ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE #1 FEBRUARI 2017 JAARGANG 40
‘HET TALENT VAN MIJN LEERLINGEN MAAKT MIJ SOMS NEDERIG’
Terugblikken op een jaar keihard harmoniseren
Collega’s uitdagen als instructional leader
Junior Med School voor uitblinkers
HAVENSCHOOL OPENT DE OGEN | OUDERBETROKKENHEID 3.0#ROM1 1
VAN DE REDACTIE
Inhalen mag Rotterdam groeit, en niet zo zuinig ook. Ik las het in een nota bene Amsterdamse krant die erbij vermeldde dat Rotterdam van de vier grote steden in Nederland de enige is ‘waar de bevolking mede groeit dankzij een stijgend aantal binnenlandse verhuizingen’. Dit in tegenstelling tot de andere drie, die louter groeien door aanwas van bewoners met een migratieachtergrond. Maar Rotterdam bouwt en verbouwt en trekt daarmee inwoners uit omliggende plaatsen en zelfs uit Amsterdam en Den Haag. Volgens genoemde krant is Rotterdam daarmee ‘onmiskenbaar bezig aan een inhaalslag.’ Dat woord inhaalslag moet wethouder Hugo de Jonge als muziek in de oren klinken, want dat is precies wat hij met zijn onderwijsbeleid van Leren loont! wil: achterstanden op onderwijsgebied bijspijkeren, zodat we minstens in de pas gaan lopen met landelijke normen en als het kan daarboven uitstijgen. Pas geleden (december 2016) is het voortgangsverslag van Leren loont! verschenen en de grote vraag is natuurlijk hoe de inhaalslag verloopt. Dat is niet goed samen te vatten in de overige honderd woorden van dit stukje, maar laten we even duiken in het hoofdstuk ‘Kwaliteit door schoolontwikkeling’. Worden Rotterdamse scholen beter?, is daar de vraag. In het voortgezet onderwijs gaat het zeker beter: de projecten Rotterdam Effect en Taaleffect werpen hun vruchten af. Lees over Taaleffect op blz. 28. Positief in het primair onderwijs is onder andere dat de cito-eindtoetsscores steeds dichter bij het landelijk gemiddelde komen, maar er is ook een domper: het aantal zwakke po-scholen wordt vooralsnog niet minder. Dat neemt niet weg dat Rotterdamse scholen zichzelf er ook heel goed bewust van zijn dat er inhaalslagen gemaakt kunnen worden en dat ze dat ook nog op een echt Rotterdamse manier kunnen doen: po-scholen die een HAVENschool starten, een STC dat met het oog op de veranderende toekomst het onderwijs innoveert, een schakelklas die dingen voor elkaar krijgen die volgens de regels niet kunnen, maar ook: iemand van buiten Rotterdam de klas in halen om van hem te leren. Lees erover in dit ROM.
12 SPECIAAL VOOR SLIMMERIKEN JUNIOR MED SCHOOL BEREIDT VOOR OP STUDIE GENEESKUNDE
14 LEREN VAN EEN COLLEGA VOOR IEDEREEN EEN UITDAGING
PAUL DE MAAT, HOOFDREDACTEUR
16 DE KLAS VAN DAVID VAN LEER IS OP ZUID OP ZIJN PLEK
2 #ROM1
Inhoud 04
OUTSIDE THE BOX 21E EEUWSE VAARDIGHEDEN OP HET STC
06
QUOTES GEHOORD TIJDENS MEETUP010
08
DE GROTE STAPPEN VAN 2016 EEN JAAR WERKEN AAN DE HARMONISATIE IN DE VVE
10
ESTAFETTE ALLE 16-PLUSSERS OP HET JUISTE NIVEAU
18
COLUMN ANNE-MARIE LEVE DE SAAIHEID
19
20 KLOOIKOFFERS EN CHAMPAGNE OUDERBETROKKENHEID OP DE HELDINGSCHOOL
INFOGRAPHIC DE STAAT VAN… DE HARMONISATIE IN DE VVE
22
KENNISMAKEN MET DE HAVEN DE HAVENSCHOOL OP DE TOERMALIJN
24
3 X ICT OP SCHOOL TECHNISCHE MOGELIJKHEDEN VOOR IN DE KLAS
25
BOEKBESPREKINGEN ONS MOOIE VOEDSELBOEK & ZOVEEL MEER DAN DYSLEXIE
26
MIJN VAK
28
TAALEFFECT HET BLIJVEND BELANG VAN WOORDENSCHAT EN BEGRIJPEND LEZEN
31
AGENDA INHOUD #ROM2
32
DUBBELPORTRET DROMEN VAN FRÖBELEN MET GEBAK
Het ROM is er ook als website. Met nieuws, artikelen, alle magazines van de laatste jaren en meer. Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alles wat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer je op onze nieuwsbrief.
Volg het ROM:
22 KENNISMAKEN MET DE HAVEN DE HAVENSCHOOL OP DE TOERMALIJN
N twitter @ romnieuws M facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine
COLOFON ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE ONAFHANKELIJK VOORLICHTINGS- EN OPINIEBLAD VOOR ONDERWIJS, EDUCATIE EN OPLEIDING IN ROTTERDAM. GRATIS VOOR PERSONEEL VAN HET ROTTERDAMSE ONDERWIJS | 40E JAARGANG NR. 1 FEBRUARI 2017 | ISSN 1386, VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR, OPLAGE 7000 | UITGAVE CED-GROEP | Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie) | Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek | Bladmanagement Paul de Maat, Keeke Dielemans, Anne-Marie Smit, Tamara Wally | Redactieadres Postbus 8639, 3009 AP Rotterdam, 010 407 14 69, rom@cedgroep.nl | Grafisch ontwerp en vormgeving Trichis Communicatie & Ontwerp (Louise de Kruijf, Guusje Houwen) | Foto cover Jan van der Meijde | © CED-Groep
AFREKENEN MET BEPERKINGEN VAN ROOSTERS EN LOKALEN 4 #ROM1
Eerstejaars komen met ingenieuze ideeën die ze laten uitvoeren door Ozobots.
Computers en robots verdringen oude banen, nieuwe banen vragen heel andere vaardigheden. Voor scholen de taak om leerlingen deze 21e eeuwse vaardigheden aan te leren. Het Scheepvaart en Transport College (STC) startte dit schooljaar met integreren van deze vaardigheden in het curriculum, door leerlingen probleemgestuurde opdrachten te laten uitvoeren.
TEKST INEKE WESTBROEK FOTO PETJA BUITENDIJK
‘Verbazingwekkend, ze zijn nu op sommige fronten al slimmer dan wij.’ Voor Diego Almazan en Thom Schouten, docenten 21ste eeuwse vaardigheden aan het STC, is het steeds opnieuw een openbaring met welke ingenieuze ideeën hun eerstejaars leerlingen komen over toeristische routes aangedreven door Ozobots, en statiegeldmachines om de school groener te maken. ‘Ze leren zonder dat ze het door hebben’, constateert Diego, terwijl hij meekijkt met een trotse leerling die op een tablet zijn toeristeninformatiefilmpje over de omgeving van de Waalhaven vertoont: ‘Veel leuker dan traditioneel lesgeven, deze manier.’ Een groepje leerlingen buigt zich geconcentreerd over een kaart waarover zij Ozobots laten rijden. Een ander groepje ontfermt zich over een voertuig dat in 3D wordt geprint. ‘Je leert met dingen werken die je anders niet hebt, lessen gaan daardoor sneller’, zegt Dylan, die zich samen met klasgenoten Ivo en Michel in de kaart en de Ozobots verdiept. Het plezier en de creativiteit die de leerlingen uitstralen, heeft volgens Peter de Weerd, onderwijsmanager bij het vmbo-college van het STC, alles te maken met de vrijheid die zij in de lessen krijgen: ’Daardoor gaan ze outside the box denken.’
GROEN Omdat traditionele havenberoepen zoals roeier en sjouwer in rap tempo plaatsmaken voor digitale beroepen, wil het STC leerlingen voorbereiden op de vaardigheden die deze beroepen vragen, zoals kritisch denken, ICTbasisvaardigheden, sociale vaardigheden en probleemoplossend vermogen. Uitgangs-
punten: verbinden van lesinhoud en vakken uit de onderbouw, concreet invoeren van buitenschools leren, contacten met omliggende scholen en bedrijfsleven. Dit schooljaar kregen vmbo-leerlingen van het STC les in digitale vormgeving van leerlingen van het Grafisch Lyceum. De opgedane vaardigheden brachten zij vervolgens over op eerstejaars
‘We bedenken nu met de klas, dingen waar ik in mijn eentje nooit op zou komen’ vmbo’ers van het STC. Leerlingen uit groep 8 krijgen les in technische vakken van leerlingen van het STC. Een samengesteld team van docenten geeft 6 uur per week les aan onderbouwleerlingen in leervaardigheden die voorbereiden op een 21e eeuwse werkomgeving. Via het SLO-model (onderzoekend en ontwerpend leren) werken leerlingen in periodes van acht tot negen weken tijdens één wekelijkse projectdag met de docent als coach aan probleemgestuurde opdrachten. Ze doen dat aan de hand van thema’s als ‘de school’, ‘de stad’, ‘de cloud’, met uitdagingen zoals groener maken.
MASTERCIRCLES De lessen sluiten aan op de behoeften van leerlingen, die, zoals een leerlingenenquête uitwees, creativiteit in de vakken misten. ‘Zelf initiatief nemen brengt hen op ideeën’, weet Peter, ‘docenten moeten niet alleen maar zenden, maar leerlingen dingen laten uitzoeken.’ Dat betekent lesgeven in een vak dat op lerarenopleidingen nog niet op het rooster staat. Hoe doe je dat met twaalf docenten van uiteenlopende vakrichtingen? Het team trekt veel profijt van Mastercircles, ondersteunende sessies die de gemeente Rotterdam aanbiedt om docentengroepen vaardig te maken met de nieuwe manier van lesgeven. Mastercircles is gebaseerd op ‘omgekeerd leren’. In vijf sessies nemen collega’s en ‘masters’ (deskundigen van buiten de organisatie) elkaar mee in een gezamenlijk ontwikkelproces. Het docententeam 21e eeuwse vaardigheden werd bijgestaan door masters zoals Pedro Peters (scheidend RET-directeur). Nuttig, die feedback van buitenaf, vindt Peter: ‘Het advies om niet te veel tegelijk te willen, omdat we dan het overzicht verliezen, nemen wij ter harte. Kritische noten van buitenstaanders stimuleren ons ook om niet vanuit beperkingen van roosters en lokalen te denken, maar naar buiten te treden, letterlijk en figuurlijk.’ ‘We bedenken nu met de klas dingen waar ik in mijn eentje nooit op zou komen, zoals een rondje haven doen en foto’s maken’, ondervindt Diego. ‘Vroeger deed ik mijn eigen ding in mijn eigen lokaal, nu kijken we als collega’s bij elkaar in de les.’ Peter: ‘Zo ontdekken we elkaars’ krachten en zwaktes, waardoor we elkaar kunnen ondersteunen, en worden we een hecht team, met vertrouwen in elkaar. Mooi om te zien dat mensen uit hun schulp durven kruipen.’
Meer informatie www.mastercircle.nl
#ROM1 5
Quotes gehoord op Meetup010 #10 Over de kracht van kunst en creativiteit
‘ Maak schoolmuren rekbaar. Leren kan overal!’ (The New School Collective) ‘ DE GROOTSTE UITDAGING IS OM JEZELF TE BLIJVEN VERNIEUWEN.’(LEERLING GRAFISCH LYCEUM)
‘ Tijd besteed aan denken is nooit verspild.’ (leraar) ‘ We zijn allemaal verschillend. En daarin zijn we dus allemaal gelijk. Maar belangrijker is: hoe maak JIJ het verschil?’ (The New School Collective)
‘ TAAL HOEFT GEEN BARRIÈRE TE ZIJN: COMMUNICEREN KUN JE MET GEBAREN, HANDEN EN VOETEN.’ (MUSIC BOX 4 ALL)
‘ Onderwijs vindt plaats in jezelf.’ (leraar) ‘Neem dingen van ons mee! Jat van ons en maak er gebruik van.’ (The New School Collective)
Het leek me leuk om leerlingen eens te laten vloggen als opdracht. Maar ze vonden het lastig en maakten liever gewoon een verslag.’ (leraar)
6 #ROM1
Meetup010 is een platform voor het delen van kennis en ervaring op het gebied van onderwijs en leren. Het is een initiatief van betrokken Rotterdamse onderwijsmensen. Zij organiseren regelmatig evenementen met wisselende thema’s. De volgende Meetup010 vindt plaats op 12 april.
Meer weten? Kijk op: www.meetup010.wordpress.nl
MAAND VAN HET CULTUURONDERWIJS primair onderwijs voortgezet onderwijs
Geef uw leerling de ruimte om te ontdekken SKVR.NL/leerlijnen
MBO
Hoe geeft u cultuureducatie een structurele plek binnen uw school? Wij vertellen u graag meer over de SKVR leerlijnen en Ateliers. Kijk op de website of bel
FOTOGRAFIE: GABY JONGENELEN
skvr.nl/onderwijs
010 - 27 18 320
‘Bouwen aan de toekomst’ is het motto van Rotterdam Onderwijsstad 2017. Dat past uitstekend bij de komende maand van het cultuuronderwijs in maart. Cultuuronderwijs geeft immers ruimte aan het ontwikkelen van creativiteit, identiteit en burgerschap. Rotterdam Onderwijsstad organiseert samen met het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (KCR) het programma. Een hoogtepunt is op 28 maart de landelijke conferentie voor onderwijs en cultuur ‘Afkijken Mag!’ met als spraakmakende keynote speaker onderwijspedagoog Gert Biesta.
DE NACHT VAN HET ONDERWIJS
Doe mee, en meld je aan!
Ook niet te missen is de afsluiting: de Nacht van het Onderwijs op 31 maart waarbij ervaren, beleven, vermaak, verbazen en doen centraal staan. Allerlei activiteiten op scholen en andere plekken in de stad vinden gedurende de gehele nacht plaats. Instellingen en organisaties met ideeën kunnen zich aanmelden voor de Maand van het Cultuuronderwijs via de websites: www.kc-r.nl en www.Onderwijs010.nl.
MAART 2017
HOE VORMT CULTUURONDERWIJS ROTTERDAM?
MEEDOEN? GA NAAR KC-R.NL/MVCO #ROM1 7
OMVORMING TOT BASISVOORZIENING
Niet de eerste, wel de beste Een jaar geleden las je in het ROM over de wens van het Rotterdamse gemeentebestuur, de Rotterdamse schoolbesturen en de Rotterdamse organisaties voor kinderopvang en/of peuterspeelzaalwerk om de verschillende voorzieningen in de voorschoolse periode om te vormen tot één voorschoolse voorziening voor álle kinderen (harmonisatie). Hoewel de plannen begin 2016 inhoudelijk op brede steun konden rekenen waren er zorgen over achterblijvende wet- en regelgeving en het tempo van invoering. In dit artikel kijken betrokkenen terug op een jaar waarin ‘keihard’ gewerkt is.
TEKST RONALD BUITELAAR
DANIËLLE WILLE TEAMMANAGER JONGE KIND, GEMEENTE ROTTERDAM ‘Het afgelopen jaar hebben het werkveld en de gemeente gezamenlijk vorm gegeven aan de financiële gelijkschakeling binnen de sector. Een enorme klus die nog niet volledig afgerond is, maar waar in 2016 grote stappen in zijn gezet. Daarnaast zijn er nieuwe afspraken gemaakt over hbo’ers op de groep. De sector heeft ons doen inzien dat de beschikbaarheid van hbo’ers niet heel groot is en dat er aanvullende maatregelen nodig zijn. Al met al is er enorm veel werk verzet. Zo heeft de sector tussen 2600 en 2800 oudercontracten herzien. Dat we als gemeente daarover maar heel weinig vragen van ouders gekregen hebben is een groot compliment voor de wijze waarop de sector dat opgepakt heeft. Het komend jaar gaan we met elkaar aan de slag om de kwaliteit beter meetbaar en merkbaar te maken en ouderbetrokkenheid verder vorm te geven.’
VIGDIS VAN DER GIESSEN DIRECTEUR PEUTER & CO ‘De harmonisatie betekent voor de kinderopvangsector dat er heel veel tijd geïnvesteerd is in gesprekken met ouders en wijzigen van contracten. Gelukkig constateren we dat we dit traject samen met de gemeente goed
8 #ROM1
doorlopen hebben. Ook het overleg met de gemeente over de eis om een hbo’er in elke groep te hebben is goed verlopen. We hebben als sector de gemeente ervan weten overtuigen dat hbo-inzet op de groepen op verschillende manieren kan: als medewerker op de groep of als coach. En onlosmakelijk daarmee verbonden: permanente educatie van alle medewerkers als basis voor de gewenste kwaliteit. Dát sector en gemeente het afgelopen jaar zo goed met elkaar optrokken, heeft zeker te maken met de breed gedeelde bereidheid binnen de sector om optimaal aan kwaliteit te werken. We zijn er nog niet, maar ik heb er alle vertrouwen in dat we met elkaar ook de laatste hobbels gaan overwinnen.’
HANNEKE VAN DER WOLF HBO-COACH SWK KINDEROPVANG ‘Er is in Rotterdam het afgelopen jaar ontzettend veel gebeurd rond de voor- en vroegschoolse educatie en er is een enorme slag gemaakt in de kwaliteitsverbetering ervan. Dat is positief. Wel is het werken in de sector ingewikkeld omdat regelgeving nog voortdurend wordt aangepast en aangescherpt. Gemeente en sector hebben het afgelopen jaar grote stappen gezet, maar het ideaalbeeld is toch een basisvoorziening waar elk kind zoveel mogelijk dagdelen naartoe kan. Zo zou het helpen als álle kinderen met twee jaar naar de voorschoolse voorziening gaan en helpt eenvoudiger regelgeving meer ouders over de drempel. Nu haken ouders af omdat het te ingewikkeld voor ze is of omdat ze de taal onvoldoende beheersen of problemen verwachten met bijvoorbeeld hun verblijfsvergunning. Pedagogisch medewerkers kunnen dan aan een relatie met kind en ouder werken, weten zelf waar ze aan toe zijn en kunnen hun ontwikkeling daarop afstemmen.
Rotterdam wil misschien de eerste zijn die een basisvoorziening op poten zet, maar ik wil liever de beste zijn.’
PIET MONSTER LID COLLEGE VAN BESTUUR STICHTING PCBO ‘Als schoolbestuurder heb ik weinig gemerkt van de harmonisatie. Als bestuurder van dertien opvanglocaties met zo’n 625 plekken des te meer. Vooral het administratieve proces heeft ons heel wat kopzorgen bezorgd. Gelukkig heeft de gemeente voor een zachte landing gezorgd en hebben wij de pedagogisch medewerkers uit de wind weten te houden. Toch liggen er nog wel de nodige uitdagingen. Zo zien we dat er ouders afhaken. Dat was voorspeld, maar het is nu nog niet duidelijk in hoeverre die dip tijdelijk of structureel is. Ook worstelen we nog met de organisatorische kanten. Waar pedagogisch medewerkers voorheen voor homogene groepen stonden met een vast aantal uren worden groepen nu heterogeen van samenstelling. Het is prettig dat de gemeente steeds een open oor heeft gehad voor bezwaren uit het veld en bereid is mee te blijven denken en praten over vraagstukken waar we een oplossing voor zoeken. Een van die vraagstukken waar we het komend jaar over eens moeten worden is de definitie van peuters die meer ontwikkelingskansen nodig hebben, de zogenaamde doelgroeppeuters.’
Feiten en cijfers over de Vve in Rotterdam vind je in de infographic op pagina 19.
‘ER IS IN ROTTERDAM HET AFGELOPEN JAAR ONTZETTEND VEEL GEBEURD ROND DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE EN ER IS EEN ENORME SLAG GEMAAK’
Rotterdam introduceerde dit jaar één voorschoolse basisvoorziening voor alle peuters
Peuters van 2 tot 4 jaar hebben recht op zes uur opvang Peuters van 2,5 tot 4 jaar die meer ontwikkelingskansen nodig hebben KRIJGEN 6 UUR EXTRA op dezelfde locatie
Werkende ouders kunnen naar behoefte extra uren afnemen op dezelfde locatie
Ouderbijdrage is inkomensafhankelijk
De kwaliteit in alle groepen is identiek
#ROM1 9
ESTAFETTE
‘WIJ ZIJN ALS SCHOLEN FLEXIBEL. NU DE REGELS NOG’
GEZAKT VOOR TAALTOETS MBO. WAT NU? Welke vraag zou jij willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Eveline Kunst, interim hoofd van de ISK-afdeling van het Rotterdams Vakcollege de Hef, haar vraag aan Rian van Gestel, onderwijsleider anderstaligen bij Albeda College: ‘Het is soms lastig om ISK-leerlingen geplaatst te krijgen op het mbo. Hoe zorgen we dat alle 16-plussers daar op het juiste niveau terechtkomen?’ TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO’S JAN VAN DER MEIJDE
Jongeren van tenminste zestien jaar zonder diploma kunnen naar niveau 1 op het mbo. Maar soms is die stap te groot. Dat geldt zeker voor sommige leerlingen van de internationale schakelklas (ISK). Eveline Kunst schat dat het bij haar om zo’n 15% gaat. In sommige gevallen zijn de 16-plussers ‘te groot’ voor het vo, zeker wanneer ze met twaalfjarigen in de klas zitten. Mede daaromis het mbo voor hen een beter alternatief. Bij het Albeda College maken ze een taaltoets. ‘De jongeren moeten al een zeker niveau hebben, anders kunnen ze na afloop van het jaar niet naar niveau 2’, zegt Rian van Gestel. Veel jongeren hebben moeite met die toets. Dat kan een kwestie van intelligentie zijn, maar ook van taal of van andere problemen. Soms zijn leerlingen niet in staat om te leren, zegt Eveline. Dat kan door de pubertijd komen, maar ook door hun voorgeschiedenis of thuissituatie. Deze leerlingen komen uit allerlei landen en hebben soms traumatiserende dingen meegemaakt.
TOCH EEN KANS
Eveline Kunst
Albeda geeft deze leerlingen ook als ze zakken voor de taaltoets vaak toch een kans. Maar vervolgens gaat het niet altijd goed. Rian: ‘Ik ben er momenteel een paar aan het schorsen. Ze blowen, ook hier op het plein. En we hebben een paar vechtpartijtjes gehad in de klas. Ze moeten leren dat dat echt niet kan.’
‘Sommige leerlingen vereisen veel maatwerk, maar onze bekostiging houdt daar geen rekening mee’ 10 #ROM1
Vaak vallen deze leerlingen uit. Via het Jongerenloket komen ze dan later terug. ‘We geven ze graag een tweede kans, maar die moeten ze wel verdienen’, zegt Rian. ‘Wij vragen dan: wat is er veranderd, zodat het jou nu wel gaat lukken?’ Blijkt de leerling inmiddels beter gemotiveerd, of zijn de problemen die speelden opgelost, dan mag hij opnieuw proberen om niveau 1 te halen. Helaas zijn de regels minder soepel. Mbo-scholen krijgen maar één jaar financiering voor niveau 1. Blijft een leerling een jaar langer, dan krijgt de school voor dat tweede jaar maar 50% van de kosten vergoed. ‘Wij passen zelf de rest bij, omdat we vinden dat we een maatschappelijke opdracht hebben’, zegt Rian.
STARRE REGELS Ook de ISK loopt op tegen starre regels. ‘Wij hebben leerlingen die veel maatwerk vereisen, maar onze bekostiging houdt daar geen rekening mee,’ vertelt Eveline. Een ander voorbeeld: leerlingen met de Nederlandse nationaliteit, zoals Antilliaanse leerlingen of anderstaligen met één Nederlandse ouder, kunnen eigenlijk niet naar de ISK. Maar ze spreken soms slecht of geen Nederlands en hebben wel degelijk NT2-onderwijs nodig. De Hef laat hen daarom toe tot de ISK. Niet meer leerplichtige jongeren uit deze groep komen uiteindelijk vaak als ‘zelfmelders’ bij het mbo binnen. Rian: ‘Soms zonder woonadres, zorgverzekering en studiefinanciering. Onze schoolmaatschappelijk werkers hebben er de handen vol aan om hen ook daarmee te helpen.’ Gelukkig hebben Rian en Eveline in elk geval de doorstroming van ISK naar Albeda kunnen verbeteren. Voor sommige leerlingen is niet meteen een oplossing voorhanden. In zo’n geval gaan zij om de tafel om toch een uitweg te zoeken Eveline: ‘Daarbij kijk ik of ze het startniveau hebben voor niveau 1.’ Rian: ‘En ik probeer bij leerlingen die niet slagen voor onze taaltoets, duidelijk te krijgen of ze onze lessen kunnen volgen. Want zij moeten aan dezelfde uitstroomeisen voldoen als andere leerlingen op het Startcollege.’
Rian van Gestel
‘We geven leerlingen graag een tweede kans. Maar die moeten ze wel verdienen’
NIEUWE KLAS Hun overleg heeft ertoe geleid dat op 1 februari 2017 bij Albeda een niveau 1-klas is gestart voor 18-plussers die de taaltoets niet hebben gehaald. Zij mogen anderhalf jaar doen over niveau 1. Ze krijgen een programma met negen uur Nederlands en daarnaast rekenen, burgerschap, coaching en loopbaanuren. ‘We gaan ook met ze koken, budgetteren en werken aan hun zelfredzaamheid’, zegt Rian. Een goede overdracht vanuit de toeleverende scholen zou Albeda enorm helpen. Rian: ‘Wij krijgen lang niet alle problemen door. Het kost ons kostbare tijd om te ontdekken dat iemand problemen heeft met het reguleren van z’n agressie, of uit een moeilijke thuissituatie komt. Ik pleit voor meer onderlinge openheid, zodat wij meteen op de juiste ondersteuningsbehoefte kunnen inzetten.’
De brandende vraag Nieuwkomers van achttien en ouder komen vaak via het Jongerenloket naar mbo niveau 1. Doordat ze geen studie-financiering, ov-kaart en zorg-verzekering hebben, vallen ze uit. Hoe regelen we dat beter?
#ROM1 11
VOORBEREIDING OP STUDIE GENEESKUNDE
Slimmeriken met wetenschappelijk talent Slimme vwo‘ers die zich vervelen in hun laatste twee schooljaren kunnen aan de universiteit alvast collegelopen. In Rotterdam gaan jaarlijks 24 vwo‘ers uit het hele land naar de Junior Med School van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), waar ze leren wat het betekent om arts te worden en onderzoek kunnen doen.
TEKST INEKE WESTBROEK FOTO’S PETJA BUITENDIJK
Witte bloedcellen isoleren uit het bloed van proefpersonen en die tegenover elkaar zetten om een afstootreactie tot stand te brengen. ‘Wij voegen een geneesmiddel toe aan de cellen en wachten het resultaat af.’ Vera Thijssen en Dina Soliman kijken reikhalzend uit naar de uiteindelijke resultaten van hun onderzoek naar het tegengaan van afstoting bij niertransplantaties. Met hun onderzoekdrang en passie voor biologie zijn ze blij met de mogelijkheden die de Junior Med School hen biedt om dieper
in te gaan op wetenschappelijke onderwerpen dan op school. ‘Ik was altijd al geïnteresseerd in biologie en ik help graag mensen. Daarom wil ik arts worden’, vertelt Vera (6e klas Stedelijk Gymnasium Nijmegen), die de Junior Med School voor het tweede jaar volgt en via haar mentor op het idee kwam om zich op te geven. ‘Daar wordt op geselecteerd en ook of je met mensen kunt omgaan.’ Dat zat wel goed bij Vera: ‘Ik zwem, fiets en wandel al bijna een jaar met gehandicapten.’
BOEIEND Verdiepen van kennis is ook voor Dina (Marnix Gymnasium) een belangrijke reden om het traject te volgen. ‘Hier wordt doorgegaan op zaken waar de lessen op school stoppen’, zegt Dina, die al heel lang geneeskunde wil studeren. Roos Carabain (Christiaan Huygens College Eindhoven) voelt zich aangesproken door de combinatie praktisch en theoretisch werken: ‘Ik zoek een studie in die richting, daarnaast wil ik de overgang van school naar universiteit verkleinen. Het was wel even wennen, het taalgebruik is een stuk wetenschappelijker dan op school.’ ‘Ik merk dat ik moet opletten’, ervaart ook Victor van Roey (5 vwo Penta College), die van kleins af is gefascineerd door biologie. ‘Maar dat lukt, het is altijd boeiend.’ Chirurgie lijkt Victor een interessant werkterrein, maar hij ziet ook een toekomst in de farmaceutische industrie: ‘Nieuwe medicijnen ontwikkelen lijkt me geweldig.’
ONDERZOEKERS DIE ARTS ZIJN Sinds 2006 biedt de Junior Med School uitblinkers vanaf vwo 4 en gymnasium 4 de kans een voorbereidend programma geneeskunde te volgen en hun profielwerkstuk eerder, én aan de universiteit uit te voeren. Aanleiding vormde de uitlotingen van Meike Vernooy aan de EUR, ondanks haar hoge eindexamen-
12 #ROM1
In het voorbereidend programma geneeskunde wordt het wetenschappelijk onderzoek aan de medische faculteit benadrukt. ‘Er is behoefte aan onderzoekers die ook arts zijn.’
Gemiddeld melden zich voor de Junior Med School jaarlijks 200 gegadigden, waarvan er na een strenge selectieprocedure 24 worden uitgekozen. Naast schoolprestaties en motivatie speelt daarbij ook sociale betrokkenheid een rol. Jaarlijks gaat 90% van de deelnemers geneeskunde aan de EUR studeren en 10% kiest voor andere bètarichtingen. 30% is inmiddels afgestudeerd arts, waarvan de helft promotieonderzoek doet. cijfers en sterke motivatie om geneeskunde te studeren. Via een aanstelling als onderzoeker aan de EUR kon zij toch studeren. Het tweejaarlijkse programma bestaat uit twee weken universitaire colleges en practica in de zomervakantie en tien lesdagen in de schoolperiode gedurende gymnasium/ vwo 5. Aan het eind van het eerste schooljaar worden er tweetallen gevormd die kiezen uit een lijst van onderzoeken die de EUR uitvoert op diverse medische terreinen. Als zij na hun eindexamen kiezen voor een
medische studie aan de EUR worden zij automatisch geplaatst. ‘We willen wetenschappelijk onderzoek aan de medische faculteit meer benadrukken en hebben behoefte aan onderzoekers die ook arts zijn’, vertelt professor Axel Themmen, bijzonder hoogleraar experimentele endocrinologie aan de EUR en initiator van de Junior Med School), ‘Onderzoek schiet er bij artsen vaak in door de drukte van de praktijk. Dit lossen we op door onderzoekers via dit programma op te leiden.’
‘ HIER WORDT DOORGEGAAN OP ZAKEN WAAR DE LESSEN OP SCHOOL STOPPEN’
www.erasmusmc.nl/ desideriusschool/ juniormedschool
KANSEN GUNNEN Daarnaast wil Themmen excellerende scholieren kansen gunnen: ‘Op scholen in grote steden zitten getalenteerde kids, ook in achterstandswijken. De komende jaren willen wij die motiveren, liefst al vanaf de basisschool.’ Valt het programma te combineren met school? Deelnemers moeten tenslotte ook nog eindexamen doen. Geen probleem, weet Themmen zeker: ‘Ze kunnen het makkelijk aan. Op school krijgen ze biologielessen die ze hier al gehad hebben.’ Dina onderschrijft dit: ‘Het programma is voor snelle vwo’ers die goed kunnen plannen.’
#ROM1 13
INSTRUCTIONAL LEADER
LEREN VAN EEN COLLEGA De Imeldaschool kreeg bij de invoering van de werkwijze Teach like a Champion de hulp van een instructional leader; een in dit onderwerp ervaren leerkracht van een andere school. Hoe is dat bevallen? TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Teach Like a Champion biedt leraren een hele reeks technieken die hen kunnen helpen om een werkzaam klimaat te scheppen in de klas. De Rotterdamse Imeldaschool was geïnteresseerd in deze werkwijze. Een paar teamleden gingen daarom vorig jaar mee op een ‘Teach-reis’ naar New York. Stefan van Unen, leerkracht van groep 7/8 op de Juliana van Stolbergschool in Castricum, was ook mee. Hij heeft al veel ervaring opgedaan met Teach-technieken in de klas. Reisleider Carla van Doornen van de CED-Groep koppelde beide partijen aan elkaar. En zo kwam het dat Stefan een belangrijke rol kreeg binnen de trainingen die Carla later gaf op de Imeldaschool. Samen bereidden ze de bijeenkomsten en de klassenconsultaties voor. Stefan was aanwezig bij de cursusbijeenkomsten en deed een paar klasseconsultaties. ‘Het betrekken van Stefan bij onze Teach-cursus was een goed idee’, zegt adjunct-directeur Joyce Knetemann van de Imeldaschool. ‘Teach biedt veel verschillende technieken en het is prettig om van een ervaren leerkracht te horen hoe die in zijn klas uitpakken. Carla legde de theorie uit. Stefan vertelde vaak waar hij in de praktijk tegenaan liep, en hoe hij dat oploste. Een collega-leerkracht
‘Aandacht aan het herkennen van de verschillende vormen van intelligentie’ 14 #ROM1
‘Er wordt te veel gepraat door de leerkracht, en geluister door leerlingen’ heeft eerder begrip voor de problemen waar andere leerkrachten tegenaan lopen. Stefan heeft allerlei vragen van leerkrachten beantwoord en veel tips gegeven. Dat gaf echt een meerwaarde aan de cursus. Ik merkte dat onze mensen dat ook prettig vonden.’
STELLING NEMEN Als voorbeeld noemt Joyce de techniek ‘stelling nemen’. Daarbij wordt de leerlingen gevraagd om ergens een oordeel over te geven. ‘Dat vinden ze soms moeilijk. Stefans tip was om de vraag te stellen en de kinderen dan allemaal tegelijkertijd een stap opzij te laten zetten, naar het ‘ja-vak’ of het ‘nee-vak’. Zo zorg je ervoor dat ze echt een eigen keuze maken, en maak je die keuze ook meteen zichtbaar.’ Stefan vervult de rol van instructional leader ook binnen het bestuur waar zijn school met negentien andere scholen onder valt, de Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs. ‘Hier geef ik een cursus Teach, samen met een collega uit de onderbouw. We maken in elkaars klassen filmpjes, die we gebruiken bij de instructie.’ De Teach-technieken bevallen hem. ‘Er wordt in het onderwijs te veel gepraat door de leerkracht en geluisterd door leerlingen. Met Teach like a Champion krijg je meer interactie in de klas.’ Daarnaast besteedt hij in zijn begeleiding ook aandacht aan het herkennen van de verschillende vormen van intelligentie en het goed aansluiten van het onderwijs bij de kinderen.
DICHT BIJ DE PRAKTIJK De functie van instructional leader is al rond 1980 ontstaan vanuit de effectieve school-beweging, vertelt Carla van Doornen. ‘Tijdens onze onderwijsreizen naar New York en Londen hebben we gezien hoe mensen daar collega’s coachen op leerkrachtvaardigheden. Een gecoachte leraar vindt het heel fijn om dingen te horen van iemand die zelf ook voor de klas staat. Hoe dichter de begeleider bij de praktijk staat, hoe meer impact de begeleiding heeft.’ De CED-Groep overweegt daarom om meer koppelingen te gaan maken tussen scholen en ervaren leerkrachten van andere scholen. ‘Besturen zijn bezig met de vraag hoe ze de onderwijskwaliteit kunnen verhogen en het vak van leraar uitdagend kunnen houden. Dit is een impuls voor je onderwijs, en je biedt meteen je high potentials nieuwe uitdagingen.’ Stefan is daarvan een mooi voorbeeld. Hij zit nu tien jaar in het onderwijs. ‘Je bent even lekker uit de schoolbanken. Het geven van de training in Rotterdam was voor mij ook leerzaam. Mijn school is heel autochtoon. Op de Imeldaschool zitten kinderen met allerlei achtergronden. Soms vraagt dat om een iets andere aanpak. Samen ga je dan op zoek naar een geschikte manier. Dat is ook voor mij een welkome uitdaging.’
#ROM1 15
DIT IS MIJN KLAS YASMINE (16):
‘Ik vind het leuk om zakelijk en ondernemend bezig te zijn en wil later iets in small business gaan doen. Ik merk dat het dragen van een uniform ons motiveert. Je presenteert je beter en je merkt dat mensen uit het bedrijfsleven anders tegen je aan kijken.’
DAVID VAN DER LEER Leraar economie en mentor klas 4eb (economie vmbo basis) Young Business School Rotterdam (YBSR) in Katendrecht. TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DER MEIJDE
‘Ik heb ruim tien jaar met veel plezier in de bovenbouw van het basisonderwijs gewerkt. Toch begon het na verloop van tijd te kriebelen. Zeker toen ik via kennismakingsbezoeken van mijn leerlingen meer zicht op het voortgezet onderwijs kreeg. Ik had er zelfs snel aan de slag gekund, maar kon niet direct een baan vinden die bij me paste. Tot De Waal, zoals de YBSR voorheen
16 #ROM1
heette, een breed takenpakket aanbood dat mij aansprak. Ik heb bewust voor deze school gekozen omdat ik op Zuid meer op mijn plaats ben dan op een school in de omgeving van Rotterdam. Inmiddels werk ik hier vier jaar en begin ik binnenkort aan mijn vierde opleidingsjaar voor leraar economie. De wijze waarop deze school zich ontwikkelt, spreekt mij erg aan. Wij willen bij onze leerlingen in de breedste zin van het woord een ondernemende houding ontwikkelen en richten ons onderwijs daarop in. Zo vinden we het belangrijk dat ze zoveel mogelijk leren door te doen. Dus naast theorielessen vooral ook in de praktijk leren. Bijvoorbeeld in onze kantine aan de slag met zaken als hygiëne en voorraadbeheer of in ons winkeltje klanten van binnen en buiten de school ontvangen. Daarnaast gaat het om betrokkenheid in de les en weten hoe je je moet presenteren. Het in de derde en vierde klas dragen van een uniform maakt daar zeker deel van uit.’
LAILA (16):
‘Ik vind het leuk om economie te doen, omdat ik later een bedrijf wil beginnen. Ik vind het fijn om niet alleen uit een boek te leren, maar ook te leren van volwassenen in de praktijk. Ik merk dat we met ons uniform serieuzer genomen worden.’
HAMZA (16):
HILAL (16):
‘Ik vind dit een prettige school. Hij past bij mijn niveau en ik wil iets met business gaan doen. Het liefst word ik later bedrijfsleider, zodat ik mensen kan aansturen. Nu stuur ik alleen nog maar mijn zusjes aan.’
‘Ik vind het prettig om op een zakenschool te zitten, omdat ik later iets in de detailhandel wil doen of docent Engels wil worden. Het schooluniform vind ik fijn, omdat het je laat wennen aan later.’
#ROM1 ROM#1 17
ROM NIEUWSBRIEF Leve de saaiheid
De nieuwsbrief linkt je maandelijks naar de laatste aanvullingen op de website, geeft extra nieuws en bezorgt je een glimlach met de vaste cartoon. Meld je aan op www.romnieuws.nl/nieuwsbrieven
ANNE-MARIE PLASSCHAERT
Ineens was er dit najaar beroering over hoe wij onze kinderen leren lezen. Nederland loopt wat dat betreft helemaal uit de pas. Geen ontwikkeld land valt kinderen nog lastig met het vak ‘begrijpend lezen’, behalve dan Nederland. Volslagen achterhaald, beweren wetenschappers, en kinderen vinden het heel erg saai. Nu vinden kinderen tegenwoordig veel saai, valt mij op, vooral als ze zich ergens voor moeten inspannen. Het is tenslotte veel leuker om op de iPad van mama of oma een spelletje te doen. Bewegend beeld, coole kleuren en een hoop herrie, Daar kan het vak begrijpend lezen natuurlijk niet aan tippen. In weerwil van wat wordt gezegd, spreekt mij die term begrijpend lezen enorm aan, begrijpen EN lezen en dat maar liefst tegelijkertijd. Een hele inspanning. Ik werk weliswaar met grote kinderen van een jaar of achttien, maar het valt mij op dat ze met name op het gebied van dat begrijpend lezen nog heel wat stappen moeten maken. Geen overbodige luxe, dunkt mij, gewoon een prima voorbereiding op wat - door weer andere wetenschappers - wordt aangedragen als een noodzakelijke skill (in goed Nederlands) voor de 21ste eeuw. In tal van dossiers over vereiste vaardigheden van werknemers in deze eeuw staan creatief denken, kritisch denken en probleemoplossend denken prominent op de voorgrond. Volgens mij moet je daarvoor heel goed begrijpend kunnen lezen. Want wie niet leest en begrijpt, heeft geen informatie en kan dus niet zelfstandig denken. Dat zie je ook in de maatschappij, waar steeds meer onnadenkende volgers zich achter sterke leiders scharen. Wie schetst dus mijn verbazing dat, juist nu iedereen over zo veel informatie kán beschikken met alle moderne media, er zeker door jonge mensen zo slecht wordt gelezen. Wat en hoe ze het ook hebben geleerd in het onderwijs, een beetje tekst van niveau blijkt al snel te lang, te moeilijk, te saai. Moeten wij alle informatie dan gaan brengen in animaties, 3D-filmpjes en games, zodat onze leerlingen nog meer consumeren als zijnde een niet-bestaande wereld? Oorlogen als spannend spel, ongelukken om punten te behalen? Nee, leve de saaiheid, leer onze leerlingen op welke manier dan ook goed, begrijpend, nadenkend, kritisch te lezen.
18 #ROM1
7
Het nieuws uit het blad en de website, belangrijke gebeurtenissen en meer, het komt allemaal in je timeline als je ons volgt. like ons!
Nieuwe artikelen, agenda-items en nieuwtjes worden meteen gemeld op twitter: @romnieuws.twitter.com/ romnieuws: volg ons!
8
ROTTERDAMS ONDERWIJSNIEUWS OVERAL TE VINDEN Nu lees je ons magazine. Maar het ROM biedt meer: www.romnieuws.nl Blijf op de hoogte van actueel onderwijsnieuws, lees dat wat je niet in het blad tegenkwam, kijk in de agenda en meer.
Vve-cijfers uit De Staat van het Rotterdamse onderwijs 2016
Aantal doelgroepkleuters gedaald 19%
Aantal doelgroeppeuters vve gedaald
16%
21%
2013 - 13.300 in basisschool 2014 - 13.700 in basisschool
58%
56%
2015 - 13.900 in basisschool
54%
2013
15.000
2014
peuters in Rotterdam
2015
Aantal groepen Nul In 2016 zijn groepen Nul nieuwe stijl ingevoerd, met andere voorwaarden.
Verklaring dalend aantal doelgroeppeuters
176
het gestegen opleidingsniveau van de ouders
68%
80%
in 2013
228 in 2014
in 2015
516 in 2016
Kwaliteit van de vve in Rotterdam*
100%
Ambitie: meer doelgroepkinderen in vve-programma
227
2017 2018 Daarna WORDEN ALLE PEUTERS BEREIKT? INTEGRAAL VVE-PROGRAMMA INTERNE KWALITEITSZORG RESULTATEN EVALUATIE EN VERBETERING VAN VVE OP GEMEENTELIJK NIVEAU
* Zoals beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs (2015)
#ROM1 19
HELDRINGSCHOOL BETREKT OUDERS OPTIMAAL
‘ Wij voelen ons hier welkom’ De Heldringschool is een school voor speciaal basisonderwijs in Hillesluis. De school werkt al zo’n vier jaar aan het optimaliseren van ouderbetrokkenheid omdat het team van mening is dat een goede relatie tussen school, leerlingen en ouders doorslaggevend is voor het bereiken van goede leerresultaten.
Met zogenoemde ‘klooikoffers’ kunnen
TEKST RONALD BUITELAAR
ouders thuis knutselen samen met hun kind
FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Susan Dubbeldam is moeder van de zevenjarige Levi. Haar zoon is bezig aan zijn tweede jaar op de Heldringschool. Susan had het niet makkelijk met de overstap van regulier naar speciaal basisonderwijs: ‘Ik vond het heel moeilijk. Ik kende dit soort onderwijs niet en had veel vragen.’ Susan was dan ook blij met de jaarlijkse bijeenkomst voor nieuwe ouders, waar ‘nieuwe’ en ‘oude’ ouders met elkaar in gesprek kunnen gaan en directie en teamleden aanwezig zijn om antwoord op vragen te geven. De bijeenkomst is een voorbeeld van de wijze waarop de Heldringschool ouders betrekt bij school en onderwijs. Een ontwikkelproces dat volgens directeur Hermine Hoogerboord inmiddels in het DNA van de school zit: ‘In onze visie op speciaal basisonderwijs speelde ouderbetrokkenheid altijd al een grote rol. Deelname aan het project ouderbetrokkenheid 3.0 van het CPS heeft het in de school verankerd.’
BUBBELS Zo begint elk schooljaar met een nieuwjaarsreceptie waarbij leerlingen een presentatie verzorgen en er met elkaar getoast wordt op het nieuwe jaar. Seynan Tezcan, moeder
20 #ROM1
van de elfjarige Fatıma Nur, bewaart er goede herinneringen aan: ‘Mijn dochter werd op haar vorige school gepest en buitengesloten en ik was gespannen hoe het op deze school zou gaan. Dat een moeder een toast uitbracht waarbij ze de bubbels in de kinderchampagne vergeleek met de wijze waarop de school zijn best doet om de talenten van álle kinderen naar boven te laten komen sprak me daarom zeer aan.’
GNIFFELEN Twee weken na de nieuwjaarsreceptie volgen de kennismakingsgesprekken tussen ouders en leerkrachten, waarbij de leraar zo min mogelijk spreekt en zoveel mogelijk luistert. Leerkracht Piet van Wouwe is leraar van groep 3/4/5 en heeft inmiddels al heel wat van deze gesprekken meegemaakt. Hij moet nog steeds gniffelen als ouders verbaasd reageren wanneer hij vertelt dat hij gaat luisteren omdat zij de deskundigen zijn: ‘Je hoort ze denken, wat is dit voor een school.’ Toch breekt het ijs altijd snel als hij ze vraagt om te vertellen over wat er leuk is aan hun kind en welke zorgen ze hebben: ‘Dan komt naar voren dat een kind goed kan tekenen of anderen graag helpt. Maar ook vertellen ouders over hun bezorgdheid of school hun kind wel klaarstoomt voor de samenleving. Gesprekken die daarover ontstaan leveren belangrijke informatie op.’
KLOOIKOFFERS Die voortdurende afstemming met ouders maakt dat een ouder als Neri da Silva haar achtjarige zoon Malick graag zag verkassen van speciaal onderwijs cluster 2 naar de Heldringschool: ‘Malick is autistisch en ik heb gericht gezocht naar een school waar niet alleen goed onderwijs wordt verzorgd maar ook de zorgplicht serieus genomen wordt. Ik ben gaan googelen, heb de website van de Onderwijsinspectie geraadpleegd en contact met de school opgenomen. Ik ben blij dat Malick hier terecht kon. Je voelt je hier welkom, leert andere ouders en leerlingen kennen en wordt bij alles betrokken. Directeur Hermine licht toe: ‘Ik organiseer regelmatig panelgesprekken over een bepaald thema en nodig daar een aantal ouders voor uit. Recent was dat over de ontwikkeling van een nieuw rapport.
Daarbij bleek tot onze verrassing dat zowel ouders als kinderen het liefst geschreven toelichtingen lezen. Het bleek dat ze graag lezen hoe de leraar naar de ontwikkeling van een kind kijkt. ‘Naast de panelgesprekken zijn er wekelijkse activiteiten waarbij ouders en kinderen samen lezen en koken. Sinds kort gaan er ook ‘klooikoffers’ mee naar huis waarmee ouder en kind kunnen knutselen met bijvoorbeeld een lijmpistool.
AMERIKAANS BEZOEK Dat dit alles niet onopmerkzaam blijft, bleek toen de school het afgelopen najaar bezoek kreeg van de Amerikaanse Laura Bay, presi-
dent van de PTA (Parent Teacher Association). Laura was in het land om te spreken op een congres over ouderbetrokkenheid, en bracht een bezoek aan de Heldringschool om te zien hoe ouderbetrokkenheid op een school voor speciaal basisonderwijs vorm kreeg. Ze werd in school rondgeleid en sprak onder andere met ouders en leerlingen. Laura was onder de indruk van de praktische wijze waarop de school educatief partnerschap heeft uitgewerkt: ouders die samen met hun kind gebruikmaken van de schoolbibliotheek, schooltuin, leskeuken en spelotheek.
#ROM1 21
PROGRAMMA HAVENSCHOOL DE TOERMALIJN
ONTDEKKEN WAT JE KAN EN ROTTERDAM JE KAN BIEDEN De haven is net Nederland in het klein. Alle beroepen die in Nederland voorkomen kun je ook in de haven doen. Toch komt maar een klein deel van de werknemers in de haven uit Rotterdam. Met het programma HAVENschool wil obs de Toermalijn kinderen de ogen openen voor hun eigen talenten en voor de mogelijkheden die Rotterdam en de haven bieden.
TEKST RENATE MAMBER FOTO PETJA BUITENDIJK
Dick Looije, leerkracht van groep 7, nodigde vorig jaar een vader van een leerling uit om in de klas iets over zijn werk te vertellen. De vader werkte in de haven bij een containeroverslagbedrijf. ‘De kinderen hebben geen idee van het werk in de haven’ vertelt Dick. ‘Ze denken dat het vies en zwaar werk is. Door die vader krijgen ze een ander beeld. Maar als je vervolgens vraagt: ‘Wil je zelf in de haven werken?’ dan zeggen ze: ‘Nee.’ Bijvoorbeeld omdat ze liever zieke mensen willen helpen. Ze staan er niet bij stil dat de mensen in de haven ook wel eens ziek zijn en een dokter nodig hebben.’
LOOPBAANLEREN Het idee voor het programma HAVENschool komt mede voort uit deze onbekendheid met de haven. ‘Het heeft alles te maken met talentonwikkeling’, vertelt directeur Nick Zuiddam. ‘Ontdekken wie je bent en wat je kan. En ook ontdekken welke mogelijkheden een stad of regio biedt. In Rotterdam biedt de haven veel mogelijkheden, ook op het gebied van ICT, handel en zorg.’ Nick wil verder gaan dan incidenteel een excursie of een vader die langskomt. ‘Een van de pijlers is loopbaanleren waarbij kinderen en jongeren van 2 tot en met 23 jaar in aanraking komen met allerlei beroepen in de regio’, vertelt Nick. ‘Maar ook ouderprogramma’s zijn een pijler. Bijvoorbeeld een excursie voor ouders met hun kinderen naar het scheepvaartmuseum.’ Andere pijlers van het programma HAVENschool zijn 21ste eeuwse vaardigheden zoals coöperatief leren, en wetenschap en technologie met daarin ontdekkend en ontwerpend leren. ‘Want’, zegt Nick, ‘de haven biedt veel werk en zal dat in de toekomst blijven bieden, maar het soort werk zal steeds veranderen. Daar moet je kinderen op voorbereiden.’
22 #ROM1
DAGPROGRAMMA De eerste stappen in de praktische uitvoering zijn inmiddels gemaakt. De Toermalijn heeft sinds dit jaar schooltijden van half negen tot twee uur. In die tijd komen basisvaardigheden aan bod als taal, rekenen en de zaakvakken. Ook het coöperatieve leren (samenwerken waarbij leerlingen van elkaars werk afhankelijk zijn) maakt daar onderdeel van uit. De andere onderdelen van het programma HAVENschool zijn terug te vinden in naschoolse activiteiten waarvoor kinderen zich kunnen inschrijven. Nick: ‘Wij bieden de leerlingen onder andere wetenschap en technologie en beroepenoriëntatie, maar ook dans, kidsclub en huiswerkbegeleiding. Deze vakken worden gegeven door eigen leerkrachten en docenten van buiten: een docent van de Erasmus Universiteit geeft bijvorbeeld filosofie.’
EEN NIEUWE BRUG VOOR ROTTERDAM ‘Voor mij is het ontdekkend en ontwerpend leren nog nieuw’, zegt Alexandra van der Meulen, leerkracht van groep 6 en leerkracht wetenschap en technologie. ‘Ik weet dat het erom gaat niet direct tot een eindproduct te komen en meer vanuit een vraagstelling te werken. Maar ik ben daar niet in geschoold. Gelukkig krijg ik hulp van docenten van de
‘Iedereen gaat op zoek naar een eigen oplossing’
Wil je weten wanneer de w&t-wijzer beschikbaar is? Houd romnieuws.nl in de gaten! Pabo, stichting BOOR en Wetenschapsknooppunt Leiden(*). Het is een zoektocht, maar dat hoort erbij. Samen met Tamara van Heel, docent Natuur en Techniek van de Pabo begon ze dit schooljaar met een lessenserie bruggen bouwen van K’nex. ‘Het is bij ontdekkend en ontwerpend leren erg belangrijk dat je een actueel thema neemt met een echt probleem’, vertelt Tamara. ‘Vorig jaar was in het nieuws dat Rotterdam te weinig bruggen heeft om Noord en Zuid goed te verbinden. Dat hebben we als uitgangspunt genomen. We lieten de kinderen het filmpje van TV Rijnmond daarover zien en legden het probleem uit.’ De kinderen kregen vervolgens uitleg over hoe een aantal bekende bruggen van Rotterdam in elkaar zit, zoals de Van Brienenoordbrug, Erasmusbrug en de Hef. Ze mochten deze typen bruggen zelf nabouwen met K’nex. Daarna kregen ze de opdracht een eigen brug te ontwerpen. ‘Sommige kinderen maakten een brug waarbij een deel van de weg omhoog kwam. Anderen maakten een brug waarbij de hele weg werd op gehesen’, vertelt Tamara. ‘Het is leuk te zien dat ieder met een ander bouwsel komt. Daaraan kun je zien dat de opdracht is geslaagd, want iedereen gaat op zoek naar een eigen oplossing en gebruikt zijn eigen creativiteit.’
W&T-WIJZER HELPT SCHOLEN In februari wordt de w&t-wijzer geïntroduceerd: een digitaal hulpmiddel om basisscholen te helpen met het starten met wetenschap & technologie (w&t) of dit verder uit te werken. De site biedt onder andere een simpele routeplanner op basis van vragen als ‘Moeten alle leraren dit kunnen geven?’ en ‘Kiezen we een bestaande methode of ontwikkelen we zelf een programma?’ De w&t-wijzer helpt scholen op hun route naar 2020 als w&t verplicht is op de basisschool. De w&t-wijzer is ontwikkeld door de gemeente in samenwerking met Rotterdamse schoolbesturen, pabo’s en makerspaces.
OPBLOEIEN Alexandra merkt dat veel kinderen de lessen wetenschap en technologie leuk vinden. ‘Zowel jongens als meisjes. Het leuke is dat juist kinderen die bij de standaardvakken op school niet zo gemotiveerd zijn, bij dit vak eruit springen. Je ziet ze opbloeien. Ze worden enthousiast en durven meer. Het komt doordat hierin geen goed of fout is. Eigenlijk is het voor iedereen goed.’
(*)Wetenschapsknooppunt Leiden is onderdeel van Universiteit Leiden en laat kinderen en jongeren kennis maken met wetenschap.
#ROM1 23
3 X ICT op school ICT-coördinator Diana Molenschot vertelde in het meest gelezen artikel van 2016 op romnieuws.nl over het FABlab dat zij opzette op RK De Rozenhorst. Hier prikkelt zij haar leerlingen met de nieuwste technologieën om spelenderwijs te werken aan de vaardigheden van de 21e eeuw. Deze drie technische mogelijkheden kwamen voorbij in het artikel. PROGRAMMEREN • b-bot.nl
PROGRAMMEREN
3D-PRINTER
• ozobot.com
Door te programmeren leren leerlingen… spelenderwijs hoe techniek werkt. Het stimuleert hun logisch denkvermogen en creativiteit. Voorbeelden zijn… Makey Makey, Lego Mindstoms, B-bot en Ozobot. Die laatste twee zijn robots voor jonge kinderen (vanaf de kleutergroepen). Leerlingen programmeren de robots zelf, zodat ze gaan bewegen. Een stapje verder gaat Lego Mindstorms: daarmee programmeren leerlingen niet alleen de robot, maar bouwen ze hem ook zelf. Makey Makey is een printplaatje dat je aansluit aan een computer. Aan het printplaatje maak je alledaagse voorwerpen vast waarmee je de computer kunt aansturen. Zo kun je bijvoorbeeld spelletjes doen of muziekinstrumenten bespelen met bananen, munten of zelf getekende figuren. Werkt goed in het onderwijs, omdat… programmeren heel dicht bij de belevingswereld van kinderen ligt. Omdat ze direct het effect zien van hun keuzes, leren ze vooruit denken, oplossingen bedenken en nauwkeurig werken.
3D-printen draagt bij aan… het creatief denkvermogen en ruimtelijk inzicht van leerlingen. Het werken met de ontwerpsoftware daagt leerlingen uit om vooruit te denken. Werkt goed in het onderwijs, omdat… het een laagdrempelige manier is om leerlingen te laten onderzoeken en experimenteren. Het feit dat ze zelf relatief snel een concreet voorwerp kunnen maken, motiveert hen om daadwerkelijk goed na te denken over de voorbereiding, het ontwerp en de uitwerking. Voorbeelden zijn… 3D-Kanjers en Makkie om te Maken, projecten met lesideeën en een 3D-printer voor in de klas.
• legoleerlijn.nl/mindstorms
VIRTUAL REALITY Educatieve apps en 360-gradenvideo’s zijn steeds vaker beschikbaar om met behulp van een virtual reality-bril te bekijken. Zo’n bril is al makkelijk te creëren met een Google Cardboard viewer (een soort bril van karton waarin je een smartphone kunt plaatsen). Virtual reality werkt goed in het onderwijs, omdat…
‘ EEN BEDRIJF UIT DE BUURT STEUNT HET FABLAB FINANCIËEL: ZIJ HEBBEN IMMERS OOK WEER MENSEN NODIG IN DE TOEKOMST.’ 24 #ROM1
• makeymakey.com
3D-PRINTER • 3dkanjers.nl • www.cedgroep.nl/basison-
derwijs/lespraktijk/skillis/3dmakkie-om-te-maken
VIRTUAL REALITY • google.com/edu/expeditions
je leerlingen dingen kunt laten zien en ervaren die anders niet mogelijk zouden zijn, omdat ze bijvoorbeeld te ver weg zijn of (nog) niet bestaan. Je kunt de lesstof enorm levendig overbrengen, waardoor leerlingen die gemakkelijker en beter onthouden. Een voorbeeld is… Google Expeditions. Hiermee kun je met je klas virtuele tours maken over de hele wereld, van koraalriffen tot piramides.
Meer lezen over het FABlab op RK De Rozenhorst? Kijk op romnieuws.nl en zoek op ‘fablab’.
2 Boeken RECENSIES VOOR EN DOOR LERAREN
1
ONS MOOIE VOEDSELBOEK LISETTE DE JONG, RIA DE JONG EN JENNY LINDHOUT
Als doelgroep worden kinderen vanaf 8 jaar genoemd, maar de jongsten zullen daarbij hulp moeten krijgen: de teksten zijn vooral afgestemd op oudere kinderen, van 10 tot 12 jaar. De lezer komt bij de besproken voedselcategorieën niet alleen leuke en originele recepten tegen, maar ook worden er interessante natuurkundige proefjes gedemonstreerd. Het boek is daarmee een veelzijdig werk geworden, te meer omdat er ook originele verwijzingen vermeld staan naar websites.
In de klassensituatie kunnen leerlingen zich met dit boek verder verdiepen in vraagstukken als milieu, gezondheidsaspecten, en energieopwekking voor kassenteelt. En het kan bij kooklessen gebruikt worden om de recepten uit te proberen. Al met al is ‘Ons mooie voedselboek’ een prettig leesbaar, interessant boek met mooie overzichtelijke afbeeldingen en rustige bladspiegel, voor kinderen in de genoemde leeftijdsklasse.
2
Joke van Sliedregt is werkzaam als intern begeleider en zorgcoördinator van de Waalse school, de oudste basisschool van Rotterdam.
Hans Meijer, als leerkracht en adjunct-directeur werkzaam geweest in het basisonderwijs en speciaal onderwijs De Piloot.
ZOVEEL MEER DAN DYSLEXIE MARIANNE CHATRIOT
Aan de hand van korte verhalen laat een kinderarts uit Parijs je ervaren hoeveel moeite het kinderen met dyslexie kost om hun achterstand bij het lezen te accepteren - hoe ze worstelen met afwijzing en onbegrip. Chatriots bundel geeft indirect antwoord op vragen die bij veel docenten leven: wat is dyslexie en wat is het effect van dyslexie op schoolprestaties? Wanneer je op zoek bent naar een verzameling korte verhalen, soms met theoretische onderbouwing, maar bovenal met een hoopvolle boodschap dan is dit een heerlijk boekje. Het helpt je om verder te kijken dan de leesstoornis; naar het kind!
Het helpt je om verder te kijken dan de leesstoornis
Wil je ook een boek recenseren? Via onze social media, romnieuws.nl en de nieuwsbrief doen wij regelmatig oproepen. Het boek dat je recenseert, krijg je thuisgestuurd en mag je houden.
#ROM1 25
DIT IS MIJN VAK
BEVOORRECHT EN TROTS Meer dan dertig jaar werkt Lucia Stada als docent Nederlands bij de havo voor muziek en dans. Nog steeds vertelt ze met grote ontroering en gedrevenheid over haar vak, de leerlingen en hun passie. Uit alles spreekt: dit is een bijzondere school met bijzondere leerlingen. TEKSTANNE-MARIE PLASSCHAERT FOTO JAN VAN DER MEIJDE
26 #ROM1
Na roltrappen waar de Tweede Kamer jaloers op kan zijn, gangen met muziekkamers, een paar gewone trappen en de in het hele gebouw bekende wenteltrap, kom ik op de zevende etage. Hier zetelt de havo voor muziek en dans. Een school voor getalenteerde jonge mensen, diep genesteld in de Hogeschool voor de Kunsten Codarts, in hartje stad. ‘Het is een school met tweehonderd leerlingen’, vertelt Lucia Stada (60), ‘meer kunnen er niet in. De vroegere directeur heeft de ruimte in dit gebouw echt bevochten.’ Voorheen moesten de leerlingen vanaf het station nog met de tram. ‘Onze leerlingen reizen uren om hier te zijn. Ze komen overal vandaan, zelfs Middelburg. Centraal zitten is dus heel belangrijk.’
Lucia Stada: ‘De leerlingen zijn hier al jong heel goed. Dat is bijzonder om te zien. Het maakt mij ook wel een beetje nederig. Zij hebben zo veel talent.’
‘Mijn leerlingen willen maar één ding: verder met hun talent’
Zelf neemt Lucia de groepen mee naar de kleine zaal van de Schouwburg; naar minder bekende voorstellingen. ‘Daarvan zeggen leerlingen in eerste instantie misschien wel “stom”, maar ik wil ze laten nadenken, meegeven dat er meer is. Ik wil dat ze breder kijken. Dat is in alle opzichten noodzakelijk, ook in verband met de politieke ontwikkelingen, maar zeker ook als het om hun eigen toekomst gaat. Wij zeggen altijd: je gaat voor je passie, maar het kan ook mislukken. Dan moeten wij ze hier hebben voorbereid op een ander leven, met een goed diploma en met veel bagage.’
De leerlingen op deze school hebben niet alleen een havo-advies, ze hebben ook auditie gedaan. Ze komen voor maar één ding: verder met hun talent. ‘Je moet als docent dus wel een beetje snappen wat voor leerlingen je voor je neus hebt. De dansers dansen drie uur per dag, naast het schoolprogramma. Sommigen moeten dan nog twee uur reizen. In het weekend treden ze soms ergens op en moeten daar ook voor reizen. De regels hier op school zijn daarom dat wij niet veel huiswerk mogen geven. We moeten dat op een andere manier oplossen.’
NEDERIG Lucia trad in 1982 in dienst bij deze bijzondere school, die in 2015 vijftig jaar bestond. ‘Toen ik hier begon, kon je met onze leerlingen een heel orkest samenstellen. Er waren veel violisten, het was ook grotendeels klassiek.’ Met de opkomst van de musical kwamen er meer aanmeldingen voor zang, nu komt klassiek weer een beetje terug. ‘We hebben in het eerste jaar zelfs een hoorniste en er is een jongen die kerkorgel doet’, beschrijft Lucia die trend. ‘Waar ze voor kiezen zit echt in henzelf. Dat meisje heeft niet voor hoorn gekozen omdat een familielid het speelt.’ De leerlingen zijn al jong heel goed in wat ze doen. Dat is bijzonder om te zien, geeft Lucia aan. ‘Het maakt mij ook wel eens een beetje nederig. Zij hebben zo veel talent. Ik val vaak van mijn stoel als ik ze zie en hoor bij een voorstelling of voorspeeldagen. Dan ben ik echt trots op ze. Ik wens dat docenten op andere scholen toe: dat ze hun leerlingen eens op een andere manier bezig kunnen zien. Dus niet als die lastige puber, maar als een jongere die iets doet waar hij goed in is en zich fijn bij voelt.’
BAGAGE Hoewel Lucia zelf enthousiast is over het vak Nederlands en twee jaar geleden is gestart met de master om eerstegraads docent te worden, betekent dat nog niet dat de leerlingen haar enthousiasme delen. ‘Daarin verschillen ze niet veel van hun leeftijdgenoten op andere scholen, maar op een aantal gebieden kan ik wel bij hun interesses aansluiten.’ Poëzie gaat ook om ritme en metrum en literatuur is beeldend. ‘Zelf ben ik weg van Ramsey Nasr en die spreekt de leerlingen wel aan als dichter, schrijver en acteur.’ Dat is wat Lucia haar leerlingen wil meegeven: er is meer dan alleen de liefde voor muziek of dans. Kijk ook naar literatuur, theater, ga naar musea. ‘Zo’n twintig jaar geleden hebben we een kunst- en cultuurprogramma opgezet, voor alle klassen. Sindsdien gaan we drie keer per jaar met de eerste tot de laatste klas naar concerten en voorstellingen. We zijn een graag geziene gast, want onze leerlingen gedragen zich goed. We zijn heel trots op ze. Ik voel mij dan ook bevoorrecht dat ik hier mag werken.’
‘Dit is een bijzondere school en dat is te danken aan een bijzondere man’, vertelt Lucia Stada over haar vorige directeur, die in 2016 met pensioen is gegaan. ‘Hij heeft hier 35 jaar gewerkt en hij gaf ons vertrouwen. Hij ging er vanuit dat wij de professionals zijn, dat wij het beste weten wat goed is voor onze leerlingen. Dat geeft veel vrijheid.’ Het kleine team waarin Lucia al zo lang werkt, bestaat uit één- en tweepersoonssecties, wat vereist dat de medewerkers goed met elkaar overweg kunnen. ‘Afgelopen jaar is mijn collega Nederlands ook met pensioen gegaan. Ik heb veel aan hem gehad. Hij zat hier al acht jaar toen ik kwam en we zaten wel een beetje op dezelfde lijn met betrekking tot ons vak’, vervolgt Lucia. ‘De directeur koos de mensen voor het team, hij zocht ze bij elkaar en daardoor zijn wij zeker geen doorsneeteam. Dat is belangrijk want onze leerlingen zijn ook niet doorsnee.’ Nu heeft Lucia een enthousiaste jonge collega en dat geeft weer andere energie. ‘Ik ben heel benieuwd wat we samen gaan bedenken de komende tijd.’
Lucia Stada Havo voor muziek en dans - Codarts 010 217 11 00
#ROM1 27
NIEUWE INZICHTEN DANKZIJ ANALYSE TAALEFFECT-SCORES
Dalende scores als wake-up call De vaardigheid van leerlingen op het gebied van woordenschat en begrijpend lezen aan het eind van de tweede klas in het vo, is ook jaren later nog van invloed op hun eindexamenresultaten bij Nederlands. Dat blijkt uit een analyse van taalscores van leerlingen in het kader van Taaleffect, een Rotterdams programma waarbij vo-scholen de taalprestaties samen monitoren en op grond daarvan extra aandacht besteden aan taal. TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Voor de analyse werd gekeken naar scores van dezelfde leerlingen aan het eind van de tweede klas en bij het eindexamen. Op sommige scholen bleek het niveau bij het vak Nederlands tussen die twee momenten te zijn gezakt; op andere scholen was het gestegen of stabiel gebleven. De resultaten variëren sterk per onderwijsniveau. Er blijken ook relaties te zijn tussen het niveau van leesvaardigheid en woordenschat eind klas 2 en de cijfers op andere vakken. Zo bleek dat bij de exacte vakken het niveau van woordenschat soms een betere voorspeller is voor de hoogte van het cijfer dan de leesvaardigheid. De resultaten van deze analyse kunnen helpen om het taalonderwijs verder te versterken.
OOK BIJ GESCHIEDENIS De relatie tussen de scores eind jaar 2 en bij het eindexamen is het sterkst bij het vak Ne-
28 #ROM1
‘VMBO-LEERLINGEN SCOREN IN ROTTERDAM NOG STEEDS VEEL LAGER DAN IN DE REST VAN HET LAND’ derlands, zegt Regine Bots van de CED-Groep, die scholen begeleidt bij Taaleffect. ‘Maar bij het vak geschiedenis is dat verband bijna net zo sterk. Op de mavo zie je bij alle vakken een duidelijk verband, zowel voor tekstbegrip als woordenschat. Bij de exacte vakken op het vwo is dat verband wat kleiner.’ Taaleffect leidt tot een gestage vooruitgang in taal bij alle schoolsoorten. Dankzij de regelmatige afnames van de toets Diataal groeit bovendien het inzicht in hoe de taalontwikkeling verloopt. ‘We hebben per onderwijsniveau verschillende inzichten opgedaan’,
vertelt Regine. ‘Vmbo basis- en kaderleerlingen beginnen bijvoorbeeld met een enorme achterstand in woordenschat. Ook zij gaan vooruit, al scoren ze in Rotterdam nog veel lager dan het landelijk gemiddelde. We zien dat zij eerst de achterstand in woordenschat wegwerken en daarna gaat langzaam het tekstbegrip vooruit.’
MINDER ZWAKKE SCHOLEN Het is lastig om precies aan te wijzen wat het effect is van Taaleffect, zegt Regine. ‘Maar het is wel zo dat er nu in Rotterdam veel min-
TOOL VOOR BETER TEKSTBEGRIP
der zwakke scholen zijn dan voorheen. De gemeente denkt dat Taaleffect daar een rol bij speelt. Vanuit Taaleffect wordt heel systematisch naar opbrengsten gekeken en worden bepaalde achterstanden al in de onderbouw aangepakt.’ Taaleffect is ook in andere steden ingezet. In Amsterdam is het inmiddels afgerond, in Utrecht loopt het nog steeds. In Rotterdam doen bijna alle vo-scholen mee. Taaleffect is ingelijfd in het gemeentelijke onderwijsprogramma Leren Loont. Daarmee is het een langlopend programma geworden. Dat is gunstig, zegt Regine. ‘Want we zien dat je taalvaardigheid echt moet onderhouden. Soms lijken bepaalde scholen of onderwijsniveaus ineens onderuit te gaan ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Meestal wordt zo’n dip in het jaar erna weer weggewerkt omdat de dalende scores hebben gewerkt als een wake up call.’
Ankie Kraaijeveld, docent bij Accent Hoogvliet, bedacht in het kader van Taaleffect een tool die leerlingen helpt om vakteksten beter te begrijpen. De tool combineert bestaande technieken. ‘We beginnen met het arceren van de titel en de tussenkopjes’, vertelt Ankie. ‘Zo krijgen leerlingen al zicht op waar de tekst over gaat.’ De leerlingen plaatsen, zoals ze gewend zijn van begrijpend lezen, symbolen in de kantlijn van een tekst. Een vraagteken betekent bijvoorbeeld: ik snap dit niet, een ‘N’ betekent: dit is nieuw. Bij de tool hoort ook dat de docent naar de achtergrond van de leerling kijkt: wie is dyslectisch, wie heeft een achterstand bij lezen, wie is juist sterk in begrijpend lezen? Ankie: ‘Leerlingen die het praktijkonderwijs binnenkomen
worden gescreend. Op basis van die achtergrondkennis ga je hen clusteren. Het ene groepje kan al zelfstandig lezen, het andere heeft meer begeleiding nodig.’ Zij maakt ook onderscheid tussen leerlingen die verbaal en performaal sterk zijn. ‘Een leerling die verbaal sterker is bereik je beter met mondelinge uitleg. Als je hem meteen zelf met de tekst aan het werk laat gaan, kan hij zich daarbij waarschijnlijk weinig voorstellen.’ Aanleiding voor de ontwikkeling van deze tool was dat pro-leerlingen een dikke map moeten doorwerken voor het veiligheidscertificaat VCA. ‘Daar staan allemaal moeilijke begrippen in, dus dat vraagt veel van hun begrijpend leesniveau.’ Een mavodocent maakte een zelfde tool voor vakken als economie en aardrijkskunde.
#ROM1 29
Lesgeven aan nieuwkomers Kies uit onderstaand cursusaanbod om uw lessen aan nieuwkomers te verbeteren.
Primair en speciaal onderwijs Nieuwkomers in de klas (S5849) NT2 in het basisonderwijs (S1510) Rekenen met nieuwkomers (S3089) Werken met Nieuwsbegrip voor nieuwkomers (S2184) Aan de slag met woordenschat, po/so (S1500) Onderwijsassistent woordenschatcompetent (S1501)
Voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs Aan de slag met woordenschat in vo en mbo (S1505)
Nieuw cursusaanbod De afgelopen jaren is er veel nieuw cursusaanbod ontwikkeld. Denk bijvoorbeeld aan de trainingen over Breinsleutels, De feedbackrijke klas, of de Professional voor de klas. Die laatste training gaat over hoe je de juiste feedback geeft op het gedrag van opvallende kinderen. Ook is er nu een auditorentraining. Op de cursussite staat een overzicht met al het nieuwe aanbod.
www.cedgroep.nl/nieuwaanbod
Vakoverstijgend werken in de ISK (S1520) Schrijfvaardigheid en NT2 (S1655) Werken met nieuwsbegrip in de ISK (S2185)
www.cedgroep.nl/cursusaanbodnieuwkomers
En verder… Kijk voor de volgende onderwerpen ook op Passend onderwijs: www.cedgroep.nl/passendonderwijs Gedrag: www.cedgroep.nl/gedrag Denkkracht: www.cedgroep.nl/dgm Taakspel: www.cedgroep.nl/taakspeltrainingen 21e eeuwse vaardigheden: www.cedgroep.nl/21thcenturyskills Opbrengstgericht werken in 4D: www.cedgroep.nl/4d Schoolleidersregister: www.cedgroep.nl/schoolleidersregister Conferenties: www.cedgroep.nl/conferentiesccb
Excellent organiseren De handige ééndaagse training Verantwoord plannen en borgen, gebaseerd op Excellent organiseren is er voor schoolleiders uit het po, so, vo, bestuurders en leidinggevenden uit de kinderopvang.
www.cedgroep.nl/excellentorganiseren
www.cedgroep.nl/cursussen 30 #ROM1
Maatwerk Het Cursus- en conferentiebureau van de CED-Groep verzorgt professionalisering voor individuele deelnemers. Wilt u professionalisering op maat voor u team(s), mail uw vraag naar cursusbureau@cedgroep.nl, wij sturen uw vraag graag door naar één van de begeleidingsafdelingen.
@cursusced
facebook.com/cursusbureau
WAT LEES JE IN #ROM2 APRIL?
Agenda 23 FEBRUARI Netwerkevent CityLab010 www.citylab010.nl/agenda/citylab010ontour DE HELE MAAND MAART Maand van het cultuuronderwijs kc-r.nl/kcr-vertelt/ maart-is-maand-van-cultuuronderwijs 10 MAART Conferentie Het Jonge Brein www.cedgroep.nl/hetjongebrein 15 MAART Conferentie Waar een skill is, is een weg www.cedgroep.nl/cursussen-en-trainingen/ conferenties/s4740-waar-een-skill-is-is-een-weg.aspx 17 MAART VMBO Debattoernooi www.schooldebatteren.nl/vmbodebattoernooi 27 MAART Conferentie Afkijken mag onderwijs010.nl/afkijken-mag 31 MAART Nacht van het onderwijs onderwijs010.nl/nacht-van-het-onderwijs 8 APRIL Madurodam Basisschool Debattoernooi www.schooldebatteren.nl/basisschooldebattoernooi/
Leerplan cultuuronderwijs Twee Rotterdamse basisscholen werkten mee aan nieuw leerplan cultuuronderwijs dat afgestemd kan worden op schoolbehoefte en schoolkenmerken als buurt en bevolking.
ALLE KLEUTERS LEKKER FIT! Kansen creëren voor bewegen, van in de klas tot op het plein: geen extra werkdruk, maar juist verlichting.
Alle hens aan dek Op Albeda worden alle zeilen bijgezet om uitvallers te voorkomen. Zelfs bestuurders, conciërges en secretaresses doen mee aan het coachen van leerlingen.
FULLTIME HOOGBEGAAFD Dit schooljaar is een nieuwe onderwijsvoorziening gestart: fulltime onderwijs voor hoog-intelligente leerlingen. Wat zijn de ervaringen tot nu toe?
#ROM1 31
DUBBELPORTRET
John & Charlotte Helder TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DE MEIJDE
John (51) en Charlotte (14) Helder wonen met moeder Tonia (47) en zoon/broer Lars (17) en dochter/zus Karlijn (12) in een eengezinswoning in Bergschenhoek. John werkt als bedrijfsleider bij een paprikakwekerij in Bleiswijk en is een groot fan van Feyenoord. Charlotte zit in het derde jaar van de Horeca Vakschool in Rotterdam. Thuis bakt ze graag wat lekkers voor de familie. Een krantenwijk zorgt voor het extra zakcentje.
WAAROM HEBBEN JULLIE VOOR DE HORECA VAKSCHOOL GEKOZEN? Charlotte ‘Ik kende de school al omdat mijn broer erop zat. Toch ben ik ook naar andere vmbo-scholen gaan kijken. Uiteindelijk heb ik voor de Horeca Vakschool gekozen omdat ik het een leuke school vind en omdat de school huiswerkvrij is.’ John ‘Ik ken de school goed, omdat Lars er zat en ik in de ouderraad zit. Met tegen de driehonderd leerlingen is het geen leerfabriek en krijgen leerlingen de aandacht die ze nodig hebben. Ook zijn er korte lijntjes, zodat je als ouder en leerling snel gehoord wordt.’
HOE REIS JE NAAR SCHOOL? Charlotte ‘Ik ga altijd met de fiets. Afhankelijk van het weer doe ik er zo’n twintig minuten over.’ Vader ‘Lars en Charlotte fietsen allebei naar school. Dat is gezond voor ze. Alleen in noodgevallen breng ik ze.’
WAT VIND JE LEUK AAN SCHOOL? Charlotte ‘Ik vind de praktijklessen het leukst. Ze zijn gezelliger dan theorielessen, omdat je daarbij moet opletten en stil zijn.’ John ‘Ik vind de kleinschaligheid van de school en het directe contact fijn. Ook vind ik het mooi dat docenten de liefde voor het vak op leerlingen weten over te brengen.’
WAT MIS JE? Charlotte ‘Ik mis eigenlijk niets.’ John ‘Ik mis een tweede taal. Keukenfrans beheersen de leerlingen wel. Dat leren ze op school. Maar in een internationale setting als de horeca past ook aandacht voor Duits. Daarnaast vind ik het jammer dat de Horeca Vakschool zijn exclusieve karakter dreigt te verliezen omdat het programma steeds algemener van aard wordt.’
DENK JE AL NA OVER WAT JE NA DEZE SCHOOL WILT GAAN DOEN? Charlotte ‘Dit jaar doe ik examen in koken, bakken, serveren en patisserie. In het examenjaar moet ik me specialiseren en kies ik waarschijnlijk voor patisserie. Of ik daarna doorstroom naar de mboopleiding voor banketbakker weet ik nog niet. Ik denk van wel.’
WAT ZIJN JE DROMEN VOOR LATER? Charlotte ‘Ik denk dat ik uiteindelijk wel een winkeltje wil waar ik lekker met allerlei soorten gebak kan fröbelen.’ John ‘Ik hoop dat ze een leuke baan vindt waarin ze haar ambitie kwijt kan en waar ze veel plezier aan beleeft. En natuurlijk dat ze gelukkig wordt.’