4 minute read

JUBILEREND LICHTBAKEN de Noordwijkse vuurtoren

100 Jaar

WIE BEGIN DIT JAAR AFSTEMDE OP NPO 1 OM DE SERIE DE STAMHOUDER TE VOLGEN, WERD VERRAST DOOR BEELDEN VAN HET NOORDWIJKSE VUURTORENPLEIN MET KERMISATTRACTIES UIT DE JAREN ZESTIG, EEN HEUSE VINTAGETELEFOONCEL EN UITERAARD DE ‘JARIGE’ VUURTOREN ALS EYECATCHER. OPLETTENDE ZEEËRS TROKKEN WEL HUN WENKBRAUWEN OP: NOORDWIJK WERD IN DE SERIE MET ‘SCHEVENINGEN’ AANGEDUID. TSS…

Advertisement

Vuurtorens vormen stille getuigen van de rijke, maritieme geschiedenis van Nederland. Want ondanks de relatief korte kustlijn van ons land, liggen we aan een van ’s werelds drukst bevaren wateren. Om de kust op grote afstand vanaf zee te kunnen verkennen, werden er sinds de 19de eeuw imposante vuurtorens gebouwd. Ook Noordwijk kreeg haar eigen vuurtoren, die in 1923 werd voltooid. Maar al eeuwen daarvoor, met de vroegste beschrijving uit 1444, diende het dorp als oriëntatiepunt voor de lokale vissers.

De kerk van Noordwijk nam het besluit om een permanente vuurboet te creëren, een vuurbron om de vissers op zee te begeleiden. Hoewel verschillende vuurboeten in 1716 en 1811 afbrandden, werden ze telkens herbouwd. Vuurboetmeesters waren verantwoordelijk voor het toezicht, reparaties en de aanschaf van kolen. Een speciaal aangenomen vuurboetstoker zorgde ervoor dat het vuur altijd bleef branden. In 1852 werden de relatief primitieve constructies vervangen door een stenen visserslicht met een groot stilstaand lamplicht. Dit vuur werd alleen ontstoken als er vissers op zee waren. In 1913 verdween de laatste vissersschuit uit Noordwijk en werd de seinpost gedoofd en afgebroken.

UNIEKE GLAZEN KOEPEL

De huidige vorm van de Noordwijkse vuurtoren werd in 1921 ontworpen door architect Otto Jelsma (1882-1965), die ook verantwoordelijk was voor het ontwerp van de vuurtoren van Harlingen. Het werd een vierkante toren van gewapend beton, afgewerkt met donkergetinte Friese gevelstenen. De bouw werd uitgevoerd door de firma Van Splunder & Zn, terwijl IJzergieterij Penn & Bauduin uit Dordrecht het lichthuis vervaardigde en plaatste. De speciale trommel-lens voor het glazen huis werd geïmporteerd uit Parijs. In 1923 werd het licht voor het eerst ontstoken en afgezien van de periode tijdens de Tweede Wereldoorlog brandt het nog steeds. Het kenmerkende lichtkarakter van Noordwijk bestaat uit een groep van drie onderbrekingen, elke twintig seconden.

De glazen koepel diende niet alleen als kustlicht, maar ook als luchtvaartlicht, omdat het luchtverkeer voor de Tweede Wereldoorlog duidelijke verlichting op de grond nodig had. Na de oorlog was luchtvaartverlichting niet meer nodig vanwege de opkomst van radionavigatie. De glazen koepels op de vele vuurtorens in Nederland werden in de loop der jaren verwijderd, met uitzondering van die van Noordwijk. Dit maakt de Noordwijkse vuurtoren extra interessant als maritiem erfgoed.

Landmark

De nu helder wit gepleisterde vuurtoren was tot 1932 donker van uitstraling. ‘Er moeten nog wel enkele Noordwijkers zijn die deze metamorfose uit hun geheugen kunnen opdiepen,’ vertelt Rick van der Niet, sinds 2019 een van de

Uit het LeidschDagblad van 4 juli 1922: ‘Met den bouw van den vuurtoren alhier heeft men reeds een flinke hoogte bereikt. De toren is geplaatst aan het eind van den Noord-Boulevard, waar vroeger de seinpost van de kustwacht was gevestigd. En aan welk deel van het strand de laatste jaren nogal eens een schip strandde. Hopen wij dat het waarschuwende licht zal kunnen branden, voordat de ontembare elementen, water en wind, hun woede zullen ontketenen.’ zestien vrijwillige beheerders van de vuurtoren. Met soepele stappen rent hij de 108 treden naar boven om mij het geweldige zicht te laten zien vanaf de top. Het is helaas wat mistig, maar het uitzicht moet fenomenaal zijn bij helder weer. ‘Het uitkijklokaal, de zogenaamde puist aan de toren die in 1953 werd geplaatst, is een aluminium uitbouw voorzien van ramen. Noordwijk aan Zee werd toen kustwachtstation, een post die door drie man werd bemand. Eerder was het de taak van maar één persoon,’ vertelt hij. In wisseldiensten zijn vuurtorenwachters van 1953 tot 1986 actief geweest. Dirk van Dee kwam in 1953 als Hoofd Kustlichtwachter op de toren met Kustlichtwachter Hans Aartse die in wisseldiensten werkte met Jan Lindhout. Automatisering eind jaren zeventig zorgde ervoor dat in 1986 de vuurtoren niet meer bemand hoefde te worden. Het is nu een rijksmonument en geopend voor bezoek. En daar wordt gretig gebruik van gemaakt.

Vuurtorengekkies

Hoewel hij zichzelf niet als een ‘vuurtorengekkie’ beschouwt (een officiële term voor mensen die proberen alle vuurtorens van Nederland, Europa of de wereld te bezoeken), is Rick van der Niet trots op het feit dat na zeven jaar onderhandelen met Rijkswaterstaat de vuurtoren in 2019 eindelijk toegankelijk werd gemaakt voor bezoekers.

‘We ontvangen meer dan 5.000 bezoekers per jaar. Een unieke ervaring is dat je een aanvraag kunt indienen om de vlag te laten hijsen voor een jarige op de toren. Hier hebben we mooie reacties op gezien op sociale media.

De vuurtoren leeft nog steeds, en op zomerse zondagen moeten we de bezoekersaantallen goed stroomlijnen.

Ondanks het feit dat de scheepvaart tegenwoordig navigeert met behulp van satellieten, functioneert de vuurtoren nog steeds als verkenningslicht voor de kustvaart.’

De laatste lichtkustwachter

Van 1966 tot de sluiting van de vuurtoren in 1986 was Hans Aartse (1940) de laatste actieve lichtkustwachter. Met een brede grijns laat hij weten dat het belangrijkste aspect van zijn werk was om ‘niet in slaap te vallen tijdens zijn nachtdiensten’. ‘Ik was banketbakker in Noordwijk en wel gewend aan nachtelijk werk. Via via hoorde ik dat er een plek op de vuurtoren vrijkwam. De arbeidsvoorwaarden waren, voor die tijd zeker, enorm goed.’ Tijdens zijn twintig jaar op de toren waren er vier strandingen, maar niets ernstigs, slechts garnalenvissers die vastzaten op een zandbank. De meest intense gebeurtenis was de stranding van het schip King David in november 1970, tijdens een zware storm. Ook dit liep goed af dankzij doortastend optreden van de reddingsbrigade. ‘Het uitzicht was natuurlijk geweldig, en ik voelde me een soort derde oog van de politie tijdens opstootjes. Niemand kon zien dat er boven in die toren een mannetje zat dat alles in de gaten hield,’ zegt Hans, terwijl hij glunderend terugdenkt aan die tijd.

This article is from: