Rotterdams Onderwijs Magazine, maart 2018

Page 1

ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE #2 APRIL 2018 JAARGANG 41

‘TECHNISCHE VAARDIGHEDEN ZIJN EEN BELANGRIJKE VOORBEREIDING OP TOEKOMSTIGE BEROEPEN’

Flexrooster: 3 x 80 minuten les

Talkshow als middel voor verdraagzaamheid

Ouders010 geeft ouders een stem

#ROM2 1 PEDAGOGISCH COACHES IN DE VVE | POVO-PROJECT | DIVERSITEIT MET LEF-KIST


VAN DE REDACTIE

Excellent Er was weer eens ophef. Die Excellente Scholen, daar moeten we vanaf werd ineens geroepen. Want mensen zouden denken dat die school gemiddeld beter is dan andere en dat is niet zo, was de redenering. En zo zouden ouders en leerlingen misleid worden bij de keuze voor een school. Een school met het predicaat excellent is inderdaad niet per se over de hele linie beter, maar toch wel op minstens een onderdeel. Die school dacht op een dag: wij hebben iets waar wij best wel goed in zijn en laten we dat nu eens oppakken om er niet alleen ‘best wel goed’ in te zijn, maar gewoon heel erg ontzettend goed. Excellent dus. En die school ging vervolgens met het team haar stinkende best doen om die uitmuntendheid ook inderdaad te bereiken. Dat kan alleen als je een duidelijk doel hebt, de neuzen dezelfde kant op staan en volhardt in je bedoelingen en aanpak. Als dat dan op één terrein lukt en je jezelf inderdaad Excellente School mag gaan noemen, dan is het goed mogelijk dat je als school na deze succeservaring denkt: we gaan dit nog eens doen, en nu met iets anders op onze school. Zo word je een school met een Growth Mindset - om die term er maar eens bij te halen. En misschien ben je gemiddeld dan inderdaad wel een betere school dan andere.

10 MIJN VAK BRAM VAN DER PLIGT VAN ALBEDA-RESTAURANT GROOS

12 TALKSHOW LEERT JONGEREN KRITISCH OMGAAN MET NIEUWS

Alle scholen die met hun aanpak, op welk terrein dan ook, op de pagina’s van het ROM terechtkomen, zijn voor mij excellente scholen. Of misschien moet ik een ander woord kiezen: gers!

PAUL DE MAAT, HOOFDREDACTEUR

14 TURELUURS PLEIDOOI YPE AKKERMAN VOOR INCLUSIEF DENKEN

2 #ROM2


Inhoud 04

FLEXROOSTER OP NIEUWE MAVO CENTRAAL VERFRISSENDE SAMENVOEGING HILDEGARDIS EN LUCIA PETRUS MAVO

06

CIJFERS & FEITEN OVER CYBERCRIME 19% VAN JONGEREN DENKT DAT CIJFERS AANPASSEN LEGAAL IS

08

ESTAFETTE HOE MOTIVEER JE HOOGBEGAAFDE LEERLINGEN?

16

DIT IS MIJN KLAS VMBO PENTA HOOGVLIET BIEDT LEERLINGEN ‘RESET’

18

COACH COLUMN ANNE-MARIE

19

4 X MISVATTINGEN RONDOM PRIVACY

24

QUOTES OUDERS OVER ONDERWIJS

25

BOEKBESPREKING ALLES OP EEN RIJ… & DE ZESDE ROL VAN DE LERAAR

26

ZO LEUK IS TECHNIEK! STC VERZORGT TECHNIEKLES OP BASISSCHOLEN

28

20 LEF-KIST SBO SONNEVANCK MAAKT DIVERSITEIT BESPREEKBAAR

PEDAGOGISCH COACHES IN DE VVE HBO-ERS ZIJN SPIL IN DE KWALITEIT

30

WAT ONDERWIJS KAN LEREN VAN VOETBAL COLUMN WILLEM

31

WHAT’S MORE? MEER LEZEN IN #ROM3 EN ONLINE

32

DUBBELPORTRET DIRECT EEN GOED GEVOEL BIJ SCHOOL

Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alleswat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer je op onze nieuwsbrief.

Volg het ROM!

22 VMBO-DOCENT GEEFT LES IN GROEP 8 POVO-PILOT IS VOOR IEDEREEN LEERZAAM

N @romnieuws twitter.com/romnieuws M facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine

COLOFON ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE ONAFHANKELIJK VOORLICHTINGS- EN OPINIEBLAD VOOR ONDERWIJS, EDUCATIE EN OPLEIDING IN ROTTERDAM. GRATIS VOOR PERSONEEL VAN HET ROTTERDAMSE ONDERWIJS | 41E JAARGANG NR. 2 MAART 2018 | ISSN 1386, VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR, OPLAGE 7000 | UITGAVE CED-GROEP | Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Els Maasdam, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie)| Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Erik Ouwerkerk, Marijke Nijboer, Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek | Bladmanagement Paul de Maat, Anne-Marie Smit, Tamara Wally | Redactieadres Postbus 8639, 3009 AP Rotterdam, 010 4071469, rom@cedgroep.nl | Grafisch ontwerp en vormgeving Trichis, Rotterdam (Louise de Kruijf, Guusje Houwen) | Foto cover Petja Buitendijk | ©CED-Groep


Hoewel de leerlingen van de Hildegardis Mavo even moesten wennen aan het nieuwe flexrooster, zien ze nu de voordelen.

ROTTERDAM IS TOE AAN VERFRISSENDER ONDERWIJS

FLEXROOSTER VOOR NIEUWE MAVO CENTRAAL TEKST EN FOTO'S SANNE VAN DER MOST

Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces, huiswerk maak je op school en wie tijd over heeft, ontdekt zijn talent in een masterclass. De nieuwe Mavo Centraal die in september van start gaat, pakt het helemaal anders aan.

‘Het samenvoegen van de Hildegardis Mavo en de Lucia Petrus Mavo heeft zowel pragmatische als ideologische redenen’, vertelt locatieleider Sietske Grinwis. ‘Het leerlingenaantal op beide scholen liep terug, we zitten op een steenworp afstand van elkaar en – eigenlijk veel belangrijker – Rotterdam is gewoon toe aan verfrissender onderwijs, meer gericht op het verantwoordelijk maken van leerlingen voor hun leerproces. Als je actief nadenkt over wat jij als leerling nodig hebt en zelf de regie in handen neemt, wordt leren leuker en gaan je resultaten omhoog.’

‘Als je doet wat in je leerplan staat, heb je nooit huiswerk’

4 #ROM2

DRIE KEER TACHTIG MINUTEN Om dat te bereiken ruilt Mavo Centraal het traditionele lesrooster van zes keer vijftig minuten in voor een flexrooster van drie keer tachtig minuten. ‘Voor iedere les worden leerdoelen vastgesteld’, vervolgt Grinwis. ‘Na afloop checkt de docent wie die heeft gehaald en wie extra ondersteuning nodig heeft. Die ondersteuning kun je krijgen in de flexuren aan het begin en aan het eind van iedere dag. Heb je dat niet nodig, dan kun je in die tijd alvast aan je huiswerk beginnen. Binnen het onderwijsprogramma is daarnaast veel aandacht voor talentontwikkeling. In verschillende masterclasses dagen we leerlingen uit kennis te maken met disciplines die ze nog niet kennen of juist waar ze meer van willen weten, zoals sport, dansen, theater en techniek.’

BEGRIP CHECKEN Op de Hildegardis Mavo begonnen ze dit schooljaar al met het flexrooster. ‘Wel even wennen, die lange lessen’, zegt Ernesto (14) uit klas 2. Maar inmiddels wil hij niet meer anders. ‘De eerste vijftig minuten krijgen we echt les en daarna werken we zelfstandig. Als je iets niet begrijpt, kun je het meteen aan de docent vragen zodat je er niet mee blijft zitten en lekker verder kunt.’ Ook Lindsay (13) uit de eerste is


Meer informatie mavocentraal.nl

enthousiast over het nieuwe rooster en vooral over de flexuren. ‘Ik vind Geschiedenis soms lastig. Dan ga ik speciaal naar het flexuur van die docente om extra vragen te stellen, zodat ik het weer snap.’ Niet alleen de leerlingen zien de voordelen van de nieuwe manier van werken. Docent Nederlands Judith Woudstra had in die vijftig minuten vaak te weinig tijd om echt aan de vraag van de leerlingen toe te komen. ‘De check of iedereen het begrepen had, schoot er vaak bij in. Dan gaan leerlingen met een hiaat door. Dankzij het flexrooster is die tijd er wél. In drie lange lessen bereik je ook meer dan in zes korte.’ Iets wat volgens Woudstra overigens alleen werkt als je je manier van lesgeven aanpast en niet gewoon je oude les oprekt, zoals ze sommige docenten ziet doen. ‘Je moet echt andere werkvormen aanbieden en zorgen dat leerlingen met een concreet doel naar het flexuur komen en niet tachtig minuten maar wat met hun telefoon spelen. Dan kun je net zo goed wegblijven.’

VERLENGSTUK VAN DE LES ‘Ervaringen die we allemaal meenemen naar de nieuwe school’, zegt teamleider Guido Zuijdgeest, die in opdracht van het LMC, het bestuur van Mavo Centraal, het functioneren van het flexrooster op vijf Rotterdamse scholen onderzocht. ‘Wat vooral opviel was de rol van de docent’,

vertelt ook hij. ‘Die moet zich wél eigenaar voelen van de flexuren en beseffen dat hij ze actief kan inzetten als verlengstuk van zijn les. Daarnaast moet de docent de leerlingen helpen reflecteren op hun leerresultaten zodat ze hun eigen leerproces kunnen sturen. Gebeurt dat niet, dan is het risico groot dat leerlingen die uren plichtmatig inzetten en maar wat aanrommelen en schiet het flexrooster zijn doel voorbij.’ Een heel andere manier van werken dus die best wat van docenten vraagt. ‘En van leerlingen’, merkt Zuijdgeest op. ‘Want die moeten we wél leren dat ze geen genoegen moeten nemen met onduidelijke leerdoelen.’

LEREN CENTRAAL Kortom, er is nog best een lange weg te gaan. ‘Maar ook dat is een leerproces en we worden steeds beter’, zegt Grinwis. ‘Uiteindelijk gaat het allemaal lukken.’ De aanmeldingen stromen gelukkig al aardig binnen. ‘We hopen op minimaal 400 leerlingen. Dat past fysiek ook goed in ons gebouw aan de Stationssingel. Daarmee zijn we een echte binnenstadsmavo. Die zich vooral onderscheidt door leren centraal te stellen in plaats van lesgeven. Hopelijk spreekt dat veel mensen aan en zijn we straks niet alleen een buurtschool, maar ook een school waar mensen vanwege de ideeën echt bewust voor kiezen.’

#ROM2 5


Cybercrime onder jongeren Zo’n 1100 jongeren tussen de 12 en 17 jaar zijn hiervoor ondervraagd.

In het kader van de Safer Internet Days (februari 2018) is onderzoek gedaan naar de kennis en houding van jongeren ten aanzien van cybercriminaliteit: Hoe schatten zij de strafbaarheid en mogelijke gevolgen in van online activiteiten?

Films, muziek of software downloaden zonder te betalen

37% heeft dit wel eens gedaan

Online een product kopen tegen een prijs die te mooi is om waar te zijn

B 3%

heeft dit wel eens gedaan

U

Y

22%

zou het overwegen als de situatie zich voordoet

Digitaal pesten

I HATE YOU!

Pesten of beledigen

2%

heeft dit wel eens gedaan

Kijk voor meer info op saferinternetday.nl of veiliginternetten.nl. In het kader van de Safer Internet Days vond een HackTalk plaats in WORM. Het ROM-verslag vind je op tinyurl.com/HackTalk.

6 #ROM2

Cijfers aanpassen of verwijderen

3%

heeft dit wel eens gedaan

19%

19%

zou het overwegen als de situatie zich voordoet

15%

denkt dat dit niet strafbaar is

17%

denkt dat dit niet strafbaar is

denkt dat dit niet strafbaar is

Hacken

3%

Naaktfoto’s doorsturen zonder toestemming

2%

heeft dit wel eens gedaan

17%

denkt dat dit niet strafbaar is

van de jongeren heeft wel eens gehackt.

44%

vindt het ernstiger om ongevraagd iemands huis binnen te komen, dan in te breken in een computer.



ESTAFETTE

HOE HOUD JE HOOGBEGAAFDE LEERLINGEN GEMOTIVEERD? Welke vraag zou jij willen stellen aan een collega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Birgitte van Heek, intern begeleiderer bij Globetrotter Katendrecht, haar vraag aan Monica van Dam, leerkracht groep 7/8 op de hoogbegaafdenafdeling van de Talmaschool: ‘Wij bieden onze hoogbegaafde leerlingen veel extra’s, maar vanaf eind groep 7 is het moeilijk om hen om gemotiveerd te houden en passende leerstof te bieden. Hoe zou je dit kunnen oplossen?’ TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO’S JAN VAN DER MEIJDE

Birgitte van Heek

‘Veel ouders kunnen de IQ-test niet betalen, die nodig is voor de toelating. Dat is niet te rijmen met het principe van Passend Onderwijs’ 8 #ROM2

De Globetrotter heeft vrij veel hoogbegaafde leerlingen, vertelt Birgitte. Dat heeft volgens haar te maken met de nieuwbouw op Katendrecht waar hoogopgeleide ouders op afkomen, maar ook met de werkwijze van de Globetrotter, die deze ouders aanspreekt. ‘Wij hebben het Daltonconcept ver doorgevoerd; kinderen zijn bij ons heel autonoom. Ze hebben zelf veel regie over hun leerproces. Wij werken helemaal methodevrij; de zaakvakken worden projectmatig gegeven.’

VASTLOPERS De school trekt veel uit de kast om hoogbegaafde kinderen te ‘voeden’. Ze worden getoetst op wat ze nog moeten leren en gaan vervolgens aan de slag. De kinderen werken op projectbasis aan eigen onderzoeksvragen. Ze krijgen uitdagende opdrachten en eens per week discussiëren en filosoferen ze samen met een leerkracht. Tot eind groep 7 weet de school deze kinderen goed uit te dagen, maar daarna loopt het soms vast. Kinderen kunnen ook sociaal-emotioneel vastlopen. Birgitte: ‘Deze kinderen zijn anders, denken verder, hechten in contacten met anderen bijvoorbeeld erg aan betrouwbaarheid. Zij en de andere kinderen begrijpen elkaar niet altijd.’ Kinderen die vastlopen kunnen uitdagend, clownesk, verdrietig of teruggetrokken gedrag ver-


tonen. Soms houden ze zich goed op school en komt al die onvrede er thuis uit. Zowel de Globetrotter als de hoogbegaafdenafdeling van de Talmaschool werken nauw samen met ouders om kinderen weer in de leermodus te krijgen.

‘Late instromers hebben het moeilijker. Ze zijn verankerd in een manier van leren die niet bij hen past’

HOMOGENE GROEP Monica: ‘Wat wij met kinderen doen is vergelijkbaar met jullie aanpak. Het grote verschil is dat ze hier leren binnen een homogene peer group.’ Voor kinderen die op hun reguliere school altijd een uitzondering vormden, is het fijn om in een klas met gelijkgestemden terecht te komen. De Talmaschool startte vorig jaar met de hoogbegaafdenafdeling in een eigen onderkomen in Crooswijk. De afdeling begon met 33 leerlingen. Inmiddels zijn dat er 120; kinderen uit Rotterdam en uit de regio. Leerlingen kunnen hier terecht vanaf groep 4. Sommigen komen echter veel later; soms pas in groep 8. Monica: ‘Ook de late instromers gaan merkbaar vooruit, maar het blijft moeilijk. Zij hebben te lang geleerd op een manier die eigenlijk niet bij hen past en zijn daarin verankerd.’ De groepen tellen (veel) meer jongens dan meisjes. Monica heeft 17 jongens en drie meisjes in haar groep. Volgens haar valt de hoogbegaafdheid van meisjes minder snel op, omdat zij zich makkelijker aanpassen.

TE DUUR De Talmaschool biedt de enige voltijds onderwijsvoorziening voor hoofbegaafden in Rotterdam. De stad kan meer zulke lesplekken gebruiken, vinden Birgitte en Monica. En het zou helemaal mooi zijn als zo’n voorziening bereikbaar was voor alle kinderen die deze nodig hebben. Een jaar les op de hoogbegaafdenafdeling kost € 1500. Het bestuur van de Talmaschool, Kind en Onderwijs, liet vorig jaar aan het AD weten ook niet blij te zijn dat ‘het rijk van alles financiert voor kinderen die aan de onderkant uitvallen, maar voor de bovenkant niet’. Er werd een legale manier gevonden om de ouders tegemoet te komen: zij kunnen het schoolgeld doneren aan een steunstichting van de school. Dat levert belastingvoordeel op. Dit zou tientallen procenten schelen.

ONGELIJKHEID Birgitte: ‘Toch blijft het een ongelijke situatie. Veel ouders kunnen de IQ-test al niet betalen, die nodig is voor toelating. PPO biedt dit onderzoek niet aan. Dat is toch niet te rijmen met het principe van passend onderwijs? Bovendien is er in Noord wel een voorziening en op Zuid niet, dus moeten de kinderen van Zuid de brug over voor passend onderwijs.’ Haar eigen school zou kunnen overwegen om alle hoogbegaafde kinderen bij elkaar in een groep te zetten. ‘Maar dat is, met kinderen uit groep 4 tot en met 8 bij elkaar, wel een zware kluif voor de leerkrachten.’ De beste oplossing, volgens haar en Monica: meer betaalbare voltijds onderwijsvoorzieningen voor hoogbegaafde leerlingen. Birgitte: ‘De schoolbesturen moeten dat echt samen oppakken. Als een bestuur dat in z’n eentje gaat doen, ben je weer aan het verzuilen.’

Monica van Dam

Laatste aflevering

Dit was de laatste aflevering van onze Estafetteserie. Hartelijk dank aan alle onderwijsgevenden die de afgelopen zes jaar hun vragen en oplossingen met ons deelden! In het volgende nummer vind je op deze plek een nieuwe, net zo praktijkgerichte rubriek. Wil jij hier aan meewerken? Kijk op pagina 18 voor meer informatie.

#ROM2 9


MIJN VAK

‘Ik vind het niks om met brave leerlingen te werken’ TEKST ANNE-MARIE PLASSCHAERT FOTO JAN VAN DER MEIJDE

Als Bram van der Pligt acht jaar oud is, weet hij al: ik wil kok worden. Dat is gelukt. Maar door de crisis in het eerste decennium van deze eeuw, rolt hij het onderwijs in en vindt zijn plek in het mbo niveau 2 en 3. ‘Ik vind deze doelgroep enorm leuk; je kunt ze nog kneden.’

In het nieuwe Albeda-restaurant Groos in de Baljuwstraat zit Bram van der Pligt (56) achter zijn laptop. Af en toe werpt hij een blik op zijn leerlingen achter de bar terwijl ze waxinelichthouders schoonmaken en zich voorbereiden op het serveren van de lunch. In de verder naar achteren gelegen keuken preparen andere leerlingen gerechten voor het diner van vanavond, onder het toeziend oog van collega’s. Het lichte, sfeervolle restaurant en de daarbij behorende keuken met apparatuur die inspeelt op de nieuwste trends, straalt rust uit. ‘We hebben over alles in dit nieuwe restaurant mogen meedenken en je kunt zien dat er echt naar ons is geluisterd’, geeft Bram positief aan. Hij is dan ook bijzonder enthousiast over dit open, interactieve restaurant.

10 #ROM2

Een hele vooruitgang voor het team afkomstig uit het versleten restaurant van de Breitnerstraat, zeker ook voor zijn studenten en voor de buurt Blijdorp. ‘Het is een groot succes; voor de diners moet je tegenwoordig echt al reserveren en ook de lunches lopen steeds beter’, aldus Bram.

de baas was, of gewoon omdat ik te jong was’, zegt hij terugkijkend. Hij begint zijn eigen restaurant Merwezicht in Gorinchem en weet dat na tien jaar goed te verkopen, om opnieuw bij zijn vader in het bedrijf te gaan werken. ‘Dat ging toen prima, ik was er blijkbaar rijp voor.’

CRISIS RODE DRAAD Bram begon zijn horeca-carrière bij een voorloper van het Albeda op de Noordsingel. Zoomerhof heette dat, de huidige Horeca Vakschool. ‘Daar komen nu soms onze leerlingen vandaan’, merkt hij glimlachend op. Wanneer hij zijn diploma heeft, gaat hij in het horecabedrijf van zijn vader aan de slag, maar zonder succes. Hij wordt voor zijn gevoel door de medewerkers niet geaccepteerd: ‘Misschien omdat ik het zoontje van

Dan slaat de economische crisis toe in het eerste decennium van deze eeuw. Het gaat slecht met de horeca, zo ook met de onderneming van zijn vader. Bram besluit een ander pad te volgen. Hij ziet een advertentie waarin het Albeda op zoek is naar instructeurs voor de horeca, voortkomend uit de praktijk. Hij reageert, kan diezelfde middag op gesprek komen en wordt aangenomen. ‘Ik ben vrij gemakkelijk als het gaat om veranderingen, met mij kun je alle kanten op. Zo


‘IK BEN VRIJ benMAKKELIJK ik dus in 2006 of 2007 – ik weet het niet ALS meer precies – het onderwijs in gerold en zo GAAT sta ik HET er nu nog steeds in. Ik zegOM altijd: “Ik doe het werk met de rode draad van het Albeda VERANDERINGEN. maar de jus komt van mij.” Zolang ik dit werk leuk vind, blijf ik het doen. Anders ga ik weg.’ MET MIJ KUN JE KLIKKEN EN KNEDEN ALLE KANTEN OP’de ‘Het leuke aan onderwijs is natuurlijk omgang met de leerlingen. Met name deze doelgroep’, zegt Bram onmiddellijk. ‘We zitten hier met niveau 2 en 3, ik noem dat een ‘open’ doelgroep. Het moet een beetje klikken en dan kun je ze kneden – alhoewel zeker niet allemaal’, grijnst Bram. De leerlingen variëren in leeftijd van 15 tot en met 23. Sommige komen zo van het vmbo-horeca, terwijl anderen al een mbo-opleiding hebben gedaan maar niet afgemaakt. Er zijn leerlingen die zeker weten dat zij in de horeca aan het werk willen en gedreven zijn om alles aan te pakken. Anderen volgen de opleiding alleen maar om aan een startkwa-

lificatie niveau 2 te komen. Wat hun motivatie voor de opleiding ook is, ze komen allemaal uit heel verschillende culturen en heel verschillende milieus.

BEROEPSHOUDING ‘De nadruk ligt bij mij daarom op een beetje vakkennis, maar vooral op de beroepshouding. Ze moeten leren om met twee woorden te spreken, beleefd te zijn. Zeker als er gasten in de zaak zijn, kunnen ze zich niet zo gedragen als wanneer zij onder elkaar zijn’, vervolgt Bram. ‘Natuurlijk moeten zij de eerste weken nog aftasten wie ik ben en hoe ver ze kunnen gaan. Dat is soms en tijdelijk heel ver, maar dan weet ik dat er iets met de leerling aan de hand is. Die leerling komt er meestal ook wel zelf op terug en zegt dan “Sorry, ik ben te ver gegaan”. De leerlingen hier hebben vrijwel allemaal een gebruiksaanwijzing. Juist dat maakt het werk voor mij interessant, want ik vind het niks om met brave leerlingen te werken.’

Bram van der Pligt: ‘Ik doe het werk met de rode draad van het Albeda College, maar de jus is van mij.’

PASSIE VOOR WIJN Wanneer Bram van der Pligt zijn eerste schreden als zij-instromer in het onderwijs zet, mist hij het ondernemerschap. Daarop besluit hij, samen met een grote wijnimporteur, zijn passie voor wijn om te zetten naar een online wijnwinkel. Wel let hij goed op dat er geen sprake is van belangenverstrengeling met het onderwijs: ‘Dat kan niet; ik ga hier bijvoorbeeld geen wijn leveren.’ Nu bouwt hij zelf een wijnassortiment op. ‘Daarvoor zijn de schoolvakanties’, vertelt hij met enthousiasme. ‘Ik ga dan met mijn vrouw en kinderen – als die het leuk vinden – op reis. De Portugese wijnen vind ik heel mooi, dat komt vast omdat ik het land geweldig vind. Maar ook Italiaanse wijnen heb ik in mijn assortiment. Als het om Franse wijnen gaat, ben ik vooral klassiek georiënteerd.’ Bram kan sinds dit jaar zijn passie ook in het onderwijs volop kwijt. ‘Samen met de manager heb ik het keuzedeel ‘wijn’ ontwikkeld’, zegt hij met gepaste trots. ‘Dat geven wij nu voor het eerst en het is een klinkend succes.’

Bram van der Pligt Albeda College restaurant Groos

#ROM2 11


TALKSHOW LAAT ZIEN HOE BEELDVORMING ONTSTAAT

‘ZODRA WE DISCUSSIËREN, VERGEET JE DE CAMERA’ Vier jongeren zitten om de tafel, klaar voor een discussie. Op de publieke tribune zitten klasgenoten; derdejaars vmbo-gl-leerlingen van het Carré College. De sfeer is wat gespannen. Onwennig kijken de tieners naar de cameraman, naar de geluidsman met een microfoon aan z’n hengel en naar de autocue. Er wordt flink gegiecheld.

12 #ROM2


Drie Rotterdamse scholen zetten talkshows in om verdraagzaamheid te stimuleren en polarisering tegen te gaan.

Vier andere leerlingen komen aan tafel. De nieuwe donorwet maakt de tongen los. Waarom zou je geen organen doneren? ‘Je kan met jouw organen levens redden. Zelf gebruik je ze toch niet meer’, vindt een meisje. Een ander vindt dat veel beter moet worden bekendgemaakt dat je zelf actie moet ondernemen als je niet wilt doneren. Als mensen niet willen doneren, mogen die dan wel een orgaan van een ander ontvangen? Nee, want dat is oneerlijk, vindt een meisje. Een klasgenote kijkt daar anders tegenaan. ‘Je moet mensen gewoon gelijk behandelen.’ Zou zij ook een orgaan afstaan aan een moordenaar? ‘Iedereen verdient het om te leven’, houdt ze vol.

‘Sommige jongeren denken dat nieuwsmakers worden gedreven door een complot’

BEELDVORMING De talkshow helpt leerlingen beseffen hoe beeldvorming tot stand komt en dat ze daar zelf ook aan bijdragen, zegt Esma el Fassi van Zouka Media, dat de opnames verzorgt. ‘Ze denken soms dat nieuwsmakers worden gedreven door een complot. Wij leggen uit dat redacties op basis van criteria bepaalde keuzes maken, die natuurlijk wel eens eenzijdig kunnen uitpakken.’

VEGETARISME

TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO’S JAN VAN DER MEIJDE

Een meisje leest de introductietekst van de autocue. Ze struikelt een paar keer over een woord en moet dan opnieuw beginnen. Iedereen lacht, ook zijzelf. Totdat de regisseur vraagt om concentratie. Langzamerhand komt er een discussie op gang. Die gaat allereerst over sexting, het stiekem verspreiden van naaktfoto’s van een ander.

Bij de discussie over vegetarisme zit Claudia aan tafel, de enige klasgenoot die geen vlees eet. Ze legt uit: ‘Vlees eten is niet gezond, het is niet goed voor het milieu, en ik vind het niet goed om dieren te doden omdat wij vlees willen eten.’ Ze weet die punten ook goed toe te lichten. Voorlopig overtuigt ze echter niemand. ‘Ik vind het veel te moeilijk om met vlees eten te stoppen’, zegt een jongen. Een meisje: ‘Ik zou geen vegetariër willen zijn, want in vlees zitten veel vitamines. Maar ik snap wel dat anderen dat doen.’ Op een vraag uit het publiek vertelt Claudia dat ze ter vervanging soja en vitaminepillen eet. En dan zegt ze: ‘Ik snap niet dat mensen honden knuffelen, maar andere dieren slachten. Als je van God en de wereld houdt, doe je dat toch niet?’ Het antwoord van een klasgenote: ‘Waarom heeft God de dieren gemaakt? Om te eten, denk ik.’

NIEUWS IN PERSPECTIEF VERDRAAGZAAMHEID Drie Rotterdamse scholen zetten talkshows in om verdraagzaamheid te stimuleren en polarisering tegen te gaan. Naast het Carré College doen Zadkine en Vakcollege De Hef mee aan dit project, The Way We See. Professionals verzorgen de techniek en regie. De gemeente Rotterdam betaalt het project. Bij wijze van voorbereiding volgen klassen het nieuws en selecteren ze onderwerpen.

GEVOLGEN OVERZIEN ‘Meisjes zijn dom als ze zulke foto’s naar hun vriendje sturen’, vindt een jongen. ‘Hij kan ze doorsturen of op een website zetten. En dat kan je niet meer terugdraaien.’ Een meisje: ‘Maar zo’n vriendje moet ook aan de gevolgen denken.’ Dat vindt de jongen ook; hij gunt zo’n jongen wel ‘een paar maanden gevangenisstraf.’ Ouders hebben hierin ook een belangrijke rol, vindt een meisje van Marokkaanse afkomst. ‘Maar Marokkanen praten niet over dit soort dingen met hun kinderen. En dan gaan kinderen dingen stiekem doen.’ Een klasgenote: ‘Je hoeft niet met je ouders te praten; je kan ook met mensen praten die jou begrijpen, bijvoorbeeld vrienden of leraren.’

Het is nog niet bekend of de gemeente Rotterdam meer scholen bij dit project gaat betrekken. ‘Maar het is wel een van onze topprojecten’, zegt Rivka Miedema van de directie Veiligheid. ‘Uiteindelijk is het de bedoeling dat scholen dit zelf gaan doen.’ Faouzi Achbar, coördinator bovenbouw vmbo van het Carré College: ‘Leerlingen leren zo kritisch omgaan met het nieuws en kunnen zaken beter in perspectief plaatsen. Ook hopen we dat ze de consequenties van het gebruik van social media beter gaan overzien.’ Zelf vinden de leerlingen de talkshow ‘leuk maar heel spannend’. ‘Maar zodra er discussie is, vergeet je de camera.’ De opnames worden gemonteerd. Het Carré College gaat de film vertonen in andere klassen. De leerlingen die hieraan meegewerkt hebben, gaan dan in gesprek met andere leerlingen.

#ROM2 13


PLEIDOOI VOOR INCLUSIEF DENKEN OVER ONTWIKKELINGSKANSEN

Onderwijs moet meer aan anderen overlaten TEKST RONALD BUITELAAR ILLUSTRATIE CHRIS VERSTEEG

Op Twitter wordt al enige tijd een lijstje bijgehouden van alles wat er vanuit de samenleving bij het onderwijs over de schutting gekieperd wordt. Programmeren, een moestuin bijhouden, omgaan met geld, aandacht voor diversiteit… Het onderwijs wordt er niet alleen tureluurs van, maar ook onzeker.

‘Niet nodig’, zegt Ype Akkerman, ‘als overheid en samenleving hun verantwoordelijkheid nemen, hoeven scholen niet alles alleen te doen. Dan zorgen we er met elkaar voor dat álle Rotterdamse kinderen zich optimaal ontwikkelen.’

ARBEID ADELT Ype Akkerman heeft een lange ambtelijke carrière achter de rug die hem via het ministerie van OCW naar Rotterdam voerde. Bij het ministerie hield hij zich onder meer bezig met het mbo, volwasseneneducatie en inburgering. In Rotterdam was hij namens het ministerie betrokken bij het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Tegenwoordig zet Ype zich beroepsmatig en privé in voor de jeugd. Met name jeugd in achterstandsituaties. Ype woont in de wijk Feijenoord en richtte daar het Pedagogisch Collectief Feijenoord (PCF) op. Het Collectief wil een hechte en duurzame community bevorderen van iedereen die zich

14 #ROM2 #ROM5

in de wijk Feijenoord inzet voor de jeugd. Het sluit aan bij Ypes overtuiging dat iedereen ertoe doet als het om de vorming van jongeren gaat: ‘Vorming vindt niet alleen plaats in het onderwijs. Vrijwilligers en professionals uit allerlei disciplines, maatschappelijke verbanden en levensterreinen spelen daar allemaal een rol in.’ Een inzicht dat zich al ontwikkelde door zijn betrokkenheid bij het beroepsonderwijs: ‘Als ik bij leerbedrijven kwam hoorde ik steevast: “Deze jongeren beginnen schuchter aan een stage of leerbaan, maar dat is na een maand of wat volledig verdwenen.” De praktijk biedt dus niet alleen professionele, maar ook sociale en persoonlijke vorming. Het illustreert dat arbeid adelt en een belangrijke bron is van sociale mobiliteit.’

COMPENSEREN Ype is van mening dat het voor het onderwijs ontlastend kan werken als dat besef breder

gedeeld wordt: ‘Ik zie dat het onderwijs veel naar zich toe trekt – ook dingen die aan anderen kunnen worden overgelaten. Het is geen verwijt, want het idee overheerst dat uitsluitend scholen en leraren moeten compenseren voor wat kinderen elders tekortkomen. Het zou enorm helpen als het onderwijs inziet dat kwalificatie, socialisering en persoonsvorming ook elders in de samenleving vorm krijgt.’

CHILDREN’S ZONE Ype had gehoopt dat de Rotterdamse Children’s Zone de aanzet zou zijn voor een ontwikkeling waarbij iedereen in een wijk of gebied aan de slag gaat met de vorming van de jeugd. Hij constateert dat die verwachting niet is uitgekomen: ‘Het ideaal van een stimulerende en ontwikkelingsgerichte omgeving is onvoldoende uit de verf gekomen. Bovendien blinkt het overheidsbeleid niet uit in continuïteit. In Rotterdam hebben we de Brede School


gehad, kindvriendelijke wijken, jeugdkansenzones en de wijkpedagogiek. Beleid met ongeveer dezelfde doelen, maar steeds wisselende uitvoering en personele inzet. Ik verwachtte dat de Children’s Zone een einde aan die tijdelijkheid en versnippering zou maken, maar constateer dat de uiteindelijke uitwerking smaller is geworden dan aanvankelijk de bedoeling was.’

INCLUSIEF DENKEN Voor de toekomst vestigt Ype zijn hoop op het Rotterdamse jeugdbeleid: ‘Dat plan ademt een langere adem en inclusief denken over opvoeding en vorming.’ Wel heeft Ype nog enkele wensen: ‘Ik hoop dat de gemeente oog heeft voor de verschillen in de stad. Het jeugdbeleid mag in de wijken heel divers vorm krijgen en zou er wel bij varen als de gemeente zich niet alleen op instituties richt, maar ook kleine, particuliere, initiatieven ondersteunt. Omarm die en laat burgers en sociaal ondernemers ermee scoren. Het zal de jeugd in de wijken goed doen.’ Een citaat van Erasmus, de grootste zoon van Rotterdam, laat volgens Ype het belang van een zo breed mogelijke ‘ontwikkelingscoalitie’ zien: ‘Overweeg hoe veelzijdig en veeleisend een goede opvoeding is, maar ook hoe schitterend haar resultaat’

UIT HET GEMEENTELIJK BELEIDSKADER JEUGD 2015-2020 ‘Voorop staat duurzaam resultaat. Niet alleen symptoombestrijding, maar dieper, vanaf de wortel. Hiervoor is meer samenhang nodig in de inzet op de doelgroep jeugd. Vanuit veiligheid, werkgelegenheid, onderwijs, cultuur, sport en de fysieke omgeving. Zodat initiatieven elkaar versterken. Zodat het geld dat de stad inzet voor kinderen en jongeren meer oplevert dan voorheen. Meer doen wat werkt. Van goed bedoeld naar goed. Dat vraagt om een langere adem dan enkel een collegeperiode. Het doel van het Rotterdamse jeugdbeleid: het kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien van jeugd in de stad.

‘DE PRAKTIJK BIEDT NIET ALLEEN PROFESSIONELE, MAAR OOK SOCIALE EN PERSOONLIJKE VORMING’ #ROM2 15


DIT IS MIJN KLAS

TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DER MEIJDE

‘MET DE RESET HOUDEN WE ELKE LEERLING ZO LANG MOGELIJK BINNENBOORD’

Nicole Smeehuijzen – Onderwijsassistent/ resetmedewerker en Yvonne van Gennep – Docent lichamelijke opvoeding en zorgcoördinator bij vmbo Penta Hoogvliet. ‘Wij kregen begin dit jaar het excellentieprofiel van de Onderwijsinspectie voor de wijze waarop wij leerlingenondersteuning en begeleiding regelen. Wij hebben een populatie met een diverse zorgproblematiek en af en toe uitschieters die extra zorg nodig hebben. Voorheen gingen dergelijke leerlingen voor begeleiding naar het OPDC (orthopedagogisch Didactisch Centrum) in Rotterdam. We merkten echter dat dat niet voldeed. Het was te ver, de lijntjes waren te lang en de leerwinst te gering.’

RESET ‘We organiseren het nu intern in wat wij de reset noemen en ‘schrapen’ daarvoor alle beschikbare mensen en middelen bij elkaar. In de reset komen leerlingen die om uiteenlopende redenen een periode buiten de klas ondersteuning nodig hebben.

16 #ROM2

Het gaat om zaken als gedragsproblematiek, moeite met plannen en huiswerk maken of hardnekkige absentie. Er zijn per jaar vier periodes van acht weken beschikbaar voor in totaal ruim twintig leerlingen. De eerste vier weken van zo’n periode zijn de leerlingen fulltime in de reset aanwezig. Ze volgen een intensief programma met onder andere Rots & Water. Met leerling en ouders bespreken we onze gezamenlijke doelen. De laatste vier weken gaan ze weer langzaamaan terug naar de klas. Vanuit de reset begeleiden we leerling en docent om de overstap zo succesvol mogelijk te laten zijn.’

KOPJE THEE Nicole is de spil van de reset. Zij zorgt samen met een part-time bpo’er (begeleider passend onderwijs) en stagiaires sociaal pedagogische hulpverlening van de Hogeschool Rotterdam voor de begeleiding van de jongeren. Daarbij gaat het de ene keer om een gesprek over huiswerk of gedrag. Een andere keer is er een kopje thee. En weer een andere keer storten leerlingen hun hart uit. ‘Kern van onze aanpak is dat we onze leerlingen zo lang mogelijk binnenboord willen houden. De reset laat zien dat elke leerling ertoe doet. Ongeacht zijn of haar gedrag.’


NIKA (14):

GILLIAN (14):

‘Ik zit hier door mijn gedrag. In de reset leer ik hoe ik het anders kan aanpakken. Ik vind dat niet altijd leuk, maar ik merk ook wel dat het helpt. Ik heb een verkeerde profielkeuze gemaakt; ik wil nu overstappen van horeca/ bakker naar zorg. Ook daar helpen de mensen van de reset me bij.’

‘Vorig jaar zat ik hier twee periodes en dit jaar weer een periode. Ik vind het prettig om hier te zijn omdat hier minder drukte om mij heen is. Op dit moment wacht ik op een plaats op een andere school. Ik ben al wezen kijken en het lijkt me een leuke school.’

DILARA (13):

‘Ik ben veel ziek geweest. Er wordt nu uitgezocht wat ik mankeer. In reset praat ik daarover en ik haal met hulp van de begeleiders mijn achterstand in. En nu volg ik ’s morgens weer gewoon les in de klas.’

Lees meer over de beoordeling van het Penta College als excellente school op: tinyurl.com/PentaCollege.

#ROM2 17


COLUMN

Praat je mee? Binnenkort start er een nieuwe rubriek in het ROM: wetenschappers en professionals uit de onderwijspraktijk met elkaar in gesprek. Daarvoor zoeken we leraren of pm’ers die van gedachten willen wisselen met een wetenschapper.

Coach

ANNE-MARIE PLASSCHAERT

ANNE-MARIE PLASSCHAERT SCHRIJFT VOOR HET ROM OVER HAAR

Heb jij ideeën voor onderwerpen waarover je meer wilt weten? Of wil jij in gesprek met een wetenschapper?

BELEVENISSEN ALS DOCENT JOURNALISTIEK OP HET GRAFISCH LYCEUM.

Met een beetje trots en soms ook gêne leid ik gasten van andere mboen hbo-instellingen wel eens rond in de school. Eindeloos lijken de lokalen gevuld met 60 iMacs en geavanceerde tv’s. Met jaloezie bekijken ze de uitleenbalie waarachter drie medewerkers zorgen voor onderhoud en uitleen van professionele camera’s, lampen, statieven, microfoons en alle av-toebehoren. Op andere etages voert de route langs geavanceerde regie- en montagekamers, een theater met computergestuurde belichting en het zogenoemde MSE*-lokaal met kantelbare tv-schermen en een broadcastkar waarbij de reportagewagen uit mijn radiojaren kinderspel lijkt. In het ware walhalla op de achtste verdieping zijn zelfs bezoekers uit het bedrijfsleven verrast bij het zien van de peperdure Rad Raven videocamera’s. ‘Hiervan hebben wij er zeventien’, grijnst de docent. Om nog maar te zwijgen van de zelfs in Hollywood gebruikte robotachtige karretjes of de superprofessionele bewerkingsstudio. ‘Techniek heeft de toekomst’ is het adagium op onze school. Om ons, docenten, daarvan te overtuigen, werd trendwatcher en filosoof Ruud Veltenaar binnengehaald. Een overdaad aan technische toekomst raasde langs; van een geïmplanteerde chip om het IQ op te krikken – niemand is straks nog minderbegaafd – tot het nieuwe leren waarin doceren en kennisoverdracht overbodig zijn, omdat iedereen zelf op het internet overal kennis vandaan haalt. De rol van de docent behoeft dan een nieuwe invulling, aldus de trendwatcher. In de toekomst gaat de docent uit van zijn student, biedt hij een omgeving waarin die zich kan ontwikkelen, staat hij hem bij in het zich eigen maken van waarden, het kritisch bekijken van vraagstukken en het vormen van een mening. Kortom: de docent wordt een coach. Heel wat jaren geleden werd ik opgeleid tot docent en ging werken op de Kindergemeenschap, een school naar de ideeën van Kees Boeke (jaren 20 vorige eeuw). Ik leerde dat hij het woord school niet wilde gebruiken – dat ging te veel om ‘geschoold worden’. Hij wilde jonge mensen stimuleren om zich door allerlei activiteiten te ontwikkelen naar eigen aard, aanleg en tempo in samenwerking met elkaar en in de context van de samenleving. Daarvoor heb je dus geen docent nodig, maar een coach. Mooi dat zo’n leerprincipe een eeuw later in deze hoogtechnologische samenleving springlevend is! *media system engineer – ict-specialist op het gebied van soft- en hardware voor de AV.

18 #ROM2

Mail ons! rom@cedgroep.nl

ROMNIEUWS.NL Nu lees je ons magazine, maar het ROM biedt meer! Kijk op de site voor actueel nieuws uit het Rotterdams onderwijsveld, artikelen, verslagen van onderwijsbijeenkomsten en de agenda.

7 8

Like! facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine

Volg! @romnieuws twitter.com/romnieuws

ABONNEER JE OP DE NIEUWSBRIEF Elke maand een link naar de laatste aanvullingen op de site, extra nieuws en meer. Meld je aan op romnieuws.nl/nieuwsbrieven.


4X

MISVATTINGEN OVER PRIVACY

Vanaf mei geldt de nieuwe wetgeving op het gebied van omgaan met persoonsgegevens (de AVG). Wat zijn in het onderwijs veel voorkomende misvattingen rondom privacy?

GEBRUIK VAN FOTO’S

BEROEPEN VAN OUDERS VERZAMELEN

De school heeft de ouders toestemming gevraagd voor het plaatsen van foto’s van leerlingen op de website van de school, en die toestemming ook gekregen. Nu hebben leerlingen meegedaan aan een debatwedstrijd en foto’s daarvan komen niet alleen op de schoolwebsite, maar ook op de website van de organisator van de debatwedstrijd.

De school vraagt in het aanmeldingsformulier al jaren naar het beroep van ouders. Met die informatie wordt soms een ouder benaderd om iets te komen vertellen over zijn of haar vak, of wordt een ouder een keer om ondersteuning gevraagd.

Wat zou je kunnen denken? We hebben toestemming voor publicatie online en die geldt ook voor die andere website. Maar: nee, helaas ligt het niet zo. Toestemming is gevraagd voor de schoolwebsite en geldt daarom alleen voor de schoolwebsite. Voor elk ander publicatiemiddel moet dan opnieuw, specifiek toestemming gevraagd worden. Verder is het de bedoeling dat de school jaarlijks terugkomt op de gemaakte afspraak en wijst op de mogelijkheid om de gegeven toestemming weer in te trekken.

Wat zou je kunnen denken? We willen leerlingen graag zo veel mogelijk leren over de wereld waarin we leven. Wat is er mooier dan anderen de klas in te halen om leerlingen een kijkje te laten nemen in de wereld van een bepaald vak of beroep? Maar: informatie over het beroep van ouders opslaan is niet toegestaan. Vaak gebeurt het wel en dit stamt uit de periode dat het beroep relevant was om achterstandsgeld te krijgen (gewichtenregeling). Maar tegenwoordig zijn het persoonsgegevens die een school gewoonlijk niet nodig heeft en daarom niet mag verzamelen. Wil de school toch ouders over hun beroep laten vertellen, dan is bijvoorbeeld vragen via de nieuwsbrief een mogelijkheid.

DIGITALE DIENSTEN GEBRUIKEN Je leest over een nieuwe slimme app waarmee je in de klas snel een leuk quizje kunt doen.

Wat zou je kunnen denken? Fantastisch! Morgenochtend geef ik een les over de geschiedenis van voertuigen en kan ik die app meteen gebruiken om de kennis te toetsen. Maar: ouders moeten toestemming verlenen voor het gebruik van digitale diensten en apps door leerlingen jonger dan 16. De kans is namelijk groot dat een app persoonsgegevens verzamelt en dat is niet iets waarover de school mag beslissen. Alleen de ouder of wettelijk vertegenwoordiger kan dat. Toestemming van de ouders is ook nodig voor bijvoorbeeld deelname aan een WhatsAppgroep of Facebookgroep.

LEERLINGGEGEVENS DOORGEVEN Het schooljaar is net begonnen, en de nieuwe klassenouder vraagt aan de school de lijst met alle leerlingen en hun adressen om dingen te kunnen regelen.

Wat zou je kunnen denken? Even printen of mailen die lijst, want de klassenouder heeft dit nu eenmaal nodig. Maar: nee, dit mag niet zomaar. Ouders zullen toestemming moeten geven om persoonsgegevens van hun kinderen aan een andere ouder te verstrekken. De school moet daarom eerst die toestemming vragen aan alle ouders van de groep of klas.

#ROM2 19


SBO SONNEVANCK TEST LEF-KIST

Hoe praat je met leerlingen over diversiteit? TEKST RENATE MAMBER FOTO PETJA BUITENDIJK

Een klasgenoot met twee moeders of een vriendje dat zich wel eens als meisje verkleedt? Met de LEF-kist, een kist met boeken en lessen, kunnen leerkrachten op een natuurlijke manier dit lastige onderwerp aansnijden. Hoewel. Lastig? Leerkracht Monique Noordzij: ‘Ik had gedacht dat sommige kinderen meer moeite zouden hebben om over deze onderwerpen te praten, maar dat viel hartstikke mee.’

In de LEF-kist zitten verschillende materialen om diversteit te bespreken.

20 #ROM2

SBO Sonnevanck is de eerste school die met de LEF-kist werkt. De kist is een initiatief van onder andere Schiedams LEF, Bibliotheek Rotterdam en RADAR. Het doel is om in alle groepen onderwerpen bespreekbaar te maken, zoals verliefd zijn op iemand van hetzelfde geslacht of het hebben van twee vaders of twee moeders.

KIJKJE IN DE KIST SBO Sonnevanck leent de kist in december 2017 bij Bibliotheek Rotterdam. Standaard onderdeel van de uitlening is een docentenbijeenkomst waarbij Schiedams LEF uitleg geeft over het onderwerp en het gebruik van de kist. ‘Heel in het kort gaat het als volgt’, vertelt Sandy Kardolus van Schiedams LEF. ‘Je leest een boek, verhaal of gedicht uit de kist voor, je hebt er een gesprekje over en doet er een opdracht bij. Je kunt de les zo lang of zo kort maken als je wilt. Alles wat je voor de lessen nodig hebt, zit in de LEF-kist.’ De leerkrachten bekijken kort wat er in de kist zit. Voor elke groep is er een boek en een korte lesinstructie. Het grootste deel van de bijeenkomst bestaat vervolgens uit een spel waarbij de leerkrachten zelf ervaren dat bijvoorbeeld verliefd worden op een bepaalde sekse geen keuze is, maar iets dat je bij je geboorte mee krijgt. Sandy vult het spel aan met feiten en cijfers. Bijvoorbeeld: waar staat LHBT voor? En welk percentage van de mensen is transgender?


Sandy Kardolus en Carolien Kruijs van Schiedams LEF verzorgen de eerste les voor groep 7.

Meer weten Kijkt voor meer info op schiedamslef.nl of bibliotheek.rotterdam.nl. Of lees op ROMnieuws.nl het artikel Diversiteit bespreken met de LEF-kist: tinyurl.com/LEFkist.

LEF IN DE KLAS Schiedams LEF verzorgt vervolgens de eerste les voor groep 7. De leerkrachten geven zelf invulling aan de rest van de lessen. Monique Noordzij, leerkracht van groep 5/6, leest bijvoorbeeld het verhaal ‘Koning en koning’ voor. Daarin gaat een prins op zoek gaat naar een prinses om mee te trouwen, maar hij wordt uiteindelijk verliefd op de broer van een prinses. ‘Dan ben je homo’, weet een jongen uit de groep te vertellen. Monique herhaalt daarop de begrippen die de leerlingen in een vorige les hebben geleerd: homo, lesbisch en transgender. ‘Som-

IN HET KORT De LEF-kist is te leen bij Bibliotheek Rotterdam (uitleentermijn drie maanden). De kist bestaat uit een reeks van vijf lessen voor elke groep van het basisonderwijs. Ook voor de kleuters biedt de kist materiaal. Inbegrepen is dat Schiedams LEF een docentenbijeenkomst verzorgt én een gastles voor groep 7.

mige van jullie vonden het raar als twee jongens van elkaar houden. Maar ik heb jullie huiswerk gegeven. Weten jullie nog wat dat was?’ vraagt Monique.‘Dat we niet van onze vader en moeder mochten houden’, herhaalt een meisje. ‘En is dat gelukt?’ vraagt Monique. Alle kinderen schudden hun hoofd. Monique legt uit dat het dus heel moeilijk is om niet van iemand te houden.

‘IK DACHT DAT KINDEREN VEEL VOOROORDELEN ZOUDEN HEBBEN. MAAR HET VIEL HARTSTIKKE MEE’

NAUWELIJKS VOORBEREIDINGSTIJD Monique is positief verrast door de lessen. ‘Ik dacht zelf dat het onderwerp gevoeliger zou liggen en dat er meer vooroordelen zouden zijn. Maar dat viel mee. De kinderen vonden het leuke lessen. Er ontstonden leuke discussies. We hebben goede gesprekken gehad.’ Ze vindt de boeken uit de kist goed passen bij haar leerlingen. En de lessen hebben haar nauwelijks voorbereidingstijd gekost. ‘Alles wordt uitgelegd in een A4’tje en je weet eigenlijk meteen wat je moet doen. Het is niet heel ingewikkeld. Soms zit er een opdracht bij, zoals een toneelstukje. Dat duurt wat langer en dan deel je de les op in twee delen. Soms hebben ze het al snel begrepen en dan rond je het eerder af.’

Het was volgens Monique niet nodig de lessen speciaal aan te passen voor het sbo. ‘Alleen de aanpassingen die ik altijd al doe: veel herhalen en veel structuur in de lessen.’

LOSSE LES OF PROJECT Als tip kan Monique aan andere leerkrachten meegeven dat je de lessenserie gemakkelijk als project kan geven. ‘Je kunt de lessen verspreid geven over een paar weken, maar wij kozen ervoor het projectmatig in de toetsweek te doen. Dat werkte heel goed.’ Ze vindt de lessen verder ook geschikt om elk jaar terug te laten komen, zodat je een opbouw kunt maken in de lesstof.

#ROM2 21


POVO-PILOT LAAT VO-DOCENTEN LESGEVEN OP BASISSCHOOL

Voor iedereen leerzaam TEKST & FOTO’S SANNE VAN DER MOST

Minder werkdruk, een betere band tussen po en vo en enthousiaste leerlingen. Vo-docent Hermen Blok bedacht een constructie waarbij vakdocenten uit het voortgezet onderwijs een dag in de week lesgeven op een basisschool. De Agnesschool in Feijenoord is proefkonijn.

22 #ROM2


Willem Beverwijk: ‘Super interessant om te zien waar mijn toekomstige leerlingen vandaan komen en hoe het er in het po aan toe gaat.’

WERKDRUK

‘Oke jongens.’ Docent Willem Beverwijk zet de televisie uit en kijkt de leerlingen van groep 8 aan. ‘We hebben net een filmpje gezien over feiten en fabels rond griepvirussen. Ik heb een vraag voor jullie. Waarom kun je iedere keer opnieuw ziek worden, ook al heb je het virus al gehad?’ Het blijft even stil. Een meisje achterin de klas steekt haar hand op. ‘Omdat het virus muteert’, zegt ze wijs. Beverwijk kijkt naar de andere leerlingen, maar die zien er redelijk blanco uit. ‘Wat is dat precies jongens, muteren?’ Weer is het stil. ‘Dat betekent dat het virus zich aanpast en verandert’, zegt het meisje. Beverwijk is onder de indruk. ‘Hoe weet je dat allemaal?’ vraagt hij. ‘Ik kijk het jeugdjournaal, ik lees best veel en ik praat met mijn ouders over dingen.’

En dan is er natuurlijk ook nog de werkdruk in het primair onderwijs. Ook daar kan de pilot helpen. Blok: ‘Als de basisschool gewoon betaalt voor die vo-docent, want zo hebben we het geregeld, dan kan de voschool tijdens die uren iemand anders voor de klas zetten. In de tijd dat de vo-docent op de basisschool lesgeeft, kan de eigen leerkracht zich op andere dingen richten, die hij anders na schooltijd zou moeten doen.’ Zo heeft groep-8-leerkracht Stefan van der Bol gedurende de les van Beverwijk achter in de klas toetsen nagekeken. Met een schuin oog keek hij mee naar de les van Beverwijk. ‘Hartstikke goed natuurlijk’, zegt hij na afloop. ‘De les was echt interessant. Leuk om te zien hoe een vo-docent het aanpakt. Hij praat op een heel ander niveau, hij benadert de kinderen minder schools en sturend en hij verwacht meer eigen verantwoordelijkheid. Volgens mij vond hij het ook best pittig, al deed hij daar van te voren luchtig over. Maar, hij deed het hartstikke goed hoor.’

SPELEN MET THEMA’S In het dagelijks leven is Beverwijk docent maatschappijleer aan vmbo de Palmentuin, vlakbij de Agnesschool. Maar vandaag even niet. In het kader van het pilotproject staat hij een aantal maandagen achter elkaar voor groep 6, 7 en 8. ‘Super interessant om te zien waar mijn toekomstige leerlingen vandaan komen en hoe het er hier aan toe gaat. Ik heb zelf één jaar Pabo gedaan en vervolgens toch voor het vo gekozen. Muziek, knutselen en die hele jonge kinderen, dat was toch niet helemaal mijn ding. Ik wil graag dieper de inhoud in en kleuters hebben toch een andere spanningsboog. Mijn vmbo-leerlingen kunnen gerust twintig minuten zelfstandig aan de slag. Hier op de Agnesschool moet ik mijn manier van lesgeven aanpassen aan hun niveau en sneller veranderen van werkvorm. Maar de onderwerpen blijven hetzelfde. Watertekort, roken en Noord- en Zuid-Korea; als ze het niet boeiend vinden, haken ze vanzelf af. Daar moet je een beetje mee spelen. Maar dat is voor mij alleen maar leerzaam. Ook voor het lesgeven in mijn eigen klassen.’

Vo-docent Hermen Blok bedacht het POVO-project.

KORTERE LIJNTJES Fulltime zou Beverwijk het niet willen doen, lesgeven op de basisschool. Maar eens in de week vindt hij hartstikke leuk. ‘Ik kan ze enthousiast maken over mijn vak. Daarnaast verbetert het de overdracht tussen po en vo. Ik begrijp straks beter waarom een kind is zoals het is en kan daardoor beter differentiëren.’ Dat zijn ook precies de gedachten achter het idee van Blok. ‘Door hier eens per week les te geven in vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, techniek, Engels en gym, worden de banden tussen de scholen verbeterd en de lijntjes korter. Als basisschooldocenten bijvoorbeeld iets willen weten over de Palmentuin of over het vo in het algemeen, kunnen ze dat gewoon op maandag aan Willem vragen, die is hier dan toch.’ Reclame maken voor de school is een bijkomstigheid. Blok: ‘Scholen sturen natuurlijk hun beste docenten en in die zin zijn ze een uithangbord voor de school. Maar uiteindelijk is dat niet het hoofddoel. Als jij enthousiast bent over een les en een leraar, ben je eerder geneigd je in die school te verdiepen. Maar het feit dat de vakdocenten ook in groep 6 en 7 lesgeven, laat zien dat het in eerste instantie om de inhoud gaat.’

Met steun vanuit RVKO en LMC-VO en de gemeente Rotterdam draait de POVOpilot op dit moment op vier basisscholen. Meer weten? Hermen Blok: 06 23253474 of hblok@lmc-vo.nl

#ROM2 23


QUOTES Ouders over onderwijs Ouders010 geeft ouders een stem in het onderwijsbeleid. Wat vinden ouders eigenlijk van het Rotterdamse onderwijs?

‘WIJ VINDEN HET AL LASTIG OM DE JUISTE PADEN TE BEWANDELEN EN GEHOORD TE WORDEN. HOE MOET DAT ZIJN VOOR OUDERS MET VEEL GROTERE ZORGEN OF EEN TAALBARRIÈRE?’ (DARIA, TWEE KINDEREN OP HET VO)

‘Ik ben gewoon blij dat mijn zoons graag naar school gaan, plezier hebben en een leuke tijd op de middelbare school hebben’ (PATRICIA, 2 KINDEREN VAN 15 EN 12)

‘Jammer dat programmeren niet in het vaste curriculum van de basisschool zit’ (OUDER VAN 3 KINDEREN VAN 11, 10 EN 8)

‘Hoe zorgen we voor voldoende zicht op minder goed functionerende docenten? (OUDER VAN TWEE KINDEREN VAN 16 EN 14)

‘In Rotterdam heb je een breed schoolaanbod. Maar jammer genoeg zijn niet alle scholen even toegankelijk’ (DAVID, 2 KINDEREN VAN 8 EN 5)

24 #ROM2

Ouders010 is er voor ouders met kinderen op een Rotterdamse school en maakt zich sterk voor goed onderwijs in de stad. Ouders worden uitgenodigd om hun mening over en ervaringen met het onderwijs te delen om zo in gesprek te blijven met wethouder, ambtenaren en schoolbesturen. Meer info? www.ouders010.nl


2 Boeken RECENSIES VOOR EN DOOR COLLEGA’S

1

DE ZESDE ROL VAN DE LERAAR DE LEERCOACH LINDA ODENTHAL, SUSAN POTIEK EN ARIENA VERBAAN

Dit boek neemt leraren in het voortgezet- en beroepsonderwijs mee, die een bewuste invulling willen geven aan zelfregulerend leren van leerlingen. Zo kunnen ze regie over eigen leren en over het eigen leven verkrijgen; een vereiste om te kunnen functioneren in een steeds veranderende samenleving. Op een gestructureerde en inzichtelijke manier wordt de theorie met tabellen uitgelegd in drie thema’s: didactisch coachen, pedagogisch coachen en coachen op zelfregulatie. In de volgende hoofdstukken is ruimte om concrete kennis toe te passen in de eigen praktijk, met behulp van reflectievragen Het boek is prettig leesbaar. Aan het eind vind je opdrachten om zelf als een leercoach aan de slag te gaan en een effectievere leercoach te worden. Vanuit mijn achtergrond met de voorschool had ik niet direct een link verwacht in dit boek. Toch blijkt die er wel degelijk te zijn! Die zit vooral in het opbrengstgericht werken en het educatief handelen van de pm’ers: het bevorderen van de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen. De pm’er geeft ruimte aan eigen initiatieven van het kind en stemt het aanbod daarop af (responsief). Dit boek is dus interessant voor een heel brede groep leerkrachten! Hannie van ’t Veer is vanaf 1980 werkzaam geweest in het peuterspeelzaalwerk.

2

ALLES OP EEN RIJ… PRAKTISCHE HANDREIKINGEN UIT ONDERZOEK VOOR HET VOORTGEZET ONDERWIJS WINNIFRED JELIER

Alles op een rij… is een informatief boek over thema’s (o.a. motivatie, orde houden, huiswerk) die op alle vo-scholen onderwerp van gesprek zijn. Per thema wordt aangeraden wat je volgens onderzoek het beste kunt doen. Het boek kan aanleiding zijn om in het team dieper op een onderwerp in te gaan en kan richting geven aan schoolafspraken. Bijvoorbeeld door iedereen het hoofdstuk of het onderzoek te laten lezen en daar samen verbeterdoelen en acties op te zetten. In het hoofdstuk toetsen bijvoorbeeld, wordt het idee aangedragen elkaars toetsen te bekijken en te bespreken of deze werkelijk in dienst staan van het toetsdoel. Ook geeft elk hoofdstuk ideeën hoe je met collega’s aan de slag kan op basis van kennis uit onderzoek. Dat spreekt mij erg aan: ik geloof in de kracht van collega’s samen, samen het onderwijs verbeteren. En dit boek geeft per thema inhoud aan het gesprek en tips hoe je dat samen kan aanpakken. Annette de Deken is coach verbetercultuur RVKO/ methodiek Stichting LeerKRACHT en initiatiefnemer Montessori Movement 010.

#ROM2 25


STC GEEFT TECHNIEKLESSEN OP BASISSCHOLEN

‘MET DIGITALE TECHNIEK ZIJN KINDEREN VERDER DAN WIJ’ TEKST INEKE WESTBROEK FOTO PETJA BUITENDIJK

Jarenlang was er in Nederland weinig animo voor techniekonderwijs. Rotterdam vormde hierop geen uitzondering. Geleidelijk verandert dit. Sinds 2013 stijgen de aanmeldingen voor technische opleidingen. Maar het kan nog beter, vinden gemeente, onderwijs en bedrijfsleven. Daarom worden kinderen al vanaf de basisschool warmgemaakt voor kansrijke techniekvakken. Zo organiseert het Scheepvaart en Transport College (STC) lessen op basisscholen in Rotterdam-Zuid.

‘Komt u morgen weer?’ Groep 8 van De Toermalijn krijgt nooit genoeg van de technieklessen door docenten van het STC. Gefascineerd zijn de kinderen door de animatie van een vulkaanuitbarsting, aangestuurd met een app op de smartphone. Andere leerlingen verbinden in uiterste concentratie snoertjes aan elkaar en testen een deurbel die ze zelft maakten. Een ander groepje stippelt aan de hand van een digitale havenkaart een route uit, waarmee minirobots minicontainers ophalen en naar een plek brengen, die de kinderen zelf op de kaart coderen. Robotjes bewegen over de kaart, kleurtjes markeren de route. De tafel fungeert als haventerrein. ‘Met digitale techniek zijn kinderen soms verder dan wij’, vertelt Mike Herni, onderwijsmanager op het STC. ‘En daarvan maken we gebruik.’

KANTELEN ‘Virtual reality wordt de nieuwe school’, voorspellen Mario Veerdonk, Diego Almazan en Zarah Sahabi, docenten Technologie en Toepassing aan het STC. Veerdonk: ‘Leerlingen gebruiken hun smartphone op een positieve manier. Het bereidt hen voor op vaardigheden die nieuwe beroepen vragen, zoals robotisering binnen bijvoorbeeld de haven. Deze lessen geven een ander beeld van werken in de haven: het is niet per se “vies” en “zwaar”, zoals kinderen vaak denken.’

De lessen van het STC laten basisschoolleerlingen zien hoe leuk technische beroepen zijn.

26 #ROM2


Stijgende doorstroom naar techniekopleidingen in Rotterdam De inspanningen om meer leerlingen technische opleidingen te laten volgen, werpen hun vrichten af: steeds meer leerlingen kiezen voor techniek. Onderstaande grafieken vergelijken de landelijke en Rotterdamse stijgingen weer.

Percentage leerlingen van vmbo-techniek dat kiest voor een technische mbo-opleiding:

‘Dat beeld moet kantelen’, benadrukt Simonette Kraaij, woordvoerder STC. ‘Veel ouders sporen hun kinderen aan om havo of vwo te doen, terwijl er zo veel aansprekende en kansrijke techniekopleidingen zijn. Door deze lessen zien kinderen hoe leuk techniek is. Net als Gionisia (11): opgetogen vertelt zij over de digitale proeven met de vulkaan en het coderen van de robotjes, die ze ‘schattig’ vindt: ‘Het is leuk om uit te vinden hoe je de containers het beste kan verplaatsen.’ Gevoel voor techniek heeft ze in ieder geval: ‘Thuis repareer ik graag apparaten.’ Toch is ze niet van plan een techniekopleiding te gaan volgen. ‘Het liefst ga ik naar de theaterschool; toneelspelen is mijn hobby.’

TOEKOMSTIG PERSONEEL

Rotterdam

Landelijk

73%

64%

Percentage leerlingen dat techniekprofiel kiest op KBL en BBL:

Percentage leerlingen dat techniek kiest op GTL:

29%

30%

22%

-9%

Rotterdam

Landelijk

Rotterdam

Landelijk

De technieklessen van het STC behoren tot de Rotterdamse inspanningen voor meer toekomstig technisch personeel. Op die manier moeten met name jongeren op Zuid kans op werk krijgen.‘Kinderen willen bij de brandweer of de politie. Deze lessen laten zien hoe leuk technische beroepen in bijvoorbeeld de haven zijn’, noemt Sandra Bussching, bovenbouwcoördinator van de Toermalijn. Het is een belangrijke reden om gebruik te maken van de lessen van het STC.

GEAVANCEERDE TECHNOLOGIE Als Rotterdamse school motiveert De Toermalijn leerlingen al langer voor een havenbaan. Zo doet de school in het kader van Loopbaanleren mee aan De Havenschool. Dit project van het STC brengt basisschoolleerlingen in kennis met havenberoepen. Naast taal en rekenen leren kinderen vanaf groep 0 voor de haven benodigde technische en digitale vaardigheden. Vast onderdeel is de bezoekavond aan het STC, waar leerlingen en hun ouders de havenpraktijk ontdekken. Bussching: ‘Ze zien dan dat veel havenbanen gepaard gaan met geavanceerde technologie. Ouders zullen niet meteen afstappen van hun vooroordelen over technische beroepen, maar het verlaagt de drempel.’

TOERMALIJN ONTWIKKELT LESPAKKET

‘De lessen geven een ander beeld van werken in de haven. Het is niet per se vies en zwaar’

Om het techniekonderwijs aan te passen aan de hedendaagse eisen, werkt de school aan een lessenpakket voor alle groepen. Het materiaal is gebaseerd op de kerndoelen, horend bij de thema’s Wetenschap en Techniek: licht, geluid, magnetisch en elektrisch. Bussching: ‘Niet meer standaard klassikaal, maar zelf ontdekken.’

#ROM2 27


De coaches dagen de pm-ers uit om op een andere manier naar kinderen te kijken.

HBO-MEDEWERKERS IN DE VVE

‘Kinderen gaan meer vooruit in hun ontwikkeling’ SWKGROEP

Sinds 2016 moeten in de vve een hbo- en een mbo-medewerker op een groep staan, óf twee mbo-medewerkers met coaching van een hbogeschoolde medewerker. Deze inzet moet de kwaliteit van de vve nog verder verbeteren. Drie Rotterdamse vve-organisaties KindeRdam, Peuter & Co en SWKGroep werkten deze eis ieder op eigen wijze uit. Ze zijn tevreden over het resultaat.

‘WE GELOVEN IN EEN GOEDE MIX VAN OPLEIDING EN TALENTEN’

28 #ROM2

De SWKGroep verzorgt in de regio Rotterdam onder andere peuteropvangloacties, kinderdagopvang en BSO. Stichting GroeiBriljant, onderdeel van de SWKGroep, richt zich op peuteropvanggroepen voor kinderen van 2 tot 4 jaar met zo’n dertig locaties. ‘Bij de peuteropvang werken wij met twee mbo-medewerkers en een hbo-coach’, vertelt regiomanager Mariëlle Speksnijder. ‘Wij zijn in 2015 met de inzet van coaches begonnen en we hebben nu een team van zo’n negen coaches. Ze vormen een belangrijke spil in de kwaliteit. De hbo-coach is een paar uur per week op een groep aanwezig. De coaches ondersteunen de pedagogisch medewerkers onder andere bij het opbrengstgericht werken. Ze kijken mee naar de interactie met het kind en zetten daarbij indien nodig videointeractiebegeleiding in. Ze adviseren over het activiteitenaanbod. Ook hebben ze een belangrijke rol bij het vroeg signaleren van ontwikkelingsachterstanden van kinderen. ‘Ik vind het een toegevoegde waarde dat de coaches, naast hun vaste locaties en groepen, elkaars locaties bezoeken en intervisie met elkaar hebben. Daarin staat het uitwisselen van ervaringen centraal. Ze kunnen vergelijken tussen verschillende locaties en daardoor signaleren ze eventuele achterstanden sneller. Ook zie je dat de coaches de pedagogisch medewerkers uitdagen om op een andere manier naar kinderen te kijken. Dat verhoogt de kwaliteit. Uiteindelijk zie je dat kinderen echt vooruitgaan in hun ontwikkeling.’


KINDERDAM KindeRdam richt zich op kinderopvang, peuterspeelgroepen, gastouderopvang, BSO en Plusopvang en heeft ongeveer zeventig locaties in de regio Rotterdam. ‘Wij zijn in 2014 gestart met de inzet van pedagogisch coaches op de peuterspeelgroepen om het opbrengstgericht werken te introduceren en de samenwerking met de basisscholen te intensiveren’, vertelt Yvonne Vorage, directeur werkontwikkeling. ‘We hebben inmiddels een team van zo’n tien coaches. Ons personeelsbestand bestaat uit ongeveer zeventig procent mbo’ers en dertig procent hbo’ers. Wij streven ernaar dat medewerkers zich kunnen blijven ontwikkelen, maar we streven niet per se naar een hbo’er op elke groep. We geloven in een goede mix van medewerkers niet alleen qua opleiding maar ook qua talenten. Wij proberen ieders talenten te benutten. ‘Een pedagogisch coach komt van buiten naar binnen bij een locatie en ziet daardoor andere dingen dan de pedagogisch medewerker. Om de kwaliteit van de vve op een hoger plan te brengen is het bijvoorbeeld belangrijk om objectief te kunnen kijken naar kinderen. Daarin hebben de coaches een belangrijke rol. Door bijvoorbeeld vragen te stellen, maken ze de medewerkers nog bewuster van hun handelen.’ Hester Kuipers, projectmedewerker pedagogiek: ‘De pedagogisch medewerkers zijn heel enthousiast. Ze zijn blij dat de coaches hen steeds een stapje verder weten te helpen in hun werk.’

PEUTER & CO Peuter & Co richt zich op peuterscholen voor kinderen tussen 2 en 4 jaar en heeft zo’n zeventig locaties in regio Rotterdam. ‘Bij ons komen kinderen maximaal twaalf uur per week. Meestal gaat het om kinderen met een indicatie, dus met een taal- of ontwikkelingsachterstand’, vertelt directeur Heinz Schiller. ‘Wij streven ernaar om op alle groepen een mix te hebben van een hbo- en een mbo-medewerker. Tot nu toe is dat bij ongeveer twee derde van de groepen gelukt. Daarnaast vinden we coaching sowieso essentieel voor de kwaliteit. Wij hebben een team van zo’n elf coaches die alle groepen ondersteunen, ook de groepen met een hbo-medewerker. Onze doelgroep vraagt om een geconcentreerde, hooggekwalificeerde inzet. Om dat te bereiken is constante feedback nodig. De coach geeft feedback, adviseert de pedagogisch medewerker en speelt een rol als er extra zorg nodig is voor bepaalde kinderen.

‘COACHING IS ESSENTIEEL VOOR DE KWALITEIT’

‘We hopen in de toekomst de inzet van een hbo- en mbo-medewerker op een groep en daarnaast nog de inzet van een hbocoach te kunnen blijven financieren, want voor ons is dat, zoals gezegd, essentieel voor de kwaliteit. De coaches hebben bovendien een rol om nieuwe inzichten te vertalen naar de praktijk. De wetenschap staat niet stil. Er zijn constant nieuwe inzichten en die willen we graag kunnen toepassen.’

#ROM2 29


COLUMN primair onderwijs

“...Met een diploma kom je een bedrijf binnen maar om te blijven heb je bredere competenties nodig.” #DaaromSKVR Carla Chappell onderwijsleider, Albeda

GEDACHTEN OVER HET ROTTERDAMSE ONDERWIJS OP PAPIER.

‘Ik ben altijd bezig met de volgende stap. Zo niet, dan hoeft het voor mij niet meer’ Ten eerste dat je kunt innoveren en vernieuwen binnen een totaal vastgeroest systeem. De regels zijn dan misschien hetzelfde, City en Liverpool lijken allebei een ander spelletje te spelen. Houd het ten tweede simpel. Binnen een strategie kiezen de coaches herkenbare principes die ze via oefeningen tot in de perfectie inslijpen. Vierentwintig uur per dag zijn Pep en Jürgen vervolgens obsessief bezig om de kwaliteit te verbeteren. Dan nog is het niet genoeg, Guardiola zei daarover ooit: ‘Ik ben altijd bezig met de volgende stap. Zo niet, dan hoeft het voor mij niet meer.’ In het onderwijs kan dit ook. Eis niets minder dan het allerbeste. Ontwerp heldere oefenprogramma’s voor leerlingen die de kwaliteit verbeteren. Wees daarin obsessief, houd het simpel en zorg voor duidelijkheid en herhaling. Boek progressie en maak die zichtbaar. Zorg tot slot voor teamgeest. Alleen in een goeie ploeg die een gemeenschappelijke taal spreekt, word je gestimuleerd om meer en beter initiatief te nemen. In maart komen we als secties een dag bijeen om het oefenprogramma voor het komende schooljaar vast te stellen. We beginnen de dag met een filmpje van Pep. En ik kom in trainingspak.

30 #ROM2

Oriënteer u nu op onze website of bel 010 - 27 18 320

VOOR AL JE

VRAGEN OVER

skvr.nl/onderwijs

Voetbal is misschien wel het saaiste spelletje ter wereld. De bal is al meer dan honderd jaar rond. Negentig minuten, elf tegen elf. Aan het einde winnen de Duitsers. De parallel met het onderwijs is gemakkelijk te trekken. Wie cynisch wil zijn, zou kunnen constateren dat er in honderd jaar te weinig is veranderd. De lange zomervakanties stammen nog uit de tijd dat de kinderen hielpen met de oogst. Ik bedoel maar. Geniale oefenmeesters zetten het voetbalspel op zijn kop. Dit seizoen is het bijvoorbeeld goed kijken naar het Manchester City van Pep Guardiola en het Liverpool van Jürgen Klopp. Wat kunnen we van hen leren?

Vaardigheden en interesses aanspreken en ontwikkelen met uitdagende workshops, lessenseries en kunstzinnige jaarprogrammeringen. Schooljaar 2018/2019 nu online! FOTOGRAFIE: GABY JONGENELEN

DE GSR. HIJ NAM DEEL AAN BROEDPLAATS010. VOOR ROM ZET HIJ ZIJN

MBO

WILLEM SONNEVELD IS SOCIOLOOG EN DOCENT MAATSCHAPPIJLEER BIJ

voortgezet onderwijs

Voetbal

Waarom kiest u voor kunsteducatie? SKVR.NL/Onderwijs


WHAT'S MORE?

ONLANGS ONLINE Welke artikelen verschenen er de afgelopen tijd op romnieuws.nl? BASISSCHOOLLEERLINGEN DEBATTEREN OP HET STADHUIS Met debatteren kun je niet vroeg genoeg beginnen. Op 14 maart vond de finale van de Rotterdamse Basisschool Debatwedstrijd plaat. Helemaal in stijl zoals het hoort: in de Burgerzaal van het Stadhuis.

WAT LEES JE IN

#ROM3 JUNI? JONGE FIETSENMAKERS Bandje plakken, doorsmeren en afrekenen. De vso-leerlingen van het Passer College leren het allemaal.

Toppers gezocht! Rotterdam scout onderwijstaltent

IN GESPREK Mariëtte Lusse doet onderzoek naar de samenwerking tussen school en ouders. Zij gaat in gesprek met leerkrachten en docenten. Wat werkt wel en wat niet?

INSPIRATIONAL LEARNING OP RONCALLI MAVO Leren kan prima buiten het klaslokaal. Het kan zelfs internationaal! Dat bewezen scholieren van de Roncalli Mavo samen met hun leeftijdgenoten uit Duitsland, Frankrijk, Zweden, Spanje en Turkije.

MBO BEDRIJVENDAG GROOT SUCCES Netwerken, relaties onderhouden en jezelf presenteren: belangrijke vaardigheden voor het vinden van een leuke baan. Meer dan 800 Albeda-studenten er twee maanden les over. Op 13 maart brachten ze hun skills in praktijk tijdens de MBO Bedrijvendag 010.

#ROM2 31


DUBBELPORTRET

TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DE MEIJDE

Annelise en Frea Annelise en Frea (11) wonen met man/vader Sander en zonen/broers Daan (12) en Jens (9) én hamster Snorrie in Overschie. Annelise is beleidsmedewerker bij het ministerie van OCW. Zij houdt zich bezig met de kwaliteit van de lerarenopleiding. In haar vrije tijd doet zij onder meer aan yoga. Frea zit in groep 8 van de Albert Schweitzer basisschool. Na school heeft ze pianoles, speelt ze hockey bij HC Schiedam en doet ze toneel bij Jeugdtheater Hofplein.

WAAROM HEBBEN JULLIE VOOR DE ALBERT SCHWEITZER GEKOZEN? Frea: ‘Dat weet ik eigenlijk niet. Daan zat er al op en later zijn Jens en ik naar dezelfde school gegaan.’ Annelise: ‘Wij vinden het belangrijk dat de kinderen naar een buurtschool gaan en dat de school een weerspiegeling is van de samenleving. We hebben onze keuze vooral gebaseerd op ervaringen van mensen die we kennen en zijn verder op ons gevoel afgegaan.’

DENK JE AL NA OVER WAT JE NA DEZE SCHOOL WILT GAAN DOEN? Frea: ‘Mijn advies is gymnasium en

WAT VIND JE LEUK AAN SCHOOL? Frea: ‘Ik vind het

daarom ben ik bij verschillende Rotterdamse gymnasia wezen kijken.

leuk dat er veel extra activiteiten zijn, zoals muziek, zwemmen, de

Ik had geen klik met die scholen en ben daarom ook bij het Stedelijk

schooltuin en uitjes zoals zingen bij de kerstboom op de Coolsingel.

gymnasium in Schiedam langs geweest. Bij die school had ik direct

Ook is het fijn dat we in de Astronautengroep (extra aanbod meer-

een goed gevoel en dus ga ik daar na de zomer naartoe.’ Annelise:

begaafden – red.) veel vrijheid krijgen om de opdrachten naar eigen

‘We vinden het belangrijk dat de kinderen eigen keuzes maken voor

inzicht te maken.’ Annelise: ‘Het is een grote school met meer dan

het voortgezet onderwijs en we denken dat deze school goed aan-

vijfhonderd leerlingen. Maar het is er zo goed georganiseerd dat de

sluit bij wat voor Frea belangrijk is. Ze gaat er, zo ver wij weten, wel

grootte niet belemmerend werkt. We hebben gezien hoe de school

als enige van de basisschool naartoe.’

zich in positieve zin ontwikkelt en merken dat de ouderbetrokkenheid verbetert.’

WAT ZIJN JE DROMEN VOOR LATER? Frea: ‘Ik wil misschien journalist worden, maar in mijn familie zijn

WAT MIS JE? Frea: ‘Niks. De school houdt eigenlijk overal

veel advocaten en rechters dus het kan ook zijn dat ik die kant op

rekening mee.’ Annelise: ‘Door het grote aantal leerlingen heeft

wil.’ Annelise: ‘Ik wil natuurlijk – net als elke ouder – dat Frea iets

de school tijdelijk twee locaties. Dat vind ik jammer. Er zijn plannen

gaat doen waarin ze tot haar recht komt. Ik hoop dat het iets is

voor renovatie en nieuwbouw, zodat de kinderen weer bij elkaar

waarin ze intellectueel uitgedaagd wordt en haar sociale kanten

kunnen. Maar de besluitvorming hierover verloopt stroperig.’

in kwijt kan.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.