ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE #3 JUNI 2019 JAARGANG 42
‘Studenten hebben aandacht en liefde nodig’ FLOORTJE MOONEN, ZADKINE
Plek voor kleuters in het sbo
Onderbouwd aan de slag met leerproblemen
Lessen in geluk
Verre Bergen start nieuwe school
Byte Me! Theatervoorstelling maakt jongeren bewust van privacy
VAN DE REDACTIE
Wat moesten we ook weer met onze mouwen? Kansengelijkheid, oké. Maar ja, heb je niet gewoon intelligente en minder intelligente leerlingen?
Inhoud
08 ONDERBOUWD Positief psycholoog Jacqueline Boerefijn
Voor iedereen 06 QUOTES Kansen(on)gelijkheid 18 4X
We gaan te rade bij Daniel Willingham, auteur van Why Students don’t like school (lezen!). Er was een tijd, schrijft hij, dat intelligentie als gegeven werd beschouwd. Je kreeg het mee bij je geboorte en dat was het dan. Verdiep je maar eens in tweelingenonderzoek. Vaak blijken eeneiige tweelingen die in gescheiden gezinnen zijn opgegroeid, later exact dezelfde gewoontes en talenten te hebben. Ergo, je aanleg bepaalt alles en de omgeving niets. Maar er is nog iets aan de hand. In de vorige eeuw is namelijk het gemiddelde intelligentieniveau gestegen: in Nederland was dat bijvoorbeeld 21 punten tussen 1952 en 1982. Hoe kan dat? Nou, dat kan alleen als de omgeving tóch invloed uitoefent. Maar hoe zit het dan met die grote gelijkenissen tussen gescheiden opgegroeide tweelingen? De wetenschap verklaart dit als volgt: die tweelingen, met hun identieke aanleg, scheppen allebei een bijna dezelfde omgeving voor zichzelf. Stel dat ze allebei lang zijn. Dat maakt dat ze gaan basketballen, bij een club gaan, veel oefenen, enzovoort. En als ze dan, na een jaar of 20 elkaar tegenkomen, blijken ze allebei een heel goede basketballer geworden. Komt dat door aanleg? Nee, maar wel doordat ze vanwege hun lengte veel gingen basketballen. Mooi. In ieder geval weten we nu: ieder kind heeft een bepaalde aanleg, ieder kind kan ook nog van alles leren, én de omgeving kan ervoor zorgen dat het IQ omhoog gaat. Maar, zegt Willingham, om juist onze zwakke leerlingen ook te laten floreren, dat vereist een ‘tremendous effort’, een ontzaglijke inspanning. Dat lijkt me goed om te weten in deze stad waar kansengelijkheid zo’n belangrijke ambitie is. Het kan, maar het is heel hard werken. Opstropen dus.
Energizers
19
COLUMN ANNE-MARIE
Pieken 25 2 BOEKEN Niemand poept graag op school en
Het geheime leven van het tienerbrein
30 COLUMN WILLEM Arie 31 MEER ROM Online verschenen en op de agenda
10 MIJN VAK
PAUL DE MAAT, HOOFDREDACTEUR
Floortje Moonen geeft les in een vliegtuig
Jonge Kind 04 RISICOKLEUTERS WELKOM! Eindelijk weer kleutergroepen in het sbo 28 WEG MET HET WIJ/ZIJ DENKEN IKC De Lis: buurtschool met opvang
Basisonderwijs 16
DIT IS MIJN KLAS
Dalida MacDonald van de Hildegardisschool
20 SEIN OP GROEN
Obs Bloemhof ging van zwak naar goed
Voortgezet onderwijs 14 VERRE BERGEN START NIEUWE SCHOOL 12
GEEN JONGERE VAN SCHOOL ZONDER BAAN
Doorstroomprogramma Startcollege en Buzinezzclub
Gedurfde ideeën of gouden bergen?
22 BYTE ME!
Voorstelling maakt bewust van privacy
26 TABOE!
VrijHeden maakt lastige onderwerpen bespreekbaar
32 DUBBELPORTRET
Kimberley voelt zich thuis op het Accent College
WWW.ROMNIEUWS.NL Blijf op de hoogte van Rotterdams onderwijsnieuws en abonneer je op onze nieuwsbrief.
Volg het ROM!
22 BYTE ME! Voorstelling maakt bewust van privacy
N @romnieuws twitter.com/romnieuws M facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine
COLOFON ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE ONAFHANKELIJK VOORLICHTINGS- EN OPINIEBLAD VOOR ONDERWIJS, EDUCATIE EN OPLEIDING IN ROTTERDAM. GRATIS VOOR PERSONEEL VAN HET ROTTERDAMSE ONDERWIJS | 42E JAARGANG NR. 3 JUNI 2019 | ISSN 1386, VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR, OPLAGE 7000 | UITGAVE CED-GROEP | Redactieraad Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Els Maasdam, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie)| Tekst Ronald Buitelaar, Renate Mamber, Marijke Nijboer, Erik Ouwerkerk, Anne-Marie Plasschaert, Willem Sonneveld, Ineke Westbroek | Fotografie Petja Buitendijk, Jan van der Meijde | Illustratie Chris Versteeg – Project C | Bladmanagement Paul de Maat, Anne-Marie Smit, Tamara Wally, Tim Micklinghoff | Redactieadres Postbus 8639, 3009 AP Rotterdam, telefoon 010 4071469, rom@cedgroep.nl | Grafisch ontwerp en vormgeving Trichis, Rotterdam (Otto Mende) | Foto cover Jan van der Meijde | ©CED-Groep
SBO ONDERZOEK MOGELIJKHEDEN VOOR KLEUTERGROEPEN
Risicokleuters welkom! TEKST RONALD BUITELAAR ILLUSTRATIE CHRIS VERSTEEG
Onder de noodgedwongen thuiszitters zijn er bijna drie keer zoveel 5-jarige kleuters als oudere basisschoolleerlingen. Rotterdamse kleuterleerkrachten worstelen daarbij ook met een openstapeling van problemen rondom de kleuters die wél naar school gaan: grote niveauverschillen in te volle klassen, te schoolse eisen en een forse opvoedingsproblematiek.
In maart stemden de Rotterdamse schoolbesturen daarom in met een voorstel om jonge risicokinderen al vanaf vier jaar toe te laten tot het speciaal basisonderwijs (sbo). Tot op heden kunnen kleuters namelijk alleen naar het sbo als ze 5,5 jaar zijn en over een toelaatbaarheidsverklaring beschikken. Het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs (PPO) Rotterdam zal nu, samen met de Rotterdamse sbo scholen, een verdere uitwerking geven aan het besluit van de schoolbesturen. Een belangrijk aandachtspunt daarbij: de mogelijkheid tot terugplaatsing in het regulier basisonderwijs. In oktober besteedde het ROM al aandacht aan de werkdruk onder kleuterleerkrachten in het artikel Kleuters in de verdrukking. Voor deze editie vroeg het ROM twee sbo-scholen naar hun plannen.
4 ROM 3
DE BOEI: VARIAGROEP Lisette de Roo is zowel directeur van sbo De Boei als van basisschool Dr. Martin Luther Kingschool. De scholen delen een gebouw in de wijk Prins Alexander. De school start komend jaar met een variant die geen sbo-kleuterklas is, maar een tussenvorm tussen speciaal en regulier basisonderwijs: ‘Wij waren al bezig om een soort variagroep te starten voor kinderen die overal tussen vallen. Bij het medisch kinderdagverblijf zijn ze klaar. In een grote, reguliere kleutergroep sneeuwen ze onder. Het risico op thuiszitten is daarom reëel. De variagroep gaat een groep worden met zo’n dertien/veertien leerlingen en krijgt een ervaren leerkracht.
WAAROM SBO-GROEPEN VOOR KLEUTERS? Na plaatsing willen we onderzoeken in welke setting kinderen het beste tot hun recht komen. Dat kan doorstroming in een reguliere groep zijn, maar ook is het mogelijk dat het kind beter op zijn plaats is in het sbo of eventueel cluster 4. Het principe van de variagroep is te vergelijken met de schakelklas voor opvang van nieuwkomers. Kinderen kunnen er korte of langere tijd verblijven. De groep sluit ook goed aan bij hoe het nu al op onze school gaat. We zitten in één gebouw en kinderen spelen met elkaar op het schoolplein. Ook komt het voor dat sbo-leerlingen in een reguliere groep rekenen of leerlingen uit een reguliere groep voor iets naar het sbo gaan.’
• Het aantal sbo-leerlingen daalde tot 2014 en neemt sindsdien weer toe.
‘De variagroep is een soort schakelklas’
HELDRINGSCHOOL: NIEUWE KLEUTERGROEP AL BIJNA VOL Mariëtte Vink is directeur van de Heldringschool, een sbo school in de wijk Hillesluis. Mariëtte is blij met de verruimde mogelijkheden en de vrijheid die ze van PPO Rotterdam krijgt om zelf met voorstellen te komen: ‘We starten na de zomervakantie met zo’n tien tot twaalf leerlingen. Om een idee te geven van de noodzaak, die groep zit nu al bijna vol! Een behandelgroep gaat het niet worden. Daar hebben we cluster 4 voor. Wij hebben een groep voor ogen die net tussen wal en schip dreigt te vallen. Deze groep krijgt een stevige, ervaren leerkracht en ondersteuning door een onderwijsassistente. Via schoolmaatschappelijk werk willen we betrokkenheid van ouders bevorderen, zodat school en thuis meer met elkaar verbonden worden. De toelating is dit jaar nog volledig via PPO Rotterdam, maar gaat in de toekomst net als voor de rest van onze school via een toelaatbaarheidsverklaring. Hoewel de ervaring leert dat er van terugstroom naar het reguliere basisonderwijs niet vaak sprake zal zijn, willen we wel intensiever overleg met intern begeleiders van basisscholen over deze kleuters. In lijn daarmee vinden we ook de ontwikkeling van een expertisecentrum belangrijk. We hebben eerder gemerkt dat een informatieve bijeenkomst hier op school voor scholen in de wijk een succes was. Daar willen we op verder bouwen zodat we nog meer samen kunnen optrekken.’
VOL
• De kleuterafdelingen op cluster-4 en zml-scholen zitten vol.
• Ongeveer een kwart van de thuiszitters is jonger dan 5,5 jaar.
Meer info lees je op: tinyurl.com/sbokleuters.
ROM 3 / 5
QUOTES
Kansen(on)gelijkheid Het onderwerp van de MeetUp010 afgelopen 17 april was kansen(on)gelijkheid. Onder andere Jean-Marie Molina, hoofddocent Studiesucces aan de HRO, en Inge de Wolf van de Onderwijsinspectie gaven hun visie op het thema van de avond.
‘ Waarom doen we niet meer wat effectief is?’ ‘ Mijn ouders dachten: de juf zal het wel weten. En stemden in met een te laag schooladvies’
‘ Waarom moeten kinderen eerst bewijzen dat ze goed genoeg zijn om kansen te krijgen?’ Jean-Marie Molina ‘ Krijgen gelijk presterende kinderen gelijke kansen?’Inge de Wolf, Onderwijsinspectie
‘ We weten al wat werkt. Laten we daar dan ook mee aan de slag gaan!’ 6 ROM 3
Adv-Bliksemstart-ROM_06-19.qxp_Opmaak 1 03-06-19 14:25 Pagina 1
Als leren je lief is
Nieuwe leraren, zij-instromers, herintreders en de ‘oude rotten’ in het vak. Hoe zet je al deze verschillende lerarentypes goed op de rails en hoe zorg je ervoor dat zij zich snel en blijvend thuisvoelen op school? De nieuwe uitgave ‘Bliksemstart’ zorg voor precies dát! Dit boek is gebaseerd op Get Better Faster van Paul Bambrick-Santoyo, bestuurder en ontwikkelaar van de Uncommon schools (bakermat van Teach en Lead Like a Champion). Bliksemstart is nu te koop via www.cedgroep.nl/webwinkel Op www.cedgroep.nl/learnlikeachampion vind je meer informatie over de ondersteunende training Bliksemstart. Hier kun je ook informatie vinden over de training Instructional Leader waarmee je coaches opleidt voor passende begeleiding van je (her)startende leraar. Zo kun je blijvend de kwaliteit in de school borgen. Belangstelling? Neem contact op via bliksemstart@cedgroep.nl
cedgroep.nl/webwinkel
CED-Groep bereikt
Adv-ROM_DPL-06-19.qxp_Opmaak 1 03-06-19 13:22 Pagina 1
“De kinderen zijn gemotiveerder en leren beter!” Bewuster en effectiever lesgeven? De betrokkenheid van jouw leerlingen verhogen? Ga dan met het Doordacht Passend Lesmodel (DPL) aan de slag! DPL is een sterk theoretisch kader vertaald naar praktische handvatten voor in de klas. Het combineert inhoud, organisatie en pedagogisch handelen binnen de les. De voordelen van het DPL op een rijtje DPL is een geïntegreerd model, waarin effectiviteit voorop staat. Het bevat elementen van: •
De vijf meest succesvolle interventies in het onderwijs van John Hattie
•
Praktische technieken van Teach Like a Champion. Deze zijn gekoppeld aan de fases van het directe instructiemodel.
•
De elementen van EDI
•
Ruimte voor de onderwijsbehoeften van leerlingen
•
Inzichten uit de neuropsychologie (Breinsleutels)
•
Activerende en coöperatieve werkvormen
Leren is ons lief, daarom ondersteunen we je graag bij het invoeren van DPL. Kijk op www.cedgroep.nl/dpl voor meer informatie!
www.cedgroep.nl
Als leren je lief is
ONDERBOUWD Hoe kun je onderbouwd je onderwijs verbeteren? Een wetenschapper licht toe.
SCHIET DE NADRUK OP PRESTEREN DOOR?
Lessen in geluk TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO JAN VAN DER MEIJDE
De puberteit is een risicovolle periode, zegt psycholoog Jacqueline Boerefijn. Houd als leraar de leiding en ondersteun leerlingen op een positieve manier. Bij een negatieve sfeer in de klas doet een kort spelletje wonderen. Pubers maken zich los van hun ouders en vinden het leven opnieuw uit. Ze nemen risico’s en dat is maar goed ook, zegt Jacqueline Boerefijn, anders zou er nooit iets veranderen in de maatschappij. Maar er zitten ook risico’s aan die vrijheidsdrang. ‘Volgens Brits onderzoek begint driekwart van de psychische klachten van volwassenen in de puberteit’, zegt zij. Een goede begeleiding helpt om de volwassenwording in goede banen te leiden.
KLAAR MET WAARSCHUWEN Maar hoe doe je dat? Jacqueline, die zich na 25 jaar lesgeven helemaal richt op haar positievepsychologiepraktijk: ‘Ik kwam
WAT IS POSITIEVE PSYCHOLOGIE? De traditionele psychologie richt zich vooral op het ontdekken en genezen van psychische problemen. Vanaf eind jaren 90 promootte onder andere Martin Seligman in de Verenigde Staten de positieve psychologie als tegenhanger. Deze stroming richt zich op positieve ervaringen zoals geluk, hoop en liefde, positieve eigenschappen als vitaliteit en doorzettingsvermogen, en manieren waarop instellingen een positief verschil kunnen maken binnen de maatschappij.
8 ROM 3
er achter dat ik de hele dag liep te waarschuwen. Loverboys, drugs, roken, drinken: daar moesten we wat mee van de overheid. Voor mij was de druppel een programma dat waarschuwde tegen huiselijk geweld. Dertienjarige jongetjes in mijn klas klaagden dat ze werden neergezet als potentiële daders. Ik had het helemaal gehad met die opgeheven vinger.’ En zo kwam ze op het spoor van de positieve psychologie. Ze behaalde hierin haar master en experimenteerde met door anderen bedachte ‘lessen in geluk’, die leerlingen meer veerkracht geven en helpen om goede ontwikkelingen door te zetten. Haar toepassingen en aanvullingen van deze lessen leverden haar de H.J. Jacobsprijs voor onderwijsvernieuwing op. Samen met Ad Bergsma schreef zij daarnaast boeken over een positieve opvoedstijl voor leraren en ouders.
DE HELE DAG ‘AAN’ Jacqueline: ‘Die nadruk op presteren is te ver doorgeschoten; daar komt men nu een beetje van terug. Wij willen meer nadruk op welbevinden. Tieners kunnen niet de hele dag door ‘aan’ staan; ontspannen en lol maken zijn ook belangrijk. In elke klas zitten wel een paar lolbroeken. Ik heb geleerd om hen af en toe even ruimte te geven.’ Een school die het welbevinden van leerlingen en leraren wil stimuleren, moet volgens haar aandacht besteden aan de onderlinge omgang. ‘Steun elkaar als het een keer niet fijn gaat. Investeer in sociale vaardigheden en de emotionele intelligentie. Leer kinderen om zich te uiten bij tegenslag, vertel dat dit niet het einde van de wereld is.’ Je hoeft niet de hele dag complimenten uit te delen: ‘Ik gaf ook straf en stuurde er kinderen uit. Maar vergeet de andere kant niet. Er zijn kinderen die verder nooit eens iets vriendelijks horen. Ken hun naam, laat merken dat je hen hebt gemist bij afwezigheid, geef een schouderklopje. Dat maakt een wereld van verschil.’
‘Dertienjarige jongens in mijn klas klaagden dat ze werden neergezet als potentiële daders. Ik had het helemaal gehad met die opgeheven vinger. ’
Als zij vermoedde dat er iets aan de hand was met een leerling en deze vroeg om even na te blijven, piepte het kind er vaak tussenuit. Het werkte beter om de leerling na de les om hulp te vragen bij een karweitje zoals planten water geven. ‘Leerlingen vinden het fijn om te helpen en al doende praat het ook makkelijker.’
STEVIGE OUDERS Ouders en leraren zijn partners bij de opvoeding van pubers. Op de school van Boerefijn werden ouderavonden doorgaans niet goed bezocht. Ouders kwamen wél massaal af op een avond over de puberteit die de school organiseerde voor ouders van leerlingen in groep 8. ‘Ouders vinden de puberteit en de overstap naar het voortgezet onderwijs spannend. Wij bespraken wat we thuis van ouders verwachten, hoeveel slaap een kind van twaalf nodig heeft, dat de mobiel ’s nachts uit de slaapkamer moet blijven. We vertellen ouders dat we samen stevig moeten staan en de leiding moeten houden.’
‘75% van de psychische problemen bij volwassenen begint in de puberteit’ EIGENWIJS Lesgeven is zwaar, maar heel nuttig werk, vindt Boerefijn. In haar boek Gelukkig voor de klas bespreekt zij hoe leraren meer betekenis uit hun werk kunnen halen. ‘Als je erin slaagt om je te richten op je positieve emoties, voel je je gedurende de dag prettig en wegen negatieve dingen minder zwaar.’ Haar advies: ‘Laat je door de druk om “het beste uit alle leerlingen te halen” niet weerhouden om een goede relatie met je klas aan te gaan. Wees eigenwijs, jij kunt zelf het beste bepalen hoe je dat doet.’ Bedenk daarbij dat leerlingen het beste presteren bij gelukkige leraren.
MEER GELUK IN DE KLAS Op romnieuws.nl vind je extra info en tips voor meer geluk in de klas.
ROM 3 / 9
DIT IS MIJN VAK
Een vliegtuig op school TEKST ANNE-MARIE PLASSCHAERT FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Wie over het Benthemplein in Rotterdam loopt, ziet een vliegtuig op de begane grond van Zadkine. Het is de oefenruimte van de opleiding voor de Luchtvaartdienstverlening. Oud-stewardess Floortje Moonen is hier als docent bezig om het vakonderwijs zo praktisch mogelijk in te richten: ‘Maar voor een groot deel gaat het gewoon om aandacht geven en opvoeden’, glimlacht ze. En in de praktijk staan: ‘Je moet toch weten welke koppies je voor je hebt.’
10 ROM 3
‘Sinds de verbouwing zo’n twee jaar geleden zijn we met onze opleiding hier gevestigd en hebben we een deel van een vliegtuig gekregen. Het is gebouwd door een standbouwbedrijf voor onze opleiding, Dienstverlening in de luchtvaart – een onderdeel van Zadkine Travel & Leisure College’, vertelt Floortje Moonen (bijna 50) terwijl ze mij vol trots rondleidt. Ik waan mij in een heus vliegtuig met bagageruimten, vliegtuigstoelen, zuurstofmaskers en trolleys waarmee de stewardessen in spe taxfree producten verkopen en hapjes en drankjes uitserveren. Het zijn door de KLM ter beschikking gestelde rolkasten. ‘Ik heb vijftien jaar voor KLM gevlogen’, verklaart Floortje de gift.
LES VOOR IN DE LUCHT In de hal voor het vliegtuig is behalve een incheck- en controlebalie voor het boarden ook een theorieruimte gecreëerd. Een groep van zo’n twintig studenten, vooral vrouw maar ook een enkele toekomstige steward, luistert naar Floortjes jongere collega – de grondstewardess. ‘Sinds wij dat vliegtuig hebben, brengen wij de theorie ook meteen in praktijk’, legt Floortje uit. Enkele studenten oefenen bij de incheckbalie en de rest kijkt toe als het gaat over het werk van de grondstewardess. ‘Ik geef de lessen voor in de lucht, bijvoorbeeld dat je een passagier die ineens heel oppervlakkig ademt en het benauwd krijgt, kunt helpen door hem in een plastic zakje te laten ademen. Dat je rustig tegen die persoon praat om hem te kalmeren. Daarna gaan wij het vliegtuig in om te oefenen.’
SUPERMOTIVEREND In de cabine, zoals de oud-stewardess het noemt, wijst ze op aftekenlijsten aan de wand: voor het opruimen van het vliegtuig wanneer de passagiers – hier medestudenten – naar buiten zijn gegaan, maar ook wie al de veiligheidsinstructies in het gangpad heeft uitgelegd. ‘Dat houden wij goed bij, want iedereen moet het een keer doen en sommige studenten hebben daar een hekel aan’, zegt Floortje terwijl ze automatisch alle gesloten luikjes voor de ramen opendoet. Met de komst van het vliegtuig en de aangrenzende vertrekhal wordt het hele onderwijs meer praktijkgericht, vervolgt ze.
‘Voorheen toonde je met foto’s en film hoe de werkelijkheid was en oefende je in de klas. Nu zijn we hard bezig om dat onderwijs in de praktijk verder te ontwikkelen. Het wordt veel echter, is heel effectief en werkt supermotiverend.’ In de cabine gaat het om hospitality en om safety. ‘Wij leren onze studenten hier de basis voor de luchtvaart. De vervolgopleiding om te mogen vliegen, kun je alleen doen wanneer je bij een luchtvaartmaatschappij bent aangenomen. Dat is voor veel studenten toch vaak moeilijk, want die opleiding is helemaal in het Engels en ze moeten heel veel tests doen. De meerderheid van onze studenten gaat werken als grondpersoneel, maar we hebben er nu ook twee die hun wing* hebben behaald en die hun stage in de lucht gaan doen’, merkt Floortje trots op
ZOEKENDE Wanneer jongeren op een open dag het vliegtuig zien, willen ze allemaal meteen aan de opleiding beginnen. Net als Floortje destijds. ‘Ik koos voor de vrijheid, de wereld zien, geen 9 tot 5 baan… Ik was zoekende’, vertelt ze over vroeger. Nadat ze over diverse studies had nagedacht, aan een enkele was begonnen en er uiteindelijk ook twee had afgemaakt – mbo Toerisme en hbo Nederlands – solliciteerde zij bij de KLM en werd aangenomen. Wanneer zij haar kind krijgt, ontdekt ze dat zij het moeilijk vindt dit te combineren met haar werk. ‘Ik wilde haar niet achterlaten, ik wilde erbij zijn als ze ziek was of als ze een tandje kreeg. Andere stewardessen hebben daar minder last van, maar ik kon het niet. Na twee jaar ben ik dan ook gestopt.’ Ze vindt werk in de horeca, maar als ze een jaar of drie geleden via via hoort dat er bij deze opleiding een ex-stewardess wordt gezocht, reageert ze meteen. Nu geeft zij twee dagen per week les. ‘Vanuit mijn ervaring kan ik goed met de studenten praten over het werk. Ze komen binnen en willen allemaal de lucht in. Het is dan ook een prachtig beroep, maar je moet er geschikt voor zijn, het is fysiek en psychisch zwaar.’
GOEDE VOORBEELD Het onderwijs zit Floortje Moonen in het bloed. Haar beide ouders komen uit het onderwijs en lang geleden volgde ze het eerste jaar van de opleiding docent Dans. Het eerste jaar hbo Nederlands stond eveneens in het teken van docent worden. ‘Ik heb in het verleden ook wel nagedacht over kinderpsychologie en kinderfysiotherapie’, vertelt Floortje. ‘Het heeft voor mij in ieder geval altijd met zorg te maken.’ Het werk als stewardess is ook in dat licht te bezien. ‘Het doet een beroep op zorgen voor een ander. Dat heb ik van huis uit meegekregen en ik wil dat graag overbrengen. Zelf het goede voorbeeld zijn, want deze kinderen – ik moet studenten zeggen, maar ik zie ze als mijn kinderen – ze komen uit downtown Rotterdam en kunnen extra aandacht goed gebruiken. Dat hebben ze nodig, daar geloof ik in: aandacht en liefde geven.’
*wing = Als je steward(ess) wilt worden en wilt vliegen, moet je bij een luchtvaartmaatschappij de interne opleiding INI volgen. Als je die hebt gehaald, krijg je je ‘wing’.
ROM 3 / 11
ALBEDA STARTCOLLEGE EN BUZINEZZCLUB HELPEN DOORSTROMEN
Geen jongere van school zonder baan TEKST INEKE WESTBROEK FOTO PETJA BUITENDIJK
Jongeren die hun entreeopleiding hebben afgerond kunnen in een gat vallen, omdat zij geen baan hebben. In dat gat springt het project Geen jongere van school zonder baan. In dit project, waarin het Albeda Startcollege samenwerkt met de Buzinezzclub, kunnen studenten van het Albeda Startcollege zich al tijdens hun entreeopleiding oriënteren op de arbeidsmarkt.
Een jongen toont zijn groepsgenoten een foto van een man op een berg: zijn keuze bij de opdracht om een foto te zoeken die bij je past, en iets zegt over de droom die je waar wilt maken: ‘Die man ben ik. En die berg staat voor wat ik wil bereiken.’ In het trainingsprogramma, gericht op het vinden en behouden van een passende baan, wordt regelmatig op die manier gewerkt. ‘Zo’n opdracht lijkt vaag’, zegt trainer en leider van het project, Tolga Ozcan, ‘maar het
is een manier om erachter te komen wat iemand wil, en welke stappen dit vraagt.’
MEMBERS Doordat veel schoolverlaters met een mboniveau-1-kwalificatie geen passende baan vinden, dreigen zij in een uitzichtloze situatie te belanden. Om dit te voorkomen, startten de Buzinezzclub, een organisatie die jongeren aan werk helpt met hulp van bedrijven, en het Albeda Startcollege in februari Geen Jongere van school zonder baan. Als ‘mem-
bers’ van de Buzinezzclub volgen studenten van het Albeda Startcollege tijdens hun opleiding het vier maanden durende Buzinezzclub-doorstroomprogramma. Dit programma helpt hen optimaal voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Vakken in hun beroepsrichting volgen zij aan het Startcollege. Bij de Buzinezzclub worden zij tijdens het vier maanden durende traject gecoacht met een focus op empowerment, solliciteren en het maken van een carrièreplan. Netwerken staat op het programma om de juiste contacten te vinden, die hen verder brengen in hun carrière of om een eigen bedrijf te beginnen. Als onderdeel van hun persoonlijke coaching krijgen members ook toegang tot Rotterdamse netwerken van professionals en MKB-ondernemers. Na afronding van het traject worden jongeren drie jaar begeleid, onder andere door coaches vanuit het bedrijfsleven.
KENTUCKY FRIED CHICKEN ‘Wij helpen jongeren erachter te komen wat hun passie is en hoe ze daarnaartoe kunnen
WAT DOET DE BUZINEZZCLUB? De Buzinezzclub is een trainingsprogramma, speciaal voor jongeren gericht op het vinden van de juiste opleiding/baan, een BBL-werkplek, studie of de start van een eigen bedrijf. Jongeren worden tot drie jaar lang begeleid en krijgen persoonlijke coaching van experts uit het bedrijfsleven. Verder geldt: eens een member, altijd een member. Members kunnen er altijd terecht, ook ná deelname of tijdens de baan/ studie/onderneming. www.buzinezzclub.nl
12 ROM 3
‘Ik heb mezelf al beter leren kennen’
werken’, schetst Laura van Halteren (directeur van het project): ‘de bedoeling is dat ze niet blijven steken op een niveau-1-baan. Handsley weet allang wat hij wil: filiaalhouder worden van een sportzaak. Handsley: ‘Ik ben gek op sporten, sportkleding en ga graag met mensen om.’ Het komt hem niet aanwaaien, beseft hij: ‘Superbelangrijk om bij een groot doel eerst subdoelen te stellen. Als je gelijk je hoofddoel wilt bereiken, haak je af omdat het niet lukt.’ Met zijn bijbaan in de keuken van Kentucky Fried Chicken heeft hij alvast twee cruciale subdoelen bereikt: werk en dus geld voor meer financieel evenwicht.
HUISJE-BOOMPJE-BEESTJE Kennedy verwacht in het doorstroomtraject achter zijn passie te komen. Dankzij de, zoals hij het noemt, ‘wijze lessen’ is hij al een eind op weg: ‘Ik heb mezelf al beter leren kennen. Eigenlijk wil ik later huisje-boompje-beestje. Daarvoor is geld nodig, dus een goeie baan. Ik heb gemerkt dat ik van van koken en mooie kleren houd, dus misschien wil ik kok worden, of kledingontwerper.’ Kennedy voelt zich in ieder geval weer gemotiveerd om aan zijn toekomst te werken. Die
WAT IS HET STARTCOLLEGE? Jongeren van 16 jaar of ouder zonder vmbo-diploma kunnen bij Albeda Startcollege een entreeopleiding volgen, praktijkervaring opdoen en een mbo-diploma halen. Het Startcollege gaat uit van de talenten van jongeren en stelt geen eisen aan vooropleiding. Na de entree-opleiding van één jaar kunnen jongeren doorstromen naar een mbo-opleiding op niveau 2 of een baan zoeken als assistent. Entreeopleidingen zijn er voor techniek, (facilitaire) dienstverlening, horeca, zorg, verkoop en logistiek.
motivatie verdween nadat hij jarenlang op een praktijkschool werd geparkeerd, terwijl hij als citoadvies kaderberoepsgerichte leerweg meekreeg: ‘Er was nergens plaats. Later, op het mbo, dacht ik dat de richting techniek wel easy zou zijn, met dingen aan elkaar lassen, maar ik merkte dat het niks voor mij was.’ Kennedy kreeg daarom de pest aan school, maar dat is nu over. Hij heeft zelfs een belangrijk subdoel gehaald: op tijd komen. Zowel Kennedy als Handsley volgen het door-
stroomtraject met plezier: ‘Ik heb er altijd zin in, de sfeer is supergoed.’
IDEAAL Jamal Zarouil (docent en zorgcoördinator Albeda Startcollege) is blij met de intensieve begeleiding door de Buzinezzclub: ‘Voorheen lukte ons dit niet op die manier, door gebrek aan tijd en middelen. Studenten die het traject volgen doen beter hun best, omdat ze dankzij de trainingen meer vastigheid krijgen en gericht naar een ideaal toewerken.’
ROM 3 / 13
VERRE BERGEN START BASISSCHOOL IN ZUIDWIJK
Gedurfde ideeën of gouden bergen? TEKST RONALD BUITELAAR ILLUSTRATIE CHRIS VERSTEEG
In augustus gaan de deuren open van een nieuwe basisschool in Zuidwijk. Bijzonder aan de school is dat er gestart wordt met alleen groep 1 en dat de school volledig privaat gefinancierd wordt door De Verre Bergen, een stichting met naar eigen zeggen ‘kennis en kapitaal voor gedurfde ideeën’.
De nog naamloze school moet de komende acht jaar tot een volwaardige basisschool uitgroeien en zegt een ‘gewone’ ouderbijdrage te vragen. Beloofd wordt extra aandacht voor de groei van iedere leerling en extra ruimte voor leerkrachten om zich verder te professionaliseren. Ook is het de bedoeling dat binnen- en buitenschools leren elkaar versterken.
POENERIGE KOP ‘Miljardairs willen onderwijs veranderen en beginnen basisschool in Rotterdam’ kopte het AD Rotterdams Dagblad in maart van dit jaar. Een poenerige kop waarvan ze bij De Verre Bergen niet blij werden. Het wekt de indruk dat met het geld van de Rotterdamse ondernemersfamilie Van der Vorm in de achterzak wel even een succesvolle school wordt neergezet.
CONCEPT IN ONTWIKKELING Op 23 maart vond een eerste informatiebijeenkomst plaats in Zuidwijk. Vertegenwoordigers van De Verre Bergen deden hun best het bovenstaande beeld weg te nemen, onder meer door in te gaan op de vele vragen van de ongeveer 100 aanwezige buurtbewoners en belangstellenden. Het ROM was aanwezig en schoof aan bij een informatiegroep voor professionals. Na afloop van de bijeenkomst vroeg het ROM drie van hen hoe zij tegen het initiatief aankijken. De Verre Bergen had op vragen, zoals die van de geïnterviewden, nog geen afgewogen antwoord, omdat het concept nog in ontwikkeling is.
14 ROM 3
Ina van den Boogaart, bovenschools directeur van een aantal basisscholen in de Rotterdamse regio en actief bij Seinpost Slinge, een stichting voor maatschappelijke activiteiten in Zuidwijk.
‘Ik juich dit initiatief van harte toe’ ‘Als je door Zuidwijk rijdt, zie je niet direct dat de nood hier hoog is. Veel van de problematiek speelt zich achter de voordeur af. De Verre Bergen onderkent dat en wil met een nieuwe basisschool iets toevoegen voor de kinderen in deze wijk. De organisatie heeft eerder al laten zien dat ze kinderen die het aan kansen ontbreekt iets extra’s wil bieden. Ik juich hun initiatief daarom van harte toe. Wel heb ik het idee dat de plannen voor Zuidwijk nog niet scherp omlijnd zijn. Zo is mij niet duidelijk vanuit welke onderwijskundige visie ze gaan werken en vraag ik me af of ze wel goed hebben nagedacht over wat dit gaat betekenen voor al bestaande scholen. Ik vraag me af of ze niet beter – net als wij doen op sociaal vlak – een breder aanbod dan onderwijs alleen kunnen realiseren. Dat lukt de overheid vanwege verkokerde budgetten en bureaucratie niet, maar is wat we ook bij de Seinpost doen. Wij bedienen een groep die om diverse redenen niet van het reguliere aanbod profiteert. Wellicht ligt er voor hen een vergelijkbare rol?’
Linda Voogt, hoofdcoach judo bij Sportvereniging Hagendoorn en fysiotherapeut.
‘School, sportclubs en wijkinstellingen kunnen het beste samen optrekken’ ‘Ik ken De Verre Bergen via de judolessen die ik voor Vakmanstad verzorgde. Dat was goed opgezet. Niet in de vorm van een cursusje judo, zoals nu op veel scholen gebeurt. Maar gedegen en langdurig. Judo als lifestyle. Oud-leerlingen vertellen me dat ze geleerd hebben om goed naar zichzelf en naar de ander te kijken. Ik zou daarom best met onze sportvereniging bij ze willen aanhaken. Ik denk dat we veel voor elkaar kunnen betekenen omdat de populatie waarover we het hebben veel uitdagingen kent. Er is armoe, weinig gemeenschapszin en het ontbreekt veel ouders en kinderen aan basale kennis en vaardigheden. Zo trapte een jongen bij mij een wc-deur in, omdat hij er niet uit kon. En een moeder dacht dat haar zoon koorts had, omdat hij zweette van het sporten. Het pedagogisch aspect vraagt dus veel aandacht. School, sportclubs en andere wijkinstellingen kunnen dan beter gezamenlijk optrekken.’
Rolf Engelen, kunstenaar, kerndocent op de Willem de Koonig Academie en in de wijk actief met het kunstenaarscollectief Friendly Stalking bij basisschool Toermalijn.
‘Ik heb mijn zorgen bij het zomaar neerzetten van een school zonder onderzoek vooraf’ ‘Ik ken De Verre Bergen en weet dat ze vanuit een goede intentie werken. Toch heb ik mijn zorgen bij het zomaar ‘neerzetten’ van een basisschool. Een team aanstellen dat het onderwijs op deze school moet gaan ontwikkelen heeft iets in zich van kolonisatie. Ik besef dat dat een boude uitspraak is, maar ik denk dat De Verre Bergen zich moet realiseren dat in deze wijk al heel lang initiatieven ontplooid worden door particulieren en instellingen die veel hebben zien wegvallen en daar zelf antwoorden op zijn gaan formuleren. Voor mij is het dus belangrijk om te weten of zij het vooral alleen willen gaan doen of dat zij zich willen verbinden met wat er al is. Ik hoop dat ze zich open willen stellen voor de wijk en gebruik gaan maken van de al aanwezige kwaliteiten. Dan zou hun inzet iets voor de hele wijk kunnen betekenen.’
OVER DE VERRE BERGEN Stichting De Verre Bergen is een een Rotterdamse filantropische organisatie met kennis en kapitaal voor gedurfde ideeën. De stichting zet zich sinds 2011 in voor een sterker en beter Rotterdam. Daartoe werken ze samen met allerlei initiatiefnemers om programma’s te ontwikkelen, uit te voeren en op effectiviteit te onderzoeken. Deze initiatieven hebben met elkaar gemeen dat ze op een vernieuwende manier maatschappelijke vraagstukken aanpakken. Stichting De Verre Bergen hecht veel waarde aan doelgericht werken en meten van de resultaten.
ROM 3 / 15
DIT IS MIJN KLAS
Mindmappen en breinleren
Valentina (12) ‘In het begin van het jaar heeft de juf gezorgd dat we echt een groep werden. Dat zorgt dat we gezellig met elkaar omgaan. Verder doet zij en de school alles om ons zoveel mogelijk te leren. We werken met mindmaps, er zijn plus- en talentklassen en je kunt als leestutor andere kinderen helpen.’
TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DER MEIJDE
16 ROM 3
Sudenaz (12) ‘De kinderen in onze klas komen van over de hele wereld. De sfeer is goed en juf is echt leuk. Ze kan met zoveel kracht vertellen en uitleggen dat je wel wilt leren.’
Ouanis (12) ‘Als je iets niet snapt krijg je binnen de klas extra uitleg en desnoods buiten de klas door een andere juf. Net zo lang tot je het wel snapt. We moeten hard werken, maar het is een leuke klas.’
Salma (12) ‘We gebruiken vaak mindmaps. Dat is handig, want dan hoef je niet uit een boek te leren. Het is een soort samenvatting. We gebruiken ook kahoot en voortoetsen, zodat je extra uitleg kan krijgen voor wat je moeilijk vindt.’
Erva (12) ‘Onze juf kan heel erg goed uitleggen. Zo waren de cijfers bij geschiedenis, aardrijkskunde en biologie een keer wat lager. Toen heeft ze er met mindmaps voor gezorgd dat ze omhoog gingen.’
Dalida MacDonald is leerkracht groep 8 op de Hildegardisschool ‘Ik werk zo’n twintig jaar op deze school en ben echt een bovenbouwleerkracht. Ik stond tien jaar voor groep 6, kort voor groep 7 en sta nu alweer jaren voor groep 8. Voor mij zijn een veilige klas en goede relaties voorwaardelijk om tot leren te komen. In het begin miste ik de tools om die voorwaarden te creëren. Met de master Special Educational Needs (SEN) die ik tien jaar geleden volgde heb ik er grip op gekregen. Ik vind het belangrijk dat kinderen merken dat ik ze serieus neem. Omdat ze op school meepraten en meedenken zie ik ze gaan ‘vliegen’. Ook in het leerproces. In didactische zin ben ik van de structuur en duidelijke stapjes. Ik heb dat zelf gemist toen ik een kind was. Ik was bijvoorbeeld een kluns met rekenen en kijk dus heel goed wat kinderen nodig hebben. Waar houdt het voor ze op en wat kan ik op hun niveau aan uitbreiding en verdieping aanbieden?
Zicht krijgen op de ontwikkeling van kinderen en daarop inspelen is een proces dat niet vanzelf kwam. Dat heeft moeten groeien. Gelukkig ben ik nieuwsgierig en leergierig en slurp ik alle kennis op die mij kan helpen om kinderen in hun ontwikkeling en bij hun leren te ondersteunen. Zo maak ik veel gebruik van mindmappen en benut ik inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek naar het brein en leren. Bijvoorbeeld door een landkaart te visualiseren bij het aanleren van topografie. Ik zag de resultaten omhoogvliegen! Als school hebben we ons vooral na de komst van de nieuwe directie verder ontwikkeld. We gingen van top down naar bottom up en dat heeft ons veel goed gedaan. We passen al een paar jaar de methodiek LeerKracht toe voor de verbetercultuur in ons team. We gebruiken boundary crossing (leren buiten de bekende kaders – red.) om kennis en expertise te delen met elkaar en zowel leerkrachten als leerlingen werken met bordsessies. Het zorgt voor meesterschap en autonomie en maakt dat ik met veel plezier op deze school werk.’
ROM 3 / 17
4X
4x
energizers
Een energizer is – het woord zegt het al – een oefening om weer energie te krijgen. Je kunt energizers inzetten voor de afwisseling in een les, het richten van de aandacht of als samenwerkingsactiviteit. Hieronder staan een vier ideeën voor korte energizers. Deze en meer vind je op werkvormen.info. Van binnen naar buiten
Figuren vormen
5 tot 10 minuten Doel: fysiek samenwerken. Iedereen staat hand in hand in een kring, met de gezichten naar binnen. Geef de volgende instructie: ‘Zorg dat jullie met de gezichten naar buiten komen te staan, maar zonder elkaars handen los te laten.’ Hilariteit alom en na enig gepuzzel lukt het.
Alle ballen verzamelen
10 minuten Doel: kennismaking en saamhorigheid. Noem een onderwerp, bijvoorbeeld ‘hobby’. De deelnemers zoeken gedurende 1 minuut mensen met dezelfde hobby als zijzelf en vormen daarmee een groepje. Gevolg: deelnemers wisselen hobby’s uit. Vraag de groepjes na afloop op basis waarvan zij bij elkaar staan. Herhaal de opdracht eventueel met andere onderwerpen. Suggesties: geboorteplaats, gezinssamenstelling, lievelingseten, lievelingsmuziek.
18 ROM 3
10 minuten Doel: samenwerken. Maak groepjes van vier of vijf. De deelnemers hebben elkaars handen vast. Geef ze steeds een opdracht, zoals: ‘Vorm een driehoek’. De groepjes moeten zo snel mogelijk, zonder te spreken, de opdracht uitvoeren. Ook moeten ze steeds met minstens één hand contact blijven houden met de anderen. De groep die het snelst de gevraagde figuur heeft gevormd, krijgt een punt. Mogelijke opdrachten: een opengaande bloem, vormen (een vierkant, een kubus, een bol), dieren (een slang, een spin, een draak), letters, cijfers.
Poisoned eyes
10 minuten Doel: alert maken, activeren. Maak een cirkel en ga er zelf tussen staan. Vertel een smeuïg verhaaltje over giftige ogen die kunnen doden en leg uit dat vanaf nu alle deelnemers van die dodelijke ogen hebben en dat als ze met iemand oogcontact maken, ze een afschuwelijke dood sterven. Stimuleer iedereen om theatraal te sterven. Laat je hoofd zakken en kijk naar de grond. Zeg: ‘Ik tel tot 3. Bij 3 kijk je óf naar je linkerbuurman, óf naar je overbuurman, óf naar je rechterbuurman. Als jullie ogen elkaar kruisen, sterven jullie allebei en vallen dood neer. Als je met niemand de ogen kruist, blijf je leven. We gaan door tot iedereen dood is, of er één iemand overblijft.’
COLUMN
ROMNIEUWS.NL Nu lees je ons magazine, maar het ROM biedt meer! Kijk op de site voor actueel nieuws uit het Rotterdams onderwijsveld, artikelen, verslagen van onderwijsbijeenkomsten en de agenda.
ANNE-MARIE PLASSCHAERT
Pieken ANNE-MARIE PLASSCHAERT SCHRIJFT VOOR HET ROM OVER HAAR BE-
c d
LEVENISSEN ALS DOCENT JOURNALISTIEK OP HET GRAFISCH LYCEUM
Like! facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine
Volg! @romnieuws twitter.com/romnieuws
ABONNEER JE OP DE NIEUWSBRIEF Elke maand een link naar de laatste aanvullingen op de site, extra nieuws en meer. Meld je aan op romnieuws.nl/nieuwsbrieven.
Wat boffen wij docenten toch met zo lekker veel vakantie. We hebben de zomervakantie voor de boeg en kunnen dit jaar terugkijken op een extra lange meivakantie, een voorjaarsvakantie, twee weken kerst en een weekje herfst - omdat in het verleden dan de kachels werden aangestoken. Echte bofkonten met om de twee maanden vrij, zo zien politiek en buitenwacht het onderwijzend personeel. Tegenover al die vakanties staan dan wel de zogenoemde ‘piekmomenten’. Managers hebben het daar graag over wanneer hun medewerkers mopperen over te veel werk. Die piek-‘momenten’ blijken over de jaren heen een rekbaar begrip. Kon je tot een jaar of wat geleden inderdaad spreken over fasen met verschillende werkdruk waarin het enkele kortere perioden wat drukker was, nu bestaat het schooljaar uit de perioden druk, drukker en drukst. Zo startte onze meivakantie dit jaar al half april. Met als gevolg dat wij – begeleiders van onze eindexamenkandidaten – twee weken minder tijd hadden voor feedback aan onze studenten op hun afstudeerportfolio’s. Maar omdat ook de studenten allemaal twee weken korter hadden om het aan ons voor te leggen, was hun werk nog niet compleet en kostte alles bij elkaar dubbel zoveel tijd. Dat deden wij natuurlijk met liefde, naast onze lessen aan de lagere jaren, het na te kijken werk van deze studenten, de voorbereiding op de volgende periode na de vakantie, de (extra) overleggen in verband met de komst van de inspectie enzovoort enzovoort. Die twee weken meivakantie waren dus geen overbodige luxe. Het duurde zeker een week voor we weer een beetje tot onszelf kwamen. Na terugkomst was het korte gevoel van rust in één klap weg. De nieuwe periode brak aan – lessen doornemen, eindopdrachten van modules nakijken, herkansingen inplannen, de (extra) overleggen in verband met wat de inspectie volgens het management na het bezoek zou kunnen gaan zeggen en ga zo maar door. Wij, als assessor, zijn daarnaast ook nog druk met de eindexamenportfolio’s: verzamelen, bestuderen, beoordelen, vragen bedenken voor het eindgesprek. Pieken doen wij docenten natuurlijk met liefde. Praktisch het hele jaar rond werken we te hard en te veel. Maar wat zouden wij toch ontzettend graag willen pieken op inhoud, creativiteit en niveau en dáár meer tijd voor krijgen. Het hele jaar rond.
ROM 3/19
OBS BLOEMHOF: VAN ZWAK NAAR GOED
Sein op groen TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Het was schrikken. Het was confronterend. En het maakte een lawine aan veranderingen los. In mei 2016 kreeg Obs Bloemhof het oordeel ‘zwak’ van de inspectie. Inmiddels staat het sein weer op groen. De directeur en ib’ers blikken terug op een ingrijpende periode, waar Bloemhof dankzij hard werken als een andere school uit tevoorschijn kwam.
20 ROM 3
Aan de inzet van leerkrachten lag het niet, zegt ib’er Marleen Sahertian. ‘Vroeger werkten we ook hard. Ons doel was altijd om de kinderen het beste te bieden. Alleen werden niet altijd de juiste dingen gedaan. En de inspectie miste een doorgaande lijn.’
NIEUWE DOELEN De school in de gelijknamige wijk Bloemhof kwam in een tweejarig inspectietraject terecht. Het bestuur BOOR stuurde experts en er kwam een interimdirecteur. Die werd opgevolgd door waarnemend directeur Lynne Koster. Lynne vormt samen met Marleen (ib bovenbouw), Martina Verhaar (ib onderbouw), adjunct-directeur Roos Hoogendorp en Marjoleine Schellaars, de schoolcoach vanuit BOOR, de regiegroep zorg. Deze groep formuleerde op basis van de waarnemingen van de inspectie nieuwe doelen en stemde daar de zorg en het management op af. Wekelijks overlegt de regiegroep. ‘Dat was zeker de eerste periode
Obs Bloemhof gebruikt het expliciete directe instructiemodel om het leerstofaanbod beter af te stemmen op de onderwijsbehoeften.
echt nodig, want er gebeurde ontzettend veel’, vertelt Martina. Het eerste jaar werd het team bijgeschoold op het punt van didactisch- en het pedagogisch handelen. Ook voerde de school een aantal nieuwe methodes in. In het tweede jaar lag de nadruk op doen: de leerkrachten pasten hun nieuwe kennis toe en werden hierbij gemonitord en begeleid.
Obs Bloemhof gebruikt nu het expliciete directe instructiemodel (edi) om het leerstofaanbod beter af te stemmen op de behoefte van de leerlingen. Daarbij doorloopt de leerkracht vaste stappen: de voorkennis activeren, het lesdoel benoemen, een voorbeeld geven en modellen, begeleide inoefening, de kinderen zelfstandig laten oefenen en de drie instructiegroepen op hun eigen moment loslaten.
GEDEELD LEIDERSCHAP
Lynne: ‘We hebben kijkwijzers ingevoerd die mensen helpen om de juiste stappen te zetten, en ook lessen gefilmd. Op een studiedag hebben we die filmpjes bekeken en besproken. Zo leren we samen.’ Marleen: ‘Na elk nieuw meetmoment kijken we: waar zijn we in gegroeid en wat zijn nog aandachtspunten?’ Rond die aandachtspunten organiseert de school af en toe na schooltijd workshops. Zo’n bijeenkomst kan bijvoorbeeld gaan over de vraag hoe een goede evaluatie er uitziet.
Leerkrachten, ib’ers en directieleden stapten in verschillende expertgroepen en werkten daar een deel van het nieuwe beleid uit, bijvoorbeeld rond het vernieuwen van het vak rekenen. ‘We gaan voor gedeeld leiderschap’, zegt Lynne. ‘We zijn samen verantwoordelijk.’ Om iedereen te herinneren aan de doelen achter de verandering, hing de regiegroep zorg flappen in de teamkamer met daarop de indicatoren van de inspectie, uitgewerkt in concrete doelen. Wanneer nu een verbetering wordt doorgevoerd, doet de school eerst onderzoek. Dat leidt tot verbeterpunten en afspraken over wie wat aanpakt en met welke deadline. Tijdens klassenbezoeken wordt bekeken in hoeverre de verbetering al zichtbaar is in het onderwijs. De vorderingen van leerlingen worden bewaakt door middel van de kleine- en
‘Nu doen we extra ons best om de verbeteringen vast te houden’
ZUCHT VAN VERLICHTING Ib’er Martina kwam gedurende het verbeterproces in dienst. ‘Ik trof een heel betrokken team aan; mensen wilden er echt de schouders onder zetten’, vertelt ze. ‘Je ziet ook het gedrag van de kinderen veranderen. Wij doen hier de Kanjertraining en je ziet dat kinderen toepassen wat ze daar leren. Ze weten beter hoe ze ruzie kunnen voorkomen.’ In juli 2018 kwam de inspectie terug. De grote gezamenlijke inspanning werd beloond met een groene kaart. Er ging een zucht van verlichting door de school. Maar nu wordt het pas echt opletten, zegt Marleen. ‘Nu de urgentie is weggevallen, moeten we extra ons best doen om alle verbeteringen goed vast te houden.’ Lynne: ‘Daarom zijn we nu aan het borgen. Alle veranderingen moeten duurzaam worden. We gaan deze verbetering met elkaar vasthouden en uitbouwen om nog beter te worden in wat we al doen.’
grote onderwijscyclus. Voor de kleine onderwijscyclus heeft elke leerkracht een logboek met dagplanning. Daar komen korte notities in: wie snapte de breuken niet en hoe wordt die de volgende keer geholpen? De cito- en tussentoetsen vormen samen de ‘grote onderwijscyclus’. Leerkrachten analyseren samen met de ib’ers de resultaten van de leerlingen. Geleidelijk gaan de leerkrachten dit steeds zelfstandiger doen. Martina: ‘Wij hebben als ib’ers de eerste twee jaar veel geïnvesteerd in het opzetten van de nieuwe zorgstructuur. Daarmee hebben we de hele school op één lijn gekregen.’
NAAR BINNEN GERICHT ‘We zijn heel intern gericht geweest’, vertelt Lynne. ‘Ons onderwijs moest goed worden, dus daar ging alle aandacht heen. In de feestcommissie zit bijvoorbeeld alleen onderwijsondersteunend personeel. Leerkrachten kunnen zich helemaal concentreren op het onderwijsproces.’
ROM 3 / 21
VOORSTELLING BYTE ME! STELT JONGEREN VRAGEN
Wat betekent privacy voor jou? TEKST RENATE MAMBER FOTO SJOERD KELDERMAN
In augustus gaan de deuren open van een nieuwe basisschool in Zuidwijk. Bijzonder aan de school is dat er gestart wordt met alleen groep 1 en dat de school volledig privaat gefinancierd wordt door De Verre Bergen, een stichting met naar eigen zeggen ‘kennis en kapitaal voor gedurfde ideeën’.
‘Delete! Druk op delete!’
22 ROM 3
Leerlingen delen veel via sociale media: foto’s, filmpjes, berichten en locaties. Het zorgt voor sociale contacten, hilariteit, maar soms ook voor onrust en cyberpesten. Alle scholen hebben daar in meer of mindere mate mee te maken. Wat We Doen maakte er in samenwerking met Maas theater en dans een voorstelling en workshop over. Ook over wat grote bedrijven eigenlijk doen met alle gegevens die ze via je telefoon verzamelen.
DICHT OP DE HUID Regisseur Floris van Delft: ‘Privacy is een heel actueel onderwerp voor nu en in de toekomst. Veel mensen staan er niet bij stil welke gegevens via je telefoon worden geregistreerd en wie daar allemaal in kunnen kijken. Het is goed om daar met zijn allen bewust over na te denken: Wat is privacy? Wat betekent het voor jou en wat betekent het voor anderen en hoe ga je daarmee om.’ Om de voorstelling een zo groot mogelijke impact te geven, vindt die plaats in de klas. Floris: ‘Ik wilde heel dicht op de huid van de leerlingen zitten. Als je in de klas bent, dan ben je in hun ruimte, daar waar het zich afspeelt, dat maakt de beleving anders. Het gaat om jouw telefoon en het gaat om wat jij deelt op die telefoon.’
ONGEMAKKELIJK Bij Havo 2 van het Wolfert van Borselen College maakt de voorstelling veel los. Alle leerlingen voelen zich na afloop ongemakkelijk en vragen zich af wat ze gedachteloos op hun telefoon hebben gedeeld of gedaan. Een meisje na afloop. ‘Ik had geen idee waar al die cookies voor waren. Ik denk nu wel beter na voordat ik ergens toestemming voor geef.’ Een ander: ‘Ik kijk nu heel anders naar mijn telefoon. Ik denk dat ik minder foto’s en zo ga delen.’ Mentor Josine Jansen is niet verbaasd over de reacties. ‘Voor onze generatie zijn internet en smartphones niet vanzelfsprekend, maar jongeren zijn ermee opgegroeid. Ze geven voor van alles toestemming, maar kunnen de gevolgen nog niet goed overdenken. Het is goed dat ze bewuster worden van wat er gebeurt met alle informatie die ze delen. Ik denk zeker dat deze voorstelling daarbij helpt, maar ik denk ook dat ze met veel dingen gewoon zullen doorgaan.’
De voorstelling speelt zich af in de klas. ‘Dan ben je in hun ruimte, daar waar het zich afspeelt, dat maakt de beleving anders.’
De voorstelling begint… De klas wacht in het lokaal. Een acteur komt binnen. Of ze allemaal even willen tekenen dat ze het eens zijn met de voorwaarden. Hij geeft iedere leerling een dik pak papier om te ondertekenen. De leerlingen weten niet wat ze ermee aan moeten. Lezen? Zoveel tekst? Dan komt een tweede acteur. Ze weet een veel makkelijker manier. ‘Als jullie even allemaal met je telefoon willen inloggen?’, vraagt ze. ‘Even je nummer intoetsen en dan op oké drukken. Zo gedaan.’ Het overgrote deel van de klas doet het.
MAAS THEATER EN DANS Maas is een podium en een gezelschap van professionele makers die theater en dans maken voor kinderen, jongeren en jong volwassenen. Altijd met vanzelfsprekend contact tussen het publiek en de mensen op het podium. maastd.nl/algemeen
NAAKTFOTO’S ‘Druk op delete! Delete!’ schreeuwt een leerling. De acteur heeft gezegd dat ze met apparatuur kunnen detecteren wie er naaktfoto’s heeft op zijn telefoon. Leerlingen toetsen verwoed op hun telefoon. Anderen staren naar het scherm. Ze stoten elkaar aan. Iemand roept: ‘Ik zei toch dat je het niet had moeten doen!’ Op een scherm vooraan in de klas verschijnt een foto. ‘Het lijkt op een… Het is een… hond.’ De spanning ebt weg, maar het ongemak blijft.
VERTROUWEN Chyramain van Kempen van Wat We Doen / Maas theater en dans bespreekt het onderwerp ‘vertrouwen’. ‘Waar zouden jullie je vrienden en ouders plaatsen ten opzichte van jezelf en waar je telefoon?’ Hij plaatst een kaartje met “Ik” op het bord. De leerlingen plaatsen hun ouders er vlak naast. Hun vrienden op korte afstand. De telefoon komt niet op het bord, maar ver weg, helemaal bij de deur. Chyramain: ‘Jullie vrienden staan dichter bij jullie dan je telefoon. Toch heeft je telefoon meer informatie over jou dan je vrienden.’
WAT WE DOEN Wat we doen maakt uitdagende projecten met als doel het gesprek aan te gaan over en je te verdiepen in actuele maatschappelijke dilemma’s. watwedoen.nl
ROM 3 / 23
INFOGRAPHIC
Regelmatig lezen we in ROM over scholen die het goed doen dankzij de aanpak van een professioneel opererende leider. In deze editie bijvoorbeeld is dat OBS Bloemhof.Waardoor kenmerken goede schoolleiders zich?
Effectieve schoolleiders Lees op romnieuws.nl hoe Andy Hargreaves op 23 mei in de Doelen sprak over het belang van goede schoolleiders: tinyurl.com/hargreaves-schoolleiders.
John Hattie (2009) onderscheidt de transformationele en de instructionele leider. De eerste richt zich op het team, de tweede op de resultaten van de leerlingen. Die tweede aanpak blijkt veel meer effect te hebben op leerprestaties dan de eerste.
WAT VINDEN EFFECTIEVE SCHOOLLEIDERS BELANGRIJK?
WAT DOEN EFFECTIEVE SCHOOLLEIDERS VEEL?
Lessen observeren Steeds evalueren van hun eigen impact
Leraren bekwaam maken in leerlingobservatie I edereen in de school moet zijn impact kennen en evalueren
Leraren professionaliseren op dat wat leerprestaties verhoogt Leraren en leerlingen weten hoe succes eruitziet
Concrete en uitdagende doelen stellen
24 ROM 3
orgen dat de hele schoolomgeving Z bevorderlijk is voor leren
Bron: John Hattie (2009), Leadership Matters: tinyurl.com/hattieprofessionalleader
RECENSIE
RECENSIES VOOR EN DOOR COLLEGA’S
2 Boeken 1
HET GEHEIME LEVEN VAN HET TIENERBREIN. HOE WE ONSZELF UITVINDEN SARAH-JAYNE BLAKEMORE
Humeurig, onbetrouwbaar, gewelddadig: adolescenten worden vaak gestereotypeerd en vergruisd. Veelbekroond neurowetenschapper Blakemore is juist heel enthousiast over adolescenten. Dat komt volgens haar door hun hersenen, die op bijzondere wijze aan het transformeren zijn: ‘Pubers doen fantastische dingen. Dit brein moeten we begrijpen, verzorgen en vieren.’ Volgens haar is pubergedrag niet ondoordacht en destructief. Het heeft duidelijk een reden: het is een belangrijke fase voor de hersenontwikkeling. In deze periode vinden we onszelf namelijk uit. Onderzoek naar het puberbrein is relatief jong, het is een trend van de afgelopen twee decennia. De laatste jaren zijn er dan ook aardig wat boeken over verschenen. Wat mij betreft hoort Blakemore bij die wetenschappers die de gave hebben om onderzoek leuk en smeuïg te maken. Ze beschrijft de ontwikkelingen van het jongerenbrein in heldere taal en gebruikt sprekende praktijkvoorbeelden. Eén hoofdstuk is speciaal gewijd aan het onderwijs en hoe je jongeren het meest cognitief uitdaagt.
2
NIEMAND POEPT GRAAG OP SCHOOL FRANK JONGBLOED
De titel van het boek geeft je de verwachting dat het een boekje is met hilarische verhalen, maar dat valt wel mee. Mogelijk verdwijnt de humor op het moment dat je het op papier zet en had je er gewoon bij moeten zijn om het als humor te ervaren. Wat overblijft zijn 25 anekdotes die de betrokkenheid van de schrijver tot het onderwijs en de kinderen op school mooi weergeven. De betrokkenheid is soms zelfs vertederend of zet de lezer tot nadenken. Een boekje met een knipoog naar alle leraren in het basisonderwijs.
Geen tijd om te lezen, maar wil je wel meer weten over het puberbrein? Bekijk dan één van haar TED talks: tinyurl.com/ TEDxBlakemore.
Ik zou Frank graag willen uitnodigen om wat meer maatschappijkritische anekdotes te schrijven met betrekking tot het onderwijs. Dat moet als leraar en schooldirecteur in roerige tijden niet al te moeilijk zijn, maar is juist een waardevolle aanvulling.
Evelyne Hurkmans werkt bij Buro Hurkmans & Houtman, gespecialiseerd in gezonde leefstijl projecten en leefstijl coaching in Rotterdam.
Gézina Trouw is docent bij Zadkine Spijkenisse en ambassadeur BVMBO (de beroepsvereniging voor opleiders in het MBO).
OOK EEN BOEK RECENSEREN? Kijk op romnieuws.nl om te zien welke onderwijsboeken we hebben liggen.
ROM 3 / 25
VRIJHEDEN LEERT EIGEN KEUZES MAKEN
Taboe TEKST INEKE WESTBROEK
Huwelijksdwang, eerwraak, genitale verminking, achterlating in het land van herkomst. Docenten die taboeonderwerpen in de klas bespreekbaar willen maken, konden de afgelopen schooljaren gebruikmaken van VrijHeden, een aanbod georganiseerd door de gemeente Rotterdam. Afgelopen schooljaar werkten twintig Rotterdamse scholen met activiteiten uit dit aanbod, waarin de Gemeente Rotterdam € 70.000 investeerde.
Shahira wil seks pas na haar huwelijk. ‘Maar’, nuanceert zij, ‘als iemand anders er klaar voor is om het vóór het huwelijk te doen, moet dat gewoon kunnen.’ Klasgenoot Mohamed is het hier niet mee eens: ‘Binnen de islam is dit een grote zonde’, zegt hij stellig, ‘dat is mijn eigen mening, niemand dwingt mij ertoe.’
Nederlands Judith Woudstra: ‘Leerlingen leren het waarom achter dingen begrijpen. Ik zie ze hierin groeien. Veel van hen staan thuis onder druk van taboes. Zij durven zich nu meer te uiten, een eigen mening te vormen, en zijn zich meer bewust van keuzes die ze zelf kunnen maken.’
Tweedeklasleerlingen van Mavo Centraal discussiëren openhartig over de onderwerpen die vanuit VrijHeden aan bod kwamen. Docent
Een belangrijk doel van VrijHeden. Cijfers van Veilig Thuis Rotterdam onderschrijven de noodzaak voor een aanpak van in het lespakket genoemde problemen: achttien meldingen van huwelijksdwang en achterlating in 2016, 74 van eergerelateerd geweld en zeven van vrouwelijke genitale verminking. Vorig jaar kwamen 75 meldingen binnen, die nog niet in categorieën zijn ingedeeld.
‘Een leerling was in shock toen hij besefte dat uithuwelijken niet normaal is’ 26 ROM 3
‘NEE’ TEGEN OMA Het is waardevol om open met leerlingen te praten, zodat zij een eigen mening kunnen vormen en eigen keuzes kunnen maken in
Ook onderdeel van Vrijheden is de theatervoorstelling ‘Hechting’, waarin genitale verminking het onderwerp is. ‘Hechting’ is een productie van Stichting me & society.
zaken die thuis moeilijk bespreekbaar zijn. VrijHeden maakt dit mogelijk aan de hand van toneelstukken over confronterende onderwerpen met een interactief klasgesprek achteraf. Bij het lessenpakket zit een uitgebreide docentenhandleiding. Jongeren die naar aanleiding van deze lessen besluiten om in te gaan tegen beslissingen die hun familie over hen maakt, kunnen terecht in het nazorgtraject van Mixed Matters, waar ook ouders en docenten te rade kunnen gaan. Met VrijHeden streeft Shantie Jagmohansingh (begeleider van het lesproject vanuit de Gemeente) naar het terugdringen van dwangmaatregelen die voortkomen uit de cultuur en het geloof van de familie van jongeren. ‘Ik merk dat dit lukt bij een aantal scholieren. Zij vertellen dat ze voor zichzelf andere keuzes willen maken dan hun familie voorschrijft, en praten er ook met hun familie over. Zoals dat meisje dat als enige in haar strenggelovige familie ‘nee’ durfde te zeggen tegen haar oma, die een man voor haar had uitgezocht.’
behandelde onderwerpen, en dat ze er thuis over praten. Het toneelstuk Kiezpijn over uithuwelijking, maakte veel los in haar klas: ‘Leerlingen vertelden schoorvoetend dat hun ouders waren uitgehuwelijkt. Eentje was in shock toen hij door het stuk besefte dat uithuwelijken niet zo normaal is als hij dacht, terwijl het in zijn familie gebruikelijk is.’ Ook in de familie van de Marokkaanse Mohamed is de keuze voor een huwelijkspartner niet volkomen vrij: ‘Mijn grootouders brachten mijn ouders met elkaar in contact. Mijn moeder mocht weigeren, maar ze vonden elkaar oké. Ik heb er aan tafel met hen over gepraat. Ik mag zelf een meisje kiezen, op voorwaarde dat zij moslim is.’ Omdat ouders een cruciale rol vervullen in het doorbreken van onderdrukkende tradities, organiseerde Mavo Centraal vorig jaar een ouderbijeenkomst over de bij VrijHeden behandelde onderwerpen. Judith: ‘Daar kwamen helaas maar weinig mensen op af.’
SHOCK
PILOT MET OUDERS
Judith Woudstra merkt dat leerlingen zich na de lessen meer durven uit te spreken over de
In juni start de gemeente in het kader van VrijHeden een pilot waarbij ouders wor-
den uitgenodigd om samen met hun kinderen één van de theatervoorstellingen te bezoeken en na afloop over de thema’s te discussiëren. ‘Ouders en andere familieleden hebben geen kwade bedoelingen wanneer zij kinderen een bepaalde kant op dwingen’, weet Shantie, ‘Ze willen het beste voor hen. Maar het is goed als zij bewust worden gemaakt van andere keuzes, en daarover met elkaar praten.’
VRIJHEDEN VOOR JONGEREN IN VO EN MBO De gemeente biedt verschillende activiteiten aan voor jongeren en docenten in het vo en mbo, zoals theatervoorstellingen, lesmateriaal en trainingen. Kijk voor meer info op: rotterdam. nl/wonen-leven/vrijheden
ROM 3 / 27
DE LIS: EEN NIEUW KINDCENTRUM IN EEN OUDE WIJK
Weg met het wij/zij-denken TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Een hele nieuwe school opstarten: dat is een groot karwei, maar biedt ook unieke kansen. Bijvoorbeeld om onderwijs en opvang optimaal op elkaar aan te sluiten.
Dit schooljaar ging, als een van de meest recente IKC’s in Rotterdam, integraal kindcentrum De Lis van start. Midden in het Liskwartier, in het oude, karakteristieke pand van de voormalige Juliana van Stolbergschool. Samen met kinderopvangorganisatie KindeRdam besloot het bestuur Kind en Onderwijs goed aan te sluiten bij de behoeftes in de wijk. Het Liskwartier trekt veel gezinnen met jonge kinderen aan en het schoolbestuur bevroeg ouders in de wijk over wat zij graag zouden zien in een basisschool. Daar kwam een duidelijk beeld uit naar voren. Directeur Leontine van der Wel: ‘Ouders wilden een intieme buurtschool met goed onderwijs, kinderopvang onder hetzelfde dak en structureel aandacht voor kunst, wetenschap, natuur en techniek.’
SAMEN STARTEN Mail Leontine van der Wel voor meer informatie: l.vdwel@kindenonderwijs.nl
28 ROM 3
Volgens dat recept werd IKC De Lis opgezet. Die gezamenlijke start van onderwijs en kinderopvang heeft een groot voordeel, vertellen Leontine en Mariëlle Jansen-Slag, coördinator van de kinderopvang. ‘Als je
vanuit een bestaande situatie IKC wilt worden, is dat best lastig’, zegt Leontine. ‘Ieder is gewend aan z’n eigen methodes. Hier werken we vanaf de eerste dag samen, met dezelfde methodes.’ Bij de opvang is dat Peuterplein, vanaf groep 1 Kleuterplein. Onderwijs en opvang werken met observatiesysteem Kijk. ‘We zijn één team met één personeelsruimte’, zegt Mariëlle.
ONWENNIG Samen ontwikkelden ze hun pedagogische visie, waarbij spelend en ontdekkend leren leidend zijn. Belangrijk is de wekelijkse bordsessie van het team met collega's van zowel de opvang als het onderwijs. In dat kwartier wordt besproken waar we staan en wat er nodig is. Dat kan bijvoorbeeld gaan over een komend feest, onderwijsinhoud of pedagogische doelen’, vertelt Mariëlle. Leontine: ‘Duo’s van beide kanten bereiden door het jaar heen dingen voor.’ Al besloot het kindcentrum om het wij/zij-denken terzijde te schuiven, soms voelde het toch nog wat onwennig om één team te zijn. Iedereen komt immers uit een discipline die gewend is om alleen te opereren. Wat helpt, is dat de meerwaarde van de samenwerking regelmatig duidelijk voelbaar is. Leontine: ‘Voorheen dachten wij soms: deze opdracht is te lastig voor peuters. Nu zien we hoe mooi het is om peuters zo’n activiteit samen met een ouder kind te laten doen.’ Door het samenwonen en samenwerken is de leerkracht in de kleutergroep beter op de hoogte van wat een nieuw instromende kleuter al heeft gedaan bij de opvang. ‘De leerkracht kent het kind, het kind heeft met een oudere groep buitengespeeld en de leerkracht en pedagogisch medewerker hebben al samengewerkt.’ De pm’ers kennen ook de meeste leerlingen van de tussenschoolse opvang die zij verzorgen.
‘We zijn samen De Lis’
TIPS VAN DE LIS Voor beginnende IKC’s: • Begin niet met een dichtgetimmerd plan. Regel de belangrijkste zaken rondom het onderwijs, de pedagogische visie en het ‘wij-denken’, maar vul de rest gaandeweg in. Heb je de juiste mindset? Ga het dan gewoon doen. Gedurende het proces hak je de kleinere knopen door.
MAAKBOXEN De Lis maakt gebruik van de Maakotheek. Regelmatig komt er een nieuwe ‘maakbox’ binnen met opdrachten op het gebied van wetenschap en techniek. Samen met het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam maakte de school een raamwerk voor kerndoelen tot en met groep 8 voor muziek, theater en beeldende kunst. Kinderen presenteren hun producties in de mooie theaterzaal of in het eigen atelier. De school wil onderdeel van de buurt zijn. Een buurman die in de theaterwereld werkte, komt verhalen vertellen. Leerlingen van VSO Accent Op Noord onderhouden het groen in de buitenruimte. Pal achter de school huist de Stichting Kunstaccommodatie Rotterdam. Eén van de kunstenaars verzorgde onlangs een studiedag in creatief denken.
WEKELIJKS NIEUWE AANWAS De Lis startte in augustus met één kleutergroep, één bovenbouwgroep, één dagopvanggroep en één peuterspeelgroep. Wekelijks komen er nieuwe leerlingen bij. De kinderopvang heeft momenteel zelfs een wachtlijst. ‘Ouders kiezen bewust voor ons’, merkt Leontine. Het leerlingenbestand is even divers als de wijk.
• Durf dingen los te laten. Ook die ooit bewust gekozen methode. Denk vanuit het IKC en welke methode daarbij past. • Kies met je partners voor een IKC vanuit oprecht enthousiasme en de samen overeengekomen voorwaarden. Dat is de beste start.
Soms is het wel lastig dat pm’ers en leerkrachten werken vanuit verschillende cao’s. De verschillende werktijden maken het moeilijk om een studiedag of teamuitje te organiseren. Tijdens schoolvakanties is alleen de opvang open. ‘Dat bevordert niet echt je teambuilding’, zegt Leontine. ‘We moeten opletten dat het niet toch weer ”wij/zij” wordt. Maar dat gaat vast niet gebeuren; wij zijn samen De Lis.’
ROM 3 / 29
COLUMN
Nu op onze website schooljaar 2019/2020
Arie
WILLEM SONNEVELD
WILLEM SONNEVELD IS SOCIOLOOG EN DOCENT MAATSCHAPPIJLEER BIJ DE GSR. HIJ NAM DEEL AAN BROEDPLAATS010. VOOR ROM ZET HIJ ZIJN GEDACHTEN OVER HET ROTTERDAMSE ONDERWIJS OP PAPIER.
Velen slaakten een zucht van verluchting toen een voormalig leraar op de post van minister voor onderwijs terecht kwam. Een heuse vakminister in plaats van een partijpoliticus. Na vier jaar Dekker zou met een voormalig leraar aan het roer eindelijk alles goed komen. Niet dus. Een goede politicus beschikt volgens Max Weber over gedrevenheid, verantwoordelijkheidsgevoel en inschattingsvermogen. Met het verantwoordelijkheidsgevoel van Arie Slob zit het wel goed, de gedrevenheid en het inzicht missen. Om maar wat te noemen, de zakelijke gedrevenheid om te zien wat nodig is om het lerarentekort op te lossen. Simpelweg omdat de gevolgen van dit tekort onaanvaardbaar zijn voor de samenleving. Arie blijft maar herhalen dat meer geld er voorlopig niet in zit en hij zal met lede ogen aanzien dat het tekort aan leraren inmiddels endemische vormen aanneemt. Volgens Slob moet een combinatie van zij-instroom en ‘strategisch personeelsbeleid’ door de besturen dit probleem nu gaan oplossen. En natuurlijk moeten we ‘schouder aan schouder staan’. Arie, je bent de belangrijkste man in het veld en hebt de grootste zak met geld. Als u die ‘stip’ niet enthousiast, onverbeterlijk en koppig aan de ‘horizon’ zet dan doet niemand het. Misschien is dat het. Arie Slob is de ongevaarlijke vriend van iedereen. Het twitteraccount van Slob bevat louter foto’s van gezellige werkbezoekjes die altijd worden voorzien van de adjectieven ‘mooi’, ‘goed’ en ‘belangrijk’, maar het lijkt de minister te ontbreken aan het vermogen om afstand te nemen en met een eigen analyse te komen. Arie waait liever met alle winden mee. Voorbeeld? In zijn Slobcast is hij het met betrekking tot goed onderwijs roerend eens met één van de grootste criticasters van curriculum.nu, Paul Kirschner, om een week later enthousiast de bouwsteentjes en tussenproductjes van deze curriculumherziening voor te leggen aan het onderwijsveld: u mag tot 11 augustus reageren. Op de schaal van Dekker is het misschien allemaal heel redelijk, onvergetelijk is het nog lang niet.
30 ROM 3
DE KRACHT VAN CULTUUREDUCATIE VOOR UW SCHOOL Zet ons o.a. in voor: ▪ Extra leertijd ▪ 21e eeuwse vaardigheden ▪ Burgerschapsvorming ▪ Introductiedagen ▪ Gezond & fit activiteiten ▪ CKV /Kunstvakken en meer...
skvr.nl/ONDERWIJS primair onderwijs - voortgezet onderwijs - mbo
ABONNEER JE OP DE NIEUWSBRIEF Elke maand een link naar de laatste aanvullingen op de site, extra nieuws en meer. Meld je aan op romnieuws.nl/nieuwsbrieven.
WHAT'S MORE?
ONLANGS ONLINE Welke artikelen verschenen er de afgelopen tijd op romnieuws.nl? ONDERWIJSROBOT BEP COMBINEERT TECHNIEK MET SOCIALE VAARDIGHEDEN Anno 2019 zijn kinderen volop bezich met techniek en digitale toepassingen. Soms ten koste van de sociale vaardigheden. Robot BEP brengt daar verandering in.
KUNSTPILOOT LAAT LEERLINGEN KUNST MAKEN VOOR GOED DOELTREKT VOLLE ZAAL Halverwege januari presenteerde de gemeente het nieuwe onderwijsbeleid tot 2022. De arena van het Lyceum Rotterderdam was tot de nok gevuld met een bonte mix aan bezoekers, van binnen én buiten het Rotterdams onderwijs.
EDUHACKATHON-IDEEËN NOG WEINIG CONCREET Hoe staat het er na twee maanden voor met de plannen die naar voren kwamen tijdens de eerste Rotterdamse EduHackathon in maart? Een groep deelnemers van toen en een aantal nieuwe kwam bij elkaar en sprak over de vervolgstappen.
ONDERWIJSVERANDERING VOLGENS ANDY HARGREAVES Op 23 mei gaf professor Andy Hargreaves een lezing over duurzame schoolontwikkeling en leiderschap. In het verslag lees je meer over zijn ideeën en adviezen.
WAT LEES JE IN
ROM4 OKTOBER? MEER MENSKRACHT IN VVE MBO’ers worden in tweejarig traject opgeleid tot Pedagogisch Educatief Professional in werken met jonge kind (kinderopvang, voorschool)
Compleet individu Een nieuwe basisschool op Rotterdam Zuid: Vivere, voor democratisch onderwijs
TOUGH LOVE Interview met Jean-Marie Molina, hoofdocent studiesucces aan de Hogeschool Rotterdam
Zomervakantie! De ROM-redactie wenst alle Rotterdamse onderwijsprofessionals een ontspannen en zonnige zomer toe. In de zomervakantie is er meestal weinig onderwijsnieuws. Toch blijft ROM online niet stil! Volg ons voor: • Boekentips van collega’s • Reposts van de meest gelezen ROM-artikelen • Aankondigingen van evenementen in het nieuwe schooljaar
Fijne zomer!
NM ROM 3 / 31
DUBBELPORTRET
TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Daniëlle en Kimberly Daniëlle en Kimberly (15) wonen met man/vader Richard en hond Benji in een eengezinswoning in Poortugaal. Daniëlle was kapster, maar verdeelt haar tijd tegenwoordig tussen het huishouden en creatieve activiteiten als tekenen en haken. Ook kijkt ze graag naar documentaires over medische onderwerpen. Kimberly zit in klas 2 van Accent Hoogvliet, een school voor praktijkonderwijs. Ze gaat er graag op uit met haar vriendinnen. Bijvoorbeeld om foto’s te maken in de natuur of bezig te zijn met fashion.
WAAROM HEBBEN JULLIE VOOR ACCENT HOOGVLIET GEKOZEN?
Daniëlle: ‘Helemaal niets. Het is een superschool. Misschien zijn ze wat streng, maar daardoor voelt het heel erg veilig.’
Daniëlle: ‘De overgang van een reguliere basisschool naar even slikken, maar uiteindelijk voelde het als thuiskomen.
DENK JE AL NA OVER WAT JE NA DEZE SCHOOL WILT GAAN DOEN?
Accent Hoogvliet sluit daar wat dat betreft mooi op aan.’
Kimberly: ‘Ik blijf waarschijnlijk tot mijn achttiende bij
Kimberly: ‘De leraren zijn heel erg open en hebben interesse
Accent Hoogvliet en kan daar dan ook al met de entreeop-
voor wat je doet en wie je bent. Ik kan ook altijd een gesprek
leiding van het mbo starten. Daarna wil ik verder naar mbo
met ze voeren. Daar maken ze echt tijd voor vrij.’
2 zodat ik onderwijsassistente kan worden. Ik heb al een
een school voor speciaal basisonderwijs was indertijd wel
snuffelstage op mijn oude basisschool gedaan en voor elkaar
WAT VIND JE LEUK AAN SCHOOL?
gekregen dat ik er vanaf volgend jaar twee dagen per week
Kimberly: ‘Het voelt vertrouwd en de combinatie van les en
stage mag lopen.’
praktijkvakken is erg fijn. Je leert schoffelen en tegels leggen,
Daniëlle: ‘Ik vind het echt super dat ze dat gaat doen.’
je kookt, maakt schoon, je kunt iets met handel doen. Heel breed dus.’
WAT ZIJN JE DROMEN VOOR LATER?
Daniëlle: ‘Ik vind het nauwe contact erg fijn. Het is per-
Kimberly: ‘Onderwijsassistente worden, een gezin krijgen en
soonlijk en constant mogelijk. Niet alleen als er iets is of het
gelukkig zijn.’
rapport wordt uitgereikt. Wij voelen geen drempels, maar
Daniëlle: ‘Ik hoop dat ze verstandige keuzes blijft maken en
worden op school gezien en gehoord.’
dicht bij zichzelf blijft.’
WAT MIS JE? Kimberly: ‘Eigenlijk niets. Het is alleen jammer dat we in de tweede klas geen muziek meer hebben.’