<H>ART Focus - Solakov

Page 1

4.

FEATURES EXPO / CAHF

1.03 2012

&lt;H&gt;ART

Nedko Solakov versus Nedko Solakov

Contemporary Art Heritage Flanders (CAHF) is een samenwerkingsverband tussen M HKA (Antwerpen), Middelheimmuseum (Antwerpen), S.M.A.K. (Gent) en Mu.ZEE (Oostende). Het partnership zet zich in voor de internationale promotie van de Vlaamse hedendaagse kunstcollecties en ondersteunt initiatieven rond actuele kunst. Zo bieden de vier musea samen een overzicht van de hedendaagse kunst die in Vlaanderen aanwezig is en dat in een internationale context. In samenwerking met H ART worden dit seizoen vier belangrijke tentoonstellingen uitgekozen, in elk museum één, waarbij van de gelegenheid gebruik wordt gemaakt om telkens de eigen museale collectie te belichten. In dit nummer zijn Nedko Solakov en het S.M.A.K. aan de beurt. Later volgen Lucy McKenzie en Mu.ZEE, Jimmie Durham en M HKA en Thomas Schütte en het Middelheimmuseum. Elk van de kunstenaars heeft een band met de betrokken museumcollectie.

In 1981 studeert de Bulgaarse kunstenaar Nedko Solakov (°1957) af aan de academie van Sofia. Dertig jaar later veegt hij als het ware zijn oeuvre bijeen en voorziet het van opwekkend of soms ook negatief commentaar. Hij liet drie curatoren van drie verschillende museale instellingen een keuze maken uit zijn werk, telkens één kunstwerk per jaar. In een vierde tentoonstelling, die intussen is afgelopen, liet hij ‘zijn’ keuze zien: ‘the best of the bad ones’. Met veel zelfironie toont Solakov het werk van Solakov.

Meer over Contemporary Art Heritage Flanders op www.cahf.be.

Het S.M.A.K. is huis met en voor de kunstenaars

Paul DEPONDT

Schrijver Kunst is commentaar. Bij elk werk geeft Solakov eigenzinnig commentaar. Hij spaart zichzelf niet. Met veel ironie benadert hij zijn eigen oeuvre, zowel de vroege nog klassieke schilderijen – de kunstenaar liggend in zijn bed in het atelier bij een oude Bulgaarse icoon – als een ‘herneming’ van zijn installaties. Veel van zijn werk gaat over ‘Solakov versus Solakov’, maar ook over de kunstwereld en het curatorendom. De titels zeggen genoeg: ‘reattributions’ (herbekeken opmerkingen over kunst in museumcollecties) of ‘quotations’ (letterlijk: citaten). Tussen aanhalingstekens vat hij een citaat, een schilderij of een uitspraak, samen; vallen de tekens eraf, “dan is er eigenlijk

FEATURES EXPO / CAHF

H ART en CAHF

‘Ik benader mijn oeuvre ironisch en sarcastisch’

“Het uitgangspunt van de expositie”, zegt Solakov, “was een vrij gek idee over hoe je een tentoonstelling zou kunnen structureren: je maakt toch minstens één goed werk per jaar. De drie curatoren van de IKON Gallery in Birmingham, het S.M.A.K. in Gent en het Museo de Arte Contemporanea de Serralves in Porto, konden kiezen uit mijn complete werk sinds mijn afstuderen aan de academie van Sofia. Het oeuvre bestrijkt dertig jaar, samengebald in 5683 files, 14,2 gigabytes, voor elke curator gestockeerd op een ‘memory stick’. Een jaar geleden kwamen ze gedrieën, sommigen met hun curator of hun medecuratoren, naar Sofia en ik toonde in een paar dagen wat ik die dertig jaar had gemaakt, inclusief mijn eerste werken. Alles stond op hun sticks. Aan het eind van de tweede dag maakten ze een selectie; ik trad uitsluitend op als een secretaris die hun keuzes noteerde. Ik hield me afzijdig. Het eerste luik van ‘All in Order, with Exceptions’, was te zien in Birmingham, na het tweede in Gent komt er een derde presentatie in Porto. Telkens zijn het andere presentaties, omdat de curatoren sommige werken koppelden aan verschillende jaartallen. Dat maakt het spannend. Voor Trento maakte ik uiteindelijk mijn geheel eigen keuze uit ‘the best of the bad ones’. Die presentatie had dan ook een andere titel: ‘All in (My) Order, with Exceptions’.”

&lt;H&gt;ART 1.03 2012

geen tentoonstelling meer”, zegt Solakov. Hij maakt vooral ‘narratieve installaties’, werk waarin het woord een belangrijke rol speelt. De kunstenaar wordt een schrijver. Soms is tekst zelfs heel substantieel voor het werk. Het is een vorm van ‘storytelling’, want het verhaal omheen het werk verstevigt de manier waarop het geïnterpreteerd of gevat wordt. “Ik hou van sprookjes en vertellingen. Veel van mijn werk is eigenlijk een soort vertelling. Je kunt het lezen. Ik maak voor de documenta in Kassel werk in het Brüder Grimm Museum. Dat is een mooie plek voor zulke in beeld gebrachte vertellingen. Ik kan er helaas niet veel over vertellen, dat is nog ‘off the record’. Maar het is een godgegeven expositieplek.” In zijn werk hecht hij groot belang aan de interactie met de toeschouwer. Soms worden museumbezoekers, gewild of ongewild, deel van het werk. Ze kunnen soms krassen, tekenen op de wanden; soms zijn ze, zonder het te weten – zoals Solakov het formuleert – “verkennende wandelaars in mijn eigen biografie”. Hij geeft alles prijs, niet alleen op een tentoonstelling, maar ook in catalogi en op zijn website. Daar kun je het maakproces, de verwikkelingen en polemieken, de opmerkingen en oprispingen, kortom alles volgen. “De catalogus, maar ook ‘the folders’ op mijn website, maakt deel uit van het project: alles is gemarkeerd met gele, blauwe, rode of grijze stippen, zoals in de catalogus is aangeduid wie wat koos en waar het te zien was en is. Het heeft enorm veel tijd gekost om dit te realiseren. Je krijgt, jaar per jaar, alle informatie en ook de context te zien van het oeuvre, en tegelijk ook vroeger en later commentaar op het werk. Op 1350 pagina’s kun je alle werken zien, ook het werk van voor 1989, alles gelabeld en voorzien van tal van documenten. De bedoeling is dat bezoekers van mijn website heel het oeuvre, of het nu een tekening of een grote installatie is, kunnen situeren in de context van de tijdgeest waarin het werk is ontstaan. In de ‘folders’ tref je een heel kritische benadering aan. Je kunt het werk niet scheiden van zijn maker. Het valt samen. Ik hoop dat dit niet begrepen wordt als een soort egocentrisme. Ik bekijk mezelf en mijn oeuvre met veel ironie.

Nedko Solakov, ‘The Collector of Art (Somewhere in Africa there is a great black man collecting art from Europe and America, buying his Picasso for 23 coconuts...), 1992-present. Concept of an African hut; sand, zebra and snake skins, coconuts, pineapples, original art works by Joseph Beuys, James Lee Byars, Thierry De Cordier, Wim Delvoye, Dan Flavin, Robert Gober, Keith Haring, Sol LeWitt, Piero Manzoni, Richard Serra, Luc Tuymans, Andy Warhol, and others from the S.M.A.K.’s collection’, handwritten texts on various supports, dimensions variable, variant #2 (out of four), collection S.M.A.K. Ghent, 2008, courtesy of the artist and S.M.A.K. Ghent, photo Dirk Pauwels

Er zit in mijn werk veel humor, ook sarcasme; met het klimmen der jaren zijn mijn humoristische oprispingen donkerder, soms zelfs zwartgallig. Ik ben benieuwd hoe dit wordt geïnterpreteerd.” Installaties “Ik heb verschillende werken of installaties gemaakt over museale opstellingen of over mijn relatie met curatoren. Toch is dat niet het belangrijkste. Sommige bezoekers, die de ‘art collector’ zien, denken dat ik vooral commentaar geef op de kunstwereld. In Bulgarije hebben we een regering die weinig verschilt van de regeringen voor de val van het communisme. Veel van mijn commentaren in ‘the folders’ gaan ook daarover. In 1989, het jaar voor de verandering, was ik al een vrij bekend schilder in Bulgarije. In de vroege jaren negentig, toen ik uit de officiële Bulgaarse kunstsociëteit stapte, moest ik als het ware helemaal herbeginnen. Er was, om het goed te begrijpen, geen underground kunst in Bulgarije in de communistische jaren. Na de ‘verandering’ was er wel politieke kunst, maar heel ouderwetse kunst. Eigenlijk zo’n beetje in de stijl van Honoré Daumier. Er gingen wel duizenden mensen naar kijken. Ik behoor tot de groep kunstenaars ‘The City Group of Artists’, die elkaar in 1986 ontmoetten. Wij besloten een tentoonstelling te maken zonder schilderijen. Dat was voor ons, ook al gebeurde dit wel in andere landen, iets heel motiverend. Wij hebben twee jaar lang gepraat over ‘tentoonstellingen zonder schilderijen’ en dus vooral over ‘installaties’. Ik was de enige die doorging met het maken van zulke avant-gardistische installaties. Nu hanteer ik, voor elke presentatie en elk werk, zeer uiteenlopend materiaal: zowel tekeningen als schilderijen, allerlei objecten, zelfs mensen van vlees en bloed, zoals in ‘A Life (Black &amp; White)’, waarbij twee ‘assistenten’ voor

de duur van de tentoonstelling een wand afwisselend zwart en wit schilderen.” The white cube in black. Met de veranderingen in de voormalige Oostblok­ landen kwam er ook beweging in de artistieke carrière van Solakov. Hij was halfweg jaren tachtig en later al in België, in Antwerpen en Gent, waar hij les volgde en vervolgens les gaf. Het was een breukpunt. “In 1989 plaatste ik een van een vriend geleende telescoop op het dak van de Club of Young Artists in Sofia. Als je door de lens keek, zag je verderop de rode ster op het hoofdkwartier van de Bulgaarse communistische partij. ‘View to the West’ is een sleutelwerk. Het is door iedereen als een ‘scharnierwerk’ geselecteerd. Het werk is nu vernield, want de rode ster is intussen van het dak getakeld. Er zijn voor de drie expositieplekken maar drie werken door alle curatoren gekozen: de telescoop, het controversiële ‘Top Secret’ en een klein olieverfschilderij, ‘On the Way’ uit 1983.” “‘View to the West’ is een belangrijk sleutelwerk in de context van de Bulgaarse kunstwereld. Wij hebben in Bulgarije eigenlijk geen museum voor hedendaagse kunst. Er is een jaar geleden wel iets geopend, maar dat is meer een grap. Onze minister van Cultuur, de populistische beeldhouwer en macho Vezhdi Rashidov, weet helemaal niks. Het is een van mijn frustraties. Er is discussie: hebben wij zo’n museum nodig? Ik heb werk in vijftig collecties over de hele wereld, maar in Bulgarije vinden ze dat mijn installaties niet in een museum thuishoren. Wat bijvoorbeeld met ‘View on the West’, waarover in Bulgaarse kranten polemische stukken verschenen, hoe moet je zo’n werk exposeren? Ik schilderde de verdwenen ster, plaatste op een afstand de telescoop en voegde bij de installatie enige documentatie over het oorspronkelijke werk in Sofia. Het werkt, de toeschouwers begrijpen het, alleen het ministerie niet. Na de grote verandering in 1989 heeft geen enkel museum nog werk van mij aangekocht. Al mijn werk is in het buitenland. Pas vorig jaar had ik mijn eerste expositie sinds 1988 in de Sofia City Art Gallery. Ze hebben nu een editie van ‘View on the West’ verworven voor een heel geringe en symbolische aankoopsom.”

‘COLLECTIE WEERSPIEGELT IDENTITEIT VAN HET MUSEUM’ “Het S.M.A.K. is een auteursmuseum”, zegt artistiek directeur Philippe Van Cauteren. “De kunstenaars zijn het kompas, ze geven het museum reliëf.” Het gaat niet alleen om het kunstwerk, om het icoon of de museale trofee, of om het kunsthistorische artefact, “maar vooral om het beeldende denken en de artistieke praktijk van de kunstenaars”. Het museum “conserveert verandering”. De collectie “groeit vanuit de exposities en de omgang met een oeuvre”. Het is het geheugen van het museum. Paul DEPONDT

Het museum, zegt Van Cauteren, verzamelt in constellaties en in de diepte, volgt de ontwikkeling van het oeuvre van een kunstenaar, en wil het werk vooral in ensembles verwerven. “Het streeft daarbij niet zozeer representativiteit maar eerder particulariteit na; het S.M.A.K. is geen encyclopedische verzameling, maar het bezinksel van keuzes en jarenlange omgang met kunst en kunstenaars.” Het bezit indrukwekkende ensem-

bles ‘Broodthaers’, ‘Panamarenko’ en ‘Manders’. Het S.M.A.K. verwierf topwerken van Richter, Beuys, Merz, Tuymans, Delvoye, Bijl, Dumas en Borremans. De collectie “is het geheugen van het museum”. Maar “het is meer dan een residu”. De collectie is ook een onderzoeksinstrument, een middel bij uitstek om kennis te genereren. “Het gaat in dit onderzoek, dat in de toekomst tot een eerste wetenschappelijke catalogus van de

nedko solakov © jean-pierre stoop

&lt;H&gt;ART 1.03 2012

FEATURES EXPO / CAHF

4.

Distinctie Een museumcollectie is een voorstel, een propositie, zoals trouwens elke tentoonstelling een betoog is tussen vele andere mogelijkheden. Het zijn plekken voor onverwachte ontmoetingen. Musea voor hedendaagse kunst verzamelen altijd roekeloos en tegendraads. Wellicht daarom is enige distinctiedrang onder musea zo belangrijk, omdat het dan gaat over de kwaliteit, het weinige en het ongelijke. “Het S.M.A.K. volgt in het verzamelbeleid een eigen lijn, met respect voor andere museale partners; het museum streeft naar samenwerking tussen verscheidene spelers op het terrein van de beeldende kunst.” “Musea moeten uiteraard vooral hun collectie tonen, conserveren en wetenschappelijk begeleiden, maar ze moeten ook de vinger aan de pols houden, graadmeter zijn van wat er in de kunsten gaande is en spraakmakende tentoonstellingen organiseren. Een museum is nooit af, het is altijd onvoltooid.” Het S.M.A.K. is een instelling ‘in progress’ die zich permanent in vraag stelt, het is “een huis van de twijfel”. In dat huis is niet alleen de verzameling gehuisvest; het is ook “een forum voor artistieke vernieuwing en discours” en “een plek van herinneringen”. Dat is eveneens de taak van een museum: je moet het niet al te uitdrukkelijk doen, maar enige ‘resonantie’ van het verleden van een kunstwerk kan ons veel vertellen over kunst, hoe over die kunst werd gedacht, of die kunst provoceerde, hoe ze is gerecupereerd, hoe inspirerend ze nog is, hoe stevig en recalcitrant. Van Cauteren gelooft dat “slechts in een genereuze veelheid aan tentoonstellingen een nietdogmatisch antwoord ligt om de groter wordende complexiteit van de hedendaagse beeldende kunst te kunnen doorgronden, presenteren en analyseren”. Het S.M.A.K. is “een museum voor en met de kunstenaar”, want “kunstenaars zijn het kompas, ze geven het museum reliëf ”. “De collectiestukken vormen, net als de kunstenaar, het bindend weefsel van waaruit gehandeld wordt. Meer dan alleen een opstapeling van kunstwerken, is de collectie een bron van kennis, ze omarmt de hele geschiedenis van een museum en zijn tentoonstellingshistoriek. Maar bovenal toont het de keuze van een museum voor die vormen van kunst en kunstenaars die kritisch en vernieuwend, autonoom en beeldend de kunst benaderen.” Vrienden

Mark Manders, ‘Writing Machine’, 2004, collectie SMAK , foto Dirk Pauwels

Wroeging Veel van zijn werk roept stribbeling op. Het zijn polemische presentaties. “Ik realiseerde me niet, toen ik het Kalashnikov-werk voor de Biënnale van Venetië maakte (dat nu in Gent is te zien), dat dit tot zoveel commotie kon leiden. Wat ik op de wand had geschreven, bij afbeeldingen van de modellen van het wapentuig, was eigenlijk het verhaal van een mislukking. Als onderzoeksjournalist, zoals ik in dit werk figureer, had ik gefaald. En mensen gingen dit helemaal lezen. Goed, er was dan geen patent op die Kalashnikov, wat de Russen nu opeisten, maar er was ook geen patent op het cyrillisch schrift dat op Bulgaars grondgebied is ontstaan – en dat de oorsprong is van de hele Russische literatuur – en ook niet op de Lactobacillus Bulgaricus, de bacterie voor het maken van de fijnste yoghurt.” Hoe kun je afrekenen met je verleden? Met de geschiedenis van je land? Rond 1989 maakte Solakov een werk dat refereerde aan die tijd. Het riep allerlei kritiek op. Toen hij verkozen werd als plaatsvervangend voorzitter van de Unie van Bulgaarse kunstenaars werd hem kwalijk genomen dat hij in de socialistische tijd sympathiseerde met het regime en zelfs voor de staatsveiligheid werkte. Hij gaf – als een van de weinigen – toe. En hij becommentarieerde zijn houding. “Er wordt nu nogal clichématig over die dingen gesproken. Onmiddellijk denkt men aan

museumcollectie moet leiden, om voorbereidende etappes, noodzakelijke constructieve stappen waarvoor het museum samenwerkingsverbanden creëert met de universiteit.” Het S.M.A.K. beoogt niet alleen een vergaren van kennis over de historische en kunsthistorische context van een werk of een oeuvre, of over de receptiegeschiedenis van een kunstwerk. Ook de museale manier van presenteren maakt deel uit van dit onderzoek.

de Stasi. Het liep helemaal anders in Bulgarije. Ik geloofde in het socialisme. De informatie die ik doorgaf, was als het ware nodig voor het socialistische vaderland. In 1983, zes jaar voor de val van het communisme, heb ik mijn medewerking aan de staatsveiligheid opgezegd. Ik kreeg wroeging. In 1988 schilderde ik het heftige beeld van mijn eigen zielswroeging: ‘My Conscience Tormenting Me’, dat alleen voor Birmingham werd geselecteerd. Het jaar daarop maakte ik ‘Top Secret’. Er zitten helemaal geen ‘files’ in die kleine ladekast, alleen eigen soms seksueel getinte notities, foto’s, tekeningen en afbeeldingen. Dit vertel ik nu voor de eerste keer openhartig: je kunt inzage krijgen in je dossier, en toen ik las wat ik had opgeschreven, was ik zeer verbaasd over het gebabbel. Het stelde helemaal niks voor. Let wel: ik heb eraan meegewerkt, ik beken schuld, maar niemand is door mij in de gevangenis gestopt of gestraft. Ik ben schuldig en tegelijk niet. Door het werk kunnen we er nu over gaan spreken.” Uitgeput Ik zie Solakov aan het werk in het S.M.A.K., gedreven als altijd, nauwgezet wat reconstructies van eerder werk betreft, zeer attent voor de toekomstige bezoekers. Het is geen gefröbel, maar uitgekiende en planmatige setting. Geen toeval-

5.

ligheid maar duidelijk opzet. En soms zegt hij – ‘uitgeput’ zoals hij schrijft op het eind van de catalogus – dat hij moe is en helemaal door het werk en het commentaar is uitgeperst. Solakov vertelt over zijn opmerkelijke expositie in het Duitse Darmstadt. “Ik had zoveel exposities in die tijd en ik was moe en uitgezongen. Voor de derde keer moest ik een tentoonstelling uitpakken. Het viel tegen, ik vond het plots heel vervelend. Ik keek naar de ruimte en besloot de hele expositie, die in kratten zat, niet uit te pakken. Ik maakte een installatie van de onuitgepakte werken. Alles bleef in de kisten. Je kon op de tentoonstelling een maquette zien van de geplande tentoonstelling, die uiteindelijk niet werd ingericht, en je kreeg informatie over het concept van de curator. Maar alles bleef ingepakt. Het was een ‘show-without-the-show’s-works idea’. Het is Solakovs manier van werken en becommentariëren van het eigen werk. Hij is de criticus van zijn eigen oeuvre. En de museale plek, waar hij zijn werk toont, helpt hem bij het kritisch herwaarderen. Eigenlijk is juist zijn werk op zaal zijn fort, zijn artistieke sterkte. Zoals hij het zo mooi formuleert: “The space is my sheet of paper.”

Het museum kende een eigenzinnige collectieopbouw. Sinds de stichting van de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst in 1957, onder de bezielende leiding van Karel Geirlandt, ijverden kunstlievende burgers voor de oprichting van een museum voor eigentijdse kunst. Vanaf de opening, in 1975 (het was toen het eerste museum voor hedendaagse kunst in België), bivakkeerde het ‘als een kraker’ in enkele zalen van het Museum voor Schone Kunsten omdat het Gentse stadsbestuur maar geen oplossing kon bedenken. Toen het nietbestaande museum voor hedendaagse kunst zijn tienjarig bestaan vierde, hing zijn eerste directeur Jan Hoet alle plannen en warrige ideeën die door de politici in al die jaren bedacht waren aan de kale wanden van zijn ‘spookmuseum’.

5.

Maar ook die tentoonstelling, ‘Museum zoekt museum’, was klaarblijkelijk nog maar het begin van een lange lijdensweg. Hoets zwerftocht, een kwart eeuw lang, was kenmerkend voor de in die tijd treurige en navrante positie van de moderne beeldende kunst in Vlaanderen. Intussen verzamelden de ‘vrienden van het museum’, daartoe aangezet door een bevlogen en impulsieve Hoet, kunst die later uitgroeide tot ‘de verzameling’ van het in 1999 geopende S.M.A.K., het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst. De collectie werd aangevuld met langdurige bruiklenen van ‘bevriende verzamelaars’, want geld voor aankopen was er aanvankelijk nauwelijks of niet, en ook nu is het aankoopbudget te gering voor het verwerven van belangrijke verzamelstukken.

Marcel Broodthaers, ‘Pense Bête’, 1964, collectie SMAK , foto Dirk Pauwels

Van Cauteren: “Het eerste decennium van zijn bestaan kan best omschreven worden als een permanent gevecht om het voortbestaan van het museum überhaupt te garanderen. Elke tentoonstelling of aankoop gaf aanleiding tot vragen of commotie over de toekomst van het huis.” Omdat hedendaagse kunst ‘attractiever is geworden’, is nu ook de politiek geïnteresseerd in een museum voor hedendaagse kunst en is er iets meer geld voorhanden. Maar het blijft al bij al een krap budget. “Het schamele bedrag van het aankoopbudget: 150.000 euro. Ik heb daar een dubbel gevoel bij. Stel dat je een miljoen euro had per jaar, zou dat dan beter zijn? We werken vanuit een soort schaarste, een beperktheid van de middelen. Er zijn altijd kansen die je mist, maar misschien zijn de keuzes die je maakt veel noodzakelijker. Wellicht ook persoonlijker. Als je een groot budget hebt, dan zorg je ervoor om werk van de Leipziger Schule te verzamelen. Dan heb je een representatieve techniek om je collectie samen te stellen. Terwijl nu, met het geringe budget, je vanuit een ander gebaar vertrekt.” “Er is te weinig reliëf in de musea. Dat hebben we in Gent wel. Er zijn leemtes, maar er is een melodische lijn: sommige klanken verstommen of worden gedempt, andere blijven doorgalmen. Dat is anders in Duitsland: daar krijg je meer van hetzelfde. Het is een unificatie. Dat model wordt geëxporteerd, de ‘Mao’ van Andy Warhol is daarvan het symbool, die willen ze overal ophangen. Dat wordt een vlak en betekenisloos beeld. De stad heeft een workshop georganiseerd om een ontwerpgrammatica – zoals dat in het architectenjargon heet – op te stellen voor het Gentse museumpark. Het idee dat het S.M.A.K. moet uitbreiden, is een gewonnen zaak. Die intentie blijft, maar hoe groot die uitbreiding zal zijn, dat is nog onduidelijk. Vandaag hebben we ongeveer 3800 vierkante meter expositieruimte, de Rode Poort zou verdwijnen – dat is 4000 vierkante meter die wegvallen – maar uiteindelijk, met de uitbreiding, evolueren we naar 14.000 vierkante meter. Dat zou toch fantastisch zijn?”

‘Nedko Solakov – All in order, with exceptions’ tot 3 juni in het S.M.A.K., Citadelpark in Gent. Open di-zo van 10-18u. www.smak.be en www.nedkosolakov.net

FEATURES EXPO / CAHF

1.03 2012

&lt;H&gt;ART


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.