt gebruikt voor kroosproductie. Kroos leeft van de voedingsstoffen in het water en is een goede veevoervervanger

waterinlaat aangesloten op het watersyteem van Fam. Rietsma, toevoer van voedingsrijk water uit het weidemilieu

92 92


UITWERKING RIETMILIEU REGINNINGSKRONIEK

± 15ton CO2 p.ha p.j. 25ton CO2 p.ha p.j incl koe

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond) realisatie klompenpad ‘Het klimaatpad’ door provincie/gemeente en boeren

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond) dramatiseren hoogteverschillen, graven van vaarwegen aan weerszijde van de kreek

grondwerk voor toekomstige woning

2017 - LANDINRICHTING

veeteelt (nutriëntrijk grond)

LANDSCHAP IN TRANSITIE - GRONDWERK

open water

het laten ontstaan en beheren van bomengroepen en rietkragen, verharden van het Klimaatpad door de reginners

aanplant/laten ontstaan van Riet, Lisdodde en Miscanthus binnenvaren van boothuizen

Lisdodde / Riet 7 ton CO2 p.ha p.j

open water

Miscanthus 30 ton CO2 p.ha p.j

recreatieve hoofdroute ‘Het Klimaatpad’

natuurwonen

recreatieve hoofdroute ‘Het Klimaatpad’

natuurwonen

KLIMAATLANDSCHAP RIET - ZOMER/NAJAAR

Schaatsijs

KLIMAATLANDSCHAP RIET - WINTER ZONE BINNEN 300 M. VAN SCHOOTSVELD STELLING

HOOGGELEGEN KREKEN

TUSSENGEBIEDEN

93


VOOR MENSEN DIE VAN ZELFVOORZIENING HUN LEVENSDOEL WILLEN MAKEN KLEI VEEN (OPTIONEEL) ZAND

94

DROOGLEGGING TOV MV 2017 -0.40 tot -1.00m 2017-2037: +0.15m verhoging grondwaterpeil Toekomstig peil: - 0.25 tot -0.80m


UITWERKING VOEDSELMILIEU

REGINNING VAN HET VOEDSELMILIEU Het voedselmilieu ligt op een kleilaag dat het veen afdekt. Veen moet onder water staan, alleen zo kan de uitstoot van CO2 worden voorkomen. Klei hoeft niet onder water te staan aangezien dit geen invloed heeft op de uitstoot van CO2. Daarom kan het waterpeil in het voedselmilieu lager

zijn dan in de andere twee milieus. Zo ontstaat een leeflaag van 0.25 tot 0.80m waar voedsel op kan worden verbouwd. Dit zou gras kunnen zijn waarop koeien grazen, echter is de doelstelling het mogelijk maken van een nieuwe maatschappij die zichzelf zoveel als mogelijk kan voorzien in voedsel

en materiaal. Om dit te bereiken is een nieuwe verkavelingsplan gemaakt en zijn voorwaarde geschept waarmee de reginners aan de slag kunnen.

95


GEBOUWTYPOLOGIE

UITGANGSPUNT 2017 - CO2 UITSTOOT PER HA 17 ton p.j. 2037 - CO2 OPNAME PER HA tot 7 ton p.j. TOTALE AANTAL KAVELS BESCHIKBAAR 1575

GEÏNSPIREERD OP BOEREN STALLEN

KAVELGROOTTE

bedrijf >1 ha <10 ha

particulier > 1 ha < 10 ha

FAUNA

BLAUWBORST

WATERSNIP

GRUTTO

KAVELTYPEN

GRASLAND

96

MOESTUINEN

KWEEKVIJVERS

AKKERLAND

BOOMGAARDEN


UITWERKING VOEDSELMILIEU De kavels in het voedselmilieu zijn voor particulieren niet kleiner dan 1 ha en niet groter dan 10 ha. Voor bedrijven gelden dezelfde voorwaarden. Een gemiddeld gezin kan leven van 1 ha grond. Daarop is ruimte voor groente, fruit, noten en een aantal dieren. Op deze wijze ontstaat een gevarieerd landschap waarin een ieder zelfvoorzienend kan zijn.

97


3.2 ha 144.000 1.2 ha 54.000 1.2 ha 54.000 1.1 ha 49.500 4.0 ha 180.000 2.6 ha 117.000

1.5 ha 67.500

1.6 ha 72.000

1.2 ha 27.000

2.0 ha 90.000

1.5 ha 67.500

4.0 ha 180.000

4.0 ha 180.000

2.0 ha 90.000 2.0 ha 90.000

4.0 ha 180.000

2.0 ha 90.000

2.3 ha 90.000

2.3 ha 90.000

1.0 ha 90.000 1.0 ha 90.000

3.5 ha 157.5000

4.5 ha 202.500 4.0 ha 180.000

HOEVEELHEID KAVELS TE KOOP Oppervlakte percentage van het gehele masterplan Gemiddelde grootte kavel Aantal kavels beschikbaar binnen het masterplan

98

35% 2 ha 1575

1.5 ha 67.500


UITWERKING VOEDSELMILIEU

7.0 ha 315.000

7.3 ha 328.500

1.2 ha 54.000

7.5 ha 337.500 4.0 ha 180.000

5.7 ha 256.500

1.2 ha 54.000

1.0 ha 90.000

2.1 ha 95.500

9.0 ha 405.000

TOEKOMSTIGE VERKAVELING, MOGELIJK EIGENAREN EN KOSTEN PER KLIMAATKAVEL Het verkavelingsplan bestaat uit een variatie in groottes van kavels. 1 ha is voldoende om zelfvoorzienend te zijn maar er zullen ook reginners zijn die voedsel willen produceren voor de

omgeving of naasten. Aan de rechterzijde zijn grote kavels mogelijk. De dijk die het voedselmilieu begrenst is onderdeel van het stellingpad van de Stelling van Amsterdam. Bij de ontwikkeling van de Stelling van Amsterdam is bepaald dat binnen een zone van 300m. langs het stellingpad een obstakelvrije ruimte

wordt aangehouden. Dit is een belangrijke ruimtelijke drager voor behoud van het open zicht en is opgenomen in de voorwaarde voor de reginning van het voedselmilieu.

99


Fam. Brouwer wijnmaker 4.0 ha / 180.000 ‘‘Op onze klimaatkavel brouwen wij polderwijn, kweken wij vissen voor consumptie en verbouwen wij mais’’

vissenkwekerij weg aangelegd door fam. Brouwer

wijngaard Fam. Appel dinerarrangement 2.0 ha / 90.000 ‘‘We hebben een eigen boomgaard en bieden diners aan voor grote groepen. De gerechten zijn bereid met buurtproducten’’ Zonnecellen op rieten dak

architectuur sluit aan op boeren karakter

terras gelegen in de zon

weg aangelegd door fam. Timmerman

weg aangelegd door fam. Appel karrenspoor gemaakt van biobound elementen een kleine kweekkas voor de koude dagen

voormalige hooischuur omgebouwd tot restaurant

Fam. Timmerman Renovatiepand met nieuwe functie 1.2 ha / 27.000 ‘‘Gelegen aan het Klimaatpad hebben wij een gerenoveerd restaurant en landwinkel waar wij buurtproducten verkopen.’’

voormalige schuur omgebouwd tot parkeergelegenheid

het Klimaatpad, de recreatieve hoofdroute van Klimaatschap Amstelland

weg aangelegd door fam. de Boer

geitenweide

entree maisdoolhof

landwinkel

weg aangelegd door fam. de Boer

voetbalveldje Fam. de Boer Bed and breakfast 2.0 ha / 90.000 ‘‘direct gelegen aan het klimaatpad runnen wij bed and breakfast ‘Het Platte Land’’

entreeweg naar woningen, boerenerf functioneert als welkomsruimte

paardenweide appelboomgaard

100 100


UITWERKING VOEDSELMILIEU REGINNINGSKRONIEK ± 7ton CO2 p.ha p.j. 17ton CO2 p.ha p.j. incl koe

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond) realisatie klompenpad ‘Het Klimaatpad’ door gemeente / provincie en boeren

veeteelt (nutriëntrijk grond)

verhogen waterpeil

verharden Klimaatpad door de reginners. persdrainage houdt de bodem nat in droge periodes

verhogen waterpeil

2017 - LANDINRICHTING

LANDSCHAP IN TRANSITIE - GRONDWERK

± 6 ton CO2 p.ha p.j

massarijke vegetatie boven ooghoogte niet toegestaan gebouw en fundering van riet en hout visvijver / moestuin / boomkwekerij / plantenkwekerij / tuin / geiten-schapenhouderij

visvijver / moestuin / boomkwekerij / plantenkwekerij / tuin / geiten-schapenhouderij

visvijver / moestuin / boomkwekerij / plantenkwekerij / tuin / geiten-schapenhouderij

KLIMAATLANDSCHAP - VOEDSELMILIEU

ZONE BINNEN 300 M. VAN SCHOOTSVELD STELLING

HOOGGELEGEN KREKEN

TUSSENGEBIEDEN

101


VOOR DE BOSLIEFHEBBER MET WEINIG BEHOEFTE AAN TUINIEREN

BOS

BOSVEEN

102

DROOGLEGGING TOV HET MAAIVELD 2017 -0.60 tot -0.70m 2017-2037: +0.30m verhoging grondwaterpeil Toekomstig waterpeil: - 0.30 tot -0.40m


UITWERKING BOSMILIEU

DE REGINNING VAN HET BOSMILIEU Het bosmilieu bestaat voornamelijk uit bos. Duidelijk herkenbaar is de hoge mate van personificering van de natuurkavels. Enkele reginners gaan voor een gelijkmatige aanplant van bomen dat doet denken aan bosbouw. Anderen gaan voor een gevarieerd bos passend in de

Engelse landschapsstijl compleet met waterpartijen en vrije vormgeving van paden. De reginners worden gemotiveert een grotere kavel te kopen of huren door de regel dat max. 2% van de kavel bebouwd mag zijn. Een grotere kavel biedt de mogelijkheid tot de bouw van een gebouw met een groter volume.

Woningen mogen niet in het verlengde van een bestaande sloot worden gepositioneerd zodat de waterstructuur en natuurbeleving altijd dominant blijft.

103


UITGANGSPUNT

GEBOUWTYPOLOGIE

2017 - CO2 UITSTOOT PER HA 35 ton p.j. 2037 - CO2 OPNAME PER HA 10 ton p.j. TOTALE AANTAL KAVELS BESCHIKBAAR 880 EEN BOSHUIS OP EEN TERP VANWEGE DE WATERBUFFERENDE FUNCTIE VAN DE RONDE HOEP

KAVELGROOTTE

FAUNA bedrijf >10 ha <20 ha

particulier > 1 ha < 15 ha

IJSVOGEL

FRANJESTAART

RINGSLANG

DOMINERENDE FLORA

+

ALNUS GLUTINOSA

BETULA PENDULA

Potentiële Natuurlijke Vegetatie

104 104

SALIX

FRAXINUS Gebiedseigen vegetatie


UITWERKING BOSMILIEU De kavels in het bosmilieu zijn voor particulieren niet kleiner dan 1 ha (niet meer dan 10% van de totale hoeveelheid kavels beschikbaar) en niet groter dan 15 ha. Voor bedrijven geldt niet kleiner dan 10 ha en niet groter dan 20 ha. Op deze wijze blijft de natuurbeleving gewaarborgd.

105


4.5 ha / 202.500

5.0 ha 225.000

1.2 ha 54.000

3.8 ha 171.000

4.0 ha 180.000

EEN GROEN ZORGCOMPLEX IN EEN VOORMALIGE BOERDERIJ 3.8 ha / 171.000

MODEATELIER AAN HUIS 3.7 ha / 166.500

EEN EIGEN HOUTZAGERIJ 5.6 ha / 252.000

FIETSSERVICEPUNT 3.9 ha / 175.500

EDUCATIE AAN NIEUWKOMERS 2.7 ha / 121.500

HOEVEELHEID KAVELS TE KOOP Oppervlakte percentage van het masterplan Gemiddelde kavelgrootte Aantal kavels beschikbaar binnen het masterplan totale opp. Ronde Hoep totale opp. grasland Ronde Hoep totale opp. grasland na vernatting Aantal kavels beschikbaar in de Ronde Hoep 106

45% 4.81 ha 880 1266ha 900 ha 800 ha 166

ZZP BOUWVAKKER 3.4 ha / 153.000


UITWERKING BOSMILIEU

KUNSTATELIER 5.4 ha / 243.000

2,3 ha 103.500

3.0 ha / 135.000 RUST EN STILTE 5.1 ha / 229.500

CO2 COMPENSATIE VOOR EEN REISLUSTIG LEVEN 8.0 ha / 360.000

COLLECTIEVE CO2 COMPENSATIE VOOR EEN WIJK IN AMSTERDAM MET BUURTHUIS 12,7 ha / 571.500

WENS, EEN EIGEN LANDGOED 3.5 ha / 157.500

PROFESSIONEEL ZWEMMER IN OPEN WATER 2.3 ha / 103.500 RUST EN RUIMTE 2,2 ha / 99.000

TWEEDE HUIS BUITEN DE STAD 2.1 ha / 94.500

NATUURLIEFHEBBER 2,5 ha / 112.500 EEN EIGEN WANDELHUIS 1,5 ha / 126.000 HET OVERBRENGEN VAN EEN GOED IMAGO EN STATUS NAAR DE MAATSCHAPPIJ EN ZAKELIJKE PARTNERS 13.7 ha / 616.500

TOEKOMSTIGE VERKAVELING, MOGELIJK EIGENAREN EN KOSTEN PER KLIMAATKAVEL De verkaveling van het bosmilieu is afgestemd op de huidige verkaveling. Zo kan een boer besluiten een deel van zijn land te verkopen of verhuren in het geval hij een slecht jaar heeft gehad. In de

loop van twintig jaar kan het Klimaatschap Amstelland regonnen worden. Langs de dijk ontstaan publieke functies, dieper in het bos vinden rustzoekers hun plek. 107


108


UITWERKING BOSMILIEU

VERBINDINGSPADEN MAKEN EEN LANGE BOSWANDELING MOGELIJK De reginners zullen paden aanleggen op hun natuurkavel. Contact onderling is de basis van een gemeenschap. Bij het bosmilieu zijn reginners verplicht hun paden openbaar te maken en te verbinden met de paden van de buren.

Zo zijn verre buren in staat in contact te komen met elkaar en ontstaat een openbaar toegankelijk routestelsel zodat een recreant vele verschillende routes kan lopen en elke keer weer met nieuwe reginners in contact komt. 109


110


UITWERKING BOSMILIEU WATERSYSTEEM Het bosmilieu zal gefaseerd ontstaan. Het verhogen van de watervlakken zal dus ook gefaseerd plaats vinden. Dit is mogelijk door een dam te leggen in de sloten op de kavel. Regenwater en kwel zijn voldoende om het waterpeil te verhogen. Naarmate meer bospioners zijn intrede doen

kunnen de peilvlakken samengevoegd worden zodat in de loop van de tijd het waterpeil van de gehele Ronde Hoep verhoogd zal worden.

EERSTE PIONIERS VERHOGEN HET WATERPEIL MET DAMMEN OP HUN KAVEL

NAARMATE MEER KAVELS WORDEN REGONNEN ONTSTAAT ÉÉN VERHOOGD PEILVLAK

111


recreatiegebouw op palen van fam. Janssen, open voor passanten, off-the-grid

‘‘Wat een prachtige plek om mijn eerste etappe van A’dam tot hier af te sluiten en morgen weer mee op te staan’’

helofietenfilter

‘‘Het buiten van fam. Janssen is onderdeel van mijn favoriete handloopronde’’

recreatieve hoofdroute

Fam. Janssen wens; een eigen landgoed 3.5 ha / 157.500 ‘‘We kunnen hier onze droom waarmaken en passanten deel laten zijn van ons geluk’’ weg aangelegd door fam. Janssen, karrespoor gemaakt van biobound

hoofdgebouw fam. Janssen op terp Zonnecellen op rieten dak serre gelegen in de zon parkeerplaats op grasbetonstenen ophaalbrug voor privacy

Dhr. Snel profzwemmer in open water 2.3 ha / 103.500 ‘‘ik heb mijn eigen 200 meter lange zwembaan!’’

verbindingspad tussen fam Janssen en Dhr. Snel

112 112


UITWERKING BOSMILIEU REGINNINGSKRONIEK

± 25ton CO2 p.ha p.j. 35ton CO2 p.ha p.j. incl koe

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

2017 - LANDINRICHTING

veeteelt (nutriëntrijk grond)

STAP 1: GRONDWERK, INFRASTRUCTUUR

gradiënt voor zoommantelbiotoop, gedeponeerde grond vormt een terp

veeteelt (nutriëntrijk grond) realisatie klompenpad ‘Het Klimaatpad’ door gemeente / provincie en boeren

artificiële ingrepen mogelijk met behoud van huidig kavelpatroon, gesloten grondbalans, gedeponeerde grond vormt een terp, aanleg verhard ontsluitingspad / Klimaatpad door de reginner

veeteelt (nutriëntrijk grond)

veeteelt (nutriëntrijk grond)

STAP 2: AANPLANT VEGETATIE, VERHOGEN WATERPEIL

aanplant of spontane groei (met juiste beheer) van zoommantelbiotoop, verhogen waterpeil

aanplant of spontane groei (met juiste beheer) moerasbosbiotoop, verhogen waterpeil

veeteelt (nutriëntrijk grond)

STAP 3: NA AFRONDEN PLANVORMING HUIS, START BOUW WONING

start bouw woning na afronden planfase

start bouw woning na afronden planfase

KLIMAATLANDSCHAP BOS

artificiele ingrepen mogelijk met behoud van huidig kavelpatroon, gesloten grondbalans, gedeponeerde grond vormt een terp, aangelegd ontsluitingspad door de reginner

± 10 ton CO2 p.ha p.j

semi open, jong bos, grote bomen worden verwijderd

moerasbos

start bouw woning na afronden planfase

KLIMAATLANDSCHAP BOS ZONE BINNEN 300 M. VAN SCHOOTSVELD STELLING

HOOGGELEGEN KREKEN

TUSSENGEBIEDEN

113


FASE 1: DE START In de eerste fase wordt een klompenpad door het Amstelland gerealiseerd door de boeren, gemeentes en de twee provincies.

Het klimaatpad maakt het mogelijk een lang weekend het klimaatschap te verkennen en de drukte van de stad te ontvluchten. Het maakt het onbereikbare bereikbaar. Het is een geĂŤnsceneerde route en gaat op in zijn omgeving. Het wordt opgestart door de boeren en doorontwikkeld door de reginner. Het verbindt de (toekomstige) gemeenschap met de recreant. 114


UITWERKING FASERING KLIMAATPAD

FASE 2: DE INTREDE VAN DE EERSTE PIONIER Met de voltooiing van het klompenpad kunnen de eerste pioniers op zoek gaan naar de juiste klimaatkavel die past bij hun persoonlijke wensen binnen in een van de drie milieus.

115


FASE 3: DE DOORONTWIKKELING DOOR DE REGINNER De reginners beginnen met de reginning door natuurkavels te ontwikkelen.

116


UITWERKING FASERING KLIMAATPAD

FASE 4: DE VOLTOOIING VAN DE REGINNING Binnen twintig jaar -in 2030- is het Klimaatschap Amstelland volledig regonnen en voltooid.

117



HET DEBAT


Op dinsdag 26 september heb ik op de landschapstrienale in het kader van de bodemdaling dit afstudeerplan mogen presenteren. Ik stond voor een volle zaal met rijksadviseurs, provincies, rijkswaterstaat, het rijk, gemeentes. landschapsarchitecten en het bedrijfsleven. Het was een spannende dag maar een prachtige kans om mensen buiten de Academie kennis te laten maken met mijn plan. Ik heb 15 minuten de tijd gekregen om mijn plan te presenteren en ontving nadien veel positieve feedback. Het mooiste compliment kwam van Berno Strootman, hij kwam persoonlijk langs om te zeggen dat plannen zoals deze nodig zijn om de toekomst van de veengebieden te kunnen duiden en dat het daadwerkelijk iets toevoegd aan het debat. Op de volgende pagina’s een goed geschreven verslag van de ochtend.

Kroniek #14: Heel Holland zakt (en half Friesland en Flevoland) Door Fred Feddes, landschapstriënnalechroniqueur 7 oktober 2017 Het lijkt op het eerste gezicht verbazingwekkend dat bodemdaling in veengebieden een urgent probleem is, want de bodem daalt al duizend jaar. Toch is het om meerdere redenen juist nu een dringende kwestie waaraan snel iets moet worden gedaan. Het College van Rijksadviseurs organiseerde hierover de themadag ‘Bodemdaling in veengebieden’ op dinsdag 26 september. ‘Als je het onderwerp googelt, kom je heel veel melige termen tegen’, constateerde Wijnand Bouw (Bosch Slabbers) in zijn bijdrage aan de studiedag over bodemdaling in veengebieden: ‘Zoals “Pappen en nathouden”, “Zak es lekker door”, en “Heel Holland zakt”.’ Het laatste is zelfs de titel van een nationaal congres over veenbodemdaling dat in 2016 voor het eerst werd gehouden en op 9 november 2017 een vervolg krijgt. In dit rijtje past ook het Platform Slappe Bodem, een netwerk van overheden die direct met de problematiek te maken hebben. De meligheid verhult niet dat het om een serieus probleem gaat; misschien komt de meligheid juist voort uit ongemak, omdat het probleem fundamenteel verbonden is met de Nederlandse landschappelijke identiteit. Het zit diep. Dit moet, voor wie later inschakelde, even worden uitgelegd.

PLEISTERS PLAKKEN

Een korte geschiedenis van vijfduizend jaar slappe grond, uiteengezet door geoloog Gilles Erkens (Deltares), luidt als volgt. De rivieren voerden vierduizend jaar lang sedimenten aan die het deltagebied achter de duinen ophoogden, en op dat aanslibsel groeide veen. Het sponsachtige veenland kwam eeuw na eeuw steeds hoger te liggen, tot enkele meters boven zeeniveau. Toen trokken mensen het gebied binnen. Ze maakten het veen 120

begaanbaar door sloten te graven om het water uit de spons te draineren. Veen blijft bestaan zolang het onder water staat; zodra het aan zuurstof wordt blootgesteld, oxideert het, waarbij het inzakt en CO2 afgeeft. Om het zinkende gebied geschikt te laten blijven voor agrarisch gebruik, moest het waterpeil met steeds krachtiger middelen worden gereguleerd. Volstonden eerst greppels, later kwamen er dijken, molens en gemalen bij. Steeds leverde dit op korte termijn resultaat op – er kon weer even worden geboerd – maar voor de lange termijn leidde het tot alsmaar diepere bodemdaling. Het maaiveld zakte tot meters onder zeeniveau. In zekere zin is het probleem van de bodemdaling niet pas nu urgent, maar al die hele duizend jaar. Met de ontginning is een proces in gang gezet dat een ecologische ramp zou heten als het niet zo langzaam ging. Het is een lineair proces, het gaat alleen maar verder omlaag, en als er een remedie voor is, is die tot dusver niet gebruikt. Er waren alleen lapmiddelen die tijdelijk verlichting brachten. Erkens: ‘We hebben duizend jaar langs steeds één manier van adaptatie gehanteerd, waarbij we altijd achter de feiten aanliepen. We plakten pleisters op een wond die niet geneest.’ Maar dit proces heeft, met z’n sloten, dijken, molens en gemalen, ook de karakteristieke landschappen geschapen die nu als typisch Hollands of Fries worden gewaardeerd. Eerst werd er rogge verbouwd, en toen dat niet meer ging, kwam het gras dat beter tegen drassigheid kan. Er graasden melkkoeien en gaandeweg bloeide de kaasmakerij op als een methode om melk langer houdbaar te maken. Zonder bodemdaling had de beroemde Hollandse kaas niet bestaan – is het toeval dat de bekendste kaas, de Goudse, uit het gebied met de sterkste bodemdaling komt?

RENTMEESTER

‘Het landschap gaat ten onder aan datgene wat de identiteit ervan bepaalt’, merkte gastheer Berno Strootman (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, College van Rijksadviseurs) op: ‘Het agrarisch gebruik heeft het karakter van het landschap gevormd, maar is ook de oorzaak van de bodemdaling.’ Strootman noemde vijf redenen waarom het probleem nu drastisch moet worden aangepakt. De bodemdaling heeft tal van negatieve effecten, zoals zoute kwel in landbouwgebieden, funderingsproblemen bij bebouwing, en archeologische schade. Het gaat gepaard met een CO2-uitstoot van 30 ton per hectare per jaar; samen stoten de veengebieden evenveel uit als twee miljoen auto’s. Ook hebben de veengebieden een unieke cultuurhistorische betekenis; zij vormen internationaal gezien ons meest bijzondere landschap en zijn ook van economisch belang voor toerisme en recreatie. De aanpak kost veel geld, naar schatting 18 tot 22 miljard euro tot 2050. En tenslotte, aldus Strootman: ‘Wij kunnen niet langer de boer


HET DEBAT HEEL HOLLAND ZAKT met dit probleem opzadelen. Vanuit zijn bedrijfsbelang zal bij hem het kortetermijnbelang overheersen, bijvoorbeeld in de keuze om nog dieper te ontwateren, of innovatieve technische kunstgrepen toe te passen zoals onderwaterdrainage. Maar instandhouding van de veengebieden is ook een maatschappelijk belang, en dus een zaak van de overheid, die als rentmeester een langetermijntaak heeft.’

HET EINDE VAN HET SYSTEEM

‘Fysiek naderen we het einde van het systeem’, vulde Erkens aan. Oftewel: je kunt lang doorgaan met het laten verdwijnen van het veen, maar op een gegeven moment is het gewoon op. De bodem daalt niet alleen door oxidatie, maar ook doordat er steeds meer en steeds zwaarder wordt gebouwd. De klimaatverandering verergert het probleem op twee manieren: veenoxidatie draagt bij aan CO2-uitstoot en dus aan opwarming, en door de opwarming stijgt de bodemtemperatuur (nu 15 graden) waardoor het oxidatieproces verder wordt versneld. Bovendien: ‘Wij weten nu beter hoe het proces van bodemdaling werkt. Wij hebben meer inzichten en technieken dan onze voorouders, en dat verplicht ons te handelen. Wij zijn schuldig als we het probleem negeren.’ Ook ons inzicht in de kosten van bodemdaling is verbeterd. Voorheen bleven veel kosten verborgen, weggestopt in allerlei onderhoudsposten van gemeenten, provincies, waterschappen, woningcorporaties en wat dies meer zij. Nu deze verborgen posten in kaart zijn gebracht, wordt een complete maatschappelijke kosten-batenanalyse mogelijk. De stapeling van problemen is nog niet ten einde. Bodemdaling en zeespiegelstijging leiden samen tot verzilting (zouter grondwater). De waterhuishouding in aangrenzende zandgebieden kan verstoord raken, bijvoorbeeld in het zuidoosten van Friesland en in de drinkwaterwinningsgebieden in de duinen. Kwetsbare en fijnmazige bodemsystemen lijden schade. ‘Het gaat niet vanzelf weg’, aldus Erkens. ‘De gebieden die in de komende decennia gaan dalen, zijn dezelfde die dat de afgelopen duizend jaar al deden.’ Op de kaart van de verwachte daling tot 2050 kleuren de vertrouwde delen van Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Friesland het donkerst, met als snel dalende nieuwkomer Zuidelijk Flevoland. De bodemdaling in de provincie Groningen heeft zoals bekend een andere oorzaak.

BATTLEFIELDS

Terwijl de bodemdaling in een groot gebied plaatsvindt, is bij de aanpak maatwerk nodig, zo maakt Erkens duidelijk. In het hele gebied ligt een dikke plak veen in de ondergrond, maar het maakt veel uit of het veen onder het grondwater ligt, of erin. In het eerste geval komt er geen zuurstof bij het veen en dan kan het veen niet oxideren; daar treedt geen of nauwelijks bodemdaling op. In het tweede geval gebeurt dat wel. In steden en dorpen is er een verschil tussen verhard en

onverhard oppervlak, tussen de zinkende bodem en de bebouwing die dankzij de fundering gefixeerd is. in het Groene Hart zijn verzakkende stoepen die periodiek moeten worden opgehoogd een vertrouwd verschijnsel. De meeste problemen doen zich voor in stads- en dorpsbuurten van rond 1900, met hun ondiepe funderingen, karige ophooglagen en versteende straten. ‘Daar komt alles samen. Dat zijn de battlefields van de klimaatadaptatie.’ Wijnand Bouw liet er voorbeelden van zien uit het Groene Hart, uit grotere plaatsen als Gouda en Woerden en kleinere als Kanis. Elke twintig jaar, en soms veel eerder, is een herinrichting van de woonomgeving noodzakelijk omdat de bodem weer verder is gezakt terwijl de bebouwing op hoogte blijft. In individuele tuinen is te zien hoe bewoners om de zoveel tijd een extra trede toevoegen om de hoogte naar hun voordeur te overbruggen. Landschapsarchitect Peter de Ruyter behandelde het ‘lage midden’ van Friesland als casus. Dit veengebied strekt zich uit van Dokkum in het noordoosten tot Lemmer in het zuidwesten, ingeklemd tussen het westelijke kleigebied en het oostelijke zandgebied. Het veengebied had vroeger een groot waterbergend vermogen, maar het is in hoog tempo ontwaterd en omgevormd tot een ‘biljartlaken’ voor de grootschalige melkveehouderij. Symbool van deze verandering is de ‘Chinese Melkweg’, de enorme melkpoederfabriek voor de Aziatische markt die bij Heerenveen is neergedaald. Het land zakt hier in hoog tempo, met 1 à 2 cm per jaar. In dit tempo is het veen in 2100 helemaal verdwenen. Dat betekent het einde van een van de drie karakteristieke Friese grondsoorten, klei, veen en zand. Vroeger bestond 10 procent van het gebied uit oppervlaktewater en nu nog maar 2 procent; dat maakt het steeds moeilijker om zware regenval kwijt te raken, maar ook om water vast te houden voor droge perioden. Friesland gaat dus veel waterproblemen van eigen makelij tegemoet. Daarnaast is er verlies aan landschapsdiversiteit, biodiversiteit, bodemkwaliteit en cultuurhistorie. Wat resteert is, dixit De Ruyter, ‘een badkuip’.

PEIL EN FUNCTIE

‘Volgt de functie het peil, of volgt het peil de functie?’ Dat is al heel lang de centrale vraag in het landelijk gebied, aldus Hans van der Vlist van het Veenweideinformatiecentrum (VIC). In de loop van de twintigste eeuw is deze vraag verzeild geraakt in een links-rechts schema: rechts steunde de boeren die een lager peil wilden, links de natuurbeschermers die het peil hoger wensten. ‘En doordat rechts altijd een meerderheid heeft, werd het peil aangepast aan de agrarische functie.’ Nu is de vraag of deze tegenstelling kan worden overstegen: als het peil leidend wordt, en de landbouw moet volgen, is er dan 121


een nieuwe toekomst voor de landbouw mogelijk? Het is een complexe afweging, want terwijl de boer behalve peilverlaging ook schaalvergroting wil, is het huidige landschap economisch juist interessant voor recreatie en toerisme; met de kanttekening dat de kleinschalige structuur duur is om te onderhouden. De agrarische toekomst ligt mogelijk in de overstap naar ‘natte’ teelten, zoals lisdodde, cranberry’s en algen, opperde Van der Vlist. Of in de introductie van andere soorten koeien die minder last hebben van een drassige ondergrond, en die een andere soort kaas zullen leveren. Zo’n overstap stuit echter vaak op een ‘cultureel lock-in’: veel boeren zijn tegen vernieuwing ook al zou die lucratief kunnen zijn, alsof ze de gevangenen zijn van hun eigen traditie.

EIWITTRANSITIE

Voor Laag-Holland, het gebied ten noorden van Amsterdam, zocht landschapsarchitect Pieter Veen naar mogelijke agrarische transities, waarbij hij aansloot op de landschappelijke kenmerken die onder meer samenhangen met de dikte van de veenlaag. Hij onderscheidde vier scenario’s waarvan twee goede perspectieven bieden voor het combineren van economie en landschap. Het scenario ‘nieuwe teelten’ is interessant in het licht van de ‘eiwittransitie’, met het doel om in het gebied minstens 50 procent plantaardige eiwitten te produceren in plaats van, zoals nu, 90 procent dierlijke eiwitten. Waterland zou als proeftuin kunnen dienen voor teelten als lisdodde, veenmos en kroosvaren. Het tweede scenario, ‘korte ketens’, wil een sterkere band smeden tussen de landbouw en de stad, niet alleen door de voedselproductie maar ook door verbindende fietsroutes en een voedselbos. Twee andere scenario’s lijken minder interessant als evenwicht tussen economie en landschap. Agrarische schaalvergroting is in sommige gebieden mogelijk, zij het niet in de veengebieden maar in de droogmakerijen; het veengebied zou dan geschikt zijn als hooiland en jongveeweiden. Tenslotte kan een gebied ecosysteemdiensten aanbieden, in de vorm van natuurinclusieve landbouw. Ook Peter de Ruyter zocht naar oplossingen voor het verschraalde veengebied, in zijn geval in Friesland. Hij wil de waterhuishouding verbeteren door een robuust systeem met tussenboezems, waterberging en wandelroutes, met ook hier natte teelten als lisdodde, geschikt als ruwvoer voor het vee in plaats van mais. De tussenboezems fungeren als buffer rond natuurgebieden en dragen bij aan de waterzuivering.

KLIMAATSCHAP

Een radicaal plan voor het veengebied kwam van Tim Kort, die ermee afstudeert aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Hij stelt voor de polder de Ronde Hoep om te vormen tot 122


‘Klimaatschap Amstelland’. De polder is nu in gebruik bij boeren en afgesloten voor burgers, en de bodem zal tot 2100 nog met 60 cm dalen. Kort stelt zich niet tevreden met vertraging van de bodemdaling of met stilstand, maar wil binnen twintig jaar bodemstijging bereiken. Ook moet het gebied tegen die tijd CO2 opnemen in plaats van uitstoten. Om dit te bereiken kijkt hij verder terug in de tijd dan de cultuurhistorische periode: hij haalt zijn inspiratie uit de natuurhistorie. Ooit, voordat de mens het gebied ontgon, groeiden hier bosveen, rietveen en kleiveen. Het zit nog in de onderlaag, en Kort wil het weer naar boven halen zodat de polder de omgekeerde weg gaat en opnieuw riet-, voedsel en bosmilieus zal herbergen. Dat wil hij bereiken door stedelingen de gelegenheid te geven tegen landbouwprijs een deel van het gebied te kopen, op voorwaarde dat ze het gebruiken op een manier die CO2 opneemt in plaats van uitstoot, en die de bodem doet stijgen in plaats van dalen. ‘De burger krijgt de kans om het agrarisch landschap om te vormen naar een natuurlijk landschap’, aldus Kort. ‘Het gebied gaat van ontginning naar reginning. ’ Nadat het agrarisch landschap verbonden is geweest met bodemdaling, wil hij bodemstijging realiseren in een ‘klimaatschap’, een begrip waarin klimaat, maatschap en landschap samenkomen. Door juist de befaamde Ronde Hoep voor deze ontwerpoefening te kiezen, zet Kort de gedachten op scherp. Als de cultuurhistorie zozeer samenvalt met de trage ecologische ramp, moeten we de cultuurhistorie dan wel koste wat kost koesteren? Of zouden we vooruit kunnen komen door nog verder terug te gaan?

LANDSCHAPSPIJN

Peter de Ruyter beperkte zijn voorstel niet tot Friesland, maar pleitte voor een nationaal gebiedsprogramma voor de veengebieden, onder de naam ‘Ruimte voor het Veen’, naar het succesvolle voorbeeld van Ruimte voor de Rivier. ‘We moeten samen op zoek gaan naar een nieuwe balans tussen melk en water.’ Net als bij Ruimte voor de Rivier zou er per gebied een plan moeten komen, maar wel in onderlinge samenhang en met een rijksoverheid die de plannen faciliteert. Je zou het ‘ruilverkaveling 2.0’ kunnen noemen, suggereerde De Ruyter. ‘De eerste ruilverkaveling had als motto: Nooit meer honger. Nu kan het motto zijn: Nooit meer landschapspijn.’ Ook anderen roepen het rijk op om actiever te zijn. ‘Het rijk missen we wel’, zei wethouder Hilde Niezen van Gouda, een van de steden met ernstige bodemdalingsproblemen die actief zijn in het Platform Slappe Bodem. Ook zij heeft behoefte aan een nationaal programma, maar dan voor het stedelijk gebied.

Gilles Erkens plaatste deze roep om actieve rijksbemoeienis in internationale context aan de hand van buitenlandse voorbeelden (Mississippi, New Orleans): ‘Uiteindelijk is het de federale overheid die ingrijpt, omdat de problemen te groot zijn voor het lokale en zelfs het regionale bestuur.’ Om te beginnen moet er meer kennis en data beschikbaar zijn. Het klinkt verrassend, maar zelfs in Nederland houdt het kennisniveau over bodemdaling niet over. Veel relevante gegevens ontbreken, en veel modellen zijn sinds de jaren tachtig niet bijgewerkt, aldus Erkens. De Nationale Informatievoorziening Bodembeweging (NIB) wil deze achterstand wegwerken. Maar er moet meer gebeuren. ‘In Europees verband staat dit vraagstuk nog niet op de agenda’, zegt Erkens, en dus moet Nederland het op eigen kracht doen. ‘Wij zijn een rijk land – als wij het niet oplossen, lossen ze het nergens op. Wij kunnen, terwijl we onze eigen bodemproblemen onderzoeken en aanpakken, een living lab voor de wereld zijn. Maar dan moeten we ook royaal zijn, met onderzoeksbudgetten die passen bij de economische belangen die op het spel staan.’

CHEFSACHE

‘U hoort het, deze problematiek gaat de regio te boven. Het is Chefsache!’, legde dagvoorzitter Ruben Maas voor aan Hans Tijl van het ministerie van IenM. ‘Daar ben ik het wel mee eens’, reageerde Tijl. ‘Het probleem gaat door alle schaalniveaus heen en het vraagt om verbinding met andere opgaven. Twee reacties zijn dodelijk: Er is geen geld voor, en: Daar gaan wij niet over. Daar moeten we van af. We gaan er met z’n allen over, en we barsten in Nederland van het geld. En als we niets doen, kost het nog veel meer. Helaas ging het politieke klimaat de afgelopen tijd de andere kant op. De overheid laat z’n land wegzinken en er is dus dringend actie geboden. We hebben te lang niets gedaan.’ Paul Roncken, landschapsarchitect en provinciaal adviseur in Utrecht, maakte tot slot de nog weinig comfortabele tussenstand op. ‘Niemand heeft voldoende informatie, waardoor te vaak beslissingen worden gemaakt op emotionele gronden. Er zijn in de afgelopen vijftien jaar allerlei studies en projecten geweest, maar niemand heeft de uitkomst daarvan bijgehouden. Intussen zijn er andere krachten in het landschap aan het werk: terwijl wij het over het karakteristieke landschap en bodemdaling hebben, biedt een slimme ondernemer 3000 euro per hectare landbouwgrond om er een zonneweide van te maken. ‘In die chaos leven we nu. We hopen op goede ideeën van ontwerpers, maar die ontwerpen zijn nog niet op niveau. Het zijn nog eerste ideeën, en de landschapsarchitectuur moet haar positie nog vinden.’

123



NAWOORD EN DANKWOORD, BRONVERMELDING, BIJLAGE


126


NAWOORD EN DANKWOORD Ik heb eindeloos veel door het Amstelland gedwaald in levende lijve en met Google Streetview op momenten dat ik inspiratie nodig had, op momenten dat ik toe was aan reflectie en op momenten waarop ik even met mijn eigen ogen moest zien hoe de situatie nu echt in elkaar zat. Bij de boer heb ik gekampeerd en ik heb rondgelopen in het vogelreservaat in het midden van de Ronde Hoep onder leiding van een vogeldeskundige van Landschap Noord-Holland. Tijdens de Amstellanddag ben ik op bezoek geweest bij verschillende boeren. Ik ben in het gemaal van de Ronde Hoep geweest en heb een kijkje genomen in een fort van de Stelling van Amsterdam.

Ik wil graag mijn (oud)collega’s van Bureau B+B Stedebouw en Landschapsarchitectuur en DELVA Landscape Architects bedanken. In de tijd dat de crisis toesloeg heb ik van deze bureaus de mogelijkheid gekregen praktijkervaring op te doen, iets wat door mij niet als vanzelfsprekend wordt gezien. Een speciale dank gaat uit naar mijn collega’s Gert-Jan Wisse en Simona Serafino vanwege het feit dat ik mijn presentaties met jullie heb mogen oefenen. Daarnaast wil ik mijn commissie bedanken voor de begeleiding en feedback tijdens de commissie-avonden. Een speciale dank gaat uit naar mijn mentor Marieke Timmermans, ik heb je eindeloos veel gemaild, je reacties stelde mij altijd weer op scherp.

Het Amstelland is nu al een prachtig landschap, je kunt zeggen dat het jammer is Ik wil mijn moeder en broer en zusdat er iets moet gaan veranderen. sen bedanken voor de steun van de afgelopen zes jaar. Mam, het moment Van nature is de mens tegen verandering, waarop je zei ‘zou je die bomen niet een daarom is het maatschappelijk debat zo herfstkleur geven, dan komt de tekening belangrijk, daarom is het belangrijk om wat meer tot leven’ maakte mij vrolijk en met nieuwe scenario’s te komen. gelukkig tegelijk. Er is veel gebeurd in ons leven, Ik ben van mening dat met dit afstueen beladen periode tijdens het afstudedeerplan een scenario is toegevoegd ren maakt dat ik weer vooruit kan kijken, waar niet eerder op deze wijze over is een toekomst samen met de mensen die nagedacht. Ik kijk met een open vizier veel voor mij betekenen. naar de toekomst en de maatschappelijke discussie die ongetwijfeld zal ontstaan.

Een dank wil ik ook uitbrengen naar mijn huisgenoot en goede vriend Antoine Fourrier. Ik ben tijdens de afstudeerperiode niet altijd even aardig geweest, desondanks was je er altijd om even mijn enthousiasme en twijfels over het plan te bespreken. De periode dat ik heb gestudeerd aan de Academie en Larenstein was ik veel gefocust op mijn projecten en op mijzelf. Ik ben er voor vrienden en familie niet altijd geweest op de momenten dat ik er wel had moeten of willen zijn. Desondanks ben ik enorm trots dat ik hier nu sta, ik had dit niet zonder jullie kunnen bereiken. Met dit afstudeerplan komt een einde aan zes jaar studeren aan de studie Landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst. Het waren intensieve jaren die ik heb ervaren als een snelkookpan om mijzelf klaar te stomen voor het vakgebied. Vanaf nu is de Academie geen reden meer om te zeggen ‘sorry, ik kan er helaas niet bij zijn’. De tijd voor de intensieve studie is voorbij, de tijd voor jullie komt eraan. Ik ben niet de persoon om stil te gaan zitten en dat zal ik ook na de Academie niet doen. Dat beloof ik aan mijzelf, mijn familie, mijn vrienden en andere (toekomstige) dierbaren.

127


128


BRONVERMELDING WEBSITES https://climate.nasa.gov/evidence/ http://landschapinnl.nl/bronnen-en-kaarten http://www.klimaatscenarios.nl/kerncijfers/index.html https://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer/ https://www.nature.org/ourinitiatives/urgentissues/global-warming-climate-change/help/10-climate-change-facts.xml www.atlasleefomgeving.nl www.knmi.nl www.pbl.nl www.pdok.nl BOEKEN Sun Uitgeverij (2001), Amsterdams Arcadia Thoth, Uitgeverij (januari 1998), Het landschap van Rembrandt Thoth, Uitgeverij (november 2012), Atlas Amstelland ARTIKELEN Alterra Wageningen UR (2007), Veenweide: Remmen of doorstarten? Vanuit Cultuurhistorie naar de toekomst Architectenweb (29 oktober 2016), Stormloop op zelfbouwkavels Bodem (2017, april). Het innovatie programma in Noord-Holland Boerenbusiness (30 augustus 2016), Gemiddelde grondprijzen landbouwgrond De Gemeente Ronde Venen (2013), Ontwerp Structuurvisie De Ronde Venen 2030 Gemeente Amsterdam (2015), Metropoolregio Amsterdam Gemeente Ronde Venen, Hoogheemraadschap Amstel-Gooi en Vechtstreek, Provincie Utrecht, (november, 2006) Illustratie waterproblematiek Het Parool (17 juni 2015), Inwonersaantal moet verdubbelen voor economische groei Het Parool (5 maart 2016), Bouw in het groen van Waterland, niet in Almere InnovationNetwork (2009), Naar nieuwe ketens voor het benutten van eendenkroos Klimaat voor Ruimte en Kennis voor Klimaat (2010), Klimaatadaptatie in het landelijk gebied Landschap (2013), Waterberging en veenvorming als klimaatbuffer Landschap Noord-Holland (2014), Vernatten voor veenbehoud, carbon credits & kansen voor paludicultuur en natte natuur in Noord-Holland Milieufederatie Noord-Holland (2015), Waarheen met de veenweidenatuur? NOS (12 december, 2016), Boeren schieten ook in 2016 door fosfaatplafond NOS (23 augustus 2017), Nederlands veen stoot steeds meer CO2 uit, bijna zoveel als een kolencentrale NOS (3 februari 2016), Zeker 1000 melkveehouders stoppen er snel mee Planbureau voor de Leefomgeving (2010), Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige natuur Provincie Noord-Holland (2013), Uitvoeringsprogramma Stelling van Amsterdam 2014-2016 Straatbeeld (20 juni 2017), Gezondheidsraad: Meer groen in en om de stad Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart (2014), Groene Hart monitor 2014 Volkskrant (18 juni, 2016), De kwaliteit van de leefomgeving geeft de doorslag Volkskrant (25 juni, 2016), Heel Holland zakt, Rene Didde Volkskrant (25 oktober, 2016), Bomen zijn het langzame goud, Bert Dirks Volkskrant (30 juni, 2016), Deal Parijs gaat lang niet ver genoeg Volkskrant (4 juli 2017), Nederland nu echt in met klimaatakkoord, Frank Staver en Bart Zuidervaart PERSONEN Boer E. Schrama, boer in de Ronde Hoep, eigendommenkaart Ronde Hoep T. van den Bosch, Boeren camping Botsholland L. Hulst, Gemeente Ronde Venen 129


Hardlooptrack Schinkeleiland-A’dams Bos Langs de hardlooptrack kom je veel functies tegen die aanleiding geven gebruik te maken van de route. Ontwerp van de route past bij type gebruik. - Sapjesbar - Restaurant aan roeibaan - Sport

‘t Kleine loopveld langerekt smalle zone die het bos verbindt met de Amstelscheg

Functies als bufferzone Tussen Amstelveen en de Amstelscheg ligt een bufferzone van voetbalvelden, hockeyvelden, golfvelden, paardensport en volkstuinen

Dijkweg nr 1 Groot verschil tussen hoog en laag. Ingewikkeld waterpeil.


BIJLAGE LOCATIEFOTO’S Aankomst Amstel Drukker met fietsers, motoren en auto’s. Direct een restaurantje.

Ouderkerk aan de Amstel De snelweg dringt zich op, de omgeving gaat achteruit

De Amstel standaard profiel, smal halfverhard pad, bermpje, 2x fiets, 2x auto. Amstel flink verhoogd, huizen halverwege hoogteverschil

Onder de snelweg door Vanaf hier ontstaan grotere vergezichten.

Roeiers, snelweg altijd op de achtergrond in de winter. In de zomer is de snelweg niet meer zichtbaar en veel minder hoorbaar door de vegetatie. Veel fietsers en wandelaars aan de andere zijde van de Amstel, bebouwing en snelweg zijn altijd de begrenzing van de horizon.

De Waver Slingerend met enkele woningen. Snelweg altijd op de achtergrond

Historische buitenplaatsen 30 buitenplaatsen zijn er gebouwd langs de Amstel. De meeste aan de westzijde van de Amstel. Langs het jaagpad voor trekschuiten naar Utrecht. Te midden tussen een boerderij en een landhuis. De Wester-Amstel is open voor publiek.

Behoud van de Ronde Hoep Bewoners zijn fel tegen veranderingen.

Nieuwe buitenplaatsen Nog steeds worden er nieuwe buitenplaatsen gebouwd, groot, protserig en niet meer gelinkt aan de Amstel want .. die is te druk?

Trekpond over de Holendrecht

Nieuwe bomenrij bij snelweg


Bomen maskeren de snelweg

Molen aan de Angstel met een eigen ophaalbrug

Natuur als rand van A’dam

Een bewoner leidt een teruggetrokken bestaan aan de Angstel. Een woning met een eigen ophaalbrug.

Dijkwoningen Abcoude

Begraafplaats net buiten Baambrugge

Binnen Rust

Zorgboederij Den Haring

De Angstel Gemoedelijke rivier, rust en nauwelijks woningen

Kasteel Loenersloot

BeĂŤindiging autoweg, start voetpad

Doodlopend pad Angstelkade

Overloop naar olifantenpad

Molen Angstelkade, A2


Spoor als barrière

Veenkade Grote inlaat in polder

Doorsnijding landschap door A’dam-Rijnkanaal

Veenkade Moestuin ‘Oase’

Linker kade veel gebruik, rechterkade vrij van gebruik

Dichtbij Utrecht Amsterdam van de kaart op de rand van de Provincie Utrecht

De snelweg A2

Woerdense Verlaat Kromme Mijdrecht Rust, ruimte, nostalgie

Natuurpad Boterwal

Natuurcamping

De Oude Aa




De natuur staat in de startblokken om het veenweidelandschap klimaatneutraal te groeien

136


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.