Joris Gesink - Symbiosis

Page 1

SYMBIOSIS / joris gesink Afstudeerplan Academie van Bouwkunst Amsterdam Master Architectuur 30 augustus 2021


SYMBIOSIS Joris Gesink 30 augustus 2021, Amsterdam Academie van Bouwkunst Master Architectuur Commissie: Chris Scheen (mentor) Marjan van Herpen Marcel van der Lubbe Toegevoegde leden: Gianni Cito Stephan Verkuijlen




INLEIDING / symbiosis Het ontstaan van dit project is voortgekomen vanuit een fascinatie voor het publieker en toegankelijker maken van de woonomgeving en de verschillende gradaties hiervan. Hoe kan architectuur bijdragen aan een socialere, diversere en toegankelijkere leefomgeving.

Dit heeft voor mij geleid tot een typologisch onderzoek van hoogbouw in relatie tot voorzieningen in de directe woonomgeving.

Ontsluiting is het zwakke punt van hoogbouw; de lift en de centrale hal vormen een non-moment. Deze is vaak zonder visuele en ruimtelijke kwaliteiten Bij het zoeken naar een opgave passend bij en je komt zelden iemand tegen. Dit vergroot de deze interesses ben ik bij de Zuidas uitgekomen. afstand tussen de woning en de stad. Als bewoner De gemeente heeft een visie geschetst waarbij woon je in een toren en ben je geen onderdeel van de focus ligt op hoogbouw, functiemenging en de stad. De interactie en dynamiek van de stad een hoogwaardig woonmillieu. Onderdelen die gaan bij hoogbouw verloren. uiterst geschikt zijn voor het onderzoeken van een toegankelijkere woonomgeving. Maar hoe ziet dit De ontsluiting, als het overgangsgebied tussen het er dan uit? indiviudele en het collectieve, heeft in mijn ogen juist de potentie om de kwaliteit van hoogbouw te Hoge grondprijzen en de woningnood dwingen vergroten. steden om te verdichten met een focus op hoogbouw. De projectlocatie bevindt zich op de Zuidas, in de Verdichting van de steden in de vorm van nieuw te ontwikkelen wijk genaamd Ravel, die aan hoogbouw biedt enorme kansen. de zuidkant grenst van de voetbalclub AFC. Een nieuwe wijk met een hoog ambitie niveau Maar bij het verdichten wordt steeds minder en hierdoor geschikt voor een nieuw typologisch rekening gehouden met het belang van publieke onderzoek. voorzieningen in een woonwijk. Juist wanneer de vraag naar woningen hoog is en er noodzaak is Als tweede programma voor de woontoren heb ik om te verdichten kan dit niet worden nagelaten. gekozen voor verschillende vormen van bewegen, zoals klimmen en zwemmen.


e stopt niet na aankomst gebouw

open city, designing coexistence, Kees Christiaanse

CIE1 02.10.19 - Hoogstedelijke sportwoningen - joris gesink


ONDERZOEK / symbiosis Ik ben steeds meer tot het inzicht gekomen dat nieuwe ontwikkelingen eenzijdiger ontwikkeld worden. Eenzijdig als in programma maar ook met de relatie die het gebouw zoekt in de overgangen van woning tot stad. De eenzijdigheid van het programma is duidelijk zichtbaar in de recent ontwikkelde wijken zoals IJburg en ook de Zuidas. Dit resulteert tot wijken waar voornamelijk in gewoond en gewerkt wordt maar het belang van publieke voorzieningen wordt hier duidelijk benadrukt. Buiten de kantooruren om zijn dit slaapwijken met gebouwen als objecten op een stuk grond. Op de zuidas wonen behoorlijk veel mensen, maar dit is niet merkbaar. De woongebouwen zijn ontoegankelijke vesten. Deze manier van ontwikkelen heeft geleid tot een eilandwerking waarbij weinig sociale controle en interactie plaats vindt. Dit heeft als oorzaak dat gebouwen worden opgezet vanuit een eendimensionaal stedenbouwkundig plan. Vanaf de rooijlijn worden de onderdelen uit handen gegeven. Het is belangrijk om de bebouwing onderdeel te laten zijn van het netwerk zodat deze ook bijdragen aan het stedelijk wonen. Door de noodzaak van het verdichten en het tempo waarin dit gebeurd kan er niet worden nagelaten om rekening te houden met de toegankelijkheid en het publieke effect op een woonwijk, voor je het weet staat er weer een nieuwe wijk met vergelijkbare eenzijdigheid en juist verdichten biedt enorme kansen.

In feite wil je van een wijk waarbij er gesloten enclaves ontstaan in het weefsel naar een opener structuur waarbij de stad aanvoelt als een poreuzere en toegankelijkere omgeving. Ik kwam tijdens een stedentrip naar Berlijn erachter wat dit kan opleveren voor een stad. Het was rotweer dus waren we opzoek naar een binnen activiteit in de omgeving, in een boek stond een bowlingbaan aangeschreven. Eenmaal aangekomen bleek het adres op een woontoren die niet duidelijk te onderscheiden was van de overige woontorens in die wijk. Toen we naar binnengingen bleken er naast een woningen en een bowlingbaan ook een aantal andere functies binnen dit gebouw te zitten. Dit zorgt niet alleen voor een verassend effect op dat moment maar het laat je ook denken wat er dan allemaal plaats vindt in de overige woongebouwen in die wijk. Het zorgt voor een verassend effect binnen de stedenbouw. Hiernaast komt dit de wijken ten goede, het levert meer doorstroom op gedurende dag en hierdoor ook veiliger met meer sociale controle. De gebouwen dragen bij aan een verdere verstedelijking. Het versterkt hiernaast ook het gevoel voor nabijheid van de mogelijkheid tot. Dit is namelijk de charme van het wonen in een stedelijke context. Mocht je dat willen dan kan dat. Het wordt dan een keuze. Deze onderdelen hebben geleid tot de hoofdvraag voor dit onderzoek.

Hoe kan architectuur bijdragen aan een socialere, diversere en toegankelijkere leefomgeving.


Gradaties van ruimtes en overgangszones tussen de het publieke- en het woonprogramma

Plint met poreuse schil, route op beweegt zich langs de verschillende publieke functies. Het volgende publieke straatniveau (groen) is te bereiken via de poreuse plint.


Binnen dezelfde constructieve schil biedt de mogelijkheid om een verscheidenheid aan programma te organiseren. Programma relateren aan locatie in het gebouw. Hierdoor ontstaan de gradaties in het publieke en het woonprogramma.

Poreuse plint, relatie met de directe omgeving. Als toeschouwer of als deelnemer. Gelaagdheid in de schil voor verassende stedenbouw. Dynamische functie in de lager gelegen delen.



LOCATIE / symbiosis De projectlocatie bevindt zich op de Zuidas, in de nieuw te ontwikkelen wijk genaamd Ravel, die aan de zuidkant grenst van de voetbalclub AFC.

Er wordt nadrukkelijk gezocht naar nieuwe manieren om woningbouw te vermengen met een andere programmering met een duidelijke relatie met de publieke ruimte. De Zuidas zal De gemeente heeft een visie de komende jaren ontwikkelen geschetst waarbij de focus ligt tot het dichts bebouwde stuk stad op hoogbouw, functiemenging en van Nederland met de focus op een hoogwaardig woonmillieu. woningbouw & functiemenging. Onderdelen die uiterst geschikt zijn voor het onderzoeken van een In de basis ligt de focus meer toegankelijkere woonomgeving. op een multifunctioneel gebied. En wonen speelt daarin een De Zuidas legt langzamerhand de grote rol. Meer draagvlak focus meer op de woonomgeving, voor voorzieningen en meer waarvan de wijk waar ik me op levendigheid gedurende de zal focussen een onderdeel van daluren. is. Het is een wijk met een hoog ambitieniveau. Ravel wordt autoluw met veel ruimte voor spelen en ontmoeten in de openbare ruimte.


ngen

ving - geen harde scheidingen

CIE1 02.10.19 - Hoogstedelijke sportwoningen - joris gesink

De transities tussen stad en woning. Hoe werkt dit in hoogbouw?


TYPOLOGIE / symbiosis Het feit dat ze zoekende zijn naar nieuwe vormen van hoogwaardig wonen in combinatie met functiemenging geeft de aanleiding om deze plek te gebruiken voor mijn onderzoek. Dit zijn vrij unieke uitgangspunten voor het ontwikkelen van een project. Door de hoge ambitie is er veel mogelijk. Samen met de locatie volgt ook een typologie, de Zuidas wil verdichten met een nadruk op hoogbouw. Dit zorgt voor een duidelijke afkadering van de ontwerpopgave, want hoogbouw in combinatie met functiemenging. Hoe ziet dit er uit? Hiernaast brengt hoogbouw ook eigen uitdagingen met zich mee. Ontsluiting is het zwakke punt van hoogbouw; de lift en de centrale hal vormen een non-moment. Deze is vaak zonder visuele en ruimtelijke kwaliteiten en je komt zelden iemand tegen. Dit vergroot de afstand tussen de woning en de stad. De bewoners wonen in een toren en niet

in de stad. De interactie en dynamiek van de stad gaan bij hoogbouw verloren. Ik heb onlangs de mogelijkheid gehad om een paar dagen in de ponsteiger door te brengen. Waarbij ik in die tijd nooit iemand tegen ben gekomen in de overgang tussen de woning en de straat. Het is een bijzonder gevoel, je leeft in isolement. De stad is ver weg, je buren kom je niet tegen. In de centrale hal zijn geen relaties tussen de bewoners. Een sociaal isolement. Mocht er iemand overlijden, dan kan diegene daar zo een halfjaar liggen. Deze problemen hebben te maken met de ontsluiting. Een raam in mat glas bij de woningentrees zou al een wereld van verschil maken. Maar deze ontsluiting, als het overgangsgebied tussen het individuele en het collectieve, heeft in mijn ogen juist de potentie om de kwaliteit van een toren te vergroten.

hoogbouw & functiemenging hoe ziet dat eruit en wat zijn de kansen


modernist planning of sports, functionally separated from the city, De Opbouw, 1938

Linneaushof, Amsterdam Oost


PROGRAMMA / symbiosis Als aanvullend programma heb ik voor sport gekozen. Sport & bewegen is ook een functie geweest die in tijden van de modernistische stedenbouw (CIAM) uit het stedelijk weefsel is gedreven. In tijden van het modernisme (CIAM) was functiescheiding juist een van de uitgangspunten. wonen, werken, recreëren en verkeer van elkaar gescheiden. In de huidige manier van leven zijn deze uitgangspunten verschoven. Deze onderdelen vinden steeds meer plaats in de directe woonomgeving.

De roeivereniging bij de Berlagebrug, het Olympisch stadion. De versnipperde speelvelden in de plannen van Berlage en niet te vergeten de speeltuinen van van Eyck.

Hiernaast heeft sport de bijkomstigheid dat het voor alle generaties geschikt is dus ook bij uitstek geschikt om met de woonomgeving te verweven. Door deze generaties heen ontwikkelt ook de sport zich. Vanaf kinds af aan ben je individueel aan het ontdekken en bewegen. Hierna komen veel mensen terecht in een sporten in groepsverband, ofwel in het Maar als gevolg ontstonden er grote onderwijs of in vereningsverband. Later ligt sportcomplexen aan de rafelranden van de focus meer op individuelere sporten. de stad, terwijl dit juist een bijdrage kan leveren aan de stad. Het heeft de potentie De sportcomplexen aan de rafelranden om dynamiek, beweging & sociaal contact op zijn voornamelijk gericht op verenigingen te leveren. die in principe niet toegankelijk zijn voor buitenstaanders. Deze dragen van zichzelf niet In oudere delen van Amsterdam zijn deze bij aan een toegankelijke stad. Vandaar dat onderdelen nog wel terug te vinden en ook bij het programma waar ik me op zal richten meeontworpen in het stedelijk weefsel, de focus ligt op toegankelijke en individuelere zie het Linneaushof in Amstrdam Oost. vormen van sport.



PROGRAMMA / symbiosis Het is zonde dat dit langzaam verdwijnt uit de stad, het levert namelijk ook dynamiek, beweging en sociaal contact op. In de woonomgeving vindt deze verschuiving ook plaats. De woning is een plek waar meer dan alleen gewoond wordt, het is een plek geworden waar je werkt studeert en beweegt. Door deze onderdelen te versterken en elkaars kwaliteiten te laten benutten kan dit een levendige stad opleveren.



ONTWERP / symbiosis Het ontwerp is een typologisch onderzoek ontstaat en de woningen in direct contact naar wat de ontsluiting van hoogbouw komen te staan met het leven in een stad. kan betekenen. Waarbij de focus ligt op een ruimtelijke en diverse reis van de stad naar de Door woongebouwen te verweven met woning. andere functies ontstaat er de potentie om beiden functies kwalitatief te vergroten. De verschillende sportfuncties worden in En dan met name de tussenruimte, het het hart gestapeld en zijn specifiek van vacuum tussen de twee programma’s. vorm, waardoor deze de afmetingen In het vacuum, het collectief ontstaat er van de woonmassa dicteren. Zo onstaan dan een tussenruimte met verschillende er meerdere collectieve niveaus in de niveaus met als doel een een structuur die verticale straat. aanleiding geeft tot contact en beweging. Hoogbouw is vanuit zichzelf behoorlijk De ontsluiting wordt onderdeel van een rigide, door de verticale ontsluiting, ruimte die rijk is aan ruimtelijke kwaliteiten constructie en schachtenverloop. en waar visuele relaties ervoor zorgen dat je onderdeel bent van een stad. Als gevolg bestond het proces uit een zoektocht naar een structuur die vanuit De toren is opgeknipt, waarbij de een eenvoud diversiteit en ruimtelijke horizontale verbindingen de wijk en kwalitieit kon opleveren. de stad ontsluiten en de verticale de verscheidenheid aan programma. De architectonische opgave die ik mezelf voor dit afstudeerproject gesteld heb is Deze verscheidenheid aan uitgangspunten hoe ik de rigide structuur van hoogbouw leiden tot een concept voor het gebouw, kan doorbreken en ruimtes kan creëren een verticale straat waarbij er een die de architectuur van de stad juist zo poreuzere en toegankelijke structuur verrijken.



VERTICALE STRAAT/ SYMBIOSIS De verticale straat benut de aspecten van hoogbouw en buigt deze om naar een verticale straat die juist ruimtelijke kwaliteit en visuele relaties creeërt. In deze verticale straat ligt de focus op een ruimtelijke en diverse reis van de stad naar de woning.



Collectiviteit in het vacuum, een ruimtelijke en visuele ervaring.



CONCEPT

N

WONEN

SPORT

WONEN

W

O

WONEN Z

Orientatie woningen, openingen in de massa voor nevenfuncties en daglichttoetreding. Oversteken t.b.v. vluchten



Cluster, een open structuur waarbij de woonmassa zich vormt rondom de sportmassa



RUWBOUW

De structuur moet dit mogelijk maken. Overgedimensioneert met een houten tussenvulling.



Een stapeling van verschillende sportfuncties. Uitwerking van Zwembad & klimhal cluster.





Situatietekening o.b.v. tekening gemeente Amsterdam. Invulling openbaar gebied, Joris Gesink





Toegankelijk dek waar de verschillende torens in een netwerk aan elkaar verbonden zijn. Een tweede maaiveld op wijkniveau. De dekaansluiting verbeeld het

programma van de verscheidenheid aan torens. Het daklandschap wordt vormgegeven door de kolommen en schachten die als objecten in de ruimte staan.





Op de begane grond komen de verschillende werelenden bijeen. Het gebouw wordt gevoed vanuit een centraal plein waarvan de verschillende liften worden ontsloten. Tijdens het binnenkomen kom je in aanraking met de diversiteit, de fietsenstalling, sportruimtes,

het wonen en het centrale plein. De constructie verdeelt de verschillende entrees. Het gebouw is op meerdere manieren te bereiken. Via de constructie van het tweede maaiveld kan je ook naar de woning. De reis naar de woning is ruimtelijker en diverser.













ZWEMBAD CLUSTER / symbiosis



Grenzen vervagen, binnen is buiten. Het concept van de binnenbuiten ruimte versterkt de ervaring van het bewegen door een stedelijke structuur. Het zwembad is zo vormgegeven dat je het gevoel hebt dat je aan het zwemmen bent op een plein, omgeven door stedelijke wanden.



De tussenruimte die ontstaat tussen de twee programmas levert een nieuwe eigenzinnige wereld op. Een wereld die donkerder is waarbij je telkens naar het licht beweegt, de hoogte varieert per sportcluster. Door de gelijkwaardige materialisatie beschouw je deze zone als een wereld die daardoor

steeds meer bij elkaar gaat horen. De woonfunctie wordt nu sterker verbonden en komt hierdoor sneller in aanraking met het publieke. Deze tussenzone is onderdeel van het collectieve. Waar beiden programma gebruik van maken, en beiden de kwaliteit vergroten.







KLIMHAL CLUSTER / symbiosis



De binnenruimtes zijn stedelijk gematerialiseerd en vormgegeven waardoor de grens tussen binnen en buiten vervaagd. Door de gelijkwaardige materialisatie vermengen de twee werelden van het sport en wonen.

De variatie in sportvoorzieningen levert ook de variatie in de woonmassa op, dit vanuit eenzelfde structuur. Waar de stapeling in het hart de massa aan de zijkanten vormt.



De nevenfuncties van de sport is waar het gebruik van de bewoners en de sportfunctie het directs met elkaar in aanraking komen, deze is namelijk onderdeel van de tussenruimte. Het vacuum tussen de publiek en de private ruimte.



De woningen hebben als uitgangspunt om zoveel mogelijk met de verscheidenheid aan lagen in aanraking te komen. Waarbij de constructie de ruimtes begeleid als dienende elementen. De flexibiliteit die de structuur oplevert geeft de woningen de kans om de verticaliteit te benutten. Hiernaast zorgt de structuur voor flexibiliteit in aanpassing en biedt deze ruimte voor veranderende woonvormen.










COLOFON Copyright © 2021 Joris Gesink Amsterdam Academie van Bouwkunst



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.