1
Weelderige Linten Een onderzoek naar nieuwe woonvormen voor Vlaamse dorpen
afstudeer scriptie van Thijs Peterka, Urban Design
2
3
Colofon
Voorwoord
Naam: Thijs Peterka Studentnummer: 090443 e-mail: tvpeterka@live.nl Tel: 06 38973045 Adres: Roggeveenstraat 18b Postcode: 4812 ES Breda
Al vroeg in mijn leven ging ik regelmatig de grens over met mijn ouders, op bezoek bij een van mijn stiefbroers die beiden in België wonen. Toen al had ik door dat er verschillen waren tussen Nederland en België en dat je het kon merken als je de grens was overgestoken. Het eerste teken daarvan was als de auto begon te trillen en het geluid van het rijden luider werd door het wegdek. Dan zei ik, “hey mama, we zijn in België!” Als ik dan door het raam naar buiten keek, naar het landschap dat aan mij voorbij ging, zag ik ook dat de huizen in België heel anders waren dan die in Nederland. Geen enkele was het zelfde. Ik vond die afwisseling leuk, maar tegelijkertijd ook een beetje lelijk. Het kon er zo onverzorgd uitzien. Jaren later start ik met de opleiding Urban Design , ik leer daarbij met een stedenbouwkundige bril op naar de wereld te kijken. Zo ook, als we met het Campina Collectief een busreis van Tilburg naar Turnhout maken. Deze busrit had het doel om het landschap in je op te nemen en eens goed te kunnen voelen hoe het is om de grens over te gaan. Zoals eerder vernoemd deed ik dit al jaren en was het in die zin niet iets nieuws voor me, alleen nu kijk ik met die stedenbouwkundige bril op. Maar deze nieuwe kennis levert ook weer nieuwe vragen op. Zoals dat ook behoort te zijn. In de woorden van Albert Einstein, “As our circle of knowledge expands, so does the circumference of darkness surrounding it.”
Campina Collectief MSCI - gebouw 88 Burgemeeste Brokxlaan 1000 5041 SG Tilburg contact@campinacollectief.be www.campinacollectief.be
Buro Plot Stedenbouw LOC-hal, gebouw 68, #36 Spoorzone Burgemeester Brokxlaan 1000 5041 SG Tilburg 013 737 0263 info@buroplot.eu Bedrijfsbegeleider: Carry Rosenblatt Limpens
NHTV internationaal hoger onderwijs Breda Claudius Prinsenlaan 4814 DK Breda 076 53 2600 Hogeschoolbegeleider: Ed Ravensbergen
Het Huis van de Brabantse Kempen Doornboomstraat 30 5091 CB Middelbeers 013 514 4719 info@brabantsekempen.eu
Stadsregio Turnhout Campus Blairon 442 2300 Turnhout 014 88 9255 www.stadsregioturnhout.be
De ruimtelijke verschillen tussen Nederland en België zijn terug te redeneren naar verschillende factoren zoals cultuur, economische politiek en beleid. Deze verschillen komen tot uiting in de ruimtelijke ordening. Een fenomeen wat zich in Vlaanderen voordoet, maar in veel mindere mate in Nederland, is de wildgroei aan bebouwing. Het Vlaamse landschap wordt gekenmerkt door haar eindeloos bebouwde linten, die steden en dorpen aan elkaar rijgen. Hierdoor is het landschap nog maar slecht te ervaren. Als reiziger heb je constant zicht op bebouwing in plaats van een afwisselend beeld die aan je voorbij trekt. Dit heeft als resultaat dat reizigers niet goed meer weten wanneer zij de ene gemeentegrens verlaten en de volgende binnentreden. Er zou gesproken kunnen worden van een heuse “Vlaamse sprawl”. Hoe komt het nou dat deze ontwikkeling zich zo heeft gemanifesteerd in Vlaanderen? Wat zijn de effecten daarvan? Is er in de huidige vorm van leven nog voldoende draagvlak voor voorzieningen nabij? Daarnaast brengt het vervagen van de gemeentegrenzen nog andere vragen met zich mee. Hoe zit het met het gemeenschapsgevoel van de bewoners die aan deze linten wonen? In Nederland is “ons kent ons” een bekend begrip, maar hoe zit dit in Vlaanderen? Wat voor effect heeft wonen in lintbebouwing op de leefbaarheid? Voelen de bewoners van een lintwoning zich nog wel verbonden met hun omgeving en met elkaar? Is hier überhaupt wel behoefte aan? Dit zijn enkele thema’s die aan bod gaan komen in mijn afstudeeronderzoek. Ik wens u veel plezier toe met het lezen van mijn bevindingen.
4
5
Samenvatting
Dit afstudeeronderzoek richt zich op het fenomeen lintbebouwing in de Vlaamse Kempen. Het stelt daarbij met name de vraag of het model van lintbebouwing wel een leefbaar model is. Eerst wordt een historisch onderzoek gedaan, waarin wordt achterhaald hoe Vlaanderen eigenlijk in de huidige situatie is beland. Het blijkt voornamelijk een samenkomst van maatschappelijke interventies te zijn en op basis daarvan heeft het Belgisch parlement een aantal beleidskeuzes gemaakt die bij elkaar opgeteld lintbebouwing erg in de hand werken. Na het historisch onderzoek wordt de huidige bebouwings- en volkshuisvestingssituatie van Vlaanderen bekeken. Deze is vergeleken met de stand van zaken in de Noorderkempen, het onderzoeksgebied van het Campina Collectief. Dan volgt het belangrijkste onderdeel van de gehele analyse. Het lint wordt ontrafeld. Als case wordt de N12 tussen Tilburg en Turnhout genomen. Het lint wordt uiteen getrokken op de onderdelen, bebouwingsdichtheid, landschap en beleving, profiel en programma. Wat opvalt is dat er langs de N12 een nog vrij (Nederlands) klassiek beeld heerst. Waarbij hoge bebouwingsdichtheden en programma voornamelijk in de dorpen te vinden is. Toch is al erg veel bebouwing buiten de kern en langs het lint te vinden en valt al te spreken van heuse voordorpen. Het voordorp is een van de lintmilieus die geformuleerd zijn op basis van de kenmerken en karakteristieken van sommige stukken van het lint. Nadat er een goed beeld is gevormd van de opbouw van een lint en de lintmilieus verklaard zijn volgt, op basis van literatuur onderzoek, een verdieping in de voor- en nadelen van lintbebouwing. Lintbebouwing blijkt veel meer negatieve gevolgen te hebben dat er te winnen valt bij lintbebouwing. Bovendien zijn de voordelen voornamelijk op het individu gericht en zijn de nadelen voor iedereen. Er wordt dus gesproken over individuele lusten versus collectieve lasten.
Naast de effecten van lintbebouwing komt ook naar voren hoe Vlaamse bewoners over lintbebouwing denken. Ontwerpers, ruimtelijk ordenaars en beleidsmakers zijn ook aan bod gekomen en laten blijken dat Vlaanderen ook graag afziet van de huidige trend om linten vol te blijven bouwen. Met deze kennis zijn twee scenario’s ontwikkeld. De Nederlandse stempel wat een Nederlands model nastreeft, waarbij er nieuwe ontwikkelingen zich binnen de (bestaande) kern voordoen. En de Nevelstad, wat een model nastreeft dat vasthoud aan de waardes van het Vlaamse model. Volkshuisvesting ook buiten de kern mogelijk, maar dan op een andere manier aangepakt. Uit de twee mogelijke scenario’s en de wens om bij nieuwe ontwikkelingen de lusten zo veel mogelijk te respecteren en de lasten zo veel mogelijk te voorkomen zijn bouwstenen ontwikkeld. De bouwstenen kunnen verdeeld worden over de scenario’s. De bouwstenen bestaan uit locatie types en maatregeltypes. Het dorp Weelde en zijn directe omgeving wordt als case gebied gebruikt om de bouwstenen te laten landen. In de bouwstenen gids worden de bouwstenen vervolgens nader uit een gezet. Met de bouwstenen gids is het de bedoeling dat er een communicatiemiddel tussen gemeente, bewoners en ontwikkelaars op tafel licht. Zo kan iedere partij helder krijgen wat mogelijke toekomstige ontwikkelingen zijn en hoe hun dorp dat kan beïnvloeden. De bouwstenen gids is een scala aan alternatieven voor lintbebouwing.
6
7
Inhoudsopgave
Tilburg
Tilburg
Tilburg
Tilburg
H
H
H H
Inleiding Context Urgentie en doel
8 10
A58
A58
Rillaerse baan
Rillaerse baan
1. Vooronderzoek
A58
Rillaerse baan
Goirle
Goirle
12
A58
Rillaerse baan
Goirle
Goirle
Achtergrond lintbebouwing: een tijdlijn van de ontwikkeling van de volkshuisvesing in Vlaanderen en Nederland.
2. Huidige situatie en lint keuze
14
3. De lintanalyse
21
De N12, Tilburg-Turnhout en de vergelijkingsanalyses Lintmilieus
H
24
H H
INTERMEZZO: Nederlands Vlaamse uitwisseling op het Warande terras in Turnhout.
32 Poppel
Poppel
Poppel
H
Poppel
H H
4. Effecten lintbebouwing
34
H
H
H
H
H
5. Veldwerk: gesprekken met bewoners van lintbebouwing en lintdorpen
37
Weelde
Weelde
Weelde
Weelde
H
H
H H
6. Conclusie, scenario’s en bouwstenen. Conclusie en scenario’s Bouwstenen
39
H
40
H FC Flandria
Ravels
Ravels
Ravels
H
Ravels
H
7. Inpassing bouwstenen
H
46
H H
Gemeente Ravels Weelde binnen gemeente Ravels
H
48
H
H H
Oosthoven
Oosthoven
Oosthoven
H
Oosthoven
H
Bouwstenen gids
H
Noord-Brabant laan
Noord-Brabant laan
Noord-Brabant laan
Noord-Brabant laan
H H
H Turnhout
Turnhout
K.S.K. Oosthoven
Turnhout
Turnhout
8
9
Inleiding Context
weinig op voor de landbouw en boeren zochten elkaar op om samen als collectief economisch rendabel te zijn en blijven. Door de landschappelijke kenmerken die de Kempen bezit werd het door zowel Nederland als Vlaanderen als een achtertuin beschouwd. De activiteiten de men liever niet overal ziet, werden juist hier neergezet. Zoals het nucleair afvalverwerkingsbedrijf Belgoprocess in de nabijheid van Mol en Dessel. Dit is dan ook de kracht van de regio, maar zeker ook een bedreiging. In deze nieuwe dynamische tijden is de toekomst van de Kempen wat onduidelijk. Hoe karakteriseert de Kempen zich in de toekomst en wat kan het doen om zijn krachten te behouden? Hoe verhouden stad en land zich met elkaar? Hoe kan het economisch rendabel blijven en wat als economische activiteiten gaan verschuiven? Het onderzoeksteam Het Campina Collectief is een groep jonge (ruimtelijke) denkers van verschillende disciplines die onderzoek doen naar mogelijke toekomstige ontwikkelingen van de regio de Kempen. Dit collectief bestaat uit een combinatie van zes young professionals en een viertal afstudeerders. De groep wordt begeleid en aangestuurd door stedenbouwkundigen Carry Rosenblatt Limpens en Taddeüs van der Weegen. Het Huis van de Brabantse Kempen en de Stadsregio Turnhout zijn de opdrachtgevers van het Campina Collectief en vervullen een faciliterende rol. Samen zijn wij het Campina Collectief. De young professionals werken aan een generieke analyse waar een algemener advies en visie uit zal volgen. De afstudeerders werken aan een persoonlijk geformuleerde opdracht binnen het collectief. Deze opdracht moet wel aansluiten bij de doelen van het Campina Collectief. Het project
Focusgebied van het Campina Collectief, beiden zeiden van de grens worden meegpakt, daarnaast wordt er bij deze uitsnede gericht op zowel stedelijk als landschappelijk (agrarisch) gebied.
De Kempen De Kempen is een landelijke regio opgebouwd uit schrale zandgronden. De regio is internationaal, dat wil zeggen dat het voor het overgrote deel in Vlaanderen ligt en het kleinere noordelijke deel in Noord-Brabant, Nederland. De Kempen is gelegen tussen grotere steden die het gebied omranden en als de economische hotspots gezien kunnen worden. Stadsregio Turnhout is de enige stedelijke manifestatie binnen de Kempen. De Kempen was al lang voordat de grens er door heen liep een regio die door haar ondergrond, de schrale zandgronden, als één gebied werd beschouwd. Kenmerkend voor de Kempen was het hoge collectiviteitsgehalte en ondernemerschap. De zandgronden brachten
Het doel is om een begin van een gebiedsvisie op te stellen die gericht is op het creëren van economische vitaliteit, een verduurzaming van de regio en het in gang zetten van nieuwe processen door nieuwe verbindingen te leggen tussen gebieden en partijen. Daarbij moet grensoverschrijdend te werk worden gegaan. En er moet uitgegaan worden van de Kempische identiteit en ingezet worden op haar krachten. De verduurzaming van de regio moet hier in het breedst van de zin opgevat worden. Dit onderzoek richt zich voornamelijk op het Vlaamse gebied van de Kempen. Daarbij wordt er nader gekeken naar het fenomeen lintbebouwing wat typerend is voor de ruimtelijke ordening van Vlaanderen. Het verduurzamingselement in het onderzoek zit in het creëren van nieuwe inzichten die gericht zijn op een mogelijke verbetering van de Vlaamse woonlinten, waarbij een verbetering in leefbaarheid het einddoel is. De stelling luidt: Lintbebouwing zorgt voor een lagere leefbaarheid door minder sociaal contact en een esthetische onderwaardering van het landschap. Uiteraard is dit vanuit een Nederlands perspectief bekeken. De vraag is of dit door de bewoners ook zo ervaren wordt.
10
11
12
Inleiding
1. Vooronderzoek
Urgentie en doel
Achtergrond lintbebouwing: een tijdlijn van de ontwikkeling van de volkshuisvesing in Vlaanderen en Nederland.
1 70
voorzieningen op afstand
M NI
BY
30
hoge auto afhankelijkheid
bevordert huis, boompje, beestje EN auto cultuur
alle doelgroepen verkeer op één weg
hogere verkeersonveiligheid
meer uitstoot
70
tegengestelde belangen hoog NIMBY gehalte
vermoeilijkt wegconstructie
hoge mate van lichtvervuiling
sociaal isolement
meerkosten aanleg nutsvoorzieningen
Problemen gekoppeld aan lintbebouwing
scheefgroei in de huizenmarkt
reiziger ervaart minder open ruimte, ecologische compartimentering Vlaanderen lijkt volgebouwd
Verkeerskundig
Veiligheid en gezondheid
een versnipperd landschap
Maatschappelijk Nadelige effecten bij een overvloed aan lintbebouwing.
Landschap en ecologisch
Er zijn voor- en tegenstanders van lintbebouwing, echter blijft de discussie er over vaak beperkt tot de schoonheid er van. Meestal vinden mensen lintbebouwing lelijk. De effecten van lintbebouwing gaan uiteraard verder dan een esthetische discussie. Lintbebouwing brengt een veelzijdigheid aan problemen met zich mee. Hier en daar wat lintbebouwing is zo erg nog niet, maar wel als dit doorslaat in een ongebreidelde verkavelingsdrift zoals in sommige delen van Vlaanderen het geval is. De problemen zijn grofweg onder te verdelen in vier categorieën. Ze kunnen verkeerskundig of maatschappelijk van aard zijn. Of ze hebben een negatief effect op landschap/ecologie en de veiligheid en gezondheid van de Vlaamse bevolking. Bij sommige van de problemen is er sprake van een overlap tussen de categorieën. Doel van het onderzoek Het doel van dit onderzoek is om een nieuwe aanpak voor de Vlaamse volkshuisvesting te vinden in plaats van het traditioneel verkavelen van een lint. Daarbij is het van belang dat de nieuwe voorgestelde ontwikkelingen voorkomen dat de huidige situatie verslechterd. Voor sommige problemen kan er wel degelijk een oplossing bedacht worden. Maar de algehele situatie werkelijk verbeteren is een opgave van een andere orde, daar is het in zekere zin te laat voor. Er zal een lange tijd over heen moeten gaan om de verlinting van Vlaanderen terug te draaien. Of er zou zo rigoureus te werk moeten worden gegaan, dat het eigenlijk onrealistisch is. De oplossingen en voorstellen zullen voornamelijk gericht zijn op de maatschappelijke en landschappelijk/ecologische kwesties. Verkeerskundige aspecten, met name hoe het openbaar vervoer geregeld is, komen aan bod in het onderzoek van Arthur Vogels, een collega afstudeerder bij het Campina Collectief.
Wie van Nederland de grens overgaat naar België of andersom bemerkt haast onmiddellijk dat hij een grens over is gegaan. Er zijn behoorlijk wat ruimtelijke verschillen die in het oog springen. Zelfs zonder stedenbouwkundige bril op. Het is voelbaar en merkbaar. Deze ruimtelijke verschillen zijn onder andere ontstaan door culturele verschillen, maar zijn bovenal een uiting van verschil in ruimtelijk beleid. Dit ruimtelijk beleid is op haar beurt beïnvloed door culturele tradities en maatschappelijke interventies en fenomenen. De optelsom van interventies en fenomenen, culturele tradities en beleid heeft tot de huidige occupatiepatronen van Vlaanderen geleid. Wat volgt is een chronologische uiteenzetting van deze optelsom om een beter beeld en begrip te krijgen van het proces dat lintbebouwing heeft voortgebracht. De ondergrond De eerste totstandkoming van een culturele traditie welke invloed heeft gehad op de occupatie is te herleiden naar de ondergrond van Vlaanderen. Deze was erg goed geschikt voor bouwen en verbouwen. Men kon praktisch overal veilig een huis bouwen en landbouw drijven, vanwege hoge, droge en bovendien vruchtbare gronden. Hierdoor komt het dat de Vlaming geen urgentie kende om planmatig te werk te gaan. De Kempen zijn de uitzondering op de regel wat betreft vruchtbare grond, echter zie je hier rond de periode 1700 – 1800 toch veel nederzettingen in de vorm van linten. Dit komt door de toepassing van het potstalsysteem. Zo kon er toch landbouw worden gedreven op de onvruchtbare gronden. Dit systeem maakte gebruik van het landschap. Nederzettingen volgden de richting van de droge akkers en de beekdalen op de grens van het drassige grasland, waar de schapen graasden. De schapen werden gebruikt voor de bemesting van het land. De industriële revolutie In 1830 werden de Zuidelijke Nederlanden onafhankelijk van het verenigd koninkrijk der Nederlanden en werd de staat België gesticht. De industriële revolutie was in volle gang en deze zorgde ervoor dat boerenzoons en -dochters richting de steden trokken om fabrieksarbeid te verrichten. Hierdoor ontstonden arbeidsconcentraties rondom industriesteden. In deze periode was er veel om ontevreden over te zijn als gewone arbeider. Zoals slechte levens- en werkomstandigheden, cholera uitbraken. De eerste Grote Depressie (1873 tot 1896) die volgde deed er een aardige duit in het zakje bij. Deze fenomenen waren overigens niet uniek voor België, maar speelde in een overgroot deel van West-Europa. Wat echter wel uniek was, was hoe het Belgisch parlement besloot om er mee om te gaan. De besluitvorming van die tijd is van grote invloed geweest op de huidige ruimtelijke ordening van België.
12a
13a
1. Vooronderzoek Achtergrond lintbebouwing: de tijdlijn van de ontwikkeling van wonen in Vlaanderen en Nederland
Onafhankelijkheid België
scheiding tussen conservatief liberalen en radicaal liberalen (sociaal liberalen): antwoord op maatschappelijke vraagstukken: ingrijpen door een actieve staat
1815 - 1840 Koning Willem I pionier in staatsbemoeienis met de economie: neomercantilistische politiek
1902: inwerktreding woningwet
Nederland ± 1200
± 1770 Arbeidersconcentraties rondom industriële regio’s
Boeren trekken naar steden voor fabrieksarbeid
Groot privaat grondeigendom
nieuwe nederzettingen nabij nieuwe mijnen, vaak langs bestaande wegen
Occupatiepatroon
Cholera uitbraak
Lintbebouwing in de nabijheid van Retie
Beurskrach, de Grote Depressie van 1873 tot 1896
Sociale onrust resulteerde in rellen in 1886 traditie van pendelen ontstaat al in 1890: dagelijks pendelen 2 miljoen Belgen
WO II
interventie/fenomeen 1832, 1845 en 1866
uitbreiding spoornet
invloeduitwerking
De Taeye 19e eeuw
20ste eeuw
1830
1936 - 1939 Belgë werkt aan een wetsontwerp: hoofdinrichtingsplan, regionale inrichtingsplannen en gemeentelijke uitbreidingsplannen
Planning en ruimtelijk ordening wordt bestepeld als fascistisch of communistisch.
1962 Generieke wet op de stedenbouw. (werkelijke inwerktreding) pas in1977: Vlaamse gewestplannen.
1889: Belgisch Parlement stemt voor nieuw huisvestigingswet, deze bevordert het private huiseigendom
3
Nadat de auto voor een groter deel van de bevolking betaalbaar werd in de twintigste eeuw ging het al helemaal rap met de verlinting van Vlaanderen. De auto zorgde voor een grote mate van mobiliteit van het volk. Men kon makkelijk van waar dan ook de auto in om naar het werk te gaan. Mislukte pogingen tot hervorming In veel landen van West-Europa, waaronder ook Nederland, kwam al vroeg het inzicht dat lintbebouwing een aantal nadelige gevolgen had. Daarbij werd vooral gekeken naar het kostenplaatje en het verdwijnen van het natuurlijke landschap. Uiteindelijk kwam ook België tot een soortgelijke inzicht en werd er in de periode van 1936 tot 1939 gewerkt aan een wetsvoorstel waarbij er een hiërarchisch ruimtelijk ordeningssysteem werd uitgedacht. Maar toen de nazi’s op 10 mei 1940 België binnen vielen werd er een halt toegeroepen aan de
4
plannen. Echter moest er onder dwang van de Duitsers wel aan een heropbouw van de Belgische steden die hadden geleden onder de gevechten gewerkt worden. De Duitsers hadden ordening hoog in het vaandel en de generatie Belgische ruimtelijk ordenaars hebben veel planologisch werk verricht in de periode van de tweede wereld oorlog. Echter na de bevrijding kwam er een sterke tegenreactie. Ruimtelijke ordening werd gezien als iets fascistisch of communistisch. Alle plannen en resultaten die behaald waren werden van tafel geveegd en het ruimtelijk lappendeken kon zich ongebreideld verder ontwikkelen. Dit is vooral te danken aan de wet De Taeye. Waarin de burger wederom actief werd gesteund door de staat (de Katholieke partij) om een eigen woning te bouwen. En dan wel op het platteland, aangezien de stad een liberale plek van verderf was. Er werden subsidies verleend voor het bouwen van een eigen huis.
5
Verschillen met Nederland Pas in 1962 kwam het Belgisch parlement opnieuw tot de conclusie dat deze ruimtelijke ontwikkelingen een aantal grote nadelige effecten had. Er werd gewerkt aan een generieke wet op de stedenbouw. Helaas moest de wet heel wat beleidsmatige rompslomp overwinnen en was de werkelijke verwezenlijking van de wet pas in 1977 een feit, in de vorm van de Vlaamse gewestplannen. Hierin werden ruimtelijke strategieën en gebiedsaanduidingen in hoofdlijn vastgelegd. In Nederland is de ontwikkeling van de volkshuisvesting anders verlopen. Het grootste verschil tussen Nederland en België is cultureel van aard. Met cultureel wordt de opvattingen over het thema ruimte en de planningstraditie bedoeld. Toen in België praktisch overal gebouwd kon worden door een stevige, hoge, droge bodem waarvan bovendien een grootdeel als vruchtbare landbouwgrond gebruikt kon worden, had Nederland juist met het tegenovergestelde te maken. Nederland
6
kende en kent nog steeds veel drassige gebieden. Of zelfs gebieden die geheel onder water lagen. De grond moest eerst bouwrijp gemaakt worden voor men er kon gaan bouwen. Vanuit dit principe is er een groot cultureel verschil tussen de Nederlanders en de Belgen ontstaan als het om ruimte gaat. De Nederlanders kenden de urgentie om zorgvuldig met ruimte om te gaan terwijl de Belgen deze urgentie misten. Daarnaast verschilt Nederlands ruimtelijkbeleid veel met dat van België. In Nederland deden zich min of meer de zelfde maatschappelijke kwesties voor, zoals een economische depressie en slechte leef- en werkomstandigheden voor arbeiders. Maar Nederland heeft ingezet op het verbeteren van kwaliteit van woningbouw door middel van de woningwet in 1902. In de wet stond de minimale eisen waar een woning aan moest voldoen.
13
14
15
2. Huidige situatie en lint keuze
Als er binnen het kader, het onderzoeksgebied van het Campina Collectief, gekeken wordt, dan valt op dat de situatie in de Noorderkempen in verhouding met de rest van Vlaanderen nog erg mee valt. Op het volgende figuur (fig.) wordt er nader gekeken naar de vorm van deze bebouwing buiten de woonkern. Het onderscheid wordt gemaakt in de gradatie van verlinting en verspreide bebouwing. Wederom valt op dat er veel gebieden in Vlaanderen, met name de Vlaamse ruit en zuidoost Vlaanderen enorm bebouwd zijn, waarbij bovendien het aandeel lintbebouwing hoog is. In de Noorderkempen is de situatie vrij matig. Veel verspreidde bebouwing, dat wel. En enkele stukken die gekenmerkt staan als meer verlint.
Focus gebied Kempen
Die hiërarchie van de N-wegen Lintbebouwing vindt vooral plaats langs de verschillende N-wegen in Vlaanderen. Niet ieder lint is daardoor het zelfde, aangezien de N-wegen een hiërarchisch systeem kennen. Daardoor heeft het ene lint een hogere verkeersintensiteit met een ander profiel dan het andere. Het systeem werkt als volgt (zie fig). Van de hoogste rangorde zijn de linten genummerd 1 tot en met 9. Dit zijn de radialen die van Brussel naar de buitenranden van België, of de steden net buiten de grens van België leiden. Van tweede rangorde zijn de N “tientallen”. Van N10 tot en met N90. Dit zijn de wegen die de provinciale hoofdsteden met elkaar verbinden. De derde orde zijn de aftakkingen van deze voorgenoemde wegen, deze lopen van N11 tot en met N99 (met uitzondering van de tientallen). Bij deze reeks geeft het eerste cijfer van de nummers aan binnen welke provincie de weg grotendeels of helemaal ligt. Van de laagste rangorde zijn de N100 tot en met N999. Dit zijn ook aftakkingen, maar vaak lopen deze wegen minder lang door en ontsluiten gebieden dus op een lager niveau dan dat van de derde rangorde. Figuur laat geabstraheerd zien hoe het systeem werkt. Natuurlijk zijn er ook nog vele linten die enkel op lokaal niveau meespelen. Dit zijn dan de echte woonlinten die in veel mindere mate een doorstromende functie vervullen.
Bebouwingsdichthied buiten de woonkern. Bron: AMRP, 2012; data: kadaster, 2005 Inleiding
2
Vroege besluitvorming Het Belgische parlement was tot de conclusie gekomen dat het volk beter te controleren was als zij gedeconcentreerd op het platteland zou blijven wonen. Tegelijkertijd zijn zij economisch welvarender als zij wel in de steden werken. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft het Belgisch parlement haar beleid opgesteld, waaronder twee besluitvormen grote invloed bleken te hebben op de occupatiepatroon en culturele traditie van de Belg. Ten eerste heeft het parlement besloten het Belgisch spoornet enorm uit te breiden om zo een pendelsysteem voor de arbeiders te realiseren. Hierdoor konden zij een decenterale huisvesting realiseren die rellen zouden tegengaan. In 1890 pendelden er al dagelijks twee miljoen Belgen! Kortom: de traditie van het pendelen is hier goed verankerd in de Belgische cultuur en deze is gefaciliteerd vanuit de overheid. Ten tweede heeft het parlement in 1889 een nieuwe huisvestigingswet ingevoerd die het privaat grondbezig en privaat huiseigendom bevorderde. De kern van deze wet hield in dat iedere Belg zijn eigen woning mocht bouwen. Dit had een win-win oogmerk. Enerzijds werden de levensomstandigheden van de arbeiders verbeterd, zij mochten immers zelf hun woning bouwen en kregen de kans om dit op een mooie kavel te doen met uitzicht op het land. Anderzijds moesten de arbeiders een lening nemen bij de elite om de bouw van een eigen woning te kunnen realiseren. Deze lening moest maandelijks afbetaald worden, waardoor zij gedisciplineerder en afhankelijk werden en dus minder snel geneigd te staken. Deze besluitvorming heeft met name een grote rol gespeeld in de totstandkoming van de huidige situatie van ruimtelijke ordening en culturele waarden. Zoals het befaamde gezegde in België luidt: “een Belg is geboren met een baksteen in de maag”.
Nu de achtergrond van het fenomeen lintbebouwing aan het licht is gebracht is het zaak om nader naar de bestaande situatie te kijken. Anno 2015 is goed te zien dat (fig.) er een hoge mate van versnippering op het Vlaamse grondgebied plaats vindt. Dit blijkt uit de hoge dichtheid van bebouwingen buiten de woonkernen. Enige nuance bij de kaart is wel verantwoord. Het hoogste aandeel voor bebouwingsdichtheid bestaat uit een gigantische marge. Zo kan er moeilijk onderscheid gemaakt worden tussen het ene en het andere gebied met een hoge dichtheid buiten de woonkern. Daarnaast moet vermeld worden dat er heel veel witte gebieden, de woonkernen, langgerekt in het landschap liggen. Kortom dit zijn woonkernen ontwikkelt langs een lint. De woonkernen die deze vorm hebben zouden ook gezien mogen worden als onderdeel van de lintbebouwing van Vlaanderen.
Tilburg Breda
Oostende
Maastricht
N12
Brugge
Gent
Antwerpen
Turnhout
Focus gebied Kempen
Hasselt Veurne
Luik Brussel Aachen
Lille
Bergen
Namen
Aarlen
Maubeuge
Morfologie van de bebouwing buiten de woonkern. Bron: AMRP, 2012; data: kadaster, 2005 Rocroi
Luxemburg
16
17
Het traject van de N12 tussen Tilburg en Turnhout
Tilburg
N630
N12
Reusel N284 N139
Arendonk Turnhout
Morfologie van de bebouwing binnen het focus gebied.
Inzoomen op de Noorderkempen Bij het nader bekijken op niveau van de Noorderkempen is te zien dat de verlinting (of enige verlinting) een sterke noord-zuid en oostwest oriëntatie heeft. Bovendien is goed te zien dat de woonkernen qua vorm aansluiten bij deze oriëntatie. Kortom de woonkernen zijn lint georiënteerd en zijn voornamelijk ontwikkeld langs een lint. De historische schetsstudie ondersteunt deze stelling. Uit deze gegevens volgt de keuze tot het analyseren van de N12 als lint case. Dit traject is grensoverschrijdend en verbindt twee grotere stedelijke regio’s met elkaar. Doordat het lint aan beiden zijden van de grens doorgaat kan er een vergelijking gemaakt worden over de Nederlandse situatie en de Vlaamse situatie. Bovendien komt het langs de interessante stukken van de Noorderkempen, namelijk daar waar er een hoge mate van verlinting of enige verlinting met verspreide bebouwing te vinden is. De N12 is van de derde rangorde en het gehele traject loopt van Antwerpen via Turnhout naar Tilburg. Om de verschillende type N-wegen in acht te nemen zijn er twee kleinere vergelijkingsstudies gedaan. De N139 tussen Arendonk en Reusel en een woonlint die niet tot het N systeem behoort in de gemeente Dessel zijn nader ontrafeld (zie volgende pagina).
18
19
Het traject van de N139 van centrum Arendonk naar centrum Reusel.
De opbouw van het lint Lintbebouwing mag in zijn veelzijdigheid aan verschijningsvormen dan wel veel op elkaar lijken (in de heterogeniteit schuilt homogeniteit en in de homogeniteit schuilt heterogeniteit), toch zijn er veel verschillen tussen linten onderling. De dichtheid van de bebouwing langs het lint kan variëren. Het programma dat zich langs het lint bevindt varieert van plek tot plek en is afwisselend in opbouw. De beleving van het landschap die men vanaf het lint ervaart is per lint ook verschillend. Dit hoeft niet alleen aan het uitzicht te liggen, maar kan ook aan elementen liggen zoals een bomenrij of de aanwezigheid van een berm. Behalve de landschappelijke beleving vanaf het lint is een beleving van het landschap voor de bewoner vanuit de bebouwing ook van belang. Is dit in een landschappelijke of een urbane context? Wat uiteraard ook erg meetelt bij het nader ontrafelen van het lint is de weg zelf. De snelheid waarmee er over de weg gereden mag worden is erg belangrijk, maar ook de indeling van de weg. Is er een ventweg aanwezig, hoeveel stroken zijn er, is er een fietspad met al dan niet een berm er tussen? Dit zijn de onderdelen waarop het lint beoordeeld zal worden. In het volgende stuk staan de standaard observaties vermeld, daarna wordt er een vertaalslag gemaakt en een diepgaandere analyse gegeven op basis van te definiëren lintmilieus.
Het traject van een woonlint van Dessel, door Heide, naar Witgoor.
Aanpak van de analyse Uit bovenstaande tekst worden een aantal thema’s benoemd die van belang zijn om een goed beeld te krijgen van het lint. Deze thema’s zijn de weg zelf, de landschappelijke beleving, de bebouwingsdichtheid en het programma langs het lint. Om een gedetailleerd beeld te krijgen van een object dat op hogere schaal meetelt, namelijk een route die steden of dorpen met elkaar verbindt, zijn de onderzochte linten opgeknipt in stukjes van 200 m. In iedere 200 m is er naar ieder thema gekeken. De grafische vertaling hiervan resulteert in een soort grafiek, waarbij iedere cm voor 200 meter geldt. Uiteindelijk gaat het om de samenhang en de combinatie van deze thema’s, deze zullen resulteren in de lintmilieus.
weg
bijzonderhedenlangs weg
landschappelijke elementen
programma
dichtheid dichtheid bepaald naar het aantal woningen per 200 meter - 1:20.000
lint
ventweg
fietspad
begraafplaats
bomenrij
water
detail handel/ dienst
loods/bedrijventerrein/ grootschalig bedrijf
1 - 2 woningen
kerk of klooster
onregelmatig bomenrij
geluidswal
horeca
kantoor
3 - 7 woningen
kapel
bos
tuinkassen
onderwijs/ kinderopvang
wonen
8 - 15 woningen
gras/berm
weiland
agrarisch bedrijf
tankstation
akkers
boomgaard
gemixed programma aanbod
voetbal vereniging
+25 woningen
tennis vereniging
hockey vereniging
zwarte omranding is appartementen complex
trottoir
aftakking
langsparkeren
30
70
50
80
H
bushalte
bebouwde kom
opgevuld woongebied achter lint
16 - 25 woningen
hoge dichtheid door massief bouwwerk anders dan woning De legenda van de lintanalyse
20
21
landschap en beleving
bebouwingsdichtheid
Tilburg
programma
Tilburg
3. De lintanalyse
Tilburg
H
H
De N12, Tilburg-Turnhout en de vergelijkingsanalyses
H H
A58
A58
Rillaerse baan
A58
Rillaerse baan
Goirle
Rillaerse baan
Goirle
Goirle
Het traject tussen Tilburg en Turnhout is zo’n 30 km lang. Binnen deze 30 km is het lint verdeeld in blokjes van 200 meter met de bijbehorende invulling. Een cm in de grafiek staat voor 200 m in werkelijkheid. Kortom, de werkelijke grafiek is 1,5 m lang. Over het gehele traject valt het verschil tussen Nederlands en Vlaams beleid op. In Nederland is er ten behoeve van de doorstroming en ter ontlasting van de woonkern een bypass langs de westkant van Goirle aangelegd die vervolgens als ontsluitingsweg Tilburg in gaat tot in het centrum. Het historisch lint loopt nog steeds door Goirle. Vanuit keuzeperspectief van de bestuurder is de logische route om van Tilburg naar Turnhout te rijden via de Blaakweg over de Turnhoutsebaan. Daarom is er voor deze route gekozen voor de lintanalyse van de N12. H
Bebouwingsdichtheid De bebouwingsdichtheid buiten Tilburg is erg laag op een enkele boerderij hier en daar na. Typerend voor het buitengebied van Nederland. Steken we echter de grens over dan veranderd dit beeld meteen. Het traject loopt door drie dorpen voor Turnhout bereikt wordt. Van Tilburg naar Turnhout in volgorde zijn dat Poppel, Weelde en Ravels. Een vierde dorp is Oosthoven maar deze ligt direct aan Turnhout en hoort bij het grondgebied van Oud-Turnhout. Het valt op dat de bebouwingsdichtheid veel hoger ligt tussen de dorpen en ook oploopt naarmate het dorp dichter benaderd wordt. Ook zijn er alleen binnen woonkernen appartementenblokken geplaatst.
H H
Poppel
Poppel
H
Poppel
H H
H
H
H
H
H Weelde
Weelde
Programma Dit is eveneens zo omtrent het programma. In de dorpen schiet het programma aanbod omhoog en buiten de dorpen vinden we voornamelijk agrarische bedrijven. Tot nu toe vrij logisch en voorspelbaar. Aan Belgische zijde van de grens valt ook op dat er veel tankstations zijn, ieder dorp heeft er wel een. Dit is ook het geval voor een bakker, slager, kroeg, apotheker, snackbar en een kapsalon. Het lijkt er op dat schaalvergroting in Vlaamse dorpen minder invloed heeft op kleine bedrijven dan in Nederland.
Weelde
H
H
H H
H
H FC Flandria
Ravels
Ravels
H
Ravels
H H H H
H H
H H
Oosthoven
Oosthoven
H
Oosthoven
H
K.S.K. Oosthoven
H Noord-Brabant laan
Noord-Brabant laan
Noord-Brabant laan
H H
H Turnhout
Lintanalyse van de N12
Turnhout
Turnhout
Landschap, beleving en het profiel Wat betreft landschap en beleving valt op dat agrarisch gebied vaak doorgaat tot in de bebouwde kom. Maar ook andersom, komt een bebouwd gebied achter de lintbebouwing buiten de woonkern ook voor. Wanneer wordt iets gedefinieerd als bebouwde kom? Ten aanzien van het profiel van de weg vallen er grote verschillen op tussen binnen en buiten de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom zijn er vaak bomenrijen langs de weg en er ontbreekt altijd een trottoir, zelfs als er een hoge woningdichtheid is. Echter er zijn de laatste jaren in Vlaanderen veel fietspaden aangelegd langs de linten. Deze fietspaden fungeren prima als trottoir voor buiten de woonkern. Als men de bebouwde kom binnenrijdt verdwijnen de bomenrijen en wordt het profiel direct hard en stenig, maar niet smaller. Dit bevorderd het gedrag van de bestuurder om zachter te gaan rijden niet. Terwijl dit wel gewenst is zodra de bebouwde kom wordt betreden. Tevens valt op dat er maar weinig ventwegen zijn in Vlaanderen.
22
23
landschap en beleving
bebouwingsdichtheid
programma Vergelijkingsanalyses: Arendonk-Reusel, & Dessel
H
Om een beter inzicht te krijgen in de samenstelling van linten zijn er twee vergelijkingsstudies gedaan. Hiervoor zijn kortere stukken lint genomen die van een andere hiĂŤrarchie zijn dan de N12. Ten eerste zal het traject tussen Arendonk en Reusel beschreven worden, daarna volgt een analyse van een woonlint van de laagste orde in de gemeente Dessel.
H H H H H
Het lint tussen Arendonk en Reusel bevestigt de beschrijvingen die bij de N12 al gemaakt zijn, op twee bijzondere punten na. Er bevindt zich een appartementenblok buiten de woonkern en er is een stuk lint met een hogere bebouwingsdichtheid en een breder programma aanbod dat los lijkt te staan van een dorp. Het is een op zich zelf staand stuk lint.
H
Het woonlint van de gemeente Dessel wat door Heide naar Witgoor loopt is duidelijk van een andere orde. De bebouwingsdichtheden liggen aanzienlijk lager en het programma aanbod is er ook erg laag. Dit zijn duidelijk geen doorgaande routes maar kunnen getypeerd worden als woonlinten.
H
H
H
landschap en beleving
bebouwingsdichtheid
programma
H
Heide
Heide
Heide
H
H
H
H
H H
Witgoor
Witgoor
Lintanalyse van de N139
Lintanalyse van een woonlint
weg
bijzonderhedenweg langs weg
landschappelijke bijzonderhedenelementen langs weg
landschappelijke programma elementen
programma
dichtheid
dichtheid
dichtheid bepaald naar het aantal woningen per 200 meter - 1:20.000 lint
lint begraafplaats
ventweg
ventweg
kerk of klooster fietspad
fietspad
trottoir
langsparkeren
H
bushalte aftakking
30
70
30
50
80
50
bomenrij
water begraafplaats
detail handel/ bomenrij dienst
water
loods/bedrijventerrein/ grootschalig bedrijf
detail handel/ dienst
onregelmatig bomenrij
geluidswal kerk of klooster
onregelmatig horeca bomenrij
geluidswal
kantoor
horeca
3 - 7 woningen
3 - 7 woningen
bos
kapel tuinkassen
onderwijs/ bos kinderopvang
tuinkassen
wonen
onderwijs/ kinderopvang
wonen 8 - 15 woningen
8 - 15 woningen
1 - 2 woningen grootschalig bedrijf kantoor
1 - 2 woningen
trottoir
kapel
aftakking
loods/bedrijventerrein/
dichtheid bepaald naar het aantal woningen per 200 meter - 1:20.000
H
gras/berm
bushalte weiland
70
akkers
boomgaard bebouwde kom
80
opgevuld woongebied achter lint
langsparkeren
bebouwde kom
gras/berm agrarisch bedrijf weiland
tankstation
agrarisch bedrijf
gemixed akkers boomgaard programma aanbod
voetbal vereniging
gemixed programma aanbod
+25 woningen
+25 woningen
opgevuld tennis vereniging woongebied
hockey vereniging
tennis vereniging
zwarte omranding is hockey vereniging appartementen complex
zwarte omranding is appartementen complex
hoge dichtheid door massief bouwwerk anders dan woning
hoge dichtheid door massief bouwwerk anders dan woning
achter lint
tankstation 16 - 25 woningen voetbal vereniging
16 - 25 woningen
Witgoor
H
24
k lint
lint
25
3. De lintanalyse Lintmilieus
Stedelijk lint
Tilburg
• • • • •
weg
Lintmilieus definiëren Door over de gehele trajecten naar terugkerende fenomenen per thema te zoeken en vervolgens weer in te zoomen naar een lagere schaal en naar de samenhang van de thema’s te kijken zijn er de volgende lintmilieus geformuleerd. Een lintmilieu bestaat dus uit een optelsom van kenmerken van ieder thema. Het totaal van deze kenmerken bij elkaar vormt het lintmilieu.
meerdere gebruikersstroken veel steen/asfalt parker en af en toe kleine bomen rijsnelheid meestal 50, sommige stukken 30
Tilburg
• hier en daar een park • soms open groene velden aan appartementen blokken
landschap en beleving
Tilburg
Stedelijk lint
Dorpslint Stedelijk lint
Stedelijk lint
Dorpslint
Voordorp lint dichtheid
Dorpslint
Voordorp
• • A58 lint • •
hoge dichtheid appartementen ook appartementen achter het lint veel geschakelde woningen
Voordorp lint Tilburg
Dorpslint Dorpslint Voordorp lint Agrarisch lint Dorpslint
Voordorp Voordorp lint lint Bosrijk lint Voordorp lint Agrarisch lint
Agrarisch lint
Bosrijk lint
Bosrijk Bosrijk lint lint Lint door open gebied
Lint Lint door door open open gebied gebied
Rillaerse baan
programma
Lint door open gebied
H
H
H
Bosrijk lint Lint door open gebied
• veelzijdig programma aanbod Goirle vaak in plint van • programma A58 appartementen blok
Rillaerse baan
Lint door open gebied H
A58
Rillaerse baan
Autonoom lint A58
Bosrijk lint
Lint door open gebied
Goirle
Goirle
Autonoom lint
Autonoom lint Rillaerse baan
Autonoom Autonoom lint lint Autonoom lint
Goirle
Ravels
26
27
H
Voordorp Lint Is een aankondiging van het dorp dat volgen Ravels gaat H
Dorpslint
H
• • • • •
Poppel
weg
meerdere gebruikersstroken veel steen/asfalt parkeren af en toe kleine bomen rijsnelheid 50, incidenteel bij een school 30
H
weg
Ravels
Oosthoven
• wegdek met meestal een fietsstrook • meestal een berm aanwezig, afhankelijk van het aantal opritten • trottoir ontbreekt per definitie • rijsnelheid 70
H
FC Flandria Poppel
• Heel soms een doorkijk naar achterliggend landschap.
landschap en beleving
landschap en beleving
H
Ravels
H
H
H Oosthoven
Poppel
H
dichtheid
H
• hoge dichtheid • appartementen aan lint • veel geschakelde woningen
H H
dichtheid
H H Oosthoven
Turnhout
• vaak een bomenrij langs de weg, afwisselend welke kant. • tussen de huizen door zicht op het landschap
Noord-Brabant laan
• middelhoge dichtheid, loopt op richting dorp • afwisselend geschakeld of vrijstaand (overwegend vrijstaand) • nabij het dorp soms ook bebouwing achter het lint, toch geen bebouwde Noord-Brabant laan kom!
Weelde Poppel
programma
H H
H
• voornamelijk primaire voorzieningen • programma voornamelijk aan het lint
programma
H
H
• hier en daar een enkele kroeg of winkel • vaak nog een agrarisch bedrijf tussendoor Noord-Brabant laan
Oosthoven
Turnhout H
Weelde
H
H
K.S.K. Oosthoven
H
H
Noord-Brabant laan Turnhout Weelde
H H H
H
H
H Turnhout Weelde
H
Ravels
H Ravels
H H
A58
H
28
29
H
Rillaerse baan
Weelde
H
Agrarisch lint
Goirle
Bosrijk lint H
Weelde
H
weg
H
H
• wegdek met meestal een fietsstrook • altijd een berm aanwezig, vaak met sloot • trottoir ontbreekt per definitie • rijsnelheid 70
• wegdek met meestal een fietsstrook • altijd een berm aanwezig, vaak begeleidt door een bomenrij • trottoir ontbreekt per definitie • rijsnelheid 70
weg
• Meestal aan beiden zijden van de weg een dichtbegroeid gebied • kan ook aan een zijde van de weg, maar er moet een visuele aankondiging zijn van een naderende verdichting aan de andere zijde
Weelde
H
landschap en beleving
Ravels
H
dichtheid Ravels
H
• vaak een bomenrij langs de weg, afwisselend welke kant. • een grote landschappelijke beleving door het zicht.
• lage dichtheid. • bebouwing bestaat uit boerenerven met soms grote stallen. • veel ruimte tussen de boerenerven
landschap en beleving
Poppel
• lage dichtheid of helemaal geen woningen • vrijstaande woningen
Poppel
• zo goed als geen programma. • Een enkele keer horeca of agrarisch bedrijf
dichtheid
H
H
programma Ravels
• overwegend agrarisch • af en toe glastuinbouw
programma H
Oosthoven
H
FC Flandria
Poppel
H H
Ravels
H
H H Oosthoven
Noord-Brabant laan
H
Weelde Poppel
H
H H
H H H Oosthoven
Noord-Brabant laan
Turnhout
Weelde
H
H H
H Noord-Brabant laan Oosthoven
Turnhout H
H
Weelde
K.S.K. Oosthoven
H Noord-Brabant laan Turnhout
H
H
H
Tilburg
30
31
lint door open gebied
autonoom lint Tilburg
A58
• rijsnelheid varieert. 50, 70 en 80. • vaak een fietsstrook aanwezig
weg Tilburg
Rillaerse baan
H
landschap en beleving
H
H H
A58
H Goirle
• karakteriseert zich door een weids open uitzicht • altijd een dominante structuur aanwezig die voor de openheid zorgt. vb: Rillaerse baan kanaal of snelweg A58
H H
landschap en beleving
H H H
• lijkt op een voordorp maar is losgekoppeld van het dorp door een tussengebied. Vandaar autonoom. • flarden van achterliggend land tussen de bebouwing door
Goirle
• geen woningen • wel sprake van bebouwingsdichtheid door bedrijventerreinen
dichtheid
• rijsnelheid 70 • fietsstrook(en) aanwezig • berm aanwezig
weg
H
• gemiddelde dichtheid • overwegend vrijstaande woningen
dichtheid
Rillaerse baan
A58
• industrie, bedrijventerreinen, loodsen en grote kantoren
programma
H
Goirle
programma
H
H
Rillaerse baan
Goirle
H
H
H H Poppel
Poppel
• relatief weinig voorzieningen.
32
33
INTERMEZZO: Nederlands Vlaamse uitwisseling op het Warande terras in Turnhout. Het was een van de eerste aangename lente dagen. De zon scheen, fijne temperatuur met een zachte bries. Heerlijke condities om eens een ritje door het Kempisch landschap te maken. Het liefst was ik gaan fietsen, had ik er de tijd voor gehad. Maar ik had een bestemming, ik had een doel. Mijn vooronderzoek naar de stedenbouwkundige ontwikkeling van Vlaanderen en mijn analyse naar de lintstructuren van de Noorderkempen was zo goed als afgerond. Ik had lintmilieus kunnen definiëren en aan de hand daarvan een eerste aanzet naar het formuleren van opgaves. Het werd tijd dat ik eens met iemand uit het veld ging spreken. En nee, dan niet met de bewoners van de dorpen en lintwoningen die ik al meerdere malen had bevraagd over wat zij van hun eigen woonomgeving vinden. Het werd tijd iemand te spreken met wie ik mijn opgedane kennis uit kon wisselen met de kennis van een professional in het vak die bovendien kennis van de regio heeft. Deze persoon was Edith Wouters, een Vlaamse architecte. Momenteel werkzaam bij TEEMA Architecten en als artistiekcoördinator van Ar-Tur architectuurcentrum voor stadsregio Turnhout. Mijn reis naar Turnhout vanuit Breda verliep volgens een andere route dan mij bekend was. De route van Tilburg naar Turnhout kon ik inmiddels dromen en van Breda naar Turnhout heb ik vaak genoeg via Baarle-Nassau afgelegd. Maar vandaag was anders. Er waren wegwerkzaamheden nabij Turnhout, dus de route verliep via Hoogstraten. Langs deze route kwam ik over veel meer landwegen en voor het overgrote deel door Vlaams grondgebied. Kortom, door het prachtige Kempisch landschap waar ik normaliter erg van zou kunnen genieten. Maar daar op die mooie lente dag lag een gevaar op de loer wat zo typerend is voor verlinting. Ik kwam tot drie keer toe vast te zitten achter landbouwverkeer. Ik werd gedwongen mijn weg te vervolgen in slakkengang. Ik werd nerveus dat ik niet op tijd zou zijn voor de afspraak. Gelukkig had ik genoeg tijd ingecalculeerd en was ik exact op tijd. Edith moest nog van een andere afspraak komen en ik kon even wachten in het kantoor van Ar-Tur. Daar viel mijn oog op een pamflet voor architectuurlezingen genaamd “Duurzame transformatie”. Diezelfde avond werd er een lezing gehouden met als onderwerp Dorpskernen. Ik besloot van de gelegenheid en omstandigheden gebruik te maken. Ik zou wat langer in Turnhout blijven en de lezing bijwonen. Na de kennismaking met Edith besloten we lekker op het terras van de Warande te gaan zitten. Hier konden we genieten van het gesprek onder het genot van de zon en een drankje. Al snel bleek dat er een verschil in vocabulaire is tussen mij en Edith. Wat ik in mijn onderzoek een stedelijk lint noem, is dat niet voor de Belg. Een historisch lint in een stad is geen lint meer, maar gaat op in het stedelijk weefsel en is eveneens opgebouwd
uit bouwblokken. Ook het dorpslint bestaat niet voor de Vlaming. Dit is gewoon de hoofdstraat van het dorp. Daar kon ik nog wel inkomen. Maar toen Edith zei dat ook een voordorp lint niet echt een milieu is, maar gewoon bij het dorp, en dus de hoofdstraat, hoort was ik wel enigszins verbouwereerd. Mijn reactie was dat dat een mooie manier was om het probleem net wat minder erg te laten lijken. Iets een andere naam geven van wat het werkelijk is veranderd niets aan het probleem. Kijk maar naar de Fyra die nu Intercity Direct heet. Edith moest lichtelijk lachen en zei dat ik daar misschien wel gelijk had. Wat voor de Vlaming de echte lintbebouwing is zijn de autonome linten. De linten die een hoge bebouwingsdichtheid hebben maar volledig los lijken te staan van een dorp. Een enigszins bekrompen perspectief naar mijn mening. Immers is een van de problemen van lintbebouwing dat de verschillende dorpen aan elkaar geregen worden en de grens tussen de dorpen daardoor vertroebeld.
21 april 2015
Nog een interessant feit waar Edith mij van op de hoogte bracht was het actueel Vlaams perspectief op lintbebouwing. Zowel het vakgebied als de beleidsmakers keren zich af van lintbebouwing. Ze lijken het allemaal eens te zijn dat verdere verlinting geen optie is. Het Vlaams beleid nijgt nu naar een meer Nederlands model, waarbij de huidige stedenbouwkundige opgaves allemaal op of in het dorp gericht zijn. De linten moeten langzaam uitbloeien en er moet vooral in of rondom reeds bestaande kernen uitgebreid worden. Naast bovengenoemde onderwerpen zijn er nog tal van anderen besproken , zoals woning en appartement typologieën. Een nieuw populair typologie is de pastoriewoning en voor appartementen blokken kent Vlaanderen een standaard profiel. Het gesprek tussen Edith en mijzelf liep te einde. Niet omdat er geen gespreksstof meer was, maar Edith moest naar een vergadering waar zij eigenlijk al te laat voor was. Ik kon haar niet langer ophouden en we namen afscheid van elkaar. Het voelde goed om kennis te delen met elkaar. Het was een nieuwe positieve ervaring. Na het gesprek deed ik nog een uitstapje naar een van de mogelijke ontwerplocaties langs het lint om de tijd te vullen tot de lezing. Ik nam een wandeling over het landgoed ten noorden van Weelde waar nonnen van de Orde van de Karmel gevestigd zijn in het landhuis. Na de tijd gevuld te hebben en een hapje te hebben gegeten was het tijd om terug te keren naar Turnhout. Bij de lezing waren twee sprekers aanwezig. Ward Verbakel van plusofficearchitects uit Vlaanderen en Matthijs Willemsen van Strootman Landschapsarchitecten uit Nederland. Een quote is mij goed bijgebleven van deze avond: “Een dorp is onderdeel van het landschap, zij hebben altijd een relatie met elkaar.” Met deze quote in het achterhoofd ging ik terug op reis naar huis. Het was een volle en leerzame dag. Een prettig intermezzo in mijn afstudeerperiode.
34
35
4. Effecten lintbebouwing
mensen van dienst te kunnen zijn. Dit zorgt voor hogere aanlegkosten, welke vervolgens worden verhaald bij de bewoners. En niet alleen voor de bewoners van lintbebouwing. Ook stadsbewoners betalen meer. Immers is een goede afwatering en toegang tot het internet een algemeen recht voor heel het volk, dus worden de kosten gedeeld door heel het volk.
Zoals in de inleiding is benoemd brengt een overvloed aan lintbebouwing een aantal nadelige gevolgen met zich mee. Echter zijn er ook argumenten te geven die juist in het voordeel van lintbebouwing wegen. Hoewel deze voordele enorm beperkt zijn in vergelijking met de nadelen van lintbebouwing. Sterker nog, enkele van de voordelen resulteren vervolgens indirect in nadelen. Het financiële gewin voor de klein grondbezitter is daar een voorbeeld van. Immers levert een klein stuk bouwgrond meer op dan een grote lap agrarisch grond. Dit heeft echter tot gevolg dat er een hoog privaat grondeigendom in Vlaanderen is, wat weer bijdraagt aan de verdere versnippering van het landschap. De versnippering bemoeilijkt vervolgens ruimtelijke ontwikkelingen en zorgt voor een hoog NIMBY gehalte. Ruimtelijke plannen of ontwikkelingen bevinden zich altijd wel in íemands achtertuin. Tragedy of the commons Met dit voorbeeld wordt duidelijk dat de voordelen vooral voor het individu gelden, terwijl de nadelen voor het gemene goed zijn. “Tragedy of the commons” is hier een passend begrip. Daarom worden de vooren nadelen vanaf nu aangeduid als individuele lusten en collectieve lasten. Iedere Vlaming wilt huisje boompje beestje en het liefst nog met een groot huis op een riante kavel. Maar om deze wens voor zoveel individuen (of gezinnen) werkelijkheid te laten zijn moet dat wel ten koste gaan van iets. Het legt immers een enorme druk op de beschikbare ruimte die Vlaanderen heeft. Hogere kosten voor iedereen Nog een voorbeeld van hoe de woonwens van de Vlaming er voor kan zorgen dat deze uiteindelijk zichzelf in de vingers snijdt zijn de hogere kosten voor nutsvoorzieningen. In vergelijking met Nederland moeten er namelijk meer meters aangelegd worden om in verhouding minder
Individueel wonen Een riante kavel met een grote woning er op en altijd kunnen parkeren op eigen terrein klinkt natuurlijk prachtig. Maar als het merendeel van de bevolking zo leeft en enkel in de auto hoeft te stappen om van huis naar een andere bestemming te komen, leidt het ook tot een erg individualistische levensstijl. Immers leven de buren en dien buren op de zelfde wijze en is er nauwelijks kans voor een spontaan gesprek. Dat is nog meer het geval voor bebouwde linten die in eerste instantie hoofdzakelijk een doorstroom functie voor verkeer hebben. In sommige gevallen kan dit fenomeen zich zelfs ontwikkelen tot een sociaal isolement. Dit is met name het geval bij ouderen. Woningmarkt Maar de sociale kwesties zijn niet de enige problemen die opduiken bij het verschijnsel van grote woningen op een grote kavel. Het heeft ook geresulteerd in een scheefgroei in de Vlaamse huizenmarkt. Voorheen werd er naar hartenlust riant gebouwd. Maar vandaag de dag is de vraag veranderd. De bevolking verouderd en gezinssamenstellingen worden kleiner. De vraag in de woningmarkt is veranderd en het aanbod staat (min of meer) vast. Nabij de Nederlandse grens wordt er een duit in het zakje gedaan. België was een interessant woonland voor Nederlanders gezien de belastingvoordelen en de mogelijkheid tot het bouwen van een eigen huis op een stuk grond wat in verhouding met Nederlandse grond enorm goedkoop was. Echter nu deze Nederlanders op leeftijd komen trekken ze vaak terug en blijven huizen met een te vs. grote woningoppervlak op een te grote kavel achter. Deze raken maar moeilijk verkocht omdat ze simpel weg te duur zijn en zoals eerder benoemd, niet aan de vraag van de woningzoekenden van vandaag voldoen.noodzakelijk Minder ontsluitingsinfrastructuur
70
voorzieningen op afstand
M NI
BY
30
hoge auto afhankelijkheid
bevordert huis, boompje, beestje EN auto cultuur
alle doelgroepen verkeer op één weg
hogere verkeersonveiligheid
meer uitstoot
vs.
70
prominent vrijstaand huis
Dit waren enkele van de maatschappelijke problemen die zich in Vlaanderen voordoen door toedoen van lintbebouwing. Het mag duidelijk zijn dat een kantelpunt in de ordening van volkshuisvesting vs. is. Maar wat vinden noodzakelijk en nabij de bewoners van lintwoningen vs. eigenlijk zelf? Is men wel goed op de hoogte van de strijd tussen de economisch interessant voor klein grondbezitter individuele lusten en de collectieve lasten? bouw
tegengestelde belangen hoog NIMBY gehalte
vergunning Minder ontsluitingsinfrastructuur noodzakelijk Minder ontsluitingsinfrastructuur noodzakelijk
Minder ontsluitingsinfrastructuur noodzakelijk
vermoeilijkt wegconstructie
hoge mate van lichtvervuiling
sociaal isolement
meerkosten aanleg nutsvoorzieningen
scheefgroei in de huizenmarkt
prominent vrijstaand huis
keuze vrijheid, royale buitenruimte met landschappelijk uitzicht prominent vrijstaand huis economisch interessant voor klein grondbezitter
reiziger ervaart minder open ruimte, ecologische compartimentering Vlaanderen lijkt volgebouwd
Verkeerskundig
Veiligheid en gezondheid
prominent vrijstaand huis
economisch interessant voor kleineconomisch grondbezitter interessant voor klein gro beleidsmatige eenvoud
bouw vergunning
bouw vergunning
vs.
Maatschappelijk De collectieve lasten bij een overvloed aan lintbebouwing
keuze vrijheid, royale buitenruimtekeuze vrijheid, royale buitenruimte met landschappelijk uitzicht met landschappelijk uitzicht
keuze vrijheid, royale buitenruimte met landschappelijk uitzicht
een versnipperd landschap
Landschap en ecologisch
beleidsmatige eenvoud
De individuele lusten van lintbebouwing
beleidsmatige eenvoud Minder ontsluitingsinfrastructuur noodzakelijk
beleidsmatige ee
36 36
37
gesprekslocaties met bewoners langs de N12
5. Veldwerk: gesprekken met bewoners van lintbebouwing en lintdorpen Door gesprekken met bewoners te voeren is het onderzoek een stuk rijker geworden. In eerste instantie was het de bedoeling geweest om vooral mensen op straat aan te spreken en een gesprek aan te knopen. Maar het bleek al snel dat het daardoor erg lastig was om een verscheidenheid aan bewoners te spreken. Gesprekken waren vooral met dorpsbewoners, of stadsbewoners die op bezoek waren bij iemand in het dorp. Om de mensen te spreken die ook werkelijk aan het lint, maar buiten de woonkern wonen, moest er toch aangebeld worden bij mensen thuis. Wat volgt is een kort verslag met de hoofdkenmerken van deze gesprekken. Tevens is er een kaart toegevoegd, waarop te zien is waar de gesprekken gehouden zijn. Er zijn ook gesprekken in Arendonk en Reusel gehouden, maar deze zullen niet op de kaart te vinden zijn, omdat het onderzoek voornamelijk op de N12 gericht is. Dorpsbewoners “Je hebt alles in het dorp”. Dit is door meerdere personen benoemd. Bewoners zijn tevreden met de voorzieningen die in ieder dorp te vinden zijn. Zo bleek ook al uit de lintanalyse dat ieder dorp een bakker, slager, kroeg, apotheker, een snackbar en een kapsalon heeft. Bij de vraag of er iets mist in het dorp wordt er iedere keer goed nagedacht. Misschien een school, maar die is ook verderop in het volgende dorp. Nee, het wordt toch niet zo gemist. Bewoners geven ook aan dat zij graag in de dorpen wonen, zelfs de jongeren. Terwijl in Nederland de dorpen leeglopen en de jongeren naar de steden trekken, lijkt dit in Vlaanderen niet het geval te zijn. Een interessant feitje wat naar boven kwam is het beleid wat de gemeente Ravels voert op het gebied van woningontwikkeling en lintontwikkeling. Als een woning aan de hoofdstraat van het dorp voor langere tijd leegstaat en al oud en vervallen is, dan wordt deze gekocht door de gemeente en moet er een appartement complex voor in de plaats komen. Zo komt het dat er uitsluitend aan de hoofdstraat van dorpen appartementencomplexen te vinden zijn. Oudere bewoners trekken vaak op latere leeftijd vanuit de woonbuurten achter het lint naar de (nieuwe) appartementen aan het lint. Zij voelen zich hier veiliger, door het gevoel van sociale controle. Overigens werd er wel vaak gezegd dat lintbebouwing lelijk is. Voordorp en agrarisch lint bewoners Ook hier wonen de mensen graag. Ja het is op grotere afstand van de voorzieningen, maar dat is men gewend. De fiets of de auto wordt zo gepakt. Met de aanleg van het fietspad is de waardering voor het lint een stuk omhoog gegaan. Wel is duidelijk dat de auto een erg dominante rol heeft. Over het OV zijn de jongeren in ieder geval tevreden. Wederom opvallend dat de jongeren die aan deze stukken lint wonen absoluut niet naar de stad zouden willen verhuizen. Zij houden van de ruimte, dus rust, het uitzicht en de vrijheid. Er is wel degelijk minder sociaal contact in deze stukken van het lint. Alle sociale interacties vinden zich achter gesloten deuren plaats, of in het dorp zelf. De kliekjes en vriendengroepen hebben daar hun “honk”. Toch blijkt het lint voor nogal wat onveiligheid te zorgen. Zowel absolute als relatieve veiligheid. Kinderen mochten pas op oudere leeftijd alleen over straat en een van de bewoners vertelde het trieste verhaald van een echtpaar dat een paar deuren verderop woonde was omgekomen door een aanrijding terwijl zij uit de auto stapten. Last van geluidshinder ervaren de bewoners niet.
38
39 Tilburg
De lintmilieus weergegeven langs de N12. Alle thema lagen worden weergegeven, voor het thema bebouwingsdichtheid zijn de countouren van de staven met een rode lijn aangegeven.
H
H
H
6. Conclusie, scenario’s en bouwstenen. Conclusie en scenario’s
H
A58
Rillaerse baan
Goirle
Huidige situatie: vrij klassieke opbouw
Huidige situatie en opvattingen Kijkende naar de algehele opbouw van het lint tussen Tilburg en Turnhout, dus de opbouw en repetitie van de lintmilieus, valt op dat er nog een vrij (Nederlands) klassiek beeld heerst. Er is een kern met een hogere dichtheid, deze dichtheid neemt langzaam af, waarna vervolgens het buitengebied of het “platteland” betreden wordt. Echter reden tot zorg is er wel. De voordorpen zijn al behoorlijk groot en kunnen alleen nog maar verder groeien, totdat de losstaande dorpen werkelijk aan elkaar gegroeid zijn. Maar op basis van een gesprek met een ambtenaar van de gemeente Ravels en op basis van verschillende documenten kan er gesteld worden dat Vlaanderen zich vooral wilt richten op dorpsuitbreidingen binnen de woonkern. Oftewel, er wordt een meer Nederlands model nagestreefd.
Scenario de Nederlandse stempel H
H H
Het Nederlands model Het Nederlands model brengt echter ook wat problemen met zich mee. Zo kampen veel Nederlandse dorpen met een vergrijzing. Jongeren trekken weg naar de steden. Ook hebben de dorpen te lijden van schaalvergroting. De kleinschalige voorzieningen kunnen het hoofd niet meer boven water houden en gaan failliet. Daarnaast worden Nederlandse dorpen vaak losgekoppeld van het landschap wat hen omringd door een randweg of een bypass. Zo verdwijnt alle interactie tussen dorp en land, terwijl deze altijd een relatie met elkaar horen te hebben. De kleine uitbreidingswijkjes die voor dorpen typerend zijn geweest doen vaak de kwaliteiten en eigenheid van het dorp teniet.
H
Poppel
H H
H
H
Scenario de Nevelstad H
H
H Weelde
H
Schematische doorsede van de scenario’s H
H
Lusten
H
H
waarborgen behoefte individu
H FC Flandria
H
Ravels
H H H
ontwerp/ strategie/ deeluitwerking
H
H H
V.S.
H H
H
Oosthoven
H
K.S.K. Oosthoven
H Noord-Brabant laan
H
zo veel mogelijk verbeteren
het gemeenschappelijk goed
lasten
H
H Turnhout
Doel van het eindproduct
Het Vlaams model Bij Vlaamse dorpen lijkt haast het tegenovergestelde aan de hand te zijn. De jongeren in deze dorpen willen juist niet naar de stad trekken en blijven het liefst in het dorp of aan het lint wonen. Verder hebben de kleine ondernemingen ook zeker geen last van schaalvergroting. Ieder dorp heeft zijn primaire voorzieningen. Daarnaast geven Vlamingen keer op keer aan dat zij graag willen wonen zoals veel van hen al doen. Op een vrije kavel, mooi landschappelijk uitzicht met niet te veel drukte en hectiek. Maar het Vlaamse model, de verlinting, heeft te maken met de strijd tussen de individuele lusten en de collectieve lasten. Kortom, twee modellen met ieder zijn eigen voor- en nadelen. De scenario’s Op basis van de twee modellen, het Nederlands model of een meer Vlaams model, zijn de twee mogelijke scenario’s gevormd. De visie hierover is weergegeven in een schema. Het schema laat zien wat het uiteindelijke doel van de uitwerking is. Ook wordt duidelijk dat het Vlaamse model niet simpelweg het lint volbouwen inhoudt, want daarmee wordt geen verbetering aangebracht. Het gaat om een nieuwe slimme invulling, die de waardes en grondbeginselen van het Vlaamse model in acht neemt. Het scenario dat bij het Nederlandse model hoort heeft de Nederlandse stempel. Het scenario dat bij het Vlaams model hoort heet de Nevelstad.
40
41
6. Conclusie, scenario’s en bouwstenen. Bouwstenen
Totstandkoming van de bouwstenen Om te verhelderen hoe de bouwtenen tot stand zijn gekomen vanuit het voorgaande verhaald is het onderstaande schema opgezet. De scenario’s zijn gevormd op basis van de trend in huidig beleid en opvattingen. Zij zijn beïnvloed door de geformuleerde lintmilieus en het doel om de collectieve lasten te drukken en de individuele lusten te behartigen. De bouwstenen zijn het middel om dit te bereiken. Een scenario bestaat uit een specifieke samenstelling van bouwstenen. De bouwstenen zijn weer onder te verdelen twee types. Er zijn locatietypes en maatregeltypes. In hoofdlijn verschillen de scenario’s van elkaar op basis van hun locatietypes. Iedere locatietype heeft weer zijn bijbehorende maatregeltypes. Er zijn maatregeltypes die bij meerdere locatietypes toegepast kunnen worden. Het is zelfs mogelijk dat er een overlap is in locatietypes bij beide scenario’s, echter zit het onderscheidt tussen beiden dan in de bijbehorende maatregeltypes. Op de volgende pagina’s worden de samenstellingen van de scenario’s weergegeven en worden maatregeltypes aan locatietypes gekoppeld. Na deze introductie van de bouwstenen volgt de werkelijke inpassing ervan, waarbij als casegebied het dorp Weelde binnen de gemeente Ravels is genomen.
Locatietype 2: Binnenruimtes, hoofdstraat en dorpsranden
Locatietype 1: nieuwe wijk aan dorp voegen
Scenario de Nederlandse stempel
1
2
3
maatregel 3 die locatietype Locatietype 2:Locatietype Binnenruimtes, Locatietype 1: nieuwe wijk aan1: dorp 3 die locatietype maatregel 3 2: Binnenruimtes, Locatietype 2: Binnenruimtes, Locatietype 1: nieuwe wijk aan dorp Locatietype nieuwe wijk aanLocatietype dorp Locatietype 4: voordorp 1: nieuwe wijkmaatregel aan dorp die locatietype Scenario de Nevelstad of ringwegbypass of ringweg hoofdstraat envoegen dorpsranden voegen veroorzaakt: bypassveroorzaakt: of ringweg bypass veroorzaakt: hoofdstraat en dorpsranden hoofdstraat en dorpsranden voegen voegen
1
1
3 2
3
1
2
3
1
2
2
3
trend huidig beleid en opvattingen Huidige situatie: vrij klassieke opbouw
Stedelijk lint
Stedelijk lint
Dorpslint
Dorpslint
Voordorp lint
Voordorp lint Agrarisch lint
Bosrijk lint
Lint door open gebied Scenario de Nederlandse stempel
Stedelijk lint Dorpslint Lint door open gebied
Voordorp lint
Voordorp lint Autonoom lint
Stedelijk lint
Dorpslint Stedelijk lint Agrarisch lint
Dorpslint Agrarisch lint Bosrijk lint
Voordorp Dorpslintlint Bosrijk lint
Voordorp lint Bosrijk lint
Lint door open gebied
lint milieus
Lint door open gebied
Voordorp lint Autonoom lint Lint door open gebied
scenario’s
Bosrijklint lint Agrarisch
Autonoom lint
lint LintAutonoom door open gebied Bosrijk lint
ve rb Scenario de Nederlandse stempel
lasten vs. lusten V.S.
Scenario de Nevelstad
Autonoom lint
Agrarisch lint
Doel
waa rb
Stedelijk lint Autonoom Agrarisch lintlint
n ge
en er et
or
Agrarisch lint
Stedelijk lint Bosrijk lint
Dorpslint
Lusten
Lasten
5: buiten de woonkern Locatietype 4: voordorp Locatietype 1: nieuwe wijk aan1: dorp de woonkern locatietype 5: buiten de woonkern 4: voordorp Locatietype 4: voordorplocatietype 5: buitenlocatietype Locatietype 1: nieuwe wijk aan dorp Locatietype nieuwe wijk aanLocatietype dorp voegen voegen voegen
Lint door open gebied
1
1
Autonoom lint
1
B
A 3
bouwstenen
3 2
2
3
binnenruimtes: appartementen blok binnenruimtes: alternatieve typologiën, zoals geschakeld, semi-geschakeld of een carré
D
anti-bouwsteen: lege kavels opvullen
locatietypes
maatregeltypes
C
2
E
grote vila’s of fermettes ombouwen tot meerdere woningen onder een dak
verdichten en intensiveren aan hoofdstraat
verblijfskwaliteit creëren aan hoofdstraat
G
F
dorpsranden: ontwerpen met uitzicht
hoogbouw aan dorpsrand bij entree als markering van het dorp
42
43
maatregel die locatietype 3 veroorzaakt: bypass of ringweg
Locatietype 2: Binnenruimtes, hoofdstraat en dorpsranden
Locatietype 1: nieuwe wijk aan dorp voegen
Scenario de Nevelstad
1
2
3
Bouwstenen voor opgaven binnen de woonkern Locatietype 1: nieuwe wijk aan dorp voegen
locatietype 5: buiten de woonkern
Locatietype 4: voordorp
Locatietype 1: nieuwe wijk aan dorp voegen
Locatietype 2: Binnenruimtes, hoofdstraat en dorpsranden
Bypass of ringweg om dorp
1
1 3
2
2
3
E
B A
Scenario de Nevelstad
J H
I
C
alternatieve lintverkaveling om ruimte en doorzichten te creëren
E
verblijfskwaliteit creëren aan hoofdstraat
J
F
grote vila’s of fermettes ombouwen t ot meerdere woningen onder een dak
Collectief wonen achter het lint in het voordorp
dorpsranden: ontwerpen met uitzicht
L
bebouwing op kavel voorkomen
K
alternatieve invulling voor vrije kavels
M
kamer in bos als woongebied ontwikkelen
collectief wonen op grondgebied van een boer.
N
landschappelijke structuren zoals coullisen en kamers als basis gebruiken
F
C
44
45
Bouwstenen voor opgaven aan het voordorp Locatietype 1: nieuwe wijk aan dorp voegen
Bouwstenen voor opgaven buiten de woonkern Locatietype 4: voordorp locatietype 5: buiten de woonkern
1
2
3
D
I
E
H
K
L
M
N
G
L
E
J
46
47
7. Inpassing bouwstenen Gemeente Ravels
Overzichtskaart van gemeente Ravels
Poppel
N12
gemeente huis Weelde Weelde station
Ravels
Beschrijving gemeente Ravels Gemeente Ravels is al grondig aan bod gekomen bij de lintanalyse aangezien de N12 de ruggengraat van de gemeente is. De focus was echter op het algehele lint en diens directe omgeving. Hier volgt een compacte omschrijving van de gemeente Ravels, wat nog niet nadrukkelijk aan bod is gekomen bij de lintanalyse. Ravels is een landelijke gemeente wat in totaal 14.661 inwoners telt. Het bestaat uit een verzameling kleine dorpen en gehuchten, waarbij (van noord naar zuid) Poppel, Weelde en Ravels de drie grootste dorpen zijn. Alle drie gelegen aan de centrale as de N12. Aan weerszijde ervan ligt een beekvallei. Aan de westkant het beekvallei van de Aa, aan de oostkant het beekvallei van de Leyloop. Tevens wordt de oostkant van de gemeente afgekaderd door de gewestbossen. Ten zuiden wordt de gemeente begrenst door Het Kanaal. Het merendeel van het overige landschap is agrarisch van aard. Centraal in de gemeente in het dorp Weelde ligt het gemeente huis en ten oosten van Weelde ligt Weeldestation. Tussenin bevindt zich nog het NATO-vliegveld. Wensen en opgaves In het gemeentelijk structuurplan staat dat in de huidige situatie de N12 de drager van de drie dorpen is, maar ook dat het een barrière effect heeft binnen de kernen. Er is weinig tot geen verblijfskwaliteit. In de toekomst zal primaire verbinden tussen Nederland en België echter omgeleid worden over de N119. Dit brengt kansen met zich mee om de N12 her in te richten bij een lagere verkeersintensiteit. Wat betreft landschap en ruimtelijk beeld heeft de gemeente de wens dat gave cultuurlandschappen en structurerende landschapselementen behouden blijven. Binnen de kernen moeten de aanwezige natuurlijke elementen echter versterkt worden om een groener karakter te creëren. Er is behoefte aan meer publiek groen, waarmee speelweides en plantsoenen worden bedoeld. De kwaliteiten en potenties die de gemeente omtrent wonen voorziet liggen in het creëren van “meergezinswoningen” en kavels met een betere aansluiting tussen de kern en de openruimte. Ten aanzien van het voorzieningenniveau wordt er gesteld dat deze op lokaal niveau voldoende op maat is, dit geldt voor iedere kern. Woningopgave tot 2050 De woningopgave voor de komende 35 jaar is geformuleerd op basis van twee berekeningen. Langs een kant is er gekeken naar de algehele verwachtte Vlaamse bevolkingstoename. Deze is afgezet tegen het inwoneraantal van Ravels. Vervolgens is de toename in inwoners gedeeld door drie om tot het aantal woningen te komen. Langs de andere kant is er naar de gemiddelde natuurlijke bevolkingsgroei van gemeente Ravels van de afgelopen 11 jaar gekeken. Sterftecijfers zijn afgetrokken van de geboortecijfers. Daarnaast is er nog gekeken naar de gemiddelde toename aan vreemdelingen binnen de gemeente. De trendafwijking van de daling hiervan in de laatste vijf jaar is in de berekening meegenomen. Via beiden wegen kan er gesteld worden dat er de komende 35 jaar nog 600 woningen in Ravels bijgebouwd moeten worden. (cijfers uit: gemeentelijk profielschets, van het Agentschap voor Binnenlandsbestuur)
48
49
7. Inpassing bouwstenen Weelde binnen gemeente Ravels Weelde Als gebied om de bouwstenen op te kunnen toetsen is het dorp Weelde gekozen. De keuze valt te verantwoorden omdat Weelde centraal in de gemeente ligt. Het gemeentehuis is in Weelde gelegen en het is het meest nabij Weelde-station. Bovendien is Weelde en zijn directe omgeving in verhouding met de andere dorpen in gemeente Ravels het meest verlint. Rondom Weelde liggen velen boeren enclaves, waarbij het risico bestaat dat deze door verlinting allemaal aan elkaar gerijgd worden. Landschappelijk valt er een verdeling te maken in drie type landschappen waar Weelde te midden van ligt. Ten westen is een overwegend open landschap met hier en daar een bospartij. Agrarische activiteiten hebben hier dan ook de overhand. Ten oosten van Weelde ligt een veel fijnmaziger landschap. Hier zijn veel kamers, coulissen kleine groepen bomen te vinden. Ook de wegen en paden zijn talrijker en kronkelen meer door het landschap. Ook hier vind landbouwplaats, maar er wordt ook meer gerecreĂŤerd. Ten zuiden van weelde ligt in soort overgangsgebied tussen beiden landschappen en er bevindt zich meer menselijke activiteit. Aan de oostkant ligt het dorp Eel en aan de westkant ligt het NATO-vliegveld. Kenmerkend voor Weelde zijn de grote open binnenvelden tussen de linten en het dorp. Die leveren unieke dorpsbeelden op, al helemaal daar waar de molen en de St. Michiel kerk in het oog springen. Deze dorpsbeelden zijn iconisch voor het dorp en moeten in stand gehouden worden.
Iconisch dorpsbeeld Weelde
50
51 Huidige situatie: vrij klassieke opbouw
Dorpslint/Kern
Voordorp lint
Scenario de Nederlandse stempel
Agrarisch lint
Bosrijk lint
Dorpslint/Kern
Voordorp lint
Agrarisch lint
Bosrijk lint
Agrarisch lint
Bosrijk lint
Scenario de Nevelstad
Lintmilieus en bouwstenen in kaart Tot nu toe zijn de lintmilieus enkel nog beschreven en toegepast op de stukken lint uit de lintanalyses. Nu er ingezoomd wordt op Weelde kunnen de lintmilieus ingepast worden. Dit geeft een beter beeld van Weelde, maar ook van de lintmilieus zelf. Bovendien biedt het kans om de lintmilieus weer te geven volgens de voorgestelde scenario’s. Om de verschillen goed op te laten vallen is er een kleine aanpassing gemaakt. Het lintmilieu dorpslint dient hier ook als aanduiding voor de kern. Op de volgende pagina’s zijn de bouwstenen per scenario op Weelde toegepast. Het zijn er nogal wat, dus is het raadzaam om eerst de locatietypes op de kaart te zoeken en vervolgens de maatregeltypes. Het verschil tussen beiden scenario’s valt goed op daar de positionering van de maatregeltypes. Na dit onderdeel kan de bouwstenen gids opgengeslagen worden. Hierin worden de bouwstenen afzonderlijk uiteen gezet door concrete regels, toepassingsmogelijkheden en voorbeelduitwerkingen te geven.
Dorpslint/Kern
Voordorp lint
52
53
Scenario de Nevelstad
Scenario de Nederlandse stempel
Scenario de Nederlandse stempel
Scenario de Nevelstad
Locatietypes Locatietypes
Locatietypes Locatietypes
1
H
1
1
2
3
K
5
1
K
3
H
Scenario de Nevelstad
H
I
4
1
2 3
F
G
F 1
4
I
3
I
F 4
1
1
4
H M M I
I F J
5
1
N N
L
I
Scenario de Nederlandse stempel
M
5
I
G
4
J J C F
M
E
G
1
F
A
C B F
I
4
D
2
L
L
K
2
N
Scenario de Nevelstad
5
L
L maatregel types
maatregel types
A
B
D C Maatregeltypes
B
A
binnenruimtes: appartementen blok binnenruimtes: alternatieve typologiën, zoals geschakeld, semi-geschakeld of een carré
D
anti-bouwsteen: lege kavels opvullen
E
E
grote vila’s of fermettes ombouwen tot meerdere woningen onder een dak
F
H
C
verdichten en intensiveren aan hoofdstraat
dorpsranden: ontwerpen met uitzicht
hoogbouw aan dorpsrand bij entree als markering van het dorp
K
alternatieve lintverkaveling om ruimte en doorzichten te creëren
verblijfskwaliteit creëren aan hoofdstraat
G
F
E
C
G
E
F
Maatregeltypes
C
I
M
L
bebouwing op kavel voorkomen
K
alternatieve invulling voor vrije kavels
M
kamer in bos als woongebied ontwikkelen
N
Collectief wonen achter het lint in het voordorp
J
dorpsranden: ontwerpen met uitzicht
J
I
verblijfskwaliteit creëren aan hoofdstraat
F
grote vila’s of fermettes ombouwen t ot meerdere woningen onder een dak
L
H
collectief wonen op grondgebied van een boer.
N
landschappelijke structuren zoals coullisen en kamers als basis gebruiken
54
55
Nawoord
“Obstacles don’t have to stop you. If you run into a wall, don’t turn around and give up. Figure out how to climb it, go through it, or work around it.” - Michael Jordan
Bij deze wil ik de gelegenheid nemen om een aantal mensen te bedanken en om een korte reflectie op mijn afstudeerperiode te geven. Het is een erg hectische en zware periode geweest. Afstuderen is altijd pittig en een behoorlijke uitdaging om te overwinnen, maar als het lukt dan heb je ook wat! Nee, het afstuderen alleen heeft het niet aan gelegen dat het afgelopen half jaar zo zwaar was. Ik heb juist ontzettend veel plezier beleefd aan mijn werk bij het Campina Collectief. Dit komt mede door omgang met collega’s, door het ontdekken van nieuwe plekken, door ervaring op te doen van in het mee draaien in een (ontwerp)team. Maar bovenal heb ik plezier ervaren in het ontdekken van mijn eigen kunnen. Toen ik begon met afstuderen was ik nog erg onzeker. Daar is gaande het afstuderen verandering in gekomen. Ik weet nu dat ik het wel in me heb. Ja ik moet nog beoordeeld worden, maar ik heb er gewoon vertrouwen in dat ik het ga halen. Deze enorme persoonlijke groei had ik echter nooit kunnen maken zonder de begeleiding en ondersteuning van een aantal mensen. Allereerst wil ik Carry en Taddeüs tezamen bedanken. Zij hebben een geweldig balans opgemaakt in de begeleiding. Carry met name op het proces en Taddeüs op de inhoud. Ze wisten dit op zo’n wijze te doen dat ik de juiste adviezen kreeg waardoor ik de keuzes kon maken die nodig waren. Ik bleef het gevoel hebben at ik aan de knopen zat te draaien. Mijn hogeschool begeleider Ed, heb ik minder vaak gesproken, maar wil ik ook erg bedanken. Het enthousiasme en de interesse die Ed toonde voor mijn onderzoek werkte erg motiverend, zeker in het begin. Ik wil ook Dorith van Gestel graag nog noemen. Zij heeft mij eenmalig begeleiding en feedback gegeven op het moment dat iedereen met vakantie was. Dorith had eigenlijk niet met het Campina Collectief te maken en had ook niets van mijn project meegekregen. Toch heeft ze tijd vrij gemaakt om mijn verslag te lezen en een ochtend met mij te zitten om me verder te helpen. Afsluitend wil ik Carry nogmaals in het bijzonder bedanken. Zonder haar oprechte betrokkenheid met mij, ook buiten het afstuderen om, had ik nooit zo’n goed gevoel over gehouden aan het afstuderen en het Campina Collectief. Mijn lust om verder te werken na het afstuderen is aangewakkerd!
56
57
Bijlage Geraadpleegde bronnen Bronnenlijst afstuderen • • • • • •
• •
•
•
•
•
•
Wouters, K. (juni 2012), In de ban van het lint, lintbebouwing in Vlaanderen. Diepenbeek. Vermeij, L en Steenbekkers, A. (januari 2015), Dichtbij huis, Lokale binding en inzet van dorpsbewoners. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. Cattebeke, H. (14 februari 2012). Zoek de open ruimte , Knack Magazine, pag. 6 - 11. Mozaïek Brabantstad. Maeyer de, J. (1994), Arthur Verhaegen: 1847 – 1917: de rode baron. Leuven, universitaiere pers Leuven (KADOC), pag. 210-211 Maegd De, F (21 maart 2012), De Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staat, artikel verscheen in Marxistische Studies no 94/2011. Webaders: https://fransdemaegd.wordpress.com/2012/03/21/de-commune-vanparijs-1871/ van der Cammen, H. en de Klerk, L (2008), Ruimtelijke Ordening, van grachtengordel tot Vinex-wijk. Houten, het Spectrum. Verbeylen, W. (30 april 2014), Het failliet van de fermette: Vlaams verkavelingsmodel botst tegen grenzen aan. Leuven, Campuskrant Jaargang 25 nr. 08. Webadres: http://nieuws.kuleuven.be/node/13393 Verhoeve, A. (1 juni 2012), Vele kleintjes maken een groot. vakblad Ruimte, themanummer 14: 'Een andere kijk op het landschap', pag. 16 - 17. Webadres: http://issuu.com/ruimte-vrp/docs/ruimte_14_issuu_ Tempels, B. (1 juni 2012), Versnipperd Vlaanderen. vakblad Ruimte, themanummer 14: 'Een andere kijk op het landschap', pag. 18 t/m 23. Webadres: http://issuu.com/ruimte-vrp/docs/ruimte_14_issuu_ Kranenburg, M. (30 juni 2007). ‘Belg wordt geboren met een baksteen in zijn maag’, artikel uit NRC Economie. Webadres: http://vorige.nrc.nl/economie/article1812939.ece/Belg_wordt_geboren_met_een_b aksteen_in_zijn_maag AR-TUR centrum voor architectuur, stedelijkheid en landschap in de Kempen (december 2014), Verslag en excursie: woonomgevingen in Turnhout en Tilburg, pag. 16 t/m 21 uit Cahier #2. Webadres: http://issuu.com/artur/docs/cahier2_web-los Van den Donk, B. (december 2014), Verslag door Nederlandse bril: grenzeloos
meesterschap; over de stimulans van de milde beperking en het poldermodel als exportproduct, pag. 22 t/m 27 uit Cahier #2. Webadres: http://issuu.com/ar•
tur/docs/cahier2_web-los Heuts, E. (december 2014), Verslag door Belgische bril: over de zoektocht naar
een evenwicht tussen eenheid en diversiteit en de toenadering tussen Vlamingen en Nederlanders, pag. 28 t/m 33 uit Cahier #2. Webadres: http://issuu.com/ar•
•
•
tur/docs/cahier2_web-los Hulshof, M. (27 maart 2015), Heeft de winkelstraat nog toekomst?, reportage van Vrij Nederland. Webadres: http://www.vn.nl/Archief/Samenleving/ArtikelSamenleving/Heeft-de-winkelstraat-nog-toekomst.htm Scheub, U. (5 april 2015), Winkelhouder redt dorp, reportage van Mondiaal Nieuws. Webadres: http://www.mo.be/reportage/baanbreker-nieuw-conceptbuurtwinkels-redt-het-dorp Agentschap voor Binnenlandsbestuur(19 november 2014), Profielschets Gemeente Ravels. Studiedienst van de Vlaamse Regering. Webadres: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gemeente-2014/Ravels.pdf
•
Joachim Declerck, Michael Ryckewaert en Stefan Devoldere (2013),
Pilootprojecten Collectief Wonen, Werkgroep Vlaams Bouwmeester. Webadres: •
•
•
http://www.vlaamsbouwmeester.be/sites/default/files/uploads/PP%20wonen_0.pdf Joeri De Bruyn, Anne Malliet (2014), Pilootprojecten Collectief Wonen, vijf masterplannen uit de startblokken – fase 2, Werkgroep Vlaams Bouwmeester. Webadres: http://www.vlaamsbouwmeester.be/sites/default/files/uploads/PPwonen_deel2_low _0.pdf Stimuleringsfonds, ervenconsulent in Vlaanderen, webadres: http://stimuleringsfonds.nl/nl/actueel/toekenningen/ervenconsulent_in_vlaanderen_/ Habets, A. Hajonides, T. Schuit, S e.a. (juni, 2004), Dorp als daad, bouwstenen voor dorpen van het oosten. pag. 168: 10 gouden regels voor het dorp. Arnhem, Stichting Undercover in samenwerking met Uitgeverij Blauwdruk.