De Brandweer(m/v) 580 2022

Page 1

2300 Turnhout Masspost Erkenningsnr. P 106052 580 januari-februari 2022 97e jaargang Tijdschrift toelating gesloten verpakking verschijnt 5 x per jaar ISSN 1374-5867 #12 Interview met Bert Brugghemans Wanneer water in rook opgaat #19 #39 Jeugdbrandweer Ieper viert50-jarig bestaan

nr. 580 - 97e jaargang · ISSN 1374-5867

INHOUD

#01 Brandpunt

#02 Kort nieuws

COLOFON

Alle correspondentie en adreswijzigingen

Contacteer uw hulpverleningszone of secretariaat@brandweervlaanderen.be

Verantwoordelijke uitgever

V.U. Hans Clarysse, Goudbergstraat 101, Wevelgem

Technische realisatie

EVM Print, De Koninckstraat 40 b17, 1080 Brussel 02 240 44 11, info@evmprint.be

Adverteren info@brandweervlaanderen.be

Abonnementen

Jaarabonnement: € 36,30 (incl. btw en verzending)

Oplage

10.800 ex.

Teksten voor volgende nummers moeten ons bereiken: Nr. 581 uiterlijk op 15 mei 2022

Coverfoto

Ruut Van Laer | Deskundige Communicatie Hulpverleningszone Taxandria

Vormgeving

Arti·Tude - 0495 47 05 58 - www.arti-tude.be

Eindredactie

Filip Corselis

Website BVV www.brandweervlaanderen.be

De Brandweer[M/V] bestaat uit verschillende artikelen die aangeboden worden of in onderlinge toestemming en mits bronvermelding worden gepubliceerd. De mening of visie in deze artikelen zijn niet noodzakelijk de mening of visie van de redactie van Brandweer Vereniging Vlaanderen.

› De nieuwe website van de brandweer is online

› Brandweerzone Fluvia heeft een nieuwe zonecommandant

› Drielingstorm Dudley, Eunice en Franklin

› Afscheid van een groot man

#04 BVV-info

› Onze website in een nieuw jasje

› Brandweercongres 2022 “IEDEREEN BRAND(t) WEER …”

› Het Belgisch Brandweerfonds

› Firefighters 4 Nepal in de bres voor Oekraïense collega’s

› Afscheid van onze collega Jean-François Spelmans

#10 Voor in jouw

brandweeragenda …

#12 Interview met Bert Brugghemans

#19 Wanneer water in rook opgaat

#31 Het Kenniscentrum Civiele

Veiligheid investeert in operationeel onderzoek naar

waterstofbranden

#35 When practice meets fun!

#39 Jeugdbrandweer Ieper viert

50-jarig bestaan

#43 Pyrolyse: degusteren en genieten onder brandweervrienden

#44 BWM-CPR

#49 Tips & Tricks Ambulance

#50 De MUG-HELI in de kijker

II

BRANDPUNT

BESTE COLLEGA’S,

De brandweer is terug in diepe rouw. Spijtig genoeg hebben we opnieuw afscheid moeten nemen van een gewaardeerd lid van de Brusselse brandweer, sergeant-majoor Jean-François Spelmans. Elke dag werken we aan veiligheidsmaatregelen en procedures maar soms is zelfs dat niet voldoende. Ons beroep is gevaarlijk.

De Brusselse manschappen eerden Jean-François met een waardig afscheid, een gevallen collega brandweerman waardig gesterkt door vertegenwoordiging vanuit het hele land en zelfs van over de landsgrenzen heen.

zette me terug aan het denken over de nood van een brandweermonument. Brandweermensen zetten zich in voor de medemens en collega’s worden vrienden. Het verdriet voor dit verlies zal veel tijd vragen en zal nooit helemaal verdwijnen. Respect en waardering blijven en zullen nooit vergeten worden! Vanuit onze organisatie zijn we dan ook terug ijverig aan het werk gegaan om dit monument, dit blijken van respect en waardering te realiseren.

Ik had nog enkele andere onderwerpen willen behandelen in mijn voorwoord waaronder de nieuwe website, het congres en het brandweerdepot. In het licht van dit droevige afscheid is al dat nieuws nu echter minder belangrijk. Mag ik je gewoon uitnodigen om het in dit vakblad te lezen.

1
#4 #19 #31 #39 #44

DE NIEUWE WEBSITE VAN DE BRANDWEER IS ONLINE

Dankzij de goede samenwerking van Netwerk Brandweer en BrandweerVereniging Vlaanderen kunnen we met trots de nieuwe website van de brandweer voorstellen. Op pagina 4 in deze editie kan je meer informatie terugvinden. Nog niet bezocht? surf dan snel naar www.debrandweer.be

Brandweerzone Fluvia heeft een nieuwe zonecommandant

Olivier Dorme legde de eed af bij Francis Benoit, burgemeester van Kuurne en voorzitter van hulpverleningszone Fluvia.

Het brandweerleven zit Olivier Dorme (41) in het bloed, hij is al de derde generatie brandweerman. Vader Luc Dorme is 64 en nog steeds actief in de brandweerpost van Geluwe. Olivier begon zijn carrière in 2006 bij de brandweer van Zwevegem waar hij elf jaar vrijwilliger was. Tussen maart 2014 en september 2016 werkte hij als brandpreventionist voor de zone, waarna hij daarna de taak als clusterofficier voor rekening nam.

“Toen ik hoorde dat ik de nieuwe zonecommandant werd, ging er heel wat door me heen maar vooral een gevoel van plichtsbesef. Mijn job zal pas geslaagd zijn als iedereen met plezier naar het werk komt.”

De twee voorbije jaren met de coronacrisis hebben veel gevergd van onze medewerkers. Mensen in eerste lijn werden rechtstreeks geconfronteerd, maar ook de onderlinge interactie ontbrak vaak. De sociale cohesie tussen de medewerkers moet opnieuw hersteld worden. Ik wil in de eerste plaats verder werken aan eenheid tussen de zestien brandweerposten van Fluvia en hun vriendenkringen goed ondersteunen. Die sociale cohesie is erg belangrijk. De grootste uitdaging voor de zone is immers het hebben en houden van voldoende vrijwillige brandweermannen. Zo houden we onze werking betaalbaar. Momenteel moet een brandweerman alles kunnen, maar dit willen we naar de toekomst toe in vraag stellen. Door taakdifferentiatie kunnen we ook wie minder fysiek paraat is aan boord houden.

Wij wensen zonecommandant Olivier Dorme alvast veel succes.

Drielingstorm Dudley, Eunice en Franklin

In februari heeft het stormweer van Eunice lelijk huisgehouden in Vlaanderen. De brandweer kreeg 40524 oproepen binnen. De doortocht van de februaristormen Eunice en Franklin heeft ongeveer 551 miljoen euro aan verzekerde schade veroorzaakt. We willen hierbij ook ALLE brandweermensen danken die alles uit de kast gehaald hebben om ook deze interventies tot een goed einde te brengen.

2

AFSCHEID VAN EEN GROOT MAN

Op 25 maart werd afscheid genomen van Carlos Dewulf

De oudere generatie kende Carlos, Ridder in de Kroonorde en stichter van Fundaciòn Amigos Del Reino de Belgica, heel goed. Dankzij zijn inzet werden honderden brandweerwagens en ander brandweermateriaal via de haven van Antwerpen naar Chili verscheept, waar ze nog uitstekend van pas kwamen in de bergdorpen. Ook minstens 30 ziekenwagens, 20 bussen van De Lijn en 150 ziekenhuisbedden en rolstoelen werden onder impuls van SOS Chili naar het Zuid-Amerikaanse land overgebracht. Meer dan 180 brandweerkorpsen in Chili en Argentinië konden hun werking verzekeren door deze middelen. Vier containers met sociale hulp voor de slachtoffers van de aardbeving geraakten ook op hun bestemming.

Het was het werk van een tovenaar. Een gekke goochelaar, feestend, rommelig, gedreven door zijn ideeën, breekbaar en krachtig tegelijk. Zonder verpinken onderhandelde hij

met de hoogste autoriteiten in België en Chili. Die gekke goochelaar genaamd Carlos Julián Dewulf Leiva, geboren in Chili op 18 september 1952, die op 17-jarige leeftijd besloot om in de voetsporen van zijn vader te treden. Hij was de zoon van een vrouw uit Melipilla genaamd Delia Leiva Camus.

Veel Antwerpse brandweerkorpsen houden warme herinneringen over aan de samenwerking met Carlos. Sommigen reisden zelfs naar Chili om te zien hoe hun materiaal daar een tweede leven had gekregen en er de veiligheid van de bevolking aanzienlijk verhoogde.

Carlos is een figuur die geschiedenis schreef, voor zowel brandweerlieden als burgers. Een groot man verdient een moment van onze tijd en ons eindeloos respect.

BELGISCHE IJSHOCKEYPLOEG VROUWEN WINT GOUD OP WK IN BULGARIJE

Begin april haalde de Belgische ijshockeyploeg bij de vrouwen goud op het WK in Bulgarije. En helemaal tof: de brandweer is goed vertegenwoordigd in dit team. Speelster René De Wolf is brandweervrouw bij Brandweer Zone Rand - Post Schoten, en assistent coach Sven van Buren ben brandweerman bij Brandweer Zone Kempen - Post Herentals.

3

ONZE WEBSITE IN EEN NIEUW JASJE

Heb je onlangs nog www.brandweervlaanderen.be bezocht?

We hebben niet stilgezeten! Samen met netwerk Brandweer hebben we de website van de brandweer ontwikkeld en hier kan je ons dan ook terugvinden. Waarom onze website bezoeken?

BRANDWEERVOORDELEN

Als de pager afgaat, staan we paraat. Om dan laat in de nacht nog even een paar uurtjes in te dommelen. Een weekend start pas zaterdagavond na een dagje opleiding. Je geplande uitstapje met het gezin wordt zo op de lange baan geschoven. Die dagen, wanneer je met je gezin wat tijd samen kan doorbrengen, willen we dan ook graag tot een succes maken. Via de brandweervoordelen kan je dan ook dat ene uitstapje extra aangenaam maken. Een beloning voor jullie inzet!

DE BRANDWEERAGENDA

Een momentje vrij? Nood aan een sportieve uitdaging. Of gewoon eens een bezoekje brengen aan de collega’s. Of een dagje weg met het gezin. Een interessante beurs, of evenement?

Al het bovenstaande kan je terugvinden in de brandweeragenda.

OOK JIJ KAN MEEHELPEN

Wil je meewerken?

Heb je interessant nieuws, ben je trots op iets wat je gerealiseerd hebt.

Meld het ons via redactie@ brandweervlaanderen.be

Organiseer je zelf iets? Laat het ons dan weten via redactie@brandweervlaanderen.be

DE BRANDWEER[M/V] DIGITAAL

Een nieuwe website was natuurlijk het ideale moment om het digitale vakblad te lanceren. Wil je weten wat er reilt en zeilt in het brandweerlandschap? Hoe zit het met de collega’s in de verschillende hulpverleningszones? Educatieve artikelen? Je kan het allemaal terugvinden in de digitale editie van de Brandweer[M/V].

Voor wie het vakblad nog graag op papier leest, blijft dit natuurlijk in de huidige vorm bestaan.

4

BRANDWEERCONGRES 2022 “IEDEREEN BRAND(T)WEER …”

De kogel is door de kerk. Het brandweercongres zal dit jaar plaatsvinden in Brandweerschool PAULO. Een centrale locatie met veel mogelijkheden om opnieuw een topeditie af te leveren. Het congresteam is reeds volop bezig met de voorbereidingen.

THEMA

Regelmatig horen we: “Dat congres is toch enkel voor officieren?” Niets is minder waar en vandaar het thema IEDEREEN BRAND(t)WEER … . Naar gewoonte voorzien we terug een traject voor de administratieve krachten maar iedereen is welkom. DIt maakt het congres juist the place to be. Een moment waar we allen vieren dat we deel uitmaken van dit topteam. De brandweer staat steeds paraat, altijd klaar om uitdagingen tot een goed einde te brengen. Dus brandweerman -of vrouw, onderofficier of officier dispatcher, ambulancier, brandweerduiker … Noteer alvast 4 & 5 november in je agenda. DIt congres is er ook voor jou!

LOCATIE: BRANDWEERSCHOOL PAULO

Dit jaar zijn we uitgenodigd door PAULO wat meteen een ideale locatie is om verschillende boeiende workshops te geven. Op het paradeplein komt ook nu weer een tent waar de brandweerbeurs zal plaatsvinden. Daarnaast hebben we verschillende leslokalen en een plenaire ruimte tot onze beschikking. Voor de collega’s die liever een praktische oefening uitvoeren, zijn alle middelen ter beschikking. Opgelet! Per dag kunnen we ongeveer een 400-tal collega’s ontvangen dus wees er snel bij.

SAVE THE DATE

Het congres zal dit jaar iets later plaatsvinden nl. op 4 en 5 november. Misschien wel iets frisser maar de volledige school is dan tot onze beschikking.

NIEUW: ATTEST OPLEIDINGEN

Een bepaalde attest opleiding die je wenst te volgen? Misschien is dit mogelijk. Het programmateam onderzoekt momenteel de mogelijkheid of we dit kunnen realiseren.

WORKSHOPS

Dit jaar zijn er minder workshops voorzien, dit echter voor grotere groepen. Deze workshops zal je per traject kunnen volgen. Tijdens de inschrijving kies je één traject per dag.

NIEUWSBRIEF

Op de hoogte blijven? Dat kan!

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief van het brandweercongres 2022 via www.brandweercongres.be

5

HET BELGISCH BRANDWEERFONDS

Vorig jaar werd het Belgisch Brandweerfonds opgericht met als doelstelling de werking van de nationale kas verder te zetten en de brandweermensen te ondersteunen na een ongeval tijdens dienst. We waren hoopvol dat deze overschakeling vlot zou gebeuren maar helaas zitten we nog in wachtmodus wegens problemen bij het KNKOH.

We blijven dan ook verder zoeken naar een oplossing. Zodra die oplossing er is zullen we met man en macht de open dossiers afwerken.

GROOTSTE

BRANDWEERMUSEUM VAN EUROPA OPENT IN WEELDE: “DE VERHUIZING VAN DE EEUW”

Het was een spectaculair zicht, anderhalf jaar geleden. Tientallen takelwagens reden in colonne over de autosnelwegen, met op hun rug voertuigen uit meestal lang vervlogen tijden. Nu heeft het grootste brandweerdepot van Europa een nieuw onderkomen in Weelde, een deelgemeente van Ravels.

5.000 vierkante meter groot is de voormalige NAVO-hal waar ooit straaljagers geparkeerd stonden. “Eigenlijk nog een beetje te klein”, vindt Hans Clarysse, voorzitter van BVV. “In Aalst stonden de wagens dicht op elkaar gepakt, hier kan je er tenminste al rond wandelen. Om tot onze collectie te behoren, moeten de voertuigen gereden hebben bij een Belgisch brandweerkorps, historische waarde hebben en herstelbaar zijn.”

De vrijwilligers van het brandweerdepot voelen zich alvast meer dan welkom. “Als er een evenement is in een andere hal en onze garagepoort staat open, wandelt er altijd wel iemand binnen”, vertelt Hans. “Onlangs kwamen negentig kinderen communiefoto’s maken met onze wagens. Bovendien bevinden we ons hier perfect in het midden tussen België en Nederland, waar geen vergelijkbaar brandweermuseum bestaat. Zesduizend bezoekers vonden jaarlijks hun weg naar Aalst. Dat kan hier meer worden maar het hoeft niet nu onmiddellijk te gebeuren.”

Op zaterdag 23 en zondag 24 april was het dan zover. Het brandweerdepot ging voor het eerst voor het grote publiek

open. “Zaterdag vond de eerste Belgische 112-beurs plaats. Zeventig standhouders uit heel Europa bieden onder meer helmen, kledij, badges en autootjes aan. Zondag was het Erfgoeddag. We legden kinderen uit hoe ze hulpdiensten kunnen verwittigen in noodgevallen. We verzorgden rondritten en er kon geblust worden. Voorlopig beperken we ons tot evenementen. De indeling hier verandert nog continu, alles moet zijn plaats krijgen. Maar mettertijd willen we een zaterdag per maand en op afspraak openen.”

6
Voorzitter Hans, Paul, Gunther en Marinus poseren op een wagen met een ladder van dertig meter die volledig mechanisch bediend werd.

AFSCHEID VAN ONZE COLLEGA JEAN-FRANÇOIS SPELMANS

Op 16 maart werd de Brusselse brandweer omstreeks 3.30 uur ‘s nachts opgeroepen voor een brand in het voormalige Sheraton-hotel in Brussel. De brand brak uit in een technische koker die moeilijk toegankelijk was en waar renovatiewerkzaamheden aan de gang waren. Tijdens de interventie is onze collega Jean-François Spelmans overleden toen hij verpletterd werd door een instortende roltrap.

Op 26 maart vond de uitvaartplechtigheid van onze collega en vriend Jean-François plaats in de Basiliek van Koekelberg. De officier-dienstchef van Brandweer Brussel, kolonel Tanguy du Bus de Warnaffe, hield toen onderstaande toespraak voor alle aanwezigen.

“Beste collega’s, beste vrienden … In dit beroep weten we allemaal dat een tragedie zoals het recente overlijden van Jean-François Spelmans kan gebeuren. We denken er liever niet aan. We hopen altijd voltallig terug te komen van een interventie. En als het dan gebeurt, voel je je verslagen. Hulpeloos. Maar je voelt je niet alleen. We steunen elkaar. En we zullen er samen voor zorgen dat zijn herinnering voortleeft. Ondanks zijn prestaties, zijn vaardigheden en zijn uitgebreide kennis, was Jean-François een bescheiden en discreet man. Hij had een roeping om te helpen, was heel openhartig, professioneel, een stille kracht, een geboren leider. Veeleisend, maar in de eerste plaats voor zichzelf. We hebben een 100% brandweerman verloren. De dag voor JeanFrançois overleed, hadden we een oproep gelanceerd voor vrijwilligers onder ons personeel om te gaan helpen Oekraiense vluchtelingen op te vangen in het Brussels Gewest. Eén naam stond helemaal bovenaan de lijst. Hij had als eerste gereageerd …

Jean-François Spelmans was sinds 1999 werkzaam bij de Brusselse brandweer. Hij werd sergeant in 2013 en sergeant-majoor in 2019. Begin dit jaar stelde hij zich kandidaat om adjudant te worden. Hij maakte veel kans. In zijn carrière heeft hij altijd gestreefd naar vooruitgang van onze dienst. Zijn kennis en hoge veiligheidsnormen maakten hem tot een van onze meest gerespecteerde collega’s. Ik ben dan ook ontroerd én vereerd om hem vandaag postuum de eer te mogen bewijzen die hij zo rijkelijk verdient. Adjudant Jean-François Spelmans, namens de brandweermannen en -vrouwen van Brussel, het was een eer. “

7

70 JAAR VANASSCHE!

De tijd staat niet stil, maar ook de firma VANASSCHE niet. Zeventig jaar na haar oprichting en 20 jaar na de jubileumviering in 2002 is de firma VANASSCHE FFE niet alleen springlevend maar ook klaar voor de toekomst.

Nieuwe kantoren, een verruimde werkplaats, een state-of-the-art schilderwerkplaats, een geoptimaliseerd magazijn en tal van investeringen in huisvesting, omgeving, ICT, ontwerp en productie, waarin duurzaamheid en milieuvriendelijkheid als een rode draad doorheen lopen vormen de basis voor een succesvolle toekomst.

Over het ontstaan in 1952 en de geschiedenis van de Ets. Pol Vanassche & Cie. tot het gouden jubileum in 2002 werd destijds uitvoerig bericht in De Brandweerman van maart 2002.

Bij de viering van het 70-jarig bestaan wil VANASSCHE FFE vooral de aandacht vestigen op de evolutie die het bedrijf, en bij uitbreiding het brandweermaterieel zelf, sinds 2002 hebben doorgemaakt. Kenmerkend in de eerder kalme periode 2002 tot 2012 waren vooral de volledige afsplitsing van de service activiteiten en de daarmee verbonden naamswijziging van Etn. Pol Vanassche & Cie nv. in VANASSCHE FFE nv en VANASSCHE Services nv en het behalen van een reeks nieuwe opdrachten voor de levering van tankwagens en autopompen.

Deze opdrachten brachten een zorgeloos decennium van stabiliteit en voorspoed die de firma zou toelaten verder te investeren in haar groei, bekwaamheid en specialisme in de bouw van autopompen en tankwagens. Zo werd

in 2009 een nieuwe lasafdeling aan de bestaande werkplaats toegevoegd en in een eigen kantelbank voor het uitvoeren van veiligheids- en stabiliteitstesten geinvesteerd.

Bij Vanassche Services is tegen het einde van die periode een ernstig plaatsgebrek ontstaan en wordt daarom in 2011 de werkplaat ontdubbeld en een nieuw indoor proefstation gebouwd. De hoogte van de werkplaats laat voortaan ook toe een ladderwagen of hoogwerker met het oog op onderhoud en herstellingen indoor te ontplooien.

PUBLIREPORTAGE
Kantelproef TW 12000 MB Actros 2003 Periode: 2003 - 2009
TW
13000 Iveco Stralis 2006 Periode: 2006 - 2011
TW
8000 MB Econic 2006 Periode: 2006 - 2011 HZAP(E) MB Atego 2006 Periode: 2006 - 2011 Vanassche Services

Ook kenmerkend voor deze periode zijn het succes van het “CORE” éénslang-systeem van HOLMATRO, de nog performanter EVS en EVO gaspakken van TRELLEBORG Protective Products en G-Force straalpijpenreeks van TFT.

Vanaf 2012 zou de wereld, alle beloften van administratieve vereenvoudiging ten spijt, heel wat complexer worden:

In 2012 introduceert FOD Mobiliteit de nieuwe Europese COP (certificate of production) en COC (certificate of conformity) richtlijn die zowel bij de bedrijven als de overheid tot heel wat meer administratief werk leidt. In de aanvangsfase blijkt het inschrijven van een brandweervoertuig weken en maanden te kunnen aan slepen. Dankzij haar ISO 9001:2015 certificering en een gedegen beheer van de productieprocessen slaagt VANASSCHE

FFE er gelukkig vrij snel in de COC dossiers versneld goedgekeurd te krijgen.

De fusie van de Gemeentelijke Brandweerdiensten in Brandweerzones staat op stapel en de eerste aarzelingen van de gemeenten om nog verder in hun Brandweer te investeren steken de kop. Gelukkig zijn er ook veel gemeenten die de vlucht vooruit nemen en extra investeren om hun Brandweerdienst voor deze fusie paraat te maken. Tussen 2013 en 2016 ontstaat zelfs een ware rush op autopompen en tankwagens.

Met de Zonevorming in 2016 wordt echter ook het systeem van subsidies van de Federale Overheid omgezet in een dotatiesysteem waarbij het de Brandweerzones voortaan vrij staat aan te sluiten op de markt(en) van FOD BiZa of in eigen beheer aanbestedingen uit te schrijven. Hoewel met de Zonevorming en een ra-

tioneler beheer van de middelen de totale behoefte aan brandweermaterieel vermindert wordt ook hier de administratieve last alleen maar groter. Bovendien leiden de eigen lastenboeken van de Brandweerzones tot opdrachten met beperkte hoeveelheden en een groeiende diversiteit, wat ook logistiek en technisch meer ruimte en middelen vergt. Een nieuwe opdracht voor multifunctionele autopompen die in 2020 door FOD BiZa aan Vanassche FFE wordt toegewezen, versterkt de behoefte aan ruimte.

Aan DEMO Architectenbureau uit Izegem wordt daarom de opdracht gegeven voor de uitbreiding van de werkplaats en de bouw van een nieuw kantorencomplex waarin alle administratieve diensten onderdak moeten vinden. Met enige vertraging door alle perikelen met corona- en leveringsschaarste kon de nieuwe accommodatie einde 2021 in gebruik worden genomen.

Dit nieuwe complex evenals de uitgebreide werkplaats en de nieuwe schilderwerkplaats kan u ter gelegenheid van de viering van ons 70-jarig bestaan en onze opendeurdagen van 16 en 17 juli 2022 bezichtigen.

Naast de nieuwe accommodatie waarin de firma is gehuisvest zullen ook heel wat nieuwheden te zien zijn die onze voornaamste merken op INTERSCHUTZ 2022 hebben geïntroduceerd evenals het portotype van de nieuwe reeks Multifunctionele autopompen en tal van recente merkwaardige en inspirerende realisaties.

Meer info op www.civieleveiligheid.be/ nl/brandweermaterieel

PUBLIREPORTAGE
Tankwagen Scania Autopomp Atego Ventilatiecontainer Audi Brussels Multifunctionele autopomp 4x2 - Markt FOD BiZa MAT46-401-19 - perceel 1 - geldig tot 19/11/2026 Multifunctionele autopomp 4x4 - Markt FOD BiZa MAT46-401-19 - perceel 2 - geldig tot 19/11/2026 Gaspakken (herbruikbaar) - Markt FOD BiZa MAT22-402-19 - Perceel 1 - geldig tot 23/11/2024 Gaspakken (éénmalig gebruik) - Markt FOD BiZa MAT22-402-19 - Perceel 2 - geldig tot 03/05/2025 VANASSCHE, EEN BEDRIJF ONTSTAAN DOOR EN MET RESPECT VOOR DE BRANDWEER Vanassche FFE anno 2022

VOOR IN JOUW

BRANDWEERAGENDA …

DWARS DOOR BEVEREN 2022

Nu de loopsport vandaag opnieuw stevig in de lift zit en nu we ook dit jaar opnieuw behoren tot het Roeselaars loopcriterium, organiseren wij op zaterdag 11 juni 2022 met de brandweer Roeselare opnieuw een loopwedstrijd, nl. Dwars door Beveren 2022

Deze wedstrijd gaat opnieuw door in en rond Beveren op een verbeterd parcours. Een deel van het sponsor- en inschrijvingsgeld gaat opnieuw naar een goed doel, nl. vzw Pinocchio, een vzw die de belangen en het welzijn behartigt van kinderen en jongeren met brandwonden, in heel België. In 2019 schonken we een bedrag t.w.v. 7500 euro aan vzw Pinocchio. Ook nu weer zal het bedrag gebruikt worden om deze kinderen een beter bestaan aan te bieden (zomer- en winterkampen, uitstappen, drukpakken, gespecialiseerde bandage en maskers, extra dagelijkse zorg per kind …). In de afgelopen jaren schonken we reeds een recordbedrag van 25.000 euro, hopelijk kunnen we via de vijfde editie van Dwars door Beveren hier nog een mooie bijdrage aan toevoegen.

Er zullen 4 afstanden voorzien zijn: de kidsrun die start om 14u, de brandweerloop in tenue om 14u30, de 5 km die start omstreeks 15u en 10 km die start om 16 u. Er is een speciaal klassement voorzien voor de deelnemende brandweerlieden. Dankzij de vele sponsors zal al wie zich vooraf inschreef naar huis kunnen gaan met een mooie goodiebag. Hierbij ook speciale dank aan Mulder NV.

Nieuw dit jaar is de 1° Sam Vandendriessche brandweerloop waarbij de actieve brandweermannen (-vrouwen ) in volledige interventiekledij een race zullen houden van 1 km. ter ere van onze jonge collega Sam, die op 22 december ’21 tragisch overleed.

Sam was een medewerker van het eerste uur op onze loopwedstrijd Dwars door Beveren. Hij liep de wedstrijd ook steeds mee en eindigde meermaals op het podium. Vanuit de organisatie van Dwars door Beveren willen we Sam op een gepaste manier eren en herdenken . We garanderen een aangename sfeer op ons zonneterras en trakteren elke brandweerdeelnemer alvast op een goodiebag én een traktaat aan de bar. We hopen van jullie massaal te mogen ontvangen, men zegge het voort …

Meer info en inschrijven via: www.dwarsdoorbeveren.com

JEUGDBRANDWEER WERVIK 10 JAAR

Dit jaar viert Jeugdbrandweer Wervik zijn 10-jarig bestaan. Op zaterdag 2 juli 2022 gaat van 10u tot 18u30 een groots evenement door in en rond het domein Oosthove (langs de oevers van de Leie) in Wervik.

Op het programma staat een (jeugd)brandweerwedstrijd, er is een rangschikking voorzien voor brandweerkorpsen en een rangschikking voor jeugdbrandweerkorpsen. Inschrijven voor de wedstrijd kan via volgende link: docs.google.com/forms/d/17rHYBO_

PAPeYfgOHh1ePBWilIaFeSZxj6MQcPVWh8k/edit

10

De hele dag door loopt een tombola ten voordele van Kinderkankerfonds en er zijn prachtige prijzen te winnen. Doorlopend is er voor de kinderen een parcours met verschillende brandweeractiviteiten waarna ze een brandweerdiploma in ontvangst mogen nemen. In de namiddag is er een optreden voorzien van de coverband “Hot Stuff”.

Dit evenement is mogelijk dankzij de medewerking van vele verschillende actoren van binnen de hulpverlening mogelijk.

• Federale Politie

- hondenbrigade met verschillende demo’s, scheepvaartpolitie met patrouilleschip, wegpolitie met snelle interventiewagens

- infostanden: Jobpol, Directie van de Beveiliging, Diefstalpreventie …

• Brandweer

- diverse demonstraties (RED-team, bevrijden geknelde persoon in voertuig, brand in gebouw, evacuatie d.m.v. ladderwagen …)

- diverse standen met collectioneurs (brandweerhelmen, miniatuurbrandweerwagens, snelblussers, verzameling van meer dan 3000 brandweerbadgen …)

- verkoopstanden van brandweerattributen en brandweerkledij

- static show en infostanden (RED-team, IGS-team, DRTteam, Aanwervingsdienst brandweer Westhoek …)

- nieuwe CP-OPS wagen van de hulpverleningszone Vlaams Brabant West

- tal van oldtimer brandweerwagens

• Medische Diensten: MUG-voertuigen, MUG-heli met infostand, ziekenwagens

• Civiele Bescherming met interventievoertuigen

• Douane met interventievoertuigen

• Defensie: passage van de NH90 boven de site tijdens het evenement + infostand

Voor meer informatie betreffende de festiviteiten, kan je steeds terecht op

• onze website https://sites.google.com/view/10jaarjeugd brandweerwervik/homepage

• de Facebookpagina van Jeugdbrandweer Wervik  www.facebook.com/Jeugdbrandweer-Wervik1520525848209735

OPENDEUR BRANDWEER STADEN

Op 10 en 11 september 2022 kan je brandweer Staden bezoeken.

Meer info op www.debrandweer.be/nl/news/ opendeur-brandweer-staden

11

INTERVIEW MET BERT BRUGGHEMANS

Zonecommandant Bert Brugghemans werd op 31 januari verkozen tot overheidsmanager van het jaar 2021. Een ideaal moment voor een interview over deze onderscheiding en zijn visie op de toekomst van de brandweer.

Vooreerst gefeliciteerd met uw benoeming als overheidsmanager van het jaar. Een toch wel niet te onderschatten waardering. Kwam dit als een verrassing?

Dank u wel. Ik was niet op de hoogte dat men het dossier had ingediend. Plots kreeg ik telefoon van de jury dat ik verwacht werd op 31 januari op de uitreiking. Dat was toch wel een complete verrassing.

Dan moet je dit toch even laten bezinken maar snel kwam het besef dat dit toch wel een mooie boodschap is dat er iemand van een heel uitvoerende overheidsdienst , hands on en met een heel lokale focus verkozen werd tot overheidsmanager van het jaar. Dat zegt ook iets over de appreciatie voor onze sector en voor de groei die we hebben doorgemaakt als brandweer de voorbije jaren .

En het is natuurlijk ook een mooie waardering dat uw team aan u dacht.

Ja absoluut! Ik heb trouwens in mijn speech gezegd dat als men na vijf jaar nauw samenwerken het nog steeds de moeite vindt om mij voor te dragen voor deze award, dit voor mij nog meer betekent dan de prijs op zich (lacht). Het voordeel van deze prijs te winnen natuurlijk is ook dat je meer ruimte krijgt om iets uit te dragen over onze sector en om de appreciatie voor de collega’s te uiten.

Sinds 2017 bent u zonecommandant van BZA een organisatie van meer dan 800 medewerkers. Daarnaast bent u lid van een aantal raden van bestuur, waaronder Campus Vesta en Oscare. Binnen Netwerk Brandweer leidt u de cluster externe relaties en vorig jaar vond u nog de tijd om samen met Stijn Pieters en Hugo Marynissen het boek “Alles is onder controle” uit te brengen. Kan u soms nog wat vrije tijd inplannen met zo een agenda?

Toen we het boek schreven interviewden we een 15 tal CEO’s en strategisch leidinggevenden in organisaties. De eindvraag die we dan altijd stelden was: je hebt nu beschreven hoe uw organisatie doorheen een crisis gaat maar hoe hou je jezelf onder controle en hoe zorg je ervoor dat je zelf niet opbrandt in een crisissituatie?

En dan merk je snel dat de meest eenvoudige zaken de voorkeur genoten. Niet gaan benji-springen van een hoge brug of de hoogste berg beklimmen, maar wel tijd maken om een favoriete televisieserie te bekijken of gewoon even samen met de familie te gaan wandelen. Deze kleine dingen geven soms de meeste positieve energie.Voor mezelf geldt dat eigenlijk ook. Welke vorm van ontspanning je neemt is natuurlijk voor ieder van ons verschillend maar een goede balans tussen werk en ontspanning kan je productiviteit en je dagelijkse leven verbeteren.

13

Ik probeer naar deze visie te leven en te genieten van de momenten die er zijn. Dankzij het sterke team, de goede mensen en de structuur die we bij BZA hebben neergezet, zijn er ook regelmatig momenten waar ruimte is om wat tijd te nemen en ook om na te denken en strategischer te kunnen bezig zijn. Ik denk dat dit ook heel belangrijk is in deze functie. Ik herinner me ook nog heel goed wat Fly vertelde op het brandweercongres en dat hier sterk bij aansluit: door elke dag één klontje in plaats van twee in de koffie te doen kan je op 10 jaar tijd heel veel calorieën uitsparen. . Het leven is een continue inspanning i.p.v. een eenmalig grote. Een goede balans vinden is dus cruciaal.

Deze boodschap sluit ook goed aan bij de rest van het boek.

We leven in een continue veranderende technologische maatschappij. Dit zorgt voor nieuwe uitdagingen waar snel oplossingen moeten voor gezocht worden. Hoe kunnen we als brandweerorganisatie hier op anticiperen?

Doorgaans vind ik de brandweer een relatief conservatieve omgeving. Ik snap ook waar dat vandaan komt. Elke verandering moet kritisch bekeken worden of ze geen bijkomend gevaar vormt. We moeten dus niet alles overboord gooien, maar we moeten ons er wel van bewust zijn dat de maatschappij evolueert en verandert en dat we die evoluties als brandweer niet kunnen stoppen. Soms zie ik de brandweer maatschappelijke evoluties willen stoppen of in gang zetten. En dat is onmogelijk. Ik geloof dat we eerder mee moeten bewegen en proberen hier en daar bij te sturen waar mogelijk, of onszelf aan te passen en snel te leren. Neem als voorbeeld de elektrische voertuigen, die nu meer en meer in het straatbeeld verschijnen. Kan je nu als brandweer elektrische voertuigen in ondergrondse parkings blokkeren? Gaat die evolutie te stoppen zijn wanneer alle steden trachten fossiele brandstoffen te weren? Of ga je met de industrie en de stadsdiensten op zoek naar oplossingen om elektrische voertuigen zo veilig mogelijk in te passen in het stadsbeeld.

En zo kan ik voorbeelden geven van verschillende technologieën en veranderingen in de maatschappij.

Als brandweer moeten we verder durven denken. Technologie en nieuwe bouwtechnieken zorgen ervoor dat er steeds minder branden zijn en dat deze zich minder snel uitbreiden.. De fundamenten van ons werk veranderen. Wat is dan nog de taak en meerwaarde van de brandweer? Als auto’s autonoom rijden en er bijna geen ongevallen zouden zijn, Wat is dan nog onze rol als hulpverleningsorganisatie? Ga je dan een organisatie uitbouwen voor dat één enkele ongeval dat er nog gebeurt, of die die ene uitzonderlijke brand? Of is er toch nog een belangrijke rol voor ons in deze maatschappij? Dit vind ik een interessante denkoefening.

Ik denk dat die rol er wel degelijk nog zal zijn, als wij ons voldoende aanpassen. Volgens mij worden we meer en meer een bewaker van de continuïteit van de maatschappij. Als klein voorbeeld: stel dat er iemand met een elektrische rolstoel op een zaterdagavond een platte band heeft. Wie gaat die persoon kunnen helpen? De ziekenwagen kan zijn aandacht natuurlijk focussen op de betrokken persoon maar kan de rolstoel niet transporteren. De politie kan in deze situatie ook geen totaaloplossing aanbieden. Uiteindelijk is dit een probleem waar de maatschappij geen totaaloplossing voor heeft. Deze soort problemen zullen er altijd zijn en wie belt men dan? De brandweer. En wij komen dan af met een vrachtwagentje met een laadbrug, we laden deze rolstoel op, brengen de persoon naar huis. En onze mensen te kennen herstellen ze misschien de band (lacht). Dat lijkt een banaal voorbeeld, maar wat is het verschil met het gaan helpen bij een instorting, of een elektriciteitspanne, of andere onverwachte, onbekende problemen. Het lijkt allemaal evident, maar zo’n opdracht vereist dat we heel polyvalent materiaal en personeel hebben en dat onze procedures en regels en uitrukmodellen heel dynamisch zijn om al dat soort problemen op te vangen.

Neem als voorbeeld van hoe we dat vandaag ook al doen de problematiek van wateroverlast en stormschade. In de nabije toekomst zullen we daar nog meer mee worden geconfronteerd. . Als brandweer kunnen we hier dus maar best op anticiperen. Onze sterke punten zoals decentralisatie, met onze kazernes in bijna elke gemeente, onze slagkracht en kennis,, onze grote groep vrijwilligers maakt dat we heel goed gepositioneerd zijn om net hier meerwaarde te bieden voor de maatschappij. . Laat ons dit omarmen en versterken en dan is onze toekomst, ons bestaansrecht verzekerd op lange termijn.

Over wateroverlast gesproken, kon zo’n incident als in de Vesdervallei ook bij ons gebeuren? Misschien niet met een stuwmeer, maar een massa water in een bevolkt gebied is niet zo onvoorstelbaar toch?

14

In onze omgeving was er misschien geen sprake geweest van zo’n snelstromende watermassa, maar wel van een ramp op een grotere oppervlakte met veel meer burgers en een gigantisch economische impact. Het is dus wel de moeite om zulke scenario’s te bekijken en ons als brandweer de vraag te stellen hoe we willen gaan samenwerken bij een dergelijke ramp. We moeten dan ook durven toegeven dat geen enkele zone dergelijk incident alleen aan kan. We spreken dan van een inzet vanuit heel België naar de zones waar dit plaatsvindt. Daarnaast kunnen we ook op internationale hulp rekenen. En de vraag is of we daar op zijn voorbereid? Hoewel we goed hebben samengewerkt om te gaan helpen, lijkt het me toch dat we nog wat werk voor de boeg hebben. Ik denk dat na 7 jaar zonevorming voldoende interne stormen zijn gaan liggen om ons te beginnen richten op de bovenzonale samenwerking. Netwerk Brandweer is trouwens reeds aan het onderzoeken hoe de brandweer zich beter kan positioneren in dergelijke crisissituaties.

De kracht van de brandweer, De nodige flexibiliteit en de nodige expertise. In uw boek (Alles is onder controle) voorspelde u reeds de gevaren rond cyberaanvallen. Is er dan ook wel recent geen aanval geweest op defensie en de olieterminals? De nieuwe Nostradamus?

Ik heb het zo niet met waarzeggers of pseudowetenschap in het algemeen. Een groot deel van mijn job is te observeren wat er gebeurt in de wereld en vooruit te kijken. Welke concrete signalen zijn er en wat gebeurt er in de loop van jaren.

Waar moeten we op anticiperen als brandweer, welke gebeurtenissen wijzigen onze risico-analyse? Dit is niet in een glazen bol kijken maar gestructureerd werk. En het blijkt ook dat organisaties die dat goed doen, ook veel beter bestand zijn tegen crisissen. De ontdekkingsreizigers vroeger zetten ook iemand in het kraaiennest om toch wat vooruit te kijken. We leven momenteel in een wereld in beweging met geregeld minder positieve signalen zoals de Covid19 pandemie , klimaatproblemen en nu ook geopolitieke problemen zoals de oorlog in Oekraïne. Maar je hebt bijvoorbeeld evengoed de beweging van de gele hesjes of de antivaxers. Mensen voelen zich soms niet goed meer in de maatschappij .En dat voelen we soms zelfs binnen de eigen organisatie. Maar wat wel opvalt, en ik heb dat trouwens in mijn speech voor deze award verwerkt, is dat de frontlijndiensten van de overheid wel nog vertrouwen krijgen. Er is geen vertrouwensprobleem in de brandweer, in de zorg , in de vuilnisophaling, in het onderwijs en in de loketwerking van de lokale besturen. Terugkomend op je vraag is cybersecurity inderdaad ook een domein waar we ons echt zorgen over moeten maken als brandweer. En niet alleen omdat we als organisatie kunnen getroffen worden, maar ook omdat hybride problemen kunnen ontstaan. Een aanval op een olieterminal kan leiden tot een tankbrand. En kunnen wij op dat moment ons werking dan nog even goed garanderen. Dat wordt dan een complex probleem met veel domino-effecten. Gelukkig zijn we als brandweer wel een zeer veerkrachtige organisatie en dat moet je zijn in deze tijden.

15

Uitdagingen zijn niet altijd technologisch. Ook op sociaal vlak is het niet altijd eenvoudig. Als voorbeeld de Covid-19 pandemie waar we als mens buiten onze comfortzone moeten stappen. Ik mag toch zeggen dat we als organisatie heel wat veerkracht getoond hebben maar dat er toch een psychologische impact is geweest bij de collega’s. Hoe kunnen we hier mee omgaan?

Er zijn heel wat maatschappelijke breuklijnen ontstaan en mensen hebben allerlei druk ervaren die zich uiteraard dan ook in de organisatie manifesteert. Het liefst houd ik de tegenstellingen en de breuklijnen, bijvoorbeeld door vax vs antivax buiten de organisatie. We moeten ons focussen op ons doel om permanent hulp te blijven verlenen. Maar zo eenvoudig was dat niet. Voor veel mensen was de pandemie ook echt een zware periode en het is belangrijk dat we onze mensen zo goed mogelijk begeleiden en ondersteunen waar we kunnen. Verder denk ik dat het een uitdaging wordt om elkaar terug te vinden. Maar door de snelle overgang van alle aandacht naar de crisis in Oekraïne en de gevolgen van de inflatie, lijkt dat soms allemaal al uit een ver verleden. We mogen echter nooit onderschatten hoe groot de impact is van al die gebeurtenissen op onze mensen.

Even een minder positief verhaal. Agressie tegen hulpverleners komt meer en meer voor. Dit was vooral een probleem in de stedelijke gebieden maar is zich toch wel aan het verspreiden. Een collega die onlangs slachtoffer is geweest van agressie aarzelde om hier een melding van te maken doordat de kans bestaat dat de agressor via advocaten zijn gegevens zou kunnen verkrijgen. Het melden is echter een belangrijke stap die genomen moet worden juist als deel van een oplossing. Enige visie hoe we onze collega’s kunnen beschermen en kan de politiek hier iets betekenen? Agressie tegen hulpverleners wordt een groot probleem. Regelmatig zien we dit escaleren, vooral bij manifestaties en de feestdagen zoals oudjaar maar het manifesteert zich ook meer en meer buiten deze momenten. Ook andere criminaliteit zoals diefstallen uit kazernes en wagens komen meer voor en inderdaad niet alleen in steden maar nu meer in een ruimere omgeving. Dat baart me uiteraard enorme zorgen, want niemand van ons komt bij de brandweer om met agressie te maken te krijgen. De politie heeft het monopolie op het geweld en weet dus dat ze op een bepaald moment gaan moeten reageren tegen het geweld dat er is. Dat zit ook in hun opleiding, bij ons is dat niet zo.

Ik merk ook dat agressie steeds een trauma nalaat bij onze mensen zelfs indien het kleinschalig is. Dit spoort niet met hoe wij in het vak staan. Wij staan er om mensen te helpen en dan is het plots heel vreemd wanneer je dan aangevallen wordt.

Ik merk wel dat het parket en de politiek daar meer en meer op reageren. De laatste tijd zie ik in de rechtbank uitspraken die mij toch wel wat gunstig stemmen. Er is recent toch een uitspraak geweest van zes maand effectief tegen iemand die één van ons mensen heeft aangevallen en later bedreigd. De rechter heeft daar heel zwaar aan getild en gereageerd met toch wel een zware uitspraak en een duidelijk signaal dat dit niet wordt geaccepteerd. Elke rechtbank heeft natuurlijk zijn eigen werkwijze maar in Antwerpen merken we toch al een heel goede evolutie. En terecht!

Wat we vaststellen is dat er uiteraard ook een vrees begint te ontstaan bij onze mensen wanneer ze melding hebben gemaakt. Wij bevelen aan om bij een melding het adres van de werkgever te gebruiken. . Dat doen onze mensen systematisch maar indien ze effectief voor de rechtbank komen zien ze inderdaad je naam. We hebben ook al meegemaakt dat een dader onze mensen komt opzoeken in de kazerne. Gelukkig zonder erg, maar fijn is het niet. De politie heeft daar toen wel heel kordaat op gereageerd.

We vragen wel al enkele jaren aan de politiek om deze meldingen zo anoniem mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat onze naam uit het dossier blijft. Dan zie je wel dat er discussie ontstaat over de rechten van de verdediging versus de privacy van de hulpverlener. Ik ben natuurlijk geen jurist en zeker geen expert strafrecht, maar mijn pleidooi naar de politiek is: zorg dat onze mensen op een veilige manier een melding kunnen maken van agressie.

Soms komen we als organisatie in een situatie die onze draagkracht, voorbereiding toch wel overstijgt. Als voorbeeld midden in coronatijden de wateroverlast in Verviers en omstreken. Een van de grote uitdagingen waar we misschien niet klaar voor waren. Zijn er hier lessen uit te trekken? Kunnen we beter? Hoe gaan we in de toekomst hier mee om.

Eerst en vooral wil ik zeggen dat de brandweer toch wel heel snel gereageerd heeft op deze crisis. We hebben enorm snel de oproep van onze collega’s uit Wallonië kunnen beantwoorden en duikteams met boten op het terrein gebracht. Met als resultaat toch veel meldingen van effectieve reddingen.

We hebben dan de weken nadien mee de hulpverlening georganiseerd zowel in de Vesdervallei en op andere locaties in Wallonië maar ook Vlaanderen. Er waren bijna op permanente basis honderden hulpverleners tegelijkertijd aan het werk.Daar ben ik toch wel wat trots op.

Het kan achteraf gezien natuurlijk altijd beter maar onze organisatie stond er. Wat we volgens mij hieruit te leren is dat het model van de brandweer met zijn grote decentralisatie, een decentrale aansturing en met heel veel vrijwil-

16

ligers in combinatie met een grote groep beroepskrachten goed werkt. We zijn een grote hulpverleningsdienst waar het opleidingsniveau hoog ligt,waar de werking binnen de zones goed georganiseerd is. Dit is echt het model dat je nodig hebt om deze crisissen aan te pakken. De samenwerking tussen de zones kan misschien wel nog beter en meer structureel georganiseerd worden.

En dan spreken we niet enkel over wateroverlast maar evengoed over andere uitdagingen de problemen die tijdens corona ontstonden. Neem als voorbeeld het verdelen van de mondmaskers tijdens de eerste weken van de coronapandemie. Geen enkele organisatie in België kon dit zo snel realiseren. Nadien werd dit uiteraard versterkt en overgenomen door defensie, die een grote logistieke organisatie kan opzetten. Maar onze snelle opstart en eerste aanpak, die kan geen enkele andere organisatie evenaren. Het idee zo’n problemen aan te pakken door te centraliseren en grote structuren te bouwen geniet niet mijn voorkeur. Een netwerkmodel , zoals dit van de brandweer, is volgens mij “the way to go”.

We zijn een organisatie die continue zich moet aanpassen aan de maatschappij. Hoe ziet u de brandweer evolueren binnen 5 jaar?

De uitdaging voor de brandweer is hoe we ons nog beter op elkaar kunnen afstemmen en hoe we nog beter kunnen samenwerken tussen de zones. Dat is niet zo belangrijk voor de dagdagelijkse interventies, maar als het grondig misloopt dan is dat wel cruciaal. We hebben reeds grote stappen gezet tussen de samenwerking tussen de lokale posten. De volgende stap volgens mij is om de zones samen te laten werken. Dan spreek ik niet van een volgende brandweerhervorming en ook niet van het fusioneren van zones. Daar zijn weinig mensen vragende partij voor. We hebben er geen baat bij om nog eens de structuur door elkaar te gooien.

Maar we kunnen werken aan een netwerkmodel tussen die zones waarbij je afspreekt hoe je gaat samenwerken bij grotere interventies.En eigenlijk weten we dat we dat kunnen. We hebben dat gedaan in Wetteren, tijdens de aanslagen in Zaventem in de Vesdervallei. Dus laat ons daar lessen uit trekken en als brandweer de volgende stap nemen. Ik kijk bijvoorbeeld naar Nederland waar men in staat is om gestandaardiseerde peletons, inclusief aansturing, uit te sturen vanuit verschillende regio’s. Met dat model zijn we ook in de provincie Antwerpen aan het experimenteren.

De volgende vijf jaar zou de brandweer ook moeten werken aan zijn politieke representativiteit. Je kan een heel sterke en goede organisatie zijn maar als niemand naar je luistert op politiek niveau dan kom je vaak tekort in de beslissingen. . Er zijn verschillende organisaties die de brandweer vertegenwoordigen. Als we echt impact willen hebben dan moeten we samenzitten en communiceren wat we samen willen bereiken met de brandweer. Dus één stem binnen de brandweer zou ons veel verder brengen.

Dit interview verschijnt op het nieuwe platform van de brandweer. Een platform waar zowel Netwerk Brandweer als Brandweervereniging Vlaanderen samenwerken met als doel informatie te delen maar ook alle organisaties samen te brengen onder de noemer de brandweer. Een mooi project? Waar het mij het vooral over gaat is dat we naar buiten komen als de brandweer en wat mij dan tevreden stelt dat het verschillende organisaties zijn die samen naar buiten komen en ten dienste staan van de brandweerman en de brandweervrouw. De burger is minder geïnteresseerd in hoe wij ons organiseren maar wil vooral een heel sterke organisatie zien. Ik ben dan ook heel blij zijn om met dit interview op deze website te staan. Dit is voor mij het resultaat van onze samenwerking en dat is alleen maar positief. We werken allen samen aan één brandweer.

Misschien interesseert volgend artikel u ook:

INTERVIEW: DE KRACHT VAN HET DECENTRALE

Lokaal treft de Antwerpse brandweercommandant Bert Brugghemans op een scharniermoment: na een stormweekend waarin de brandweer een historisch aantal oproepen te verwerken kreeg, de dag vóór de Russische invasie in Oekraïne, nog steeds in de volle naweeën van de coronacrisis, maar ook en vooral: drie weken na zijn verkiezing tot Overheidsmanager van het jaar 2021. www.vvsg.be/kennisitem/vvsg/interview-de-kracht-van-het-decentrale

17
• • ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ARTI # TUDE / 0495 47 05 58 / ARTITUDE@TELENET.BE / WWW.ARTI-TUDE.BE

WANNEER WATER IN ROOK OPGAAT

1 INLEIDING

Het Nederlandse Instituut Fysieke Veiligheid herbergt de brandweeracademie. Deze organisatie waakt over de lesen leerstof voor de brandweer. Het is een grote organisatie (naar Belgische normen) waar tientallen mensen werken om ervoor te zorgen dat de brandweer goed voorbereid is op de incidenten waar ze naartoe moet. In december 2021 werd een studie gepubliceerd over rookgaskoeling bij brandbestrijding [1].

In dit onderzoek worden twee straalpijptechnieken met elkaar vergeleken: de 3D-pulsmethode en de “boogmethode”. Deze laatste is niet gekend in België. Het is de bedoeling om de capaciteit op vlak van rookgaskoeling te evalueren.

Gaskoeling heeft in België een hele weg afgelegd. Het concept werd omstreeks 2004 geïntroduceerd. Dit was een tijd waarin het woord “straalpijptechniek” niet in de cursustekst van de brandweeropleidingen voorkwam. De techniek die toen aangeleerd werd, zou nu omschreven worden als de korte puls.

In de loop der jaren kwamen er meer inzichten over gaskoeling. Het werd duidelijk dat een korte puls beperkingen had en dat er ook met lange pulsen aan gaskoeling kon gedaan worden. In 2012 schreef ik een artikel [2] waarin een alternatieve manier van gaskoeling beschreven werd. In Zweden werd een boogvormige methode gebruikt om rookgassen te koelen bij ondergeventileerde branden.

Dat artikel is intussen bijna tien jaar oud. Alles evolueert. Vanuit de VS kwam nieuws over een alternatieve boogmethode. De Nederlandse Brandweeracademie heeft nu onderzoek gedaan waarin de klassieke manier van 3D-pulsen vergeleken wordt met de Amerikaanse boogmethode. In het onderzoek werd wel gebruik gemaakt van lange pulsen en niet van korte pulsen.

Onze Nederlandse collega’s namen het volgende standpunt in:

3D gaskoeling is te complex en vergt dan ook veel tijd om het aan te leren. Omdat het zo complex is, wordt het weinig gebruikt.

19
Figuur 1 - De straalpijpdrager koelt de rookgassen in een ondergeventileerde brand. Hij opent de straalpijp en beweegt ze in een boogvorm van links naar rechts. De volledige beweging zou maximaal drie seconden mogen duren. (Afbeelding: Bart Noyens uit [2])

Zelf ben ik sinds 2007 heel actief betrokken in het brandweeronderwijs. In de afgelopen 14 jaar hebben een heleboel mensen heel hard gewerkt om de opleidingen brandbestrijding in België te verbeteren. Ik hoop dat we mogen zeggen dat er toch behoorlijke vorderingen gemaakt zijn. Dat betekent echter ook dat ik een zekere bias (of voorkeur) heb voor de manier waarop wij met gaskoeling omgaan. Ik heb 14 jaar geïnvesteerd in het aanleren van gaskoeling onder pulsvorm, weliswaar een variatie op hetgeen de Nederlandse collega’s getest hebben. Ik probeer in dit artikel zo objectief mogelijk te zijn maar ik laat het aan de lezer om te oordelen in welke mate dat gelukt is.

2 HET ONDERZOEK

Het onderzoek dat de Nederlandse collega’s hebben uitgevoerd, is zeer degelijk. Ze hebben op een methodische manier geprobeerd om verschillende inzetmethodes te vergelijken. Om resultaten te bekomen die vergelijkbaar zijn, moeten keuzes gemaakt worden. Op elk van die keuzes kan men kritiek hebben. Kiezen is verliezen. Er kan in zo’n onderzoek bijna altijd terecht opgemerkt worden dat er meer had moeten onderzocht worden. De financiële middelen zijn echter niet onbeperkt en ook hier moet men dus keuzes maken.

Het is belangrijk dat de lezer beseft dat dit eigen is aan de wetenschappelijke methode. Er moet gewerkt worden vol-

gens een bepaald stramien. Enkel dan kan je conclusies trekken uit hetgeen je gemeten hebt. Dat zou niet mogelijk zijn mocht iedereen tijdens de experimenten mogen doen wat hij of zij wil.

Hieronder probeer ik hun keuzes en hun resultaten te duiden in de Belgische context. Het is geenszins de bedoeling om de kwaliteit van het onderzoek in twijfel te trekken. Ik vind oprecht dat het onderzoek nieuwe kennis en inzichten oplevert en dat onze collega’s hiervoor alle lof verdienen. Het onderzoeksrapport is 140 bladzijden lang. Het is dan ook belangrijk voor de lezer om te weten dat er veel meer in het rapport staat dan in dit artikel.

2.1 Opzet

Er werd een L-vormig object gebouwd. De wanden van het lange stuk van dit gebouw werden opgebouwd uit kalkzandsteen terwijl er een plafond voorzien werd op basis van betonnen welfsels. Het korte stuk bestond uit een stuk van een scheepscontainer (2,4 op 2,4 m).

Het lange stuk van de L stelde een gang voor van 20 m lang en 2 m breed. In het korte stuk van de L werd een brandhaard voorzien die een grote kamerbrand van 6 à 8 MW moet voorstellen. De hete rook van deze kamerbrand stroomt de gang binnen. Het is de bedoeling dat een brandweerploeg doorheen deze gang oprukt naar de brandhaard. Elke inzet werd uitgevoerd door ervaren brandweermensen.

Dit leidt tot een scenario met een dynamische rooklaag. Er stroomt continu hete rook doorheen de gang naar buiten. Deze dynamische rooklaag wordt beschouwd als een worst case scenario. De temperaturen lopen behoorlijk hoog op (tot 450 °C).

In het kader van het onderzoek werden verschillende metingen gedaan waarvan de temperatuur voor dit artikel het meest relevant is. De Nederlandse onderzoekers hebben de temperatuurverschillen gebruikt om te bepalen wat het koelend effect was dat de straalpijpvoerder teweeg gebracht heeft.

De Nederlandse collega’s hebben de gang in de hoogte in verschillende zones verdeeld (zie figuur 3). Er werden op regelmatige tijdsstippen temperatuurmetingen uitgevoerd in elke zone op 2, 7, 12 en 17 m van de ingang van de container. Hierdoor was het mogelijk om te kijken naar de energieafname en energietoename in zowel de warme als de koude zones.

20
Figuur 2 - De opstelling die getest is: een 20-meter lange gang met rechtsboven een scheepscontainer (Foto: IFV)

Figuur 3 - Verdeling van de gang in verschillende zones. De hoogte waarmee de zones overeenstemmen wordt links weergegeven. (Figuur 1)

Het onderzoek vergelijkt verschillende straalpijptechnieken en verschillende debieten. Heel concreet wordt er gekeken naar de volgende debieten:

• Hoge druk: In Nederland stemt dit overeen met een debiet van 119 LPM

• Lage druk 250 LPM

• Lage druk 450 LPM

• Drukluchtschuim (DLS): dit is CAFS met een debiet van 130 LPM.

Hoge druk wordt in België typisch met een hoger debiet gebruikt (180 LPM). Daarom gaan we deze onderzoeksresultaten in dit artikel niet bestuderen. Drukluchtschuim wordt in België zeer weinig gebruikt. In onze context is daar ook geen reden toe. Daarom gaan we deze onderzoeksresultaten ook niet bekijken.

Er worden twee straalpijptechnieken met elkaar vergeleken:

• Het geven van lange pulsen om de rookgassen te koelen. Dit wordt omschreven als 3D in de studie. Concreet gaat het over 3 seconden per puls. Tijdens de vordering wordt om de drie meter gestopt om één zo’n puls te geven.

• De boogmethode

Beide methodes werden uitgevoerd met vier op één lijn. De lijn werd dus door vier brandweermensen naar voor gebracht.

Hier dienen we te onthouden dat we in België geen rookgassen koelen met een debiet van 450 LPM. Het debiet dat we gebruiken ligt wel in de buurt van 250 LPM.

De boogmethode

De Amerikaanse boogmethode is een resultaat van het werk van Aaron Fields van Brandweer Seattle. Hij werkte een vorderingsmethode uit onder de vlag The nozzle forward. Deze methode bestaat uit verschillende onderdelen. Eén ervan is wat de Nederlandse collega’s de boogmethode noemen. Binnen deze methode wordt gewerkt met een soort van mantra: “ceiling wall floor”, “ceiling wall floor” ofwel “plafond, muren, vloer”.

Op figuur 4 is duidelijk te zien hoe deze methode werkt. Zodra de aanvalsploeg binnen zit, wordt de straalpijp geopend. De straalpijp is ingesteld op een volle straal. De straal gaat van de vloer langs de wanden, langs het plafond, langs de wanden aan de tegenovergestelde zijde van het lokaal of de gang om op die manier terug op de grond te belanden. Vervolgens keert de straal langs dezelfde weg terug naar het beginpunt.

Deze beweging wordt gecombineerd met een continue vordering. Al vorderend past de lansdrager dus continu de boogmethode toe. De Amerikaanse collega’s passen deze methode toe met een slang van 65 mm en een debiet van ongeveer 800 liter per minuut (LPM): zeer effectief maar misschien niet zo efficiënt. Het maximale debiet dat de Nederlandse collega’s getest hebben was 450 LPM.

2.2 Resultaten

Twee zeer belangrijke conclusies zijn de volgende:

• Alle blussystemen en methoden hebben dus een koelend effect op de brandruimte tijdens het vorderen.

• De grenswaarde voor veilig optreden werd bij geen van de onderzochte rookgaskoelingsmethoden overschreden.

Rookgaskoeling werkt dus, ongeacht hoe het uitgevoerd wordt. Het is mogelijk om een 20 meter lange vordering te doen naar een brand van 6 à 8 MW zonder brandweermensen in gevaar te brengen, ook al lopen de temperaturen in de rooklaag op tot 450 °C.

2.2.1 Thermische inversie

De Nederlandse studie werkt vanuit de hypothese van het zonemodel. Dit betekent dat men de ruimte indeelt in twee

21
Figuur 4 - Het patroon van de boogmethode: 1-2-3-4-3-2-1. (Tekening: [1])

zones: boven is er de warme zone (de rooklaag: de gekleurde zones op figuur 3) en beneden is er de koude zone, waar enkel koude lucht is. Dit zijn de witte zones op figuur 3. In een zonemodel gaat men ervan uit dat elke zone op één temperatuur staat. Boven is het warm en beneden is het koud. De onderkant van de rooklaag vormt dan de scheiding van de twee zones.

gekoelde gassen snel verdwijnen. Deze studie heeft dit effect gemeten en er getallen op gekleefd. Er werd gekeken naar gaskoeling in de zone voor de aanvalsploeg maar ook achter de aanvalsploeg. De volgende resultaten werden behaald:

Naam Voorwaartse koeling Achterwaartse koeling

LD 250 3D-puls 6 m >17m

LD 250 boog 9 m >17m

LD 450 3D-puls 6 m 9 m

LD 450 boog 15 m >17m

Figuur 5 - Schematische voorstelling van een zonemodel: de rooklaag wordt beschouwd als warm en eronder is er enkel lucht die beschouwd wordt als koud. (Tekening: [1])

Eén van de belangrijke resultaten van het onderzoek is dat de temperatuur in de koude zone niet of niet veel toeneemt. Er treedt geen thermische inversie op. Dit was al geweten voor de gaskoeltechniek met pulsen maar het onderzoek toont aan dat dit ook klopt voor de boogtechniek. Dit is het tegenovergestelde van wat verwacht was, namelijk dat de boogtechniek ervoor ging zorgen dat de rookgassen uit de warme zone massaal gingen vermengd worden met de koude zone eronder. Dat blijkt niet het geval.

2.2.2 Lengte van de gekoelde zone

De studie vergelijkt ook hoe groot de zone is waarin de gassen gekoeld worden. Er was al geweten dat de zone die gekoeld wordt door pulstechnieken beperkt is in lengte. Er was eveneens al geweten dat de stroming ervoor zorgt dat de

Hieruit blijkt dat de boogmethode verder rookgassen koelt dan de 3D-puls methode. Het verschil wordt vooral groot als het debiet van 450 LPM gebruikt wordt.

2.2.3 Verschillen tussen de 3D- en de boogmethode

In figuur 6 is te zien dat de boogmethode (“halve maan”) beter scoort dan de 3D- methode bij 250 liter per minuut. De figuur geeft de temperatuur weer op 2 m, 7 m,

12 m en 17 m van de ingang tot de gang. Gedurende het experiment vorderen de ploegen van het begin van de gang naar het einde van de gang. De koelende actie schuift dus tijdens het experiment op van 0 naar 20 m.

Op figuur 7 wordt dezelfde analyse gemaakt voor een debiet van 450 liter per minuut. Er is een gelijkaardige conclusie te trekken. De boogmethode koelt meer en verder dan de 3D-methode.

22
Figuur 6 - Vergelijking van de 3D-methode en de boogmethode met een debiet van 250 liter per minuut. De temperatuur wordt weergegeven op 2, 7, 12 en 17 m van de ingang van de gang. Let erop dat de temperatuurschaal niet dezelfde is voor beide grafieken. (Tekening: [1])

De werkelijke “winst” van de boogmethode is echter te zien als de curve van 250 3D gecombineerd wordt met 450 boog. De boogmethode zorgt dan voor een veel betere koeling.

De studie toont verder ook nog aan dat de verschillen in resultaten van de 3D-pulstechniek groter zijn dan die van de boogtechniek. Dit betekent dat het gemakkelijker is om de boogtechniek goed uit te voeren dan de 3D-pulstechniek.

Uit de studie kan je ook indirect afleiden dat de mensen met de boogmethode sneller vorderden dan met de 3D-puls methode. De boogmethode met 450 LPM duurde 75 seconden terwijl de 3D-methode met 250 LPM 110 seconden duurde.

Langs de andere kant werd door de deelnemers meer discomfort ervaren bij de boogmethode dan bij de 3D-puls methode. Het is met andere woorden een zwaardere inspanning om de slang voort te bewegen terwijl ze continu 450 LPM debiteert. Het gevolg hiervan is dat er echt zal moeten geoefend worden op deze techniek.

De Nederlandse onderzoekers concludeerden ook: Hoewel de 3D-pulsmethode als standaardmethode wordt aangeleerd, blijkt uit de filmbeelden dat de boogmethode eenvoudiger uit te voeren is dan de 3D-pulsmethode en minder afhankelijk is van de straalpijpvoerder.

2.2.4 Algemene conclusie

De algemene conclusie van het onderzoek is: Op basis van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat zowel de boogmethode als de 3D-methode effectieve ma-

nieren zijn om rookgassen te koelen, maar dat de boogmethode meer koeling geeft, en bovendien makkelijker aan te leren en uit voeren is.

3 BEDENKINGEN

In dit stuk van het artikel breng ik enkele kritische bedenkingen bij het onderzoek en bij de conclusies die eruit getrokken worden. Daarbij is het volgende spreekwoord van toepassing: Een zot kan meer vragen stellen dan duizend wijzen kunnen beantwoorden. Ik heb de wijsheid hoegenaamd niet in pacht. Het is voor mij gemakkelijker om achteraf kritische vragen te stellen dan het voor de onderzoekers is om vooraf met alles rekening te houden.

Bovendien breng ik mijn bedenkingen vanuit een Belgische context. Wij zijn iets agressiever dan onze Nederlandse collega’s. De binnenaanval is bij ons nog altijd de standaard. Wij zullen ook binnenaanvallen opzetten in grotere panden terwijl de Nederlandse collega’s in zo’n gevallen sneller zullen schakelen naar een defensieve strategie. Dit is een belangrijke nuance in de manier waarop we naar binnenbrandbestrijding kijken.

Het onderzoek levert een zeer waardevolle bijdrage aan de kennis die we hebben over brandbestrijding. Wetenschappelijk onderzoek gaat over het vinden van antwoorden. Echter, elk nieuw antwoord brengt meestal nieuwe vragen met zich mee. Hieronder worden dan ook een aantal vragen geformuleerd waarop vervolgonderzoek een antwoord moet bieden.

23
Figuur 7 - Vergelijking van de 3D-methode en de boogmethode met een debiet van 450 liter per minuut. De temperatuur wordt weergegeven op 2, 7, 12 en 17 m van de ingang van de gang. Let erop dat de temperatuurschaal niet dezelfde is voor beide grafieken. (Tekening: [1])

3.1 Te complex

De Nederlandse collega’s stellen dat de pulstechniek te complex en daarom moeilijk aan te leren is. Persoonlijk vind ik dat geen goed argument. De techniek vraagt dat de straalpijp gericht wordt en vervolgens geopend en gesloten wordt. Op zich is dat niet zo heel erg moeilijk. Het vraagt - zoals alles - oefening. Zeker in België zou dit geen goed argument mogen zijn. In België is de G-force straalpijp erg populair geworden. Het model dat bij ons gebruikt wordt, is voorzien van een debietring. Een debietring leidt ertoe dat er extra instellingen zijn ten opzichte van een straalpijp waarvan het debiet geregeld wordt door het al dan niet volledig openen met de hendel. Extra instellingen betekenen extra complexiteit. Heel wat zones hebben dus al gekozen voor een straalpijp waar extra oefeningen nodig zijn om ze goed te gebruiken. Dan zou het ook geen probleem mogen zijn om de pulstechniek toe te passen.

De Nederlandse collega’s stellen ook dat gaskoeling hierdoor te weinig wordt gebruikt. Dat vind ik wel een goed argument. Een gebrek aan gaskoeling is eigenlijk een “besparing” op veiligheid van onze mensen. En dat is niet aanvaardbaar.

Hier ligt een taak weg voor de onderofficieren. Zij moeten ervoor zorgen dat rookgassen altijd gekoeld worden. We moeten deze groep dus beter opleiden zodat zij weten dat het hun job is om ervoor te zorgen dat op elke brand rookgassen gekoeld worden.

3.2 Wat met een statische rooklaag?

Het onderzoek is degelijk gevoerd maar het heeft natuurlijk zijn beperkingen. De onderzoekers geven dat ook zelf aan: De resultaten en conclusies gelden enkel voor de beschreven testopstelling, vuurlast en ventilatiecondities. Ze geven ook aan dat het veralgemenen van de onderzoeksresultaten met de nodige voorzichtigheid gedaan dient te worden.

Deze passages wijzen op de professionaliteit van de onderzoekers. Het is namelijk zeer uitnodigend om de interessante resultaten als algemeen geldend te beschouwen. Zoiets maakt alles veel eenvoudiger. Helaas is onze wereld zeer complex.

In het onderzoek neemt men aan dat de dynamische rooklaag een worst case is. Een brand van 6 à 8 MW veroorzaakt een hete rooklaag. Een dergelijke brand zal typisch plaatsvinden in een ruimte die (al dan niet via een gang) in contact staat met de buitenlucht. Deze hete rooklaag zal bovendien snel wegstromen van de brand naar buiten. De

aanvalsploeg moet onder deze hete rooklaag oprukken naar de brandhaard. Het spreekt voor zich dat rooklaagtemperaturen van 450 °C een grote bedreiging vormen voor de aanvalsploeg.

Het is echter niet zo dat dit de enige worst case situatie is. Een eerder statische (stilstaande) rooklaag kan leiden tot een fire gas ignition (rookgasexplosie). Hierbij zijn in het verleden al heel wat brandweermensen gewond geraakt. Dit is een radicaal andere situatie dan de dynamische rooklaag. Denk aan een ondergeventileerde brand in een ruimte waarvan alle ramen en deuren gesloten zijn. De rooklaag is minder warm en de stroming ervan is beperkt.

Er zijn dus misschien wel twee verschillende worst cases Het onderzoek van IFV heeft één van die situaties bekeken. De tweede situatie dient eigenlijk ook bekeken te worden. De onderzoekers geven dit zelf aan in hun rapport: Een proefopstelling met een statische rooklaag waarbij de ruimte gesloten blijft, kan andere resultaten geven.

Het onderzoek van IFV toont aan dat de boogmethode beter koelt dan de 3D-pulsmethode. Dit kan voor die tweede situatie beter, gelijk of minder goed scoren dan de pulstechniek. Zonder onderzoek kunnen we daar niets over zeggen.

In België wordt meer en meer gewerkt met de rookstopper. Dikwijls komen we aan bij een gesloten deur van een woning of appartement waarvan alle ramen gesloten zijn. Omdat er bijna overal (drie)dubbele beglazing aanwezig is, blijven die ramen ook dicht. De rookstopper wordt eerst geplaatst en vervolgens gaat die deur open. In die gevallen worden we niet geconfronteerd met een dynamische rooklaag. In een stedelijke context maken deze gevallen allicht de meerderheid uit.

Het is dus belangrijk om in het achterhoofd te houden dat het Nederlandse onderzoek gaat over een dynamische rooklaag maar dat er ook veel situaties zijn waarbij de rooklaag eerder statisch is. Een nieuw onderzoek waarbij de statische situatie bestudeerd wordt, is dan ook wenselijk.

3.3 Stoom

Water neemt warmte op. Eerst stijgt de watertemperatuur tot 100 °C en vervolgens verdampt het tot stoom, waarna deze stoom nog verder in temperatuur kan toenemen. Stoom is een inert gas. In een statische rooklaag kan deze stoom een belangrijke rol spelen. De brandbaarheidsgrenzen van een gasmengsel worden namelijk behoorlijk beïnvloed als er een inert gas aan toegevoegd wordt: de rooklaag wordt minder

24

brandbaar. Dit aspect van brandbestrijding is niet meegenomen in het Nederlandse onderzoek. In alle eerlijkheid moet ik hier toegeven dat het met de huidige stand van technologie onmogelijk is om dat aspect te bestuderen. We weten dus niet exact welke bijdrage stoom levert.

Als er gewerkt wordt met zeer veel water, dan is het mogelijk dat meer van de beschikbare energie gebruikt wordt voor het opwarmen van dat water. Hierdoor is er minder energie over om water om te zetten in stoom. Op het einde van dit proces is er dan minder stoom beschikbaar en is het inertiserend effect kleiner. Intuïtief zou je verwachten dat een waterpuls ertoe leidt dat er meer stoom geproduceerd wordt dan bij de toepassing van de boogmethode.

Stoom is vooral belangrijk in een ruimte met een statische rooklaag. Bij een dynamische rooklaag is dit minder relevant want de gekoelde, geïnertiseerde rook stroomt continu naar buiten. In die zin zijn de keuzes van de Nederlanders coherent: ze hebben gekozen voor een dynamische rooklaag. Stoom speelt daar een minder belangrijke rol. Bijgevolg hebben ze het effect van stoom niet bestudeerd. Ook dit is dus een onderwerp waarvan extra studie kan leiden tot meer kennis.

3.4 Waterschade

Een belangrijke bedenking die bij de boogmethode geformuleerd kan worden, is waterschade. Toen ik een Amerikaanse collega vroeg wat hij vond van deze methode wees hij me op het volgende:

Brand discrimineert. Het brandt immers meer bij arme mensen dan bij rijke mensen. In woningen van rijke mensen zijn de installaties meestal goed onderhouden en in overeenstemming met recente standaarden. Dat is niet altijd het geval bij arme mensen. Hierdoor zijn er meer branden bij arme mensen dan bij rijke mensen. Deze laatsten hebben een brandverzekering. Ook dit is niet altijd het geval bij arme mensen.

Bij de toepassing van de boogmethode tijdens de vordering naar een brand in een slaapkamer doorheen de living, zal de grote hoeveelheid water zowat alles kapot maken dat in die ruimtes staat. De waterschade zou wel eens groter kunnen zijn dan de schade van de brand … Voor mensen met een goede brandverzekering is dat geen groot probleem. Alles wordt vervangen door de verzekering. Arme mensen daarentegen kunnen soms niet anders dan alle spullen sorteren om te zien wat nog bruikbaar is. Er is geen verzekering die de spullen zal vervangen. Vooral bij een kleinere brand is het

gebruik van de boogmethode problematisch. De pulsmethode zorgt voor veel minder waterschade. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat we ook van de pulsmethode niet exact weten hoeveel waterschade deze veroorzaakt.

De boogmethode kan trouwens ook spullen vernietigen die onvervangbaar zijn. Denk aan fotoalbums of andere spullen die een grote emotionele waarde hebben maar niet goed tegen water kunnen. Hier helpt geen verzekering tegen.

De grote hoeveelheid water die gebruikt wordt tijdens de boogmethode zal hier meer schade veroorzaken dan de 3D-pulsmethode. Dit hangt weliswaar samen met het gebruikte debiet. In het onderzoek werden debieten tot 450 LPM gebruikt. Dat is ongeveer de helft minder van wat in Seattle gebruikt wordt.

In de experimenten van onze Nederlandse collega’s was de geometrie zeer eenvoudig: 20 meter rechtdoor zonder meubelen die in de weg staan. De brandweermensen wisten op voorhand waar de brand was en dus waar ze naartoe moesten. De aanvalslijn werd bovendien met vier mensen naar voor gebracht. Als we aannemen dat er 75 seconden nodig waren voor de vordering naar de vuurhaard in figuur 7, dan is er 560 liter water gebruikt tijdens die vordering.

Wat als de vordering niet in een rechte lijn is? Wat als de brand effectief gezocht moet worden? Wat als het een kleinere brand is waarbij het niet direct duidelijk is waar de brandhaard zich bevindt? Wat als er meubelen in de weg staan waardoor de vordering minder vlot verloopt? Wat als er slechts twee mensen beschikbaar zijn voor het bewegen van de aanvalslijn (omdat de anderen bijvoorbeeld met een redding bezig zijn)?

In al die gevallen zal de vordering langer duren en zal er dus nog meer water gebruikt worden …

Hoe harder het brandt, hoe meer schade de brand aanricht, hoe meer risico er is voor brandweermensen en bewoners. Bij een felle brand zal de boogmethode zeer effectief zijn. Bij een kleinere brand zal de waterschade niet opwegen tegen de voordelen.

3.5 Veiligheidsmarge en invloed op tactiek

In 2015 werd in Brussel een nieuwe bezetting ingevoerd op de autopomp. Meer dan honderd jaar hadden er vijf mensen op de autopomp gezeten. Nu werden het er zes. Tot op dat moment moest er zich één lid van de ploeg op elke brand

25

bezighouden met het afleggen van een voedingslijn. Het was logisch geweest mocht deze taak nu toegewezen worden aan één duo. Er werd echter iets anders doorgevoerd. Er zou gestopt worden met het standaard afleggen van de voeding van de autopomp. De bevelvoerder van de autopomp zou zelf moeten beslissen of het nodig was om voeding af te leggen. Er brak een ware storm van protest uit: brandweermensen, onderofficieren en officieren waren zeer emotioneel over stoppen met standaard voeding. De veiligheid van de interventieploeg kwam in het gedrang!

De ploegen zouden tijdens hun binnenaanval immers zonder water kunnen komen te zitten. Intussen zijn er vijf jaar verstreken terwijl er geleidelijk aan minder voeding werd gelegd. Blijkbaar biedt de 2500 liter water in de tank van het voertuig in veel gevallen de mogelijkheid om de brand onder controle te brengen en zelfs te blussen. Het veelvuldig gebruik van efficiënte straalpijptechnieken heeft daar zeker toe bijgedragen. We kunnen nu meer blussen met 2500 liter water dan pakweg 20 jaar geleden.

Het grote voordeel van het stoppen met standaard afleggen van voeding is dat er sneller met een volgende taak kan begonnen worden. In een stedelijke context betekent dit dikwijls een snellere redding. Als we aannemen dat het afleggen van voeding twee minuten duurt, dan start de redding twee minuten vroeger als er geen voeding wordt afgelegd. In de afgelopen jaren schakelden heel wat brandweerkorpsen over op vijf op een lijn. In deze tactiek is er ook niemand om voeding af te leggen.

De veiligheidsmarge waar de collega’s in 2015 zo bezorgd om waren, wordt gevormd door het water in de tank. Straalpijptechnieken zoals gaskoeling, directe en indirecte aanval laten toe om de meeste branden onder controle te brengen met de inhoud van de tank én nog water over te houden.

In het experiment uit figuur 7 werd naar schatting 560 liter water gebruikt om de rookgassen te koelen. Als de slang met twee wordt naar voor gebracht in een gemeubelde omgeving én als men de brand daadwerkelijk moet zoeken, hoeveel water zal er dan verbruikt worden? Wat is er dan nog over voor het blussen van de brand? En hoe klein wordt de veiligheidsmarge van de mensen? Het lijkt alsof het gebruik van de boogmethode behoorlijk wat consequenties heeft op de rest van de interventie.

Eigenlijk is er onderzoek nodig naar waterverbruik tijdens realistische inzetten. Op die manier gaan we beter begrijpen hoeveel water we gemiddeld verbruiken. Dit zal ook inzicht

opleveren over de veiligheidsmarge waarmee we werken. Het is mogelijk dat we dan concluderen dat in veel gevallen (met korte afstanden) de boogmethode wel kan toegepast worden op basis van de inhoud van de watertank van de autopomp.

De 3D puls-methode verbruikt veel minder water en heeft bewezen dat ze, in de grote meerderheid van de branden, kan gebruikt worden in een combinatie van een binnenaanval door twee ploegleden terwijl search & rescue gedaan wordt door twee anderen, zonder dat er onmiddellijk voeding gelegd wordt voor de autopomp. Dit is nog niet het geval voor de boogmethode.

Er dient hier ook opgemerkt te worden dat er zowel in Vlaanderen als in Nederland een tendens is om bluswater niet meer te voorzien via het waterleidingsnetwerk. Het leveren van drinkwater is moeilijk combineerbaar met het leveren van bluswater. Op steeds meer plaatsen wordt het gebruik van hydranten in vraag gesteld. Het is op zo’n moment misschien geen goed idee om een methode te gaan gebruiken die veel meer water verbruikt.

3.6 Andere geometrie

Dit onderzoek zegt weinig over ruimtes die breder zijn dan twee meter. Nochtans komen die situaties wel veel meer voor dan lange gangen die twee meter breed zijn. Dikwijls moet men doorheen een woonkamer of een keuken om een andere ruimte te bereiken waar de brand woedt. De geometrie zal behoorlijk wat impact hebben op het resultaat van de actie. Ook hier is dus nog zeer veel onzekerheid. Dit wil niet zeggen dat de boogmethode daar slechte resultaten oplevert. Het wil wel zeggen dat we het nog niet weten.

3.7 Te moeilijk

De Nederlandse collega’s stellen dat de pulstechniek moeilijk is om uit te voeren. Ze concluderen dit omdat de pulsen tijdens het onderzoek niet altijd in de juiste richting gegeven werden. Nochtans werden die meestal uitgevoerd door ervaren instructeurs. Ze hebben het hier over de technische moeilijkheid. Het is immers geen fysiek zware opgave om pulsen in de rooklaag te geven. Ze hebben wel gelijk dat dit enige handigheid vraagt en er dus geoefend moet worden.

Hier staat tegenover dat de boogmethode bij 450 LPM fysiek een behoorlijke opgave is. De Amerikaanse collega’s gebruiken doorgaans straalpijpen die werken aan een druk van 3,5 bar. Dit is ongeveer de helft van de druk die wij gebruiken.

26

Hierdoor is er aan de lans een veel hogere reactiekracht. Het vraagt behoorlijk wat fysieke kracht om de lijn voort te bewegen als er 450 LPM uit de straalpijp vloeit. Voor een aantal kleinere (lees: lichtere) brandweermensen zal dit echt een opgave worden. Immers, hoe meer je weegt, hoe makkelijker het wordt om een grote reactiekracht te overwinnen.

Kort door de bocht kan je het volgende stellen: De pulstechniek is technisch moeilijk terwijl de boogmethode aan 450 LPM fysiek moeilijk is.

3.8 Opleiding

Binnen de brandweer worstelen we met opleiding. Brandbestrijding is moeilijk en complex. Je moet erg veel vaardigheden hebben om dit goed te doen. Binnenbrandbestrijding is echter een beperkt percentage van ons werk. Er is dus een groot percentage van de opleiding nodig om het veilig en goed te doen. De afgelopen 15 jaar werden erg veel tijd en middelen geïnvesteerd om hier vooruitgang te maken. Het opleidingsprogramma werd verschillende keren aangepast om te bereiken wat we nu hebben: direct, indirect en rookgaskoeling. Als we de manier waarop we aan rookgaskoeling doen veranderen door de boogmethode, dan bestaat het risico dat we de reactie krijgen “Is het nu weeral veranderd?!”

Als de boogmethode ingevoerd wordt, dan kan er gekozen worden om de klassieke vorm van gaskoeling achterwege te laten. Op basis van de informatie die nu beschikbaar is, lijkt dit voorbarig. In zones waar er weinig branden zijn, én waar

er bijgevolg zeer weinig ervaring is met binnenbrandbestrijding, zou men de keuze kunnen maken om altijd de boogmethode toe te passen. Het is dan eenvoudig en makkelijk, het zogenaamde KISS-principe. De keerzijde is dat er veel water verbruikt wordt en er dus veel waterschade is. In dergelijke zones is de afstand tussen de posten soms wat groter waardoor versterking (lees: de mensen die de voeding van de autopomp gaan voorzien) langer op zich laat wachten. Dit vergroot dan weer het risico dat de aanvalsploeg binnen zonder water komt te zitten.

Er kan ook gekozen worden om de boogmethode als extra methode toe te voegen aan het lessenpakket. Dit impliceert wel dat hier extra tijd moet worden voor uitgetrokken. Enerzijds om de boogmethode aan te leren anderzijds om mensen te leren kiezen. Het aanleren van de boogmethode is vrij eenvoudig. Beslissen wanneer de boogmethode toe te passen en wanneer de klassieke vorm van rookgaskoeling, dat is een ander paar mouwen. Ook hier zal extra opleidingstijd voor nodig zijn.

De keuze die hier gemaakt wordt, heeft dus behoorlijke (kosten)implicaties voor de opleiding.

4 WAT BETEKENT DIT NU?

Het onderzoek uitgevoerd door onze Nederlandse collega’s is knap en degelijk werk. Dit heeft vast en zeker nieuwe kennis opgeleverd. De vraag is nu: Wat doen we met die nieuwe kennis?

27
Figuur 8 - De geometrie van de opstelling was betrekkelijk eenvoudig: 20 meter rechtdoor en dan naar rechts. In realiteit kan de situatie veel complexer zijn. (Foto: IFV)

In België is de binnenaanval de standaardmethode. In Nederland kijkt men daar toch iets anders naar. Daar wordt de binnenaanval minder gepropageerd als de standaardoptie.

De boogmethode met 450 LPM laat toe om te vorderen in omstandigheden die een klassieke rookgaskoeling niet toelaten. Enerzijds door de hogere energie-afname en anderzijds omdat deze techniek veel verder koelt dan 3D-puls (15m t.o.v. 6 m). Daar staat tegenover dat het fysiek een grote inspanning vergt die misschien niet aan iedereen gegeven is.

De boogtechniek is gemakkelijker uit te voeren dan de 3D-puls techniek. Dit komt voor een stuk omdat de boogmethode meer “fouten” vergeeft dan de 3D-pulstechniek. Een 3D puls moet op de juiste plaats terechtkomen om te komen tot een goede rookgaskoeling. Een boogtechniek die niet volledig correct uitgevoerd is, zal wel nog altijd een goede koeling geven.

Daar staat tegenover dat er nog veel niet geweten is over de boogmethode en dat ze ook nadelen heeft.

Voordelen Nadelen

Koelt beter Meer waterschade

Gemakkelijker aan te leren Kleinere veiligheidsmarge

Lastiger  5 op een lijn

Latere search & rescue

Dikwijls overkill

Op basis hiervan lijkt het me niet verstandig om de pulsmethode te vervangen door de boogmethode. De Nederlandse collega’s doen dat ook niet. Zij hebben de boogmethode ingevoerd als extra methode. Ze gebruiken lange pulsen als de rook stilstaat of langzaam beweegt en passen de boogmethode toe in de andere situaties.

Binnenbrandbestrijding in grotere gebouwen en grotere ruimtes komt vooral voor in de steden. Typisch vinden we daar ook meer ervaren brandweermensen terug. Ik zie het toepassingsgebied van de boogmethode vooral daar. Het is een methode die toelaat om veilig te vorderen naar een grotere brandhaard. Bovendien zorgt de volle straal ervoor dat het water verder reikt, dit zowel horizontaal als verticaal. Het is belangrijk om hier de bedenking te maken dat dit gaat over een minderheid van de gevallen.

Op een vereenvoudigde manier kan je er als volgt naar kijken:

Pulsmethode Boogmethode

Gewone situatie

Grotere panden, grotere afstanden Kleine en middelgrote branden Grotere branden

Geen directe watervoeding Wel directe watervoeding

De boogmethode wordt dan een extra tool die in een beperkt aantal gevallen gebruikt wordt.

5 EINDBESCHOUWING

Het Nederlandse onderzoek is echt baanbrekend. Het heeft geleid tot nieuwe kennis en nieuwe inzichten.

Ricardo Weewer, de lector brandweerkunde aan de Nederlandse brandweeracademie, schrijft dat ze trots mogen zijn op dit resultaat. Hij heeft daar overschot van gelijk in: er is een zeer degelijk onderzoek afgeleverd. We hebben dit in België ook nodig: onderzoek naar brandbestrijding en een leerstoel “brandweerkunde”. Er zijn immers nog zoveel onbeantwoorde vragen. Door de continue verandering in de maatschappij (o.a. de energietransitie) wordt de brandweer ook continu geconfronteerd met nieuwe problemen. Kennis hierover is broodnodig. De Nederlanders leveren al jarenlang een grote bijdrage aan deze opbouw van kennis. België zou hierin ook moeten investeren.

6 BRONNEN

[1] Brandweeracademie (2021) Wanneer water in rook opgaat, Een experimenteel onderzoek naar het effect van de 3D pulsmethode en de boogmethode op het koelen van rookgassen, IFV, Nederland

[2] Lambert K (2012) Gascooling, a new approach, De Brandweerman, November 2012

[3] Binnenbrandbestrijding, Koen Desmet & Karel Lambert, 2008 & 2009

[4] Lambert Karel, Baaij Siemco, Brandverloop: technisch bekeken, tactisch toegepast - 2nd edition, 2018

[5] Ricardo Weever, Rijk van den Dikkenberg, Thijs Geertsema, persoonlijke communicatie, 2022

28
Karel Lambert
Sponsors Partners Vakbeurs voor de uitrusting van politie-, bewakings- en veiligheidsdiensten, urgentiediensten en rampenbestrijding 9u30-17u00 9u30-17u00 9u30-16u00 10-11-12 | 05 | 2022 www.infopol-xpo112.be INFOPOL I XPO112 wordt georganiseerd onder de
GRATIS TOEGANG mits voorregistratie via de site
Hoge Bescherming van Zijne Majesteit de Koning
TEL Lux. +352 691.45.04.78 www.weldi ex.com info@weldi ex.lu Wilt u uw werkruimte optimaal verlichten? LUMAPHORE® LED De ideale oplossing die een goede verlichting garandeert van al uw werkterreinen en de mogelijkheid biedt om in ideale omstandigheden te werken. Onze Lumaphore Led-verlichting kan worden gemonteerd op vrachtwagens of op verstelbare driepoten. introduceert en autonome verlichting LUMAPHORE®

HET KENNISCENTRUM CIVIELE VEILIGHEID INVESTEERT IN OPERATIONEEL

ONDERZOEK NAAR

WATERSTOFBRANDEN

ALTERNATIEVE BRANDSTOFFEN

Het energievraagstuk is vandaag brandend actueel. Sinds september 2021 zijn de maximumprijzen voor benzine (E10) reeds 23% gestegen bij het schrijven van dit artikel [1]. Voor Diesel (B7) is dit zelfs 45%! De wens om naar een groener wagenpark te evolueren en de oplossingen voor nieuwe energieproductie zorgen ervoor dat alternatieve brandstoffen steeds interessanter worden. Elektrische en hybride voertuigen zijn al even op de markt en winnen steeds meer aan populariteit [2] .

De media hebben het vooral over deze vorm van alternatieve energie. Een andere vorm van alternatieve aandrijving kan gecreëerd worden door de verbranding van waterstof (H2). Doordat er geen koolstof in de chemische formule is (H2), kan waterstof branden zonder CO2 te produceren. Via

brandstofcellen (een aandrijvingssysteem dat een elektromotor voedt) wordt waterstof ook stilaan interessant voor de consumentenmarkt. Het is dan ook niet ondenkbaar dat we als brandweer binnenkort zullen geconfronteerd worden met dit soort incidenten.

BETROKKENHEID BIJ ONDERZOEK

Om een impact te hebben als brandweer, is het belangrijk dat we als stakeholder zo snel mogelijk betrokken worden bij het ontwerp van deze technologie. Het Kenniscentrum Civiele Veiligheid (KCCE)- van de FOD Binnenlandse Zaken heeft de voorbije jaren contacten kunnen leggen met de waterstof industrie. Door het uitzenden van brandweerexperts in werkgroepen met wetenschappers, technische experts en aandeelhouders in de industrie, kon het aspect veiligheid vroeg in het ontwerp aangebracht worden.

31
Figuur 1 - Waterstof kan via cilinderflessen getransporteerd worden. Figuur 2 - Een steekvlam van waterstof tijdens een van de experimenten. Het stof rondom de H2-wolk ontsteekt waardoor de vlam zichtbaar wordt.

Tussen 2013 en 2016 werd deelgenomen aan het Europese project “ HyResponse”, dat zich focuste op de operationele uitdagingen voor incidenten met waterstofbranden. De resultaten van dit project zijn o.a. te vinden in de huidige brandweercursussen. De informatie is nog steeds beschikbaar op de website www.hyresponse.eu

Sinds 2019 neemt het KCCE deel aan het Europese project met de werkgroep “HyTunnel and Confined Spaces”. In dit project staat pre-normatief onderzoek centraal met voorstellen om waterstofvoertuigen toe te laten in tunnels en ondergrondse parkeergarages. In juli 2022 wordt het finaal rapport afgeleverd. Informatie is terug te vinden op hytunnel.net

INFORMATIE IS DUS BESCHIKBAAR. WAT MET OPLEIDING?

Het is heel handig om over veel informatie te beschikken. Maar wat vangen we er precies mee aan? En hoe komt deze informatie in de handen van ieder lid binnen onze brandweerorganisatie?

HyResponder is momenteel het laatste Europese project m.b.t. waterstofbranden waar het KCCE bij betrokken is. HyResponder heeft als doel om een opleidingspakket te creëren op basis van de kennis die in HyResponse en HyTunnel verworven werd. Verschillende brandweerorganisaties over volledig Europa en Australië staken de koppen bij elkaar om een pakket te ontwikkelen dat interessant en relevant is. Er worden 3 verschillende trainingsmaatregelen voorzien:

• Theoretische kennis m.b.t. waterstof

• Operationele maatregelen

• Virtual Reality Training

Daarnaast zal deze informatie ook op verschillende niveaus gegeven worden. Zo is het voor brandweerlieden minder interessant om alle chemische processen te begrijpen terwijl de exacte praktische hantering van de blussing minder relevant is op officiersniveau. Er werden 4 niveaus gecreëerd:

• Basiskader (brandweerlieden)

• Middenkader (onderofficieren)

• Hoger kader (officieren)

• Expert (Instructeurs, etc.)

EERSTE INSTRUCTEURSOPLEIDING

In juni 2022 zal een delegatie Belgische brandweerlieden naar ENSOSP in Frankrijk afzakken om deel te nemen aan de mastertraining. De bevindingen hiervan zullen vertaald worden naar de Belgische brandweerorganisatie. Het doel is om eind 2022 een eerste Belgische instructeursopleiding te voorzien, zodat elke brandweerschool kan beschikken over opgeleid personeel in deze materie. Van zodra deze mastertraining voltooid is, hopen we u meer informatie te kunnen verstrekken.

REFERENTIES

[1] STATBEL, be.STAT, (n.d.). https://bestat.statbel.fgov.be/ bestat/crosstable.xhtml?view=f8d4c0ce-bec4-4f58-b2a24f6b8667ad24 (accessed March 14, 2022).

[2] Voertuigenpark | Statbel, (n.d.). https://statbel.fgov.be/nl/ themas/mobiliteit/verkeer/voertuigenpark (accessed March 14, 2022).

Eventuele vragen of feedback: forop@ibz.fgov.be

Matthias Van de veire

In naam van de WG HyResponder KCCE

32
Figuur 3 - Een weergave van de praktische opleiding m.b.t. de operationele maatregelen. Figuur 4 - Naast een theoretische en praktische opleiding wordt ook een “Virtual Reality” training aangeboden.

70 JAAR VANASSCHE

en zondag 17 juli 2022 10u-18u

Save the date to celebrate & to see what’s new...

De firma Vanassche is 70 jaar jong en zit in een nieuw “jasje”

Benieuwd naar onze nieuwe werkplaats en burelen?

Met veel plezier stellen we ons bedrijf voor u open en laten we u een kijkje nemen in onze nieuwe gebouwen.

Vlot en eenvoudig inschrijven kan via deze QR-code of op https://bit.ly/VAN70

VANASSCHE FFE NV | Brugsesteenweg 8 | B-8531 HARELBEKE | Tel. +32 (0) 56 710 130 | info@vanassche-fire.be | www.vanassche-fire.be UITNODIGING
OPENDEURDAGEN
SAVE THE zaterdagDATE!16
schrijf je gratis in via de QR code of www.vdp.com/bodycam-day-2022 www.vdp.com/bodycam-day-2022 ONTDEK DE WERKING EN VOORDELEN VAN EEN BODYCAM BODYCAM DAY Woensdag 15 juni 2022 Vandeputte - Binnensteenweg 160 - Boechout MET ZEPCAM WERK JE NOOIT ALLEEN ! CONTINUE ONDERSTEUNING LIVESTREAMING VERBETERDE TRAINING EN EVALUATIE

WHEN PRACTICE MEETS FUN!

In dit artikel wil ik luidop nadenken over oefenen bij de brandweer. Ik wil enkele kritische vragen stellen waar ik zelf het juiste antwoord niet op weet. Is er überhaupt een juist antwoord?

Vandaag anno 2020, terwijl ik dit artikel neerpen zijn de regels bij de brandweer omtrent oefenen vrij duidelijk. Alles werd in het KB Opleiding neergeschreven en er is geen ontkomen meer aan. Oefen tot je er bij neervalt! Stel dat ik brandweerman ambulancier ben, en daarnaast een gedreven chauffeur. Dan kom ik snel aan 80 tot 90 uur opleiding per jaar die ik moet volgen. Er is de jaarlijkse vorming DGH, er is permanente vorming, je moet dan nog uren voortgezette opleiding volgen en in veel posten komt daar ook nog eens een opleiding chauffeur bij. Kortom een hele boterham. Je zou het zowaar wel eens moe kunnen worden. Anderzijds, als ik enkel gedreven brandweerman ben, dan moet ik 48 uur per jaar oefenen. Gemiddeld 4 uur per maand. Ik denk dat, gezien onze soms zeer risicovolle opdrachten, 4 uur per maand oprecht weinig is om het omvangrijke pakket van kennen en kunnen van een brandweerman onder de knie te hebben. Als je in de lokale voetbalclub 4 uur per maand traint zullen de prestaties allicht niet indrukwekkend zijn.

Maar waarom houdt een deel collega’s niet van al dat oefenen? Het heeft uiteraard een enorme impact op ons sociaal leven. Men zegt wel eens: “Achter elke sterke brandweer m/v, staat een brave partner”. En dat klopt! Brandweerman zijn vraagt veel van je privéleven. Dit wordt gecounterd door onze partners in meerdere posten jaarlijks een Sint-Barbarafeest of een ander festijn aan te bieden. Een samenkomst waar die prachtige, begripvolle levensgezel veelal bob is. Ik vrees echter dat we de partners niet zullen sussen met een feestje dat onze frequente afwezigheid moet goed maken.

Daarom moeten we keuzes gaan maken. Naast thuis, zijn we ook graag bij vrienden, volgen we graag de Ronde van Vlaanderen, gaan we graag een pint pakken, doen karweitjes … Waarom komt dat “gaan oefenen” dan helemaal achteraan te staan en lijkt het ons de minst aantrekkelijke keuze? Waarom gaan we zo graag op stap met vrienden maar zullen we niet snel iets afzeggen voor een oefening, als het niet moet?

Hierbij denk ik dat oefenen gewoon leuker moet worden. Als instructeur moet je volgens mij telkens op zoek gaan naar originele manieren om je onderbouwde doelstellingen te behalen. Dit kan door oefeningen te maken die out of the box zijn, maar ook door aan het realistisch level te sleutelen. Want bij een echte brand moet alles wijken, iedereen aan de kant, elke afspraak op de schop. Eén van de oefeningtypes die hier op inspelen zijn de warme trainingen. Een groot deel houdt ervan om “naar de containers” te mogen. Warme trainingen leunen veel dichter aan bij de realiteit. Helaas kunnen we op post-niveau niet zomaar containers in brand gaan steken en er een hoop volk in zetten. We zullen dus voornamelijk moeten inzetten op out of the box thinking. Je leerdoelen behalen en plezier afleveren, lijkt in eerste instantie een moeilijk te realiseren zaak. Het valt me echter op dat mensen die zich amuseren, veel meer opnemen. Er zit ergens wel een psychologisch aspect achter. De wetenschap is éénduidig over het feit dat iemand veel beter informatie opneemt en onthoudt, naarmate men meer hersendelen gaat stimuleren. Met hoe meer zintuigen men zaken waarneemt, des te meer de verschillende hersendelen verbindingen gaan maken en informatie gaan absorberen en opslaan. Dit kan een eventuele verklaring zijn voor mijn vermoeden. De grote speler in dit alles is echter de motivatie van de cursisten. Het is aartsmoeilijk om de motivatie van mensen op te krikken. We moeten hen meer betrekken bij het opstellen

35

van oefeningen. Welk onderwerp wil je oefenen? Hoe wil je dit oefenen? Dit zijn zaken die ons kunnen helpen om de deelnemers op onze hand te krijgen.

Ik geef een voorbeeld: oefening hefkussens. We kunnen dit eerst theoretisch gaan benaderen en alles uitleggen over de verhouding van luchtdruk ten opzichte van gewicht en oppervlakte om daarna in de kazerne even de wielen van een vrachtwagen van de grond te heffen. Eén persoon bedient de kussens, de rest kijkt toe en kan, indien de tijd het toelaat, ook nog even met de hendels en de knoppen van de bedieningsunit spelen. Zou het niet leuker worden als we bijvoorbeeld een grote houten plank op 4 hefkussens leggen? De plank is voorzien van een labyrint gemaakt van balkjes die erop gemonteerd zijn. Twee teams dienen een balletje van punt A naar punt B te brengen door de hefkussens nauwkeurig te bedienen op commando van de bevelvoerder. Het team dat dit het snelst doet, wint. Men leert op dat moment onder (gezonde) stress een hefkussen te bedienen, men ondervindt dat correcte commando’s en adequate communicatie met je bevelvoerder van cruciaal belang zijn. Men krijgt feeling met het bedienen aangezien men enorm veel zowel op als neer zal moeten bedienen. De deelnemers zullen op het einde van de opdracht hun knoppen of hendels blindelings kunnen bedienen. Kortom, enorm veel leerdoelen bereikt. Alles samen zal men ook een groot deel onthouden en kunnen toevoegen aan het referentiekader wanneer dit ooit nodig is op interventie. Om iets te automatiseren dien je het 500 keer na elkaar te doen, liet ik me vertellen. Je kan dus gaan stellen dat we de bediening bijna zullen automatiseren.

Hoe komt het dat iemand leuke zaken beter onthoudt dan “droge” theorie? Een oefening waar je oprecht gelachen hebt en alles van jezelf gegeven hebt, collega’s, blijft gewoon langer hangen. Een collega met vele jaren ervaring heeft er ondertussen honderden oefeningen opzitten. Daarvan zal hij er zich slechts enkele blijven herinneren. “De speciallekes” blijven plakken. Waarom dan niet zoeken naar manieren om er allemaal “speciallekes” van te maken?

Uiteraard is dit makkelijker gezegd dan gedaan. We moeten echter het warm water niet opnieuw uitvinden. Als we over de posten en zones heen met elkaar gaan praten over VTO, maar niet enkel beleidsmatig, dan kunnen we veel met elkaar delen. Elke post of zone heeft wel wat spraakmakende oefeningen in huis. Oefeningen waar op een onderbouwde manier plezier gemaakt wordt. Zo konden we in het verleden reeds kennismaken met het THV-parcours, de escaperoom onder adembescherming, het stabiliseren van een waterbekertje, het slangenbowlen, de holmatrojenga … Kortom een

hele syllabus aan oefeningen die mensen volgens mij meer gaan motiveren.

De criticasters noemen het ongetwijfeld spelen. En dit is misschien terecht. Dit idee is enkel gebaseerd op zaken die ik vaststel in enkele posten en afleid uit de info die ik kon krijgen van een toffe psychologe. Alles kan dus gestoeld zijn op toeval, of geluk. Hierdoor kan ik verkeerd interpreteren dat het leuk en realistisch maken van oefeningen effect heeft op de gemoedstoestand van de collega’s, de hoeveelheid informatie die ze opnemen en finaal de doelstellingen die behaald worden. Het vraagt durf, een brede kijk, inspiratie en motivatie.

Aan het realisme gaan sleutelen gaat echter vaak gepaard met een prijskaartje. Dit in tijden waar de zones op hun financiele tandvlees zitten. Toch zijn zaken mogelijk. Zo kunnen de mensen van post Brugge en bij uitbereiding Zone1 stelselmatig beginnen kennis maken met de oefenunits. Oude versleten 20-voet zeecontainers die op een slede gemonteerd worden en zo verplaatsbaar zijn met een haakarmvoertuig. Door in de zijkant een deur te maken en aan de binnenkant een verschuifbare wand met deur, kan je de modules tegen elkaar zetten en zo verschillende combinaties maken. Wie heeft de laatste maanden de straalpijp bediend binnen in een ruimte met vordering, deuren, en meubels in de weg tijdens een oefening? Alle ingrediënten van een brand waren er aanwezig, met uitzondering van de hitte. Je collega’s komen namelijk op onbekend terrein dat afgesloten is en met kunstmatige rook gevuld. Iets wat je niet kan doen in de gang van de kazerne. Onze postoversten houden namelijk niet van natte plafonds!

36

Bovenstaande is een iets duurdere doch zeer interessante oefenmogelijkheid. Het kan ook stukken goedkoper waar een handige Harry uit de post, (elke post heeft er zo meerdere) een oud olievat voorziet van een tuinslangkoppeling en ergens halverwege een klein gat (lek). Hang er nog een zelf afgedrukt UN-nummer op en je hebt een perfect vloeistoflek als je de tuinslang aankoppelt. Alleen al het UN nummer vervangen, verandert je oefening volledig. Wil je hierin verder gaan, kan je werken zoals de collega’s van post Aalter. Hun handige Harry’s bouwden een oude gastank om met kranen en leidingen die kunnen lekken. Dit bracht hen alweer een stapje dichter bij realistisch oefenen.

Hierboven zijn enkele van de vele mogelijkheden aangehaald om misschien een verschil te maken op vlak van kwaliteit van oefeningen. Want laat ons eerlijk zijn, men verwacht veel van de brandweer! Laat ons er dan ook voor zorgen dat we klaar zijn voor elke situatie waar niemand anders klaar voor is.

Het kan zowaar wel eens leuk worden om te oefenenen bovendien leren we op deze manier méér dan we zelf beseffen! Of kort samengevat: When practice meets fun!

37
Dienst
Zonaal VTO
Post Brugge Hulpverleningszone 1 Tijd voor iets nieuws? Versterk ons Fire & Safety team! Solliciteer op jobs.securitas.be Securitas NV - Sint-Lendriksborre 3 - 1120 Brussel - www.securitas.be Ondernemingsnummer: 0427.388.334 Vergund als bewakingsonderneming door FOD BiZa
operaties / VTO
coördinator brandbestrijding

G E Z O C H T UW ARCHIEF

Heel wat brandweerposten beschikken over een eigen archief. Door de zonevorming en de daarbij horende reorganisatie is hier meestal maar weinig tijd en aandacht meer voor. In de bouw van nieuwe kazernes is er vaak ook geen ruimte meer voorzien voor die oude documenten.

Nochtans zijn ze van grote waarde om ons verleden en ons erfgoed vakkundig in kaart te brengen. Fokus-100 is hiervoor de uitgelezen partner.

Daarom willen we u vragen om uw archief of oude documenten en foto’s niet weg te gooien of naar het containerpark te brengen. Indien u het overmaakt aan Fokus-100, kan het de basis vormen van een breed gevoerde studie naar de geschiedenis van onze korpsen en van de hulpdiensten in het algemeen.

U bereikt ons vlot via info@fokus100.be

DE
TOTAALLEVERANCIER IN BRANDWEERMATERIALEN
Uitgebreid productassortiment van verschillende premium merken met o.a.
BEZOEK NU HOBRAND.BE

JEUGDBRANDWEER IEPER VIERT 50-JARIG BESTAAN

Op zaterdag 2 april 2022 vierde Jeugdbrandweer Ieper zijn 50-jarig bestaan met een heus feestprogramma. Zo’n 360 jonge brandweerlieden zakten vanuit heel Vlaanderen en het Duitse Lehrte af naar Ieper voor de viering van 50 jaar jeugdbrandweer Ieper.

In de namiddag trokken de groepen in teams van 10 personen het historisch stadscentrum in voor een zoektocht met onderweg 6 praktische proeven. Deze proeven vergden zowel de nodige brandweerkennis, fysieke conditie als gewoon simpel gezond verstand om ze tot een goed einde te brengen.

Tegen 18 uur maakten de groepen zich klaar om onder begeleiding van de West-Vlaamse Verenigde Brandweer Muzikanten in stoet door de straten van de stad naar de Grote Markt te trekken.

Omstreeks 19 uur kreeg het jarige korps op de Grote Markt bij de Lakenhallen een nieuwe vlag overhandigd uit de handen van de Ieperse burgemeester, Emmily Talpe en Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle, in aanwezigheid van 150 genodigden.

39

“Er bestaat geen mooiere locatie om een nieuwe vlag in ontvangst te nemen”, zegt medeorganisator Kristof Louagie. “Alles is zeer vlot en indrukwekkend verlopen.”

Na het overhandigingsmoment kon de voltallige groep dan de dagelijkse Last Post ceremonie bijwonen onder de Menenpoort.

Als Ieperse vereniging vinden wij het belangrijk om de leden van de andere jeugdgroepen deze indrukwekkende ceremonie te laten beleven. Zeker met de recente gebeurtenissen in Oekraïne is het belangrijk dat wij met de jeugd stilstaan bij het gruwelijke oorlogsverleden, de verontrustende gebeurtenissen van het moment en de vredesgedachte voor de toekomst.

HET ONTSTAAN VAN JEUGDBRANDWEER IEPER

Tijdens een officieel bezoek van Muziekgroepen en een officiële brandweerdelegatie uit Lehrte werden de eerste voorbesprekingen over een tentenkamp te Ieper gestart tussen toenmalig verantwoordelijke voor de jeugdbrandweer van Lerthe en brandweercommandant Urbain Druant. Het eerste tentenkamp van de jeugdafdeling van de lokale brandweer van Lerthe vond plaats onder leiding van Gerhard Siemon van 21 juli 1972 tot 6 augustus 1972 in het Jeugdstadion te Ieper. Na dit kamp werd in Ieper een Jeugdbrandweer opgericht naar het model van de jeugdafdeling uit Lerthe. Hiermee is het Ieperse jeugdkorps het tweede oudste van België.

Na 50 jaar maakten ruim 240 Ieperse jongeren deel uit van Jeugdbrandweer Ieper. Momenteel is de helft van de 71 huidige leden van Brandweer Ieper ooit lid geweest van Jeugdbrandweer Ieper.

JEUGDBRANDWEER BRANDWEER WESTHOEK

Momenteel zijn er vijf jeugdbrandweergroepen actief in zone brandweer Westhoek, goed voor zo’n 85 jongeren. Als hulpverleningszone ondersteunen we deze werking met de aankoop van kledij, oefenmateriaal en het ter beschikking stellen van lokalen en voertuigen,” aldus Majoor Kristof Dorné, zonecommandant brandweer Westhoek. “Brandweer Westhoek is uitermate trots op zijn jeugdwerking. Hier worden de brandweerlieden van morgen getraind. De ideale kweekvijver voor nieuw brandweertalent en een zekere garantie van personeelsinstroom. Dit is een belangrijke schakel in onze zoektocht naar nieuwe brandweervrijwilligers”

40
Bron: Brandweer Westhoek

WAAROM EEN JEUGDBRANDWEER?

Technische ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op. Nieuwe taken dienen zich aan. De nood aan nieuwe brandweervrijwilligers is hoog.

Bij een jeugdkorps worden jongens en meisjes van 12 jaar tot 18 jaar op een speelse manier ingewerkt in het brandweergebeuren. Het zijn jonge mensen die op één of andere manier belangstelling tonen in de brandweer. dit kan zijn op een demonstratie of op een opendeurdag, maar ook omdat een familielid bij de actieve brandweer is. Deze belangstelling wordt bij de jeugdbrandweer verder uitgebouwd en uitgediept. Naast de technische opleiding wordt er ook aandacht besteed aan waarden zoals met elkaar samenwerken, elkaar helpen, respect hebben voor een ander, van elkaar leren enz …, en dit gericht op de toekomstige brandweertaken.

De jongelui zijn gedurende een zestal jaar lid van de jeugdbrandweer, waardoor ze heel wat ervaring en kennis opdoen over alle facetten van de brandweer. Hierdoor kunnen ze snel voor zichzelf uitmaken of de brandweer wel iets voor hen is, of juist niet. Daarnaast kunnen de instructeurs hen bijstaan bij hun keuze en de aanwervingsprocedure van de hulpverleningszone.

41
Ook de jeugdbrandweer van Lehrte (Duitsland) was aanwezig.
Software met een hart voor hulpverleningsdiensten WWW.ABIWARE.BE FUTURE PROOF ERUTUF FOORP

PYROLYSE

degusteren en genieten onder brandweervrienden

Brandweerpost Aalter, in Oost-Vlaanderen, maakt deel uit van de hulpverleningszone Meetjesland. De post telt een 65-tal brandweerlieden. Beroeps en vrijwilligers werken hier in harmonie samen om de veiligheid in de landelijke gemeente van bijna 30.000 inwoners te verzekeren.

VRIENDENKRING

Naast het operationele van de brandweer zijn ook de groepssfeer en de kameraadschap heel belangrijk. De Vriendenkring Brandweer Aalter vzw, die instaat voor de sociale werking na en buiten de hulpverleningsinterventies, heeft als doel de gedrevenheid en het broederschap extra te ondersteunen.

In Aalter hebben we niet zomaar een kantine, maar nog een échte en gezellige bar om na de interventies en oefeningen nog even na te praten. Een bar die vorig jaar trouwens helemaal werd gerenoveerd en heringericht door de Vriendenkring om deze unieke, aangename setting te creëren. Een kader om de sfeer en collegialiteit te bevorderen. Na elke interventie krijgen onze leden een gratis drankje. Dit zorgt ervoor dat onze vrijwilligers na de interventie nog even blijven hangen, wat een perfecte gelegenheid is voor een informele debriefing. De moeilijke Covid-periode heeft ons geleerd hoe belangrijk het is om terug samen te komen.

“PYROLYSE”

Om die kracht en verbondenheid onder de brandweerlui nog meer uit te drukken, lieten wij met de Vriendenkring een eigen biertje brouwen, “Pyrolyse”. Een echt brandweerbiertje, een lekkere blonde tripel, geserveerd door en voor brandweerlieden. Ter introductie ontvingen begin dit jaar alle leden van onze Vriendenkring een setje “Pyrolyse” en een gepersonaliseerd “Pyrolyse” glas, van de Vriendenkring, als nieuwjaarsgeschenk. En zo was de “Pyrolyse” meteen gelanceerd. Dit initiatief is op korte tijd uitgegroeid tot een groot succes. Het de-

gusteren en genieten van een speciaalbier wordt nog leuker onder brandweervrienden. Een genietmoment in onze gezellige bar, na de dienst of na de oefeningen, of bij de vrijwilligers na de interventie. Of gewoon op zondagmiddag, want elke zondagmiddag tussen 10:30 u en 13:00 u gaat onze bar open voor een gezellig samenzijn. Geen wonder dus dat ook naburige korpsen en vrienden van de brandweerfamilie van dit biertje willen meegenieten. De “Pyrolyse” staat symbool voor die verbondenheid, de brandweer, één familie.

DAG VAN DE HULPDIENSTEN

Vijfjaarlijks organiseert de Vriendenkring de “Dag van de Hulpdiensten”. Op zondag 18 september verwachten we in Aalter meer dan 10.000 bezoekers en laten we ook dit brede bezoekerspubliek kennismaken met alle disciplines. Heli’s, speciale voertuigen en eenheden, oud en nieuw materiaal, kinderanimatie, … Kortom, voor elk wat wils.

Uiteraard kan ook ons “Pyrolyse” biertje hier niet ontbreken. Zin om ons biertje eens te proeven of op zoek naar de perfecte gezinsuitstap? Noteer deze datum dan zeker in je agenda!

43

Nieuw: ‘Reanimatie van de brandweerman’

INLEIDING

Net voor de Covid-periode is er in de lijst van attestopleidingen een nieuwe opmerkelijke opleiding bijgekomen. Een opleiding van 3 uur die de cursisten voorbereidt om hun collega-brandweerman in volledige uitrusting te kunnen reanimeren.

Tijdens de opleiding wordt duidelijk gemaakt waarom een brandweerman meer risico heeft op hartproblemen tijdens en ná een zware brandinterventie. De oorzaken en risico’s hiervan worden toegelicht.

In het 2-uur praktijkgedeelte wordt de procedure van BWMCPR uitvoerig aangeleerd en worden de cursisten fysiek uitgedaagd aan de hand van verschillende scenario’s. In de opleiding komen ook 2 nieuwe evacuatiemethoden aan bod om een collega-brandweerman, op een eenvoudige manier, vlot naar buiten te krijgen.

BRANDWEERMAN EN HARTPROBLEMEN

De grootste doodsoorzaak van brandweerlui in actie is niet ‘verbranden’, maar wel een ‘hartinfarct’.

Eén van de technieken om een brandweerman in hittestress snel af te koelen: ventilator + sproeistraal

Af en toe zien we in de media berichten verschijnen over het onverwacht overlijden van een brandweerman door hartfalen. Velen onder ons maken hierbij niet de connectie dat dit weleens zou kunnen te maken hebben met het risico van het vak.

Verschillende internationale studies bewijzen dit nu ook.

Deze studies tonen aan dat er in het lichaam van de brandweerman fysiologisch zo veel processen opstarten dat hij 10 tot 100 keer meer kans maakt op een acute hartaanval, dit in vergelijking met een niet-dringende taak binnen zijn beroep.

Om deze fysiologische processen te bewijzen, werden verschillende brandweermannen aan medische studies onderworpen.

DE KOPLOPER: VERENIGDE STATEN

De koploper in het bijhouden van gegevens is de Verenigde Staten. Voor hun officiële cijfers kunnen zij rekenen op twee federale agentschappen die werken onder binnenlandse zaken en veiligheid (Homeland Security):

• USFA (United States Fire Administration)

• NFFF (National Fallen Firefighters Foundation)

De U.S. Fire Administration is het leidende federale agentschap voor het verzamelen van brandgegevens, openbare brandeducatie, brandonderzoek en brandweertraining.

Beide instanties houden nauwgezet alle gegevens bij omtrent oorzaken van overlijden bij hun brandweerpersoneel. USFA brengt jaarlijks een uitgebreid rapport uit over het aantal overleden brandweermannen, de oorzaken en omstandigheden van hun overlijden. Ook in deze gegevens zien we dat het grootste deel wordt ingenomen door hartfalen/stress/ overmatige inspanning.

HITTE EN STRESS

De combinatie van verschillende factoren die optreden tijdens een zware interventie zorgen ervoor dat er zich een pathogeen mechanisme ontwikkelt in het lichaam. Reeds bij

44
BWM-CPR

Evacuatietechniek: Gebruik makend van de eigen heupgordel kan men vrij effectief en snel de collega naar buiten sleuren. De handen zijn vrij om deuren te openen of om zelf steun te hebben.

het aankleden, treedt een verhoging op van de lichaamstemperatuur en het hartritme.

De hoge temperaturen binnenin het interventiepak en de daaropvolgende wijzigingen in het bloed spelen een grote rol. Bloedanalyses bij brandweermannen tonen een toename van de neiging tot klontervorming, een verminderde elasticiteit van de bloedvaten en opkomende schade aan de hartspier. De studies tonen ook aan dat, bij relatief jonge gezonde brandweermannen, er een verhoogd risico is op een trombose en dit tot zelfs 2,5 uur na de voltooiing van een zware brandbestrijdingsactiviteit.

Dit verklaart voor sommige gevallen het plotse optreden van een hartstilstand van brandweermannen een hele tijd na een zware interventie.

HITTE-UITPUTTING EN HITTEBEROERTE

In de opleiding wordt uitvoerig aandacht besteed aan deze twee fenomenen omdat zij levensbedreigend kunnen zijn als zij de gelegenheid krijgen tot progressie.

Deze hittestressfenomenen kunnen zich ook ontwikkelen bij trainingen (bv. CFBT-brandsimulatie-containers). Bij een training/simulatie weten de deelnemers dat er veel minder onverwachte gevaren zijn. Voor brandweermannen de reden om fysiek eens wat harder te gaan dan normaal. Dit in combinatie met cardiovasculaire risico’s is een dodelijke mix.

Vooral de technieken om een collega-brandweerman actief te gaan koelen komen aan bod.

De oorzaken van overlijden bij deze hittefenomenen liggen vooral aan een foute diagnose, het uitstellen van een behandeling of het toepassen van inefficiënte afkoelingstechnieken.

De doelstelling om de kerntemperatuur binnen de 30 minuten onder de 40°C te krijgen is cruciaal. Dit is het “gouden halfuur” voor de behandeling van een hitteberoerte en moet gezien worden als de standaard waaraan de totale lichaamskoeling moet voldoen.

NOXIOUS AROUSAL

Vrij vertaald: schadelijke opwinding.

In een studie werden gezonde personen voorzien van een holter voor 24u-hart-monitoring. Deze personen ’s nachts abrupt wekken met een alarm, zoals brandweermannen bij wie de bieper/pager afgaat, zorgde voor een repolarisatie van de hartspier waardoor er een negatieve T-top op het EKG te zien was.

Een negatieve T-top of T-golf-inversie kan wijzen op een periode van ischemie van de hartspier.

Bij brandweermannen manifesteert zich dit duidelijk omdat zij reageren op hun pager met een “fight-or-flight”-reactie.

45

Het plotseling gewekt worden met een alarm geeft 5 tot 7 keer meer kans op het ontstaan van een hartziekte.

PROCEDURE BWM-CPR

Deze doelstellingen staan voorop:

1) Het zo snel mogelijk starten van de hartmassages.

2) De brandweerman ontdoen van zijn volledige uitrusting zonder de hartmassages te onderbreken.

Deze doelstellingen bereiken kan alleen indien er een procedure bestaat en indien de collega’s er goed op getraind zijn. Momenteel zal een bewusteloze brandweerman enkel behandeld worden in chaos en met een ongestructureerde hulpverlening waardoor de overlevingskans van de collega-brandweerman minimaal is. De evacuatie van de collega-brandweerman op zich zorgt reeds voor heel wat tijdverlies.

Deze procedure is ontwikkeld om het tijdverlies door de brandweerman te moeten ontdoen van zijn PBM tot een minimum te beperken en zo zijn overlevingskans te verhogen. De overlevingskans verhoogt ook enkel indien iedereen zijn taak kent binnen de procedure en indien de andere disciplines reeds klaarstaan om de reanimatie over te nemen.

Om de procedure vlot te laten lopen moeten we minstens met 4 brandweermannen zijn; rekening houdend dat er

misschien al 2 van de collega’s fysiek uitgeput zijn door het slachtoffer naar buiten te moeten sleuren.

Om voorbereid te zijn is er maar één regel: oefenen, oefenen, oefenen!

BRONNEN

1. NIOSH. Fire Fighter Fatality Investigation and Prevention Program. https://www.cdc.gov/niosh/fire/

2. Yang J, et al. Sudden cardiac death among firefighters ≤45 years of age in the United States. Am J Cardiol 2013; 112:1962-1976.

3. Smith DL, Barr DA, Kales SN. Extreme sacrifice: sudden cardiac death in the US Fire Service. Ex Phisiol Med 2013; 2:6.

4. Dweck MR, et al. Noxious arousal induces T-wave changes in healthy subjects. J Electrocardiol 2006; 39:324-330.

5. Smith DL, et al. Clotting and fibrinolytic changes after firefighting activities. Med Sci Sports Exerc 2014; 46(3):448-454.

6. AHAJournals.Fire Simulation and Cardiovascular Health in Firefighters2017.Circulation. 2017;135:1284-1295

MEER INFO

Robby Schets

Brandweerman/verpleegkundige BBT Zone Vlaams Brabant West (ZVBW) Robby.schets@zvbw.be

Voor de reanimatie van een brandweerman met alle PBM, zijn minstens 4 personen nodig.

46

DE ONTMOETINGSPLAATS VOOR ECHTE HELDEN: INTERSCHUTZ

20-25 JUNI 2022

Op zoek naar een totaaloverzicht van de sector? Dan is een bezoek aan INTERSCHUTZ een must! De wereldbeurs voor brandweer- en reddingsdiensten, civiele bescherming, veiligheid en beveiliging vindt plaats van 20 tot en met 25 juni 2022 in Hannover, Duitsland.

INTERSCHUTZ toont oplossingen en producten, biedt antwoorden en opportuniteiten om te praten met experts. Maar de vakbeurs is meer dan alleen zakendoen. Op INTERSCHUTZ is ook plaats voor emoties, passie en samenzijn. Het is de ontmoetingsplaats voor iedereen die levens redt, rampen voorkomt en er staat in tijden van nood.

Bestel uw ticket vooraf op www.globalfairs.com/tickets/interschutz-2022/ Een dagkaart is beschikbaar aan € 24,00 en een doorlopend ticket aan € 54,00.

REDDINGSDIENSTEN

Van ambulances en brancards, medische technologieën, eerste hulpgoederen en ontsmettingsmiddelen tot technologie voor controlecentra, IT-systemen en -diensten. INTERSCHUTZ brengt een uitgebreid aanbod voor spoedgevallenartsen, paramedici, dienstverlenende organisaties en patiëntenvervoerbedrijven. Ga in gesprek met deskundigen en test ter plaatste nieuwe technologieën uit!

BESCHERMINGSUITRUSTINGEN

De vraag naar Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) wordt alsmaar groter. INTERSCHUTZ biedt een breed assortiment voor alle toepassingen: van slim textiel tot geïntegreerde communicatie voor brandveiligheid, reddingsdiensten en civiele bescherming.

COMMUNICATIE EN OPLOSSINGEN VOOR CONTROLECENTRA

CIVIELE BESCHERMING

INTERSCHUTZ toont voertuigen en uitrustingen voor voertuigen, technische ondersteuning en rampenbestrijding. De vakbeurs brengt organisaties samen die betrokken zijn bij civiele bescherming. Ze krijgen de kans om huidige uitdagingen en strategieën te bespreken op één van de vele events zoals het tweedaagse “Crisis Prevention Symposium” of de topbijeenkomst voor reddingsdiensten en civiele bescherming.

BRANDBESTRIJDING EN -BESCHERMING

Brandweerkorpsen wereldwijd krijgen te maken met nieuwe gevaren. Grootschalige noodsituaties door bijvoorbeeld natuurrampen, vragen een nauwere samenwerking tussen de betrokken partijen op vlak van beheer en communicatie. Brandbestrijding is ook synoniem met voertuigen, spannende actie en uitstekende prestaties door mens en technologie. Op INTERSCHUTZ ervaart u dit vanop de eerste rij! Parallel met de vakbeurs vindt ook de 29ste “German Fire Service Day” plaats. Voor brandweerlui is dit het ideale moment om beide events in één keer te bezoeken.

Het aantal megasteden blijft toenemen. Maar wat is de invloed van deze trend op de civiele bescherming? Dit nieuwe thema van INTERSCHUTZ presenteert innovatieve digitale oplossingen die de interactie tussen de verschillende hulpen reddingsdiensten bevorderen.

Voor meer informatie surft u naar www.interschutz.de of neemt u contact op met de vertegenwoordiging:

Global Fairs

+32 16 73 45 51 • info@global-fairs.com www.global-fairs.com

Brandweervereniging Vlaanderen mag van INTERSCHUTz 2 VIP kaarten wegschenken. Wil je kans maken? Surf dan snel naar www.brandweervlaanderen.be

PUBLIREPORTAGE

TIPS & TRICKS AMBULANCE

In deze rubriek stellen we een nieuwe tip of trick voor die je als hulpverlener-ambulancier kan toepassen. Het gaat om kleine handigheidjes die je niet meteen leert in de opleiding. Ze komen tot stand door jarenlange ervaring van collega’s.

Tip om een reddingsdeken aan te brengen op een liggend slachtoffer.

49
Auteur: Juan Herrero, HVZ Fluvia - Post Kortrijk 2. Hoofd in MILS. 3. Knoop maken op de hoek van het reddingsdeken. 4. Draaien in blok rol. Knoop onder het hoofd door schuiven. 5. Benen en armen kruisen indien mogelijk. 6. Het reddingsdeken overal mooi onder schuiven. 7. Overname van de MILS (manual in line stabilisation) via jukbeenderen en kruin en het reddingsdeken mooi rond het gelaat laten aansluiten.
6 7 8 2 4 5
8. Terug de overname doen van de MILS. Het slachtoffer verliest de meeste warmte via het hoofd!
1 3
1. Welk type reddingsdeken gebruik je? Sommige fabrikanten vragen de gele kant naar binnen en andere vragen dan weer de gele kant naar buiten.

Vooraleer de MUGheli te benaderen vraag je best visueel toestemming aan de piloot. De piloot kan je enkel zien in een cirkel van 180 graden voor het toestel.

DE MUG-HELI IN DE KIJKER

Het moet niet altijd een brandweervoertuig zijn. De MUG-heli redt bijvoorbeeld jaarlijks 40 levens dus verdienen deze helden ook eens een plaatsje in dit vakblad. We kregen dan ook de kans om een interview af te nemen met Dr. Nicolas Müller de verantwoordelijke van de MUG-heli en één van de piloten Danny Plaisir die ons informeerden hoe we optimaal kunnen samenwerken.

HET AANTAL INTERVENTIES PER JAAR, AANTAL LEVENSREDDENDE HANDELINGEN

Al jaar en dag doen we rond de 700 interventies per jaar en dit van zonsopgang tot zonsondergang met dien verstande dat we nooit voor 08.00 en nooit na 20.30 operationeel zijn. Op enkele interhospitaal vluchten na worden alle missies uitgevoerd op vraag van de NC112 uit West- en Oost-Vlaanderen. Een 10-tal keer jaar zijn er grensoverschrijdende interventies in Nederland. De meeste interventies gebeuren in een straal van 30 kilometer rond Brugge. Vaak worden we ingezet in regio’s waar de grond MUG al op interventie is.

Aanrijtijden vanuit een ander MUG-interventiegebied zouden dan bijzonder lang zijn terwijl wij wel binnen de 15 minuten een interventiegebied met een actieradius van 45 km dekken.

Onze analyses tonen reeds lange tijd aan dat we door onze inzet ongeveer 40 levens per jaar redden. Ook onze broeders uit Bra-sur-Lienne leggen dezelfde levensreddende cijfers voor.

HOE KAN DE BRANDWEER TIJDENS

EEN INTERVENTIE MET DE MUG-HELI SAMENWERKEN?

Wij krijgen het adres door van de NC112 en vinden onze weg via een tool die luchtvaartcartografie en grondcartografie combineert. De piloot beslist autonoom waar hij bij een interventie de MUG-heli neerzet. De keuze van een landingsplaats kan wel via de radio aan ons gesuggereerd worden. Meestal ligt die heel dicht bij de interventieplaats. Brandweer- en ambulancediensten zijn begrijpelijk enthousiast als

50

er een helikopter landt. Toch vragen wij op afstand te blijven en te zorgen dat niemand deze zone kan betreden. Bij het inladen van een patiënt in de helikopter vragen wij de brandweer onze richtlijnen strikt na te leven. We hebben een goed uitgewerkte inlaadprocedure ontwikkeld. Wat aan de staart van de heli op een hendel lijkt, is een heel dure antenne. Daarom dienen de aanwijzingen van de piloot en/of de verpleegkundige strikt opgevolgd te worden. Ook de ziekenwagen mag niet dichter dan 25 meter van de helikopter komen. Onze grote angst is dat de ziekenwagen de wieken van de helikopter raakt. hoe onwaarschijnlijk dit ook lijkt, toch is het bij de vorige helikopter wel eens gebeurd.

Volg bij het assisteren van het laden van een patient steeds de richtlijnen strikt op, met aandacht voor breekbare elementen.

als bijvoorbeeld de ambulance. Eenmaal geland is het aan te raden voor de veiligheid te wachten tot je toestemming krijgt om het toestel te naderen. De piloot ziet je enkel in een straal van 180 graden voor het toestel. Wacht dus steeds tot je een visuele bevestiging krijgt.

EEN VOLLEDIG NIEUW TOESTEL, VLOTTER TRANSPORT VAN DE PATIËNT

Iedereen denkt dat het nieuwe toestel groter is dan het vorige maar dat is niet zo. De uiterlijke afmetingen zijn op enkele centimeter na dezelfde. De opbouw van het toestel is wel totaal anders waardoor de binnenruimte veel groter en ruimer is. Waar voordien een patiënt via de lucht vervoeren niet zo evident was, kan dit nu veel vlotter. Zo komt de patiënt sneller in het voor hem/haar meest aangepaste ziekenhuis. Door de grotere ruimte kan ook - zo nodig - tijdens de vlucht aan de patiënt gewerkt worden.

Vooraf kan de brandweer de veiligheid waarborgen door eens rond te kijken of er geen losse voorwerpen en bv. stukken gravel op deze landingsplaats liggen die kunnen opwaaien. De piloot zal meestal niet meteen landen maar vooraf even de landingsplaats verkennen. Hij schat de grootte van de landingsplaats in aan de hand van een referentiepunt, zo-

WAAROM WIT EN NIET GEEL ZOALS AMBULANCES?

De financiering van het MUG-heli 2.0 project gebeurt door de provincie West-Vlaanderen, steden en gemeenten uit

51
De brandweer kan de landingsplaats vooraf vrijmaken en beveiligen tijdens de interventie. © Mathieu Vandermeeren - Brandweer Westhoek.

onze interventieregio en private sponsoring die allemaal een steentje bijdragen aan het solidariteitsfonds van onze vzw. Er is geen enkele structurele input van de federale overheid. Het herschilderen van een helikopter is bovendien heel duur. Zolang we geen structurele subsidie van de bevoegde federale overheid krijgen, zal de vzw zelf beslissen hoe de helikopter eruit ziet. Ook burgers dragen hun steentje bij via onze Stichting MUG-heli. Hoe dit kan, kan je via de website stichtingmugheli.webnode.be bekijken.

IS DE UITRUSTING DEZELFDE ALS IN ZOALS IN DE AMBULANCES?

De wetgeving legt zowel de opleiding van het personeel als de uitrusting van een MUG vast. Er is dus weinig verschil tussen de uitrusting van een MUG-auto en de onze. Met de nieuwe helikopter kunnen we uiteraard iets meer materiaal meenemen. We bestuderen de mogelijkheden om naast het klassieke materiaal bvb. een ECMO-toestel op interventies mee te nemen, maar zover zijn we nog niet.

ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES

Het toestel is een EC135 T1, al jaar en dag eigendom van de SAF waar het voorheen ook al voor de dringende geneeskundige hulpverlening ingezet werd in Frankrijk. Het toestel heeft een opstarttijd van 3 minuten en vliegt gemiddeld aan 3.5 km/min. Nachtvluchten worden niet uitgevoerd. De mo-

Interventie zondag 27/03/2022

toren zijn krachtiger waardoor de heli iets sneller vliegt dan de vorige. Ook de opstarttijd is korter. Toch behouden we dezelfde inzetcriteria bij de NC112. Na een jaar maken we een nieuwe evaluatie op om te zien of aanpassingen dienen gesuggereerd te worden. Patiënten worden via een achterdeur ingeladen.

DE BEMANNING

Er zijn 5 piloten in dienst en er wordt over nagedacht om tijdens of na de zomervakantie een zesde in dienst te nemen. Verpleegkundigen kregen een week lang een bijkomende luchtvaartopleiding tot “technical crew member” waardoor de veiligheid van de interventies nog beter gegarandeerd wordt. Het nieuwe toestel is zo opgebouwd dat de verpleegkundige altijd naast de piloot zit. Hun taak bestaat er in tijdens de heenvlucht de piloot te assisteren. Zo de toestand van de patiënt het toelaat - wat in de meeste gevallen wel zo is - doen ze dat ook de terugweg. Bij het vorige toestel werden ongeveer 40 verpleegkundigen ingezet. De exposure van minimaal 3 interventies per maand is belangrijk om expertise op luchtvaarttechnisch vlak te behouden. Daarom werd het aantal inzetbare verpleegkundigen op de helikopter tot 20 herleid.

Met dank aan Dr Nicolas Müller, Piloot Danny Plaisir en Piloot Gert Neels

WANNEER EEN MUG VIA DE LUCHT HET VERSCHIL KAN MAKEN …

In de zo goed als stilstaande file richting binnenland was er op de E40 een kind bewusteloos en stuipend in de auto van de ouders. De noodcentrale 112 vroeg de ouders om een fluo hesje uit de auto te hangen als herkenningspunt voor de heli en na amper 5 minuten landden wij in een weide naast de pechstrook waar de auto in kwestie stond. De stuipen waren nog steeds bezig, we legden het driejarige meisje in de koffer van de break zodat wij aan de slag konden gaan. Er werd een snel klinisch onderzoek gedaan, een intraveneuze toegangsweg geplaatst en medicatie toegediend om de convulsies te stoppen, dit om eventuele hersenschade tot een minimum te beperken. Elke minuut die hier gewonnen wordt, kan een verschil maken in de genezing. Vitale parameters werden gemonitord en gezien de aanhoudende stuipen werd een tweede medicament opgestart. Op dit moment kwamen pas de eerste hulpdiensten via de weg toe.

Het kind bleef stabiel maar klaarde niet op. Een dringend transport naar een aangepast ziekenhuis drong zich op. Er werd voor evacuatie via de lucht gekozen omdat dit veel sneller ging verlopen dan via de toen zeer drukke weg. De 23 kilometer afstand naar het ziekenhuis werd afgelegd in 6 minuten.

Auteur is Gert Neels, MUG-heli VPK, die de interventie mee uitvoerde.

52
53
Foto’s: Frank Meurisse

 Betrouwbaar

 Veilig

 Gebruiksgemak

 Nieuwste technologie

 Gunstige operationele kosten

 Makkelijk op te bouwen

 Duurzaam

Een Investering in een brandweerauto is een ingrijpende beslissing. Een brandweerauto gaat vele jaren mee en daarom is het ook een investering in de toekomst. Scania begrijpt dat als geen ander en biedt vandaag al de technologie en het rendement die morgen het verschil gaan maken. Scania – een veilige investering.

www.scania.be

 Inzetbaarheid

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.