Respons: Bas Hengstmengel
Recht, democratie en verzorgingsstaat In zijn bijdrage schetst prof. Rummens twee perspectieven op het recht in de moderne samenleving. Allereerst laat hij zien hoe Habermas de rechtvaardigheid van het recht verbindt met democratie, vervolgens hoe Foucault neoliberalisme verbindt met juridisering. Op beide perspectieven wil ik kritisch reageren. Waar prof. Rummens zich verzet tegen (doorgeschoten) objectivering, proceduralisering en juridisering volg ik hem van harte. De denkers die hij daarbij als critici aandraagt, hebben echter tenminste indirect mede bijgedragen aan de ontwikkeling van een politiek-ideologische cultuur waarin inspraak en medezeggenschap hand in hand gaan met proceduralisering en juridisering. Ik licht deze – toegegeven – boude stelling als volgt toe.
Neoliberalisme Prof. Rummens wijt, in aansluiting bij Foucault, de juridisering van de maatschappij aan het neoliberalisme. Een probleem met de term ‘neoliberalisme’ is dat het een enigszins diffuus begrip is geworden met een negatieve lading. Aanvankelijk (jaren 30 tot 60 van de vorige eeuw) werd er een specifieke economisch-politieke theorie mee aangeduid. Sinds het einde van de jaren 70 – niet toevallig de tijd waarin Foucault zijn lessen aan het Collège de France gaf – is het een negatieve aanduiding voor alles wat rechts-liberaal is, overigens zonder afgebakende inhoud. In het verband van deze bijdrage vat ik het op als een economische logica waarin efficiency, markt, concurrentie en privatisering leidend zijn en die tegenwoordig overigens in zowel sociaaldemocratische als liberale kring gemeengoed is. De aantrekkingskracht van deze logica is te begrijpen als een doorgeschoten tegenreactie op de eveneens doorgeschoten verzorgingsstaat.
20
Recht, democratie en verzorgingsstaat