zorgplicht wandelroutes

Page 1

ZORGPLICHT WANDELROUTES modelstudie



modelstudie


Inhoudsopgave Inleiding 1.

De wet en de gevolgen

11

2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.5

Beheers situaties Inleiding Ecologische risico aspecten Teeltkundige risico-aspecten Indeling risicosituaties Kwaliteit wegen en paden Open terrein Bos en lanen met een laag risico Bos en lanen met een gemiddeld risico Bos en lanen met een hoog risico Samenvatting

14 16 16 17 17 17 18 18 18 18 19

3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

Verhoogd risico bij intensiever gebruik Openstelling en beheer Inspectie Onderhoud wegen en paden Kap dode en kwijnende bomen Snoei Conclusie

20 23 23 23 23 23 23


4. 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.4

Model berekening Kosten Uitgangspunten Modelberekeningen Inleiding Jaarlijkse kosten per 100m ontsluiting Kosten per ha Conclusie

25 26 26 27 27 28 28 28

5. 5.1 5.2

Discussie & Conclusies Discussie Conclusie

31 32 32

Bijlage

35


INLEIDING



BUITING ADVIES


ZORGPLICHT WANDELROUTES Intensiever gebruik van opengestelde paden voor activiteiten als Nordic Walking vraagt om aangepast beheer van lanen en bos langs de uitgezette routes. Dit is van belang voor eventuele aansprakelijkheid als gevolg van de zorgplicht. In opdracht van Sense Aware1, dat ondermeer Nordic Walking-routes uitzet, heeft Buiting Bosontwikkeling in het kader van het project Veluwe 2010, nagegaan welke meerkosten voor bosbeheer ontstaan door intensiever gebruik van opengestelde paden. De bedoeling is om te beoordelen of een hogere gebruiksintensiteit leidt tot hogere beheerskosten. Buiting Bosontwikkeling heeft hiertoe de volgende vragen aan de orde gesteld: • W at houdt de zorgplicht in en wat zijn de consequenties voor de boseigenaar? • Wat zijn de risico’s en wat betekent dit voor de beheerssituatie? • Welke maatregelen zijn nodig en wat zijn de kosten? • Wat betekent een hogere gebruiksintensiteit in dit verband? • Welke kosten zijn verbonden aan de zorgplicht? Om te beginnen zijn in hoofdstuk 2 enkele aspecten van de wet en de mogelijke gevolgen nader bekeken; vervolgens worden in hoofdstuk 3 de beheerssituaties en risicoaspecten belicht. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het verhoogde risico bij intensiever gebruik. In de modelberekeningen van hoofdstuk 5 is gekeken naar de kosten en de meerkosten als gevolg van het meer intensieve gebruik voor kleinschalig en grootschalig beheer. De resultaten geven een indicatie voor de jaarlijkse kosten van de zorgplicht per 100m weg of pad en per ha bos. Ten slotte is een raming gemaakt van de kosten voor een oud bosbezit. In de discussie, hoofdstuk 6, wordt de kans op letsel nader bekeken.

1 Sense Aware bv, is een onafhankelijk bureau gespecialiseerd in het opzetten, begeleiden en uitvoeren van projecten in de driehoek van gezonde leefstijl, natuur en duurzaamheid. http://www.nordicwalkingnet.nl/site/html/overons.html


1

DE WET EN


DE GEVOLGEN


BUITING ADVIES

12


ZORGPLICHT WANDELROUTES Aansprakelijkheid als gevolg van toegebrachte schade aan personen en hun eigendommen door bomen of delen daarvan valt onder artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek dat de ‘onrechtmatige daad’ regelt. Artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek, van kracht op 1 oktober 2005: 1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. 2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. 3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

wegen en paden een strenger regiem kennen dan nauwelijks gebruikte boswegen. In het kader van bosbeheer vormen bomen het belangrijkste aspect, maar ook de conditie van de paden en de kruisingen met bijvoorbeeld ATB- en paardenroutes vallen onder de zorgplicht. De conclusie luidt dat de eigenaar aansprakelijk is en moet kunnen aantonen dat hij maatregelen heeft getroffen om ongevallen te voorkomen.

De term ‘onrechtmatige daad’, (artikel 162, lid 2) betekent dat indien aan een wettelijk voorgeschreven veiligheidseis niet is voldaan, er sprake is van onrechtmatig handelen wegens het doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht. De consequenties voor de eigenaar van bomen zijn: • de verplichting tot onderhoud; • het uitvoeren van inspecties; • het ingrijpen indien uit inspectie blijkt dat er potentieel risico bestaat. Een geaccepteerd uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid van de eigenaar groter wordt naarmate het risico (de gebruiksintensiteit) toeneemt. Dit betekent dat bij een ongeval de eigenaar moet kunnen aantonen dat wegen en paden in zijn bos onder een inspectie- en onderhouds-regiem vallen. Bovendien geldt dat intensief gebruikte 13


2

BEHEERS


SITUATIES


BUITING ADVIES

2.1 Inleiding

2.2 Ecologische risico aspecten

Vallende bomen en/of takken vormen altijd een groot risico. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ecologische en beheersmatige aspecten hiervan en wordt aangegeven hoe deze risico’s beperkt kunnen worden. Vervolgens wordt nagegaan hoe bij het beheer risicosituaties kunnen worden ingedeeld. Om tot een kwantificering van kosten te komen is het zinvol risicocategorieën te onderscheiden. Hierbij spelen ecologische aspecten en efficiency een rol. Bij efficiency gaat het om een overzichtelijke en eenduidige indeling in categorieën ten behoeve van kostencalculatie. De volgende categorieën worden onderscheiden: • Kwaliteit wegen en paden; • Open terrein; • Bos en lanen met een laag risico: tot 40 jaar; • Bos en lanen met een gemiddeld risico: tussen de 40 - 80 jaar; • Bos en lanen met een hoog risico: beuk, Amerikaanse eik en lanen ouder dan 80 jaar. Ecologisch gezien zijn bostypen van belang. Bos met voornamelijk naaldbomen heeft weinig risicovolle zware takken. Loofbomen echter neigen, vooral bij vrijstand, tot het vormen van zware tot zeer zware takken. Ook de vruchtbaarheid van de bodem speelt hierbij een rol: hoe armer de bodem des te dunner stam en takken zijn. Ook is het aandeel naaldbos groter op arme bodems. Om die redenen worden de risicocategorieën verder onderverdeeld in: • Loofbos en lanen waarin beuk, Am. eik, wilg, populier (abeel), esdoorn, es en inlandse eik voorkomen. • Gemengd bos met het zwaartepunt op grove den, inlandse eik, berk en douglas. • Naaldbos met hoofdzakelijk grove den, douglas, lariks en fijnspar.

Bij ecologische aspecten gaat het vooral om soorten, leeftijd en beheersingrepen. Er moet zorgvuldig worden ingeschat hoe groot de kans is op het omvallen van dode en kwijnende bomen, windworp van gezonde bomen en het afbreken van levende of dode takken. Het beheer dat in het verleden gevoerd is, speelt hierbij ook een rol. Omvallen van bomen: • D ode en kwijnende bomen: bij goed bosbeheer met een juiste blesinstructie ten aanzien van dode en kwijnende bomen, die op een afstand van minder dan 1,5 keer de boomhoogte van wegen en paden staan en een dunning elke 4 tot 6 jaar is er redelijkerwijs geen sprake van een verhoogd risico. • Hangende bomen richting wegen en paden: deze bomen hebben een verhoogd risico bij storm en vallen onder hetzelfde beheersregiem als bovenstaande categorie. • Windworp van gezonde bomen: dit is onvoorspelbaar en valt daarom juridisch onder overmacht.

16

Vallende takken en kronen: • T aksterfte gevolgd door breuk. Hier worden drie categorieën onderscheiden: o klein risico: takken kleiner dan 5cm of van delen van takken. In het laatste geval desintegreert de dode tak aan de boom en valt in stukken naar beneden. Dit komt veel voor bij inlandse eik, tamme kastanje, soorten met sterke verkerning en de meeste naaldboomsoorten. o matig risico: bomen waarbij dode, matig grote takken (tot 10cm diameter), afbreken en in zijn geheel vallen. Dit gebeurt vooral bij Am. eik, wilg, populier, iep, berk, esdoorn en es. o groot risico: plotseling afbreken van dode takken bij beuk en afbreken van zeer zware takken (dikker dan 10cm) bij Am. eik en vrijstaande populieren en abelen. Hieronder vallen ook plakoksels. Deze ontstaan als een zijtak vrijwel parallel uitgroeit met de (hoofd)stam en de


ZORGPLICHT WANDELROUTES

takaanzet vaak niet goed vergroeid is met de stam waardoor de tak kan uitbreken; veelvoorkomend bij beuk. • T akbreuk van levende takken, afbreken van delen van kronen of zelfs stambreuk ten gevolge van wind, sneeuw, ijzel. Dit wordt beschouwd als overmacht. • Zomerbreuk, waarbij grote takken en delen van kronen bij beuk afbreken. Ook dit is onvoorspelbaar en dus overmacht.

Uit bovenstaande blijkt dat dode en kwijnende bomen langs wegen en paden een voorspelbaar en daardoor een beheersbaar risico vormen. Dit geldt ook voor dode en afstervende takken en plakoksels boven wegen en paden.

2.3 Teeltkundige risico-aspecten Er is een verschil tussen laanbomen en bomen in bosverband. Laanbomen worden in een definitief plantverband geplant waardoor ze al in een vroeg stadium zware zijtakken ontwikkelen, terwijl bosbomen in de jeugdfase in een nauw verband staan en geleidelijk via dunningen ruimte krijgen. De bosbouwkundige doelstelling hiervan is de diameter van de takken in de onderste 50% van de uiteindelijke stamlengte zo klein mogelijk te houden en een natuurlijke taksterfte en takafstoting te bewerkstelligen. In het ideale geval krijgt de boom pas veel ruimte door middel van dunning nadat de takken in dat deel van de boom zijn afgestorven. Bomen die volgens dit principe in bosverband zijn opgegroeid, hebben een levende kroon op een schone stam en daarmee is de kans op zware dode takken onder de kroon of in de onderste regionen daarvan relatief klein. Brede bospaden en wegen verstoren deze ontwikkeling doordat de takken in de onderste helft dikker worden en pas in een later stadium afsterven. Bomen langs bosranden en brede paden of wegen vertonen dus een zekere gelijkenis met laanbomen. Om potentieel gevaarlijke situaties zoveel mogelijk te ondervangen moet bij het beheer van lanen en bosranden worden nagegaan of het aantal ingrepen gereduceerd kan worden door naast dode en afstervende takken ook gezonde, maar potentieel gevaarlijke takken

gelijktijdig te snoeien. Deel van de blesinstructie zou er op gericht moeten zijn randbomen met lage takaanzet zoveel mogelijk te vellen zodat bomen die aan paden en wegen grenzen op latere leeftijd een levende kroon hebben.

2.4 Indeling risicosituaties 2.4.1 Kwaliteit wegen en paden

De kwaliteit van het oppervlak en de overzichtelijkheid van kruisingen zijn hier de belangrijkste aspecten. Wegbermen en slootkanten worden als onderdeel van wegen en paden beschouwd. Vooropgesteld wordt dat aan het oppervlak en de structuur van boswegen en -paden andere eisen worden gesteld dan aan vergelijkbare routes in een stadspark. Omdat boswegen en –paden ook een belangrijke functie hebben bij de houtoogst zal de kwaliteitseis gedurende de oogst anders zijn dan onder normaal gebruik. Tijdens de houtoogst en het herstel van het wegdek kan discussie ontstaan over een mogelijke aansprakelijkheidsclaim. De vraag is of een tijdelijk waarschuwingsbord dan beschouwd wordt als onderdeel van zorgvuldig beheer. Kruisingen van wandelroutes met fietspaden, ATB- en paardenroutes vragen extra aandacht. Kan van de wandelaar verwacht worden dat hij onder alle omstandigheden het risico van deze kruisingen onderkent? Hierbij wordt gedacht aan zicht en geluid. Dit lijkt bij paardenroutes geen probleem. Fietspaden zijn in het algemeen duidelijk herkenbaar aan het wegdek. Dit geldt niet altijd voor ATB-routes. Los zand (weinig rijgeluid) en hoge rijsnelheid kunnen leiden tot een onacceptabel risico indien er geen waarschuwingsbord is geplaatst of als een kruising niet is beveiligd door een snelheidsbeperkende maatregel. Maatregelen: • Inspectie kwaliteit oppervlak wegen en paden om de 5 jaar.

17


BUITING ADVIES 2.4.2 Open terrein

Dit kunnen zowel natuurterreinen als agrarische bestemmingen zijn. Voorbeelden: • heide, stuifzand, open moeras, struweel; • akkers, grasland, laagstammige boomgaarden. Op dergelijke terreinen is geen inspectie en onderhoud van begroeiing nodig. Wel moeten de wegen en paden vrij zijn van overhangende takken en ranken (braam!).

2.4.3 Bos en lanen met een laag risico

hoogste risicocategorie is afhankelijk van kroonontwikkeling: is er sprake van een goed ontwikkelde, levende kroon of zijn er kwijnende of dode takken op de overgang van de kale stam naar de kroon? Bij dit type bos zijn niet alleen de bomen direct langs de route van belang, maar alle dode en kwijnende bomen die minder dan 1,5 keer de hoogte van het pad staan. In dat geval gaat het om bomen die op het pad kunnen vallen. Alleen bomen in deze categorie die schuin staan in een richting vanaf het pad vormen geen risico bij omvallen.

Bos en lanen met een laag risico betreft een beplanting van maximaal 15m hoog en een diameter van minder dan 25cm. In het algemeen gaat het om bomen jonger dan 20 jaar bij snel groeiende soorten (wilg en populier) en jonger dan 40 jaar voor gemiddeld tot langzaam groeiende soorten (het merendeel van de resterende boomsoorten). Geknotte wilg en populier met een diameter minder dan 25cm vallen ook in deze categorie.

Langs het pad vormen kwijnende en dode takken aan bomen een risico, vooral als ze dikker dan 5cm zijn. In het algemeen komen deze takken in de onderste 10m van de boom voor. Maatregelen: • Inspectie om de 5 jaar; • Taksnoei indien nodig; • Kap risicobomen.

Het noodzakelijke onderhoud in dit beheertype bestaat uit het verwijderen van overhangende takken die vooral een risico voor de ogen vormen. Maatregelen: • Inspectie om de 5 jaar; • Taksnoei indien nodig.

De uitgangspunten zijn opgenomen in tabel 1. De snoei-intensiteit, ofwel het aandeel te snoeien bomen is geschat op basis van observaties, maar zal sterk variëren. Dit geldt ook voor de extra te kappen bomen.

2.4.4 Bos en lanen met een gemiddeld risico

Bij bos en lanen met een gemiddeld risico gaat het om een beplanting van meer dan 15m hoog en een diameter van meer dan 25cm. Hier zijn de snelgroeiende soorten, wilg en populier, ouder dan 20 jaar. Gemiddeld tot langzaam groeiende soorten zijn ouder dan 40 jaar. Lanen ouder dan circa 60 jaar of met diameters meer dan circa 50cm vallen in de hoogste risicocategorie (zie paragraaf 3.3 Teeltkundige risicoaspecten). Ook de grotere, geknotte wilg en populier vallen in deze categorie omdat bij achterstallig beheer de loten zo groot kunnen worden dat de geknotte boom kan scheuren. De indeling van bossen ouder dan circa 80 jaar in de midden of 18

2.4.5 Bos en lanen met een hoog risico

Bestaat de laan of het bos uit beuk, Am. eik of staan er populieren (b.v. grauwe abeel) die min of meer in vrijstand zijn opgegroeid, dan is er sprake van verhoogd risico. Dit geldt vooral voor bomen ouder dan 50 jaar of dikker dan 50cm. Ook andere boomsoorten, dikker dan 50cm die minder vitaal zijn, vragen om extra inspectie. Hier geldt eveneens de afstand van 1,5 keer de boomhoogte van wegen en paden en de minimum takdiameter van 5cm. De geschatte maximum snoeihoogte bedraagt 20m. Maatregelen: • Inspectie om de 3 jaar; • Taksnoei indien nodig; • Kap risicobomen.


ZORGPLICHT WANDELROUTES

2.5 Samenvatting Uit hoofdstuk 3 komt naar voren dat de belangrijkste risico’s worden veroorzaakt door: • dode of kwijnende en over paden hangende bomen; • grote, afstervende takken, vooral aan laanbomen. Deze risico’s kunnen verminderd worden door beheersingrepen, zoals: • een goede en tijdige dunning zodat de bomen een diepe levende kroon kunnen vormen; • bomen met een lage takaanzet langs wegen en paden te dunnen; • in een vroeg stadium levende takken te snoeien waardoor het aantal afstervende takken laag blijft en de frequentie van de beheersingreep afneemt. Zoals in de Inleiding (hoofdstuk 1) is aangegeven, gaat het om beheerskosten die gemaakt worden om te voldoen aan de zorgplicht die ontstaat bij openstelling van het bosbezit. Dit betekent dat de volgende risicosituaties extra beheersingrepen vereisen: • Kwaliteit wegen en paden; • Bos en lanen met een laag risico: tot 40 jaar; • Bos en lanen met een gemiddeld risico: tussen de 40-80 jaar; • Bos en lanen met een hoog risico: beuk, Amerikaanse eik en lanen ouder dan 80 jaar. De mate van risico en de hoogte van de kosten worden bepaald door het bostype en het percentage bomen dat extra gekapt of gesnoeid moet worden. Loofbos + lanen snoei

extra kap

11

Naaldbos

gd, dg, ei, be

gd, dg, fs, la

snoei

aandeel te snoeien 40% aantal/100m

Gemengd bos extra kap

snoei

aandeel te snoeien 20%

2

7

extra kap

aandeel te snoeien 10% 3

4

4

Tabel 1. Aantallen te snoeien en te kappen bomen per 100m per bostype bij gemiddeld risico 5 jaar. Loofbos + lanen snoei

Gemengd bos gd, dg, ei, be snoei

extra kap

aandeel te snoeien 40% aantal/100m

8

Naaldbos gd, dg, fs, la snoei

extra kap

aandeel te snoeien 20%

0.5

5

extra kap

aandeel te snoeien 10% 1

3

2

Tabel 2. Aantallen te snoeien en te kappen bomen per 100m per bostype bij hoog risico per 5 jaar. 19


3

VERHOOGD INTENSIEVER


RISICO BIJ GEBRUIK


BUITING ADVIES

22


ZORGPLICHT WANDELROUTES

3.1 Openstelling en beheer Boseigenaren met opengesteld bos hebben zorgplicht. Dit betekent dat iedere boseigenaar verplicht is een minimale inspanning te leveren ten aanzien van het verkleinen van de hier genoemde risico’s. Veel boseigenaren hebben op dit moment al rondwandelingen in eigen beheer of door derden uitgezet. Zoals in hoofdstuk 1 is aangegeven verwacht de wetgever dat de intensiteit van preventieve ingrepen groter is bij intensiever gebruik. Dit wordt in de volgende paragrafen toegelicht.

3.2 Inspectie Er zijn geen gegevens bekend van boseigenaren die specifieke inspecties uitvoeren om risicovolle situaties te identificeren. Wel wordt bij normaal bosbeheer een bos elke 5 (4 tot 10) jaar geblest en gedund. Dit betekent dat risicobomen langs wegen en paden meestal worden verwijderd. Aanvullend zou in de blesinstructie de controle op en de snoei van dood hout opgenomen kunnen worden. Deze extra instructie valt in het kader van de zorgplicht onder normaal bosbeheer. Dit geldt ook als de inspectie eens per 4 tot 10 jaar als aparte maatregel zou worden uitgevoerd. De extra kosten die bij intensief recreatief gebruik eventueel gemaakt worden, bestaan uit een extra inspectie halverwege de dunningscyclus.

3.3 Onderhoud wegen en paden

alle risicobomen binnen 1,5 keer de boomhoogte van wegen en paden worden verwijderd. Tijdens extra inspecties (zie paragraaf 3.2) kunnen bomen die gevaar gaan opleveren alsnog geblest en vervolgens gekapt worden. Dit is duidelijk een extra kostenpost.

3.5 Snoei Ook hier geldt dat iedere eigenaar verantwoordelijk is voor de snoei van gevaarlijke takken langs alle wegen en paden. Tijdens een dunning vallen er sowieso veel dode takken van de bomen als de kronen elkaar beroeren. Daardoor lijkt het aangewezen moment voor snoei na de dunning. Aanvullend kunnen resterende takken die gevaar opleveren worden verwijderd. De extra inspectie langs intensief gebruikte routes halverwege de dunningscyclus kan uitwijzen dat snoei noodzakelijk is. Deze snoeibeurt is een extra kostenpost.

3.6 Conclusie Bij intensief gebruik van wegen en paden (wandelroutes), bestaan de extra beheersingrepen uit: • extra inspectie; • kap dode en kwijnende bomen voor zover niet gedaan tijdens de dunningsingrepen; • extra snoei.

Standaard worden wegen en paden na een dunning hersteld. Aanvullend wordt noodzakelijk onderhoud uitgevoerd. Dit lijkt ook bij intensiever gebruik voldoende. Wel moet er extra aandacht zijn voor ATB-kruisingen. Als er doeltreffende snelheidsbeperkende maatregelen worden getroffen, is dit een eenmalig kostenpost.

3.4 Kap dode en kwijnende bomen Dit risico wordt volledig ondervangen door goed bosbeheer waarbij door middel van een juiste blesinstructie en dunning 23


4

MODEL


BEREKENING


BUITING ADVIES

4.1 Kosten In bijlage 1 is een kort verslag opgenomen van een kosteninventarisatie bij eigenaren, verzekeringsmaatschappijen, beheerders en uitvoerders. De resultaten zijn waarschijnlijk vooral van toepassing op incidentele en kleinschalige situaties. Dit blijkt onder andere als de opgegeven snoeikosten vergeleken worden met de normbedragen van NBL 2006. De opgegeven kosten zijn € 30 voor jonge bomen tot € 125 bij grotere bomen exclusief de kosten van motorzagen en hoogwerkers; de normbedragen variëren echter van € 23 tot € 74 incl. materieel voor grote bomen, afhankelijk van het aantal te snoeien takken. Voor het afhandelen van het snoeihout bestaat een aantal mogelijkheden. Het snoeihout kan het bos worden in gesleept, versnipperd en/of afgevoerd. De kosten variëren tussen de € 15 en € 75 per 100m; voorlopig wordt in de berekeningen met een p.m. post gewerkt. Voor het schatten van de kosten is uitgegaan van drie hypothetische bosbezittingen: • E en bosbedrijf waar bedrijfsmatig wordt gewerkt. De kosten zijn grotendeels gebaseerd op het Normenboek NBL 2006. • Een klein, particulier bosbezit met hoge eenheidskosten, grotendeels gebaseerd op kosteninventarisatie bij eigenaren, beheerders en uitvoerders. • Een oud bosbezit met veel loofbos en lanen. Hierbij moeten de volgende kanttekeningen worden geplaatst: • D e snoeikosten zijn lager geschat omdat het aantal zware takken in bossituaties in het algemeen wat lager is dan bij bomen in parken of steden. • De velkosten zijn wat betreft het Normenboek hoger geschat vanwege het risico bij kap van dode bomen en het geringe aantal bomen. • Voor de kostenraming voor een klein en oud bosbezit zijn de opgegeven velkosten wel erg hoog: € 160 en € 225 per boom. Het lijkt hier redelijk het dubbele van de uit het 26

Normenboek afgeleide kosten te hanteren: € 40 en € 60 per boom. De kosten uit de modelberekeningen zijn samengevat in bijlage 2.

4.2 Uitgangspunten In het onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen regulier gebruik in het kader van openstelling en het toegenomen gebruik als gevolg van bijvoorbeeld Nordic Walking- activiteiten (verder aan te duiden als routegebruik). Uitgangspunten regulier gebruik: • e lke 5 jaar inspectie van boswegen en -paden; • elke 5 jaar snoei van takken en kap van gevaarlijke bomen. Uitgangspunten routegebruik: • e en extra inspectie halverwege de 5 jaarlijkse inspectie van boswegen en -paden; • snoei en kap gevaarlijke bomen halverwege 5 jaarlijkse reguliere beurt; • intensiteit snoei en extra kap 50% regulier gebruik; • kostenniveau snoei en kap 130% regulier gebruik. In de berekening wordt onderscheid gemaakt tussen: • l anen (beheer onafhankelijk van aangrenzende opstand); • wegen en paden (beheer is onderdeel van beheer aangrenzende opstand). Berekening kosten laanonderhoud: • V aststellen hoeveel meter laan het bosbezit heeft. • Onderverdeling van lanen in de risicocategorieën matig en verhoogd. Hier wordt hetzelfde kostenniveau gehanteerd als voor loofbos; vandaar de combinatie loofbos + lanen. Berekening beheer van wegen en paden: • D it betreft de bomen in de opstanden langs de wegen en paden. • Nadat de lengte van de lanen in mindering is gebracht op


ZORGPLICHT WANDELROUTES

4.3 Modelberekeningen

de 100m pad of weg wordt de resterende pad-/weglengte onderverdeeld volgens de matrix van tabel 3: Deze lengte wordt onderverdeeld naar ratio van het voorko o men van de bostypen loofbos, gemengd bos en naaldbos. o Vervolgens wordt een onderverdeling gemaakt naar verondersteld risiconiveau, laag, matig, of verhoogd, afhankelijk van onder andere leeftijd en de aanwezigheid van gevaarlijke takken en bomen. In bijlage 3 staat hoe de weglengte in de modelberekening wordt verdeeld in de matrix als de totale lengte van de lanen 5% is van die van de bospaden en -lanen.

4.3.1 Inleiding

Alle alternatieven, behalve oud bosbezit, zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • H et bos bestaat voor 40% uit loofbos, 30% gemengd bos en 30% naaldbos; • De verdeling over de risicocategorieën is: 30% laag, 40% matig en 30% verhoogd risico; • Het percentage van de bomen langs bospaden en -wegen dat gesnoeid wordt, bedraagt in de categorie loofbos+lanen 40%, gemengd bos 25% en naaldbos 10%. De doorgerekende modellen zijn: 1. Weinig lanen (5m laan/100m), groot bosbezit; 2. Weinig lanen (5m laan/100m), klein bosbezit; 3. Veel lanen (15m laan/100m), groot bosbezit; 4. Veel lanen (15m laan/100m), klein bosbezit; 5. Kap gevaarlijke bomen: weinig lanen (5m laan/100m), groot versus klein bosbezit; 6. Oud bosbezit: zeer veel lanen (30m laan/100m), veel loofbos, zeer veel risico. De definiëring van deze modellen en de resultaten van de modelberekeningen zijn opgenomen in bijlage 4. De berekeningen worden door middel een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd.

Loofbos + lanen Risico categorieën

snoei

extra kap

Gemengd bos

Naaldbos

gd, dg, ei, be snoei extra kap

gd, dg, fs, la snoei extra kap

Laag: bos tot 40 jr Matig: bos 40-80 jr Verhoogd: hoog en/of oud

Tabel 3. Matrix ten behoeve van indeling wegen en paden in beheerscategorieën. 27


BUITING ADVIES 4.3.2 Jaarlijkse kosten per 100m ontsluiting

De uitkomsten van gevoeligheidsanalyse worden in tabel 4 gepresenteerd. Uit deze tabel blijkt dat voor een groot bosbezit met weinig lanen de kosten van de zorgplicht € 68 per 100m ontsluiting zijn. Dit neemt met € 51 toe tot € 119 per 100m ontsluiting bij intensief gebruik als gevolg van extra inspectie en snoei. Staan er dode of kwijnende bomen langs de paden dan worden deze kosten respectievelijk € 75 en € 129 als er 2 bomen per 100m worden gekapt. Dezelfde systematiek is uitgewerkt voor een klein bosbezit. De kosten variëren tussen € 96 en € 185 per 100m ontsluiting. Bij een oud bosbezit, 30m lanen en meer risicobos zijn de kosten bij regulier gebruik € 139 en bij intensief gebruik € 235 per 100m ontsluiting.

4.3.3 Kosten per ha

In tabel 5 zijn de kosten van de zorgplicht per ha weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de oude openstellingsnorm van 50m weg of pad per ha. Het verschil tussen ‘regulier gebruik’ en ‘routegebruik’ is hier kleiner omdat slechts een deel van de opengestelde lanen, wegen en paden hiervoor gebruikt worden. In het rekenmodel is uitgegaan van 20% van de totale lengte van de ontsluiting. In tabel 6 is berekend wat de kosten van de zorgplicht per ha zijn als aangenomen wordt dat de ontsluitingdichtheid (weglengte/ ha) hoger is bij kleine en oude bosbezittingen.

28

4.4 Conclusie De kosten van de zorgplicht voor een bosbezit zijn minimaal € 68 per 100m pad voor regulier gebruik. Dit bedrag kan oplopen tot € 139 per 100m pad als de lengte van de lanen toeneemt van 5m tot 30m laan per 100m ontsluiting en er sprake is van risicovol bos: veel loofhout, hoog risiconiveau (oud bos). Bij extra onderhoud in geval van intensief gebruik (veel bezoekers o.a. door ligging bij stad of door Nordic Walking-routes), nemen de kosten per 100m toe met € 51 tot € 96 per 100m ontsluiting (tabel 4). Als er extra kap plaatsvindt omdat er kwijnende of dode bomen langs de paden staan (in het model circa 2 bomen per 100m padlengte) nemen de kosten toe met € 7 tot € 13 per 100m ontsluiting bij regulier gebruik en bij intensief gebruik van € 10 tot € 21 per 100m ontsluiting (tabel 4). Uitgedrukt per ha variëren de kosten tussen € 34 tot € 79/ha (tabel 5). Dit bedrag kan eventueel oplopen tot € 158/ha als er sprake is van een oud bosbezit met veel lanen en risicovol bos (tabel 6). Als het snoeihout moet worden afgevoerd kunnen de kosten stijgen met € 15 tot € 75 per 100m of € 8 tot € 38/ha bij een ontsluitingsdichtheid van 50m/ha.


ZORGPLICHT WANDELROUTES Lanen

Groot bosbezit

Groot bosbezit

Oud bosbezit

Alleen snoei Snoei + extra kap

Alleen snoei Snoei + extra kap

Alleen snoei

Weinig 5m/100m

Regulier gebruik

€ 68

€ 75

€ 96

€ 109

Route gebruik

€ 119

€ 129

€ 164

€ 185

Veel 15m/100m

Regulier gebruik

€ 74

€ 104

Route gebruik

€ 128

€ 177

Zeer veel 30m/100m

Regulier gebruik

€ 139

Route gebruik

€ 235

Tabel 4. Samenvatting totale kosten per jaar voor 100m wegen en paden.

Lanen

Weglengte/ha

Groot bosbezit

Groot bosbezit

Oud bosbezit

50m/ha

50m/ha

50m/ha

Alleen snoei Snoei + extra kap

Alleen snoei Snoei + extra kap

Alleen snoei

Weinig 5m/100m

Regulier gebruik

€ 34

€ 38

€ 48

€ 55

Route gebruik

€ 39

€ 43

€ 55

€ 62

Veel 15m/100m

Regulier gebruik

€ 37

€ 52

Route gebruik

€ 42

€ 59

Zeer veel 30m/100m

Regulier gebruik

€ 70

Route gebruik

€ 79

Tabel 5. Samenvatting totale kosten per ha per jaar voor wegen en paden voor openstellingsnorm 50m/ha.

Lanen

Weglengte/ha

Groot bosbezit

Groot bosbezit

Oud bosbezit

50m/ha

50m/ha

50m/ha

Alleen snoei Snoei + extra kap

Alleen snoei Snoei + extra kap

Alleen snoei

Weinig 5m/100m

Regulier gebruik

€ 34

€ 38

€ 72

€ 82

Route gebruik

€ 39

€ 43

€ 82

€ 93

Veel 15m/100m

Regulier gebruik

€ 37

€ 78

Route gebruik

€ 42

€ 89

Zeer veel 30m/100m

Regulier gebruik

€ 139

Route gebruik

€ 158

Tabel 6. Samenvatting totale kosten per jaar per ha voor wegen en paden met aangepaste ontsluiting per ha. 29


5

DISCUSSIE


& CONCLUSIES


BUITING ADVIES

5.1 Discussie

5.2 Conclusie

Hoewel buiten het kader van dit rapport, is ook gekeken naar letselrisico door vallende takken als er niet gesnoeid wordt. In bijlage 6 zijn de uitgangspunten en het resultaat van een eerste vingeroefening kort weergegeven. Op basis van deze berekening luidt de conclusie dat er per 1000 bezoekuren een kans bestaat van circa 1 op 3500 tot bijna 1 op 6000 dat er letsel ontstaat afhankelijk van bos- of laanbomen. De vraag is, of dit risico binnen door de overheid gehanteerde risiconormen voor calamiteiten als vliegtuigongevallen rond Schiphol, giftreinen en dijkdoorbraken valt. In het bijzonder als de geschatte kosten van de zorgplicht die van de SN, beheerspakket bos, kunnen overstijgen. Uit deze globale berekening blijkt dat de aanname “dat 90% van takken onder extreme weersomstandigheden valt, wanneer er geen mensen in het bos zijn”, een groot effect heeft. De kans op letsel tijdens extreme weersomstandigheden wordt geschat tussen 1 op 5 en 1 op 8 per 1000 bezoekuren.

De eerste, belangrijke conclusie van deze studie is dat: • Op basis van de huidige kennis een boseigenaar verantwoordelijk is voor letsel tenzij hij kan aantonen dat er zorgvuldig beheerd is of er sprake is van overmacht.

Door tijdgebrek en het ontbreken van een volledig overzicht van de beheerspraktijk zijn er onzekerheden verbonden aan de modelbenadering van de kostenraming voor het onderhoud van wegen en paden om aan de eisen van de zorgplicht te voldoen. De grootste kansen op onvolkomenheden zijn: • P reventief onderhoud in het kader van de zorgplicht is nieuw. Het kan zijn dat over 10 jaar, als gevolg van regelmatig onderhoud, een onderhoudsfrequentie voor ‘regulier gebruik’ niet elke 5 jaar maar elke 8 tot 10 jaar voldoende blijkt en dat dit ook voor ’routegebruik’ geldt. • Dat de hoogte van de kosten de beheerder dwingt niet alleen dode takken te verwijderen maar meer preventief in de groene kroon te snoeien zodat de onderhoudsfrequentie en daarmee de kosten lager worden. • Dat de kosten en intensiteit (% bomen dat gesnoeid wordt, tabel 1 en 2) van de ingrepen onjuist zijn ingeschat. • Dat de kosten in de toekomst (aanzienlijk) lager worden als dit soort ingrepen gangbaar wordt en door innovatie van equipment en technieken. 32

De tweede conclusie is dat met beheersmaatregelen de risico’s en daarmee de kosten verlaagd kunnen worden door: • I n de blesinstructie op te nemen dat alle dode en kwijnende bomen op een afstand van minder dan 1,5 keer de boomhoogte van wegen en paden worden geveld; • Een zodanige blesinstructie en dunningsregime te hanteren dat bomen vooral langs wegen en paden een diepe levende kroon ontwikkelen en behouden; • Extra aandacht in de blesinstructie voor bosbomen langs paden die lage zware zijtakken hebben onder de kroon, omdat deze voortijdig zullen afsterven. De volgende conclusie is dat er extra beheersingrepen noodzakelijk zijn bij intensief gebruik namelijk extra inspectie, kap en snoei. Ten aanzien van de van de kosten zijn de belangrijkste conclusies: • D e geraamde kosten voor de zorgplicht worden geschat op minimaal € 68 per 100m pad voor regulier gebruik bij 5m laan per 100m ontsluiting (tabel 4). • Dit bedrag kan oplopen tot € 139 per 100m bij 30m laan per 100m ontsluiting als er sprake is van veel risicobos, veel loofhout en hoog risiconiveau (oud bos). • Bij extra onderhoud in geval van intensief gebruik (veel bezoekers o.a. door ligging bij stad of door Nordic Walking-routes), nemen de kosten per 100m toe met € 26 tot € 94 per 100m ontsluiting. • De geraamde kosten voor de zorgplicht bij een ontsluitingsdichtheid van 50m oplopend tot 100m/ha worden geschat op € 34 – 158/ha (zie tabel 5 en 6). De kosten zullen vaak hoger zijn dan de bijdrage van SN, beheerspakket bos € 51,24/ha (2006);


ZORGPLICHT WANDELROUTES • A ls het snoeihout moet worden afgevoerd kunnen de kosten met € 8 tot € 38/ha stijgen bij een ontsluitingsdichtheid van 50m/ha Tot slot wordt geconcludeerd dat een studie wenselijk is om de kans op letselrisico voor diverse boseigendommen met lage tot hoge bezoekersaantallen in te schatten en of dit in verhouding staat met de geraamde kosten. Het is een open vraag of de boseigenaar verantwoordelijk is voor letsel tijdens extreme weersomstandigheden zoals storm, ijzel en zware sneeuwval en de kans op vallende takken groot is.

33


BUITING ADVIES

34


ZORGPLICHT WANDELROUTES

Bijlagen Bijlage 1. Verslag kosteninventarisatie Bijlage 2. Gebruikte kosten voor snoei en vellen Bijlage 3. Verdeling pad- of weglengte naar bostype. Bijlage 4. Resultaten modelberekeningen. Bijlage 5. Kosten per risicocategorie Bijlage 6. Voorbeeld modelberekening Bijlage 7. Opzet boommodel en modelberekening letselrisico

35


BUITING ADVIES

Bijlage 1. Verslag kosteninventarisatie Verslag kosteninventarisatie eigenaren, verzekeringsmaatschappijen, beheerders en uitvoerders Wij hebben met een aantal eigenaren gesproken over de kosten voor de aanleg en het onderhoud van Nordic Walking-routes. Hieruit kwam naar voor dat er wel meerkosten verbonden zijn aan de aanleg van ruiter- en ATB-routes maar niet aan Nordic Walking. Wel wordt verwacht dat er meerkosten voor onderhoud zijn, omdat een grotere gebruiksintensiteit leidt tot extra kosten in verband met extra zorg door een verhoogd risico. Uit de gesprekken met verzekeringsmaatschappijen bleek dat er geen sprake is van een verhoogde premie door een grotere gebruiksintensiteit. De premie bedraagt in beide gevallen ongeveer € 250 per 10 hectare. Voorwaarde voor uitkering is het aantoonbaar kunnen maken van de zorgplicht. Als hieraan is voldaan, is de eigenaar niet aansprakelijk. Om die reden verzekeren heeft dus geen zin. Aannemers gaven unaniem aan geen offerte uit te brengen maar slechts richtprijzen op te geven omdat ze bij offertes het bos willen zien. Voor een laag risicobos komt de inspectie op € 10 - € 25 per 100 meter eenzijdig, voor een normaal risicobos op € 10 - € 50 per 100 meter eenzijdig of op € 1 - € 5 per geïnspecteerde boom. Bij een verhoogd risico zijn de prijzen € 5 tot € 25 per boom. Voor een exacte richtprijs hebben ze meer informatie nodig over de grootte van het bos, het onderhoudsniveau van de bomen en de aard van wegen en ondergrond. De inspectie kan ook tegen uurtarief of in een totaalofferte worden uitgevoerd. De meeste aannemers hanteren voor de snoei en kap van dood hout, kwijnende of risicobomen uurtarieven van ongeveer € 30 en bij grotere bomen tot € 60, exclusief de kosten van motorzagen, hoogwerkers e.d. Een enkele boomverzorger was bereid een opgaaf per boom te doen. Hierbij variëren de snoeikosten van € 30 voor jonge bomen tot €125 voor oude bomen. Het kappen van bomen kost €160 tot €225. Uiteraard zijn de kosten lager indien de risico-bomen worden meegenomen in een dunning.

36


ZORGPLICHT WANDELROUTES

Bijlage 2. Gebruikte kosten voor snoei en vellen Gebruikte kosten voor snoei van laan- en randbomen en het vellen van kwijnende en dode bomen.

2a. Groot bosbezit L o o fb o s + la n e n G e m e n g d b o s gd, d g, e i, be

S no ei incid enteel € 30

L aag risico bos tot 40 jr

extra k ap snoei incid enteel € 30

N a a ld b o s

gd, d g, fs, la extra extra k ap snoei k ap

M atig risico bos 40-8 0 jr

kroondiam o f DBH k osten per boom

7m € 40

25 cm € 25

6m € 35

20 cm € 20

5m € 25

20 cm € 20

V erh o o g d risico oud bos

kroondiam o f DBH k osten per boom

10 m € 75

30 cm € 30

8m € 70

25 cm € 25

7m € 60

25 cm € 25

Ta b e l 2 .1 . G e b ruikte ko sten vo o r sn oe i en ve llen vo o r ee n g roo t b o sb e zit (€ pe r b o om )

2b. Klein of oud bosbezit L o o fb o s + la n e n G e m e n g d b o s gd, d g, e i, be

snoei incid enteel € 30

L aag risico bos tot 40 jr M atig risico bos 40-8 0 jr

kroondiam o f DBH k osten per boom

7m € 50

extra k ap snoei incid enteel € 30 25 cm € 50

6m € 50

N a a ld b o s

gd, d g, fs, la extra extra k ap snoei k ap

20 cm € 45

5m € 40

V erh o o g d kroondiam o f risico DBH 10 m 30 cm 8m 25 cm 7m oud bos k osten per boom € 12 5 € 60 € 12 5 € 55 € 10 0 T abel 2.2 . G ebruik te k osten voor sn oe i en vellen voor e en k lein /ou d bosb e zit (€ per boom )

20 cm € 40 25 cm € 50

37


BUITING ADVIES

Bijlage 3. Verdeling pad- of weglengte naar bostype Voorbeeld van verdeling pad- of weglengte voor een klein en groot bosbezit met 5m lanen per 100m wegen en paden naar bostype en risiconiveau exclusief 5m voor lanen.

Risico

Loofbos

Gemengd bos

Naaldbos

Laag: bos tot 40 jr

11,4 m

8,6 m

8,6 m

Matig: bos 40-80 jr

15,2 m

11,4 m

11,4 m

Verhoogd: hoog en/of oud

11,4 m

8,6 m

8,6 m

Totaal per bostype

38,0 m

28,5 m

28,5 m

Tabel 3.1. Verdeling weglengte voor een klein/ groot bosbezit met 5m lanen per 100m

38


ZORGPLICHT WANDELROUTES

Bijlage 4. Resultaten modelberekeningen Model 1. Weinig lanen, groot bosbezit

Uitgangspunten: • 5m lanen waarvan 3m met matig en 3m met verhoogd risico; • 95m wegen en paden waarvan: o 38,0m in loofbos; o 28,5m in gemengd bos; o 28,5m in naaldbos. Per bostype is dit verdeeld in 30% verhoogd risico, 40% matig en 30% laag. • Geen extra kap van gevaarlijke bomen omdat tijdens de dunning alle dode en kwijnende bomen tot 1,5 keer de boomhoogte van boswegen en -paden worden geveld. Kosten: • De gehanteerde kosten zijn samengevat in bijlage 2.a, Groot bosbezit, in de kolommen ‘snoei’. De uitkomsten van de kosten voor een groot bosbezit bij regulier gebruik en bij routegebruik voor bijvoorbeeld Nordic Walking zijn weergeven in tabel 4.1. Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

€ 15

€ 30

€ 15

5m

€ 5

€ 9

€3

95 m

€ 48

€ 80

€ 32

Extra kap

€ 0

€ 0

€0

Afhandelen snoeihout

P.M.

P.M.

P.M.

Inspectie Snoei lanen met lengte Snoei bosranden langs wegen, lengte

€ 68 € 119 Totaal Tabel 4.1. Groot bosbezit: Kosten per jaar voor 100m wegen en paden per gebruikstype; weinig lanen

€ 50

Model 2. Weinig lanen, klein bosbezit

Uitgangspunten: • Zie model 1. Kosten: • Hogere kosten voor snoei, zie bijlage 2.b, Klein bosbezit en Oud bosbezit, kolommen ‘snoei’. Voor een klein bosbezit is de kostenraming: Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

€ 15

€ 30

€ 15

5m

€8

€ 13

€5

95 m

Inspectie Snoei lanen met lengte

€ 73

€ 121

€ 48

Extra kap

€0

€0

€0

Afhandelen snoeihout

P.M.

P.M.

P.M.

Snoei bosranden langs wegen, lengte

€ 96 € 164 Totaal Tabel 4.2. Klein bosbezit: Kosten per jaar voor 100m wegen en paden per gebruikstype; weinig lanen.

€ 68

In bijlage 5, tabel 5.1, staan de uitkomsten van dezelfde berekening voor 5m laan per 100m maar dan per risicocategorie. 39


BUITING ADVIES Model 3. Veel lanen, groot bosbezit

Uitgangspunten: • 15m lanen waarvan 7,5m met matig en 7,5m met verhoogd risico; • 95m wegen en paden waarvan: o 34,0 in loofbos; o 25,5m in gemengd bos; o 25,5m in naaldbos. Per bostype is dit verdeeld in 30% verhoogd risico, 40% matig en 30% laag. • Geen extra kap van gevaarlijke bomen. Kosten: • De gehanteerde kosten zijn samengevat in bijlage 2.a, Groot bosbezit, in de kolommen ‘snoei’. De uitkomsten van deze berekening voor een groot bosbezit staan in tabel 4.3. Inspectie

Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

€ 15

€ 30

€ 15

Snoei lanen met lengte

15 m

€ 16

€ 26

€ 10

Snoei bosranden langs wegen, lengte

85 m

€ 43

€ 72

€ 29

Extra kap

€ 0

€ 0

€ 0

Afhandelen snoeihout

P.M.

P.M.

P.M.

€ 74 € 128 Totaal Tabel 4.3. Groot bosbezit: Kosten per jaar voor 100m wegen en paden per gebruikstype; veel lanen.

€ 54

Model 4. Veel lanen, groot bosbezit

Uitgangspunten: • Zie model 3. Kosten: • Hogere kosten voor snoei, zie bijlage 2.b, Klein bosbezit en Oud bosbezit, kolommen ‘snoei’. Voor een klein bosbezit is de kostenraming: Inspectie

Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

€ 15

€ 30

€ 15

Snoei lanen met lengte

15 m

€ 24

€ 39

€ 15

Snoei bosranden langs wegen, lengte

85 m

€ 65

€ 108

€ 43

Extra kap

€ 0

€ 0

Afhandelen snoeihout

P.M.

P.M.

0

€ 104 € 177 Totaal Tabel 4.4. Klein bosbezit: Kosten per jaar voor 100m wegen en paden per gebruikstype; veel lanen.

P.M. € 73

In bijlage 5, tabel 5.2, staan de uitkomsten van dezelfde berekening voor 15m laan per 100m maar dan per risicocategorie. 40


ZORGPLICHT WANDELROUTES Model 5. Kap gevaarlijke bomen; weinig lanen, groot versus klein bosbezit Uitgangspunten: • Zie model 1., echter extra kap • In dit model worden gemiddeld 2 gevaarlijke bomen per 100m gekapt. • Langs de lanen worden geen bomen gekapt vanwege de beschermende functie van de laan. Kosten: • Bijlage 2.a en 2.b zowel de kolommen ‘snoei’ als ‘extra kap’. De kosten voor het model weinig lanen en extra kap zijn in tabel 4.5. weergegeven. Inspectie

Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

€ 15

€ 30

€ 15

€ 5 -8

€ 9 - 13

€3-5

€ 80 - 121

€ 32 - 48

Snoei lanen met lengte

5m

Snoei bosranden langs wegen, lengte

95 m € 48 - 73

Extra kap

€ 6 - 13

€ 10 - 22

€4-9

Afhandelen snoeihout

P.M.

P.M.

P.M.

€ 75 - 109 € 129 - 185 € 55 - 77 Totaal Tabel 4.5. Groot – Klein bosbezit: Kosten per jaar voor 100m wegen en paden per gebruikstype; weinig lanen en extra kap.

Als voorbeeld van een modelberekening worden in bijlage 6 de gebruikte kosten en aantallen voor bovenstaand alternatief weergegeven.

Model 6. Oud bosbezit

In het model ‘Oud bosbezit’ is het aandeel lanen hoger, namelijk 30m per 100m boswegen en paden. Ook de bossamenstelling is anders: loofbos 50%, gemengd bos 30% en naaldbos 20%. Ook wordt uitgegaan van ouder en risicovoller bos. Uitgangspunten zijn: • 30m lanen waarvan 21m met verhoogd risico en 9m met matig; • 70m wegen en paden waarvan: o 35m in loofbos; o 21m in gemengd bos; o 14m in naaldbos. Per bostype is dit verdeeld in 50% verhoogd risico, 40% matig en 30% laag. • Geen extra kap van gevaarlijke bomen. Kosten: • De gehanteerde kosten zijn samengevat in bijlage 2.a, Klein bosbezit en Oud bosbezit, kolomen ‘snoei’. Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

€ 15

€ 30

€ 15

Snoei lanen met lengte

30 m € 52

€ 86

€ 34

Snoei bosranden langs wegen, lengte

70 m € 72

Inspectie

€ 119

€ 47

Extra kap

€0

€0

€0

Afhandelen snoeihout

P.M.

P.M.

P.M.

€ 139 € 235 € 96 Totaal Tabel 4.6. Oud bosbezit: Kosten per jaar voor 100m wegen en paden per gebruikstype; zeer veel lanen, veel loofbos en hoog risico. 41


BUITING ADVIES

Bijlage 5. Kosten per risicocategorie Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

Laag risico

€ 4 per 100m

€ 10 per 100m

€ 5 per 100m

Matig risico

€ 62 - 82 per 100m

€ 102 - 135 per 100m

€ 40 - 53 per 100m

Verhoogd risico

€ 86 - 147 per 100m

€ 142 - 242 per 100m

€ 56 - 95 per 100m

Tabel 5.1. Groot – Klein bosbezit: Kosten per risicocategorie per jaar van paden en wegen; weinig lanen

In tabel 51. staan de uitkomsten van dezelfde berekening maar dan per risicocategorie. Op basis van de uitkomsten in tabel 5.1. worden de kosten voor laanonderhoud voor een klein bosbezit als volgt berekend. De basisgegevens zijn: • 600m ontsluiting, een laanaandeel van 5m laan per 100m ontsluiting betekent; • 30m laan waarvan: o 40% matig risico: 12m o 60% verhoogd risico: 18m • resteert 570m bospaden en -wegen waarvan: o 65% matig risico: 372m o 35% verhoogd risico: 200 • D e onderliggende aanname is dat het bos bestaat uit 40% loofbos, 30% gemengd bos en 30% naaldbos. Ook het te snoeien percentage bomen ligt vast, respectievelijk 40%, 25% en 10% (uitgangspunten modelberekening waar tabel 5.1. het resultaat van is, paragraaf 5.3 Modelberekeningen). De onderhoudskosten voor wegen en paden wordt dan: • 12m + 372m matig risico à € 82 per 100m is € 315 • 18m + 200m verhoogd risico à € 147 per 100m is € 320 • Totaal € 635 per jaar. Als 25% van deze lanen onder de categorie Routegebruik vallen, komt er dus bij: • 25% van 12m + 372m matig risico à € 53 per 100m is € 204 • 25% van 18m + 200m verhoogd risico à € 95 per 100m is € 207 Het totaal voor Routegebruik komt op € 635 + € 204 + € 207 = € 1046 per jaar

42


ZORGPLICHT WANDELROUTES In tabel 5.2. staan de uitkomsten van dezelfde berekening maar dan per risicocategorie. Regulier gebruik

Route gebruik

Verschil

Laag risico

€ 4 per 100m

€ 10 per 100m

€ 5 per 100m

Matig risico

€ 62 - 85 per 100m

€ 107 - 141 per 100m

€ 42 - 56 per 100m

Verhoogd risico

€ 90 - 152 per 100m

€ 148 - 251 per 100m

€ 58 - 99 per 100m

Tabel 5.2. Groot – Klein bosbezit: Kosten per risicocategorie per jaar van paden en wegen; veel lanen.

43


BUITING ADVIES

Bijlage 6. Voorbeeld modelberekening Voorbeeld modelberekening voor alternatief klein bosbezit weinig lanen met extra kap.

Input Loofbos + lanen Risico

Matig

Bos 40 - 80 jr

Verhoogd risico Hoog en/of oud en/of Beuken

Kroondiam of DBH aantal/ 100m kosten per boom kosten per 100 m Kroondiam of DBH aantal/ 100m kosten per boom kosten per 100 m

Loofbos + lanen gd, dg, la, fs

Snoei

Extra kap

Snoei

Extra kap

Snoei

Extra kap

7m 11 €50 €571 10 m 8 €125 €1.000

25 cm 2 €50 €100 30 cm 0.5 €60 €30

6m 8 €50 €417 8m 6 €125 €781

20 cm 3 €45 €135 25 cm 1 €55 €55

5m 4 €40 €160 7m 3 €100 €286

25 cm 2 €50 €100 25 cm 2 €50 €100

te snoeien aandeel 40% Incidenteel €30

Laag Bos tot 40 jr

Loofbos + lanen gd, dg, ei, be te snoeien aandeel 25% Incidenteel €30

te snoeien aandeel 10% Incidenteel 30%

Hypothetisch bos Extra kap

Dode en kwijnende bomen 1(1 = ja / 0 = nee) Lengte wegen en paden = 100 m 5% van wegen en paden bestaat uit lanen hoger >15m. 50% daarvan heeft een matig risico de lengte met verhoogd risico is Totaal wegen, paden als bosrand Bostypen 40% Loofbos 30% gemengd bos 40% matig risico (hoogte > 15m) 30% verhoogd risico

weg-/padlengte 5 m 2.5 m 2.5 m 95 m

Output Loofbos + lanen

Laag Bos tot 40 jr

Lengte wegen paden kosten bos

Snoei te snoeien aandeel 40% 11.4 m €3

Matig Bos 40 - 80 jr

Lengte wegen, paden kosten bos kosten laan Lengte wegen, paden kosten bos kosten laan

15.2 m €87 €14 11.4 m €114 €25

Risico

Verhoogd risico Hoog en/of oud en/of Beuken

Loofbos + lanen gd, dg, ei, be Snoei te snoeien aandeel25% 8.6 m €3

Extra kap

15.2 m €15

11.4 m €48

11.4 m €3

8.6 m €67

Extra kap 11.4 m

Kosten 100 m paden en wegen per 5 jr Inspectie Snoei lanen Snoei bosranden Extra kap Afhandelen snoei hout

44

Totaal

€ 75 € 39 €364 € 66 € pm

€544

Loofbos + lanen gd, dg, la, fs Snoei te snoeien aandeel10% 8.6 m €0

Extra kap

11.4 m €15

11.4 m €18

11.4 m €18

8.6 m €5

8.6 m €24

8.6 m €9

8.6 m

8.6 m


ZORGPLICHT WANDELROUTES

Bijlage 7. Opzet boommodel en modelberekening letselrisico Het model gaat uit van de veronderstelling dat een boom gedurende zijn leven een aantal zware takken vormt onder de blijvende kroon die ‘op zeker moment’ zullen vallen. Er wordt verondersteld dat er geen snoei plaatsvindt. De kans dat een vallende tak letsel veroorzaakt hangt onder meer af van hoe en waar de tak valt, de verblijfsduur van de bezoeker en het aantal bezoekers per jaar. Een belangrijke aanname in het model is dat er geen bezoekers in het bos zullen zijn gedurende extreme weersomstandigheden zoals storm, ijzel en zware sneeuwval en dat juist onder die omstandigheden de meeste takbreuk plaatsvindt. Eerst worden de gegevens van de ‘gemiddelde’ boom ingevuld. In de modelberekening is onderscheid gemaakt tussen een bosboom en een laanboom.

Boomgegevens

Bosboom Laanboom

Bosboom Laanboom

Gemiddeld Maximale Leeftijd

Periode Takkranstakval in afstand jaren

Gemidd. max. hoogte boom

Takgrens onder

80 120

40 80

25 25v

10 8

0,5 v 0,5

Verdeling omvang takken Midden Licht <5 cm 5 - 10 cm

Zwaar >10 cm

60%v 20%v

10%v 50%v

30%v 30%v

Takgrens boven 17,5 17,5

Uiteindelijk aantal takken per krans

% takken boven pad

3v 3v

25%v 25%v

Tabel 6.1. Overzicht boomgegevens.

Boomgegevens die worden ingevoerd zijn: • Maximale leeftijd, gemiddelde per boom; • Periode takval in jaren: de geschatte duur van de periode dat de boom hoger is dan circa 15m tot het begin van de aftakelingsfase; • Takkrans-afstand: gemiddelde afstand tussen de takkransen; • Hoogte boom; • Takgrens onder: minimale hoogte waar zich risicotakken hebben gevormd; • Takgrens boven: maximale hoogte waar zich risicotakken hebben gevormd (onderkant blijvende kroon); • Uiteindelijk aantal takken per krans: takken die zich hebben ontwikkeld tot blijvende zijtakken, ouder dan circa 5 jaar en dikker dan 2cm; • % takken boven pad • Verdeling omvang takken o licht: < 5cm o midden: 5 – 10cm o zwaar: > 10cm

45


BUITING ADVIES Door de hogere leeftijd van de laanboom is de ’periode takval in jaren’ groter dan voor bosbomen. Omdat takken kunnen maar één keer vallen, is het risicoletsel bij laanbomen door de hogere leeftijd relatief gunstig, ook al heeft een laanboom relatief veel zware takken (zie paragraaf 3.3 Teeltkundige risico aspecten). Vervolgens worden factoren onderscheiden die het risico beïnvloeden: F a c to re n d ie ris ic o b e in v lo e d e n

Bosboom Laanboom

L e ts e lris ic o

D uur w a n d e lin g m in u te n 60 60 lic h t

% ta k k e n d a t va lt tijd e n s e x tre m e w e e rs s itu a tie s 90% 90%

% pad / w e g le n g te m e t ris ic o 30% 30%

A a n ta l b e zo e k e rs p e r ja a r 1000 1000

R is ic o p e r ta k c a te g o rie m id d e n zw a a r 5% 25% 75%

Tabel 6.2. risico aspecten voorvoor vallende takken Tabel 6.2.Overzicht Overzicht risico aspecten vallende takken

Factoren die het risico beïnvloeden: • Duur wandeling; • % Takken dat valt tijdens extreme weerssituaties wanneer er geen bezoekers zijn; • % Laan-, pad- of weglengte met risico; • Aantal bezoekers per jaar; • Letselrisico is gekoppeld aan takgrootte en is ook afhankelijk hoe en waar de tak valt: o licht; o midden; o zwaar. Resultaten modelberekening letselrisico

R e s u lta a t

L etsel risico in kan s v an b ezo eku ren g ed u ren d e "n o rm aal" 1000 1 o p … .. p er jaar v o o r w eer in b o ssitu atie R isico per tak categorie T o taal licht m idden zw aar 5.768 B osboom 34.607 13.843 13.843 3.564 Laanboom 163.930 21.857 4.371 Tabel 6.3.Risico Risico letsel volgens aannames gemaakt in tabellen 6.1. Tabel 6.3. opop letsel volgens aannames gemaakt in tabellen 6.1 en 6.2en 6.2.

46


ZORGPLICHT WANDELROUTES De resultaten in tabel 6.4 zijn gepresenteerd in een kans van 1 op ‌. dat gedurende 1000 bezoekuren iemand letsel oploopt. De kansen op calamiteiten neemt sterk toe als mensen zich ook tijdens extreme weersomstandigheden in het bos begeven (tabel 6.4). Gecorrigeerd voor de korte duur van die extreme weerssituaties (bijvoorbeeld vijf dagen per jaar), wordt de kans circa 70 keer groter dan in de tabel 6.4. is berekend: 1 op 5 tot 1 op 8 voor respectievelijk laan- en bosbomen.

R e s u lta a t

L etsel risico in kan s v an b ezo eku ren g ed u ren d e "extreem " 1000 1 o p ‌ .. p er jaar v o o r w eer in b o ssitu atie R isico per tak categorie T o taal licht m idden zw aar 577 B osboom 3.461 1.384 1.384 356 Laanboom 16.393 2.186 437

Tabel opop letsel idem tabel 6.3 maar met % takval teijdens extreem weer = 0% = 0%. Tabel6.4. 6.4.Risico Risico letsel idem tabel 6.3. maar met % takval tijdens extreem weer

47


Colofon Titel:

Zorgplicht Wandelroutes - modelstudie

Datum: Auteur:

September 2007 Aart Heinen, Ronald Buiting Buiting Advies Postbus 98 6950 AB Dieren Tel. 0313 - 61 90 42

Website: www.buiting.nl

Š Buiting Advies 2007. Alles uit deze publicatie mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, mits de bron wordt vermeld.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.