(on)gewoon goed wonen - publicatie fase 2

Page 1

(on)gewoon goed wonen Ontwerpen aan een GGz-vriendelijke Wijk

school

centrum voor mentale gezondheid in leegstaande winkel inloop huis IDO

begeleid wonen geintegreerd in de wijk

pluktuin / groene ontmoetingsplek

Open Oproep Chronisch Gezond

school

wijkteam en buurtcentrum de Waterbever

school

koffie- en ontmoetingspunt voor de wijk

tussenvorm wonen: zelfstandig maar niet alleen

gezondheids centrum

speeltuin schateiland

sporthal

bushalte

bushalte

super markt

Verslag Fase 2

activiteiten zichtbaar in openbare ruimte

kansen voor ondernemers broeinest #2?

diversiteit in woningaanbod


2


inhouds opgave

Inhoudsopgave

Inleiding

............................................................................................

4

opgave

............................................................................................

5

methode

............................................................................................

7

aanpak

............................................................................................

8

context

............................................................................................

10

deelprojecten ............................................................................................

12

workshop

............................................................................................

14

ontmoetkarren ............................................................................................

18

binnenstebuiten

30

....................................................................................

resultaat

............................................................................................

38

conclusies

............................................................................................

44

vervolg

............................................................................................

46

colofon

............................................................................................

49

3


inleiding

(on)gewoon goed wonen Ontwerpen aan een GGz-vriendelijke Wijk

Open Oproep Chronisch Gezond

“De ongeveer 160.000 volwassenen met een ernstige psychische aandoening in Nederland verkeren doorgaans in een nadelige positie, met achterstanden ten opzichte van andere burgers in o.a. gezondheid, veiligheid, acceptatie en participatie om hun levenswensen te realiseren. (...) Op het gebied van gezondheid, (sociale) relaties, (arbeids)participatie, maatschappelijke acceptatie (stigma) en persoonlijk herstel blijven behoeften onvervuld.” “Te vaak hebben half gelukte pogingen om deze zorg te vermaatschappelijken ertoe geleid dat mensen met ernstige psychische aandoeningen wel in de samenleving komen te verblijven, maar niet werkelijk meedoen. We moeten een stap extra zetten.” (uit 'Over de Brug', plan van aanpak 2014)

Wat willen mensen met een ernstige psychische aandoening zelf? De manier waarop de GGz traditioneel is ingericht sluit niet altijd aan bij de behoeften en belevingswereld van de patiënt. De verplaatsing van deze zorg van de kliniek naar de wijk kan worden aangegrepen als een kans om de invulling ervan beter af te stemmen op de wensen van de patiënten zelf. Mensen met psychische problemen geven volgens psychiater Jim van Os zelf aan: 'de zorg die wij nodig hebben is niet dat wij 'gefixt' moeten worden in onze symptomen, maar dat er plekken zijn waar we heel langzaam grip op problemen kunnen krijgen en hoop kunnen krijgen'. Zo'n plek is bijvoorbeeld een herstelacademie, waarbij ervaringsdeskundigen een heel belangrijke rol spelen en laagdrempeligheid voorop staat. Dit geluid klinkt bij meer patiënten-verenigingen in de hele geneeskunde met name op gebied van chronische aandoeningen: “meer mens, minder patiënt”, ofwel minder gericht op 'gefixt worden' en meer op 'het leven kunnen leven' op een goede manier. Volgens 'de Nieuwe GGz' zou onderdeel van de hervorming van de GGz moeten zijn om meer geld beschikbaar te maken voor het opzetten van een nieuwe geïntegreerde GGz in de wijk, die nauw samenwerkt met huisartsen en WMO partners, zodanig dat er een sociale economie ontstaat op basis van onderlinge dienstverlening. In deze 'GGz als netwerk' wordt niet alleen gewerkt vanuit symptoombestrijding maar ook vanuit weerbaarheidsbevordering en het activeren van netwerken rond mensen. Naast de tastbare wijk community kan er ook een online community worden opgezet om elkaar, lotgenoten en hulpverleners te ontmoeten. GGz Centraal en Oostwest geloven dat het ruimtelijke ontwerp van (woon-) gebouwen, buurten en wijken hierbij een belangrijke rol kan spelen, en zijn daarom samen dit onderzoek gestart, binnen het programma Chronisch Gezond van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en Agis Innovatiefonds. In Fase 1 van dit onderzoek zijn we op zoek gegaan op concrete locaties in Amersfoort en Lelystad samen met bewoners met en zonder psychische problematiek naar specifieke oplossingen voor hún woonomgeving. Hiermee geven we mensen zelf de regie om aan te geven waar ze behoefte aan hebben, en brengen we deze als ontwerpers direct in beeld als een concreet toekomstscenario. Dit is het verslag van de volgende stap (fase 2):de realisatie van dit scenario als proeftuin, samen met betrokken stakeholders. We ontwikkelden hiermee tevens een creatieve werkmethode waarbij mensen met een psychische aandoening zelf aan zet zijn, en die de basis kan vormen voor een locatiespecifieke wijkaanpak, waar bewoners, gemeentes, corporaties en wijkteams in andere wijken in Nederland gezamenlijk mee aan de slag kunnen.

4


De Doelgroep

opgave

De doelgroep van dit onderzoek zijn mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA), die hier langere tijd mee worstelen. Zij ervaren vaak een weerslag van hun problematiek op allerlei andere gebieden: op hun sociale netwerk, op gebied van werk, woning en financiën, en op gebied van lichamelijke gezondheid. Resultaten Fase 1 In de eerste fase van dit onderzoek hebben we verschillende locaties geanalyseerd, en de keuze gemaakt voor de Waterwijk in Lelystad. Voor deze wijk hebben we samen met GGz cliënten en betrokken professionals uit de wijk een toekomstscenario voor de wijk gemaakt, met als doel beter herstel voor mensen met een ernstige psychische aandoening. We hebben hierbij gebruik gemaakt van de methode ‘Users as Designers’ van Waag, om de betrokkenheid van de doelgroep in alle fasen te bewaken. We hebben ons geconcentreerd op drie deelgebieden: Wonen, Voorzieningen en Openbare Ruimte. Op alle drie deze schaalniveaus/thema’s zijn ontwerp-ideeën gehaald uit de interviews en wijkwandelingen met cliënten en professionals. De meest waardevolle per thema zijn samengebracht in de routekaart, als integraal toekomstscenario voor de Waterwijk. Voor ieder ontwerp-idee zijn andere partijen van belang om het plan te realiseren, wat nog eens aantoont dat complexe maatschappelijke vraagstukken nooit maar één partij aangaan, maar altijd een samenspel zijn tussen zorgverleners, hulpverleners, corporatie, gemeente, buurtbewoners, etc. Daarbij is het belangrijkste om te blijven werken vanuit de wensen en ideeën van de mensen waar het om gaat. Opgave Fase 2 Voor fase 2 hebben we voor de Waterwijk in Lelystad uit deze routekaart ideeën gehaald om op door te werken. Hierbij kiezen we voor de opgave uit het programma Chronisch Gezond die op dit moment het meest urgent en relevant lijkt om in de Waterwijk het herstelproces van mensen met een ernstige psychische aandoening te verbeteren: versterking van samenredzaamheid. Versterken van samenredzaamheid sluit aan bij de meest aansprekende ontwerp-ideeën die ontstonden rondom de behoeften van cliënten aan contact maken, de GGz-teams aanwezig en aanspreekbaar laten zijn in de wijk, en een breed en laagdrempelig aanbod aan ondersteuning zonder stigma. Het idee van het ‘koffie-punt’ wat tevens dient als aanspreekpunt voor maatschappelijke organisaties werd gewaardeerd, evenals het idee voor een ‘centrum voor mentale gezondheid’ voor iedereen in de wijk. Meer algemeen sluiten deze ideeën ook aan bij een ‘nieuwe GGz’, waarbij de cliënt in de lead is in zijn/ haar eigen herstel en de GGz laagdrempelig en benaderbaar is voor ondersteuning. Voor een uitgebreid verslag van fase 1 verwijzen wij u graag naar onze digitale publicatie: https://issuu.com/carovandijk/docs/20091_cg_publicatie_fase_1_20210204 De rol van de wijk De transitie in de GGz naar de wijk gaat om het creëren van een integraal zorgnetwerk, waarin de veelheid aan financieringsstromen geen belemmering vormt voor bereikbare en laagdrempelige zorg. De zorg wordt gezien als breed netwerk waarin patiënten en hun naasten zelf een grote rol spelen, en wat behalve medisch-psychische zorg ook ondersteuning biedt op gebied van destigmatisering, deelname aan de maatschappij, het ontmoeten van lotgenoten en het bevorderen van een gezonde leefstijl om somatische klachten te verminderen. Er is aandacht voor het brede perspectief: sociaal netwerk, leefstijl, zingeving, meedoen, financiën en werk. Met name in deze brede ondersteuning spelen de woonomgeving, de sociale omgeving en de (ruimtelijk-programmatische) inrichting van de wijk een grote rol.

5


opgave

De Opgave, fase 2 In Fase 2 gaan we ons concentreren op de tweede ontwerpopgave uit de open oproep Chronisch Gezond: versterking van samenredzaamheid. We hebben tijdens het hele onderzoek in fase 1 gehoord en gezien hoe belangrijk aansluiting vinden en contact maken is in het herstelproces van GGz cliënten, maar ook hoe moeilijk dat kan zijn en hoeveel weerstand en drempels er te overwinnen zijn. De corona-pandemie legde hier nog extra hindernissen bovenop, waarbij voorzieningen en ontmoetingsplekken gesloten waren en mensen met een kwetsbare gezondheid nog meer in een isolement raakten. Sommige GGz cliënten hebben een kwetsbare fysieke gezondheid, en moeten daardoor extra voorzichtig zijn; velen ervaren meer angst of weerstand om de deur uit te gaan. Door corona is nog eens bewezen hoeveel negatieve impact een sociaal isolement heeft op het herstelproces. Ook professionals in het sociaal-maatschappelijke veld geven aan tijdens de pandemie moeite te hebben gehad om contact te houden, ook al improviseren zij zich suf met voortuin-gesprekken en video-mogelijkheden. Met minder persoonlijk contact is het ook moeilijker om preventief te signaleren en op tijd te komen met ondersteuning. Ook hier is écht contact maken onmisbaar. Hoe moeilijk en paradoxaal ook in deze pandemie-tijd, in fase 2 zal ontmoeting en contact maken centraal staan in ons onderzoek, omdat we hebben gezien dat deze behoefte alleen maar groter is geworden. Daarom willen we ons richten op samenredzaamheid en de ontwerp-ideeën die daar het meest bij aansluiten. Daarbij blijven we werken vanuit de behoeften en wensen van de cliënten zelf, die leidend zijn in ons hele proces. Doel van het onderzoek Het hoofddoel van dit project is net als in Fase 1: beter herstel realiseren voor en door GGz cliënten in de Waterwijk. Dit willen we bereiken door de belangrijkste ideeën die we hebben opgehaald in Fase 1 te gaan testen in een experimentele proeftuin-opzet met tijdelijke pilots. Deze proeftuin van Fase 2 kan vervolgens leiden tot een concreet plan voor een permanente ingreep, die na dit onderzoek duurzaam voortgezet kan worden door lokale stakeholders in de buurt. Daarnaast willen net als in Fase 1 een werkmethode ontwikkelen om beter herstel voor GGz cliënten te ontwikkelen, die op andere locaties in Nederland op een vergelijkbare manier kan worden toegepast door andere GGz organisaties, gemeentes en/of lokale stakeholders.

Impressies fase 1

6


Users as Designers

methode

Voor dit onderzoek hebben we onze werkmethode gebaseerd op de methode ‘Users as Designers’ ontwikkeld door Waag Society. De Waag heeft als één van haar doelstellingen om technologie voor een breed publiek toegankelijk te maken, en het betrekken van gebruikers bij het ontwikkelen van nieuwe producten is daar onderdeel van. De methode Users as Designers richt zich op productontwikkeling en laat zien hoe gebruikers betrokken kunnen worden in elke fase van het ontwerpproces. Wij hebben de methode toegepast op onze eigen manier die past bij deze opgave en het schaalniveau van architectuur en wijkontwikkeling. Bron: https://waag.org/sites/waag/files/Publicaties/Users_as_Designers.pdf Het ontwerpproces wordt verdeeld in drie fases: 1. ASK In deze fase staat het ophalen van informatie, eisen en wensen van de gebruiker centraal. Het ontwerpteam moet zich de belevingswereld en de behoeften van de gebruiker helemaal eigen kunnen maken, en de gebruiker moet de gelegenheid krijgen om zelf uit te leggen wat hij nodig heeft. In ons onderzoek hebben we deze fase ingevuld door de ideeën uit Fase 1 verder uit te werken in een onwerpworkshop met cliënten en professionals uit de wijk. Deze input hebben we gebruikt bij het ontwerp van de pop-up installaties. 2. MAKE Met alle verzamelde input hebben we twee pop-up installaties ontworpen en gerealiseerd. Daarnaast hebben we met ons team van professionals, ervaringsdeskundigen en cliënten de programmering van de pop-up locaties bedacht en georganiseerd. 3. TRY In deze fase gaat het om het toetsen van de ontwikkelde ideeën bij de gebruikers, en het ophalen van feedback. In dit geval waren de pop-up events die we hebben uitgevoerd in de wijk de testcases voor de gecreëerde voorzieningen. Met deze events wordt duidelijk wat een dergelijke ingreep kan opleveren voor de wijk.

7


aanpak

Plan van Aanpak

We willen verder met de Waterwijk Lelystad en wat we daar hebben opgehaald in fase 1. De ontwerp-ideeën die in Fase 1 zijn ontwikkeld op gebied van voorzieningen sluiten het beste aan bij de geconstateerde behoefte van contact maken en het versterken van samenredzaamheid. Deze ontwerp-ideeën uit fase 1 zijn uitgewerkt naar 2 deelprojecten: Deelproject 1: het opzetten van een ontmoetingsplek, (mede) gerund door cliënten van GGz Centraal, zo laagdrempelig mogelijk, “zoals het gratis koffiepunt van de supermarkt”, in de openbare ruimte. GGz en andere sociale partners zijn hierdoor beter zichtbaar en aanspreekbaar aanwezig in de wijk, specifiek het gebiedsteam van GGz Centraal, in aanloop naar werken volgens de RACT-methode. Dit deelproject komt voort uit de behoefte aan laagdrempelig contact zoals die is gebleken uit de interviews met cliënten en professionals in fase 1, en de wens van GGz Centraal om meer aanwezig te zijn in de wijk. Doel van dit deelproject is contact maken: tussen buurtbewoners onderling, tussen sociale professionals en bewoners, tussen (zorg)vraag en (zorg)aanbod. Dit contact moet ook mogelijk zijn op een veilige manier tijdens een pandemie, dus de (buiten-)installatie moet covid-proof worden ontworpen. Deelproject 2: het opzetten van een open ‘academie voor mentale gezondheid’: voor iedereen, inclusief en zonder stigma, (mede) gerund door cliënten van GGz Centraal. Dit deelproject komt voort uit de wensen uit fase 1 van cliënten voor toegankelijke en gevarieerde vormen van begeleiding, gelijkwaardig contact, en het bevorderen van uitwisseling en inclusiviteit. Ook zagen we kansen voor cliënten om daar zelf een bijdrage aan te leveren, en hun eigen kennis en ervaring in te zetten voor anderen. Voorbeelden van elders waar we van kunnen leren zijn: Enik herstelacademie, In de Kern Gezond van Lister, en STIP in Lelystad. Hier kunnen we plaats bieden aan diverse workshops en trainingen zoals door ervaringsdeskundigen van GGz Centraal, maar ook door externen: voor en door de buurt, vanuit de gedachte dat mentale gezondheid voor iedereen belangrijk is. Doel van dit 2e deelproject is om meer laagdrempelige geestelijke ondersteuning te bieden in de wijk, maar om dit vorm te geven als een open voorziening: mentale gezondheid is van belang voor iedereen. Voor GGz cliënten is dit een plek om een luisterend oor te vinden en met lotgenoten en ervaringsdeskundigen in contact te komen, én om zelf een rol te kunnen spelen als vrijwilliger of organisator. Maar het is nadrukkelijk een plek voor alle buurtbewoners, met de nadruk op laagdrempeligheid en diversiteit in het aanbod. Bij beide deelprojecten is het aansluiten bij bestaande voorzieningen uit de buurt een belangrijke voorwaarde voor het inbedden ervan in de wijk. In deelproject 1 koppelen we de verbeterde zichtbaarheid en aanwezigheid in de wijk aan het bestaande aanbod, bijvoorbeeld van het Sociaal Wijkteam, Buurtcentrum de Waterbever en inloophuis IDO, zodat bewoners nog beter hun weg hier naartoe kunnen vinden. In deelproject 2 kunnen bestaande aanbieders als STIP ook trainingen geven in de nieuwe ‘academie voor mentale gezondheid’. We maken gebruik van de aanwezige kennis en het aanbod in de wijk, en willen dit versterken en aanvullen. Beide deelprojecten zijn een verbeelding van de lange transitie die de geestelijke gezondheidszorg doormaakt: van 19e eeuwse gesloten terreinen in het bos, naar een 21e eeuwse open en inclusieve benadering in de wijk, in samenwerking met het hele sociale domein. Met deze twee deelprojecten wordt deze transitie zichtbaar en tastbaar, en wordt de hele buurt uitgenodigd deel te nemen, vanuit de gedachte dat mentale gezondheid iedereen aangaat. Het ‘werkelijk meedoen’ proberen we waar te maken door een inclusieve benadering waarin iedereen kan meedoen én kan bijdragen.

8


Plan van Aanpak

aanpak

Beide deelprojecten vliegen we op een experimentele manier aan door middel van popup interventies in de wijk, die dienen als pilot om te experimenteren met plek, vormgeving en programma. Deze pop-up ontmoetingsplekken ontwikkelen we vanuit de opgehaalde wensen en ideeën uit fase 1, gericht op voorzieningen, ontmoeten, en openbare ruimte. De interventies bestaan uit een fysieke installatie, die in vormgeving uitnodigt tot interactie, op een verrassende manier die mensen aan het denken zet. Deze installatie verplaatst zich door de buurt, en ‘verschijnt’ steeds op een andere plek. We programmeren vervolgens de installatie met activiteiten georganiseerd door GGz Centraal, in samenwerking met cliënten en anderen uit de wijk, zoals het wijkteam of de supermarkt. In deelproject 1 is deze installatie een ontmoetingsplek in de openbare (buiten)ruimte om pandemie-proof contact te maken. In deelproject 2 zal het eerder een installatie in of aan een bestaand pand zijn waar de bijbehorende activiteiten kunnen plaatsvinden, met een herkenbare vormgeving die het aangeboden programma duidelijk zichtbaar maakt en uitnodigend werkt om deel te nemen. Met pop-up interventies houden we de verrassing erin en kunnen we experimenteren: na elke ingreep monitoren en evalueren we het effect en eventuele aanpassingen. De installaties bewegen als een festival of reizend circus door de buurt en gaan telkens een andere interactie aan met de omgeving. In deze fase gaat het nog niet om het realiseren van een permanente voorziening, we proberen er in de serie interventies juist achter te komen hoe een permanente voorziening het beste zou kunnen werken. Het verrassingseffect zou ook een waarde op zich kunnen zijn: doordat de installaties steeds ergens anders opduiken maakt het mensen nieuwsgierig en weten we wellicht meer mensen te bereiken. Door te variëren in plek en invulling kunnen we aan het einde van dit onderzoek de experimenten evalueren en een plan maken hoe deze duurzaam in de buurt verankerd kunnen worden. Na afloop van fase 1 heeft de gemeente Lelystad al concreet interesse getoond in het opzetten van een centrum voor mentale gezondheid: zij zijn al aangesloten bij ons proces en kunnen een belangrijke rol spelen in het duurzaam voortzetten van onze initiatieven. Tijdens fase 2 hebben we een meeting georganiseerd met alle stakeholders uit de wijk bij het IDO, om hen al tijdens het onderzoek actief te betrekken bij onze experimenten, en hen opgeorepen een bijdrage te leveren bijvoorbeeld in de programmering, en na afloop van dit project de initiatieven mede voort kunnen zetten.

Pop-up referentiebeelden

9


context

Waterwijk: routekaart Fase 1 de Waterwijk is een arme wijk met veel (multi)problematiek achter de voordeuren. Bijna de helft van de inwoners heeft een laag inkomen. Maar het is ook een levendige wijk met een hecht sociaal leven. Voor deze wijk hebben we samen met GGz cliënten en betrokken professionals uit de wijk een toekomstscenario voor de wijk gemaakt, met als doel beter herstel voor mensen met een ernstige psychische aandoening. We hebben ons geconcentreerd op drie deelgebieden: Wonen, Voorzieningen en Openbare Ruimte. Op alle drie deze schaalniveaus/thema’s zijn ontwerp-ideeën gehaald uit de interviews en wijkwandelingen met cliënten en professionals. De meest waardevolle per thema zijn samengebracht in de routekaart, als integraal toekomstscenario voor de Waterwijk. Waterwijk: wonen De meeste woningen in de Waterwijk zijn gebouwd in de jaren '80 van de vorige eeuw. Een deel van de woningen in de Waterwijk zijn koopwoningen. De andere helft wordt verhuurd als sociale huurwoning door Centrada. De diversiteit aan woningtypes in de Waterwijk is een positief punt, net als de vanzelfsprekende integratie van woongroepen voor begeleid wonen. Van woonvormen op andere plekken in het land leren we dat zelfstandig wonen voor veel GGz cliënten prima mogelijk is als ze daar nét wat meer hulp bij zouden krijgen: een woonvorm tussen begeleid wonen en zelfstandig wonen in. Een voorbeeld is LARS van Centrada: een hybride concept waar je je eigen woning hebt, maar waar ook een huismeester is als kwartiermaker die ook een oogje in het zeil houdt. Toekomstige bewoners leren elkaar actief kennen en er wordt van bewoners verwacht om iets bij te dragen aan de gemeenschap. Deze kan nieuw gerealiseerd worden, maar het kan ook een concept zijn wat in bestaande woongebouwen of straten geprogrammeerd kan worden. Waterwijk: voorzieningen In de Waterwijk zijn veel sociale voorzieningen met een breed aanbod. Maar ondanks het brede aanbod hoorden wij ook van cliënten dat ze dit aanbod niet altijd weten te vinden, of niet vinden dat het aansluit bij hun behoeften. Een belangrijke factor is laagdrempeligheid en openheid. Soms gaat dat om geld: zelfs een kleine bijdrage kan een barrière vormen voor mensen met een kleine portemonnee. Laagdrempeligheid en openheid is ook: zichtbaar zijn in de openbare ruimte. Ook de GGz wil beter zichtbaar en aanspreekbaar zijn in de wijk, een belangrijk onderdeel van de veranderende manier van zorg aanbieden. Hierdoor hadden we het idee om het koffiepunt van de supermarkt in te gaan zetten als centrale ontmoetingsplek, waar ook de sociale organisaties aanwezig zijn. Het gaat om contact maken: mensen in hun dagelijkse routine kunnen aanspreken en gelijkwaardig met elkaar in gesprek gaan. Een ander idee wat veel van de betrokkenen aansprak was het 'centrum voor mentale gezondheid', met aanbod voor iedereen, op een prominente plek midden in de Waterwijk. Van cliënten hoorden we de interesse in meer variatie en laagdrempeligheid in de begeleiding. Maar er was ook een duidelijk geluid tégen een 'GGz-voorziening': de wens is om een voorziening voor iedereen te maken, zonder stigma, open en inclusief: mentale gezondheid is tenslotte iets wat voor ons allemaal van belang is. Waterwijk: openbare ruimte De openbare ruimte is gevarieerd: er is heel veel groen in de Waterwijk, maar ook heel veel steen. De groene gebieden zoals parken, groene zones langs het water, sportvelden, of speeltuin Schateiland, zijn onderling verbonden door een groene structuur die door en om de hele wijk loopt. De mogelijkheid om je ook langs rustige routes door te wijk te bewegen zijn belangrijk voor mensen die gevoelig zijn voor prikkels en drukte. Dit is een kwaliteit die al aanwezig is in de Waterwijk: er is een heel netwerk van langzamere rustige routes door de groene ruimtes van de wijk. Wel zouden deze routes beter onderhouden kunnen worden en kan de veiligheid voor de avond/nachtsituaties nog verbeterd worden. Ook kunnen deze routes verder versterkt worden met meer verbindingen naar het ‘centrum’ rondom de Voorstraat: dit is een drukke straat met bijna alleen maar steen, die ook wel wat rustige en groene gedeeltes zou kunnen gebruiken.

10


context

school

centrum voor mentale gezondheid in leegstaande winkel inloop huis IDO

begeleid wonen geintegreerd in de wijk

pluktuin / groene ontmoetingsplek

school

wijkteam en buurtcentrum de Waterbever

school

koffie- en ontmoetingspunt voor de wijk

gezondheids centrum

speeltuin schateiland

sporthal

bushalte

bushalte

super markt

tussenvorm wonen: zelfstandig maar niet alleen

activiteiten zichtbaar in openbare ruimte

kansen voor ondernemers broeinest #2?

diversiteit in woningaanbod

Waterwijk: routekaart Waterwijk: wonen

Waterwijk: openbare ruimte

11


deelproject 1

Idee: De koffiehoek van de supermarkt komt naar buiten op het plein. Een zichtbaar koffiepunt dat ook meteen dient als aanspreekpunt. Het wijkteam en de Waterbever kunnen hier hun aanbod laten zien en contact maken, maar ook de wijkagent of GGz zorg kunnen hier contact maken met buurtbewoners.

Deelproject 1: Ontmoetingsplek in de wijk uit fase 1 bleek de behoefte aan laagdrempelige ontmoeting en contact maken voor cliënten, juist tijdens een pandemie. GGz en sociale partners willen zichtbaar aanwezig zijn in de wijk. Ook is het van belang om vraag en aanbod in het sociale domein beter aan elkaar te knopen. We gebruiken de eerste ideeën uit fase 1 als begin voor het ontwerpen van contact maken in de openbare ruimte. Uiteraard is een voorwaarde dat dit Covidproof kan.

(cliënt D) “Wat mij betreft zouden inloop-plekken zo laagdrempelig mogelijk moeten zijn, bijvoorbeeld door gratis koffie aan te bieden. De koffie is bijvoorbeeld bij inloophuis IDO al best goedkoop (€0,60), maar dat kan voor veel mensen toch nog een drempel zijn, bijvoorbeeld voor mensen die dakloos zijn of heel erg weinig geld hebben.” (wijkteam) “De samenwerking met GGz Centraal is voor ons als Sociaal Wijkteam heel belangrijk. De GGz zorg zou zich beter kunnen profileren in de wijk, meer zichtbaar zijn voor mensen die het nodig hebben. “

12


deelproject 2

Idee: Een centrum voor mentale gezondheid openen in de Waterwijk, op een prominente plek in het winkelcentrum, bijvoorbeeld in de leegstaande winkel tegenover de supermarkt. Het centrum is voor iedereen, dus niet alleen voor GGz cliënten, want voor iedereen is het belangrijk om aan zijn of haar mentale gezondheid te werken. Het centrum wordt gerund door GGz cliënten, maar ook buurtbewoners kunnen meehelpen of zelf een cursusprogramma opzetten. Voorbeeld: 'In de Kern Gezond' van Lister in Leidscherijn.

Deelproject 2: Centrum voor mentale gezondheid Naast contact maken was inclusiviteit het belangrijkste thema uit fase 1: de wens om voorzieningen niet te bestempelen als ‘voor GGz’ of ‘voor ouderen’, en stigma tegen te gaan. Het ‘centrum voor mentale gezondheid’, open en voor iedereen toegankelijk, is een idee uit fase 1 wat hier een antwoord op geeft. De opzet is ‘mentale gezondheid voor iedereen’, met een belangrijke rol voor ervaringsdeskundigheid, en op een prominente plek in de buurt.

(client) “Ik heb nog geen ervaring in contact met lotgenoten, maar ik zou best eens samen iets willen doen met mensen die net als ik moeite hebben met naar buiten gaan. Ik zou het dan fijn vinden als er vooral ruimte is om samen dingen te ondernemen, of elkaar te helpen met praktische zaken, in plaats van alleen maar praten.”

(ervaringsdeskundige): “Buurtfuncties moeten voor de hele buurt zijn, niet alleen voor GGz cliënten. We willen geen stigma creëren maar we gaan voor inclusieve voorzieningen.”

13


ASK ontwerp workshop

Workshop uitwerking deelprojecten In een ontwerp workshop hebben we samen met cliënten en professionals uit de wijk de twee deelprojecten verkend en verder vormgegeven. Hierbij waren aanwezig enkele cliënten van GGz Centraal, medewerkers van STIP een inloop locatie voor mensen die zorg krijgen in de GGz, medewerkers van het IDO een open inloophuis in de Waterwijk, en ons eigen team bestaande uit ontwerpers, GGz medewerkers en ervaringsdeskundigen. We hebben teruggeblikt op fase 1, en de opgehaalde ideeën voorgelegd aan de groep. Daarna hebben we de ontmoetingsplek en het centrum voor mentale gezondheid samen verder uitgewerkt. Bij de ontmoetingsplek stond ontmoeten voor jong en oud centraal. Hoe brengen we mensen uit de buurt laagdrempelig met elkaar in contact? De ontmoetingsplek moet aansluiten bij de dagelijkse routine van mensen. Het beste is als mensen een ‘excuus’ hebben om te komen kijken, bijvoorbeeld als er iets wordt aangeboden zoals tweedehands kleding, boeken of plantjes voor de moestuin. Als ze eenmaal komen kijken kun je makkelijker een praatje aanknopen. Laagdrempeligheid moet ook financieel: er moet (bijna) gratis iets te drinken/eten zijn. Het doel van de ontmoetingsplek is om buurtbewoners en organisaties met elkaar in contact te brengen: elkaar leren kennen en de vraag kunnen stellen wie heeft iets te bieden of heeft iets nodig? De ontmoetingsplek kan een ‘hub’ zijn voor welzijnsorganisaties in de buurt, en verwijzen naar activiteiten en aanbod bij het IDO, de Waterbever, STIP, etc. STIP wil graag hun cliënten inzetten bij de ontmoetingsplek en informatie over hun activiteiten aanbieden. IDO wil graag hun ‘bijna gratis winkel’ die in hun tuin zit uitbreiden naar de ontmoetingsplek, met tweedehands kleding en schoenen. De ontmoetingsplek zal verder vooral bemand worden door de cliënten van GGz Centraal, die daarmee een verbindende rol kunnen spelen in hun eigen buurt. Ook bij het centrum voor mentale gezondheid staat laagdrempeligheid voorop. De bedoeling is dat iedereen uit de buurt er iets kan vinden wat zijn/haar mentale gezondheid kan helpen, maar dat is natuurlijk erg breed: van meditatie tot samen koken tot creativiteit tot sporten - iedereen heeft andere dingen die helpen om je mentaal goed te voelen. In ieder geval willen we graag dat de geboden activiteiten voor én door de buurt zijn: mensen uit de Waterwijk de ruimte bieden om hun eigen activiteiten één plek te geven. De ontmoetingsplek kan een rol spelen bij het ophalen van ideeën en mensen vinden die iets kunnen aanbieden. Een voorbeeld is het centrum ‘In de kern gezond’ in Leidscherijn, waar cliënten van Lister de organisatie op zich nemen, en iedereen uit de buurt aan activiteiten mee kan doen en ze zelf aan kan bieden. We gaan op zoek naar een ruimte die we tijdelijk kunnen gebruiken in de Waterwijk, en die we dan op deze manier kunnen gaan programmeren. Voor het centrum voor mentale gezondheid hebben we later in het jaar nog een workshop gehouden, om het programma en activiteiten concreter te maken. Hier werd ook de naam voor het centrum bedacht: centrum Binnenstebuiten.

14


ASK

15


ASK ontwerp workshop

Workshop uitwerking Ontmoetingsplek

ASK Centrum voor mentale gezondheid

Dagelijks leven

Sociaal wijkcentrum

Ontmoetingsplek

Waterbever

IDO

STIP

16


Workshop uitwerking Centrum Binnenstebuiten

Ontmoetingsplek

Workshops

Centrum voor mentale gezondheid

Bijeenkomsten

Activiteiten

17


MAKE ontmoet karren

Deelproject 1 ontmoetingsplek Doel: met de ontmoetingsplek willen we laagdrempelige ontmoeting in de wijk realiseren, en de verbinding maken naar andere (sociale) initiatieven of voorzieningen, zodat buurtbewoners deze beter weten te vinden. In fase 1 gaven cliënten van GGz Centraal aan dat ze vaak de sociale functies in de wijk niet kenden, of het idee hadden dat deze ’niet voor hen’ waren. Door actief met buurtbewoners in gesprek te gaan hopen we de drempel verlagen om gebruik te maken van bijvoorbeeld inloophuis IDO, de buurtkamer in de Waterbever, of om zelf een intitiatief te ontplooien. Vormgeving: de ontmoetingsplek hebben we ontworpen als een mobiele installatie: een klein reizend circus dat op allerlei plekken in de wijk kan neerstrijken. De ontmoetingsplek is buiten in de openbare ruimte: om zo corona-veilig mogelijk te zijn, en om direct zichtbaar te zijn in de dagelijkse route van mensen door hun wijk. De ontmoetingsplek is ontworpen als een festival-achtige installatie, met verrijdbare karren met allerlei functies en grote cirkels van stof. Alles heeft opvallende kleuren en vormen, en alle onderdelen bij elkaar opgesteld vormen een eigen opvallende ‘plek’ met een eigen identiteit. Het geheel is herkenbaar met een eigen stijl, en kan op verschillende plekken staan, van plein tot park. De installatie maakt van een stuk openbare ruimte tijdelijk een verblijfsplek in plaats van alleen een verkeersruimte. Het idee van de functies die een plek hebben gekregen in onze karren is om mensen op een terloopse manier te ‘lokken’ met een zo laagdrempelig mogelijk aanbod, zoals gratis koffie, en een weggeefwinkel, en daarna met hen in gesprek te raken. Onderdelen: koffiekar voor gratis koffie/thee, kledingkar met kleding uit de weggeefwinkel van IDO, boekenkar met weggeef-boeken, mobiele vraag- en aanbodborden met flyers van IDO, STIP en andere buurtinitiatieven, en diverse ‘blikvangers’ in de vorm van parasols en cirkels bekleed met stof. Er zijn kartonnen opvouwbare krukjes om op te kunnen zitten. De karren zijn gemaakt van makkelijk verkrijgbare onderdelen, zoals transportkarren, steigerbuizen en Ikea-meubilair, geschilderd in dezelfde opvallende kleuren. De blikvangers zijn lichtgewicht frames bekleed met tule stof in verschillende lagen, ook met opvallende aansprekende kleuren. We hebben ze bewust gemaakt van materialen die makkelijk te krijgen zijn, zodat in de toekomst onderdelen eenvoudig te vervangen zijn, en er ook onderdelen aan toe kunnen worden gevoegd: er blijft ruimte voor eigen initiatief.

18


MAKE

19


MAKE ontmoet karren

Ontmoetkarren in de wijk

De installatie heeft op verschillende plekken in de wijk gestaan, met telkens een ander effect. De installatie heeft invloed op de openbare ruimte, maar de openbare ruimte beïnvloed ook de uitwerking van de ontmoetingsplek: hetzelfde pop-up evennement is heel anders als het neerstrijkt in een park dan in het drukke winkelcentrum. De eerste locatie was tegenover de supermarkt: dit is het winkelcentrum van de Waterwijk en de drukste plek waar iedereen naartoe gaat. Onze installatie nam de hele stoep in beslag, waardoor mensen letterlijk niet om ons heen konden en we goed zichtbaar waren. We stonden er op een vrijdagmiddag: er waren heel veel mensen, maar de meesten waren ook best gehaast, en wilden niet stoppen voor een gesprek. Eigenlijk waren het vooral kinderen en ouderen die langer bleven hangen voor een praatje, koffie/limonade wilden en de gratis spullen meenamen: die hadden de tijd. Er was aanbod op het aanbod-bord, in de vorm van flyers van organisaties in initiatieven uit de buurt, maar er was niemand die iets wilde ‘vragen’ op het vraag-bord voor de buurt. Dat is misschien verlegenheid, of het was niet duidelijk genoeg wat er dan met die vraag zou gebeuren. Mondeling hadden mensen echter genoeg te vertellen over hun buurt. De ontmoetingsplek werd bemand door cliënten van GGz Centraal en STIP, en mensen van het IDO en van de gemeente Lelystad zijn langsgekomen om ons initiatief te bekijken. Daarna stonden we bij de speeltuin op woensdagmiddag. Speeltuin Schateiland is een begrip in de Waterwijk en heel populair bij kinderen en hun ouders. We hadden onze komst aangekondigd, maar desondanks was er een vrijwilliger van de speeltuin die verrast was over onze komst, en ontevreden over onze gratis koffie terwijl hij koffie verkocht tegen betaling. Uiteindelijk werd ons initiatief gelukkig wel begrepen en konden we gezellig naast elkaar bestaan. Er waren niet zoveel mensen als in het winkelcentrum maar de gesprekken met sommige ouders over de Waterwijk waren toch de moeite waard. In fase 1 hebben we al geconcludeerd dat een mentaal veerkrachtige wijk juist veel aandacht en aanbod voor kinderen zou moeten hebben, om hen al op jonge leeftijd weerbaar te maken en aandacht te besteden aan hun mentale gezondheid: zij zijn dus ook een doelgroep in ons project.

20


MAKE

21


MAKE ontmoet karren

22


MAKE Ontmoetkarren in de wijk

In het park op een andere woensdagmiddag was het nog veel rustiger, totdat we ontdekt werden door een groep kinderen die vrij van school hadden en met een groepje buiten speelden. Zij kwamen voor de limonade en versnaperingen en gingen daarna proberen om voorbijgangers naar onze karren te krijgen door zo hard mogelijk ‘gratis koffie’ te roepen. Een bijzonder deel van de Waterwijk is het Sidhadorp: een wijk die in de jaren 70 is opgezet door een groep mensen die een woongemeenschap wilde stichten vanuit een gemeenschappelijke leefstijl rondom meditatie. De wijk heeft een eigen woningcorporatie die nieuwe bewoners keurt voor teolating, en van nieuwe bewoners wordt verwacht dat ze dezelfde leefstijl adopteren. Naast meditatie is duurzaamheid een belangrijk kenmerk van deze wijk, met duurzame woningen, een vegetarisch restaurant en biologische supermarkt. Deze winkel is gelegen aan een pleintje centraal in de wijk, met de sfeer van een mediterraan dorpsplein: hier stonden we met onze ontmoetkarren. Er waren minder mensen maar we hadden wel uitgebreide gesprekken. Er waren zelfs mensen die wel wilden aanhaken of zelf een activiteit wilden organiseren met onze karren. Er is ook contact gelegd met een buurtbewoner die aangeeft in Centrum Binnenstebuiten wat te willen organiseren. Opvallend is de openheid en nieuwsgierigheid waarmee mensen ons tegemoet treden: ze hebben weinig aanmoediging nodig en maken graag contact, in tegenstelling tot de rest van de Waterwijk waar we meestal veel haast en verlegenheid tegenkwamen. Het feit dat deze wijk al een hechte gemeenschap is waar men gewend is aan samen dingen organiseren maakt veel uit: kennelijk is er dan ook vanzelf het vertrouwen om iets nieuws tegemoet te treden. Dat vertrouwen is er in de rest van de wijk een heel stuk minder - terwijl de mensen daar het contact en de gratis activiteiten meer nodig lijken te hebben dan de bewoners van het Sidhadorp, waar al veel aanbod is vanuit de eigen gemeenschap. Helaas blijven dit twee gescheiden werelden: de mensen uit het Sidhadorp en de rest van de Waterwijk lijken niet veel met elkaar in contact te komen of gebruik te maken van elkaars voorzieningen. Tijdens deze bijeenkomst werden we weer herkend door één van de kinderen, een jongetje die er alle voorgaande keren ook was, en ons al fietsend weer had gespot. Het vaker terugkomen in de wijk en herkenbaar zijn werkt dus mee om meer aanloop te krijgen.

23


MAKE ontmoet karren

Ontmoetkarren in de wijk

In het voorjaar van 2022 hebben we de koppeling gemaakt van de Ontmoetkarren met een extra activiteit: de Verkencaravan, die gerund wordt door ervaringsdeskundige Frank Los. Deze middagen in maart waren bedoeld om door middel van flyers deelnemers te werven voor onze activiteiten van centrum Binnenstebuiten. De verkencaravan van Frank is een extra activiteit bij onze ontmoetingsplek, waarbij Frank in zijn caravan mensen interviewt over hun buurt en hun antwoorden in striptekeningen noteert. We wilden hiermee het programma van de Ontmoetkarren uitbreiden en gesprek met buurtbewoners nog meer stimuleren. Ook hiermee stonden we weer voor de supermarkt aan de Voorstraat, maar we hadden een vergelijkbare ervaring als de eerste keer op deze plek: het lukte niet zo goed om mensen aan te spreken, mensen waren te gehaast en waren niet bereid om een flyer aan te nemen of in de caravan te komen voor een striptekenaar. Er was argwaan, wat willen ze van me? Flyers weigeren de meeste mensen al bij voorbaat, kennelijk bang dat je iets wilt ‘verkopen’. En langere tijd doorbrengen in een caravan was voor de meeste mensen ook te veel gevraagd. Maar er waren uiteindelijk toch een paar deelnemers, en we hadden gesprekken met een groep jongeren - ook weer een doelgroep die wat meer tijd heeft. De wijkagent kwam langsfietsen: hij was nieuw in de wijk en kende ons project nog niet, dus konden we hem hierover bijpraten. Daarna stonden we met de Ontmoetkarren en de Verkencaravan in het Sidhadorp. Ook nu merkten we hier meer openheid, en ook meer bereidheid om iets ‘nieuws’ te doen: er waren meer mensen bereid om in de Verkencaravan hun verhaal te vertellen. Frank Los heeft hier tekeningen bij gemaakt: de verhalen uit de buurt.

24


MAKE

25


MAKE ontmoet karren

26

Tekeningen van Frank Los gesprekken met buurtbewoners vanuit de Verkencaravan


MAKE

27


TRY ontmoet karren

Ontmoetkarren in de wijk

Wat leverde dit op? Veel mensen waren te gehaast om te willen stoppen bij onze ontmoetkarren, maar de mensen die wel met ons in gesprek gingen reageerden positief op ons initiatief, al vonden sommigen het ook moeilijk te plaatsen: dan kregen we bijvoorbeeld vragen als ‘waar zijn jullie dan van?’ of ‘waarom doen jullie dit?’. Het idee dat mensen uit hun buurt zomaar iets voor hun buurtgenoten zouden organiseren verwachtten mensen niet, in de Voorstraat nog minder dan in het Sidhadorp. Kinderen, jongeren en ouderen waren eigenlijk het makkelijkst om mee in contact te komen, zij stonden er meer onbevangen tegenover en waren blij dat er iets nieuws te doen was in hun wijk. Voor de betrokken GGz cliënten en ons gebiedsteam van GGz Centraal was het een mooie manier om zich op een andere manier in hun eigen wijk te begeven, en te zien wat er gebeurt als je zelf het initiatief neemt. Voor de buurt was het doel het versterken van de sociale samenhang. Het initiatief is ontstaan vanuit behoefte aan laagdrempelig contact. Vanuit dit contact volgen andere dingen: het verbinden van mensen en bestaande organisaties in de wijk die elkaar nu niet altijd weten te vinden, en het stimuleren van nieuwe initiatieven. Deels is dit gelukt, maar we hadden er wel meer van verwacht. Er is behoefte aan contact vanuit de wijk, maar dat wil niet zeggen dat dit contact makkelijk te maken is. Het pop-up karakter van de installatie maakte het ook vluchtig: we denken dat een wekelijks terugkerend event uiteindelijk meer zou hebben opgeleverd. Het kost tijd voor bewoners om elkaar te vinden. Ook was het jammer dat we niet alle sociale organisaties uit de wijk bij ons initiatief konden betrekken: wel Stip en IDO, maar niet het sociaal wijkteam en buurthuis de Waterbever – dit kwam voornamelijk door onderbezetting oa van het wijkteam. Een plek als onze pop-up installatie kan wel degelijk een rol spelen in een bredere transitie, waarbij sociale organisaties meer ín de wijk zijn, en bottom-up leren werken vanuit de vraag van hun doelgroep. Dat geldt voor de GGz, maar ook voor een wijkteam of de gemeente: al deze professionals moeten beter aan de wijk vragen wat er nodig is. Een installatie zoals onze karren kan een rol spelen bij het contact leggen en het ophalen van deze vragen uit de wijk, op een structurele manier zodat bewoners je weten te vinden en ook duidelijk is wat er gebeurt met de aangedragen ideeën. In de Waterwijk hebben mensen over het algemeen niet de indruk dat ze gehoord worden en dat hun ideeën er voor beleidsmakers toe kunnen doen: die drempel moet je eerst overbruggen.

28


TRY Ontmoetkarren in de wijk

Wat werkte goed? de opvallende vormen en kleuren van de installatie trokken goed de aandacht, en waren herkenbaar. Door de karren ontstond in de openbare ruimte een verblijfsplek, als een mini-festival of -markt, waar mensen nieuwsgierig naar werden. Ook was het mooi om te merken dat steeds andere plek ook een ander soort evenement opleverde: de plek had ook invloed op wat er gebeurde. Het contact maken lukte het beste met kinderen, jongeren of ouderen - kortom mensen die de tijd hadden om met ons een praatje te maken. Zij kunnen op hun beurt weer hun ouders, vrienden of familie meenemen, mits de karren regelmatig genoeg in de wijk zijn. Het effect van de karren als opvallende installatie is dat mensen meer open staan voor interactie: het is een plek om te blijven hangen, waardoor mensen ook met elkaar in gesprek raakten – dat was zonder installatie niet gebeurd. Wat werkte minder goed? niet alles was even makkelijk op te bouwen, en het verslepen bleek teveel werk voor ons team om elke keer te doen – we hebben dus niet elke keer met een complete installatie gestaan, maar het effect van de installatie was er toch elke keer voldoende. Het moeilijkst bleef toch het contact maken en mensen bereid vinden tot een praatje. We denken dat de tijdelijkheid van dit project niet hielp: we hebben best veel ‘events’ gehad met de Ontmoetkarren in de wijk, zoveel als haalbaar in dit project. Maar als we er elke week gedurende een langere periode hadden gestaan hadden we mogelijk meer contact weten te maken met buurtbewoners die aanvankelijk afwachtend reageren, maar na ons een paar keer ergens te herkennen wellicht toch nieuwsgierig waren geworden. Hoe gaat het verder? De Ontmoetkarren blijven bij GGz Centraal en kunnen door cliënten en buurtbewoners worden ingezet. Er is een mailadres en een facebook pagina gemaakt door de cliënten waar mensen uit de buurt contact kunnen leggen om de karren te reserveren. Ook het team van GGz Centraal zelf heeft plannen om de karren nog eens te gebruiken voor hun cliënten.

29


MAKE centrum binnenste buiten

Deelproject 2 centrum mentale gezondheid

Doel: het creëren van een open plek waar je kunt werken aan je mentale gezondheid en veerkracht, niet alleen voor GGz cliënten maar voor iedereen uit de buurt, jong en oud, laagdrempelig en zonder stigma. Deze vraag uit fase 1 kwam voort uit enerzijds de behoefte van cliënten om makkelijker dichtbij huis ergens binnen te kunnen lopen voor aanspraak en steun, en anderzijds het idee dat dit niet altijd een plek met een ‘GGz vlag’ hoeft te zijn, waar je alleen binnen komt met een indicatie, maar dat het juist fijn is om contact te kunnen maken zonder stigma te ervaren. Daarnaast zijn er in een wijk als de Waterwijk waarschijnlijk genoeg mensen zonder ‘indicatie’ die gebaat zouden zijn bij (bijna) gratis activiteiten voor hun mentale gezondheid. Waar mensen die er tijd en geld voor hebben vaak van alles doen op gebied van mindfulness, yoga of andere mentaal gezonde activiteiten, hebben mensen uit armere wijken hier vaak niet de mogelijkheid toe, terwijl ze er net zo goed baat bij kunnen hebben. In fase 1 werd door Elleke van het sociaal wijkteam speciaal aandacht gevraagd voor de kinderen uit de wijk: als zij van jongs af aan leren om mentaal weerbaar zijn, komt dat hun hele gezin en uiteindelijk de hele wijk ten goede. Vormgeving: Ook hier hebben we een mobiele installatie ontworpen, maar dan voor binnen: een interieur installatie die op allerlei tijdelijke locaties gebruikt kan worden, zodat het Centrum ondanks dat er geen vaste plek is toch herkenbaar is. Het is een makkelijk te vervoeren en te plaatsen ‘interieur’ wat in elke tijdelijke ruimte kan functioneren. Met de losse elementen is telkens een andere opstelling te maken: de ruimte kan bijvoorbeeld als een geheel gebruikt worden of kan worden opgedeeld in kleinere, intiemere ‘kamertjes’. De kleuren zijn verwant aan de kleuren van de Ontmoetkarren, om hier een verband mee te leggen. De oranje-gele kleuren zien we als activerend, en kunnen de boventoon voeren bij fysieke activiteiten zoals dansen of yoga; de blauwe kleuren zijn rustgevend en worden ingezet bij meditatie of persoonlijke gesprekken. Onderdelen: Het belangrijkste onderdeel zijn de kamerschermen: hiermee vormen we wanden of ruimtes binnen de ruimte en maken we de plek herkenbaar als Centrum Binnenstebuiten. De schermen zijn heel snel in elkaar te zetten en kunnen steeds anders neergezet worden: in een kleine kring met een kleed in het midden voor besloten gesprek, of als achterwand bij een activiteit met bewegen. Ze hebben allemaal twee kanten: een blauwe rustgevende kant, en een oranje activerende kant – door de schermen te draaien ontstaat een andere sfeer. Daarnaast zijn er enkele vloerkleden en krukjes die we gebruiken voor de gesprekken en meditaties om een intieme kring te creëren in combinatie met de schermen. De vormentaal en kleuren van het Centrum sluiten aan bij de Ontmoetkarren, die ook onderdeel kunnen zijn van Centrum Binnenstebuiten: we zien het Centrum idealiter als een ontmoetingsplek zichtbaar vanaf de straat, met daaraan vast een besloten ruimte voor de activiteiten. De ontmoetkarren zouden ook deels buiten voor de deur kunnen staan, als ‘uithangbord’; voorzien van een naambord met Centrum Binnenstebuiten erop.

30


MAKE Locatie: Als tijdelijk onderkomen voor Centrum Binnenstebuiten konden we de aula huren van basisschool De Helmstok in de Waterwijk. We wilden aanvankelijk een leegstaande winkel proberen te betrekken, tegenover de supermarkt, maar de eigenaar hiervan is een commerciële partij die niet wilde meewerken met een sociaal initiatief als dat van ons. Ook hebben we geprobeerd een ruimte te vinden in het buurthuis De Waterbever, maar die wilden niks voor ons vrij maken – zij hadden al hun eigen programma en daar was geen ruimte in. De aula van de school is een mooie lichte ruimte die we voor een goede prijs konden huren. De ruimte kwam goed overeen met onze ruimtelijke wensen: een grote ruimte die met de schermen te verdelen zou zijn in kleinere ruimtes, én een keuken met een barretje ernaast als ontmoetingsplek met koffie en thee. Het nadeel van deze plek was dat de school een beetje verstopt ligt in de wijk, niet aan een drukke route, en dat de entree nauwelijks te zien is vanaf de straat: we konden dus nauwelijks naar buiten toe laten zien dat we er waren. Een ander nadeel wat nog werd genoemd is dat de school bekend staat in de wijk als erg christelijk, wat mogelijk een belemmering vormt voor mensen om te komen, maar dat weten we niet zeker. We waren echter blij dat we een mooie ruimte gevonden hadden voor onze activiteiten.

31


MAKE centrum binnenste buiten

Centrum Binnenste Buiten Het programma voor Centrum Binnenstebuiten is bijna helemaal bedacht door één van de cliënten die ook bijna alles heeft georganiseerd. Er zijn vier bijeenkomsten in Centrum Binnenstebuiten geweest. Eerst twee workshops meditatie en zingeving voor volwassenen, geleid door een geestelijk verzorger. Deze geestelijk verzorger was zelf als vluchteling naar Nederland gekomen, en kon op een mooie manier gesprekken voeren over zingeving op een manier die open is voor alle levensbeschouwingen. Zij leidde een thema gesprek aan de hand van kaarten over de impact van de pandemie op het leven en andere levensvragen, en gaf meditaties. Er waren helaas niet veel mensen uit de buurt op deze workshops af gekomen, we waren alleen met ons team en enkele cliënten van GGz Centraal uit de Waterwijk. De derde workshop was een workshop schilderen voor kinderen geleid door één van de cliënten van GGz Centraal. Hier was het maximale aantal deelnemers van acht, en de kinderen waren erg enthousiast. Een deel van de kinderen waren geworven door de client die ook de workshop gaf, en een deel waren kinderen van de school waar we zaten. De laatste workshop werd gegeven door een buurtbewoner die ons had benaderd toen we in de wijk stonden met de Ontmoetkarren. Haar workshop was dansen en expressie voor peuters, om kinderen al van jongs af aan te leren zich te uiten - iets wat paste in ons doel bij Binnenstebuiten om mentale weerbaarheid voor alle leeftijden uit de buurt te willen ondersteunen. Ook deze workshop met begeleiding op de gitaar was een succes.

32


MAKE

33


MAKE centrum binnenste buiten

34

Centrum Binnenste Buiten


MAKE

35


TRY centrum binnenste buiten

Centrum Binnenste Buiten Wat leverde dit op? Het was mooi om een beginnetje te zien van hoe het zou zijn als een Centrum Binnenstebuiten daadwerkelijk een plek zou hebben in de Waterwijk: een open plek voor en door de buurt gericht op mentale gezondheid. Ondanks de korte tijd was het al een breed programma met verschillende activiteiten voor verschillende doelgroepen, waarbij we ook de interieur installatie telkens op een andere manier konden inzetten. Net als bij de Ontmoetkarren was het Centrum Binnenstebuiten voor de betrokken GGz cliënten een kans om zelf het initiatief te nemen in hun eigen buurt: met name de cliënt die bijna het hele programma heeft opgezet heeft een ontzettend waardevolle bijdrage geleverd. Maar ook een cliënt die als deelnemer zijn ervaringen op gebied van meditatie kon delen. Ook voor de buurt gaf het Centrum een plek om deel te nemen of zelf iets aan te bieden, zoals de workshop dansen voor peuters. Met name bij de activiteiten voor volwassenen hadden we graag meer deelnemers uit de buurt gehad, dat viel nog erg tegen. We denken dat we met een permanente plek en meer mond-op-mond reclame meer mensen zouden hebben bereikt. Wat werkte goed? Het programma is helemaal voortgekomen uit initiatief van cliënten en buurtbewoners, zoals dat ook gebeurt bij een plek zoals ons voorbeeld in Leidscherijn: voor en door de buurt, iedereen kan meedoen en iedereen kan ook zelf iets aanbieden. Het was ook leuk om te zien dat er een relatie was met de Ontmoetkarren: iemand die we daarmee hadden leren kennen heeft de workshop dansen voor peuters gegeven. Beide workshops voor kinderen zijn erg goed bezocht: de schilder workshop was snel gevuld met kinderen uit de buurt en kinderen van de school waar we de ruimte huurden. De workshop peuter dansen werd georganiseerd door iemand uit de wijk, die zelf deelnemers wist te werven. Het helpt dus erg als er rondom de eerste activiteiten al een netwerkje is van mogelijke deelnemers - die voor een volgende keer weer anderen enthousiast kunnen maken. De installatie was makkelijk en snel op te bouwen en gaf een heel eigen sfeer aan de activiteiten. Dit is belangrijk voor de uitstraling en herkenbaarheid van Binnenstebuiten, en zou voor een permanente locatie ook goed kunnen werken. Wat werkte minder goed? Het bleek erg lastig om uit het ’niets’ deelnemers te vinden voor een workshop zingeving of meditatie voor volwassenen: wij kenden als team niet zoveel mensen uit de wijk, en mensen werven met flyers op straat lukte nauwelijks. Voor dit soort activiteiten is via-via werven waarschijnlijk beter, of je moet een vaste zichtbare locatie in de wijk hebben zodat mensen je weten te vinden en uitgenodigd worden binnen te lopen. De school waar we de aula konden huren lag een beetje uit de route en was in zichzelf geen aantrekkelijke plek. Bovendien stond deze bekend als een erg christelijke school, waardoor mensen uit de buurt misschien dachten dat onze activiteiten rondom zingeving ook erg zwaar op dit geloof zouden leunen, terwijl ze juist voor iedereen bedoeld waren. Onze ‘pop-up’ opzet hielp ons ook hier niet: we konden hiermee geen bekendheid en netwerk opbouwen in de buurt. Bij een permanente en zichtbare locatie is het makkelijker om naamsbekendheid op te bouwen, en door mond-op-mond reclame mensen over hun schroom heen te helpen om deel te nemen. Zoals we ook hebben gemerkt bij de Ontmoetkarren is er -met name bij volwassenen- in deze wijk best weinig vertrouwen en openheid naar nieuwe initiatieven. Het gebiedsteam van GGz Centraal merkt dit ook bij andere voorzieningen, zoals de Buurtkamer – deze wordt gerund met geld van de gemeente, en dan is er het wantrouwen jegens ‘de overheid’: voel ik me hier wel welkom? Is dit wel voor mij? Vertrouwen winnen kost dus veel tijd en inspanning, meer dan we binnen de scope van dit project konden leveren.

36


TRY Hoe gaat het verder? Het was leuk om Binnenstebuiten te testen in pop-up vorm, maar om het echt te laten wortelen en groeien in de wijk denken wij dat een permanente locatie nodig is, liefst op een zichtbare plek. De gemeente heeft interesse getoond in het Centrum voor Mentale Gezondheid in het kader van de Gebiedsvisie Lelystad Oost, een routekaart van de gemeente Lelystad om onder andere de Waterwijk sociaal te versterken. In dit programma zitten ook initiatieven van woningcorporatie Centrada en andere sociale projecten. Dit zou een hele mooie kans kunnen zijn om centrum Binnenstebuiten een vaste ruimte te geven in de Waterwijk om de programmering en bekendheid in de buurt verder te ontwikkelen. Wij hadden met ons team gehoopt dat dit een directe doorstart zou betekenen voor ons centrum Binnenstebuiten, maar de gemeente hanteert een heel ander tijdspad. De gebiedsvisie is voorlopig nog wel even in ontwikkeling, en de concrete uitvoering laat nog op zich wachten. Ook is de vraag of onze groep cliënten/bewoners uit de buurt een rol zullen krijgen om dit initiatief voort te zetten, of dat de gemeente zelf iets dergelijks gaat opzetten, eventueel met het wijkteam, maar in ieder geval zal dit nog wel even op zich laten wachten.

37


TRY resultaat

Opbrengst onderzoek Inbedding in de wijk – contact met de buurt In fase 1 hebben we een analyse gemaakt van de Waterwijk, en hebben we bij GGz cliënten en professionals uit de wijk ideeën opgehaald op gebied van wonen, voorzieningen en openbare ruimte, voor beter herstel voor Ggz cliënten in hun eigen wijk. De deelprojecten Ontmoetkarren en Centrum Binnenstebuiten komen hieruit voort: ideeën die zijn ingebracht door GGz cliënten, waarvan we denken dat ze voor de hele buurt van waarde kunnen zijn. Het is van belang voor de cliënten die we hebben gesproken om laagdrempelige voorzieningen dichtbij te hebben, die onderdeel zijn van de dagelijkse routine. Verder willen zij graag af van het stigma wat vaak gevoeld wordt: er zijn verschillende voorzieningen voor GGz cliënten zoals STIP of de Waterspiegel, waar je alleen binnen komt met een indicatie. Hoe waardevol deze voorzieningen ook zijn, je treft er alleen andere GGz cliënten en ervaringsdeskundigen, terwijl veel GGz cliënten juist behoefte hebben aan contact met allerlei buurtbewoners, op gelijkwaardig niveau. Dat hebben we geprobeerd te bewerkstelligen met onze deelprojecten. De openbare ruimte speelt ook bij pop-up voorzieningen zoals wij die hebben neergezet een grote rol: er is een wisselwerking tussen de plek waar de pop-up voorziening gerealiseerd wordt en de uitwerking ervan. De Ontmoetkarren leverden op verschillende plekken heel verschillende ontmoetingen en interacties op. Het maakt uit of je midden in de drukte gaat staan, waar je ook één van de vele ‘prikkels’ bent, of in de luwte, waar je meer opvalt maar waar ook minder mensen langs komen. We hebben de Ontmoetkarren bewust iets van alledaagsheid willen meegeven: in het voorbijgaan even kijken naar een tweedehands trui of boek werkt als opmaat naar een praatje en kennismaking. Daarvoor moet je in de dagelijkse looproute van mensen zijn, maar ook zorgen dat mensen de tijd hebben om even te blijven hangen. Hoe beschutter en veiliger de openbare ruimte, hoe langer de gesprekken – terwijl een drukke en haastige plek ook zorgt voor haastige mensen die zich afkeren van het teveel aan prikkels en daardoor minder open staan. Centrum Binnenstebuiten was als pop-up gevestigd in de aula van een school, nadat we tevergeefs geprobeerd hadden een goed zichtbaar en herkenbaar winkelpand te veroveren. De ruimte van de school was erg mooi en geschikt, maar helaas lag de school nogal uit de route, en was de ingang ver weg achter een hek en afgekeerd van de straat. In ons ideaalbeeld van Binnenstebuiten zou het centrum duidelijk herkenbaar aanwezig zijn in de wijk, met een herkenbare entree en ontmoetingsruimte, en daar achter een ruimte voor activiteiten. Voor de permanente versie van Binnenstebuiten in de Waterwijk zouden we zo’n opzet zeker aanbevelen. Herkenbaarheid, laagdrempeligheid en continuïteit zouden de buurt de gelegenheid geven zich de ruimte eigen te maken en de community rondom het centrum te laten groeien.

38


TRY Op het Festival Chronisch Gezond in april 2022 zijn we in gesprek gegaan met een ander project binnen het programma Chronisch Gezond: de Eendagszaak in de Van Deysselbuurt van ontwerpcollectief Cascoland. Ook hun project ging over het versterken van de sociale structuur van een wijk. Buurtbewoners met een ondernemerswens konden in de Eendagszaak voor één dag hun bedrijf uitproberen, en bij succes doorstromen naar een eigen winkelpand in de straat. Doordat de Eendagszaak een vaste plek had en er telkens wat te doen was, en buurtbewoners er hun buren en kennissen mee naartoe haalden, werd dit al snel een belangrijke plek in deze buurt. In vergelijking met ons onderzoek vallen een aantal verschillen op: natuurlijk het verschil in doelgroep, en het feit dat dit project grotendeels heeft plaatsgevonden vóór de coronapandemie. Maar ook het verschil tussen pop-up en een vaste locatie is interessant. Wij zijn begonnen met een inhoudelijk programma, voortgekomen uit de wensen van cliënten, waar we geen vaste locatie voor hadden, maar wat we in pop-up vorm gingen neerzetten, in de hoop dat dit kan leiden tot een permanente voorziening. Bij de Van Deysselbuurt begon het met leegstaande panden die ter beschikking werden gesteld door Rochdale, die door Cascoland samen met bewoners werden geprogrammeerd. De kracht van een permanente plek bleek: een vaste plek in de buurt is herkenbaar en geeft buurtbewoners de kans om zich te engageren. Het pop-up karakter van ons project gaf ons weliswaar de kans om te experimenteren met verschillende plekken (met name voor de ontmoetingsplek), maar liet ook zien dat het tijd kost om iets op te bouwen in een buurt. De vluchtigheid die inherent is aan een pop-up voorziening werd nog versterkt door corona waardoor er teveel tijd tussen de verschillende evenementen zat en we minder continuïteit konden bereiken. Verder is het natuurlijk van belang geweest om ons te verdiepen in het bestaande aanbod in de Waterwijk, ook één van de vragen uit fase 1: er is al heel veel, dus wat voegen wij precies toe? Uit fase 1 bleek dat er inderdaad al heel veel is, maar dat dit toch vaak niet beantwoord aan de vraag van onze doelgroep: beter herstel voor GGz cliënten in hun eigen wijk. Zo zijn er voorzieningen voor de buurt waar door onze doelgroep geen gebruik van wordt gemaakt: GGz cliënten voelen zich niet overal even welkom of deelname aan activiteiten is te duur. Laagdrempeligheid is zo’n belangrijk thema dat we van onze ontmoetingsplek letterlijk een open plek in de openbare ruimte wilden maken. Voor Centrum Binnenstebuiten was het vermijden van stigma een belangrijk thema, naast ook hier de laagdrempeligheid om aan activiteiten mee te kunnen doen. Ook hier is al aanbod, maar vaak alleen met indicatie, waardoor er geen contact is met de rest van de samenleving, en onnodig het beeld ontstaat dat alleen mensen met een GGz indicatie aan hun mentale gezondheid zouden moeten werken. Daarnaast werken alle bestaande voorzieningen toch vooral vanuit aanbod: professionals uit het sociale domein die het programma bepalen waar bewoners aan mee kunnen doen. Onze insteek is werken vanuit de vraag, en buurtbewoners zelf de regie geven: voor en door de buurt.

39


TRY resultaat

Opbrengst onderzoek Samenwerking met professionals uit de wijk Voor een duurzame inbedding in de wijk is de samenwerking met andere organisaties die actief zijn in de wijk van groot belang. Met een aantal organisaties is dat inderdaad gelukt: in deze fase is met name veel contact geweest met inloophuis IDO, STIP/CLIP en de gemeente Lelystad. Om alle stakeholders uit de wijk te betrekken hebben we hen al in een vroeg stadium van deze fase uitgenodigd voor een bijeenkomst bij het IDO. Hierbij waren IDO, STIP/CLIP en de gemeente aanwezig. We hebben hen uitgenodigd bij te dragen en mee te doen met al onze activiteiten, en er is gesproken over het voortzetten van de ideeën in de context van de bredere gebiedsaanpak van Lelystad Oost waar de gemeente mee bezig is (IGLO). Het inloophuis IDO en STIP/CLIP zijn beide betrokken geweest bij de ontwerpworkshop voor beide pop-up projecten en de invulling van de Ontmoetkarren. Inloophuis IDO in de Waterwijk is onderdeel van de Stichting Interkerkelijk Diaconaal Overleg, en is er voor mensen ‘in een kwetsbare positie’. Het inloophuis biedt sociaal contact, maaltijden en activiteiten. Ook bieden ze schuldhulpverlening, hulp bij praktische zaken, en in de tuin is een bijna-gratis-winkel waar mensen voor een symbolisch bedrag kleding of speelgoed kunnen kopen. Het team van het inloophuis is betrokken geweest bij de Ontmoetkarren: één van de karren werd een mini-versie van de bijna-gratis-winkel, maar dan zichtbaar op straat terwijl deze normaal verstopt zit in de tuin van het inloophuis. IDO was zelf ook bezig met meer zichtbaarheid, en dacht na over een vitrine aan hun buitengevel met een vergelijkbare functie. Na de lockdown is het contact met IDO helaas minder geworden door tijdgebrek/onderbezetting van hun kant. We hebben hen gevraagd om de activiteiten van Binnenstebuiten onder hun cliënten bekend te maken, dat hebben ze gedaan maar zonder dat er extra aanmeldingen uit kwamen. STIP/CLIP GGz (het Steun- en Informatiepunt van stichting Client Perspectief) is een inloopplek voor GGz cliënten voor ondersteuning en een luisterend oor, en informatie en belangenbehartiging. De STIP locaties worden gerund door ervaringsdeskundigen en vrijwilligers. Ook het team van STIP/CLIP heeft meegedacht tijdens de workshop, en een vrijwilliger van CLIP heeft een dag meegedaan met de bemensing van de Ontmoetkarren in de Waterwijk. Ook met STIP verwaterde helaas door de lockdown het contact enigszins. Daarna hebben we natuurlijk weer opnieuw contact gezocht om deelnemers uit te nodigen voor Binnenstebuiten, maar hier kwamen geen extra aanmeldingen uit. Het Centrum Binnenstebuiten heeft wel een verwantschap met een voorziening als STIP, met als belangrijkste verschil dat Binnenstebuiten zich nadrukkelijk richt op iedereen uit de wijk, en STIP/CLIP er specifiek is voor cliënten van de GGz. Met andere organisaties uit de wijk zoals Kwintes en het Sociaal Wijkteam hebben we geen verder contact gekregen. We merkten dat zij erg worstelden met onderbezetting en de corona-maatregelen, waardoor er weinig ruimte was voor andere dingen. Zowel de woonbegeleiding van Kwintes als de activiteiten van het Sociaal Wijkteam waren door corona ernstig ingeperkt, en voor het Wijkteam gold dat degene met wie we in fase 1 zoveel contact hadden wegviel en er niemand voor in de plaats leek te komen. Wijkcentrum de Waterbever is ook langdurig gesloten geweest, en leek daarna niet open te staan voor iets anders dan de eigen activiteiten.

40


TRY Wat we wel gemerkt hebben is dat de sociale organisaties in de wijk af en toe moeite hadden met de onderlinge rolverdeling. GGz Centraal was de meest herkenbare trekker van dit onderzoek, dus als de vraag kwam ‘waar zijn jullie van’ is het antwoord al gauw ‘GGz Centraal’ – dat bleef in ieder geval beter hangen dan ‘ontwerpers’ of ‘buurtbewoners’. Maar GGz Centraal heeft normaal gesproken een hele andere rol in de zorg-keten, en dit zorgde af en toe echt voor verwarring: bij andere organisaties die ook activiteiten aanbieden in de buurt, maar ook bij de gemeente. Ons onderzoek wil deel uitmaken van een bredere transitie in de GGz, waarbij de GGz veel meer in de wijk werkt, en in die zin inderdaad een andere rol krijgt. Samenwerking met bestaande sociale aanbieders is dan juist van groot belang, maar is ook nog in ontwikkeling. Mogelijk speelt ook mee dat veel sociale organisaties hun werk moeten halen uit aanbestedingen door de gemeente, waardoor ze eerder elkaars concurrenten worden dan samenwerkingspartners. GGz Centraal is mede initiatiefnemer en daarmee vertegenwoordiger van dit project in deze fase, maar moet uiteindelijk een ondersteunende rol vervullen: de werkelijke trekkers zijn cliënten en buurtbewoners. Onze manier van werken, waarbij de cliënt/ buurtbewoner zelf kan aangeven waar behoefte aan is en die behoefte vervolgens ook zelf kan organiseren in de eigen wijk, past eigenlijk niet in het huidige systeem van aanbestede diensten geleverd door professionals, en botst daarmee met de huidige manier van werken. We hebben dit ook gemerkt tijdens een bijeenkomst van IGLO van de gemeente Lelystad: met ons team zijn we uitgenodigd om mee te brainstormen over de toekomst van Lelystad-Oost. Onze inbreng legde sterk de nadruk op initiatief vanuit de buurt zelf, maar we merkten dat andere deelnemers heel erg gericht waren op wat professionele hulpverleners konden aanbieden. Daarmee geef je dus niet de regie aan de doelgroepen die je wilt bereiken zelf, wat volgens ons de basis zou moeten zijn in het hele sociale domein. Het betrekken van de gemeente Lelystad leek ons de beste weg voor duurzame voortzetting van ons project: zij heeft de mogelijkheid om de pop-up versies om te zetten in een permanente voorziening in de wijk. Met name Centrum Binnenstebuiten werd al in fase 1 van dit project door de gemeente genoemd als mogelijk interessant onderdeel van een totaalplan voor de ontwikkeling van Lelystad Oost, waarvoor bij het Rijk naar financiering werd gezocht. Team IGLO (Integrale Gebiedsontwikkeling Lelystad Oost) gaat voor de gemeente een meerjarig beleidsplan maken waar alle gewenste ontwikkelingen op gebied van wonen, zorg en welzijn in zijn opgenomen. Wij zagen hierin een hele mooie kans om aan te haken met ons project, en werden ook met enthousiasme uitgenodigd bij de bovengenoemde eerste brainstorm bijeenkomst van IGLO met een brede vertegenwoordiging van organisaties uit Lelystad. Dat enthousiasme is er vanuit de gemeente nog steeds, maar inmiddels lopen het tijdspad van dit onderzoek en het tijdspad van IGLO en de gemeente best ver uiteen: wij ronden deze fase van ons onderzoek af, maar om onze gedroomde doorstart te maken binnen een programma van IGLO zijn we nog veel te vroeg. We houden uiteraard contact om te zien of we in de toekomst wel een bijdrage kunnen leveren. In de ideale situatie komt er als onderdeel van IGLO een ruimte beschikbaar in de Waterwijk voor Centrum Binnenstebuiten die open staat voor programmering door en voor de buurt.

41


TRY resultaat

Opbrengst onderzoek Samenwerking met cliënten Het (secundaire) doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een werkmethode met de gebruiker centraal: de hypothese is dat GGz cliënten gebaat zijn bij meer vraaggestuurde en laagdrempelige voorzieningen en hier ook zelf initiatief in kunnen nemen. We hanteren hiervoor de methode Users as Designers ontwikkeld door Waag Society, waarbij in alle fasen van het ontwerpproces de gebruiker centraal staat. In deze fase 2 hebben we dan ook de uitwerking, programmering en realisatie van de twee deelprojecten altijd samen met cliënten van GGZ Centraal gedaan, en met de ervaringsdeskundigen en professionals uit ons team van GGz Centraal. Het gaat er dus niet alleen om de gebruiker te betrekken om feedback te geven, maar om deze een actieve rol te geven bij zowel het ontwerpproces als de uitvoering. Concreet betekent dit dat er bij alle bijeenkomsten die we hebben gehad altijd enkele cliënten van GGz Centraal meededen. Bij de events met de Ontmoetkarren was er een groepje van vier cliënten die ieder bij een aantal events aanwezig zijn geweest om de Ontmoetkarren te bemensen. Voor Centrum Binnenstebuiten is er met name één cliënt geweest die zich enorm heeft ingezet om alle bijeenkomsten van Binnenstebuiten te organiseren, en zij heeft ook zelf een workshop schilderen gegeven. Daarnaast waren er enkele cliënten die mee hebben gedaan bij de workshops zingeving voor volwassenen, en die hebben geholpen met de praktische organisatie van de dag. Voor Binnenstebuiten hadden we meer cliënten als deelnemers verwacht, maar deze bijeenkomsten vonden plaats net na de laatste lockdown, en we hebben gehoord dat de angst voor Covid bij veel mensen tot lange tijd na de lockdown nog heeft gezorgd dat ze niet mee wilden doen aan activiteiten met een groep – ook niet met voldoende afstand en veiligheidsmaatregelen. Daarnaast heeft ons project een tijd stil gelegen door de lockdown, waardoor we het groepje van de Ontmoetkarren daarna kwijt waren – het was beter geweest als we meteen door hadden kunnen gaan met een vaste groep. Voor wat betreft de betrokkenheid van de cliënten van GGz Centraal heeft de coronapandemie ons dus toch nog behoorlijk dwars gezeten. Desalniettemin was de betrokkenheid van de kleine groep cliënten wel heel waardevol, voor henzelf en voor ons als team om met hen samen te werken. De rolverdeling was per persoon verschillend: de een kwam alleen een keer meedoen met de Ontmoetkarren, de ander was er elke keer bij en hielp met alles mee, weer een ander had ook zelf ideeën voor Binnenstebuiten en hielp die mee realiseren, en één cliënt is er vanaf het begin bij geweest, en heeft gedurende het project een steeds grotere rol op zich genomen als organisator van Binnenstebuiten. Ook werden via hen weer anderen erbij gehaald, zoals kennissen uit de buurt die kwamen kijken of deelnemers voor de workshop schilderen voor kinderen. De tijdelijkheid van dit initiatief was wel een moeilijke factor: het pop-up karakter van dit project maakt het te vluchtig om echt iets op te kunnen bouwen. Als we zonder lockdowns op regelmatige basis bijeenkomsten hadden kunnen houden had de groep cliënten en buurtbewoners mogelijk meer kunnen groeien en hadden we een grotere betrokkenheid bereikt.

42


TRY Corona invloed Niet voor niets was één van de vragen tijdens de workshop zingeving bij Binnenstebuiten ‘welke impact heeft de corona pandemie gehad op jouw leven?’ Iedereen heeft ermee te maken gehad, en heeft op zijn minst een paar hele andere jaren gehad, maar velen hebben veel meer te lijden gehad dan alleen het gemis van terrasjes en vakanties. Niet verrassend heeft de pandemie ook veel invloed gehad op dit onderzoek: op het verloop ervan, op de cliënten, op de Waterwijk en op ons eigen team. In fase 1 hebben we dit ook al ervaren: ook toen moesten we overgaan op alternatieve werkmethodes zoals wijkwandelingen en online interviews in plaats van ontwerpworkshops met een grote groep. In fase 2 waren we in die zin voorbereid dat we er al middenin zaten, en dus konden anticiperen, maar toch konden we niet alles voorspellen. Ons plan was een corona-proof project: de pandemie leek naar de zomer toe af te nemen, dus we kozen voor de ontmoetingsplek in de buitenlucht in de zomer, en daarna in het najaar de bijeenkomsten met Binnenstebuiten. Maar na de zonnige middagen met de Ontmoetkarren kwamen we toch nog in een nieuwe lockdown, en moesten we de activiteiten van Binnenstebuiten uitstellen naar de lente, waardoor het project maandenlang stil heeft gelegen. Dit heeft impact gehad op onze aanwezigheid in de buurt: als er zoveel tijd tussen zit, is de herkenbaarheid van onze beide projecten veel moeilijker. Daarnaast ging de vaart eruit, en raakten we de groep cliënten die er was bij de Ontmoetkarren deels kwijt. Ook het contact met andere sociale spelers uit de wijk is er heel onregelmatig van geworden: de mensen uit fase 1 waren weg of hadden geen tijd meer in fase 2, en veel van de normale voorzieningen waar we samen mee op hadden willen trekken waren lange tijd gesloten. Daarnaast denken we dat er nog steeds veel mensen zijn die huiverig zijn voor contact met anderen uit angst voor besmetting. Dit geldt zeker voor onze doelgroep GGz cliënten, maar ook voor veel andere buurtbewoners: er is al terughoudendheid om zomaar met een vreemde in gesprek te gaan; de pandemie heeft deze huiverigheid alleen maar verder versterkt. Ondanks de grote behoefte aan contact, die we overal terug hoorden juist tijdens en na de pandemie, hebben we mogelijk toch minder mensen kunnen bereiken. Samenwerking binnen ons eigen team Ook ons eigen team heeft last gehad van de pandemie en het uitstel van onze planning vanwege de laatste lockdown. De meesten van ons moesten dit project inpassen naast andere werkzaamheden, met name bij GGz Centraal: ontwerpers zijn nog gewend aan projecten met wisselende planning, maar medewerkers van GGz Centraal moeten projecten als deze naast hun normale werk doen, en zijn daarin minder flexibel. Eva James van Bureau James heeft vanwege verplichtingen in het onderwijs na de lockdown ook moeten afhaken. De meesten van ons hebben geprobeerd om zo flexibel mogelijk om te gaan met de nieuwe planning, zodat we het project toch op de rit hebben weten te houden. Wat ons ondanks de moeilijke planning als team toch bij elkaar hield was ons enthousiasme over de samenwerking: de combinatie van verschillende achtergronden en expertises was erg inspirerend en gaf steeds weer nieuwe invalshoeken en ideeën. De mensen van het Gebiedsteam van GGz Centraal, ervaringsdeskundigen en cliënten waren goed thuis in de wijk en in de wereld van de GGz, terwijl de ontwerpers hun verhalen en ervaringen konden gebruiken om samen tot nieuwe ideeën te komen. Het nadenken over een mogelijke ‘nieuwe GGz’, waarin de cliënt de regie heeft, in de context van de Waterwijk, was voor iedereen een boeiend vraagstuk, waarbij ook iedereen buiten zijn/ haar ‘comfort zone’ van onze normale werkzaamheden kon treden. De intensieve betrokkenheid die we bij ons project hadden zorgt ervoor dat we graag een vervolg zouden zien van de initiatieven die in dit project zijn ontstaan – hier denken we verder over na en zoeken naar mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen.

43


conclusies

Hebben we ons doel bereikt? Doel van het onderzoek: beter herstel voor GGz cliënten in de Waterwijk in Lelystad, en het versterken van samenredzaamheid. Subdoelen:

1 belangrijkste ideeën uit fase 1 realiseren en testen in pilot-vorm 2 ontwikkelen werkmethode beter herstel vanuit cliënten/bewoners zelf

Om met de subdoelen te beginnen: de twee deelprojecten uit Fase 1 zijn uitgewerkt, gerealiseerd en getest in pop-up vorm. Het pop-up karakter had voor- en nadelen. Enerzijds stelde het ons in staat om te experimenteren, bijvoorbeeld door met de Ontmoetkarren verschillende locaties uit te proberen en de verschillen te analyseren. Voor de Ontmoetkarren is het pop-up karakter misschien wel een must: door steeds te verplaatsen kun je ook steeds andere interactie bewerkstelligen. Anderzijds merkten we met name voor Centrum Binnenstebuiten dat een tijdelijke pop-up vorm en een beperkt aantal events geen ruimte biedt voor het initiatief om een positie in de buurt te veroveren en een community te bouwen. We denken dat het Centrum van waarde is voor de wijk, maar om dat aan te tonen heb je eigenlijk al een permanente plek nodig van waaruit het programma en bekendheid in de wijk ontwikkeld kan worden. Er was echter geen sprake van dat we op deze korte termijn en binnen ons budget een permanente ruimte zouden kunnen vinden, dus we zijn uiteindelijk heel blij met het resultaat van de tijdelijke pop-up plek in de aula van de school: ook daaruit bleek al veel potentie voor een permanent centrum. Het ontwikkelen van de werkmethode voor beter herstel vanuit cliënten/bewoners zelf was al begonnen in Fase 1: alle ontwerpideeën komen voort uit interviews met cliënten en professionals uit de Waterwijk. De methode Users as Designers van Waag bleek goed toepasbaar ook bij een sociaal-ruimtelijk vraagstuk. In Fase 2 hebben we onze werkwijze nog verder uitgebouwd: ontwerp, realisatie, programmering en uitvoering van de pop-up installaties werd gedaan door een team van cliënten, ervaringsdeskundigen en andere GGz medewerkers en ontwerpers. In de ontwerpworkshops werden de plannen voor beide deelprojecten uitgewerkt. De organisatie en bemensing was grotendeels in handen van de cliënten van GGz Centraal; met name één van hen heeft een grote rol gespeeld bij de organisatie en programmering van Binnenstebuiten. Ook hebben we andere organisaties en bewoners uit de wijk kunnen betrekken: IDO en Stip deden mee met de Ontmoetkarren, en buurtbewoner Willemijn meldde zich via de Ontmoetkarren bij ons om haar workshop dansen voor peuters te geven in Centrum Binnenstebuiten. Hoewel we erg blij zijn met de betrokkenheid van al deze mensen hadden we wel meer cliënten en andere bewoners uit de Waterwijk bij ons project willen betrekken: het werven van vrijwilligers en deelnemers voor de activiteiten bleek lastig. Als we als team langer en regelmatiger in de wijk aanwezig hadden kunnen zijn, voor meer bekendheid en zichtbaarheid, hadden we mogelijk meer mensen bereikt. Het project wilde bovenal bijdragen aan beter herstel voor GGz cliënten en het versterken van samenredzaamheid in de Waterwijk. In het klein is dat ons gelukt: voor de mensen die meededen waren er vele boeiende ontmoetingen en gesprekken, en de cliënten die ons mee hielpen leverden een positieve bijdrage aan hun eigen wijk. De cliënten maar eigenlijk al onze teamleden hebben zich ontwikkeld en hebben geleerd van de interactie en samenwerking met anderen met een hele andere kijk en achtergrond. Voor het bereiken van echte samenredzaamheid hadden we meer bewoners uit de buurt nodig, en ook een betere samenwerking met de andere sociale organisaties die actief zijn in de Waterwijk. Binnen de scope van dit project hebben we dus ons doel bereikt: we hebben met de popup events laten zien wat de potentie van onze ideeën is. Maar om structureel iets te verbeteren in de Waterwijk zijn ook structurele oplossingen nodig. Helaas is het ons (nog) niet gelukt om het project te bestendigen en een meer permanent vervolg te geven. Hopelijk ontstaan in de toekomst alsnog mogelijkheden om onze initiatieven een blijvende plek in de Waterwijk te geven.

44


Kennis delen

conclusies

Het resultaat van dit project is gedeeld door middel van een digitale publicatie van fasen 1 en 2, te vinden op https://issuu.com/carovandijk/docs In overleg met het team hebben we gezocht naar de beste mogelijkheden van presenteren van het project. Omdat het pop-up events zijn dachten we aan het maken van een film, maar we hebben hiervan af gezien, omdat filmen de gebeurtenissen teveel verstoort. De events zijn in plaats daarvan vastgelegd door middel van foto’s. We hebben ons onderzoek ook gedeeld op verschillende landelijke symposia. Hier hebben we telkens veel enthousiasme terug gehoord over de gehanteerde werkwijze waarbij de doelgroep zelf de regie heeft. De bedoeling is dat we ons project ook nog mogen laten zien tijdens een vervolgbijeenkomst van IGLO van de gemeente Lelystad, maar het team van IGLO heeft aangegeven dat dit nu nog te vroeg komt in het proces. Lijst van kennisbijeenkomsten waar ons onderzoek is gepresenteerd: 27-3-2021

online bijeenkomst Herstel voor Iedereen Doelgroep: GGz professionals en beleidsmakers

16-4-2021

online symposium Verbindingsfestival door Platform Zorgsaam Wonen Doelgroep: professionals op gebied van wonen en zorg

10-6-2021

online meetup Chronisch Gezond door Agis/Stimuleringsfonds Doelgroep: ontwerpers en zorgprofessionals

23-9-2021

online symposium Portaal over zorgzame woonomgevingen Doelgroep: medewerkers woningcorporatie Portaal

11-10-2021

deelname aan bijeenkomst Integrale Gebiedsaanpak Lelystad Oost door Gemeente Lelystad Doelgroep: professionals op gebied van wonen en zorg in Lelystad

27-1-2022

online seminar Van Nimby naar Wimby door Platform Zorgsaam Wonen Doelgroep: professionals op gebied van wonen en zorg

21-4-2022

Festival Chronisch Gezond door Agis/Stimuleringsfonds Doelgroep: ontwerpers en zorgprofessionals

45


vervolg

Waterwijk – vervolg Voor wat betreft dit project (On)Gewoon Goed Wonen binnen het programma Chronisch Gezond is dit verslag de afronding: hier stopt het dus voorlopig, maar dat wil niet zeggen dat we niet meer dromen van een vervolg. Met dit onderzoek hebben we de potentie aangetoond van laagdrempelige ontmoetingsplekken geprogrammeerd en gerund door GGz cliënten uit de wijk. We hebben echter ook de beperkingen gezien van tijdelijke interventies zoals onze pop-up installaties: er is tijd, regelmaat en zichtbaarheid nodig om bekendheid en vertrouwen op te bouwen in de wijk, en een solide community te bouwen rondom onze initiatieven. Hiervoor blijven we ons onderzoek delen met relevante stakeholders, en houden we contact met o.a. de gemeente om te zien of er te zijner tijd meer mogelijkheden zijn. In de tussentijd zijn de Ontmoetkarren en de installatie van Binnenstebuiten beschikbaar voor de Waterwijkers en GGz Centraal en hun cliënten om intern in te zetten, of om weer de wijk in te gaan. Ons ideaalbeeld voor een vervolg op dit onderzoek zou zijn: een permanente locatie in de Waterwijk, waar we een Centrum Binnenstebuiten kunnen vestigen, bestaande uit een ontmoetingsruimte en een (of meerdere) activiteitenruimte(s). De Ontmoetkarren kunnen van hieruit de wijk in trekken, en/of zijn onderdeel van het interieur van Binnenstebuiten. Deze locatie wordt gerund door GGz cliënten, die volwaardige functies vervullen en daarbij waar nodig gesteund worden door de sociale professionals uit de wijk. Alle bewoners uit de Waterwijk kunnen meedoen aan de activiteiten, maar kunnen ook zelf een activiteit organiseren voor hun mede-Waterwijkers. Het aanbod is gebaseerd op de wensen uit de buurt en het bestaande aanbod bij o.a. IDO en de Waterbever, waar regelmatig mee wordt uitgewisseld en samengewerkt. De locatie zit op een centrale plek in de wijk en is goed zichtbaar en herkenbaar, met een eigen stijl en vormgeving. Van buiten kun je al zien wat er te doen is en wordt je uitgenodigd om naar binnen te gaan. De ontmoetingsplek is een frisse ruimte waar iedereen zich welkom voelt; er is koffie en thee en je kunt er elke dag terecht. De activiteitenruimte ligt afgeschermd van de straat en de reuring, en is geschikt voor diverse activiteiten: van yoga en dansen tot creatieve workshops of intieme gesprekken en meditatie. De organisatie is zo opgezet dat bewoners duurzaam de regie houden en professionals vooral ondersteunend zijn. Het is een onafhankelijke plek, niet onder de vlag van een overheid of organisatie: deze plek is van de buurt.

46


47


48


Colofon

colofon

Juli 2022 Het ontwerpend onderzoek (On)Gewoon Goed Wonen is een initiatief van Oostwest en GGz Centraal, in opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en Agis Innovatiefonds, en werd uitgevoerd door Oostwest, GGz Centraal en Bureau James. Ons team: Tim, Patricia, Lieme, Lauren, Hanna, Eva, Caro, Frederieke Met dank aan: Daan, Daan, Andrea, José, Brigitte, Frank, Sabien, Hinke, Fazilla, Willemijn, Edwin, Arjen, Saskia en Lizzy GGz Centraal Gebiedsteam Lelystad Oost Contactpersoon: Tim Korff Gordiaandreef 91 8233 AC Lelystad Oostwest Contactpersoon: Caro van Dijk KNSM-laan 85 1019 LB Amsterdam

© Copyright Oostwest 2022 Alle rechten voorbehouden. Gehele of gedeeltelijke overname van tekst of beeldmateriaal, verveelvoudiging op welke andere wijze dan ook en/of commercieel gebruik van deze informatie is niet toegestaan, tenzij hiervoor uitdrukkelijk schriftelijke toestemming is verleend door Oostwest.

49


school

centrum voor mentale gezondheid in leegstaande winkel inloop huis IDO

begeleid wonen geintegreerd in de wijk

pluktuin / groene ontmoetingsplek

school

wijkteam en buurtcentrum de Waterbever

school

koffie- en ontmoetingspunt voor de wijk

gezondheids centrum

speeltuin schateiland

sporthal

bushalte

bushalte

super markt

tussenvorm wonen: zelfstandig maar niet alleen

activiteiten zichtbaar in openbare ruimte

kansen voor ondernemers broeinest #2?

diversiteit in woningaanbod


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.