EETBAAR EILAND
Een landschapsontwerp voor Texel als pleidooi voor de voedseltransitie
EETBAAR EILAND
Een landschapsontwerp voor Texel als pleidooi voor de voedseltransitie
Jana van Hummel janavanhummel@gmail.com
Juni 2024
Afstudeerwerk
Master landschapsarchitectuur
Academie van Bouwkunst Amsterdam
Commissie:
Roel van Gerwen (mentor)
Remco van der Togt
Ronald Boer
Extrne commissie:
Saline Verhoeven
Lieke Jildou de Jong
Afdelingshoofd landschapsarchitectuur:
Joost Emmerik
Colofon
Visualisaties: Jana van Hummel, tenzij anders vermeld
Tekst: Jana van Hummel
Drukker: Printenbind
Mede mogelijk gemaakt door het
Studentenstipendium van Stichting NHBos
Amsterdam
Juni 2024
Copyright © 2024 Jana van Hummel. Alle rechten voorbehouden.
Dit afstudeerwerk is een eigendom van Jana van Hummel en is beschermd door het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Inhoud
Samenvatting
Voorwoord
Persoonlijke missie
Een fotoimpressie
Analyse
De urgentie voor transitie
De problemen van Texels huidige voedsellandschappen
Over alternatieven en de rol van de ontwerper Ontwerp
EETBAAR EILAND
Een landschapsontwerp voor Texel als pleidooi voor de voedseltransitie
Wat we eten en hoe we dat eten verbouwen heeft altijd in grote mate bepaald hoe onze landschappen eruitzien. Tijdens mijn ontwikkeling tot landschapsarchitect ben ik me steeds meer bewust geworden van de realiteit van voedsellandschappen. Ik realiseer me dat de graslanden en akkers waartussen ik ben opgegroeid, in werkelijkheid geen gezond en duurzaam systeem meer vormen.
Eetbaar Eiland is een agenderend ontwerp als pleidooi voor de voedseltransitie. Ik wil ermee aantonen dat ontwerpers door zich te verdiepen in maatschappelijke vraagstukken zoals de voedseltransitie, waardevolle bijdragen kunnen leveren. Ik wil met mijn ontwerp mensen helpen zich een voorstelling te maken van hoe onze toekomstige landschappen eruit kunnen zien, wanneer de vormgeving ervan is geleid door maatschappelijke waarden. Ons landschap is immers een maatschappelijk goed, waarvan onze gezondheid, veiligheid en geluk afhankelijk zijn. De boer moet hier dan ook niet alleen voor verantwoordelijk gehouden worden; de transitie is een verantwoordelijkheid voor ons allemaal.
Eetbaar Eiland laat zien wat dit betekent voor Texel. Op Texel wordt het overgrote deel van het grondoppervlak gebruikt voor landbouw, voornamelijk voor de productie van dierlijke producten, veevoer, bloembollen en aardappelen voor de overkant. De huidige landbouwpraktijken hebben de oorspronkelijke ecosystemen
en biodiversiteit beschadigd. Het eiland kampt bovendien met uitdagingen als zoetwaterbeschikbaarheid en verzilting en zoekt naar manieren om duurzamer en meer zelfvoorzienend te worden.
Hoe vinden we weer verbinding met de Texelse landbouwgronden voor lokaal voedsel, in balans met de Waddennatuur?
Ik onderzocht wat het agro-ecologisch perspectief kan betekenen voor de boer, de consument, de bodem en de biodiversiteit.
In het eerste deel richt ik mij op een eilandbrede toekomstvisie, met strategische keuzes voor veranderingen in het landschappelijke systeem. Hoofdpunten zijn het vergroten van landschappelijke gradiënten, het vergroten van de schaarse zoetwatervoorraad en het werken met natuurlijke dynamieken als sedimentatie en successie.
In het tweede deel laat ik in een ruimtelijk ontwerp voor de noordkop van het eiland zien wat dit betekent voor de meest beschadigde gebieden: Polder Eijerland en Polder Het Noorden. Het monoculturele akkerland maakt plaats voor gezonde en productieve ecosystemen: voedselbossen, gemengde zilte landbouw, brak rietland en een getijdenkwelder. Door het watersysteem aan te passen en natuurlijke processen te benutten, ontstaan landschappen die waardevol zijn voor natuur, boer en bezoeker. Het resultaat is een diversiteit in beleefbare voedsellandschappen met jaarrond eilandeigen producten: een Eetbaar Eiland.
Voorwoord
Persoonlijke missie
Een afstudeerproject over de toekomst van voedsellandschappen is voor mij een vanzelfsprekende volgende stap in mijn reis als landschapsarchitect in wording. Dit onderwerp ligt mij zeer na aan het hart.
Al zo lang ik me kan herinneren heb ik een passie voor alles rondom voedsel - koken, samen eten, groentetuinen, gezonde en zelfs geneeskrachtige voeding, uit eten gaan, culturen op vakantiebestemmingen ontdekken door te proeven. Mijn beste vrienden zijn koks, ik lees kookboeken, luister naar eetpodcasts, the list goes on. Door de jaren heen is het een steeds belangrijker (en leuker!) onderdeel van mijn leven geworden.
Tijdens mijn ontwikkeling tot landschapsarchitect ben ik me steeds bewuster geworden van de realiteit van onze voedsellandschappen. Ik realiseer me nu dat de uitgestrekte graslanden en akkers waartussen ik ben opgegroeid en die ik altijd als prachtig ervoer in werkelijkheid geen gezond en duurzaam systeem meer vormen.
Daarnaast zie ik in het dagelijks leven dat de relatie tussen de consumerende mens en het productielandschap heel slecht is. Een kijkje in de supermarkt: voorgesneden groenten in plastic verpakkingen, veel ultrabewerkte producten, ‘verse’ producten van over
de hele wereld verkrijgbaar door alle seizoenen heen, dieronvriendelijke en natuurvijandelijke producten die duizenden kilometers hebben afgelegd en bovendien bewezen slecht zijn voor de gezondheid - zo’n 80% van het supermarktaanbod is ongezond (Van de Keuken, De mens is een plofkip). Veel kinderen én volwassenen in met name stedelijke gebieden weten van veel groente- en fruitsoorten niet hoe en waar ze groeien en in welk seizoen.
Tegelijkertijd is er al lange tijd de beweging van gezond, lokaal voedsel dat met aandacht voor natuur is geteeld. De biowinkel en boerenmarkt werden lange tijd als ‘geitenwollensokken’plekken weggezet, maar lijken een opmars te maken en dat geeft me hoop. Er verschijnen steeds meer stadsboerderijen, voedselbossen, proefboerderijen met testvelden, agriturismo’s en andere plekken waar de mens weer in contact kan komen met voedselproductie. Maar, dit zijn vaak kleine en geïsoleerde initiatieven van idealistische pioniers.
Hoe komen we tot nieuw beleid en maken we ruimte voor gezondere voedsellandschappen, als het nieuwe gangbaar? Om de rol van ontwerp hierin te onderzoeken heb ik de afgelopen jaren een verdiepingsslag gemaakt. Ik las tientallen boeken, artikelen en wetenschappelijke studies, bekeek documentaires, werkte opzettelijk aan ontwerpprojecten in het buitengebied, zowel als onderdeel van
mijn opleiding als in de praktijk, en volgde een cursus voedselbosbouw en ontwerp. Ik leer nog elke dag bij.
Impact met ontwerp in landelijk Nederland
In onderstaande visualisatie is te zien dat 65% van het Nederlandse grondoppervlak gebruikt wordt voor landbouw (ca. 41% voor vee en veevoer en de overige 24% akkerbouw voor voedsel voor
mensen). De activiteiten op die 65% schaadt de kleine 15% aan grond bestaande uit natuur steeds meer (stikstofdepositie, mestoverschot, daling grondwaterkwaliteit en meer).
Ik geloof dat er een wereld te winnen is aan maatschappelijke en landschappelijke kwaliteit met ontwerp voor gezondere voedsellandschappen in Nederland. Juist omdat zo’n
groot deel van ons land bestaat uit landbouwgrond. En het lijkt alsof Nederland klaar is voor de eerste stap richting voedseltransitie. Ik draag hier via de lijn van ontwerp heel graag aan bij.
Texel als testcase
Sinds mijn tante en oom enkele jaren verhuisden naar De Waal op Texel ben ik verliefd geworden op de schoonheid van het rijke cultuur- en natuurlandschap van het eiland in de Waddenzee. Wanneer je Texel oprijdt vanaf de boot, valt op hoe veel lucht je ziet door de openheid van het landschap. Uitgestrekte polders en reliëfrijk oud weideland verwelkomen je. De historische dorpen brengen je naar een vroegere tijd. Aan de randen van het eiland voel je de grootsheid van de Waddenzee en de Noordzee, met de harde zilte wind, de verre zichten en de vogelgeluiden. Ik wandel hier graag door de woeste duinen en heiden, over het strand, door de Slufter en over de Waddendijk. Of ik zoek juist het meer pittoreske binnenland op om tussen de tuunwallen door het oude schapenland te lopen.
Texel kent een fascinerende ontstaansgeschiedenis en is altijd een bewogen plek geweest. Ook wat betreft voedselproductie op land, op zee en op het wad. Texel heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld van een eiland afhankelijk van visserij en kleinschalige landbouw tot een toeristische trekpleister. De schaalvergroting van de landbouw heeft ook hier de nodige impact gehad. Het landschap is behoorlijk verschraald en daarmee minder aantrekkelijk geworden voor zowel dier als mens.
Het is een eiland vol contrasten: monocultuur in grote polders naast kwetsbare natuur, conservatieve agrariërs naast innovatieve voedselpioniers, toeristische zomerpieken naast stille winters. Je vindt er landbouwvormen uit alle tijden: oude mienten en schapenweiden, moderne akkers
verleden
en experimentele teelten. Ook kampt het eiland met waterhuishoudelijke uitdagingen als zoetwaterbeschikbaarheid en verzilting.
Dit maakt Texel tot een mooi omgrensde testcase voor een landschapsontwerp als pleidooi voor de voedseltransitie.
Gemeente Texel werkt aan een zelfvoorzienende en duurzame toekomst. In 2020 werd dit stuk vastgesteld door de raad. Dit is in lijn met de vooruitstrevende attitude van het eiland en vormt een mooie basis voor de weg vooruit.
Een fotoimpressie
OVERVLOED
Boven verhoogde dijken en vernieuwde gemalen sloven regenbogen. Het gevaar niet van zee, maar over ons heen gegoten.
Wat als water van de Hogeberg kolkend in sloten naar beneden stort, een tuunwal op breken staat, uien drijven, smienten dobberen op schapenland, boeren in soppende sokken zonder tractoren de voren volgen?
Wat als kinderen op zuigende paden pootje baden in De Dennen? Zo was het vroeger niet.
Tussen dijk en duin ligt een verzadigde kuip. Wie het water keert, is even niet de vraag die kwelt, maar, wie trekt de stop eruit?
Fiet van Beek, eilanddichter
Analyse
De urgentie voor transitie
Het huidige voedsel- en landbouwsysteem is kapot en ik maak mij daar grote zorgen over. Het roer moet drastisch om. Dat begint bij de inzichtelijk maken wat de problemen zijn die gangbare landbouwpraktijken veroorzaken:
- De wereldbevolking blijft groeien, maar de vruchtbare bodem raakt op (bodemcrisis) - de VN stellen dat we nog slechts jaar 60 oogsten hebben;
- De gangbare, monoculturele landbouw is gericht op massa-productie voor de wereldmarkt;
- Het voedselweb van de bodem is sterk verkleind door (kunst)mest;
- Ploegen leidt tot bodemerosie en zware machines veroorzaken bodemverdichting;
- Gewassen worden steeds minder weerbaar;
- Stikstof, voor een groot deel afkomstig uit landbouw, schaadt de soortenrijkdom in omliggende natuur;
- De biodiversiteit in het landelijk gebied daalt hard - het landelijk gebied is een ecologische woestijn aan het worden;
- We telen meer voer voor vee dan voedsel voor mensen;
- Door onduurzame manupilatie van de waterhuishouding (doorspoelen, waterpeil verlagen) kan vrijwel elk gewas overal groeien en verliezen landschappen hun eigenheid;
- We verbouwen veelal de verkeerde gewassen op de verkeerde plek;
Om tot regeneratieve vormen van landbouw te komen (landbouwtransitie), moeten we verder kijken dan het bouwland - ook naar de rest van de keten. In alle schakels van de Nederlandse voedselketen moet verandering plaats gaan vinden (voedseltransitie), juist ook daar waar het grote geld wordt verdiend: de banken, leveranciers, handelskantoren, supermarkten. Enkele barrières voor voedseltransitie in het Nederlandse voedselsysteem:
- De Nederlandse landbouw is georganiseerd als een complex systeem vol afhankelijkheden, leningen en contracten die samenkomen op het boerenerf. De boer kan door gebrek aan economische zekerheid en beweegruimte (schulden bij de bank, contracten bij ketenpartijen) moeilijk omschakelen;
- Afwenteling maatschappelijke kosten - de boer verdient weinig voor veel arbeid, de leefomgeving lijdt schade;
- Er is een mismatch in waarden van de samenleving (biodiversiteit, gezondheid, cultuurhistorie, dierenwelzijn) en de landbouwpraktijk (voldoende en goedkoop voedsel voor de wereldmarkt);
- Het merendeel van de consumenten kiest nog voor het goedkopere product, omdat het juiste, eerlijke verhaal niet voldoende wordt verteld;
- Duurzame voedselproductie en bodemvruchtbaarheid worden niet genoeg beloond;
- Weinig kansen voor groene landbouwpioniers wegens de hoge kosten om een boerenbedrijf te starten - de instroom van nieuwe boeren bestaat veelal uit de kinderen van de boer die uiteindelijk het familiebedrijf overnemen en behoudend gedachtegoed meenemen;
- Weinig contact tussen consument en producent, omdat er meer voedselhandelaren dan voedselproducenten zijn - de supermarkt heeft het contact tussen de consument en de producent gemonopoliseerd en is erg goed in manupilatie van klanten.
De prijs van efficiëntie en schaalvergroting
Dit is een erfenis van de ‘Groene Revolutie’. Direct na afloop van de Tweede Wereldoorlog in Nederland in 1945 werd boer Sicco Mansholt benoemd tot minister van landbouw. Zijn taak was ervoor te zorgen dat de Nederlanders nooit meer honger zouden lijden. Zijn beleid speelde een grote rol in de rationalisatie, mechanisatie en schaalvergroting van het agrarische landschap – het begin van de Nederlandse Groene Revolutie. Landbouw moest zo efficiënt en productief mogelijk worden, wat boeren in een fabrieksachtige wereld van maximale productiegroei bracht. Dit betekende het einde van kleinschalige boerderijen met een rijke diversiteit aan gewassen, waar boeren op een holistische manier samenwerkten met de natuurlijke lokale omstandigheden van bodem, water en klimaat.
De oplossing voor een crisis bleek een nachtmerrie te zijn voor diversiteit, ruimtelijke kwaliteit, gewasveerkracht en zelfs menselijke gezondheid. Mansholt betreurde zijn rol in deze ‘revolutie’ tot aan zijn dood (Vanheste, Nooit meer honger, nooit meer oorlog).
Vertaling naar landschapsrestauratie
Het Nederlandse voedsellandschap is de laatste decennia dus ontzettend veranderd en is toe aan herstel. Het landschap is monotoon en slecht leesbaar geworden door de schaalvergroting en mechanisering. Akkers, vooral die op kleigronden, zijn vele malen groter en kaler geworden. De van oudsher aanwezig fijnmazige groenblauwe structuren verdwijnen, zoals houtwallen, struweelhagen en elzensingels. Regenwater infiltreert moeilijk in de steeds compactere bodem. De laaggelegen veenweiden worden dag en nacht bemaald, zodat er vee kan blijven lopen. Dit leidt tot inklinking en CO2-uitstoot. In landbouwgebieden waar het grond- en oppervlaktewater steeds zouter wordt (verzilting) door de zeespiegelstijging worden liters zoet rivierwater gepompt ter doorspoeling, omdat de huidige gewassen niet tegen het zout kunnen. Dit alles gebeurt al vele decennia lang op een heel groot deel van het Nederlandse grondoppervlak.
Omdat voedselproductie in verband staat met andere klimaatgerelateerde onderwerpen heeft de overheid intenties voor de versterking van het landelijk gebied uitgesproken. Het landschap zou antwoorden moeten bieden aan meervoudige opgaven rondom water, bodemkwaliteit, energie en biodiversiteit. Beleid als ‘Kaderrichtlijn Water’, ‘Visie Landbouw, Natuur en Voedsel’ en ‘Bossenstrategie 2030’ benoemen mooie ambities.
De problemen van Texels huidige voedsellandschappen
In dit hoofdstuk neem ik je mee door de ruimtelijke analyse van het eiland. Ik onderzocht hoe het culturele landschap van vandaag is ontstaan, welke eigenschappen de verschillende landschappen van het eiland hierdoor hebben gekregen en met welke problemen dit gepaard gaat.
De Bollekamer
Nationaal Park
De Texelse Duinen
De Eierlandse duinen N O O R D Z E E W A D D E N Z E E
DE COCKSDORP
De Hors
De Dennen
De Muy
DEN HOORN
DE KOOG
De Bol De Slufter
OOST
De Schorren
De Mokbaai
DEN BURG
Waalenburg
DE WAAL
De Hoge Berg
OUDESCHILD
OOSTEREND
Den Helder
Kaal eiland
Het Texels landschap staat al sinds de zestiende eeuw onder druk door overbegrazing, jacht op vogels en eieren rapen. Er gold eeuwenlang ‘overalweide’ – schapen mochten overal grazen op het eiland, met een vrijwel boomloos eiland als gevolg. Enkel op plekken als landgoed Brakensteyn werden erfbeplanting en houtwallen aangelegd.
erfbeplanting boomgaard
houtwal
Ontstaansgeschiedenis
Om de geschiedenis van het cultuurlandschap van Texel beter te begrijpen heb ik grondig literatuuronderzoek gedaan en dit vastgelegd in enkele principedoorsneden van het eiland door de tijd heen, te zien op de volgende pagina’s. Hier beschrijf ik zo beknopt als mogelijk de ontstaansgeschiedenis.
1500 v.Chr.
Keileemkern met dekzand; De zee breekt door en laat zeeklei achter
Tussen veen en wadden; Stranden, duinen en kwelders wandelen om de kern heen 5500 v.Chr.
Geologische vorming en oude kern
In de voorlaatste ijstijd vormde het landijs een hoge stuwwal. Een honderden meters dikke gletsjerstroom heeft de stuwwal vervolgens afgevlakt en bedekt met keileem. In de laatste ijstijd is de stuwwal bedekt met dekzand. De stuwwal is als oude kern de basis voor het glooiende gebied van nu waarin de meeste dorpen en de kenmerkende Hoge Berg zich bevinden. De oude kern ligt als enige ‘vast’ – de stranden, duinen en kwelders bewegen om de kern heen. In dit instabiele landschap werd zeker al sinds 3000 v.Chr. landbouw bedreven, maar hier zijn nauwelijks archeologische sporen achter gebleven.
Vroege bewoning en landbouw
De oude kern is vanaf ongeveer 1350 v.Chr. permanent bewoond door landbouwers die hun vee lieten grazen op de hei die het toen was. Texel was toen nog geen eiland en nog verbonden met Noord-Holland door een uitgestrekt veengebied en een smalle reep strandwallen.
Romeinse tijd en akkerbouw
Aan het begin van de jaartelling, in de Romeinse tijd, woonden enkele honderden mensen op de stuwwal en de strandwallen van Texel. Op de oude kern vond akkerbouw plaats en vee liep in de kwelders. Een getijdegeul bood toegang tot zee.
1500 n.Chr.
Eerste bedijkingen en duinontginningen t.b.v. waterveiligheid en landbouw
1850 n.Chr.
Tweede ronde bedijkingen; start meer generieke teelten voor de overkant
Zeespiegelstijging
In de loop van de eeuwen verdween het veen en nam de oude kern af in oppervlakte door de zeespiegelstijging. Rond 800 n.Chr. was de kern omgeven door kweldergebieden en wad en niet langer permanent bereikbaar vanaf het vasteland. Aan de westpunt beschermde een strandwal de oude kern tegen zee. Er woonden inmiddels zo’n 500 mensen.
Het ontstaan van Texel als eiland
Vanaf 1000 n.Chr. speelden stormvloeden een grote rol in het ontstaan van de Zuiderzee, de Waddenzee en het Marsdiep en Texel was geheel omgeven door kwelders, wad en open water. De zee
2000 n.Chr.
‘Vastgezet’ industriëel landschap met generiek landbouwland
data: Atlas van Nederland in het Holoceen
vormde de klif bij het huidige Den Hoorn, de westelijke strandwallen verdwenen in zee en een nieuwe duinstrook ontstond. De getijdegeul aan de noordkant werd opgevuld tot een strandvlakte en geulen in het achterland stoven dicht.
De eerste bedijkingen
Tussen 1200 en 1600 ontstond het Oude Land van Texel met een groeiende bevolking. Nieuwe dorpen en gehuchten verschenen, om soms later weer te verdwijnen in zee. De Texelaars bedijkten de lage gebieden rond de oude kern en kwelders tussen de kern en de duinen. De Texelaars waren veelal visser of schapenboer. Er gold eeuwenlang ‘overalweide’.
schapeneiland met rijke graslanden waar de schapen overal grazen. natuurrijkdom, waar men op konijnen jaagt en hooi, ruigte en zand wint. enkele gewassen geteeld en komen eendenkooien voor. moestuin en veel boerderijen bezitten over een elzenhakhoutbosje. bedijkt, rond de stuwwallen, de rest van het eiland loopt regelmatig onder water.
Noordzee
De mientgronden – de door kwel vochtige heide- en graslanden tussen de stuwwal en de duinen – werd veel beweid. Ook maakte de bevolking goed gebruik van de duinen: beweiding, zoden steken, helm snijden, ruigte oogsten, brandstof winnen. Tot dit verboden werd onder het bestuur van graven van de overkant, die zich het duin toe-eigenden en er konijnen introduceerden voor de jacht.
groeiende jonge duinen dorpen en gehuchten
‘overalweide’:
duinstruweel en kustheide
berkenbossen in natte duinvalleien
konijnenjacht
eikenbossen op strandwallen
mieden: hooi-, ruigte- en zandwinning
meenscharren met zoetwater
essenhouthakpercelen visserij
1550
Texel is een echt schapeneiland met rijke graslanden waar de schapen overal grazen.
De duinen kennen een grote natuurrijkdom, waar men op konijnen jaagt en hooi, ruigte en zand wint. In de kwelders worden enkele gewassen geteeld en komen eendenkooien voor.
Elk gezin heeft een eigen moestuin en veel boerderijen beschikken over een elzenhakhoutbosje.
De eerste landjes zijn bedijkt, rond de stuwwallen, de rest van het eiland loopt regelmatig onder water.
Duinontginningen en bebossing
In de 19e eeuw begonnen de duinontginningen. Tegen het stuivende zand werd de overalweide afgeschaft, de konijnen uitgeroeid en helm in de duinen geplant. De duin- en mientgronden werden verpacht aan particulieren. Men groef er sloten voor systematische afwatering. Er werd wat rogge en aardappelen verbouwd, maar vooral trachtten de ‘duinboeren’ de
gronden rendabeler te maken door aanleg van weilanden en productiebos. Vanaf 1899 krijgt Staatsbosbeheer het duingebied in beheer en worden duinvalleien nog stelselmatiger en grootschaliger getransformeerd tot weilanden. Met behulp van onder andere kunstmest werden zelfs de de armste gronden vruchtbaar.
‘overalweide’: schapenkaas, vlees en wol
kwelderakkers: rogge, bieten en aardappels wiervisserij
eendenkooi
Rede van Texel wierdijk 1.8m
Getekend naar informatie uit ‘Duinen en Mensen Texel’, ‘Oogst van de landschappen van rivieren en kust’ en ‘Texel in het voetspoor van Jac. P. Thijsse.
Het
wordt vastgehouden
eiland heen. Daarom wordt er helmgras en dennen geplant in de duinen. overalweide worden schapen nu buiten de erven en akkers gehouden door tuunwallen. Ze vormen samen met kolken en schapenboeten een kenmerkend cultuurlandschap. nu ook de overige landjes in het Oude Land bedijkt, verbindt de zanddijk Eierland met Texel en wordt Polder Eierland drooggelegd. De Eendrachtspolder en de Prins Hendrikpolder volgden wordt graan verbouwd om hongersnood in Holland tegen te gaan. Ook wordt er water onttrokken aan de Hoge Berg. Toch groeit de zoetwaterbel van het eiland.
Noordzee
stuivend duin
verdamping en verdroging aanplant helmgras
Texel is een vrijwel boomloos eiland geworden. Het duinzand dat niet langer wordt vastgehouden stuift over het eiland heen. Er wordt helmgras en dennen geplant in de duinen.
Na afschaffing van overalweide worden schapen nu buiten de erven en akkers gehouden door tuunwallen. Ze vormen samen met kolken en schapenboeten een kenmerkend cultuurlandschap.
verdamping en verdroging
tuunwallen, kolken en schapenboeten
Na polder Waal en Burg zijn nu ook de overige landjes in het Oude Land bedijkt, verbindt de zanddijk Eierland met Texel en wordt Polder Eierland drooggelegd. De Eendrachtspolder en de Prins Hendrikpolder volgden in een tweede periode van inpolderingen. Op de zandige stuwwallen wordt graan verbouwd om hongersnood in Holland tegen te gaan. Ook wordt er water onttrokken aan de Hoge Berg. Toch groeit de zoetwaterbel van het eiland.
ontginning duinvalleien en mienten aanhoudende verdamping en verdroging gegroeid door o.a. export. Op Texel worden veel ingrepen gedaan t.b.v. de landbouw: duinvalleien en mienten worden ontgonnen tot graslanden en ontwaterd of bebost, nollen worden al snel met zoute kwel, de Lange Dam wordt aangelegd t.b.v. zoetwater voor de landbouw. De vicieuze cirkel van verzilting is gestart: peilverhoging, inklinking van klei, verdere peilverhoging gewassen geteeld en ook is de bloembollenteelt opgekomen. De laatste zeearm wordt ingepolderd na jarenlange verzanding tot polder Het Noorden. steeds hogere natuurwaarde.
Noordzee
bosje ‘Het Doolhof’
De Nederlandse landbouw is gegroeid door o.a. export. Op Texel worden veel ingrepen gedaan t.b.v. de landbouw: duinvalleien en mienten worden ontgonnen tot graslanden en ontwaterd of bebost, nollen worden vergreppeld, nieuwe sloten ontwateren de polders. De nieuwe polders kampen al snel met zoute kwel, de Lange Dam wordt aangelegd t.b.v. zoetwater voor de landbouw. De vicieuze cirkel van verzilting is gestart: peilverhoging, inklinking van klei, verdere peilverhoging, meer zoute kwel. De zoetwaterbel krimpt.
Er worden meedere gewassen geteeld en ook is de bloembollenteelt opgekomen. De laatste zeearm wordt ingepolderd na jarenlange verzanding tot polder Het Noorden.
De tuunwallen krijgen een steeds hogere natuurwaarde.
Sporen van het verleden
De bewogen ontstaansgeschiedenis van het eiland vertaalt zich tot een rijkdom aan landschappelijke kenmerken, soms zichtbaar en soms onder de grond.
Rijk reliëf - data: AHN
zeeboezemvlakte ingesloten strandvlakte dekzandrug
dekzandwelving
zee-erosiegeul
Rijke bodemvariatie - data: Bodemkaart van Nederland
kalkrijk zand
zavel
lemig zand
laarpodzol veldpodzol
Texelse landschappen
Texel is onder te verdelen in zes hoofdlandschappen, elk met eigen karakteristieken.
duinen en strand strandwallen en -vlaktenlandschap zeereep en strand
het Oude Land reliëfrijk keileemlandschap grasland
Hier volgt een diagnose van de landschappen waar momenteel landbouw plaatsvindt: 3 t/m 6.
buitendijks land kwelderlandschap
zeepolders open aandijkenlandschap ingepolderde kwelder akkers en grasland 1 3 5 2 4 6
binnenduinrand binnenduinrandlandschap grasland en bos
HET OUDE LAND
Landschap
- Reliëfrijk keileemlandschap: stuwwallen, dekzandruggen en vlakten
- Grillig: kronkelende wegen, kreken en sloten, tuunwallen, windsingels en bosjes
- Meeste dorpen: Den Burg, Den Hoorn, Oudeschild, De Waal, Oosterend, Oost
- Ca. 30 poldertjes: veel verloren kwaliteiten sinds ruilverkaveling
- Erven: oude erven met groene voet, nieuwe erven bebouwing dominant, stolpen
Bodem
- Zand, leem en keien
- Rond de Hoge Berg: laarpodzolgronden (fijn zand)
- Verder mix: vlakvaaggronden (fijn zand), kalkarme poldervaaggronden (zware zavel)
Water
- Waterbel onder Hoge Berg, zoet drangwater
- Kolken: drinkputten 5-10m doorsnede als drinkwatervoorziening voor vee
- Slechte infiltratie door keileem, plassen langs de dijk
- Probleem: afwateringskanaal onttrekt gebied van water, extra verdroging Hoge Berg
Landbouw
- Vooral agrarisch gras, schapen
- Klein deel rotatiegewassen
- Klein deel natuurlijk beheerd agrarisch grasland
DE BINNENDUINRAND
Landschap
- Strandwallen- en strandvlaktenlandschap: bossen en open ruimtes
- Meest gelaagd: woeste gronden tussen duin en polder, duinakkers en mienten, bebossing, dichtslibbing met monotone huisjesparken
- Ruimtelijke rijkdom: bosschages, open plekken, kleinere korrel landbouw, lanen, heggen, tuunwallen
- Verkaveling: lange smalle kavels op strandvlaktes, versmolten sinds ruilverkaveling
Bodem
- Oude mienten: moerige eerdgronden (moerige bovengrond op zand)
- Rest: vlakvaaggronden (fijn zand), veldpodzolgronden (fijn zand, verrijkt door mest), beekeerdgronden (fijn zand)
Water
- Zoetwaterbel onder duinen
- Probleem: grondwater verzakt vanwege verdroging door cultivering woeste gronden, drinkwaterwinning, bebossing en polderpeilverlaging, verlies aan natte plekken en biodiversiteit
Landbouw
- Ca. helft agrarisch gras, schapen
- Ca. helft rotatiegewassen
- Enkele bloembollen
DE STRANDPOLDERS
Landschap
- Groot en open aandijkingen-landschap: ingesloten zandvlakten boven zeeniveau (uniek in Nederland), erven als eilanden in uitgestrekt landschap
- Kaal: nauwelijks groenstructuren
- Rationeel: lange rechte wegen en sloten met steile oevers, grote vierkante kavels
- Oude wadkreken zichtbaar
Bodem
- Zeekleibodem, kalkhoudende vlakvaaggronden (fijn zand)
Water
- Probleem: zoutste polders, brakke kwel, geen enkele aanvoer zoetwater, veel zoetwaterafvoer, water met hoger zoutgehalte blijft achter
Landbouw
- Vooral rotatiegewassen
- Overige akkerbouwgewassen
- Bloembollen
- Klein deel agrarisch grasland
- Klein noordelijk deel natuurlijk beheerd agrarisch grasland
DE ZEEPOLDERS
Landschap
- Open aandijkingenlandschap: onder zeeniveau, erven als eilanden in uitgestrekt landschap
- Kaal: nauwelijks groenstructuren, enkele windsingels, beplante slingerende dijken (oud) of kale dijken (nieuw)
- Rationeel: rechte sloten met steile oevers, grote vierkante kavels, vanuit lange rechte weg (nieuw) of rommelige blokstructuur (oud)
- Oude wadkreken: zichtbaar in Waal en Burg en Het Noorden
- Natuurontwikkeling: Waal en Burg van agrarisch land naar vochtig hooiland, Het Noorden langs de dijk natte vogelparadijzen
Bodem
- Gronden met klei-/zaveldek: kalkhoudende vlakvaaggronden (fijn zand), kalrijke poldervaaggronden (zavel), kalkrijke nesvaaggronden (lichte zavel), kalkhoudende vlakvaaggrond (fijn zand)
- Polder Het Noorden: schraal zeezand verrijkt met kunstmest, zeeklei langs de dijk
Water
- Probleem: vooral Polder Het Noorden en Prins Hendrikpolder heel brak oppervlaktewater, drangwater mengt met zoute en brakke kwel
Landbouw
- Ongeveer gelijke delen rotatiegewassen, bloembollen en agrarisch grasland
- Waal en Burg veel natuurlijk beheerd agrarisch grasland
De realiteit van het huidige cultuurlandschap
Texel produceert tegenwoordig eilandbreed met name dierlijke producten en veevoer voor de overkant, ondanks de verschillende eigenschappen van de verschillende landschappen.
De top 3 landgebruik:
1. cultuurgrond t.b.v. de veehouderij
2. aardappelakkers
3. bloembollenakkers
zuivel, vlees, eieren, granen en wol
bloemenbollen, aardappelen en voedermais en -bieten
data: LGN2021, WUR
eenjarige monoculturen
drijfmest: 25-40 m3/ha
kunstmest:
N 100-200 kg/ha
P 50-100 kg/ha
K 180-300 kg/ha
ploegen
JAARLIJKS
PRIJSKAARTJE CHEMIE:
€ 890 - 1800,- / ha
(gem. Texels landbouwbedrijf = 30 ha)
- CBS en WUR
De realiteit van de gangbare landbouw - foto Siebe Swart
pesticiden: 2-12 kg/ha
zware machines
bodemcompactie
groot zoetwatergebruik: 2000-6000 m3/ha
droogteschade
ontwatering
rotatie nodig door uitputting bodem en plaagbeheersing
JAARLIJKS
PRIJSKAARTJE CHEMIE:
€ 904 - 2340,- / ha
(gem. Texels bloembollenbedrijf = 15 ha)
- CBS en WUR
De realiteit van de bollenteelt
nog meer chemisch gebruik: 9 x zoveel als andere rotatiegewassen
schade aan direct naastgelegen duinnatuur
nog meer zoetwatergebruik:
8000 m3/ha/jaar vs 2000-6000 m3 andere rotatiegewassen
Texel vogeleiland
De Waddenzee speelt een cruciale rol in de zogenaamde ‘flyway’ voor vogels langs de oost-Atlantische migratieroute. Texel vormt samen met de andere Waddeneilanden een essentieel rust- en foerageergebied voor trekvogels. Na duizenden kilometers afgelegd te hebben kunnen de vogels hier uitrusten, opspekken. Ook is Texel een belangrijk thuis voor vele broedvogels en overwinteraars.
Habitatverlies
De plekken waar de vogels terecht kunnen gaan de laatste decennia flink achteruit. Het areaal aan kwelders en wadplaten is aanzienlijk gedaald door indijkingen en zeespiegelstijging. Erosie en recreatie verkleinen de strand- en duinhabitats. De bodemverdichting en -verontreiniging en verlies aan bodemleven als gevolg van de gangbare landbouwpraktijken hebben de akker- en weidehabitats tot ecologische woestijnen gemaakt, waar vogels nauwelijks voedsel kunnen vinden.
Banc d’Arguin
Bijagòs
arctisch gebied
Zuid-Afrika
Texelse soortenrijkdom in de voedselketen
Ooievaar Ciconia ciconia
Steenuil
Athene noctua
Veldleeuwerik
Alauda arvensis
Gele kwikstaart Motacilla flava
gewone regenworm Lumbricus terrestris
bruine kikker
Rana temporaria
Hermelijn Mustela erminea
Kemphaan Philomachus pugnax
Waterspitsmuis Limosa limosa
Grutto Limosa limosa
Waddenviltbij Epeolus alpinus
Texelse zandbij Andrena fulvago
In het schema staan soorten die rond 1850 nog veel waargenomen werden op Texel, maar door het veranderende landgebruik en de opgeschaalde landschapsinrichting sterk zijn afgenomen of helemaal zijn verdwenen.
Vogels als de grutto en de kemphaan zijn afhankelijk van losse grond, waarin ze met hun snavel naar voedsel kunnen prikken, maar de grond is nu vrijwel zonder bodemleven en te hard.
De scholekster broedt graag in oude tuunwallen, maar hiervan zijn er veel verdwenen of verarmd doordat er landbouwgif op terecht is gekomen.
Scholekster Haematopus ostralegus
gewone langhoornbij
Eucera longicornis
moshommel Bombus muscorum
Veel bijen en hommels die gebonden zijn aan bloemrijk grasland of akkerranden zijn verdwenen. Texel heeft de nationale verantwoordelijkheid voor het voorkomen van de Waddenviltbij, Texelse zandbij, gewone langhoornbij en de moshommel. Ook oude dijken en kwelders vormen belangrijke foerageergebieden.
data: Topotijdreis
Over alternatieven en de rol van de ontwerper
De achteruitgang van de Texelse landschappen en biodiversiteit baart mij zorgen. Ik geloof dat we naar landschapsherstel moeten - ruimtelijk en programmatisch.
In dit hoofdstuk onderzoek ik de alternatieven voor gangbare landbouw en naar de rol van overheden en de ontwerper.
Mijn hoofdvraag: Hoe vinden we weer verbinding met de Texelse landbouwgronden voor lokaal voedsel voor mensen, in balans met de wonderschone Waddennatuur?
Het begint bij de bodem
Een gezonde bodem fungeert als een spons voor water, zuurstof en koolstof en als een thuis voor het bodemleven. Met name de bovenste 30 centimeter, de ‘top soil’ is van groot belang. Hoe meer organische stof hierin aanwezig is, des te beter.
Het huidige voedsel- en landbouw-systeem is niet langer houdbaar
De steeds meer degraderende bodem vraagt steeds meer input van de boer om er gewassen op te laten groeien, tot deze volledig op is. Deze weg geldt ook voor Texel en de rest van Nederland. Er moet een nieuw perspectief komen voor de landbouw, waarbij boeren niet tegen de bodem werken, maar samen met de bodem.
Door nu te starten met de omschakeling van gangbare naar alternatieve landbouwvormenzullen er, na een periode van investering en meer werkuren, zichzelf ondersteunende ecosystemen ontstaan. Hierbij wordt de bodem opgebouwd in plaats van uitgeput, die uiteindelijk vele malen meer output genereert dan gangbare landbouwgrond.
biobouwmaterialen
voedselproductie
biodiversiteit
waterhuishouding
+ 1% koolstof:
17 liter/m2 meer wateropslag en mestwaarde van 275 - 550,-
- Malika Cieremans en Drawdown
CO2-opslag
O HORIZONT CO2
A HORIZONT ‘TOP SOIL’
B HORIZONT
C HORIZONT
vegetatie, organische stof
bacteriën, microben, mycelium, mineralen, ongewervelden
mineralen, minder koolstof en leven
moedermateriaal
“We hebben nog slechts 60 jaar oogsten als we niet direct anders met onze landbouwgronden omgaan.”
- VN
Regeneratieve landbouw
Bij zogenaamde regeneratieve landbouw of ‘restauration agriculture’ is sprake is van een productieve samenwerking tussen boer en land. De boer richt zich maximaal op een gezonde bodem als basis voor gezonde gewassen, waardoor geen pesticiden, kunstmest en andere input meer nodig zijn.
Er is inmiddels steeds meer wetenschappelijk onderzoek en bewijs dat dit onderschrijft. Boeken die me voorzagen van onderbouwing en kwantificaties, genoemd in dit afstudeerwerk, zijn met name ‘Drawdown’ - Paul Hawken, ‘Dirt to Soil’ - Gabe Brown en ‘Restauration agriculture’ - Mark Shepard geweest.
“Restauration agriculture is a vision of agriculture that taps into the inherent abundance of nature”
- Mark Shepard
Principes van regeneratieve landbouw
1 voedsel verbouwen voor mensen, niet voor dieren
2 niet ploegen van de bodem
3 permanente bodembedekking en groeiende wortels
4 niet sprayen van de gewassen of injecteren van de bodem
5 gecontroleerde beweiding door vee
6 natuurlijke plaagbestrijders
zeer diverse permacultuur, 200-300% meer opbrengst dan monoculturen
voedselbosbouw
hoger rendement veeteelt en meer dierenwelzijn
bosbeweiding
40% meer opbrengst door positieve interactie tussen gewas en bomen
herstel grasland en gezond vee gelaagde boslandbouw
gecontroleerde beweiding
16-29% meer opbrengst dan monoculturen en 19-36% minder mest
intercropping
27% meer winstgevend dan gangbare akkerbouw
weideteelten
Paradigmaverschuiving
We moeten van de opschalingsgedachte, als gevolg van het beleid van de vorige eeuw van Mansholt, naar het agro-ecologisch gedachtengoed.
In de agro-ecologie staat de mens niet boven het ecosysteem, maar maakt er onderdeel van uit. We stellen dat:
- we onderdeel zijn van ecosystemen,
- we ecosystemen opbouwen en - voedsel opgroeit in ecosystemen.
Ecosysteemherstel
In het geval van Texel betekent het dat de ecosystemen duin, bos, grasland, kwelder en wad, evenals de meer cultuurlijke ecosystemen van weiden en akkers, herstel behoeven. Ik heb mij verdiept in deze ecosystemen en ben op zoek gegaan naar ruimtelijke, programmatische en beleidsbouwstenen voor herstel.
De boer zit klem
Binnen het huidige systeem kan de boer moeilijk omschakelen en investeren in het ecosysteem waar zijn of haar land deel van uitmaakt, door gebrek aan economische zekerheid en beweegruimte. De boer zou hier dan ook niet alleen verantwoordelijk voor moeten zijn. De transitie is een verantwoordelijkheid voor de hele maatschappij.
Overheden en ontwerpers
Overheden (rijk, provincie, gemeente en waterschap) hebben verschillende knoppen om aan te draaien. Via
subsidies belanden geldstromen bij groene initiatieven. Via beleid wordt bijvoorbeeld het planten van bomen vergund, maar niet langer het uitbreiden van megastallen. Waterschappen kunnen peilbesluiten aanpassen op natuurwaarden in plaats van gangbare landbouwbelangen. En vanzelfspreken gaan overheden over de vergroening van openbare ruimte. Bij de knop van ruimtelijke ordening, waterbeheer en inrichting openbare ruimte komt ook ontwerp kijken en daarmee de verantwoordelijkheid voor mijn vakgenoten.
subsidies en financiële prikkels beleid en regelgeving ruimtelijke ordening waterbeheer inrichting openbare ruimte
vergunning voor bomen planten
peilopzet
Ontwerp
Toekomstvisie voor het eiland Texel
De complexe opgave vraagt om ontwerp op meerdere niveaus. Hier richt ik mij op een eilandbrede toekomstvisie, die bestaat uit strategische keuzes voor grote veranderingen in het landschappelijke systeem.
Van generieke efficiënte voedselmachine met naderende houdbaarheidsdatum...
...naar eilandeigen productieve ecosystemen met een regeneratieve economie.
groenten, bessen en bloesem
riet en lisdodde
fruit, noten, knollen, wortels en kruiden
granen, bonen en peulvruchten
zeegroenten, schelpdieren en honing
duingroenten, bessen en bloesem
zuivel, vlees, eieren, granen, honing, kruiden, bessen en wol
fruit, noten en paddestoelen
Landschappelijke systeemveranderingen
Om te komen tot eilandeigen productieve ecosystemen zijn grote landschappelijke systeemveranderingen nodig. Op de volgende pagina’s behandel ik ze meer diepgaand.
1
VERGROOT LANDSCHAPPELIJKE GRADIËNTEN
i.p.v. harde grenzen tussen zoet - zout, droog - nat en open - dicht
2
HOUD REGENWATER VAST
i.p.v zo snel mogelijk afvoeren naar zee
3
VOEG ORGANISCHE STOF TOE AAN DE BODEM
t.b.v. bodemopbouw i.p.v. -afbreuk
4 WERK MET SUCCESSIE EN NATUURLIJKE DYNAMIEKEN
i.p.v. afhankelijk systeem van eenjarige gewassen
5 ORGANISEER NUTRIËNTENKRINGLOOP
tussen eilandeigen bemesters en voedselarme gronden
6 BRENG SCHAALVERKLEINING EN LUWTE IN
met een landschappelijk raamwerk
VERGROOT LANDSCHAPPELIJKE GRADIËNTEN
i.p.v. harde grenzen tussen zoet - zout, droog - nat en open - dicht
Uit onderzoek blijkt dat de grootste landschappelijke en ecologische rijkdom te vinden is in de gradiënten. Stap 1 in het herstellen van eilandeigen ecosystemen is dus het vervagen van de harde grenzen en daarmee het vergroten van de landschappelijke gradiënten. 1
1500 v.Chr.
Keileemkern met dekzand; De zee breekt door en laat zeeklei achter
Tussen veen en wadden; Stranden, duinen en kwelders wandelen om de kern heen 5500 v.Chr.
Zoals we van de ontwikkelgeschiedenis hebben geleerd is het eiland door de eeuwen heen steeds verder gefixeerd. Er kwam minder ruimte voor natuurlijke dynamiek van water en wind. Er bestaan harde grenzen tussen zoete en zoute milieus, hoge droge en lage natte plekken. Gebieden waar oorspronkelijk sprake was van een landschappelijke gradiënt.
Eerste bedijkingen en duinontginningen t.b.v. waterveiligheid en landbouw 1500 n.Chr.
Tweede ronde bedijkingen; start meer generieke teelten voor de overkant 1850 n.Chr.
“De grootste landschappelijke en ecologische rijkdom is te vinden in de gradiënten.”
- Ruimte x Milieu
2000 n.Chr.
‘Vastgezet’ industriëel landschap met generiek landbouwland
data: Atlas van Nederland in het Holoceen
HOUD REGENWATER VAST
i.p.v zo snel mogelijk afvoeren naar zee
Essentieel voor het telen van voedsel is zoet water. Texel heeft een bijzondere situatie wat betreft de zoetwatervoorraad – deze wordt enkel aangevuld door regen en niet, zoals de meeste gebieden in Nederland, door rivierwater. Nu wordt het kostbare regenwater in natte periodes nauwelijks vastgehouden en juist zo snel mogelijk uitgemalen naar zee om wateroverlast op de landbouwgronden te voorkomen. Er zijn weinig waterbergingsgebieden en ook de bodem heeft weinig sponswerking meer door afname in organische stof.
Het weer kent grotere extremen – er zijn meer en langere droge periodes én er is meer piekregenval, maar door gebrek aan waterberging ondergaat de bodem meer droogteschade. Door zeespiegelstijging wordt het grond- en oppervlaktewater steeds zouter en de meeste gangbare gewassen kunnen hier niet langer groeien. De kwetsbare zoetwatervoorraad gecombineerd met de onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering brengen uitdagingen voor het eiland waar we niet omheen kunnen.
Waterafvoer en -aanvoer
Texel Water, HHNK en gemeente Texel
zoete kwel
enige aanvoer zoetwater
zoute kwel
landbouwschade door verzilting
jaarlijkse afvoer naar de Waddenzee: 44 miljoen m3 - WUR
Huidige situatie
getekend naar informatie uit Wateratlas Texel - HHNK en gemeente Texel
VOEG ORGANISCHE STOF TOE AAN DE BODEM
t.b.v. bodemopbouw i.p.v. -afbreuk
Een van de belangrijkste aandachtspunten in mijn ontwerp is het zoveel mogelijk toevoegen van organische stof aan de bodem.
De gemiddelde landbouwbodem bevat slechts 1% organische stof en dat is te weinig. Daarom wordt er kunstmest en drijfmest aan de bodem toegevoegd en ontstaan zwakke, afhankelijke gewassen. Die gewassen zijn dan weer vatbaarder voor ziektes en plagen, waardoor meer pesticiden gebruikt moeten worden. Deze cirkel moet doorbroken worden.
Een studie van de bodem in Michigan toonde een gewasopbrengststijging aan van ongeveer 12% voor elke 1% meer organische stof. Ook beaamt voedselbosboer Malika Cieremans dat voedselbossen, waar minstens 6% organische stof in de bodem te vinden is, veel productievere voedselsystemen vormen op den duur.
Bodemleven in gezonde grond - re-generation
Meer organische stof, gezondere gewassen - zy-precision.com
4
WERK MET SUCCESSIE EN NATUURLIJKE DYNAMIEKEN
i.p.v. afhankelijk systeem van eenjarige gewassen
Door bij voedselproductie te werken met natuurlijke successie ontstaat een systeem van meerjarige plantgemeenschappen dat zichzelf als het ware onderhoudt.
Bijna alle akker- en tuinbouwgewassen zijn eenjarige planten. Na de oogst krijgt het land een ‘reset’ en wordt opnieuw gezaaid. Dit is een van continue investering afhankelijk systeem.
Ook vecht de boer nu tegen veel natuurlijke dynamieken, zoals verzilting. De gangbare gewassen kunnen niet overleven in de zouter wordende grond. Wanneer we de verzilting accepteren en ons aanpassen aan de veranderende omstandigheden, kunnen we maximaal profiteren van wat de grond ons te bieden heeft, nu en in de toekomst.
“In de natuur is slechts 1% van de planten eenjarig, maar onze akkeren tuinbouwgewassen bijna allemaal.”
- Malika Cieremans
ORGANISEER NUTRIËNTENKRINGLOOP
tussen eilandeigen bemesters en voedselarme gronden
In plaats van kunstmest dient op armere gronden gebruik gemaakt te worden van eilandeigen lokale natuurlijke bemesters, zoals schapenmest en groenbemesters, als bodemverrijkers zolang dat nog nodig is. Zo draagt het nieuwe systeem bij aan de circulaire economie van Texel.
6
BRENG SCHAALVERKLEINING EN LUWTE IN met een landschappelijk raamwerk
Zowel de landbouw als de mens heeft baat bij meer luwte. Een landschappelijk raamwerk met tuunwallen, singels en heggen biedt bescherming tegen wind en zon. Zo wordt de bodem beschermd, groeien gewassen beter, stijgt het dierenwelzijn van vee en krijgt het open landschap meer menselijke maat. Ook biedt het raamwerk habitat voor vele diersoorten, zoals insecten en vogels.
Texel heeft als Waddeneiland te maken met significant meer wind in vergelijking met het vasteland - de windsnelheden liggen er ca. 20-30% hoger. Doordat het eiland weinig natuurlijke obstakels als windsingels en bossen kent, heeft de wind vrij spel. Dat maakt fietsen tegen de wind in moeilijk, maar ook de landbouw ondervindt schade. Er vindt meer verdamping van zoet water plaats en de top soil van zandige gronden verstuiven.
Eilandbrede visie
De zes grote landschappelijke systeemveranderingen heb ik vertaald naar een ontwerp voor het eiland: een eilandbrede visie voor productieve ecosystemen. Op de volgende pagina’s behandel ik ze.
Noordzeelijst verbreden
Waddenzeedijk perforeren
Wadplaat benutten
Oude zee-erosiegeulen vernatten
Bosmantel creëren
Landschapselementen toevoegen
NOORDZEELIJST VERBREDEN
Door kerven en stuifkuilen groeien de duinen mee met de zeespiegel en groeit de zoetwaterbel.
De natuurwaarden stijgen door toename van (vaak eetbare!) pioniervegetatie - zoals duindoorn - en afname van verdichtende ‘stikstofvegetatie’.
Referentiebeelden
kerf in duin
WADDENZEEDIJK PERFOREREN
Door getijdenduikers staan de zeepolders weer onder invloed van het getij. Binnendijkse kwelders vormen een belangrijke habitat voor vele planten diersoorten en slaan veel koolstof en stikstof op.
Ze bieden de ultieme gelegenheid voor eilandeigen kwelderproductie.
duikers, Noordwaard
Referentiebeelden
binnendijkse getijdenkwelder
WADPLAAT BENUTTEN
Schelpdierbanken als geïntegreerde structuren combineren duurzame voedselproductie met natuurversterking.
Het levert aantrekkelijke en interessante gebieden op waar lowtech oester- en mosselculturen ervaren kunnen worden.
Referentiebeelden
schelpdierenstructuur op wadplaat
OUDE ZEE-EROSIEGEULEN VERNATTEN
Natte ecosystemen in een doorgaande structuur van laagten dienen als waterbuffers en bieden ruimte aan natte natuur en paludicultuur.
Zowel in het Oude Land als Polder Eijerland zijn laagtes te vinden die hiervoor ingezet worden.
Referentiebeelden
vernatte oude zee-erosiegeul
BOSMANTEL CREËREN
Een robuuste bosmantel van bestaande bossen en nieuwe aanplant van voedselbos creëert luwte, vrij van wind en stuifzand, en vormt een habitat voor veel plant- en diersoorten.
De bosmantel heeft een hoog watervasthoudend vermogen.
Referentiebeelden
nieuw bos bestaand bos
LANDSCHAPSELEMENTEN TOEVOEGEN
In het grootschalige polderlandschap zorgen boomsingels en struweelheggen voor schaalverkleining en bieden ze eetbare soorten voor mens en dier.
In het Oude Land brengen nieuwe tuunwallen, apothekersbosjes en wilgenlanen meer biodiversiteit.
struweelhef
Referentiebeelden
en apothekersbosjes
struweelheg zuurbes, meidoorn, duindoorn boomsingel pioniers, eetbare bomen en struiken
wilgenlaan schietwilg, kraakwilg tuunwallen en apothekersbosjes kruipwilg, meidoorn, Gelderse roos, duindoorn
Meest bechadigde ecosystemen eerst
Niet alles kan tegelijk. Daarom stel ik voor te beginnen bij de hoogste prioriteit: de meest beschadigde ecosystemen eerst herstellen. De toekomstige productiviteit van de landschappen inschattend, op basis van de bodemeigenschappen, concludeer ik dat de strand- en zeepolders het meest urgent herstel
behoeven. De houdbaarheidsdatum van deze ‘nieuwste’ polders is eerder in zicht dan die van de oudere cultuurlandschappen. Dat maakt een mooie ontwerpopgave, omdat dit tevens de plekken zijn met de minste landschappelijke kwaliteit en het minst bezocht worden. Hier is de meeste impact te behalen.
laagste koolstofvoorraad in de bodem
laagste regenwormenabundantie
laagste kwaliteit bodemstructuur van de toplaag
meeste verzilting grondwater
data: RIVM
Ontwerp voor de noordkop van het eiland
De eilandbrede visie heb ik vertaald naar een ruimtelijk ontwerp voor de noordkop van het eiland. Specifiek Polder Eijerland en Polder Het Noorden.
De ecosystemen
Het gaat hier om het akkerbouwlandschap, ingeklemd tussen de Noordzee met het duin en de Waddenzee. Er is geen sprake van een landschappelijke gradiënt en het eilandgevoel is er nauwelijks aanwezig, door de rationele inrichting met generieke teelten. Het lijkt er meer op de Flevopolder dan op de rest van Texel.
monocultureel akkerland
Midden-Eijerland
P O L D E R
E I J E R L A N D
P O L D E R
Lancasterdijk
H E T
N O O R D E N
Oosterend
Oost
Waddenzee
Naar diverse voedsellandschappen
Door beter te kijken naar de potentie van de plek is een mooie gradiënt in te brengen van zoet naar zout milieu. Het monoculturele akkerland maakt plaats voor gezonde ecosystemen: bos, gemengde zilte landbouw, brak rietland en kwelder.
Stap 1: het watersysteem
Het watersysteem is de sleutel tot een gezonder landschap. Momenteel is het erop gericht droge voeten te houden. Het grondwaterpeil wordt laag gehouden en water wordt naar de zee afgevoerd. Er zijn veel peilgebieden, waar met name de bollenboeren het zoete drangwater, dat vanuit de duinen omhoog komt, binnen hun kavels houden met behulp van dammetjes. Hierdoor beschikken de kavels meer oostwaards over minder zoet water en treedt daar nog meer verzilting op. Die verzilting is een proces dat in feite onomkeer baar is en waar we adaptief mee om moeten leren gaan.
duin
Nauwelijks watervoorraad in de bodem
peilvakken
Huidige jaarlijkse waterbehoefte gangbare landbouw en bollenteelt: Hoge zoetwatervraag
Eijerland 2250 ha
Het Noorden 1500 ha x 2000 - 8000 m3
7,5 - 30 miljoen m3 water
Getrapt watersysteem
Het ontwerp gaat uit van een nieuw getrapt watersysteem met vier grote peilgebieden in Polder Eijerland en Polder Het Noorden als getijdekwelder.
Door de hoogste trede tegen het duin aan een hoger peil te geven dan de naastgelegen gebieden, wordt hier meer zoetwater vastgehouden dat het zoute water tegendruk biedt. Zo ontstaat een grotere zoet-zoutgradiënt, als basis voor passende teelten.
Grotere watervoorraad
Door overal het peil aanzienlijk te verhogen ontstaat een veel grotere zoetwatervoorrad in de bodem - zo’n 15,5 miljoen m3 water.
Lagere zoetwatervraag
Nieuwe jaarlijkse waterbehoefte regeneratieve landbouwvormen:
Eijerland
Het Noorden
2,52-5,75 miljoen m3
0 m3
besparing tot 25 miljoen m3 water
Toekomstig watersysteem
Van afvoeren naar vasthouden
Ook het slotenstelsel wordt aangepast om van afvoeren naar vasthouden te gaan.
In waterbergingsvijvers wordt zoet drangwater en regenwater vastgehouden. Wanneer deze vol raken komt het water via een overstort terecht in het slotensysteem.
Brede buffersloten leiden het water met een omweg naar het laagste punt. Om die afvoer te vertragen zijn veel afvoersloten gedempt. De resterende afvoersloten zijn verdubbeld in breedte ten opzichte van het oude profiel.
Aan de oostzijde van de polder zijn oude wadkreken teruggebracht als nieuwe ruimtelijke dragers van dit brakke landschap. Omdat het grondwater hier lager ligt kan het er in droge periodes te droog worden voor het beoogde rietland en wordt er via een inlaat in de dijk bij waterbehoefte zout water ingelaten vanuit Polder Het Noorden.
teruggebrachte kreek gedempte afvoersloot inlaat zout water bij behoefte buffersloot afvoersloot waterbergingsvijver met overstort
Nat
landschappelijk raamwerk
De teruggebrachte kreken en verbrede (buffer)sloten vormen de ruimtelijke dragers voor het nieuwe natte landschappelijke raamwerk. Ze hebben naast een waterhuishoudelijke functie ook een belangrijke natuurfunctie. Brede rietkragen en oeverbeplanting bieden een habitat voor kleine zoogdieren, rietvogels, amfibiën en insecten.
De met riet omzoomde waterlijnen vormen een aantrekkelijke ruimtelijke aanleiding voor wandelroutes. Bij paden is rekening gehouden met de gemiddelde verstoringsafstanden die geldt voor rietvogels, zodat natuur en beleving naast elkaar kunnen bestaan.
teruggebrachte kreek met brede rietkraag
buffersloot met brede rietkraag
afvoersloot met ecologische oever
Buffersloot en kreek
waterbuffer
zuiverend vertraagde afvoer
hermelijn
rietgors
bruine kikker
waterspitsmuis
habitat
Noordse woelmuis
rietzanger kleine karekiet
glazenmaker
blauwe
lantaarntje
De huidige sloten kennen een smal profiel met steile oevers. De waterkwaliteit is vrijwel overal ondermaats, door landbouwmiddelen die erin terecht komen.
De nieuwe sloten zijn omgeven door leven en begeleiden de wandelaar door de veranderende voedsellandschappen.
Afvoersloot
huidige sloot 1-2m breed met steile oevers
teelt op afstand
Passende ecosystemen en landgebruik
Het nieuwe watersysteem biedt de condities om passende ecosystemen en landgebruik in te richten.
Van de duin- naar de wadzijde: meer gesloten landschap met voedselbossen, half-open landschap met houtige landschapselementen, gemengde akker- en tuinbouwvormen en grasland, dan open rietland en ten slotte een wijdse kwelder.
Voor het ontwerp ben ik secuur omgegaan met de bestaande ruimtelijke en cultuurhistorische waarden in het gebied. Zo respecteer ik het rationele grid en doorzichten naar de dijken. Op de volgende pagina’s behandel ik elk nieuw landschap meer uitgebreid.
brak rietland voedselbos
gemengde zilte landbouw
grasland kwelder
De nieuwe Polder Eijerland
Om van Polder Eijerland weer gezonde ecosystemen te maken, heeft de bollenteelt zijn exit gemaakt. Het landschap heeft er te lang onder te leiden gehad. De bollentelers, evenals de overige landbouwbedrijven, zijn in omschakeling naar regeneratieve landbouwvormen.
Door aanplant van landbouw ondersteunende landschapselementen is een start gemaakt bij het creëren van de luwe condities waarbinnen meer kleinschalige vormen van regeneratieve landbouw floreren.
strandvlakte
bloembollenteelt sterke ontwatering akkerbouw
VOOR DE INDIJKING
landbouw ondersteunende landschapselementen
pioniers als bodemverbeteraar
NA DE INDIJKING
opvolgers en climaxsoorten
uitbreiding oppervlaktewater dunning
verhoging waterpeil
ECOSYSTEEMHERSTEL JAAR 1
ECOSYSTEEMHERSTEL NA 5 JAAR verzilting
305 hectare voedselbos
In de zone tegen het duin zijn voedselbospercelen aangewezen. De grote blokken op de kaart geven de planologische begrenzing aan van de nieuwe ‘voedselbosbestemming’.
Er zijn bewust grote zones tussen de bosblokken open gehouden, om de historische doorzichten van de weg naar de zanddijk te waarborgen.
In de praktijk kunnen boeren voedselbospercelen aanleggen vanaf 5 hectare en inrichten naar believen.
Deze kunnen meer rationeel, romantisch of natuurlijk worden ingericht, gericht op grootschalige productie of juist op collectief samen boeren. Zolang de bossen zijn ingericht volgens de principes van de voedselbosbouw.
De lagen van een voedselbos
voedselbospercelen
open voor doorzicht
bestaand infrastructureel raamwerk
nieuw 2e niveau landschappelijk raamwerk
Van pioniers naar climaxsoorten
Als eerste stap zijn pionierssoorten geplant, en zij die komen aanwaaien worden niet verwijderd. Het gaat hier om 1.600 bomen per hectare voor snelle bodembedekking en successie, wat neerkomt op 488.000 bomen.
De pioniers dienen een belangijk doel. Ze bereiden de plek en de bodem voor voor de zogenaamde ‘opvolgers en climaxsoorten’ - de eetbare doelsoorten van het voedselbos.
Na 5 jaar vindt een eerste dunning van het pioniersbos plaats, waarna er voedselbossorten worden aangeplant. Binnen 10 jaar bestaat een voedselbos uit gemiddeld 400 eetbare soorten en pioniers.
Betula pubescens zachte berk
Salix alba schietwilg
Alnus glutinosa els
Betula pendula ruwe berk
Texelse soorten
Populus nigra zwarte populier
Sambucus nigra gewone vlier
Crataegus monogyna meidoorn
bescherming wind en zon
bodemverbetering
condities voor opvolgers en climaxsoorten
Ontwerp
Een greep uit de mogelijke soorten in een voedselbos in Polder Eijerland
650 hectare gemengde zilte landbouw
In dit gebied zet het ontwerp in op schaalverkleining - in ruimte en in bedrijfsgrootte.
De boer richt zich op het telen van combinaties van gewassen met struiken en bomen, waarin vele vormen mogelijk zijn. Hier wordt slim geboerd door de verzilting te omarmen en in te spelen op de eiwittransitie.
gelaagde boslandbouw
gecontroleerde beweiding
intercropping
weideteelten
Productie passend bij
verzilting en eiwittransitie
gelaagde boslandbouw
vijg druif appel kers
zwarte bes duindoorn olijfwilg walnoot hazelnoot
plantaardige en zouttolerante eiwitproductie en granen
quinoa kikkererwt linze wilde rijst lupine soja zwarte boon haver
zouttolerante groenteteelt
aardappel wortel ui kool spinazie radijs
Het huidige landschap kent eindeloze monoculturen waar weinig mensen of dieren te bekennen zijn.
In het nieuwe productielandschap is veel afwisseling tussen teelten te vinden. De kleinere bedrijfsgrootte leent zich goed voor meer collectieve landbouwvormen. Het is een ontmoetingsplek voor consument met producent en product.
Landschappelijk raamwerk
Pluksingels en plukheggen vormen landbouw ondersteunende elementen in het landschappelijk raamwerk. Ze ondersteunen de landbouw door luwte en schaduw te bieden aan gewassen en vee.
De singels en heggen vormen tevens een aanleiding voor interactie met het productielandschap, omdat ze door mens eetbare vruchten en bloesems dragen.
Ook de lokale biodiversiteit heeft hier profijt van. De bijen en vogels die afhankelijk zijn van kleine groenstructuren vinden hier voedsel en beschutting.
plukheg
pluksingel
Pluksingel
De pluksingel bestaat uit dezelfde bouwstenen als het voedselbos, maar kent een andere maat. De breedte van 30 meter is een maat om van betekenis te zijn voor soorten die gebonden zijn aan de Texelse bossen.
pluksingel 30m
Plukheg
De plukheg bestaat uit lokaal voorkomende en voor mens én dier eetbare soorten.
voor mensen eetbare soorten
zomertortel
gele kwikstaart
gewone anghoornbij
veldleeuwerik
grutto
kemphaan
habitat
moshommel gewone regenworm
800 hectare brak rietland
Het nieuwe brakke rietland aan de oostzijde van de polder is een ultieme vorm van de verzilting omarmen. Hier wordt riet- en lisdoddeproductie gecombineerd met hoge natuurwaarden voor soorten van het brakke rietland.
Riet groeit uitstekend in brakke omstandigheden. Dit zien we in andere delen van het land, zoals bij de Eems-Dollard.
Huidige grondgebruik
rietpercelen
teruggebrachte kreken
Gem. prijs: €60/ton droge stof
Gem. opbrengst €660.000
- Nederlandse Rietvereniging, WUR
Gem. prijs: €60/ton droge stof
Gem. opbrengst €660.000
- Nederlandse Rietvereniging, WUR
Ecologische meerwaarde
Wanneer het brakke rietland goed op gang is gekomen en juist wordt beheerd, ontstaan er naast de doelgewassen riet en lisdodde meer waardevolle plantsoorten en vormt het gebied onder andere een overwinterplek voor vogels. Dit draagt in grotere mate bij aan de ecologie dan de rietkragen langs de waterwegen.
australis riet
angustifolia kleine lisdodde
officinalis echt lepelblad
soorten brak rietland
Leucojum aestivum zomerklokje
graveolens selderij
habitat
roerdomp
rietgors
waterral
blauwborst
bruine kikker
wintertaling
cetti’s zanger
glazenmaker
blauwe
krakeend
baardman
lantaarntje
overwinteraars
De nieuwe Polder Het Noorden
Om van Polder Het Noorden weer een gezond ecosysteem te maken, is een meer rigoreuze ingreep nodig. De polder is in de tweede helft van de 19e eeuw te vroeg ontgonnen. Hierdoor werden de in het slib aanwezige ijzeroxydulezouten niet langer omgezet door de verdwijnende kweldervegetatie. De zouten zijn schadelijk voor andere planten en maken de grond zeer onvruchtbaar. Door de polder weer in verbinding met de zee te stellen komt het natuurlijke kweldersysteem weer op gang en worden de lokale bodemeigenschappen benut en niet bevochten.
nieuwe terpen voor kwelderboerderijen
permanent waterhoudende geul
getijdenduikers
verplaatste Molen
opgehoogde vluchtplaats vogels
dagelijk onder water lopende en droogvallende schorren
inlaat bij behoefte rietmoeras
zeewier- en schelpdierakkers in onderlopende deel
kweldergroente-akkers in verlandend deel
Voedsel en ecologie per kwelderfase
kleine mantelmeeuw zilvermeeuw grote mantelmeeuw kokmeeuw
dulse
eider pijlstaart
mossel kleine zilverreiger platte oester
Hizikia fusiforme hijiki
gemiddeld hoogwater bij springtij
gemiddeld hoogwater bij vloed
gemiddeld hoogwater bij doodtij
zoute kreek wad pionierszone
krombek kanoetstrandloper kleine strandloper zilverplevier groenpootruiter bontbekplevier
scholekster rotgans grauwe gans kluut lepelaar Aster tripolium zeeaster
Limonium vulgare lamsoor
Allium vineale kraailook
smient pijlstaart
gewone langhoornbij
lage kwelder middenkwelder hoge kwelder
Productief getijdenlandschap
Hoe hoog mag het water komen?
De getijdenduikers die het water van de Waddenzee de polder in sluizen en weer terug zijn afsluitbaar, en wel op +1.09 m NAP, wat de hoogwaterstand is die wekelijks bereikt wordt. Zo loopt de polder elke dag vol water en treden de natuurlijke kweldervormende processen op, én vormt het water geen gevaar voor de waterveiligheid.
Het betekent echter ook dat al met het dagelijkse hoogwater van +0.61m NAP de Schorrenweg en de aangelegen erven en gebouwen onder water komen te staan.
Tegen de dijken aan de binnenlandse zijde van de polder worden daarom nieuwe terpen opgeworpen, waar vandaan schelpdier-, zeewier- en kwelderboeren hun bedrijf runnen en wonen. De terpen nemen de veiligheidsmarge van 0.50 m boven het hoogwaterniveau in acht.
terp, Noordwaard
Lokale mest, riet en zeewier als bodemverrijkers
Schapenmest, zeewier en rietcompost zijn bewezen goede bemesters die de armere zandige gronden op gang kunnen helpen komen. Zo dragen de landschappen samen bij aan een circulaire economie.
Jaarrond beleefbaar landschap
In de nieuwe polders vindt een grote uitbreiding van het netwerk voor voetgangers en fietsers plaats. Het huidige netwerk bestaat vooral uit paden door de duinen en een fietspad langs de doorgaande weg. Daar is een tweede niveau paden bijgekomen.
Vanaf schelpenpaden, onverharde struinpaden en vlonderpaden kan men de verschillende veranderende voedsellandschappen ervaren.
In het ontwerp is rekening gehouden met historische doorzichten van het midden van de polder naar de
huidig netwerk voor fietser en voetganger
schelpenpad of onverhard struinpad
zanddijk toe, door ruimtes vrij te laten tussen de bospercelen. Ook wordt van de aanwezige hoogteverschillen, de dijken, gebruik gemaakt voor verre uitzichten door de polders, en lopen de paden met opzet langs drie assen met uitzichten, doorzichten en verschillende belevingsvormen.
Het resultaat is een diversiteit in beleefbare voedsellandschappen met jaarrond eilandeigen producten. Een Eetbaar Eiland. In de oogstkalender op de volgende pagina’s is een greep te zien van de potentiële passende gewassen die het eiland kan bieden.
vlonderpad hogergelegen uitzichtpunten
historische doorzichten
januari
januari
Allium schoenoprasum bieslook
Allium schoenoprasum bieslook
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Melissa officinalis citroenmelisse
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Origanum vulgare oregano
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
Mentha × piperita perpermunt
Mentha × piperita perpermunt
Eruca rucola
juli november februari juni oktober april augustus december
september maart
mei
mei
september maart
juli november februari juni oktober april augustus december
januari mei
september maart
juli november februari juni oktober april augustus december wilde
voedselbos
Eetbaar Eiland
Apium graveolens var. rapaceum knolselderij
Raphanus sativus var. longipinnatus knolselderij
Raphanus sativus var. longipinnatus knolselderij
Scorzonera hispanica schorseneer
Allium schoenoprasum bieslook
Ipomoea batatas zoete aardappel
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Ribes rubrum aalbes
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Ribus nigrum braam
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
Hippophae rhamnoides duindoorn
Mentha × piperita perpermunt
Eruca sativa rucola
Rubus idaeus framboos
Eruca rucola
januari
januari
juli november februari
september maart
juni oktober april augustus december
mei
juli november februari
juni oktober april augustus december wilde
mei
september maart
voedselbos
Zanthoxylum simulans szechuanpeper
Berberis vulgaris zuurbes
Allium schoenoprasum bieslook
Ribus nigrum zwarte bes
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Vitis vinifera druif
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Humulus lupulus hop
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
Actinidia deliciosa kiwi
Mentha × piperita perpermunt
Eruca sativa rucola
Passiflora caerulea passiebloem
Eruca rucola
januari
januari
juli november februari
september maart
juni oktober april augustus december
mei
juli november februari
juni oktober april augustus december wilde
mei
september maart
voedselbos
Prunus domestica pruim
Ficus carica vijg
januari
Allium schoenoprasum bieslook
Juglans walnoot
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Prunus avium wilde kers
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Morus alba witte moerbei
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
Solanum tuberosum aardappel
Mentha × piperita perpermunt
Eruca sativa rucola
januari
Eruca rucola
juli november februari
september maart
juni oktober april augustus december
mei
juli november februari
juni oktober april augustus december wilde
mei
september maart
voedselbos
gemengde zilte landbouw
Cicer arietinum kikkererwt
januari
Allium schoenoprasum bieslook
Lens culinaris linze
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
Glycine max soja
Mentha × piperita perpermunt
Eruca sativa rucola
januari
Eruca rucola
juli november februari
september maart
juni oktober april augustus december
mei
juli november februari
juni oktober april augustus december wilde
mei
september maart
gemengde zilte landbouw
Prunus avium wilde kers
Saccharina latissima meidoornbloesem
Allium schoenoprasum bieslook
januari
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Elaeagnus angustifolia olijfwilg Ficus carica vijg
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Berberis vulgaris zuurbes
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
Ribus nigrum zwarte bes
Mentha × piperita perpermunt
Eruca sativa rucola
Corylus avellana hazelnoot
Eruca rucola
januari
juli november februari
september maart
juni oktober april augustus december
mei
juli november februari
juni oktober april augustus december wilde
mei
september maart
gemengde zilte landbouw
brak rietland
ei en kippenvleees
koeienzuivelen vlees
varkensvlees
Typha angustifolia kleine lisdodde
Phragmites australis riet
Allium schoenoprasum bieslook
Palmaria palmata dulse
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Hizikia fusiforme hijiki
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Saccharina latissima suikerwier
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
Ulva lactuca zeesla
Mentha × piperita perpermunt
Eruca sativa rucola
Allium vineale kraailook
Eruca rucola
januari
januari
februari
september maart
juli november februari juni oktober
april augustus december
mei
mei
juni
september maart
juli november
april augustus december wilde
oktober
kwelder
honing
Allium schoenoprasum bieslook
Allium schoenoprasum bieslook
Melissa officinalis citroenmelisse
Ostrea edulis platte oester lamsvlees
Melissa officinalis citroenmelisse
Origanum vulgare oregano
Mytilus edulis mossel koeienzuivel en -vlees schapenzuivel
Origanum vulgare oregano
Mentha × piperita perpermunt
januari
januari
juli november februari juni oktober april augustus december wol
Mentha × piperita perpermunt
Eruca sativa rucola
Eruca rucola
mei
september maart
september maart
juli november februari juni oktober april augustus december wilde
mei
januari mei
september maart juli november februari juni
oktober april augustus december
kwelder
Op de boerderij van het heden zie ik een boer voor me, alleen op een grote tractor in een uitgestrekt veld, grenzend aan een industriëel erf.
Het werk van de boer is gericht op het beschermen van de gewassen en het bestrijden van risico’s.
Het land ervaart stress, de boer ervaart stress.
Op de boerderij van de toekomst zie ik boeren voor me die samenwerken. Met andere boeren, met buurtbewoners, met bezoekers en vooral ook met de natuur. Het natuurinclusieve erf en het bouwland zien groen en er is gezoem, getjilp en gekwaak te horen.
Deze boeren krijgen eerlijk betaald voor de producten en de ecosysteemdiensten die ze leveren.
De boerderij als ontmoetingsplek, waar de consument via de korte ketens weer in verbinding komt met het voedsel, de producent en het landschap.
Eetbaar Eiland is een agenderend ontwerp. Een landschapsontwerp als pleidooi voor de voedseltransitie. Ik wil laten zien dat je, wanneer je je als ontwerper onderdompelt in een groot maatschappelijk vraagstuk als de voedseltransitie én een specifieke plek, tot een waardevolle bijdrage kunt komen.
De stip op de horizon is voor de meesten moeilijk voor te stellen. Ik wil met mijn ontwerp mensen helpen zich een voorstelling te maken van onze toekomstige landschappen, die mogelijk worden wanneer we ons bij het vormgeven laten leiden door maatschappelijke waarden. Ons landschap is immers een maatschappelijk goed, waar ons aller gezondheid, veiligheid en geluk van afhankelijk is.
Als ontwerper zie ik het als een mooie rol om de vele thema’s die met de voedselindustrie verbonden zijn aan elkaar te knopen en met een integraal toekomstverhaal te inspireren door alle belangen heen. Landbouwpraktijken en ecologie, economie en cultuurgeschiedenis, ruimtelijke ordening en landschapsarchitectuur. Als creatief verbinder tussen wetenschap en praktijk, en tussen beleid en de leefwereld heb ik het vraagstuk en het ontwerp willen aanvliegen vanuit alle richtingen. Ik ben dit project nieuwsgierig ingegaan en ik kom er misschien wel nog nieuwsgieriger uit.
Kostprijs georiënteerd voedselsysteem
Waarden georiënteerd voedselsysteem Help nu de agrariër bij de omschakling!
“Er is niets statisch aan het agrarisch bedrijf. Tot de ploeg aan toe. Gedurende de geschiedenis groeide de bevolking, ontstond specialisatie, en kwamen er nieuwe rassen en soorten. Boeren moesten, en konden, door de eeuwen heen dus constant veranderen en innoveren. Deze veranderingen vonden echter altijd plaats in een sociaal-maatschappelijke context die daarom vroeg. De boer is dus gewoon onderdeel van die bredere context. Als die weer om veranderingen vraagt, dan zal dat dus ook weer mogelijk blijken. Maar wel in redelijkheid en samenspraak. Met alle spelers.”
- Mans Schepers. Noorderbreedte
Dankwoord
Graag wil ik iedereen bedanken die me heeft gesteund en geïnspireerd tijdens het creëren van dit afstudeerwerk. Het was een mooie ontdekkingstocht door de wereld van landbouw en natuur op Texel, waarbij de contacten met anderen van grote waarde waren voor mijn proces en het eindresultaat.
In het bijzonder wil ik Olga en Guus bedanken. Zij hebben me altijd met open armen ontvangen en lieten me vele kanten van het eiland zien. Zij hebben de deur naar Texel voor me open gezet, waarna ik verliefd op het eiland ben geworden.
Ook wil ik de externe adviseurs bedanken die de tijd hebben genomen om met mij af te spreken of te corresponderen over de vele onderwerpen die bij dit werk aan bod kwamen. Door het delen van hun expertise en ervaring groeide mijn kennis, met name op het gebied van waterhuishouding en ecologie.
Mijn afstudeercommissie verdient zeer zeker mijn dank. Zij hebben me steeds vertrouwen en motivatie gegeven om door te gaan en met hun kritische blik mijn ontwerpstappen verrijkt. De sparsessies gaven met het steuntje in de rug om alle opgedane kennis over het onderwerp en het eiland te vertalen naar ontwerp.
Daarnaast wil ik mijn dank uitspreken naar mijn collega’s van Smartland landscape architecture, die altijd open stonden voor een brainstormsessie of me ondersteunden op een andere manier.
Ten slotte wil ik mijn vrienden en familie bedanken die ondanks mijn grote afwezigheid altijd aan mijn zijde zijn gebleven. Hun steun heeft me geholpen om dit mooie slotstuk van mijn studie te voltooien, waarvoor ik zeer dankbaar ben.
Externe adviseurs
- Arthur Oosterbaan - conservator, Ecomare
- Don Boot - beleidsadviseur water, landschap en natuur, gemeente Texel
- Erik van der Spek - oud boswachter, Staatsbosbeheer Texel
- Koen van der Laan - specialist kust en zee, Waterproof
- Maarten Poort - ingenieur, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
- Vibeke Gieskes - editor
- Wouter van Eck - oprichter en boer, Voedselbos Ketelbroek
Geraadpleegde boeken
- Caspar Janssen, Jantien de Boer, Berno Strootman, Boer doet leven: portretten van landschapsboeren (2020)
- Frouke Fey-Hofstede, Norbert Dankers, Een zee van Mosselen: Handboek ecologie, bescherming, beleid en beheer van mosselbanken in de Waddenzee (2015)
- Gabe Brown, Dirt to Soil: one Family’s Journey into Regenerative Agriculture (2018)
- George Monbiot, Regenesis: feeding the world without devouring the planet (2023)
- Hilde E.A. Huizenga, Oogst: de landschappen van rivieren en kust (2013)
- Kees C.J.G. Scharringa, Wim Ruitenbeek, Atlas van de Noord-Hollandse broedvogels (2010)
- Lieke Jildou de Jong, Boer en land (2024)
- J. S. C, Wiskerke, Saline Verhoeven, Flourishing foodscapes: designing city-region food systems (2018)
- Jac P. Thijsse, Texel (1927)
- Jo Handelsman, A world without soil: the Past, Present, and Precarious Future of the Earth Beneath Our Feet (2022)
- Joeri Sowka, Texel flows: a metabolic atlas (2017)
- Karsten Reise, A natural history of the Wadden Sea (2013)
- Marcia Bjornedud, Timefulness: how thinking like a geologist can help save the world (2028)
- Mark Shepard, Restoration agriculture: realworld permaculture for farmers (2013)
- Meindert Schroor, Bosatlas van de Wadden (2018)
- Nico van der Wel, Rolf Roos, Duinen en mensen Texel (2013)
- Paul Hawken, Drawdown: het meest veelomvattende plan ooit om klimaatontwrichting te keren (2017)
- René Zanderink, Typisch Texel (2023)
- Sandra van Kampen, Youetta Visser, Voer: vaart maken met de voedseltransitie (2017)
- Teun van de Keuken, De mens is een plofkip: hoe de voedingsindustrie ons ziek maakt (2024)
- Theo Bakker, Duinen en duinvalleien: een landschapsecologische studie van het Nederlandse duingebied (1979)
- Toon Fey, Texel: in het voetspoor van Jac. P. Thijsse (1993)
Hoe vinden we weer verbinding met de Texelse landbouwgronden voor lokaal voedsel, in balans met de wonderschone Waddennatuur? Ik onderzocht wat het agro-ecologisch perspectief kan betekenen voor de boer, de consument, de bodem en de biodiversiteit en ik maakte een agenderend landschapsontwerp voor Texel.
Het monoculturele akkerland maakt plaats voor gezonde en productieve ecosystemen. Door het watersysteem aan te passen en natuurlijke processen te benutten, ontstaan landschappen die waardevol zijn voor natuur, boer en bezoeker. Het resultaat is een diversiteit in beleefbare voedsellandschappen met jaarrond eilandeigen producten: een Eetbaar Eiland.
Jana van Hummel