16 OVERLEVERS
Groot dromen In Jordanië helpt CARE vluchtelingenvrouwen en andere vrouwen in moeilijke omstandigheden met het opzetten van een eigen bedrijfje. Dit biedt niet alleen een uitweg uit de armoede, maar helpt hen om krachtiger in het leven te staan. ‘Ik droom ervan mijn bedrijf heel groot te maken.’ TEKST RENATE VAN DER ZEE FOTOGRAFIE MONA VAN DEN BERG
U
m Majd (52) is een goedlachse vrouw met kolenschoppen van handen waarmee ze de lekkerste dingen maakt. Haar keuken is de gezelligste plek in haar huis. Voor de ramen hangen ge bloemde gordijnen en op tafel staan scha len vol Arabische gerechten en potten met olijven, augurken en makdous, ingemaakte aubergine. Toen ze nog in Syrië woonde, stond ze bekend om haar makdous, met paprika, knoflook en walnoten gevulde baby auber gines. Ze produceerde 400 kilo per dag, had vier vrouwen in dienst en exporteerde zelfs naar de Golfstaten. Maar toen werd het oorlog. Haar huis werd gebombardeerd en ze vluchtte met haar man en vijf doch ters naar de Jordaanse stad Zarqa. ‘We hadden het heel zwaar’, vertelt ze. ‘Mijn man had in Syrië een goedlopende zaak in groente en fruit, maar die waren we kwijt. Hij zat zonder werk. Op een ge geven moment was ons spaargeld op, had ik al mijn gouden sieraden verkocht en leefden we van een kleine toelage van UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, waar we de huur van konden beta len. We kregen ook voedselbonnen, maar die verkochten we soms om het water en de elektriciteit te kunnen betalen.’ Om toch wat geld te verdienen, begon ze Syrische specialiteiten te maken voor haar buren en kennissen. ‘Ik moest klein begin nen, want ik had geen startkapitaal. Maar toen de mensen mijn eten proefden, waren ze enthousiast. Ze vertelde me ook dat er organisaties waren die me konden helpen.’ Ze kwam terecht bij de hulporganisatie CARE, die haar de kans gaf een small business development training te volgen. ‘Dat was geweldig’, zegt ze. ‘Ik heb een goed businessplan gemaakt en veel geleerd over marketing. Ik heb tijdens die training ook veel nieuwe vriendinnen gemaakt. Ik was verdrietig toen het over was. Maar ik heb nu Whatsapp en zo houden we contact.’
Um Majd (52) begon haar eigen bedrijfje.’Als ik kook, denk ik niet aan mijn verdriet.’
Ik maak me veel zorgen om hen. Maar dankzij mijn bedrijfje kunnen we nu wel rondkomen. Ik vind het heerlijk om te koken en als ik daarmee bezig ben, denk ik niet aan mijn verdriet. Ik droom ervan mijn business heel groot te maken.’
Goed leven door naaicursus
Alles kwijt Via CARE begon Um Majd samen met 26 andere vrouwen een spaar- en leengroep. Dit is een systeem waarbij vrouwen hun spaargeld bijeen leggen, zodat leden van de groep daaruit kunnen lenen als ze willen investeren in hun bedrijfje. ’Onlangs had ik voldoende ingelegd om een groter bedrag te mogen lenen’, vertelt ze. ’Zo kon ik tijdens de Ramadan speciale gerechten maken waar dan veel vraag naar is.’ Ze nodigt uit om uitgebreid te proeven van het verrukkelijke eten dat op tafel staat. Na de maaltijd serveert ze koffie, koekjes en chocola ‘Ik ben door de oorlog alles kwijtgeraakt’, zegt ze. ‘Mijn dochters moesten jong trouwen omdat we ze niet konden onderhouden. Ik heb één zoon in Berlijn en twee die nog in Syrië zitten.
In Syrië stond ze bekend om haar makdous, ze maakte 400 kilo per dag, had vier vrouwen in dienst en exporteerde zelfs naar de Golfstaten. Maar toen werd het oorlog.
Via een spaar- en leengroep leggen vrouwen spaargeld bijeen, zodat leden van de groep kunnen lenen als ze willen investeren
CARE helpt in Jordanië niet alleen vluchtelingenvrouwen met het opzetten van een bedrijfje, maar ook Jordaanse vrouwen in moeilijke omstandigheden. Eén van hen is Yasmeen Al-Shwaiki (35), die met haar man en vijf kinderen in Amman woont. Gekleed in een gebordu urde Palestijnse jurk laat ze met een trotse glimlach haar naaiatelier zien, waar ze kussen- en matrasovertrekken naait die gewild zijn bij mensen in haar omgeving. ‘Mijn man is vrachtwagenchauffeur, maar hij had alleen zo nu en dan werk. Daarom hadden we het heel moeilijk’, vertelt ze. ‘We konden onze huur niet betalen. Soms hadden we zelfs niet genoeg te eten.’ Via CARE kreeg ze de kans een naaicursus te volgen. Daarna deed ze een aantal cur sussen waarbij ze leerde hoe je een klein bedrijfje opzet en runt. Ze kreeg een start subsidie waarvan ze twee professionele naaimachines kocht. ‘We hebben nu een goed leven’, vertelt ze. ‘In het begin was mijn man niet zo blij dat ik die cursussen