2 minute read

TEVREDEN MENS

Next Article
COLOFON HET TEAM

COLOFON HET TEAM

Dat een ‘groen hart’ niet in je genen hoeft te zitten, bewijst kweker Robbert van der Zwart. De jonge ondernemer, wiens ouders niet uit de groene sector komen, teelt op zes hectare twintig soorten vaste planten, waarvan de achillea (duizendblad) de hoofdmoot vormt.

Robbert van der Zwart (30) heeft zijn plek helemaal gevonden in de agrarische sector en is op een rustige manier aan het doorgroeien. Hij vertelt: ‘De planten zijn het uitgangsmateriaal waar het allemaal mee begint. In de winter worden ze in meerdere delen gesplitst en zo klaargemaakt voor de exporteurs. Vandaar gaan ze de hele wereld over. Ik heb inmiddels een grote klantenkring opgebouwd.’ In de zomer, als de planten bloeien, worden de bloemen gesneden en naar Flora Holland gebracht.

Advertisement

GOEDE BOTERHAM

Inmiddels heeft Robbert een prachtig en bloeiend bedrijf.

‘Het afgelopen jaar heb ik een nieuwe locatie gekocht.’ Hij kan drie fulltimers, inclusief zijn broer, van een goede boterham voorzien. In de zomer, bij de bloemenpluk, komen daar nog zo’n vier uitzendkrachten bij.

Het klinkt als een vlot succesverhaal, maar de geschiedenis begint ruim achttien jaar geleden al. Als twaalfjarige jongen heeft Robbert al bijbaantjes in de bloemen en na de middelbare school gaat hij naar Rijnsburg om daar lessen aan de tuinbouwschool te volgen. Na het behalen van zijn diploma werkt hij bij Kebra in Noordwijkerhout en bij bloembollenkwekerij Van der Slot. ‘Daar werd duidelijk dat mijn passie niet bij de bollen, maar bij de vaste planten lag.’ Op zijn negentiende schrijft Robbert zich in bij de Kamer van Koophandel. ‘Ik huurde een stukje grond van tweehonderd vierkante meter, kocht planten en ben ervoor gegaan.’ De jonge ondernemer groeit langzaam verder. ‘Door de jaren heen leerde ik van mijn fouten, durfde ik onbekende deuren binnen te lopen en nieuwe dingen te proberen. Ik ben niet iemand die snel beren op de weg ziet.’

Paplepel

Robbert is inmiddels vader van Lucas (3) en baby Tess, die het ondernemen met de paplepel ingegoten krijgen. Niet alleen door vader, maar ook door hun moeder

Fanny van den Burg. Zij is de bedrijfsleider van Vakantiepark Duinrust, het park van haar ouders, aan de Randweg in Noordwijk. ‘Daar wonen we ook en dus groeien de kinderen midden in de bedrijvigheid op.’

Robbert en Fanny zijn altijd bezig. ‘Er is altijd iets te doen, ook bijvoorbeeld de boekhouding. Dat geeft soms wel druk, maar zwaar is het niet,’ zegt Robbert tevreden. ‘Ik krijg heel veel energie terug van de zaak en ben er trots op dat anderen kunnen leven van het werken in mijn bedrijf.’

Ambitieus

Robbert houdt ervan om te ondernemen en ambitieus over nieuwe zakelijke mogelijkheden na te denken. ‘Mijn beide ouders zijn er niet meer en hadden ook geen ervaring op dit gebied. Daarom ben ik blij dat ik met mijn schoonouders kan sparren over zakelijke dingen.’ Dat doen ze graag, weet Fanny, de hele familie is immers ondernemend. ‘Mijn broer heeft een camping en een eigen restaurant.’

De jonge ouders, die elkaar overigens leerden kennen op de kermis in Noordwijkerhout, verwachten niet dat ze hun bedrijven ooit zullen combineren. ‘Ik vind mijn passie in mijn eigen vak,’ vertelt Fanny. En Robbert is blij dat hij niet naast zijn bedrijf woont. ‘Want dan ben je altijd aan het werk.’ Samen met hond Blue laat Robbert zijn bedrijf zien. ‘Ik ben een tevreden mens: ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken.’

This article is from: