NRC NBTC Rembrandt bijlage

Page 1

COMMERCIËLE BIJLAGE DE INHOUD VAN DEZE BIJLAGE VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN NRC


2019 was een gedenkwaardig jaar voor de historie van de kunst. Het was 350 jaar geleden dat Rembrandt van Rijn overleed. Zijn werk en leven zijn gevierd met tal van tentoonstellingen en evenementen, onder meer in het Leidse Museum De Lakenhal, Het Mauritshuis te Den Haag en in Amsterdam: in Museum Het Rembrandthuis en het Rijksmuseum. In andere steden en musea werd stilgestaan bij de periode waarin Rembrandt leefde met tal van tentoonstellingen over zijn tijdgenoten. In 2020 zetten musea deze lijn door, met nieuwe exposities en inzichten, over verleden en heden, niet alleen over Rembrandt, ook andere oude meesters krijgen ruim de aandacht.

REMBRANDT & DE GOUDEN EEUW Gouden Eeuw of Zeventiende eeuw? Binnen de kunstwereld is een belangrijk debat ontstaan over de vraag of de term Gouden Eeuw nog wel op zijn plaats was. Behalve welvaart en een bloeiend klimaat voor kunstenaars, waren er immers ook negatieve aspecten in die tijd, zoals armoede onder het gewone volk en het begin van de trans-Atlantische slavenhandel. Een aantal steden, zoals Leiden en Middelburg, hebben monumenten of kunstwerken die verwijzen naar de slavernij en naar slechte arbeidsomstandigheden. In 2020 benadrukken musea ook de ‘inclusiviteit’ uit die periode. Zo komt Museum Het Rembrandthuis met een expositie onder de naam Zwart in Rembrandts Tijd. ‘Rembrandt en vele van zijn tijdgenoten hebben prachtige kunstwerken gemaakt van zwarte mensen. De stereotypen die later het beeld van zwarte mensen zouden bepalen, waren in zijn tijd nog niet overheersend. Bovendien zijn zwarte personen niet alleen bijfiguren met een ondergeschikte rol, maar juist ook het centrale onderwerp van het kunstwerk,’ zegt het museum. En het Amsterdam Museum heeft, in de Hermitage, een fototentoonstelling onder de naam Hollandse Meesters Her-Zien. ‘Ik was enorm verbaasd toen ik ontdekte dat er een levendige gemeenschap van mensen met roots in niet West-Europese landen in het zeventiende-eeuwse Amsterdam leefde,’ zegt curator Jörgen Tjon a Fong hierover. ‘De verhalen van deze mensen worden nog nergens verteld. Om een vollediger beeld van de geschiedenis te schetsen is het belangrijk dat dit wel gebeurt.’

De Gouden Eeuw De zeventiende eeuw staat niettemin geboekstaafd als de Gouden Eeuw, een term die overigens pas twee eeuwen later werd gemunt. Het was zonder twijfel een periode van grote welvaart voor de Republiek. Handel, de wetenschap en de kunsten floreerden. Rembrandt en andere schilders uit de ‘Gouden Zeventiende Eeuw’ leverden werk af van ongekende en tijdloze schoonheid. Het beginpunt van de Gouden Eeuw wordt vaak in 1602 gesitueerd, het jaar van de oprichting van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), een handelsonderneming die specerijen en andere goederen importeerde, vooral uit het huidige Indonesië, India en Sri Lanka. De VOC was een publieke vennootschap met aandelen die vrij verhandeld konden worden. Met het opgehaalde kapitaal rustte de compagnie haar eigen schepen uit. In het midden van de zeventiende eeuw had de VOC meer dan vijftig schepen, een eigen leger en een oorlogsvloot om

2

haar handelsroutes te beveiligen. In 1621 kwam er ook een West-Indische Compagnie (WIC), die handel dreef met West-Afrika, de Caraïben en Noord- en Zuid-Amerika. De WIC handelde aanvankelijk vooral in suiker, tabak, goud en andere producten, naderhand ook in mensen. De trans-Atlantische slavenhandel was de duistere kant van de Gouden Eeuw. Elk jaar op 1 juli gedenkt de stad Amsterdam haar aandeel in de slavenhandel en de afschaffing ervan op deze dag in 1863.

Groot belang immigratie In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795) heerste geruime tijd een klimaat van verdraagzaamheid, godsdienstvrijheid en welvaart. Daardoor kwamen er veel immigranten uit andere Europese streken, op zoek naar werk of omdat zij in eigen land omwille van hun geloof vervolging riskeerden. Naar schatting tien procent van de bevolking van de Republiek was afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden – het huidige België. Ook uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Portugal trokken velen naar de tolerante Republiek. Onder de immigranten waren veel handwerkers en kooplieden met internationale connecties, maar ook intellectuelen. Het succes van de Republiek, dat leidde tot een gouden eeuw, was niet mogelijk geweest zonder deze immigranten. Ook toen de welvaart rond 1800 terugliep, bleven de meeste immigranten in Nederland wonen. Hun nakomelingen gingen op in de lokale cultuur. Aan veel achternamen is de herkomst nog wel herleidbaar.

Bloei van de kunsten Het intellectuele klimaat en de welvaart vormden in de zeventiende eeuw een belangrijke voedingsbodem voor kunst en wetenschap. Schilders werkten niet langer uitsluitend voor de adel of de Katholieke Kerk, ook welvarende handelaren en burgers lieten zich portretteren en bestelden kunstwerken voor hun woningen. De thema’s voor schilderijen veranderden eveneens. In plaats van uitsluitend religieuze of historische taferelen, maakten de meesters van de Gouden Eeuw vooral portretten, landschappen, zeegezichten en stillevens. De productie van deze Hollandse School was omvangrijk. Op basis van kunstenaarsregisters en boedelbeschrijvingen schatten historici dat er in de zeventiende eeuw ruim 1.500 schilders actief waren, die samen meer dan één miljoen schilderijen hebben afgeleverd. Het grootste deel daarvan is naderhand verloren gegaan.

COLOFON Dit is een commerciële bijlage van NBTC Holland Marketing. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van NRC. Redactie: Lolke van der Heide. Eindredactie: Champ Bouwman. Vormgeving: Campaigns&Results. NBTC Holland Marketing is niet verantwoordelijk voor eventuele drukfouten of onjuistheden. rembrandt-2019.nl


MIDDELBURG

OPENLUCHTMUSEUM UIT DE GOUDEN EEUW

Stadhuis

Middelburg was in de zestiende en zeventiende eeuw een economische grootmacht en een van de grootste handelscentra van Nederland. Heden ten dage geven de talrijke historische gebouwen en monumenten nog steeds blijk van het erfgoed uit die gouden periode. Het historisch centrum vormt een waar openluchtmuseum. Zo’n elfhonderd nationale monumenten, waaronder de Oostkerk, Kloveniersdoelen en vele grachtenpanden, zijn nog in originele staat. Andere gebouwen liepen grote schade op tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar werden herbouwd in de oorspronkelijke stijl, zoals het stadhuis op de Markt en de Abdij. Ook de geplaveide straatjes en smalle steegjes zijn behouden gebleven. Met name de Kuiperspoort is een van de best bewaarde schatten van de stad. Dit schilderachtige steegje ligt stilletjes verscholen tussen de Dam en de kaaien. Het plekje is nauwelijks veranderd sinds de tijd dat de kuipers er hun vaten vervaardigden. Scheepswerven, magazijnen en een aantal inspirerende musea bieden inzicht in de industrie die Middelburg tot de tweede grootste handelsstad van Nederland maakte.

Zeeuws Museum In de Middelburgse Abdij is het Zeeuws Museum gehuisvest. De uiteenlopende collectie staat centraal in vernieuwende tentoonstellingen die altijd een relatie hebben met het hier en nu. De topstukken van het Zeeuws Museum zijn de vijf tentoongestelde wandtapijten uit de Gouden Eeuw die werden vervaardigd voor de Staten van Zeeland. Ze beelden in levendige kleuren en tot in de kleinste details de Zeeuwse strijd tegen de Spanjaarden ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog uit. De missie van het museum is om nieuwe generaties te verbinden met het erfgoed van Zeeland. Het Zeeuws Museum geeft een rijk beeld van de geschiedenis en de cultuur van Zeeland. Historische ontwikkelingen op uiteenlopende gebieden zoals werk, vrije tijd, geloof, wetenschap en kunst komen tot leven in de collectie.

Kuiperspoort

Het erfgoed van Zeeland heeft een uitzonderlijke kwaliteit. Dat komt omdat - binnen een begrensd gebied - vaardigheden, landschappen en gewoontes zich over een lange periode steeds verder hebben ontwikkeld en verfijnd. Aan de andere kant bevat het Zeeuwse erfgoed ook veel invloeden van buitenaf: door eeuwenlange uitwisseling met verschillende delen van de wereld. Het Zeeuws Museum verzamelt objecten die niet alleen die kwaliteit, maar ook de voortdurende veranderingen in de regionale cultuur weerspiegelen. De objecten in het museum vertellen iets over de samenleving, maar staan er tegelijkertijd buiten. Ook maakt het Zeeuws Museum bestaande verbanden inzichtelijk en brengt samenhang tussen objecten, kennis en verhalen tot stand. Door samenwerking met hedendaagse kunstenaars en vormgevers worden oude ideeën en objecten van een nieuwe context of betekenis voorzien. In het najaar van 2019 zijn op de zolder van het Zeeuws Museum de nieuw ingerichte Wonderkamers geopend. Dit is een wereld in het klein: in drie kabinetten worden meer dan 200 Zeeuwse en exotische voorwerpen tentoongesteld. Elk object heeft een eigen geschiedenis, een eigen verhaal.

De wonderkamers dagen bezoekers uit om buiten de kaders te denken, op een andere manier te kijken en vragen te stellen. De kamers nodigen ook uit om stil te staan bij het ontwerp van de Chinese dekselvaas, maar ook bij het productieproces van porselein. Hoe moeilijk is het om zo’n vaas van meer dan een meter hoog heel uit de oven te krijgen. En wat is bijvoorbeeld het verhaal achter het hersenkoraal? zeeuwsmuseum.nl

Vleeshal Vleeshal - zonder lidwoord - is gevestigd in het voormalige stadhuis op de markt van Middelburg. De bijzondere ruimte wordt gekenmerkt door de uitgesproken Gotische architectuur en heeft vele kunstenaars geïnspireerd bij het maken van tentoonstellingen, die leidden tot internationale faam. Juist een plek als Middelburg biedt de mogelijkheid internationale en betekenisvolle samenwerkingen aan te gaan. Enerzijds ligt Vleeshal relatief ver af van de Randstad, anderzijds ligt het juist centraal tussen Parijs, Londen en Keulen in. Vleeshal heeft een traditie opgebouwd om vanuit deze positie internationale samenwerkingen aan te gaan met wisselende collega-instellingen. vleeshal.nl

Wandtapijten, Zeeuws Museum Pim Top

3


DORDRECHT 800 jaar Dordrecht kent een lange en rijke geschiedenis die goed bewaard is gebleven. Het centrum en het havengebied zijn sinds de Middeleeuwen niet wezenlijk veranderd, waardoor er sprake is van een beleefbare historie, met ruim duizend monumentale gebouwen.

366 dagen jarig Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten. In 2020 vieren we dat dit 800 jaar geleden is. 2020 is een schrikkeljaar en het betekent dat Dordrecht 366 dagen jarig zal zijn. Er zijn drie periodes met een concentratie van activiteiten gepland. In de lente van 2020 vinden de Dordtse Wijkfeesten plaats, gevolgd door een bijzondere en uitgebreide versie van het muziekfestival Big Rivers, in de binnenstad, vlak voor de zomervakantie. In het najaar sluiten we 800 jaar Dordrecht af met een spectaculaire internationale tentoonstelling over Aelbert Cuyp, 400 jaar geleden geboren in Dordrecht. De tentoonstelling laat werk van Cuyp zien en zijn invloed op de grootste Engelse landschapsschilders Constable, Gainsborough en Turner.

De landschappen van Aelbert Cuyp

Aelbert Cuyp - ook wel geschreven als Albert Cuyp - werd in 1620 geboren in Dordrecht, om precies te zijn op 20 oktober. Hij bleef er tot zijn dood in 1691 wonen. Cuyp ontwikkelde zich tot de belangrijkste landschapschilder van de Hollandse Gouden Eeuw en is, als de meester van het licht, ook de beroemdste schilder uit de stad. Aelbert Cuyp was in zijn tijd alleen lokaal bekend. Behalve enkele reizen bleef hij zijn hele leven in Dordrecht, waar hij vrijwel uitsluitend voor plaatselijke opdrachtgevers werkte. Vijftig jaar na zijn dood, rond 1740, ‘ontdekten’ de Engelsen hem. Vergeleken met andere Hollandse schilders was de internationale roem van Aelbert Cuyp laat, maar toen het eenmaal zover was, werd zijn werk in korte tijd populair. Er ontstond een ware Cuyp-rage. Zijn schilderijen van Hollandse landschappen, met een rustige, aangename sfeer, badend in het gouden licht van een zonsondergang, werden razend populair bij Engelse verzamelaars. In de statige Engelse landhuizen van de achttiende eeuw mocht een Cuyp niet ontbreken. Tegen 1800 waren er nauwelijks nog schilderijen van de schilder in Nederland te vinden. Nog steeds hangen de belangrijkste schilderijen van Cuyp in het Verenigd Koninkrijk. Britse landschapsschilders die na hem kwamen, hadden een bijzondere voorliefde voor zijn werk. Het warme licht en motieven zoals koeien inspireerden Thomas Gainsborough, John Constable, J.M.W. Turner en talloze andere Engelse kunstenaars. Turner reisde in 1817 speciaal naar Dordrecht om de stad van Cuyp te bezoeken en maakte er veel schetsen. In Engeland werd Cuyp ook wel the Dutch Claude genoemd, een verwijzing naar zijn Franse tijdgenoot Claude Lorrain (1600-1682), die tijdens zijn leven wel al internationale bekendheid had genoten.

Strategisch Rond 1400 was Dordt de grootste stad van het graafschap Holland en hét handels- en bestuurscentrum. Door de strategische ligging had Dordrecht zich reeds ontwikkeld tot een belangrijke handelsplaats. Wie nu langs de binnenwateren loopt, kan aan de straatnamen aflezen wat de belangrijkste overslaggoederen van destijds waren: de Wijnstraat, de Turfsteiger, Wolwevershaven, de Suikerstraat en vele andere. Aan de Pottenkade bijvoorbeeld, naast de Grote Kerk, verkochten pottenbakkers hun producten. Vandaag de dag zijn de meeste havens in gebruik voor de pleziervaart, maar de historische sfeer is er nooit verdwenen.

Eerste Vrije Statenvergadering in 1572 Hoewel de economische bloei van Dordrecht aan die van de Gouden Eeuw voorafging, bleef de stad daarna een voorname rol spelen, niet zozeer op economisch gebied, maar wel in de culturele, politieke en taalkundige ontwikkeling van de Hollandse maatschappij. Dordrecht stond met de Eerste Vrije Statenvergadering in 1572 aan de wieg van Nederland in zijn huidige vorm. Tijdens die bijeenkomst besloten de Hollandse edelen en steden dat zij zich zouden aansluiten bij het verzet tegen de Spaanse overheersing. De locatie was het Hof van Nederland, een Augustijnenklooster, nu een fraai museum, waar bezoekers een goed beeld krijgen van de invloed van Dordrecht op de Gouden Eeuw. Een andere belangrijke historische gebeurtenis die centraal staat in Het Hof van Nederland is de Synode van Dordrecht in 1618/19. Hier werd, tijdens lange vergaderingen, door de Protestanten, het calvinisme en de rol van de kerk in de samenleving vastgelegd. De Synode besloot tot het vertalen van de Bijbel uit het origineel en zo ontstond de Statenbijbel, die blijvende invloed heeft gehad op de Nederlandse taal.

Grote bloei schilderkunst Ook de Dordtse schilderkunst beleefde in de zeventiende eeuw een periode van grote bloei. De meeste Rembrandtleerlingen kwamen uit deze stad, waaronder de grootste kunstenaars van die tijd, zoals Ferdinand Bol en Nicolaes Maes. Meesterwerken van hun hand zijn in internationale collecties aanwezig. De mooiste doeken zijn nog altijd te vinden in het Dordrechts Museum, met onder meer een Zelfportret van Ferdinand Bol en De Luistervink van Nicolaes Maes en natuurlijk de landschappen van Aelbert Cuyp.

4

The Maas at Dordrecht, Aelbert Cuyp, ca. 1650, Andrew W. Mellon Collection. National Gallery of Art, Washington.

In het licht van Cuyp

Ter gelegenheid van zijn 400ste geboortedag organiseert het Dordrechts Museum in 2020 een unieke tentoonstelling waarin de waardering voor Cuyp en zijn invloed op de Britse landschapschilderkunst centraal staan. Er zijn topstukken van Cuyp te zien uit gerenommeerde musea zoals de National Galleries van Londen en Washington en het Kenwood House. Ook schilderijen uit privécollecties van de Britse koningin Elizabeth, de Hertog en Hertogin van Bedford (Woburn Abbey) en de Markies van Bute zullen te zien zijn. Verder maken meesterwerken van Gainsborough, Constable en Turner deel uit van de expositie. Veel van deze schilderijen van Cuyp en zijn Engelse navolgers zijn voor het eerst in Nederland te zien. dordrechtsmuseum.nl


DELFT IS MEER

DAN VERMEER

Delft is een van de oudste steden van Holland, met stadsrechten die teruggaan tot 1246. In het straatbeeld van Delft is de Gouden Eeuw nog duidelijk terug te zien. Diverse prachtige, monumentale gebouwen zijn bewaard gebleven, zoals het Stadhuis op de Markt, het Armamentarium dat vanaf 1602 diende als wapenarsenaal van Holland en West-Friesland, het Oost-Indisch Huis en het woonhuis van kunstschilder Jan Steen. De Beestenmarkt, waar in de zeventiende eeuw vee werd verhandeld, is tegenwoordig een horecaplein in het hart van de stad. bijvoorbeeld immigranten. In veel exposities, voorstellingen en andere kunstvormen die tegenwoordig in Delft worden gehouden krijgt deze schaduwzijde van de zeventiende eeuw aandacht. Tevens wordt er gewerkt aan een kunstwerk dat een permanente plek in het Delftse straatbeeld krijgt en als doel heeft om voorbijgangers aan te zetten tot nadenken over de negatieve kant van de Gouden Eeuw.

Delftse kunst

St. Agathaplein

Pieter de Hooch

Pieter de Hooch, geboren in Rotterdam, was drie jaar ouder dan Vermeer. Rond 1650 vestigde hij zich in Delft. Uit recent onderzoek van Museum Prinsenhof Delft is gebleken dat De Hooch in eerste instantie de innovator was. Zijn grote sprong voorwaarts in de jaren 1655-1658, met de innovatieve binnenplaatsjes, is een inspiratiebron geweest voor Vermeer. De Hooch weet mooi de uitdrukking te vangen van vervallen muurtjes, het metselverband, pleisterwerk dat afbrokkelt. Vermeer doet dat later ook in zijn Straatje. Met zijn latere werk streeft Vermeer zijn inspirator voorbij. prinsenhof-delft.nl

Narrow House

Gelijktijdig met de Pieter de Hoochtentoonstelling vindt de kunstmanifestatie Gewoon Bijzonder plaats met Narrow House in de Oude Kerk als hoogtepunt. Narrow House is van de internationaal befaamde kunstenaar Erwin Wurm, een bewonderaar van Pieter de Hooch. oudeennieuwekerkdelft.nl

Vrouw en kind bij een bleekveld, Pieter de Hooch ca. 1629, Rothschild Collectie, Waddesdon.

Delft groeide in de zeventiende eeuw uit tot een welvarende stad, mede dankzij de oprichting van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602. Zes steden, waaronder Delft, ontwikkelden samen handelslijnen met het verre oosten. Per stad verenigden kapitaalkrachtige burgers zich in Kamers die het financieel risico droegen en deelden in de winst. Het succes van de VOC bracht rijkdom voor een grote groep particuliere aandeelhouders in Delft.

Delfts blauw In die tijd is ook de fabricage van aardewerk in opkomst. Delfts blauw ontstond aan het einde van de zestiende eeuw als goedkoop alternatief voor het dure blauwwitte Chinese porselein. Het werd in korte tijd zeer populair en beleefde een bloeiperiode in de periode 1650-1750, toen er in Delft een honderdtal aardewerkfabrieken bestonden. Delfts blauw was het toonbeeld van Hollands welvaren in de Gouden Eeuw. De in 1653 gestichte De Porceleyne Fles, internationaal bekend als Royal Delft, is de enige zeventiende-eeuwse bakkerij van keramiek die nog bestaat. Op diverse plaatsen in Delft (zoals bij De Porceleyne Fles, Delftse Pauw en De Candelaer) is te zien hoe het Delfts blauw op authentieke wijze wordt vervaardigd. Delft kent een ‘keramiekroute’ waarin op het Delfts blauw geïnspireerde kunstwerken, galerieën en winkels met elkaar zijn verbonden. In Museum Paul Tétar van Elven is een perma-

nente tentoonstelling van Oosters porselein en Delfts aardewerk en zowel in Royal Delft als in Museum Prinsenhof Delft is de geschiedenis van het ontstaan van Delfts blauw een onderdeel van de vaste tentoonstelling.

Kijken is begrijpen Vanaf de zestiende eeuw vormen eigen waarneming en experiment de sleutel tot kennis en Delft loopt daarbij vaak voorop. De werking van het menselijk lichaam fascineert medici en onderzoekers als Antoni van Leeuwenhoek, die met zijn geavanceerde, zelfgebouwde microscopen zicht kreeg op processen die tot dan verborgen waren gebleven. De mede door hen ingezette traditie van grensverleggend onderzoek is ook vandaag de dag een Delftse karaktertrek. De zichtbare wereld was eveneens een terrein van ontdekkingen. De schepen van de VOC keerden terug met vele buitenissige objecten uit exotische oorden. De uit het Ottomaanse rijk geïmporteerde tulp, al snel de meest geliefde bloem in geschilderde stillevens, is tekenend voor deze fascinatie voor het ongewone.

Schaduwzijde De Gouden Eeuw mag een bloeiperiode voor de economie, kunst en wetenschap zijn geweest, de zeventiende eeuw was niet voor iedereen een gouden tijd. Met de komst van de VOC kwam ook de slavernij op. En waar een selecte groep burgers steeds rijker werd, ook in Delft, groeide de armoede sterk onder

Door de welstand in de zeventiende eeuw kon ook de kunstwereld gedijen. In de Gouden Eeuw groeide Delft uit tot een belangrijk centrum van schilderkunst. Er heerste een onderzoekend klimaat waarin de omringende wereld nauwgezet werd bestudeerd en weergegeven. Meesters als Gerrit Houckgeest en Hendrick Cornelisz van Vliet experimenteerden in hun kerkinterieurs met nieuwe manieren om het perspectief te construeren, met lichtinval en met spannende composities en doorkijkjes. Datzelfde deden schilders als Cornelis de Man en Hendrick van der Burch in hun taferelen van het huiselijke leven. De dagelijkse realiteit werd het beste vastgelegd in de verstilde, inmiddels wereldberoemde interieurscènes van tijdgenoten Johannes Vermeer en Pieter de Hooch. Vermeer werd geboren in Delft en bleef er zijn hele leven (16321675) wonen. Een aantal van zijn schilderijen verbeelden de stad, zoals Gezicht op Delft en Het Straatje. Deze locaties aan respectievelijk de Hooikade en de Vlamingstraat bestaan nog steeds. In het Vermeer Centrum Delft is al zijn werk, 37 stuks, te bewonderen. Het zijn reproducties, op originele grootte, want ofschoon Johannes Vermeer al zijn schilderijen in Delft schilderde, is er niet één exemplaar in zijn eigen stad achtergebleven. Drie Vermeers hangen in het Mauritshuis in Den Haag, waaronder Meisje met de Parel, vier bevinden zich in het Rijksmuseum te Amsterdam. Zijn overige meesterwerken werden na zijn dood op een veiling verkocht en zijn inmiddels te bezichtigen in vele musea overal ter wereld. De schilder werd begraven in de Oude Kerk, daar is zijn grafsteen nog steeds te zien. vermeerdelft.nl In Museum Prinsenhof Delft is momenteel de eerste overzichtstentoonstelling in Nederland over Pieter de Hooch gaande (tot en met 16 februari 2020). In totaal zijn 29 werken van deze Delftse meester te zien die het museum vanuit de hele wereld bijeen heeft weten te brengen. pieterdehoochindelft.nl

5


Operatie Nachtwacht Het Rijksmuseum gaat in 2020 verder met Rembrandt en specifiek verder met Operatie Nachtwacht, het grootste en meest veelzijdige onderzoeks- en restauratieproject van Rembrandts meesterwerk in de geschiedenis. In 2020 wordt een vervolg gegeven aan het onderzoek naar De Nachtwacht. Dit richt zich op Rembrandts materialen en schildertechniek, de impact van eerdere behandelingen en de veroudering van het schilderij. Het gehele onderzoek is online en op zaal te volgen. Er zijn regelmatig (live) updates via de social media kanalen en de website van het Rijksmuseum. Als het onderzoek is afgerond, wordt een behandelplan opgesteld en gaat de Hansken, Rembrandts olifant restauratie van start. rijksmuseum.nl

19 juni t/m 27 september 2020 Ze was de beroemdste olifant uit de zeventiende eeuw: Hansken en op dat moment de enige in Europa. Hansken werd langs jaarmarkten, kermissen en hoven gevoerd. Toen Hansken in 1647 voor het laatst Amsterdam bezocht, kon zij 36 kunstjes. Rembrandt zag en tekende haar een aantal malen. Het Rembrandthuis brengt het verhaal van Hansken weer tot leven in een familietentoonstelling. rembrandthuis.nl

HIER, Zwart in Rembrandts tijd, 6 maart t/m 31 mei 2020

AMSTERDAM

Zwarte mensen waren wel al aanwezig in het zeventiende-eeuwse Holland, in de samenleving én in de kunst. Lang is dit onderbelicht gebleven. Rembrandt en vele van zijn tijdgenoten hebben prachtige kunstwerken gemaakt van zwarte mensen. De stereotypen die later het beeld van zwarte mensen zouden bepalen, waren in zijn tijd nog niet overheersend. Bovendien zijn zwarte personen niet alleen bijfiguren met een ondergeschikte rol, maar juist ook het centrale onderwerp van het kunstwerk. rembrandthuis.nl

Republiek aan zee, Cartografie & curiosa, doorlopend In Het Scheepvaartmuseum zijn twee tentoonstellingen over de zestiende eeuw: Republiek aan zee in de Hoofdgalerij en Cartografie & curiosa, waarbij een grote verscheidenheid aan navigatieinstrumenten, kaarten, atlassen en topschilderijen van onder andere Ferdinand Bol en Van Wieringen het verhaal van deze unieke periode schetsen.

Willem van de Velde, 2 oktober 2020 t/m 11 april 2021

Hollandse Meesters Her-Zien, t/m 1 februari 2020 Tot 2 februari 2020 is in de Amsterdam Museumvleugel van de Hermitage de fototentoonstelling Hollandse Meesters Her-Zien van curator en theatermaker Jörgen Tjon a Fong (Urban Myth). Hollandse Meesters Her-Zien toont te midden van de enorme groepsportretten in de grote zaal dertien foto’s van bekende Nederlanders van kleur. amsterdammuseum.nl

Een absolute uitblinker in zijn tijd was meester-schilder en tekenaar Willem van de Velde. Hij stapte als een ware verslaggever met veel oog voor detail aan boord van oorlogsschepen om zeeslagen, onder andere tegen de Engelsen, van dichtbij op papier te zetten waarna zijn zoon de tekening vervolgens met olieverf tot leven bracht. Als ode aan de zeeschildersfamilie Van de Velde opent Het Scheepvaartmuseum op 2 oktober 2020 een oeuvretentoonstelling met 75 hoogwaardige pentekeningen, schetsen, wandtapijten en olieverf schilderijen uit binnenen buitenland. De Van de Veldes behoorden tot de absolute top van de zeventiende-eeuwse zeeschilderkunst en hadden een artistieke invloed die meerdere eeuwen en tot ver buiten de landsgrenzen reikte. De tentoonstelling is een wereldwijde primeur: dit is de eerste overzichtstentoonstelling over de zeeschilders Willem van de Velde de Oude en zijn zoon Willem van de Velde de Jonge. hetscheepvaartmuseum.nl

HAARLEM

LEIDEN Geur en verbeelding in de zeventiende eeuw, t/m 5 april 2021 Hoe was het gewone leven toen? Valt het leven van de zeventiende eeuw in geuren te vangen? Het Mauritshuis denkt van wel en gaat op geur-historisch onderzoek uit. Bij de kunst worden diverse historische geuren gebrouwen om

DEN HAAG

DEN HAAG

DELFT

de schilderijen in de tentoonstelling tot leven te wekken. Alles komt aan bod: welriekende bloemen en parfums, stinkende grachten en vieze lichaamsluchtjes en voor die tijd nieuwe geuren uit de verre wereld, zoals die van specerijen, tabak, koffie en thee. mauritshuis.nl

Jonge Rembrandt - Rising Star, t/m 9 februari 2020

LEIDEN

In Museum De Lakenhal is t/m 9 februari 2020 de tentoonstelling Jonge Rembrandt - Rising Star te bezichtigen, gewijd aan zijn vroegste werk. Het publiek kijkt als het ware over de schouders van de jonge schilder mee en ziet hoe zijn talent tot bloei kwam. Werken die de inmiddels wereldberoemde meester op Leidse bodem maakte, keren na bijna 400 jaar terug naar zijn geboortestad. De tentoonstelling omvat ongeveer 40 schilderijen, 70 etsen en 10 tekeningen. Naast werk van Rembrandt is er werk te zien van onder andere Lievens, Lastman en Van Swanenburg. De tentoonstelling komt tot stand in samenwerking met het Ashmolean Museum in Oxford, een van de belangrijkste musea in het Verenigd Koninkrijk. lakenhal.nl

MIDDELBURG

Pieter de Hooch in Delft. Uit de schaduw van Vermeer, t/m 16 februari 2020 Het gaat om 29 bruikleenwerken van Pieter de Hooch die het museum vanuit de hele wereld bijeen heeft weten te brengen. prinsenhof-delft.nl

Gewoon Bijzonder, t/m 16 februari 2020

6

Gelijktijdig met de Pieter de Hooch-tentoonstelling vindt de kunstmanifestatie Gewoon Bijzonder plaats met Narrow House in de Oude Kerk als hoogtepunt. Narrow House is van de internationaal befaamde kunstenaar Erwin Wurm, een bewonderaar van Pieter de Hooch. oudeennieuwekerkdelft.nl

DELFT


M

GOUDEN EEUW TENTOONSTELLINGEN IN 2020

In 2020 vinden in verscheidene steden tentoonstellingen plaats die verwijzen naar schilders en hoogtepunten uit de Gouden - zeventiende - Eeuw. Hier een overzicht.

De Gouden Eeuw in Enkhuizen Enkhuizen was na Amsterdam en Haarlem de derde stad van Noord-Holland. Dit was te danken aan de haringvisserij. Door de visserij werden toeleveringsbedrijven aangetrokken waardoor ook de koopvaardij en nijverheid in Enkhuizen groeide. Van de VOC-gebouwen is alleen het Peperhuis overgebleven. Het gebouw is sinds 1947 in eigendom van de Vereniging Vrienden van het Zuiderzeemuseum. Met de Gouden Eeuw stadswandeling kom je langs de mooiste plekken en iconen van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik. De tour is beschikbaar in een kaart, iconenboekje en een app. goudeneeuwbovenamsterdam.nl

ENKHUIZEN HOORN

AMSTERDAM

ENKHUIZEN

Koele Wateren, t/m 16 februari 2020 In het Westfries Museum in Hoorn is tot en met 16 februari 2020 de tentoonstelling Koele Wateren te zien. De expositie is een oogstrelende selectie van veertig schilderijen uit de collectie van het Rijksmuseum. Vier eeuwen kunst met water in de hoofdrol als vriend én vijand. Met werken van o.a. Jan van Goyen, Salomon van Ruysdael, Hendrik Willem Mesdag, Jacob Maris en Isaac Israels. De geselecteerde werken dateren uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Daarnaast wordt in de tentoonstelling een link gelegd met de toekomst. Wat gebeurt er als de zeespiegel 6 meter stijgt en hoe ziet Nederland er over 200 jaar uit? westfriesmuseum.nl

HOORN

Haarlemse Helden. Andere Meesters, tot juli 2022 In het Frans Halsmuseum is tot juli 2022 een langlopende expositie gaande, met werk van een groot aantal ‘andere meesters’ uit de zestiende en zeventiende eeuw, onder de naam Haarlemse Helden. Andere Meesters. Het zijn doeken uit de eigen verzameling, waaronder werk van Goltzius, Karel van Mander, Jan Porcellis, Salomon van Ruysdael, Nicolaes Berchem en vele anderen. franshalsmuseum.nl

DORDRECHT

HAARLEM

In het licht van Cuyp, 27 september 2020 t/m 14 maart 2021

DORDRECHT

Ter gelegenheid van de 400ste geboortedag van Aelbert Cuyp organiseert het Dordrechts Museum in 2020 een unieke tentoonstelling waarin de waardering voor Cuyp en zijn invloed op de Britse landschapschilderkunst centraal staan. Met topstukken van Cuyp uit gerenommeerde musea zoals de National Galleries van Londen en Washington en het Kenwood House. Ook schilderijen uit privécollecties van de Britse koningin Elizabeth, de Hertog en Hertogin van Bedford (Woburn Abbey) en de Markies van Bute zullen te zien zijn. dordrechtsmuseum.nl

Wandtapijten uit de Gouden Eeuw, doorlopend

MIDDELBURG

Topstukken van het Zeeuws Museum zijn de vijf wandtapijten uit de Gouden Eeuw die werden vervaardigd voor de Staten van Zeeland. Ze beelden in levendige kleuren en tot in de kleinste details de Zeeuwse strijd tegen de Spanjaarden ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog uit. zeeuwsmuseum.nl

Rooms of Now In dit publieksprogramma, dat twee jaar zal lopen, worden lokale mensen uitgenodigd een of meerdere kamers van hun huis open te stellen voor een interventie van een kunstenaar. Gedurende twee maanden is de interventie voor het publiek te bezichtigen tijdens met de bewoners afgesproken openingstijden. vleeshal.nl

7


Den Haag was in de Gouden Eeuw hét centrum van de macht en het politieke middelpunt van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hier resideerden de Oranjes, die als stadhouders grote invloed bezaten. Rond het Binnenhof, bestuurscentrum van de Republiek, verrezen indrukwekkende stadspaleizen voor diplomaten, vertegenwoordigers van de provincies en rijke burgers. Architecten als Pieter Post, Van Balckenende en Van Campen bepaalden het karakter van Den Haag. Bekende bouwwerken van hun hand zijn o.a. Paleis Noordeinde en Paleis Huis ten Bosch met interieurschilderingen die onovertroffen zijn in formaat en kwaliteit. Den Haag beleefde een periode van culturele bloei en economische groei. Maar ook was er armoede, hoge kindersterfte, handel in koloniale producten en slavernij. Een thema dat dit jaar tijdens 350 jaar Rembrandt en de Gouden Eeuw werd belicht in de expositie in het Mauritshuis: Bewogen Beeld – Op zoek naar Johan Maurits en de expositie Glans Glorie en Misere. De Gouden Eeuw in Den Haag in het Haags Historisch Museum.

Rijkste dorp Den Haag wordt ook wel het rijkste dorp van de Republiek genoemd, omdat het ontbrak aan stadsrechten. Naast de bestuurlijke macht, trok het dorp ook cultuur en wetenschap aan. Beroemde inwoners waren de schilders Jan Steen, Jan van Goyen en Paulus Potter, tegenwoordig terug te vinden in het Mauritshuis. Ook de filosoof Baruch Spinoza en schrijver Jacob Cats en de wetenschapper Christiaan Huygens resideerden in Den Haag. Naast woonplaats van de elite was Den Haag een snelgroeiende plaats, vol (hof)leveranciers, ambachtslieden en arbeidsmigranten. Grote delen van het gewone volk kenden evenwel een onzeker bestaan. Ze waren afhankelijk van economische voor- en tegenspoed, oorlog en vrede. Den Haag kende praal en rijkdom, maar ook armoede en gebrekkige voorzieningen.

Het Mauritshuis Het Mauritshuis staat wereldwijd bekend om zijn verzameling schilderijen van Hollandse en Vlaamse meesters uit de zeventiende eeuw. Het oudste deel bestaat uit schilderijen afkomstig uit de privécollectie van stadhouder Willem V, prins van Oranje-Nassau (1748-1806). In 1822 werd het Mauritshuis, gebouwd in de zeventiende eeuw als residentie van Johan Maurits van NassauSiegen, officieel een museum. Er zijn ongeveer 200 topstukken te zien in het museum, waaronder het Meisje met de Parel van Johannes Vermeer, de Stier van Paulus Potter, humorvolle werken van Jan Steen en maar liefst elf meesterwerken van Rembrandt. In 2022 bestaat het museum dus 200 jaar en dit zal natuurlijk groots worden gevierd met een aantal zeer bijzondere tentoonstellingen. In de collectie van het museum bevinden zich ruim 800 schilderijen. Op 4 oktober 2019 was het 350 jaar geleden dat Rembrandt van Rijn overleed. Ter ere daarvan bracht het Mauritshuis de gehele Rembrandt-collectie van het museum voor de eerste keer samen in één tentoonstelling. Alle achttien schilderijen van het Mauritshuis die ooit als een Rembrandt waren verworven werden getoond: elf onbetwiste werken, vijf kopieën van leerlingen en twee ‘twijfelgevallen’. Deze twee schilderijen worden de komende tijd wetenschappelijk onderzocht om te bepalen of ze wel of niet van de hand van Rembrandt zijn. Tijdens het Rembrandtjaar was er ook aandacht voor de beeldvorming rondom de naamgever van het Mauritshuis, Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679). De tentoonstelling Bewogen Beeld - Op zoek naar Johan Maurits toonde de vele kanten van zijn gouverneurschap te NederlandsBrazilië in de zeventiende eeuw tot en met hedendaagse visies op zijn leven en nalatenschap.

Rembrandt Reality De Rembrandt Reality app zorgt voor de ultieme belevenis van een schilderij. Rembrandt Reality wekt het beroemde kunstwerk van Rembrandt De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp tot leven. Met deze (gratis) app voor smartphones en tablets ga je terug in de tijd, en stap je letterlijk het schilderij in. Zo kom je meer te weten over Rembrandt en de verhalen achter dit indrukwekkende schilderij.

Het samenleven van edelen, burgers en migranten maakte van Den Haag een sterk gelaagde stad, iets wat nu nog steeds herkenbaar is. De verschillende werelden leefden langs en naast elkaar, maar waren ook wederzijds afhankelijk - en kwamen soms met elkaar in botsing. De gruwelijke moord op de regenten Johan en Cornelis de Witt in 1672, door ontevreden, opgehitst volk illustreert dit op navrante wijze. In Museum De Gevangenpoort, ooit een van de drie toegangspoorten tot het kasteel van de graven van Holland, het Binnenhof, kun je de cel van Cornelis de Witt nog bezoeken.

Johan van Oldenbarnevelt Een andere beroemdheid uit die periode is Johan van Oldenbarnevelt. Hij geldt nog steeds als een van de grootste staatsmannen uit de Nederlandse geschiedenis, dé bouwer en stichter van de Nederlandse staat. Op 13 mei 1619 werd hij op verdenking van hoogverraad op het Binnenhof onthoofd. Aan deze bijzondere persoon werd in het themajaar aandacht geschonken in de expositie in het Haags Historisch Museum Johan van Oldenbarnevelt. Man, macht en moord.

Drie exposities in het Mauritshuis in 2020 Van 20 februari tot 1 juni staat dé paardenschilder uit het Verenigd Koninkrijk centraal: George Stubbs (1724-1806). Geen andere kunstenaar wist dit edele dier zó levensecht en karaktervol op het doek te zetten. Fenomenaal hoogtepunt in de tentoonstelling is het levensgrote topstuk Whistlejacket uit de National Gallery in Londen.

Daarna gunt het Mauritshuis de bezoekers een blik achter de schermen, met een expositie over restauraties (2 juli t/m 25 oktober). In 2020 is het 25 jaar geleden dat het restauratieatelier van het Mauritshuis opende. Een team van

Vandaag de dag is Den Haag nog steeds een koninklijke stad en het centrum van de bestuurlijke macht met het Binnenhof als belangrijk middelpunt.

eigen restauratoren houdt zich daar dagelijks bezig met conservering, restauratie en materiaal-technisch onderzoek. De tentoonstelling doet enkele van de meest intrigerende restauraties uit de afgelopen jaren uit de doeken, waaronder die van schilderijen van Rembrandt, Vermeer, Hals, Steen en Rubens. In november 2020 opent een tentoonstelling over geur en verbeelding in de zeventiende eeuw (tot 5 april 2021). Hierbij gaat het Mauritshuis op geurhistorisch onderzoek uit. Van stinkende Amsterdamse grachten tot de meest welriekende bloemengeuren. De bezoeker kan in deze tentoonstelling - letterlijk - zijn neus het werk laten doen.

mauritshuis.nl

DEN HAAG

machtscentrum van de Gouden Eeuw

8

De Hofvijver en de Lange Vijverberg van de Plaats af gezien, Gerrit Berckheyde, ca. 1690. Collectie Haags Historisch Museum.


LEIDEN

stad van kunst, wetenschap en vrijheid Leiden is een stad van ontdekkingen. Met een roemrucht verleden waarvan in de oude binnenstad nog steeds sporen zijn te vinden. Leiden is waar Rembrandt en Lorentz kunst creëerden en ontdekkingen deden, waarmee ze anderen, onder wie Steen en Lievens, aanzetten tot grootsheid. Het is ook de stad waar Boerhaave en Von Siebold de wereld binnenhaalden en hun gedachtegoed teruggaven, ter inspiratie voor nieuwe inzichten. En waar de oudste universiteit van Nederland vandaag de dag tot ‘s werelds beste behoort.

Koornbrug, Leiden Kees Hummel

Universiteit

Het is 1575 als in Leiden de Universiteit wordt opgericht, de eerste van Nederland en het vroege beginpunt van de Gouden Eeuw. De Republiek der Verenigde Nederlanden liep toen al voorop in de zoektocht naar nieuwe wetenschap. Nederlandse geleerden bouwden aan een wetenschappelijke revolutie, gebaseerd op waarneming en experiment en betraden onontgonnen terreinen van kennis. Veel van die geschiedenis is in Leiden bewaard gebleven: van de telescooplenzen van Christiaan Huygens tot de microscoop van Antoni van Leeuwenhoek. Het zijn topstukken uit de zeventiende-eeuwse collectie van Rijksmuseum Boerhaave.

In 2020 is dit 400 jaar geleden. In nauwe samenwerking komen de four nations: Nederland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en de native Americans, met een uitgebreid jaarprogramma. De Pilgrims worden gezien als de grondleggers van de huidige Verenigde Staten. Van hen stammen circa 25 miljoen Amerikanen af, onder wie negen presidenten, inclusief Barack Obama. In de VS wordt hier elk jaar uitvoerig bij stilgestaan tijdens Thanksgiving. Bezoekers krijgen een fraai beeld van deze geschiedenis in het Leiden American Pilgrim Museum, bij de Hooglandse Kerk, hartje stad. In Museum De Lakenhal is van 27 maart t/m 12 juli 2020 de tentoonstelling Pilgrims naar Amerika. 1620-2020 te zien. In de tentoonstelling is aan de hand van verhalen en historische objecten de reis en zoektocht van de Pilgrims naar vrijheid te zien. Bezoekers worden in reflectiezone uitgedaagd het thema vrijheid te onderzoeken.

Rembrandt

Museum De Lakenhal Kees Hummel

Hortus botanicus

Een andere monumentale en bewaarde schat uit die tijd is de Hortus botanicus, de studietuin van de Leidse Universiteit. Een deel ervan, de Clusiustuin, genoemd naar de stichter Carolus Clusius, is een kopie van de eerste aanleg. Vier eeuwen lang verzamelen, verzorgen en bestuderen hebben een schitterende tuin voortgebracht met uiteenlopende uitheemse, onbekende gewassen.

Leiden is ook de stad van Rembrandt van Rijn. De schilder zag hier in 1606 letterlijk het licht en bracht er de eerste 25 jaar van zijn leven door. In Leiden legde Rembrandt de basis voor zijn artistieke carrière. Als eerbetoon aan deze beroemde Leienaar is in Museum De Lakenhal nog t/m 9 februari 2020 de tentoonstelling Jonge Rembrandt - Rising Star te bezichtigen, gewijd aan zijn vroegste werk. Het publiek kijkt als het ware over de schouders van de kunstenaar mee en ziet hoe zijn talent tot bloei kwam. Werken die de meester op Leidse bodem maakte, zijn na bijna 400 jaar teruggekeerd. De tentoonstelling omvat

ongeveer veertig schilderijen, zeventig etsen en tien tekeningen. Naast kunst van Rembrandt is er ook werk te zien van onder andere Lievens, Lastman en Van Swanenburg. De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met het Ashmolean Museum in Oxford. lakenhal.nl leiden.nl

Rembrandt Route Wie wil zien waar de schilder toen zijn schreden zette, kan in Leiden de Rembrandt Route door de binnenstad volgen. De wandeling verbindt historische Rembrandt-locaties, waaronder zijn geboorteplek - het huis zelf staat er niet meer, maar door middel van Augmented Reality (AR) is er toch een mooi beeld gecreëerd. Ook ziet men het atelier aan de Langebrug, nu de Young Rembrandt Studio genoemd, de plek waar Rembrandt in zijn jonge jaren schilderen, tekenen en etsen leerde. De Rembrandt Route kent talloze anekdotes, rijkelijk geïllustreerde achtergrondverhalen en ruim 25 deelkaarten. Als aanvulling op de wandeling bestaat nu de app Leidse AR Rembrandt Route, waarbij stadsgids Onno Blom op zeven locaties commentaar geeft. De app is een ontdekkingstocht op zich en laat de geschiedenis van Rembrandt en de Gouden Eeuw weer tot leven komen.

Pilgrims

Na de stichting van de universiteit ontstond er een symbiose van kunst en wetenschap en een klimaat van vrijheid. Dit is altijd blijven bestaan in Leiden. Zo vluchtten rond 1600 de Pilgrims, Engelse protestantse puriteinen, voor de vervolging in eigen land en streken neer in het tolerante Holland. Velen van hen kwamen in Leiden terecht. In 1620 stak vervolgens een deel van hen per schip, de Mayflower, de Atlantische Oceaan over naar Amerika.

Dirk van Egmond

9


HAARLEM ademt sfeer Gouden Eeuw De Haarlemse binnenstad ademt nog altijd de sfeer van de Gouden Eeuw. In Haarlem kun je alle facetten uit die tijd beleven, binnen een vierkante kilometer. Er zijn de vele hofjes, ontstaan uit het sociale stelsel van de Gouden Eeuw en de grote historische panden met imposante voorgevels die een direct gevolg waren van de handelsgeest en migratie. Lakenhandel en bierbrouwerijen waren prominente vormen van nijverheid in het Middeleeuwse Haarlem. Op en rond de Grote Markt heeft de uit Vlaanderen afkomstige stadsbouwmeester Lieven De Key zijn stempel gedrukt op de gebouwde omgeving, zoals het stadhuis en de Vleeshal. Al in de Gouden Eeuw was Haarlem voor de omgeving het middelpunt om handel te drijven en inkopen te doen. Onder

passie voor de bloem en de bol. Het leidde tot een ware tulpenmanie, tussen 1634 en 1637, die vooral in Haarlem tot uiting kwam. Door de toenemende welvaart onder de burgers was de tulp een symbool voor status en rijkdom geworden. De vraag oversteeg ruimschoots het aanbod en de prijs schoot omhoog. De grond rondom Haarlem bleek zeer geschikt voor de teelt van bolgewassen en daarom kochten welgestelde burgers siertuinen aan de zuidrand van de stad. Zo werd de

Frans Hals Museum ging heten, omvat onder meer het grootste aantal schilderijen van Hals ter wereld. In 1913 verhuisde het museum naar het voormalige oudemannenhuis aan het Groot Heiligland. Behalve werk van Hals telt de collectie veel andere schilderijen, ongeveer 800 in totaal, waarvan een deel permanent is te zien. Zo hangt er werk van schilders uit de zestiende eeuw,

Spaarne,

andere in de pakhuizen, op markten en winkels in de binnenstad ging van alles over de toonbank. Ook vandaag de dag is Haarlem zeer populair als winkelstad. Belangrijk daarbij is het uitgebreide aanbod van bijzondere, kwalitatief hoogstaande en unieke winkels, gesitueerd in de historische binnenstad. Haarlem was destijds ook het centrum van de roemruchte Tulpengekte. Vanuit Turkije was eind zestiende eeuw de tulp naar Nederland gekomen en al snel ontstond er een grote

tulpenbol een geliefd object voor handel en speculatie. Op 5 februari 1637 werd voor een tulpenbol het hoogste bedrag ooit neergelegd op een veiling: één Semper Augustus bracht 6.000 gulden (2.722 euro) op. In die tijd was dat de prijs van een pand aan de Herengracht in Amsterdam. De bubbel spatte nog dat jaar uiteen, eerst in Haarlem. De economieën van de Hollandse steden raakten op de rand van de afgrond. De Tulpenmanie ging de geschiedenis in als de eerste grote economische crisis.

Frans Hals en het Museum Frans Hals werd in 1582 of 1583 in Antwerpen geboren als zoon van de lakenkoopman Franchois Fransz. Hals. Zoals zoveel Zuid-Nederlanders in die tijd verhuisde het gezin naar de Noordelijke Nederlanden, op de vlucht voor de Spaanse overheersing en economische malaise. De familie Hals vestigde zich rond 1586 in Haarlem. De jonge Frans Hals was tot 1603 een leerling van Karel van Mander. In 1610 werd hij lid van het Sint-Lucasgilde en vanaf dat moment mocht hij ook zelf leerling-schilders in dienst nemen. Hals specialiseerde zich in portretten. Zo maakte hij vijf grote groepsportretten van de Haarlemse schutterijen. In 1616 schilderde hij zijn eerste schuttersstuk en in 1639 zijn laatste. Deze doeken vormen door de grote verscheidenheid aan gelaatsuitdrukkingen, de glimmende uniformen en de vele kleurnuances het hoogtepunt in Hals’ oeuvre. Na zijn dood in 1666 raakte het werk van Frans Hals in de vergetelheid, maar in de negentiende eeuw werd hij herontdekt door de impressionisten. Zij waardeerden zijn ‘ruwe stijl’, gebaseerd op een zwierige en losse penseelvoering en zijn suggestie van beweging en vaardigheid in gelaatsuitdrukkingen.

Grote Markt,

10

Hans Guldemond.

De stad Haarlem begon 400 jaar geleden, ten tijde van Frans Hals’ leven, al kunst van hoog niveau aan te kopen en te tonen in het stadhuiscomplex. De stad heeft daarmee in feite het oudste kunstmuseum van Nederland binnen haar muren. Het stedelijk kunstbezit is sindsdien zonder onderbreking tentoongesteld, beheerd en uitgebreid. De collectie van wat later het

Reinier Snijders.

onder wie Jan van Scorel, Maarten van Heemskerck, Hendrick Goltzius en Cornelis van Haarlem. Zij waren de wegbereiders voor de wereldberoemde schilderkunst van de Hollandse Gouden Eeuw. In het museum is een langlopende expositie gaande, tot juli 2022, met werk van een groot aantal ‘andere meesters’ uit de zestiende en zeventiende eeuw, onder de naam Haarlemse Helden. Andere Meesters. Het zijn schilderijen uit de eigen verzameling, waaronder werk van Karel van Mander, Pieter de Grebber, Jan Porcellis, Salomon van Ruysdael, Nicolaes Berchem en vele anderen. De presentatie is op een eigentijdse manier. Aan de hand van actuele thema’s zoals gender, geloof en afkomst wordt onderzocht hoe het komt dat een kunstenaar soms ‘in’ of ‘uit’ is. Welke kunstenaar had een sterrenstatus en is nu minder bekend? Wat waren of zijn de oorzaken voor het succes van deze kunstenaars? Welke rol speelde hun afkomst of sociaal-maatschappelijke status hierbij? En welke rol is er weggelegd voor het museum en zijn publiek? Kortom: wie bepaalt of iets in of uit is? Het Frans Hals Museum heeft sinds begin vorige eeuw hedendaagse accenten toegevoegd aan de collectie, in de geest van de naamgever die tijdens zijn leven bekend stond als een vernieuwer. Het museum is ‘een gelukkig huwelijk’ van twee collecties: de internationaal vermaarde zeventiende-eeuwse kunst en hedendaagse werken uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. De focus ligt hierbij op cutting edge werken van toonaangevende kunstenaars, onder wie Tracey Emin, Céline van Balen, Barbara Visser en Guido van der Werve. Door een transhistorische relatie te leggen tussen contemporaine werken uit de collectie en de oude meesters daagt het museum zijn publiek uit om anders te kijken en daardoor meer te zien.

franshalsmuseum.nl visithaarlem.com


Museum Het Rembrandthuis

Tijdens het leven van Rembrandt kende Amsterdam een periode van ongekende welvaart en culturele bloei. Acht jaar na zijn stormachtige entree op de Amsterdamse kunstmarkt en op het hoogtepunt van zijn roem kocht Rembrandt een kapitaal pand aan de Jodenbreestraat, waar hij met zijn geliefde burgemeestersdochter uit Leeuwarden, Saskia Uylenburgh, ging wonen, het huidige Museum Het Rembrandthuis.

AMSTERDAM

Rembrandt onderhield contacten in de hoogste kringen en kreeg de meest prestigieuze opdrachten van kooplieden, regenten, geleerden en dominees. Aan de overkant woonde de vermogende Nicolaes van Bambeeck. In het jaar dat Rembrandt De Nachtwacht schilderde, portretteerde hij ook deze koopman en diens vrouw Agatha. In wat later het Rembrandthuis ging heten, etste Rembrandt ook de meest beroemde prenten die de kunstgeschiedenis kent, zoals De Honderdguldenprent (1643-49), De drie bomen (1643) en later De drie kruizen (1653). Museum Het Rembrandthuis bezit een bijna complete collectie van deze etsen. Door financiële problemen moest Rembrandt zijn huis aan de Jodenbreestraat in 1659 verkopen. Het pand raakte in de loop der eeuwen geleidelijk in verval. Rond 1900 was nog nauwelijks bekend dat de beroemde kunstenaar er ooit had gewoond. Maar een groep Amsterdamse burgers besefte hoe belangrijk dit culturele erfgoed was. Een grondige restauratie, uitgevoerd tussen 1908 en 1911, redde het pand. Vanaf die tijd diende het als museum. Sinds 1998 is ook het interieur van het voormalige woonhuis weer zoveel mogelijk teruggebracht naar Rembrandts tijd. De zeventiende-eeuwse meubelen, gebruiks- en kunstvoorwerpen laten een indringend beeld zien van Rembrandts leven en werk. rembrandthuis.nl

Rembrandthuis

Joods Cultureel Kwartier en Joods Historisch Museum

Het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam bestaat uit het Joods Historisch Museum, het Kindermuseum, de Portugese Synagoge, de Hollandsche Schouwburg en het Nationaal Holocaust Museum i.o. De welvaart van Amsterdam in de Gouden Eeuw was ondenkbaar geweest zonder de bijdrage van de Portugese joden. De eerste joodse immigranten kwamen rond 1600 naar Amsterdam. Waar de joden in Spanje en Portugal werden vervolgd, konden zij in Amsterdam hun geloof praktiseren en gebedshuizen bouwen. Onder hen bevonden zich kooplieden die met hun handelscontacten een grote bijdrage aan de ontwikkeling van de stad leverden. De imposante Portugese Synagoge (1675), nabij het huidige Waterlooplein, laat zien welke rol zij in Amsterdam hadden. De Portugese Synagoge is het enige gebouw in Amsterdam dat nog origineel is sinds de Gouden Eeuw. Het zeventiende-eeuwse interieur is volledig intact, er is geen verwarming en de bijna duizend kaarsen op de banken en in de grote kroonluchters zorgen tot op de dag van vandaag voor licht, warmte en sfeer tijdens speciale evenementen en diensten. Vooral tijdens de kaarslichtconcerten is de sfeer adembenemend.

Portugese Synagoge JCK

In het Joods Historisch Museum zijn verscheidene objecten uit de Gouden Eeuw te zien. Een topstuk uit 1675 is het werk Gezicht op de Grote en Portugese Synagoge te Amsterdam van Gerrit Adriaensz. Berckheyde (1638-1698). Het paneel toont de Grote (Hoogduitse) Synagoge waarin het huidige museum is gehuisvest. Dit schilderij illustreert op indrukwekkende wijze de positie die de joodse gemeenschap in het zeventiende-eeuwse Amsterdam heeft kunnen verwerven. jck.nl

Het Rijksmuseum

Het Rijksmuseum biedt een overzicht van 800 jaar Nederlandse kunst en geschiedenis. In de collectie bevinden zich inmiddels bijna een miljoen objecten - 8.000 daarvan zijn permanent op zaal te zien. De collectie is voor een groot deel ontstaan door schenkingen en nalatenschappen. Beroemd legaat is dat van de familie De Bruijn-Van der Leeuw. Zij lieten in totaal 570 werken na, waaronder Zelfportret als de apostel Paulus van Rembrandt. Veel van de hoogtepunten uit de collectie van het Rijksmuseum zijn bruiklenen van de Gemeente Amsterdam, zoals Het Joodse Bruidje en De Nachtwacht, beiden van Rembrandt. Meer dan dertig zalen zijn gewijd aan de zeventiende eeuw. In deze periode maakte Nederland op het gebied van kunst en cultuur een ongekende bloei door en wordt daarom ook wel Hollandse Gouden Eeuw genoemd. In het hart van het museum ligt de Eregalerij waar de meesterwerken te zien zijn. Bij binnenkomst ontmoeten we Frans Hals, die bekend stond om zijn ‘ruwe stijl’. We zien ook Jan Steen, met zijn vrolijke gezelschappen en komen oog in oog met het Melkmeisje van Johannes Vermeer. Een bezoek aan het Rijksmuseum is niet compleet zonder De Nachtwacht te zien, het grootste en beroemdste schilderij van Rembrandt van Rijn, waarvoor architect Cuypers een geheel eigen zaal bouwde. Momenteel vindt onder het oog van het publiek het meest veelzijdige restauratieproject van dit schuttersstuk plaats. Een team van experts onderzoekt met behulp van de meest geavanceerde technieken Rembrandts materialen en schildertechniek, de impact van eerdere behandelingen en de veroudering van het schilderij. Het gehele onderzoek is online en op zaal te volgen. rijksmuseum.nl

Operatie Nachtwacht Rijksmuseum

De maritieme meesters van Het Scheepvaartmuseum

Amsterdam Museum herziet

Het Scheepvaartmuseum laat zien dat Amsterdam altijd heeft bestaan bij de gratie van water. Waar de ‘stad’ in het begin van de dertiende eeuw niet meer was dan een drassig veenland, groeide Amstelredam in twee eeuwen uit tot een aanzienlijke vissersstad. Weer tweehonderd jaar later werd de blik steeds meer naar buiten gericht en waren handelsreizen naar Azië vanaf omstreeks 1600 een belangrijke bron van inkomsten.

Als onderdeel van zijn doorlopende streven om meer inclusief te zijn en verhalen, invalshoeken die niet of onvoldoende worden vertegenwoordigd ruimte te geven, gebruikt het Amsterdam Museum de term Gouden Eeuw niet langer als containerbegrip om de gehele periode van de zeventiende eeuw aan te duiden. Zo werd de titel van de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw (de vaste presentatie van het Amsterdam Museum in de Hermitage) daarom gewijzigd in Groepsportretten van de 17e eeuw.

In Het Scheepvaartmuseum zijn twee tentoonstellingen over dit tijdperk: Republiek aan zee in de Hoofdgalerij en Cartografie & Curiosa, waarbij een grote verscheidenheid aan navigatie-instrumenten, kaarten, atlassen en topschilderijen van onder andere Ferdinand Bol en Van Wieringen het verhaal van deze unieke periode schetsen. Ook de schrijnende aspecten, zoals slavernij en mensenhandel, worden in beeld gebracht aan de hand van voorwerpen waaronder slavenarmbanden en porselein. De Nederlanders kenden begin zeventiende eeuw de routes richting Azië heel goed. Ze dachten dat een noordelijke doortocht ook mogelijk was, ver weg van de Portugezen en Spanjaarden die hen in hetzelfde vaarwater vaak genoeg in de weg zaten. Zo ondernam Willem Barentsz meerdere pogingen om een doorgang te vinden in de Noordelijke IJszee, met zijn barre overwintering op Nova Zembla als iconisch dieptepunt. In de tentoonstelling Strijd om het ijs worden aan de hand van niet eerder vertoonde foto’s en historische objecten 400 jaar expedities naar de pool laten zien. Dat we honderden jaren later deze kennis over de zeevaart kunnen delen, komt onder andere door de ‘nautisch fotografen’ van toen: maritieme schilders. Een absolute uitblinker uit die tijd was meester-schilder en tekenaar Willem van de Velde de oude. Als ode aan de zeeschildersfamilie Van de Velde opent Het Scheepvaartmuseum op 2 oktober 2020 een oeuvre-tentoonstelling met 75 hoogwaardige pentekeningen, schetsen, wandtapijten en olieverf schilderijen hetscheepvaartmuseum.nl uit binnen- en buitenland.

De Gouden Leeuw tijdens de Slag bij Kijkduin,1673, Willem van de Velde de Jongere. Collectie Royal Museums Greenwich.

Wie kijkt naar de afgebeelde personen op deze portretten zou de conclusie kunnen trekken dat er toentertijd alleen witte mensen in Amsterdam leefden. Maar hoewel ze niet staan afgebeeld, woonden er wel degelijk mensen van kleur. De stad was ook al in de zeventiende en achttiende eeuw de thuisbasis van mensen afkomstig uit allerlei windstreken. In de Amsterdam Museum-vleugel van de Hermitage Amsterdam is momenteel de fototentoonstelling Hollandse Meesters Her-Zien gaande. Te midden van de groepsportretten in de grote zaal hangen dertien foto’s van bekende Nederlanders van kleur, onder wie Berget Lewis, Ruud Gullit, Typhoon en Jörgen Raymann, die poseren als historische personen. De foto’s zijn gemaakt door Humberto Tan, Ahmet Polat, Stacii Samidin en Milette Raats. De tentoonstelling is te zien tot 2 februari 2020. Samensteller is gastcurator en theatermaker Jörgen Tjon a Fong (Urban Myth). ‘Ik was enorm verbaasd toen ik ontdekte dat er een levendige gemeenschap van mensen met roots in niet West-Europese landen in het zeventiende-eeuwse Amsterdam leefde,’ zegt Tjon a Fong. ‘De verhalen van deze mensen worden nog nergens verteld. Om een vollediger beeld van de geschiedenis te schetsen is het belangrijk dat dit wel gebeurt.’ amsterdammuseum.nl

11


HOORN EN ENKHUIZEN

TWEE-EENHEID IN DE GOUDEN EEUW Hoorn en Enkhuizen vormden in de Gouden Eeuw twee van de zes kamers van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). De steden bekleedden daarmee voorname posities in de handel met de Oost. De later opgerichte West-Indische Compagnie (WIC) had ook een kamer in Hoorn. De koopman Jan Pieterszoon Coen werd in Hoorn (1587) geboren en was naderhand een van de leidende krachten van de VOC. Binnen een straal van nog geen kilometer kom je in Hoorn nog steeds alles aan de weet over de stad en de Gouden Eeuw. Hoe er werd gewoond, met wie er handel werd gedreven, welke belangrijke ontdekkingen er werden gedaan, wat voor kunst er aan de Hoornse muren hing of wat voor exotische voorwerpen Hoornse zeelieden meebrachten van hun verre reizen. Het Westfries Museum in Hoorn, opgericht in 1881, maakt de geschiedenis van de opkomst en de economische neergang van de beide Noord-Hollandse steden in de periode van de Gouden Eeuw inzichtelijk. De kern wordt gevormd door de stadscollecties van Hoorn en in mindere mate Enkhuizen, aangevuld met legaten van regentengeslachten. Deze basis is in de loop der jaren uitgebreid tot een zeer gevarieerde verzameling van zo’n 30.000 objecten, die met elkaar een beeld geven van de cultuurgeschiedenis van de steden en het platteland in WestFriesland in de periode tussen 1500 en 1800, kortweg de Gouden Eeuw.

Daarom moest er uit Hoorn en Enkhuizen wel een bijdrage komen in dit debat - en die kwam er. De directeur van het Westfries Museum, Ad Geerdink, heeft hierover gezegd: ‘Het museum doet de term de Gouden Eeuw niet in de ban. De zeventiende eeuw was in vele opzichten een uitzonderlijke periode. Niet alleen op het gebied van de handel en de economie, maar ook op het gebied van de godsdienst, de wetenschap en filosofie, de vrijheid van meningsuiting, de kunsten, de krijgskunst, de staatshuishoudkunde, de vorming van het landschap. Zelfs in de armen- en ouderenzorg deden zich ontwikkelingen voor die (internationaal) uitzonderlijk

waren. In de zeventiende eeuw is de basis gelegd voor het Nederland zoals we dat nu kennen. Om die reden verdient dat tijdvak een speciale kwalificatie, anders dan ‘zeventiende eeuw’, wat een wel heel neutrale term is.’ De naam ‘Gouden Eeuw’ is overigens pas in de negentiende eeuw gemunt in Nederland. Tweehonderd jaar na dato zag men hoe belangrijk die periode was geweest. De term is sindsdien gegrift in het collectieve geheugen. Is de term Gouden Eeuw een ideale omschrijving? Nee, het Westfries Museum vindt van niet en verwijst naar een van Nederlands beroemdste historici, Johan Huizinga, die ooit zei dat we de zeventiende eeuw beter konden aanduiden als de eeuw van ‘hout en staal, pek en teer, verf en inkt, durf en vroomheid, geest en fantasie’. De term zelf drukt vooral de glorieuze kanten van de zeventiende-eeuwse geschiedenis uit, terwijl er tegenwoordig steeds meer aandacht wordt gevraagd en meer oog is voor de zwartere bladzijden uit die geschiedenis. Maar dat is naar de mening van het Westfries Museum nog geen reden om de term de Gouden Eeuw te schrappen. In plaats daarvan is het zaak het begrip te verdiepen, te verrijken met nieuwe associaties en verhalen, zodat je niet alleen aan de Grachtengordel en Rembrandt denkt, maar ook aan het keiharde bestaan, het geweld, de armoede en aan slavernij.

Het Westfries Museum maakt werk van die verrijking van het begrip de Gouden Eeuw en heeft in zijn presentatie nadrukkelijk oog voor stemmen uit de geschiedenis die tot op heden minder gehoord zijn en voor verhalen over de minder fraaie kanten van die periode. Voorbeelden daarvan zijn de vertelwandeling Tabo en jij uit 2019 waarin verhalenverteller Julian Wijnstein de deelnemers Hoorn liet zien door de ogen van de zwarte bediende Tabo Jansz en de tentoonstelling Depok, de droom van Cornelis Chastelein uit hetzelfde jaar. Depok toont de bijzondere geschiedenis van een gemeenschap van voormalig slaafgemaakten in Nederlands-Indië. Ook in de presentatie van de VOCgeschiedenis, waar onder andere gouverneur-generaal Jan Pietersz Coen deel van uitmaakt, geeft het museum de bezoeker inzicht in de gewelddadige keerzijde van ’s werelds grootste handelscompagnie. Het museum is van mening dat een dergelijke aanpak eerder tot een gesprek uitnodigt en op lange termijn vruchtbaarder is dan een discussie over ‘een term’, die een groot risico van een loopgravenoorlog met verharde standpunten in zich draagt. westfriesmuseum.nl

De Gouden Eeuw was de meest dynamische en enerverende periode uit de geschiedenis van de regio. Het museum roept deze tot leven op een aansprekende en laagdrempelige manier, met nieuwe presentatietechnieken. Er wordt een verband gelegd tussen heden en verleden, waardoor het verhaal van het museum voor de bezoeker relevantie krijgt. De virtual realitytour Batavia 1627 VR brengt bezoekers 400 jaar terug in de tijd met de allernieuwste technieken en is een topattractie van het museum. In de zomer van 2019 ontspon zich in Nederland een discussie rond de vraag of ‘Gouden Eeuw’ nog wel de juiste term was om te gebruiken of de neutrale aanduiding ‘zeventiende eeuw’ beter was. In Hoorn staan drie musea die zich helemaal hebben gericht op de Gouden Eeuw. Behalve het Westfries Museum zijn dit VOC-museumschip De Halve Maen, een replica van een schip uit die tijd en Museumhuis Bonck. Dit laatste is een origineel koopmanshuis uit 1624, dat zowel van binnen als buiten heeft stilgestaan in de tijd en een fraai voorbeeld is van de Hollandse Renaissancestijl.

12

Bewindhebbers van de VOC-Kamer Hoorn, Johan de Baen, 1682. Collectie Westfries Museum.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.