HET DEINEN VAN DE DUINEN
Marleen van Egmond
Een poëtische visie voor een veerkrachtig en toekomstbestendig landschapssysteem in en rond de Schoorlse duinen.
HET DEINEN VAN DE DUINEN
Een poëtische visie voor een veerkrachtig en toekomstbestendig landschapssysteem in en rond de Schoorlse duinen.
Marleen van Egmond mmhvanegmond@gmail.com
Master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst Mei 2024 Commissie: Saline Verhoeven (mentor) Marit Janse Hanneke Kijne & Jandirk Hoekstra
Extra leden t.b.v. het examen: Willemijn van Manen Thijs de Zeeuw
Afdelingshoofd Landschapsarchitectuur: Joost van Emmerik (vanaf 2022) Hanneke Kijne (tot 2022)
ZEEREEP
Ruigte. Stuifduinen
Zand schuurt de huid en striemt de ogen
Gesel van wind en slijpsel van kristallen grond
Nooit was het anders sinds de Noordzee, die directe nazaat van de goden eonen terug, hier met haar werk begon
En zij verveeld of woedend, met haar rusteloze golven, zandgolven, stuifels van haar branding, land schiep naar haar evenbeeld -
Op de door duinzand overstoven oeverwallen van het Oer-IJ loopt een verharde stroomrug naar een nederzetting uit de Enentwintigste Eeuw Ellie de Waard 2009
inhoud
Intro
01 / Onderzoek
Analyse
Wonen op de strandwallen
De weg langs het duin
Het watersysteem
Bodem en landgebruik
Vegetatie
02 / Strategie
Probleemstelling
Ontwerp principes
03 / Ontwerp
Ontwerp
Een veerkrachtig watersysteem
Transformatie in vegetatie
Het landschap
Inzoomen
Nieuwe landschapsbelevingen
Dankwoord
Literatuurlijst
Externe adviseurs
intro
De Schoorlse duinen is de plek waar ik ben opgegroeid. Ik heb het landschap en mijn eigen relatie met dit landschap zien ontwikkelen. Als klein meisje was het een hele uitdaging om over de hoge en brede duinen naar zee te komen. In mijn tienerjaren werkte ik op het strand en fietste ik in een grote boog om de duinen heen. Maar toen de duinen zo’n tien jaar geleden in brand stonden, was dat een keerpunt, en realiseerde ik mij hoe prachtig en kwetsbaar dit gebied is.
Ruim anderhalve eeuw geleden bestond dit landschap enkel uit stuivend zand. Geen plant durfde hier te groeien. De bewoners van de duindorpen smeekten om een oplossing voor het stuivende zand. Talloze pogingen om helmgras en naaldbomen te planten, verankerden de duinen. Het landschap transformeerde van een guur en onstuimig gebied naar een toevluchtsoord voor mens en dier.
Dit project onderzoekt de diepe verbinding tussen het duin- en polderlandschap rondom Schoorl en belicht hun onderlinge afhankelijkheid via het wateren bodemsysteem. Het gaat om meer dan alleen een technische analyse; het is ook een poëtische verkenning van de interactie tussen de torenhoge duinen en de vlakke polders. Historisch gezien nodigden landeigenaren kunstenaars uit naar het gebied om de verbluffende contrasten en natuurlijke schoonheid vast te leggen, waarbij het landschap in zijn ongerepte vorm werd vastgelegd.
Door de locatie van de duindorpen en de groeiende interesse om in de natuur
te recreëren is het gebied een populaire bestemming geworden bekend om haar vele campings en recreatiewoningen. Echter, met een groeiende bevolking en toenemende interesse in de natuur, neemt de druk op de duinen toe. Niet alleen recreatie legt druk op het landschap, maar ook klimaatdreigingen zoals de stikstofcrisis zorgen voor de vergrassing van de duinen. Zeespiegelstijging bedreigt de breedte van het duin, en het naaldbos zorgt onder andere voor verzuring van de bodem. De polders verzilten, en droge zomers zorgen ervoor dat het duin uitdroogt en de grondwaterstand zakt, met mogelijke drinkwatertekorten tot gevolg. De monoculturen in de landbouw en bollenteelt hebben geleid tot een sterke afname van de biodiversiteit. Waar landbouw vroeger hand in hand ging met de natuur, is het nu een gescheiden systeem geworden, waarbij landbouw vooral een functioneel doel heeft.
Wat ooit een dynamisch systeem was, ligt nu vast. Het landschap heeft geen ruimte meer om te deinen en verliest daarmee zijn toekomstwaarde. De natuurlijke logica van het landschap is zoek, en er is een nieuw ecologisch verhaal nodig.
Dit project richt zich op het herstellen van de ecologische basis die nodig is voor het landschap om weer te kunnen deinen, met als doel het veerkrachtig te maken tegen toekomstige uitdagingen, terwijl het vernieuwde landschapsbelevingen biedt tussen de duinen en de polders, zoals de kunstenaars van vroeger dat ooit deden.
/ onderzoek
opgave
Het projectgebied bevindt zich in Noord-Zuid richting tussen Petten en Egmond aan Zee en in Oost-West richting tussen het Noordhollandskanaal en de Noordzee.
Ooit liep het duin over in het moeras als een zacht gradient. Tegen het duin aan lagen de strandwallen waarop we zijn gaan wonen. In de vroege Middeleeuwen en de tijd van de Romeinen werd de binnenduinrand geegaliseerd en verder ontgonnen zodat het land bruikbaar werd voor landbouw. Door de aanwezig-
heid van waterbronnen door het duin en de vruchtbare grond op de strandwallen was het een aantrekkelijke plek om te wonen.
Door het egaliseren en afgraven van de strandwallen, het inpolderen van het moeras, het bewonen van de hogere delen en de Herenwegen die de duindorpen met elkaar verbinden is er een harde grens ontstaan in de binnenduinrand. Wat ooit een dynamisch gradient was is nu een landschappelijke barriere tussen duin- en polderlandschap.
duin liep over in moeras circa voor 200 n.Chr.
duin en polder vormen twee gescheiden werelden - circa na 200 n.Chr.
de binnenduinrand vormt een dynamisch gradient tussen duin- en polderlandschap - toekomstperspectief
Bergen aan Zee
Egmond aan Zee
Egmond aan de Hoef
9000 v. Chr
geomorfologie
Om de opbouw van het landschap beter te begrijpen, moeten we ver terug in de tijd. Rond 9000 v.Chr. lag de zee veel verder weg dan nu. Zand werd aangevoerd door rivieren. Kalkarm zand kwam uit de bergen van Scandinavië en Duitsland, terwijl kalkrijk zand werd aangevoerd vanuit de Alpen.
De grens waar het kalkrijke zand overging in kalkarme zand ligt tussen Bergen en Schoorl. Het noordelijke deel van de duinen behoort daarom tot het Waddendistrict, en het zuidelijke deel tot het Duindistrict.
Toen de zee het land overspoelde (rond 5000 v.Chr.), ontstonden er kwelders en moerassen achter de duinen. Zeeklei werd het land binnengedragen en begon zich op te hopen achter de duinen (rond 2750 v.Chr.).
kalkarm zand aangevoerd vanuit Scandinavie
kalkrijk zand aangevoerd vanuit de Alpen
Uiteindelijk werden de moerassen en kwelders ingepolderd om te worden gebruikt als landbouwgrond. De moerassen verdwenen, en land werd gemaakt (vanaf 1400 n.Chr.). kwelders duinen hogere zandgronden en stroomruggen polders moeras
5000 v. Chr
800 n. Chr.
1500 n. Chr.
2750 v. Chr
500 v. Chr
2000 n. Chr
duinvormen
A. Gesloten loopduinenreeks
C. Loopduinen en loopduinvlaktes
E. Afslagkust en rollende zeereep
wonen op de strandwallen
De strandwallen in Schoorl en Bergen, en meer in het algemeen langs de Nederlandse kust, waren een van de vroegste plekken waar mensen zich in dit gebied vestigden. Bovenop de hoger gelegen zandbanken vormde zich een relatief veilige plek voor bewoning, omdat ze hoger lagen dan het omliggende veen- en moerasland, dat vaak onder water stond.
Oude duinen / strandwallen
Jonge duinen
Duindorpen
Historische artefacten
Dorpen / steden in de omgeving
Noordzee
Projectgrens
de weg langs het duin
De Heerenwegen werden in de middeleeuwen aangelegd en vormden een belangrijke route over de hoger gelegen strandwallen, omdat deze droger en veiliger waren dan de omliggende veen- en moerasgebieden. Ze verbonden de duindorpen met het achterland, wat cruciaal was voor handel, vervoer en landbouwactiviteiten. De naam “Heerenweg” of “Heereweg” verwijst vaak naar de heerwegen, wegen die gebruikt werden door lokale edelen of bestuurders (“heren”) die landgoederen in de omgeving bezaten.
Deze wegen liepen door en langs de dorpen Schoorl, Bergen en Egmond en vormden de ruggengraat van de lokale infrastructuur. Omdat de Herenwegen pal langs het duin liggen vormen ze een landschappelijke barrière. Een harde grens tussen het duin en de polder.
Heerenwegen
Zichtlijnen in relatie tot het duin en de polder
Ontsluitingswegen
A9
Secundaire ontsluitingswegen
Hoofd fietspaden netwerk
Wandelnetwerk in het duin
Noordzee
Projectgrens
DE HISTORISCHE SCHOONHEID VAN HET LANDSCHAP
IS SLECHTS SPORADISCH BELEEFBAAR
De duindorpen zijn aan elkaar gerijgd langs de Herenwegen die de dorpen met elkaar verbinden. Slechts enkele openingen in de bebouwing laten je een glimp zien van het duin of de polder.
Soms opent het duin zich en liggen er bollenvelden tegen het duin aan. Een echte trekpleister.
hebt hier het gevoel alsof je door een beukenbos fietst.
Door gaten in het struweel krijg je een glimp van de open polder te zien.
Een weids uitzicht vanaf de dijk
De Postjesweg is een drukke fietsroute langs het duin van Bergen naar Schoorl
De Herenweg ligt hier een beetje van het duin af waardoor je af en toe zicht hebt op het duin en de polder door openingen in de bebouwiung
De dennenbomen komen hier op je af op de Eeuwige laan, ze zijn allemaal scheef gegroeid.
RECREATIE
Recreatie bestond vroeger uit de jacht. Het land was van landeigenaren en mensen van adel. Niet iedereen had het bos tot zijn beschikking. Vanaf 1900 veranderde dat omdat het land in bezit van provincies en de overheid kwam.
Vanaf de jaren 60 en 70 kwam er echt een opmars in de recreatie ontwikkeling. Openluchtreactie werd een hype. We gingen massaal met z’n allen de “natuur” in.
Er kwamen bungalows in het duin. Overal kwamen strandhuisjes langs het strand en strandpaviljoens. In het bos gingen we wandelen, paardrijden, mountainbiken, hardlopen, picknicken etc.
Recreatie ontwikkeling
Recreatie alleen voor landgoedeigenaren en kunstenaars tot 1920-1930
Recreatie en educatie.
Na WOII neemt recreatie snel toe
OCCUPATIE VAN HET NETWERK
De recreatieve routes hangen vast aan het autonetwerk. De polder tussen Bergen, Egmond en Alkmaar in is slecht ontsloten en recreatieve parels zijn verscholen of ver weg.
intensiteit van waar we ons bevinden
het watersysteem
Het watersysteem in de polders is typisch voor kustgebieden in Nederland. De polders zijn ontstaan door het droogleggen en beheersen van waterrijke gebieden tussen de strandwallen en de duinen. Het systeem bestaat uit een netwerk van (ring)sloten, duinrellen, kanalen en gemalen die het waterpeil reguleren.
Omdat de polders lager liggen dan de omliggende duinen en de zee, is het gebied kwetsbaar voor overstromingen. Het overtollige water wordt via ringsloten afgevoerd naar het Noordhollands Kanaal. De polders langs de binnenduinrand staan onder invloed van zoete kwel: grondwater dat vanuit het hoger gelegen duingebied ondergronds naar de lagere polders stroomt en daar aan de oppervlakte komt.
Het duingebied wordt ook gebruikt voor drinkwaterinfiltratie, waarbij het water wordt gezuiverd door de natuurlijke werking van het zand.
Drinkwaterzuivering
Dijk
Gemaal
Poldergrens
Dijk met boezem
Watergangen
Historische watergang
Noordzee
Projectgrens
INVLOEDEN OP DE ZOETWATERBEL
Door de drinkwaterwinning en het grootschalig aanplanten van naaldbos is de grondwaterstand in het duin sterk gedaald rond 1950. Een hoge grondwaterstand in het duin is om meerdere redenen belangrijk: 1)
Hoe hoger de grondwaterstand hoe zwaarder en groter de zoetwaterbel is. De zoetwaterbel zorgt ervoor dat brak en zout grondwater naar beneden gedrukt worden, dit heeft een direct effect op de verzilting in de polders. 2) Om in de toekomst geen drinkwatertekorten te hebben is het van belang een om een hoge grondwaterstand te hebben. 3) Een hoge grondwaterstand kan beter lange periodes van droogte aan. Dit heeft z’n effect op punt 2, maar is ook belangrijk zodat het duin niet uitdroogt en daardoor de kans op bosbranden kunnen toenemen.
De grafiek op pagina 45 laat zien dat ondanks dat we vanaf de jaren ‘70 via drinkwaterinfiltratie de grondwaterstand weer hebben laten stijgen de grondwaterstand nooit op het niveau terug is gekomen van voor de drinkwaterwinning.
Grondwaterstand sterk gedaald >1m
F = toegenomen verdamping door veranderde begroeiing
GK = waterwinning + toegenomen verdamping door veranderde begroeiing
IK = kustafslag + toegenomen verdamping door veranderde begroeiing (grondwater matig gedaald 0,5m / 1m)
Ontwikkeling van de waterwinning in het Nederlandse duingebied vanaf 1850 tot 1977.
Bron: Bakker, T.W.M., Klijn, J.A., Zadelhoff van, F.J., 1979. Wageningen.
Naast drinkwaterwinning, het grootschalig aanplanten van naaldbos en klimaatverandering zijn er nog twee andere oorzaken die van invloed zijn op de grondwaterstand. De hoogte van het polderpeil heeft invloed op het stijgen en dalen van de grondwaterstand in het duin. Ook de breedte van het duin heeft invloed op de grondwaterstand. Hoe breeder het duin hoe hoger de grondwaterstand kan opbollen en hoe zwaarder de zoetwaterbel kan worden.
rond 1950
bodem en landgebruik
Het gebied onderscheid zich in een Noorderlijk en een Zuidelijk deel. De Noordelijke polders bestaan uit zeeklei waar de Zuidelijke polders zowel uit zandgrond als zeeklei bestaan. De zeekleipolders worden vooral gebruikt als graslanden. In de zandpolders bestaat het landgebruik uit graslanden en bollenvelden. De zandgrond is uitermate geschikt voor de bollenteelt door de drainerende functie van de bodem.
Ook het duin onderscheid zich in een Noordelijk en Zuidelijk deel. Het Noorderlijk deel bestaat uit kalkarme zandgronden en het zuidelijk deel uit kalkrijke zandgronden. De overgang ligt ter hoogte van Bergen en Bergen aan Zee in in horizontale richting.
Bollenteelt op zandgrond
Grasland op kleibodem
Grasland op zandgrond
Kalkrijke duinen (PWN gebied)
Kalkarme duinen (NATURA 2000)
Cultuurlandjes
Noordzee
Projectgrens
historische
historische foto
intensieve bodembewerking van de bollenteelt put de bodem uit
Vanaf de 17e eeuw worden de zandgronden al gebruikt voor de bollenteelt. Het schema rechts laat zien welke handelingen er nodig zijn om de zandgrond bruikbaar te maken voor het telen van bollen. Het is een ernorme intensieve manier van bodembewerking en hierdoor wordt de bodem volledige uitgeput.
Voor de bollenteelt is heel veel water nodig. Daarom zijn de binnenduinranden erg geschikt. Ze maken gebruik van het zoete kwel wat via het duin uitstroomt richting de polder. Als er teveel kwel en regenwater in de polder loopt wordt dit afgepompt. En bij droogte wordt er veel water ingelaten vanuit de boezem en wordt er veel gesproeid.
Alles wordt er aan gedaan om de bodem zo perfect mogelijk te krijgen en te laten doen wat nodig is om de bollen te kunnen kweken.
DOORSPOELEN/ WATER GEVEN
PLOEGEN VAN DE GROND
EGALISEREN EN AFGRAVEN
VERGIFTIGEN
De schrale zandbodem heeft veel bodembewerking nodig om het geschikt te krijgen voor de bollenteelt.
Bron: Eigen fotoarchief.
“Eigenlijk zijn er geen andere dan begroeide duinen: een onbegroeid duin waait weg.”
Jac. P. Thijsse
vegetatie
Er is ontzettend veel veranderd in dit gebied ten opzichte van de natuurlijke en oorspronkelijke situatie. De laagste delen van de polders onder NAP bestonden uit moeras. De binnenduinrand vormde een geleidelijke overgang van duin naar moeras, waarbij de vegetatie in de binnenduinrand sterk leek op die van natte duinvalleien. In het duingebied bestond de vegetatie voornamelijk uit struikgewas van eiken, berken en liguster. Hoe dichter je bij de zee kwam, hoe ruiger het werd en hoe minder vegetatie je tegenkwam.
Door menselijk ingrijpen is de vegetatie vrijwel volledig veranderd. De moerassen hebben plaatsgemaakt voor polders met grasland en bollenteelt. Het bos is grotendeels aangeplant met naaldbomen, en in de binnenduinrand zijn veel beuken aangeplant rondom landgoederen. Het duingebied, vooral in het zuidelijke deel, is vergrast, wat men ook wel grijze duinen noemt.
Heide
Naaldbos
Loofbos, voornamelijk eikenbos
Begroeide duinen met enkele open plekken
Beukenbos
Grasland
Bollenvelden
Cultuurlandjes
Noordzee
Projectgrens
Beuken werden aangeplant aan de rand van het bos en bij landgoederen. Nog steeds goed te herkennen vandaag de dag.
Onderbeplaning niet mogelijk in beukenbos. Bron: eigen fotoarchief.
stikstof cirkel in balans
Links: Onderbeplaning in gemengd loofbos. Bron: eigen fotoarchief.
02 / strategie
Geen houdbaar systeem
Het landschap heeft geen ruimte om te kunnen deinen en heeft geen toekomstwaarde
Inklinken + verzilting kleibodem
Stikstofdepositie in het duin
Vervuiling grondwater door bollenteelt en landbouw
Afkalving van de kust + zeespiegelstijging
Naaldbos onttrekt grondwater + verdamping
Te droge heidevelden
Projectgrens
0m 1500m 3000m
Bron: Regionaal archief Alkmaar.
Het polderpeil is verlaagd en is onhoudbaar met de toekomstige klimaat veranderingen
Polderpeil brengt de grondwaterstand in het duin naar beneden + schoon water wordt snel vervuild en afgevoerd
Inklinken + verzilting kleibodem
Vervuiling grondwater door bollenteelt en landbouw
De variatie in landschapsvegetatie is geminimaliseerd en zet de veerkracht van natuur en mens onder druk
Naaldbos zorgt voor veel verdamping en onttrekking van grondwater + draagt nauwelijks bij aan opname stikstof + eentonige graslanden en bollenteelt verslechteren de biodiversiteit
Stikstofdepositie in het duin
Naaldbos onttrekt grondwater + verdamping
Te droge heidevelden
De afname van dynamiek in het landschap biedt te weinig flexibiliteit om te handelen richting de klimaatopgave Zeespiegelstijging bedreigt de breedte van het duin en daardoor de grondwaterstand in het duin + vergroot de kans op verzilting in de polder
Afkalving van de kust + zeespiegelstijging
Inklinken + verzilting kleibodem
Het landschappelijke systeem staat onder druk
ONTWERP PRINCIPES
De logica in het landschap is zoek, er is een nieuw verhaal op ecologische basis nodig
1. Een bodemgestuurd en veerkrachtig watersysteem
Polders worden ingezet om schoon en zoet kwelwater langer vast te houden en minder snel af te voeren naar ringsloten en boezems. De laagste delen van de polders worden natter en historische, parralle watergangen vormen de blauwe aders in het landschap. Door alle ingrepen in de polder krijgt de grondwaterstand in het duin de kans om periodiek te stijgen en verkleint de kans op drinkwatertekort in de toekomst. Het duin krijgt meer dynamiek terug door verkerving.
zandgrond kleigrond
2. Transformatie in vegetatie
van statisch en mono
naar dynamisch en gevarieerd
Van monoculturen zoals naaldbos en grasland naar een water en bodemsturend systeem. Het landgebruik in de polder wordt veelzijdiger en het duin krijgt ruimte voor meer dynamiek. Pioniervegetatie en een gemengd bos ontstaan door inheems opkomende vegetatie en de binnenduinrand vormt een dynamisch gradient tussen het duin en de polder.
3. Evenwichtige landschapsbeleving
Goed verbonden netwerk langs nieuwe belevingsplekken waarin de druk op het duin en de binnenduinrand wordt verlicht door een levendig en gevarieerd polderlandschap. Nieuwe vista’s ontstaan in een transformetchap waarin de relatie tussen duin en polder wordt versterkt. Het gebied wordt veel beter beleefbaar.
03 / ontwerp
NAAR EEN VEERKRACHTIG WATERSYSTEEM
Een dynamisch polderpeil geeft een gevarieerder landschap
Om het landschap veerkrachtig te maken, is een dynamisch systeem van groot belang. De lager gelegen polders dienen als waterberging, waarbij het waterpeil mag stijgen en langer kan blijven staan.
Watergangen die historisch parallel aan het duin liggen, worden ingezet als buffers. Deze vormen de groen/blauwe aders in het landschap.
Het zoete kwelwater, aangevoerd vanuit de duinen, is een belangrijke bron van schoon water. De binnenduinrand wordt gebruikt om dit water langer vast te houden in plaats van het snel af te voeren. Hier ontstaan interessante vegetatietypen, vergelijkbaar met natte duinvalleien, door de invloed van de zandbodem.
Om het water langer in de bodem vast te houden, worden bepaalde duinrellen gedempt, omdat deze een drainerende werking hebben op het systeem.
gedempte duinsloten overgangszone kwel gevoed watergangen met bufferende functie dijk met boezem permanent natte zones periodiek natte zones vochtig hooiland kwel gevoed gemalen natte duinvalleien omvang zoetwaterbel
Systeem herstel biedt kansen voor meer dynamiek
Nattere winters en drogere zomers zorgen voor extremere omstandigheden en vraagt om een dynamisch systeem
zomerpeil wordt dynamisch winterpeil gaat omhoog in de laagst gelegen polders
Binnenduinrand als waardevolle gradient
huidig
toekomstig
TRANSFORMATIE IN VEGETATIE
binnenduinrandbos verzachten de harde grens tussen duin en polder
Loofbos Beukenbos Elzenbroekbos
Duin struweel
positief effect op de verstoringsketen van het bos: (1) het reduceren van CO2 depositie, (2) het verhogen van CO2 opslagcapaciteit in plant- en bodembiomassa, (3) wortelopname van nitraat en (4) hogere vastlegging in de strooisellaag.
Verrijking van de landschapsbeleving door nieuwe landschapselementen
Open plek in het bos
Half open bos
eikenbos Dicht bos
Groepen loofbomen in open duinlandschap
DYNAMIEK EN VARIATIE VORMEN HET LANDSCHAP
Natuurvriendelijke oever in de Drentsche Aa
Ankeveense plassen
in Nijmegen - moerasvegetatie met grauwe wilg struweel
DUIN
duinbos overgangsbos binnenduinrand kalkarme duinen kalkrijke duinen heide vegetaties
KLEIPOLDERS
vochtig weidevogelgrasland elzen- en wilgenbroekbos vochtig hooiland met extensieve landbouw
ZANDPOLDERS
zandmoeras
veenmos vegetaties gemaaid rietland
vochtig hooiland met extensieve landbouw
natte landbouw
natte landbouw
vochtige duinvallei vegetaties met extensieve landbouw vochtig hooiland met extensieve
EEN RIJKE EN GEVARIEERDE HABITAT VOOR FLORA EN FAUNA
VAN KALKARME DUINEN NAAR DE KLEIPOLDERS
Coulisselandschap aangevuld met solitaire bomen
HET LANDSCHAP
Een mozaïek van verschillende landschapstypen, gevormd door het bodemen watersysteem, komt tot leven in het gebied. Oude, bestaande dijken in de polder worden omgevormd tot nieuwe recreatieve routes, waar bezoekers kunnen genieten van een spel van zichtlijnen en unieke landschapsbelevingen.
In de binnenduinrand zorgt een overgangsbos voor een zachte overgang van het duinbos naar de open polder. Langs historische landmarks, zoals molens, slingeren wandel- en fietspaden, die het rijke verleden van het landschap zichtbaar maken.
De verkerving in de duinen leidt tot een herstructurering van het duinpadennetwerk. Sommige delen van de duinen worden minder toegankelijk voor recreanten, zodat natuurlijke processen vrij hun gang kunnen gaan en het landschap zich op een dynamische wijze kan ontwikkelen.
Duinbos bestaande uit inheemse zaailingen en naaldbos
Overgangsbos in de binnenduinrand
Verkerving
Vochtig duinvallei vegetaties in de binnenduinrand
Zandmoeras
Natte landbouw
Gemaaid rietland
Natte duinvalleien met permanent natte zones
Historische blauwe aders
Heide vegetaties
Vochtig hooiland met elzenbroekbos
Landmarks en belevingsplekken
Witte duinen - kalkarm
Aangroei veenmos in permanent natte zones
Grijze duinen - kalkovergang/kalkrijk
Hoofd fietsroutes
Nieuwe wandelpaden
TRANSFORMATIE VAN DE 8 SYSTEMEN VAN HET LANDSCHAP
Verhogen van het polderpeil
Uitbreiden en in stand houden van zichtlijnen
stuivend zand
Rust en reuring - recreatie vs natuur
Binnenduinrand + duindorpen
Polder
Duingebied
Nieuwe polder routes
Maken van belevingsplekken
Naaldbos maakt plek voor gemengd bos met meer open plekken
Overgangsbos in de binnenduinrand
EEN RIJKE EN GEVARIEERDE HABITAT VOOR FLORA EN FAUNA
VAN KALKRIJKE DUINEN NAAR DE ZANDPOLDERS
inzoomen
A - Dynamisch gradient van binnenduinrand tot kleipolder
B - Dynamisch gradient van binnenduinrand tot zandpolder
C - Stuifduinen ontketend; kalkrijke duinen
Duinbos bestaande uit eiken, berken, grove den
Vochtig overgangsbos in de binnenduinrand
Blauwe ader gevoed met kwelwater en oppervlakte water als buffer in de binnenduinrand
Coulisselandschap met Elzenbroekbos
BINNENDUINRAND
DYNAMISCH GRADIENT VAN BINNENDUINRAND TOT KLEIPOLDER
Grootdammer polder: rijke landschapsbeleving door een gevarieerd binnenduinrandbos, biodiversiteit vergroot door coulisselandschap in kleipolder en groen blauwe aders
Fietspaden netwerk
Wandelnetwerk
Vochtig hooiland met extensieve begrazing
Vochtig weidevogel grasland
Nieuwe uitzichtpunten en belevingsplekken
Elzenbroekbos in de kleipolder
Kavels verbonden door hekken en duikers
STUIFDUINEN ONTKETEND
Kalkrijke duinen:
Rijke landschapsbeleving door natuurlijke zandverstuiving, natte duinvallei vegetaties en een gemengd duinbos
Zand suppletie zorgt voor de aanvoer van zand wat het duin in kan stuiven via de verkerving
Struweel als kruipwilg/duindoorn/vlierstruweel en verdroogde lage valleivegetaties
Natte duinvalleien ontstaan op de lagere plekken en door het stijgen van de grondwaterstand
Grijze duinen met duingrasland
Wandelnetwerk
Gemengd duinbos
Fietspaden netwerk
Witte duinen met stuifzand
Stuifduinen ontketend
Verkerving brengt dynamiek en variatie
DYNAMISCH GRADIENT VAN BINNENDUINRAND TOT ZANDPOLDER
Philisteinse polder: Rijke landschapsbeleving door een gevarieerd binnenduinrandbos, duinvallei vegetaties en andere vormen van landbouw
Duinbos bestaande uit eiken, berken, grove den
Vochtig hooiland met extensieve begrazing
Vochtig overgangsbos in de binnenduinrand (Permanent) natte zone met duinvallei vegetaties
ZANDPOLDER
Fietspaden netwerk
Wandelnetwerk
Blauwe ader gevoed met kwelwater en oppervlakte water als buffer in de binnenduinrand
Natte teelt met o.a. lisdodde
Leven in en rond de watergang
De watergangen, die historisch parallel lopen aan de duinen, vormen de groen/ blauwe aders in de binnenduinrand en de polder. Hier kan het water vrij naartoe stromen en komt de zoete kwel omhoog. Deze watergangen worden verbreed om meer water te kunnen bufferen.
Met een geleidelijk talud van 1 op 5 en een diepte van maximaal 1,20 meter krijgen oevervegetatie, drijvende waterplanten en ondergedoken waterplanten de ruimte om zich te ontwikkelen. Dit draagt niet alleen bij aan de zuivering van het water, maar geeft ook een impuls aan de biodiversiteit.
Bospercelen worden op minimaal 10 meter afstand van de waterkant aangelegd om schaduw op de watergangen te minimaliseren en te voorkomen dat er te veel bladval in het water terechtkomt. Dit helpt te voorkomen dat de watergangen te rijk worden aan voedingsstoffen, waardoor de ecologische balans behouden blijft.
Boerderijen in de spotlight
NIEUWE LANDSCHAPSBELEVINGEN IN EEN LANDSCHAP WAT WEER KAN DEINEN
Door het gevarieerde polderlandschap met verscheidene vormen van landbouw loopt een goed ontsloten fiets- en wandelnetwerk over bestaande dijken. Nieuwe vista’s onthullen zich langs deze routes.
VERDELING VAN DE OCCUPATIE IN HET NETWERK
Door het gevarieerde polderlandschap met nieuwe routes wordt de druk op het duin verlicht en verdeelt. Niet alles hangt meer vast aan de Herenwegen.
intensiteit van waar we ons bevinden
De Binnenduinrand in Aagtdorp.
Bron: eigen foto archief
DANKWOORD
Mijn reis door dit afstudeerproject had ik niet alleen kunnen maken. Ik heb veel gehad aan de vele sparringssessies met mijn commissie, deskundigen en collega’s en academievrienden. Dank jullie wel.
Daarnaast wil ik mijn afstudeercommissie bedanken voor het vertrouwen, het enthousiasme en de inzichten die jullie mij hebben gegeven. In het bijzonder wil ik Saline bedanken: jij hebt mij zoveel vertrouwen gegeven in mijn kunnen.
Ook wil ik stilstaan bij het overlijden van Jandirk. Zonder zijn kritische blik, doortastendheid en diepgaande kennis van landschappen was ik nooit zo ver gekomen.
Ook wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor jullie steun en geduld gedurende mijn academiejaren.
Tot slot wil ik Floris bedanken. Zonder jouw steun en vertrouwen had ik dit nooit kunnen doen.
LITERATUUR
- Bos, Johan. (1999). De Schoorlse duinen. Abcoude: uitgeverij Uniepers.
- Lemaire, Ton. (1970). De filosofie van het landschap. Bilthoven: uitgeverij Ambo.
- Nieuwenhuizen, Frans. (2002). Zwerven in de Schoorlse duinen. Schoorl: uitgeverij Pirola.
- De Waard, Elly. (2009). In het halogeen. Amsterdam: uitgeverij de Harmonie.
- Bakker, T. W. M., Klijn, J. A., & Van Zadelhoff, F. J. (1979). Duinen en duinvalleien: Een landschapsecologische studie van het Nederlandse duingebied. Staatsbosbeheer.
- Gemeente Alkmaar (2021). Omgevingsvisie Alkmaar 2040.
- Wondergem, H. E., Krap, S., Meijer, J., Vriens, G., & Van den Brink, B. (2017). PAS-gebiedsanalyse voor Schoorlse Duinen. Staatsbosbeheer.
- Arens, B., Geelen, L., Slings, R., & Wondergem, H. (2005). Herstel van duinmobiliteit. Landschap, 22(4), 191-202.
- Kooijman, A. M., Besse, M., & Haak, R. (2005). Effectgerichte maatregelen tegen verzuring en eutrofiëring in open droge duinen: Eindrapport fase 2. Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
- Dijkgraaf, Heemraden. (2000). Peilbesluiten, Gemeente Bergen.
- Stobbelaar, D.J. Loon, van, H. (2022). Landschapsecologie, laag voor laag leren combineren. Wageningen Academic Publishers.
- Vliegenhart, F. Dik, P. Groenendijk, P. (2009). Proef met duurzaam watergebruik in bollenteelt.
- De Leeuw, C.C., M. van Til, C.J.S. Aggenbach & S.M. Arens, (2019). Kleinschalige verstuiving voor herstel van Grijze duinen. OBN Deskundigenteam Duin- en Kustlandschap. KNNV Uitgeverij, Zeist. OBN/VBNE, Driebergen.
- Gemeente Bergen. (2011). Landschapsontwikkelingsplan Bergen.
EXTERNE ADVISEURS
Elly de Waard - Dichter
Niels Hogeweg - programma manager PWN
Doeke Dam, Marjan Duivenman en Martien Witte - Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Samuelle van Deutekom - Boswachter bij Staatsbosbeheer
Mirjam Koevoet - Docent aan de Academie van Bouwkunst
Jackie Mulder - Kunsterares
MASTER
LANDSCHAPSARCHITECTUUR, AFSTUDEERWERK 23/24 ACADEMIE VAN BOUWKUNST AMSTERDAM