de
IDEALE LERAAR door Ismaël Moslèh en Bryan Lossie Eindhoven, 24 oktober 2014
h meer weten over een onderwerp? lees dan verder in het
GROTE BOEK
de
IDEALE LERAAR Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool Opleiding Leraar Technische Beroepsonderwijs als onderdeel van het vak CLL Eindhoven, 24 oktober 2014 door Ismaël Moslèh en Bryan Lossie klas 14vtIC
VOORWOORD Aan de lezer, De ideale leraar, wie is dat? Denk maar eens terug aan uw eigen schooltijd en er komt vast en zeker een naam naar boven. Iedereen heeft wel een of leraar die geweldig was. Maar waarom was deze leraar zo geweldig? Wat maakte deze leraar zo speciaal? In dit pocketboekje gaan we opzoek naar het antwoord op deze vragen. Dat doen we door te kijken naar de theorie, maar we gaan ook in gesprek met onze eigen oud leraren. De reden dat wij dit pocketboekje maken is dat wij over een paar jaar ook leraren zijn. Op dit momenten volgen we de opleiding Leraar Technisch Beroepsonderwijs aan de Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool in Eindhoven. En ons doel is straks als we voor de klas staan om de ideale leraar te zijn. Aan het einde van dit boekje hopen we dat we het antwoord hebben gevonden op de vraag: wie of wat is de ideale leraar?
hoe GEBRUIK je het POCKETBOEKJE? Het onderwerp ‘de ideale leraar’ is heel ruim. Er zijn veel onderwerpen met veel theorie en verdieping. In dit pocketboekje hebben we daarom steeds de belangrijkste informatie samengevat met kleine situaties en voorbeelden erbij. Aan de hand van die informatie kan het zijn dat u graag wat meer verdieping wilt lezen over dat onderwerp, dat kan! Onderaan elk hoofdstuk vind je een verwijzing naar het ‘grote boek’. In het grote boek hebben we alle onderwerpen die in het pocketboekje vind verder uitgelegd met meer verdieping.
1
Y
lees het pocketboekje
ERAARK IDEALEGL ROTE BOE de
Moslèh, door Ismaël ie en Bryan Loss
de
Jim Fokkens
IDEALE LER AAR door Ismaël Mos
lèh, Jim Fokkens
en Bryan Lossie
h meer weten over
H
een onderwerp ? lees dan verde r in het
GROTE BOEK
n begin met leze
in het
POCKET BOEKJE
2
Y
heb je een interessant onderwerp gevonden waar je meer over wilt weten?
het lees verder in or o grote boek v en meet theorie info achtergrond
3 Y
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
7 In gesprek met onze oud leraren
11
8 Taken van de leraar
13
9 Omgaan met de leerlingen
14
Hoe gebruik je het pocketboekje? Inhoudsopgave
1 Het Nederlandse onderwijs
1
1.1
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
3
1.2
Middelbaar beroepsonderwijs
3
10 Opbouw van lesstof en leerjaren
15
2 Rollen van de leraar
4
11 Onze visie op de ideale leraar
16
3 LeertheorieĂŤn
5
Slotwoord
Behaviorisme
5
Bronvermelding
3.2 Cognitivisme
5
3.3 Sociaal constructivisme
6
3.4 Connectivisme
6
3.1
4 Het oude en nieuwe leren
7
5 Kennis verwerking
8
6 Werking van het geheugen
9
j 1
het NEDERLANDSE ONDERWIJS door Bryan
hoger algemeen voortgezet onderwijs
Een moeilijk moment voor ieder kind die in groep acht zit, waar ga je heen na de basisschool? In Nederland ga je door naar het voortgezet onderwijs, maar naar welke richting ga je? In dit hoofdstuk gaan we dieper in op het het voortgezet- en het middelbaar beroepsonderwijs. In groep acht mag je een keuze maken, naar welke middelbare school ga je? Maar deze keuze mag je niet zomaar maken, dit hangt namelijk af van een aantal factoren. Zo is het oordeel van je meester of juf belangrijk, ook word er gekeken naar je schoolresultaten. Afhankelijk van al deze factoren ga je naar een middelbare school.
Het havo is meer gericht op theorie. Ook duurt het havo langer dan het vmbo, namelijk vijf jaar. Bij de overgang van leerjaar drie naar vier kies je een profiel. Je kan kiezen uit: natuur en techniek, natuur en gezondheid, economie en maatschappij en cultuur en maatschappij.
wetenschappelijk onderwijs V voorbereidend Het vwo is net zoals het havo meer gericht op theorie.
Hieronder zie je een de verschillende doorstroom mogelijkheden van het voortgezet onderwijs:
Het vwo duurt wel een jaartje langer, namelijk zes jaar. Bij de overgang van leerjaar drie naar vier kies je hier ook een profiel, je kan kiezen uit dezelfde profielen als bij het havo. Het vwo bestaat uit de richtingen atheneum en gymnasium. Daarnaast heb je ook nog de minder bekende richtingen: tweetalig onderwijs (tto), vwotechnasium en vwo-plus.
praktijkonderwijs
voortgezet speciaal onderwijs
Praktijkonderwijs is voor leerlingen waar men van verwacht dat ze geen vmbo diploma kunnen halen. In het praktijkonderwijs worden de leerlingen voorbereid op de arbeidsmarkt. Ook leren de leerlingen praktische vaardigheden in speciale vakken zoals: koken en klussen.
P
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Het vso bied onderwijs aan leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat zij een handicap, chronische ziekte of stoornis hebben. Er zijn vier soorten clusters in het vso. Namelijk cluster 1 blinde en slechtziende, cluster 2 dove en slechthorende, cluster 3 verstandelijk gehandicapte en zieke en cluster 4 stoornissen en gedragsproblemen. Geraadpleegde bron, Het Nederlandse onderwijs . oktober 2014, rijksoverheid.nl/ministeries/ocw
V
Zoals de naam al zegt is het een voorbereidende opleiding op het mbo. Het vmbo duurt vier jaar en is een mix van praktijk en theorie. Verderop meer over het vmbo.
figuur 1; Overzicht van het Nederlandse onderwijs bron, boek ‘De bosatlas van Nederland’ (2008)
1
R
. .
primair onderwijs
speciaal onderwijs
basisschool
vmbo BB basis beroeps
KB kader beroeps
vwo
havo
GL gemengde leerweg
TL theoretische leerweg
atheneum
gymnasium
secundair onderwijs
praktijk onderwijs
mbo niveau 1
niveau 2
niveau 3
niveau 4
tertiair onderwijs
hbo
2
wo
voortgezet speciaal onderwijs
De opleiding leraar technische beroepsonderwijs bereid ons voor om onder andere in het onderwijs les te gaan geven. Twee soorten onderwijs waar we dan kunnen gaan werken zijn het vmbo en het mbo.
j 1.1
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Het vmbo bestaat sinds 1999, en bestaat uit het voormalige mavo (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs) en vbo (voorbereidend beroepsonderwijs). Het vmbo is een combinatie van leren in de praktijk, en leren van de theorie. De afwisseling tussen praktijk en theorie hangt af van het niveau dat je doet. Het vmbo bestaat namelijk uit vier niveaus. Die niveaus zijn: Basis Beroepsgerichte leerweg (bb), Kader Beroepsgerichte leerweg (kb), Gemengde leerweg (gl) en Theoretische leerweg (tl). Bij de richtingen bb en kb is er meer focus op praktijk, bij gl en tl ligt de focus meer bij het theoretische deel.
j 1.2
middelbaar beroepsonderwijs
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) leidt leerlingen op om een bepaald beroep uit te oefenen. Leerlingen met een vmbo-diploma of die 'over zijn' naar havo-4 of vwo-4 kunnen een mbo opleiding doen. De opleidingen op het mbo zijn beroepsgericht, de beroepen variëren van bakker tot sportleraar. Op het mbo heb je vier sectoren, namelijk: economie, landbouw, techniek, dienstverlening, zorg en welzijn. De verschillende opleidingen zijn weer verdeeld onder vier niveaus, in figuur twee zie je de niveaus.
Sinds 2010 is men gericht begonnen met het vernieuwen van het vmbo. Het doel hiervan is om het vmbo duidelijker te maken. Maar ook willen ze de brug tussen het vmbo en het mbo verkleinen. Het doel is om het nieuwe vmbo vanaf augustus 2015 op alle vmbo scholen in Nederland uit te voeren.
niveau 1
assistentenopleiding
0,5 - 1 jaar
niveau 2
basisberoepsopleiding
2 - 3 jaar
niveau 3
vakopleiding
2 - 4 jaar
niveau 4
middenkader
3 - 4 jaar
specialistenopleiding
1 - 2 jaar
tabel 1; niveau’s van het mbo. bron, mbostart.nl
V Op ieder niveau kun je kiezen uit drie leerwegen,
namelijk de beroepsopleidende leerweg (bol), de beroeps-begeleidende leerweg (bbl) en de gecombineerde leerweg (een combinatie van de opleidende en begeleidende leerwegen). Geraadpleegde bron 1.2, Het middelbaar beroepsonderwijs . oktober 2014, mbostart.nl rwijs? meer lezen over het Nederlandse onde 00 ijde bladz check het grote boek
3
j 2
ROLLEN van de LERAAR door Bryan
pedagoog
Als leraar kun je op verschillende manieren de lesstof overbrengen aan je leerlingen. Je neemt dan een rol aan. In dit hoofdstuk bespreken we de vijf belangrijkste rollen van de leraar.
P
gastheer
houdt orde en zorgt voor de werksfeer De leerling voel zich veilig en gewaardeerd zodat hij aan leren toekomt. De pedagoog is duidelijk in het hanteren van regels. De pedagoog is is gericht op het gedrag, en benoemd het gedrag dat behaald moet worden. Ook uit de pedagoog waardering als leerlingen het gedrag herstellen. De manier waarop de pedagoog praat is rustig, kalm en op een normale toon.
stemt af De gastheer legt verbaal en non-verbaal contact met de leerlingen. Ook is de gastheer is zelfverzekerd, loop rond en gaat gesprekjes aan. De gastheer is op tijd in de les en stemt zijn les af op wat de leerling bezighoudt.
P
afsluiter
alle rollen komen samen, afscheid nemen van elkaar De leerling weet hoe de les paste in het geheel, kan door goede afsluiting richten op de volgend les, heeft voldoende informatie/ gereedschappen/zelfvertrouwen om huiswerk te kunnen maken. De afsluiter neemt de tijd om de les af te sluiten, dit doet de afsluiter door te samenvatten, reflecteren, en huiswerk op te geven. De afsluiter handelt ontspannen.
presentator
vangt de aandacht De leerling richt zijn aandacht op de leraar en op wat hij of zij te zeggen heeft. De presentator zorgt er voor dat de leerlingen de aandacht houden bij de les (aankijken, mond dicht, pennen neer, etc.). De presentator neemt een centrale plaats in het lokaal aan, ook neemt de presentator de leiding en maakt gebruik van gebaren om de woorden te ondersteunen.
V
didacticus
Geraadpleegde bron, rollen van de leraar . oktober 2014, ikbenleerkracht.blogspot.nl/2012/11/de-5-rollen-van-de-leerkracht.html meer lezen over de rollen van de leraar? check het grote boek bladzijde 00
geeft instructie De leerling begrijpt datgene wat hij of zij moest leren. De didacticus geeft instructies op een heldere manier. Bij het uitleggen denkt de didacticus hardop mee met de leerlingen. De didacticus doet dingen voor en stapt op leerlingen af om vragen te stellen en vragen te beantwoorden zodat leerlingen door kunnen werken. 4
j 3
LEERTHEORIEËN door Ismaël, Jim en Bryan
Iedere leraar geeft les op zijn of haar eigen manier. Maar toch zijn deze manieren van lesgeven terug te leiden naar een leertheorie. In dit pocketboekje behandelen we vier theorieën die interessant zijn, namelijk het behaviorisme, cognitivisme, sociaal constructivisme en het connectivisme.
cognitivisme
Rond de tweede wereldoorlog is er een opkomst van computers. Onder invloed van de computer beginnen psychologen zich meer te richten op de processen die zich in het brein afspelen tijdens het leren. Cognitie komt van het Latijnse woord cognoscere. Het heeft betrekking op kennen, weten en informatieverwerking. Al die processen spelen zich in de hersenen af.
V
j 3.1
j 3.2
behaviorisme
Piaget was een Zwitserse kinderpsycholoog die veel onderzoek heeft gedaan naar de ontwikkeling van de hersenen bij kinderen van 0 tot 11 jaar. Hij heeft de verschillende ontwikkelingsperiodes ontdekt en beschreven. In zijn onderzoek richtte hij zich op het vermogen van een persoon om structuren aan te maken. Wanneer we van te voren de structuren kennen, dan kunnen we een lesprogramma daar op aansluiten.
het behaviorisme? check het grote boek bladzijde 00
V
Het behaviorisme is bekend geworden door onder anderen een proef van Pavlov. In de proef die Pavlov deed met honden, liet hij zien dat hij door middel van belonen en straffen de honden iets kon leren. Namelijk: Zodra het lampje aanging mochten de honden eten, was de lamp niet aan dan mochten ze niet eten. Waar komt deze techniek nu in het kort op neer, Je kan mensen bepaald gedrag aan leren door middel van straffen of belonen. meer lezen over
figuur 3; Jean Piaget. bron, wikimedia.org/File:Jean_Piaget.png
P figuur 2; Behaviorisme. bron, studiocamp.be
5
P
meer lezen over het cognitivisme? check het grote boek bladzijde 00
j 3.3
sociaal constructivisme
j
P
In de psychologische leer is sociaal constructivisme de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Het is vergelijkbaar met de verschillen van de lesmethodes van vroeger en nu. De kern daarvan is: er is niet één waarheid maar er zijn vele naast elkaar.
3.4
connectivisme
Het connectivisme is een relatief nieuwe stroming. Dit komt doordat de maatschappij steeds meer aan het veranderen is en het behaviorisme, cognitivisme en het constructivisme dan toch vaker tekort schieten. Deze leertheorie is vooral interessant omdat er gebruik word gemaakt van het nieuwe leren, meer over het nieuwe leren in hoofdstuk 4.
Geraadpleegde bron 3.1/3.2/3.3, W. Geerts en R. van Kralingen. (2011). Handboek voor Leraren. Uitgeverij Coutinho: Bussum
meer lezen over het sociaal constructivisme? check het grote boek bladzijde 00
Het connectivisme is een leertheorie die zich niet richt op het leren of verwerken van kennis, maar die zich richt op het vermogen om nieuwe kennis te verkrijgen. De bedenker van deze leertheorie is dr. George Siemens. Hij vind dat veel van de kennis in een hoog tempo veranderd. Wat vandaag relevant is, is dat mogelijk morgen niet meer.
P
V
Een aantal principes van connectivisme: • Leren is een proces waarbij je informatiebronnen (gespecialiseerde knooppunten) doet verbinden. • Leren kan plaatsvinden in ‘non-human appliances’. • Het ‘voeden’ en onderhouden van connecties is nodig om de kennis bij te houden.
Volksuniversiteit Utrecht, samen leer je het best!
Geraadpleegde bron 3.4, Connectivisme . oktober 2014, leerkijken.wikispaces.com/Connectivisme
figuur 4; Gesprek over sociaal constructivisme bron logo, http://www.volksuniversiteitutrecht.nl
6
j 4
het OUDE en NIEUWE LEREN door IsmaĂŤl
P
Het onderwijs is altijd aan het vernieuwen. Zo zijn er nu al grote verschillen tussen het onderwijs van vroeger en van nu. In dit hoofdstuk lichten we drie verschillen toe.
samen doen is afkijken vs. samen leer je meer
Vroeger was het verboden om te overleggen want deed je dat dan was het afkijken. Je kan beter zeggen dat je vroeger getoetst werd op je eigen doen en kunnen. Dit is echter nu veranderd. Bij het huidige leren draait het juist om in een team verband te werken. Op het MBO zie je dat heel veel in groepen gewerkt wordt en daar ook een beoordeling uit plaats vindt.
leren voor later vs. leren voor nu
Vroeger leerde je voor een breed beroep. Denk dan bijvoorbeeld aan de huishoudschool of de bouw school. Nu zijn de opleidingen veel gespecificeerde. Denk dan bijvoorbeeld aan je wilt iets in de ICT studeren, maar de ICT is een groot begrip dus ga je specialiseren tot bijvoorbeeld programmeur of ICT beheerder
figuur 6; Samen doen is afkijken vs. Samen leer je meer bron mmm.be
prestatie vergelijken met gemiddelde vs.
prestatie vergelijken met vorige prestatie
Vroeger maakte heel de klas een toets. Van die toets werd dan het gemiddelde van de klas berekend en vanuit deze standpunt werd dan gekeken of de klas de stof snapte of niet. Nu in deze tijd is dit anders, nu worden prestaties vergelijken met de vorige prestatie. Door middel van deze methode kan worden na gegaan of de manier hoe de leerling heeft geleerd correct of niet correct was. Of dat hij de stof nu beter snap, of minder goed.
figuur 5; Leren voor later v.s. Leren voor nu bron pinterest.com/pin/496733033873164056/
7
V
Geraadpleegde bron, het oude en nieuwe leren, W. Geerts en R. van Kralingen. (2011). Handboek voor Leraren. Uitgeverij Coutinho: Bussum 
meer lezen over het oude en nieuwe leren? check het grote boek bladzijde 00
KENNIS VERWERKING door Bryan
P
j 5
Het onthouden van nieuwe informatie gaat niet vanzelf. De leerling moet de informatie verwerken. Het verwerken is meer dan alleen het onthouden van nieuwe informatie, de nieuwe informatie word namelijk samengevoegd met de oude informatie. Er zijn vier stadia van kennisverwerking, ook wel de vier niveaus van beheersing genoemd: • reproduceren • begrijpen • integreren • toepassen
integreren
reproduceren
Kennis benutten in het dagelijkse leven Toepassen doe je als je nieuwe kennis gebruik om een probleem om te lossen. Vaak is het belangrijk als je ook daadwerkelijk iets hebt aan de nieuwe informatie. Leerlingen de kennis kunnen toepassen in het leven, anders hebben ze er niet veel aan. Leerlingen ontdekken op deze manier bovendien dat hun kennis kunnen gebruiken en worden hierdoor weer gemotiveerd om te leren.
Oude en nieuwe informatie koppelen Als je de nieuwe informatie gaat koppelen aan informatie die je al hebt noem je dat integreren. Oude kennis wordt dus uitgebreid. Integreren is dus het vermogen om nieuwe kennis in het juiste vakje op te brengen en het juiste te koppen aan bestaande kennis. Deze manier kan gebruikt worden bij leerling om informatie op te frissen.
V
toepassen
Uit je hoofd leren Dit is de makkelijkste vorm van informatie verwerken. Hierbij leer je namelijk de stof uit je hoofd. Bijvoorbeeld jaartallen en telefoonnummers. Om dit voor een langere tijd te onthouden zal je de stof vaker moeten herhalen. Informatie die een grote indruk achterlaat onthoud je snellen, zoals de de datum 11 september (aanslag op de twin towers in New York).
Geraadpleegde bron, kennis verwerking, W. Geerts en R. van Kralingen. (2011). Handboek voor Leraren. Uitgeverij Coutinho: Bussum
begrijpen
In eigen woorden navertellen Bij begrijpen ga je iets verder dan met uit je hoofd leren van informatie. Iets wat je reproduceert hoef je namelijk te snappen. Met het begrijpen van de lesstof ga je net een stapje verder. Je zet de informatie om in eigen woorden en je kunt de informatie erna ook vertellen in eigen woorden. 8
WERKING van het GEHEUGEN door Ismaël
het langetermijngeheugen
Leren is onthouden wordt er gezegd maar dit kan je alleen bereiken door veel herhalen. Hierdoor komt het definitief in je geheugen te zitten. Je heb 3 soorten delen van het geheugen: het zintuigelijk geheugen, kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen.
Om informatie van het kortetermijngeheugen op te slaan in het langetermijngeheugen moet dit veel worden herhaald. Want gebeurt dit niet, dan gaat de informatie die je in je kortetermijngeheugen hebt verloren. Je hebt 2 manieren van herhaling. Hieronder ligt ik ze toe met een korte uitleg. • Onderhoudsherhaling: Dit stimuleert onder anderen je kortetermijngeheugen. Door dit te trainen grotere dingen onthouden, denk dan aan bijvoorbeeld een telefoon nummer die onthoud je dan lang genoeg om hem in te toetsen • Uitgewerkte herhaling: Dit is herhaling waarbij nieuwe informatie gekoppeld wordt aan bestaande informatie uit het langetermijngeheugen.
P
zintuigelijke geheugen
Informatie komt in eerste instantie alleen binnen via het zintuigelijke geheugen(Horen, zien, ruiken en voelt). Dit is een ruw en snel proces. Het doel van het zintuigelijke geheugen is om de informatie die binnenkomt, te vergelijken met de informatie die aanwezig is. Aan de hand van dit proces, wordt nagegaan of dat de nieuwe informatie belangrijk genoeg is om hem door te sturen naar het kortetermijngeheugen. Als de informatie niet belangrijk genoeg wordt bevonden wordt het vernietigt en verdwijnt het weer. Hier komt ook de uitdrukking vandaan het komt er bij mijn niet in.
het kortetermijngeheugen
V
j 6
Geraadpleegde bron, werking van het geheugen, W. Geerts en R. van Kralingen. (2011). Handboek voor Leraren. Uitgeverij Coutinho: Bussum
V
Informatie die door de “poortwachters” (zintuigelijke geheugen) doorgelaten mocht worden krijgt nu toegang tot het werkgeheugen (kortetermijngeheugen) Uit onderzoek is gebleken dat het kortetermijngeheugen plaats heeft voor 7 items. Dit is niet voor lange duur want dit kan ongeveer maar 30 seconden worden onthouden. Probeer maar eens onthoud deze cijfers maar eens: 346892 En kijk dadelijk in het slot wordt of je de cijfers nog weet.
kenmerken
korte termijn
lange termijn
capaciteit
circa 7 elementen
onbeperkt
duur
18/30 seconden
ongelimiteerd
vorm van opslag
spraakklanken
betekenissen
tabel 2; kenmerken geheugen. bron, powerpoint Handboek voor leraren, H1
figuur 7; Je hersenen bron, commons.wikimedia.org/File:Lobes
9
R
. .
10
j 7
in GESPREK met onze OUD LERAREN door Ismaël en Bryan
Aan de hand van boeken en internet kun je veel te weten komen over de ideale leraar. Maar je leert pas echt een leraar te zijn door voor de klas te staan. Daarom zijn we in gesprek gegaan met oud leraren van ons onderwijsverleden. Ismaël is in gesprek gegaan met een mbo leraar, en Bryan is gesprek gegaan met een mavo leraar. De belangrijkste en meest opvallende punten uit de gesprekken hebben we onder de loop genomen. Hieronder een korte achtergrond van de leraren.
wie of wat is de ideale leraar?
V
Leraar mbo, Radius College Breda Hij is teamvoorzitter en geeft alleen nog beoordelingen in de evaluatieweek. Iedereen die een beoordeling van hem kreeg vreesden wel erg. Want hij is erg streng met nakijken. Maar buiten deze serieuze laag zit er een docent die er van houd om leerlingen kennis bij te leren. Als hij dan in moet vallen omdat zijn les uitviel, waren de lessen altijd leuk en educatief.
P
Leraar mavo, Broekland College Hoensbroek
Hij geeft geschiedenis en aardrijkskunde, daarnaast is hij ook decaan. Als je naar zijn lessen ging, deed je vooraf al lezen waar de volgende les over zou gaan. Kwam er een les over ridders, dan kon je al gaan bedenken welke rol de leraar ging spelen. Want dat is zijn ding, tijdens de geschiedenis lessen was hij namelijk elke keer iemand anders. Zo is hij de klas ingekomen als een politici, keizer, monnik, etc. Maar naast deze manier van lesgeven had hij ook een meer serieuzere kant, waarbij er theorie gelezen werd.
11
We zijn begonnen met de hamvraag van ons pocketboekje, wie of wat is de ideale leraar? De antwoorden hierop waren vrij overlappend. Beide leraren gaven aan dat de ideale leraar volgens hun georganiseerd is, werkt met een goede agenda, een tijdschema bijhoud op het bord, heeft de vereiste spullen klaar liggen en is op tijd bij de les. De mbo leraar vond verder de manier van les geven belangrijk. Volgens hem moet de leraar niet de hele tijd voor het bord staan en vanuit dezelfde positie les geven. De mavo leraar vond vooral de individuele aandacht belangrijk, volgens hem is een taak van de ideale leraar om ook de achtergrond te kennen van de leerlingen en hiermee rekening te houden.
ziet u zichzelf als de ideale leraar?
De vervolg vraag hierop was of de de leraren vonden dat ze zelf voldeden aan de eisen van de ideale leraar. De antwoorden hierop waren verschillend. De mbo leraar beantwoordde de vraag met ja, maar volgens hem kan hij dat niet goed beoordelen. In zijn ogen geeft hij op een juiste manier les. De mavo leraar ziet zichzelf niet als de ideale leraar, volgens hem is de ideale leraar een ideaal. “Niemand is de ideale leraar, maar we zouden wel allemaal moeten proberen om de ideale leraar te zijn. Het onderwijs is constant in ontwikkeling, en zo is de ideale leraar ook”.
heeft u altijd al leraar willen worden?
hoe ziet de moderne leraar eruit over 5 jaar?
hoe ervaart u het lesgeven aan u doelgroep?
Volgens de mbo leraar is de moderne leraar voornamelijk een coach. Hij legt dingen uit door middel van een presentatie en laat vervolgens de leerlingen oefenen met de stof. Dit kan dus dan gebeuren door middel van een project. Volgens hem is dit de organisatie over vijf jaar. De mavo leraar gaat juist een andere richting in, volgens hem gaat er steeds meer aandacht komen voor de individuele leerling. Steeds meer leerlingen van het speciaal onderwijs gaan naar het reguliere onderwijs. Daarnaast willen ze het Nederlandse onderwijs ook nog verbeteren en het niveau hoger leggen. Dit kan volgens hem alleen maar als je kijkt naar de individuele leerling. Kijk vooral naar wat de leerling leuk vind om te doen en ga hierin verder.
V
Nee, geeft de mbo leraar aan, ik wilde niet altijd leraar worden. De mbo leraar heeft naast het lesgeven ook een andere hobby. Vroeger wilde hij hiervan zijn werk maken, alleen op het beslissende moment heeft hij toch voor gekozen om leraar te worden, dit omdat ik hij het toch leuker vond om kennis over te brengen. De mavo leraar had wel al heel vroeg door dat hij leraar wou worden. Als kind vond hij het heel leuk om anderen te helpen. Wel had hij nooit gedacht dat hij op een mavo school zou lesgeven. Hij heeft namelijk hiervoor zeven jaar lesgegeven als leraar op een basisschool in de groepen zes en acht. Maar hier vond hij dat er te weinig uitdaging was, en is daarom gaan doorstuderen voor leraar op het mavo, hij geeft nu lessen geschiedenis en aardrijkskunde en is ook decaan.
In de volgende hoofdstukken - acht, negen en tien gaan we verder met de interviews. We koppelen dan de theorie met de uitkomsten van de interviews.
De mbo leraar heeft sinds kort een belangrijkere rol heb gekregen in de organisatie waardoor hij minder les is gaan geven. “De tijd dat ik les gaf, vond ik het erg leuk om les te geven aan mijn doelgroep. Het is erg leuk om te zien hoe je kennis kan doorgeven.”. De mavo leraar probeert elke les te zien als een ‘optreden’. Hij probeert de lessen spannen en interessant te houden voor de leerlingen. Het lesgeven geeft hem extra energie voor andere taken. Hij ziet de cijfers van toetsen die de leerlingen maken als een ‘review’ van zijn ‘optreden’.
Geraadpleegde bron, in gesprek met onze oud leraren; eigen interviews met een mbo- en mavo leraar, oktober 2014
12
j 8
TAKEN van de LERAAR door Bryan
Taken van de leraar
V
Als leraar sta je niet alleen voor de klas. Je hebt meerdere taken. Hierover hebben we ook een aantal vragen gesteld tijdens de interviews. Zo geeft de mavo leraar aan dat lesgeven voor hem de drijfkracht is achter zijn werk. Hij is leraar geworden om voor de klas te staan, en niet om uren bezig te zijn met administratie. Als decaan is er wel meer papierwerk bij gekomen, maar daar heeft hij zelf voor gekozen. Voor de klas staan is voor hem het leukste. Al helemaal als de leerlingen actief meedoen. Andere taken die hij heeft zijn o.a. het regelen van het jaarlijkse uitstapje naar Londen, de diploma uitreiking en de gastbezoeken van mbo scholen. Deze taken worden aan het begin van het schooljaar in een vergadering verdeeld. Elke taak staat voor een aantal uren. Je moet uiteindelijk zoveel uur buiten je vast pakket hebben.
-
lesgeven huiswerk nakijken toetsen nakijken lessen voorbereiden lesplannen maken administratieve taken maken van lesmateriaal vergaderen notulen maken buitenschoolse activiteiten stageplekken bezoeken contact onderhouden met collega’s, studenten en ouders of verzorgers - mbo/hbo stagiaires begeleiden en nog veel meer….
P figuur 8; taken van de leraar, bron kader 123rf.com/400wm
13
Een mbo leraar moet ook rekening houden met taken zoals stage plekken bezoeken. Op het mbo heb je leerlingen die een stage hebben, deze leerlingen hebben daar begeleiding bij nodig. Dit zijn extra taken die bij de leraren komen. Zo moeten ze vaak stage bezoeken buiten hun uren plannen. Geraadpleegde bron, taken van de leraar; eigen interviews met een mbo- en mavo leraar, oktober 2014
j 9
OMGAAN met de LEERLINGEN door Bryan
Een belangrijk aspect van de ideale leraar is de omgang met de leerlingen. Hierbij hebben we het dan om de omgang tijdens de les en buiten de lessen om. Hebben de leraren tijd voor de individuele leerlingen, en hoe pakken ze stoorzenders aan in de les?
Een andere probleem waar leraren vaak mee zitten is dat leerlingen geen aandacht hebben voor de lessen. De mbo leraar probeer door middel van een filmpje of iets anders interactief de aandacht weer terug te krijgen als hij ziet dat de aandacht bij de leerlingen weg valt. De mavo leraar probeert de leerlingen te activeren door rollen te spelen, “als ik voor de klas sta als een Egyptische keizer, en ik heb het over mijn rijk, mijn piramide, etc. dan letten de leerlingen veel beter op. Het is iets wat ze niet verwachten en ook grappig vinden”.
omgang tijdens de lessen
Tijdens de les heb je veel verschillende soorten leerlingen. Je hebt de leerlingen de opletten, het moeilijk vinden, het niet meekrijgen, niet opletten, druk zijn, en ga zo maar door. Leerlingen die een stoorzender zijn worden bij de mbo leraar als volgt aangepakt. Als eerst krijgen ze een waarschuwing, bij de tweede keer mag de leerling de les verlaten. Dit omdat deze leerlingen erg storend zijn voor de leerlingen die wel wat willen opsteken van de les. In de les van de mavo leraar gaat het iets anders. Hij probeert stoorzenders zo aan te pakken dat ze het niet meer doen in de toekomst. Een van de technieken die hij gebruikt is dat de leerlingen hun stoel moeten pakken en achterin de klas moeten gaan zitten met hun gezicht naar de muur. Dit is een hele kinderachtige manier, maar het is voor pubers vaak vernederend, dus denken ze de volgende keer beter na.
P
contact buiten de lessen
Bij de mbo leraar zijn leerlingen altijd welkom. “Wij zitten in 425. En daar kan een leerling binnen komen lopen wanneer het nodig is”. Ze zijn welkom voor een SLB gesprek, of voor hun persoonlijke problemen. De leerling is altijd welkom. Hetzelfde geld voor de mavo leraar. Als leraar, maar ook als decaan vind hij het een van zijn taken om tijd te maken voor de leerlingen. Als je een leerling beter kent, dan kun je ook begrip hebben voor deze leerling als hij zijn huiswerk niet af heeft, of een onvoldoende heeft voor een toets. Geraadpleegde bron, omgaan met de leerlingen; eigen interviews met een mbo- en mavo leraar, oktober 2014
14
OPBOUW van LESSTOF en LEERJAREN door Bryan
V
j 10
Als leraar in het voortgezet- en middelbaar onderwijs krijg je te maken met lesstof. Per leerjaar moeten de leerlingen bepaalde lesstof beheersen, dit word gecondoleerd door middel van toetsen. Maar hoe de leraar deze lesstof overbrengt mag de leraar vaak zelf bepalen. Elke les ziet er dan ook anders uit. De mbo leraar bereid zijn leerlingen voor door aan het begin van een periode ze een multomap te geven. Deze map bestaat uit vaardigheidstrainingen (VTH) en probleem gestuurd onderwijs (PGO’s). Met deze stof kan de leerling op elk moment oefenen. De mavo leraar kent de lesstof van aardrijkskunde en geschiedenis nu al zo goed dat hij vaak de avond van te voren het boek doorleest en dan genoeg weet. Hij maakt voor elke les een kort formuliertje met wat hij wilt behandelen. Hij doet dit omdat hij anders dingen overslaat of vergeet.
De mavo leraar vind wel dat hij vaker word geremd door de methode. Hij word verplicht om bepaalde informatie te behandelen, en er is vaak te weinig ruimte voor zijn eigen creativiteit. Zo zou hij bij bepaalde onderwerpen graag ergens heen willen gaan, of iets gaan doen. Vorig jaar is hij met twee klassen naar een groot veld gegaan. Daar hebben ze een slag bij Waterloo nagespeeld, iedere leerling speelt een bepaald karakter, je moest je eigen karakter kennen, maar ook de anderen. Het was een leuke afwisseling en nog belangrijker vind hij dat de leerlingen het leuk vonden. Dit soort activiteiten zou hij graag vaker willen doen, maar er is geen ruimte voor.
P
De mbo leraar vind alle delen van de lesstof leuk. Alleen de manier van overbrengen vind hij niet altijd leuk. Want soms moet lesstof gewoon met de paplepel er in gegoten worden. Dit doet hij dan door heel veel te herhalen totdat de leerlingen het snappen.
Verder geeft de mavo leraar aan de lesstof landelijk bepaald is. Er zijn regels met welke lesstof welk leerjaar gegeven moet worden. Hier houden de methoden ook rekening mee. Voor de leraar is het dus belangrijk om vooral de handleiding te lezen die bij de methode hoort. Als je deze goed hebt gelezen, dan weet je ook hoe de methode is opgebouwd. Geraadpleegde bron, omgaan met de leerlingen; eigen interviews met een mbo- en mavo leraar, oktober 2014
Beide leraren hebben geen vast einde bij de lessen. Zo geeft de mbo leraar aan soms een stukje te herhalen om te kijken of dat de leerling het gesnapt heeft. De mavo leraar eindigt vaak de lessen met een vragenrondje of een werksessie waarbij hij individuele vragen kan beantwoorden. 15
j 11
ONZE VISIE op de IDEALE LERAAR door IsmaĂŤl en Bryan
Nu we tien hoofdstukken, twee interviews en negen weken verder zijn kunnen we er onderhand vanuit gaan dat we een goed beeld hebben van de ideale leraar. Daarom willen we in dit laatste hoofdstuk onze visie op de ideale leraar delen met u, de lezer. Want wat voor een leraar willen wij straks zijn? En waarom?
Bryan
:
Ismael
Wat is voor mijn de ideale leraar? Deze vraag kreeg ik aan het begin van de periode voor me neergelegd. Ik kon hier geen duidelijk antwoord op geven. Dit omdat ik op de basisschool veel leraren heb gehad die voor mijn doe uitkwamen op dat moment als de ideale leraar. Maar ik denk als ik nu terug kijk naar de afgelopen periode, en het pocketboekje. Dan zeg ik nu dat mijn ideale leraar er als volgt uit ziet: hij maakt gebruik van interactie in de les (denk dus dan aan het er bij betrekken van de klas, visuele dingen gebruiken) en leert mensen dingen aan door gebruik te maken van het behaviorisme of het sociaal cognitivisme. Dit zijn de aspecten die belangrijk zijn voor mijn om als ideale leraar te voldoen tijdens het over brengen van kennis. Maar er zijn ook andere aspecten (gevoel) denk dan aan: behulpzaam; leid de klas; is er voor je in moeilijke tijden.
Zelf heb ik voor de hbo opleiding leraar technisch beroepsonderwijs de mbo opleiding onderwijsassistent gedaan. Vanuit die opleiding had ik al een goed beeld van wie en wat voor mij de ideale leraar is. Tijdens het maken van dit pocketboekje ben ik er toch meer over gaan nadenken. Voor mij is de ideale leraar iemand die altijd kijkt naar wat er komt. Ik denk dat de ideale leraar niet bestaat, het is een streven, iemand die je wilt zijn als leraar. Maar hoe goed je ook je best doet, er zullen altijd leerlingen zijn die niet opletten, onvoldoendes halen en je op de zenuwen gaan zitten. Ik denk dat het vooral belangrijk is om ook te kijken naar wat er allemaal goed ging, en daaruit verder te gaan. Zeker moet je ook kijken naar de fouten, en daarvan leren.
Als ik deze dingen naast elkaar legt en vergelijkt met de leraren die ik heb gehad de afgelopen 14 jaar, dan heb ik toch wel 2 leraren op mijn lijstje staan die aan deze eisen voldoen, mijn docent ICT Radius College en docent ICT Tessenderlandt.
Ik denk dat het belangrijkste is dat je jezelf als leraar blijft ontwikkelen, en dat je blijft leren. Het onderwijs is constant in vernieuwing, en zo zijn ook de leraren. Als de ideale leraar moet je open staan voor wat er gaat komen, en moet je nieuwe innovaties ook ruimte geven in jouw klaslokaal. Als je dat als leraar doet, denk ik dat je aardig in de buurt komt van die titel, 'de ideale leraar'.  16
ISMAEL / BRYAN
K DE AUT E URS
V
I I Ismaël Moslèh
P
Bryan Lossie
met dank aan …
III
P
Jim Fokkens
leraar mbo, 17 Radius College
leraar mavo, Broekland college
SLOTWOORD Het maken van dit pocketboekje is begonnen als een verplichte opdracht in de lessen CLL. Maar na loop van tijd heeft onze eigen interesse het overgenomen. Want het antwoord zoeken op de vraag ‘wie is de ideale leraar?’ was moeilijker dan we eerst dachten. Het afnemen van de interviews was heel leuk. Vooral omdat we nu onze eigen docenten zagen vanuit het perspectief van leraar, en niet leerling. In het pocketboekje hebben wij verschillende stukken aangehaald. De stukken zijn geschreven om steeds beter een beeld te kunnen krijgen over de ideale leraar. In het laatste hoofdstuk gaven we onze visie op de ideale leraar, maar hoe ziet uw ideale leraar er uit naar het lezen van het pocketboekje? Bij het maken van dit pocketboekje hebben ook hulp gekregen. In het bijzonder bedanken we oud student Jim Fokkens voor zijn bijdrage en de leraren van het Radius College en het Broekland College voor de interviews. Tot slot hebben we in hoofdstuk zes gevraagd of u een aantal cijfers kon onthouden. Nu is de vraag weet u de cijfers nog? (en niet afkijken!).
R
figuur 9; foto Ismaël. bron facebook.com/IM01021995 figuur 10; foto Bryan. bron facebook.com/bja.lossie figuur 11; foto Jim. bron facebook.com/jim.parmessar
figuur 12; avatar leraren. bron galleryhip.com/avatar-icon figuur 13; logo Radius College. bron radiuscollege.nl figuur 14; logo Broekland College. bron broekland-lvo.nl
BRONVERMELDING
Op deze bladzijde vind je een overzicht van alle bronnen die we hebben geraadpleegd.
boeken
figuren
• W. Geerts en R. van Kralingen. (2011). Handboek voor Leraren. Uitgeverij Coutinho: Bussum • Auteur n.v.t. (2008). De bosatlas van Nederland. Noordhoff Uitgevers B.V.; Nederland
• figuur 1; Overzicht van het Nederlandse onderwijs. bron, boek ‘De bosatlas van Nederland’ (2008) • figuur 2; Behaviorisme. studiocamp.be • figuur 3; Jean Piaget. wikimedia.org/ File:Jean_Piaget.png • figuur 4; Gesprek constructivisme. volksuniversiteitutrecht.nl • figuur 5; Leren voor later v.s. Leren voor nu. pinterest.com/pin/ 496733033873164056/ • figuur 6; Samen doen is afkijken vs. Samen leer je meer. mmm.be • figuur 7; Je hersenen. commons.wikimedia.org/File:Lobes • figuur 8; taken van de leraar. kader, 123rf.com/400wm • figuur 9; foto Ismaël. facebook.com/IM01021995 • figuur 10; foto Bryan. facebook.com/bja.lossie • figuur 11; foto Jim. facebook.com/jim.parmessar • figuur 12; avatar leraren. galleryhip.com/avatar-icon • figuur 13; logo Radius College. radiuscollege.nl • figuur 14; logo Broekland College. broekland-lvo.nl
websites • Het Nederlandse onderwijs. rijksoverheid.nl/ministeries/ocw • Het middelbaar beroepsonderwijs. mbostart.nl • Rollen van de leraar. ikbenleerkracht.blogspot.nl/2012/11/ de-5-rollen-van-de-leerkracht.html • Connectivisme, wikispaces.com/Connectivisme
overig • Interview met een mbo leraar van het Radius College in Breda; afgenomen door Ismaël Moslèh • Interview met een mavo leraar van het Broekland College in Hoensbroek; afgenomen door Bryan Lossie • Informatie uit de lessen CLL • Hulp van oud-student Jim Fokkens
tabellen • tabel 1; niveau’s van het mbo. bron, mbostart.nl • tabel 2; kenmerken geheugen. bron, powerpoint Handboek voor leraren, H1
V
V
Voor het maken van dit pocketboekje hebben we verschillende bronnen geraadpleegd. Onder elke tekst vind je de bijbehorende geraadpleegde bronnen, bij elk figuur en elke tabel vind je ook de (geraadpleegde) bronnen.
Eindhoven, 24 oktober 2014 door IsmaÍl Moslèh en Bryan Lossie klas 14vtIC Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool Opleiding Leraar Technische Beroepsonderwijs als onderdeel van het vak CLL
w De ideale leraar, wie is dat? Denk maar eens terug aan uw eigen schooltijd en er komt vast en zeker een naam naar boven. Iedereen heeft wel een of leraar die geweldig was. Maar waarom was deze leraar zo geweldig? Wat maakte deze leraar zo speciaal? In dit pocketboekje gaan we opzoek naar het antwoord op deze vragen en meer‌