ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE #4 OKTOBER 2018 JAARGANG 41
‘Beter een andere mening, dan geen mening. Maar wel onderbouwd.’
The Leader in Me
Onderbouwd aan de slag met leerproblemen
Probleemkleuters: passend onderwijs of thuis zitten?
Gedragsspecialist in het mbo
Onderbouwd aan de slag met leerproblemen
#ROM4 1
VAN DE REDACTIE
Lesgeven doe je zó De belangrijkste factor in de klas is de leraar. De uitspraak dat een goede leraar met een slecht lesboek betere resultaten behaalt dan een slechte leraar met een goed lesboek is zonder meer waar. Maar hoe word je een goede leraar, een die niet alleen weet dat het woordje ‘word’ in deze zin inderdaad goed gespeld is, maar ook hart heeft voor alle leerlingen en ze allemaal op elk terrein succeservaringen kan bieden? Natuurlijk zijn er opleidingen, minstens op hbo-niveau, die ervoor zorgen dat scholen met professionals kunnen werken. Want professionals, dat zijn toch alle leraren? Misschien toch niet, want het is niet de eerste keer dat er in ROM een directeur vertelt dat ze in haar streven naar schoolverbetering sommige teamleden niet meer kon gebruiken. Inderdaad, vanwege een gebrek aan kwaliteit. Daar komt belangrijke factor nummer 2 om de hoek kijken: de schoolleiding. Goede leraren zijn een zegen voor elke school, maar zoals je in deze ROM-editie kunt lezen over De Pantarijn en de Gelinckschool: het was de schoolleiding die vanuit een vastomlijnde visie het team een bepaalde kant op stuurde en daarmee de school verbeterde. Is er nog een belangrijke factor nummer 3? Ja, altijd maar door gaan met verbeteren. Goed onderwijs geven is een complexe bezigheid, en er valt altijd nog iets aan te pakken, niet in het minst omdat er ook nog wetenschappelijk onderzoek is dat soms met nieuwe inzichten komt. Over die nieuwe inzichten: in september was Dylan William in Nederland, de Britse leraar/onderwijskundige, bekend van onder andere zijn boeken over formatieve evaluatie. Hij had hier drie dagen lang zijn eigen Dylan William event, onder de hashtag #dwe18 fanatiek gedeeld op twitter. Ik was er niet bij, maar heb toen wel een drie uur durend interview met hem beluisterd (in Mr Barton Maths Podcast: google op ‘Mr Barton Dylan William’). Wat zegt hij daarin over leraren opleiden? Daar komt ie: leraren zouden de eerste drie jaar van hun lesgeven moeten lesgeven op een vooraf vastgestelde manier, en niet anders. Daarna kunnen ze met de opgedane ervaring hun eigen keuzes gaan maken. Veel plezier met deze stelling.
10 MIJN VAK MAARTEN RIJNDERS VAN MT010
12 NIEUWSBEGRIP OP ONZE WERELD EEN STIJGENDE LIJN IN BEGRIJPEND LEZEN
PAUL DE MAAT, HOOFDREDACTEUR
14 LEIDERSCHAP IN HET SO GELINCKSCHOOL WERKT VANUIT THE LEADER IN ME
2 #ROM4
Inhoud 04
DEMOCRATISCHE SCHOOL VIVERE GAAT UIT VAN INTERESSES EN TALENTEN
06
QUOTES WERKDRUK IN HET ONDERWIJS
08
ONDERBOUWD WETENSCHAPPER OVER LEERPROBLEMEN
16
DIT IS MIJN KLAS KLAS 1A VAN DE MAVO VOOR THEATER
18
GELUKKIGE JONGEREN COLUMN ANNE-MARIE
19
4 X CITYLAB010 INNOVATIE IN ROTTERDAMS ONDERWIJS
20
EMPOWERMENT IN HET ZORGOVERLEG DE TUIMELAAR PRAAT MÉT OUDERS EN LEERLINGEN
24
7 EFFECTIEVE GEWOONTEN INFOGRAPHIC: THE LEADER IN ME
25
BOEKBESPREKING TALENTBEGELEIDING BIJ LAAGBEGAAFDE JONGEREN & DE ONTWIKKELING VAN HET KIND
26
GEDRAGSSPECIALIST IN MBO ACHTER OPVALLEND GEDRAG SCHUILT EEN BEHOEFTE
30
22 KLEUTERS BUITEN DE BOOT JEUGDZORG EN PASSEND ONDERWIJS SLUITEN ONVOLDOENDE AAN
DUIZENDDINGENDOEKJE COLUMN WILLEM
31
WHAT’S MORE? AGENDA EN #ROM5
32
DUBBELPORTRET EIGEN INITIATIEF OP DE WILLIBRORDSCHOOL
WWW.ROMNIEUWS.NL Blijf op de hoogte van Rotterdams onderwijsnieuws en abonneer je op onze nieuwsbrief.
Volg het ROM!
28 ONRUSTIGE FUSIE PANTARIJN BLIKT TERUG OP PROCES
N @romnieuws twitter.com/romnieuws M facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine
COLOFON ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE ONAFHANKELIJK VOORLICHTINGS- EN OPINIEBLAD VOOR ONDERWIJS, EDUCATIE EN OPLEIDING IN ROTTERDAM. GRATIS VOOR PERSONEEL VAN HET ROTTERDAMSE ONDERWIJS | 41E JAARGANG NR. 3 JUNI 2018 | ISSN 1386, VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR, OPLAGE 7000 | UITGAVE CED-GROEP | Redactieraad Redactieraad Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Els Maasdam, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie) Tekstschrijvers Ronald Buitelaar, Renate Mamber, Marijke Nijboer, Erik Ouwerkerk, Anne-Marie Plasschaert, Willem Sonneveld, Ineke Westbroek | Fotografen Petja Buitendijk, Jan van der Meijde | Illustratie Chris Versteeg | Bladmanagement Paul de Maat, Tamara Wally, Anne-Marie Smit, Saskia Rietdijk | Redactieadres Postbus 8639, 3009 AP Rotterdam, telefoon 010 4071469, rom@cedgroep.nl | Grafisch ontwerp en vormgeving Trichis, Rotterdam (Otto Mende) | Foto cover Jan van der Meijde | ©CED-Groep
ZELFGESTUURD LEREN OP DEMOCRATISCHE SCHOOL VIVERE
Continu inspelen op interesses
4 #ROM4
Democratisch onderwijs, zoals Vivere biedt, is gebaseerd op de theorie dat gemotiveerde kinderen sneller leren.
Een school waar kinderen zelf mogen uitmaken wat zij leren en wanneer zij naar school gaan. Een anarchistische bende? Niet dus. De democratische school Vivere biedt wel degelijk gestructureerd onderwijs, vanuit de talenten en behoeften van kinderen.
volgsysteem Spectrovita controleert op basis van observaties en proefjes via dagverslagen en een afvinksysteem de aan te leren vaardigheden, waaronder de door de overheid vastgestelde kerndoelen.
VAN BINNENUIT TEKST INEKE WESTBROEK FOTO PETJA BUITENDIJK
‘Yes, het is maandag, ik mag weer naar school!’ Zo begint Mika (7), leerling van Vivere, zijn week. Heel anders dan op zijn vorige school, constateert moeder Jessica: ‘Hij kwam daar sociaal gezien niet uit de verf. Die school nam de ontwikkelfase van kinderen op een bepaalde leeftijd als uitgangspunt. De individuele benadering van Vivere past beter bij Mika. Dagelijks zien wij hem socialer, zelfstandiger en initiatiefrijker worden. Hij heeft creatieve ideeën, denkt out of the box. Zoals het plan dat hij indiende om met school naar Parijs te gaan. Onderzoeken waarom Parijs de stad van de liefde wordt genoemd.’
GEMOTIVEERDE KINDEREN LEREN SNELLER Democratisch onderwijs, zoals Vivere biedt, is gebaseerd op de theorie dat gemotiveerde kinderen sneller leren. Wanneer een kind behoefte heeft om een bepaald vak of vaardigheid te leren, speelt de leerkracht daarop in. Uitgaan van de talenten en behoeften van individuele kinderen is cruciaal. Zelfgestuurd leren staat centraal op democratische scholen, met vijftien vestigingen in Nederland. De Rotterdamse basisschool Vivere bestaat sinds november 2016. Oprichters zijn de zussen Barbara van den Bosch en Mariska Mouwen-van den Bosch, die in Rotterdam geen school konden vinden, die aansluit op de behoeften van hun kinderen. Vivere werkt niet met traditionele roosters, klassen en toetsen. Omdat de school 51 weken per jaar open is, kunnen ouders en kinderen zelf hun vakanties en vrije dagen indelen. Kinderen, ouders en leerkrachten geven de inhoud van het onderwijs gezamenlijk op een gelijkwaardige manier vorm.
Evenals op conventionele scholen leren kinderen in de klas, maar daarnaast krijgen zij veel ruimte om op hun eigen manier te leren. Bijvoorbeeld via Internet, zelfstudie, spelletjes of projecten. Kinderen van onderbouw, bovenbouw en middenbouw zitten tijdens de ochtendkring en de lunch bij elkaar in dezelfde groep, volgens een vast rooster. Buiten deze vaste momenten worden leeftijden gemixt, zodat oudere kinderen jongere kinderen kunnen helpen.
‘Het voelt meer als een familie dan als een klas’ BUURTHUIS Het lokaal voor de vrije ruimte van basisschool Vivere lijkt op een buurthuis. Kinderen lezen en spelen Rummykub. Een beetje al te gezellig misschien? Directeur en medeoprichter Mariska bestrijdt dit: ‘Hier ontstaan fantastische dingen door de kennis en vaardigheden die kinderen opdoen. Spelende kinderen leren tegelijkertijd ontzettend veel. Ook de echte leervakken vinden kinderen leuk. Ze leren door te doen. Rekenen door suiker af te wegen met gewichten, of Monopoly-geld te tellen.’ De school, gevestigd in IJsselmonde en bekostigd door ouders, is goedgekeurd door de Onderwijsinspectie. Het online-leerling-
In maandelijks overleg met hun leerkracht annex coach, bepalen kinderen wat ze willen leren. ‘Zij worden van binnenuit gemotiveerd, vaak geïnspireerd door hun omgeving’, verklaart Mouwen-van den Bosch, ‘bijvoorbeeld Engels leren om met een Engelstalig nichtje te kunnen praten.’ Samen met de coach/leerkracht wordt een individueel traject uitgestippeld, met methodes die aansluiten op het kind. Zo’n traject kan worden gevolgd door meerdere kinderen van hetzelfde niveau en met overeenkomende interesses en leerstijlen.’ Ideaal systeem, vindt coach/leerkracht Monique Jansen: ‘In het traditionele onderwijs, waar ik 22 jaar heb gewerkt, wordt meer uitgegaan van scorecijfertjes dan van het kind. Hier werk je met het totale kind, sociaal, emotioneel, cognitief. We spelen continu in op de interesses. Dat is waarom ik juf ben geworden.’
SNIPPERDAG Jill (9) voelt zich niet gedwongen om te leren, zoals op haar vorige scholen: ‘Hier vind ik het leuk. Ik voel geen druk. Ze laten me lekker met rust, zodat ik me in de lesstof kan verdiepen.’ Jills lievelingsvak is geschiedenis: ‘Op Internet zoek ik naar geschiedenisonderwerpen en maak daarover boekjes voor andere kinderen.’ Als Jill toch te veel stress ervaart, neemt zij een snipperdag: ‘Ze zijn op deze school veel liever dan op andere scholen. Minder streng. Gewoon met zijn allen bezig zijn, grapjes maken. Het voelt meer als in een familie dan in een gewone klas.’
www.viveredemocratischonderwijs.nl
#ROM4 5
QUOTES Werkdruk in het onderwijs Werkdruk en lerarentekort zijn een hot topic in het onderwijs. Hoe wordt erover gedacht en wat wordt erover gezegd? Waar zie jij de oplossing?
‘ Er zou een soort Randstadstoeslag moeten bestaan. Waarbij docenten in hartje Rotterdam en Amsterdam een bonus krijgen bovenop hun salaris.’ FRANK CÖRVERS: EEN OPLOSSING VOOR HET LERARENTEKORT? VERPLAATS DE SCHOOL NAAR DE LERAAR IN TROUW
‘ Als je probeert om werkdruk op te lossen door er meer mensen bij te zetten, dan kom je van een koude kermis thuis.’ JAAP VERSFELT: MINDER WERKDRUK IN HET ONDERWIJS? OP STICHTING-LEERKRACHT.NL
‘ WIJ ZIJN VAN WERKDRUK NAAR WERKGELUK GEGAAN!’
MARTEN HAZENBERG: PRAKTIJKVERHALEN TEGENGAAN WERKDRUK ONDERWIJS OP RIJKSOVERHEID.NL
‘ Zeggen dat het aan het systeem van het taakbeleid ligt, is veel te makkelijk. De oorzaak van de hoge werkdruk is gewoon dat er te veel werk is.’ HENRIK DE MOEL VAN AOB: WERKDRUK ONDERBELICHT IN ONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS OP AOB.NL
‘ Je hoort nu al verhalen dat er straks mensen zonder diploma voor de klas gaan staan. Dat moeten we niet willen. Maar het gaat wel gebeuren.’ LIZA SALIB: DUIZENDEN BASISSCHOOLLERAREN VOEREN ACTIE IN ROTTERDAM IN HET AD
6 #ROM4
Adv-Learn-ROM_09-18.qxp_Opmaak 1 25-09-18 13:32 Pagina 1
Wilt u ook dat iĂŠdereen op uw school leert als een kampioen?
Plezier in leren en lesgeven, je ontwikkelen en je dromen kunnen waarmaken. Dat gun je toch iedereen; elk kind en iedere professional? Leren is ons lief, daarom zijn wij altijd op zoek naar effectieve manieren van leren en ontwikkelen. Wij gunnen vooral alle kinderen gelijke kansen om hun ambities te verwezenlijken. De schoolorganisatie, de leerkracht, de directie, het bestuur, die leren mee en leveren hier hun bijdrage aan. Zo komen we ergens! Dat is de kracht van Learn Like a Champion.
Bekijk het filmpje op www.cedgroep.nl/learn
Als leren je lief is
#ROM4 7
ONDERBOUWD Hoe kun je onderbouwd je onderwijs verbeteren? Een wetenschapper en een leraar bespreken vragen uit de onderwijspraktijk. Deze keer is het onderwerp: hoe help je leerlingen met leerproblemen?
Leerproblemen zijn niet het einde van de wereld TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO’S JAN VAN DER MEIJDE
DE GESPREKSPARTNERS: Huib Tabbers, universitair docent onderwijspsychologie aan de EUR. Natalya Roelofs, medewerker expertisepool bij samenwerkingsverband Koers VO.
Natalya Roelofs adviseert scholen onder andere over hoe om te gaan met leerlingen die door ziekte of medicatie niet meer kunnen leren als voorheen. Vaak gaat het om leerlingen met niet-aangeboren hersenletsel. ‘Er kunnen problemen ontstaan met de executieve functies’, vertelt ze, ‘bijvoorbeeld na een behandeling voor kanker. Als je er niet langer ziek uitziet, gaan mensen weer meer van je verwach-
ten. Maar zelf merken leerlingen dan soms dat hun oude leerstrategie niet meer werkt. Ze zijn sneller moe en kunnen zich moeilijk concentreren. Ze kunnen de stof niet vasthouden, terwijl ze wel degelijk hebben opgelet.’
WAT ZIJN EXECUTIEVE FUNCTIES? Executieve functies zijn hogere denkprocessen waarmee we ons gedrag aansturen. Voorbeelden van deze vaardigheden zijn het werkgeheugen, lange termijngeheugen, flexibel kunnen reageren op situaties, impulsen onder controle houden en het kunnen plannen.
8 #ROM4
GEEN BEWIJS Huib Tabbers: ‘Allereerst: leerproblemen zijn niet het eind van de wereld. Dat het nu moeilijk gaat, wil niet zeggen dat een leerling het nooit meer kan. Hij moet vertrouwen hebben dat het leren iets gaat opleveren.’ Verder, zegt Huib, kun je leren op vele manieren. ‘Sommige leerlingen hebben helemaal geen leerstrategie; die gaan gewoon door de stof heen. Er is ook weinig bewijs dat je maar op één manier kan leren. De meeste mensen ontdekken pas echt wat ze hebben geleerd, als ze het gaan toepassen.’
HERHALEN Voor leerlingen met leerproblemen is het belangrijk dat het tempo van de les niet te hoog is. ‘Vaak gaan lessen te snel, terwijl deze leerlingen meer tijd nodig hebben om de informatie te verwerken.’ Natalya: ‘Gelukkig herhalen veel docenten de stof en laten ze tijdens de les ter illustratie dingen zien.’ Huib: ‘Precies. Af en toe stop je en kijk je even terug. Voor deze kinderen helpt het ook enorm als de docent de stof vooraf beschikbaar stelt, zodat ze
groepje dat niet wil werken. Maar vooraan zitten is ook niet altijd handig; het ijsberen van een docent geeft ook veel prikkels. Het hangt helemaal van het kind af.’ Wat te denken van telefoons in de klas? Veel vo-scholen zetten hun roosters op de telefoon. Smartphones zijn ook een handig hulpmiddel bij het plannen van werk. Huib: ‘Maar mensen kunnen niet multitasken. Een telefoon leidt af en kost energie. Dat geldt voor alle leerlingen, dus zeker ook voor leerlingen die al moeite
is heel simpel: ga op tijd naar bed. Werk in blokken, steek af en toe even je neus naar buiten. Plan alles in kleine stukjes. Als je gespreid leert, blijft de stof langer hangen.’ Natalya: ‘De leerlingen die ik ondersteun moeten veel teleurstellingen verwerken. Vaak moeten ze een niveau zakken. Dat vinden hun ouders ook moeilijk.’ Huib: ‘Geef mee: je kunt niet altijd met de anderen mee. Jij hebt er nu eenmaal andere dingen bij, zoals fysiotherapie. Ouders zullen ook tijd in ondersteuning moeten steken.’ ‘Soms moet ik scholen wijzen op de mogelijkheid om maatwerk te bieden’, zegt Natalya. ‘Het landelijk schoolexamen kun je bijvoorbeeld spreiden. En een toetsweek is erg pittig. Leerlingen willen toetsen vaak graag samen met de anderen doen, maar ik pleit erg voor spreiden.’ Natalya: ‘Jouw tip voor een positieve benadering neem ik zeker mee. Het is goed om te zeggen: “Je moet niet denken dat je nooit meer kan leren”.’ Huib: ‘Ook een goede boodschap: kijk eens terug en besef wat je nu allemaal al kan.’
TOOLBOX
die alvast kunnen doorlezen.’ Het is ook goed, zegt hij, om verschillende zintuigen aan te spreken. ‘Zo verrijk je de stof en blijft die hangen. Vertel ook met je lijf. Gebruik je handen om dingen uit te beelden. Later kun je met diezelfde bewegingen dingen weer oproepen.’ Natalya: ‘Als ik van een leerling hoor dat het bij een bepaalde docent echt niet lukt om op te letten, kom ik soms in de klas observeren. Vaak kom ik dan met kleine tips; dingen die die docent en leerling ook zelf hadden kunnen bedenken. Bijvoorbeeld: ga niet achterin zitten bij een
hebt met verwerken. Het zou voor deze leerlingen veel beter zijn als ze hun telefoon weglegden.’
GESPREID LEREN ‘Het kost de meeste kinderen veel energie om op school te zijn en daar aandacht bij te houden’, zegt Natalya, ‘en leerlingen die ziek (geweest) zijn, moeten daarna thuis alles nog verwerken. Ik probeer ze te leren om hun huiswerk goed in te plannen en daarmee op tijd te beginnen.’ Huib: ‘Ook het sociale aspect van school vreet energie. Mijn tip voor alle leerlingen
Technieken om leerlingen beter te laten onthouden, begrijpen en toepassen van lesstof zijn te vinden in het boek Toolbox. 10 Oefenstrategieën uit de geheugenpsychologie in de klas. boorbestuur.nl/toolbox Wil jij dit boek lezen? Wij hebben een exemplaar liggen, in ruil voor een recensie. Mail naar rom@cedgroep.nl.
#ROM4 9
MIJN VAK
Een echt schoolgevoel TEKST TEKST ANNE-MARIE PLASSCHAERT FOTO'S JAN VAN DER MEIJDE
Wanneer Maarten Rijnders hoort dat er een theatermavo wordt ontwikkeld, ziet hij kans om zijn ideeën over mavo, theaterleerlingen, het vak geschiedenis en de invulling van het mentoraat te verwezenlijken. Een jaar na de start in 2017 is het aantal leerlingen verdrievoudigd en staat de organisatie als een huis. ‘We hebben al een echt schoolgevoel.’
10 #ROM4
MT010 – voluit Mavo voor Theater – startte aan het begin van dit schooljaar met twee volle brug- en tweede klassen. Een klinkend succes voor een startende school. ‘We zijn als collega’s bezig geweest om alles zelf op te bouwen. Daardoor ontstaat een gevoel van saamhorigheid, we zijn een team geworden en we hebben met elkaar al een echt schoolgevoel’, vertelt Maarten Rijnders
Maarten Rijnders: ‘Ik wil blijven experimenteren en mijn blik verfrissen. Daarom vind ik het belangrijk om buiten de deur te kijken.’
(27) met gepaste trots. ‘Je begint vanaf het nulpunt en je realiseert je heel goed: onze handtekening staat onder het werk.’
STEVIG MENTORAAT Samen met zijn collega heeft hij vorig jaar het mentoraat stevig neergezet. ‘Natuurlijk met daarin de voor alle scholen verplichte onderdelen. Maar verspreid over het jaar blijft er genoeg tijd voor zaken die wij voor onze leerlingen ook belangrijk vinden. Wij besteden bijvoorbeeld veel aandacht aan planning en aan hun pop-ontwikkeling. Leerlingen maken een persoonlijk dossier en benoemen per periode een paar ontwikkelpunten. Ze reflecteren op hun eigen handelen.’ Dat biedt de mentor informatie over hoe het met zijn leerling gaat op school. ‘Vorig jaar hadden twee van mijn leerlingen nogal stress bij een bepaald vak. Zij hadden er echt moeite mee en waren bang dat ze daardoor niet verder zouden kunnen met de opleiding. In hun reflectie las ik dat ze wel veel motivatie hadden om hier te blijven. Dan ga je samen op zoek naar mogelijke oplossingen.’
HUILSESSIE De leerlingen van MT010 willen allemaal op de een of andere manier het theater in, aldus Maarten. Of ze dat lukt, is helemaal de vraag. ‘Dat maakt voor mij ook niets uit, als ze zich straks maar vol zelfvertrouwen verder kunnen ontwikkelen in een vervolgstudie. Daarom bieden wij hier een breed scala aan vaardigheden en competenties aan. Ze moeten niet alleen goed kunnen plannen. We willen dat ze zelfvertrouwen krijgen door te weten wie ze zijn, wat ze kunnen en wat ze zouden moeten verbeteren. We leren door naar elkaar te kijken, door feedback te geven, door op ons zelf te reflecteren. Dat geldt voor de leerlingen, maar natuurlijk ook voor ons.’ Zo presenteren de leerlingen open en eerlijk hun cijferlijst aan de hele klas, ook als er onvoldoendes op staan. ‘Ze vertellen daarover en geven aan waar hun beperkingen liggen, ze zijn heel kwetsbaar. De andere leerlingen geven tips, soms echt goede.’ Dat kan allemaal omdat ze zich veilig voelen bij elkaar en bij de docent. In die veilige omgeving komen soms trieste verhalen naar voren, bijvoorbeeld over hoe een leerling is gepest op de basisschool. ‘Dat leverde veel herkenning op bij de anderen, het was een ware huilsessie’,
vervolgt Maarten. ‘Wij hebben hier meestal leerlingen met een eigen identiteit(je), die hier vanuit het basisonderwijs komen met dezelfde ervaringen en met dezelfde doelen.’
GROEIEN Eerder kreeg Maarten tijdens zijn stage te maken met theaterstudenten bij de havo/ vwo voor theater en dans, maar zijn belangrijkste onderwijservaring was op de St.-Jozefmavo in Vlaardingen: ‘Een hele degelijke, goed georganiseerde school, waar ik vanaf mijn stage heb gewerkt.’ Het onderwijs aan theaterstudenten bleef aan hem trekken. Dus werd de keuze snel gemaakt toen hij werd getipt dat de MT010 ging starten. Hij solliciteerde en is nu een van de drijvende krachten. ‘Wij zijn aan het groeien, dus moet de organisatie van begin af aan op orde zijn, zodat beginnende docenten niet gaan zwemmen of zelf op zoek moeten gaan. En er is de uitdaging om de saamhorigheid in het team te behouden terwijl wij de school verder uitbouwen.’ Als sectieleider en nu nog enige docent geschiedenis/mens en maatschappij, drukt Maarten ook alvast een stempel op zijn eigen vak geschiedenis. ‘Je hebt tien tijdvakken in de onderbouw als algemene ontwikkeling. Pas in het eindexamenjaar komt de geschiedenis vanaf 1900 aan de orde. Als ik echt de methode zou aanhouden, heb ik twee weken om de hele Tweede Wereldoorlog te behandelen!’ Hij schippert daarom met de in totaal vier uren voor aardrijkskunde en geschiedenis, plukt een uurtje hier, schuift een weekje daar. ‘Ik wil dat onze leerlingen de actualiteit kunnen duiden. Dat als ze naar het nieuws kijken, ze daar een onderbouwde mening over hebben. Ik zeg altijd: “Beter een andere mening, dan geen mening, maar wel onderbouwd.”’
WINNEN Hoe belangrijk het vak geschiedenis voor Maarten Rijnders ook is, zonder het mentoraat zou hij zijn werk een stuk minder interessant vinden. ‘Je bent hun coach’, zegt hij meteen met gedrevenheid. ‘Het is zo leuk om een ander iets te leren, samen te oefenen, zodat die ander uiteindelijk een succeservaring beleeft. Wanneer dat lukt, voelt dat voor mijzelf als winnen.’ Sinds zijn vijftiende jaar coacht hij bij zijn hockeyclub, eerst de jeugd en nu ook de senioren. Daar leerde hij hoe het is om coach te zijn en die ervaringen past hij toe in het mentoraat op school. ‘Ik leerde in de sport dat het belangrijk is om een gemeenschappelijk doel te hebben; het maakt dat mensen elkaar eerder gaan helpen.’ Ook de kracht van de herhaling komt uit de sport. ‘Als iets na drie keer proberen lukt, kan het een toevalstreffer zijn. Daarom moet je het nog een keer doen en nog eens en dan kijken of het nog steeds gaat. Je moet zeker zijn dat iemand het geleerde beheerst.’
Maarten Rijnders Mavo voor Theater (MT010)
‘Als ze zich maar vol vertrouwen kunnen ontwikkelen’
#ROM4 11
STRUCTURELE AANDACHT VOOR TAAL OP ONZE WERELD
Een stijgende lijn TEKST RENATE MAMBER FOTO'S PETJA BUITENDIJK
De resultaten verbeteren van begrijpend lezen is voor veel scholen een uitdaging. Door onder andere stevig in te zetten op het goed toepassen van de methode Nieuwsbegrip boekt CBS Onze Wereld voorzichtig resultaat. CBS Onze Wereld geeft veel aandacht aan taal op school. Een van de initiatieven om de resultaten van begrijpend lezen verder te verbeteren is het opfrissen van de kennis en het gebruik van Nieuwsbegrip. ‘Nieuwsbegrip moet je, net als elke methode, op een goede manier gebruiken’, zegt bovenbouwcoördinator Jan van Cappellen. ‘Na verloop van tijd merk je dat iedereen het op zijn eigen manier doet. We willen graag dat iedere leerkracht het op dezelfde manier leert gebruiken. Dat we allemaal op een lijn zitten.’
ACTIEF LEZEN Om dat te bereiken kocht de school bij de CED-Groep vorig schooljaar trainingen en klassenobservaties in. Ernst Keijsers, adviseur bij de CED-Groep, legt uit dat het bij Nieuwsbegrip niet alleen gaat om het aanleren en toepassen van bepaalde strategieën bij het lezen, maar ook om actief lezen. ‘Actief lezen is dat je ervoor zorgt dat kinderen echt lezen en niet direct doorgaan naar
12 #ROM4
In groepjes van drie discussiëren de leerlingen actief over de tekst.
de opdrachten bij een tekst’, vertelt hij. ‘Dat kun je het best bereiken als je groepjes van drie maakt, dan krijg je discussie en zijn ze actief met de tekst bezig. Ook de samenstelling van zo’n groepje is van belang. Het moet heterogeen zijn, maar de niveaus mogen niet te ver uit elkaar liggen.’ Marlies Bolink, leerkracht van groep 8, vindt dat het werken in groepjes goed werkt. ‘Ik zie dat de kinderen met elkaar aan de slag gaan en van elkaar leren. Het is goed dat ze hun gedachten met elkaar bespreken in hun eigen woorden. Het is wel belangrijk dat je het zelf eerst goed voordoet.’ Voordoen, modellen genoemd, is een vast onderdeel van Nieuwsbegrip. ‘Het is niet anders dan hardop voordoen hoe je denkt’, zegt Marlies. ‘Dat is best pittig: goed ver-
woorden wat je in je hoofd hebt, is lastig. Je moet je altijd bewust blijven welke stappen je doorloopt en goed kijken naar je eigen handelen.’
FEEDBACK Marlies is naar eigen zeggen ervaren in Nieuwsbegrip. Ze heeft vaker trainingen en klassenobservaties gehad, maar ze vindt ze nog steeds waardevol. ‘Ik vind het altijd leuk om feedback te krijgen, omdat je er elke keer wat bijleert. Bijvoorbeeld dat je bij groep 8 niet te lang stil hoeft te staan bij de strategie “voorspellen”, omdat de leerlingen dat al zouden moeten weten.’ Zoals elke school heeft Onze Wereld ervaren en minder ervaren leerkrachten. Ook dit schooljaar is er een instroom van nieuwe
medewerkers. Het doel is dat de nieuwe leerkrachten Nieuwsbegrip op dezelfde manier leren gebruiken als de anderen. Jan neemt daarvoor dit schooljaar de klassenobservaties van Ernst over. ‘We willen graag een basale doorgaande lijn hebben in Nieuwsbegrip’, zegt Jan. ‘We zullen er in de klassenobservaties en de teamvergaderingen steeds op terugkomen.’ Ook wil de school dat leerkrachten vaker bij elkaar in de les kunnen kijken. ‘Als je het ziet, leer je gemakkelijker’, zegt Marlies. ‘Je neemt sneller iets van elkaar over. En als de leerkrachtvaardigheden verbeteren, dan kan het niet anders dan dat straks ook de leerlingresultaten verbeteren.’
school in de middenmeting van vorig jaar opeens opvallend hoog. Volgens directeur Tilly Terheijden komt dat waarschijnlijk door de scores van een opvallend goede klas. Ze wijst echter wel op een opmerkelijke trend in de cijfers. ‘We hebben de laatste jaren in de lagere groepen een instroom van veel nieuwe Nederlanders. Soms wel twintig procent. Je ziet dat de resultaten van begrijpend lezen aan de bovenkant de afgelopen jaren erg fluctueren, maar aan de onderkant is een voorzichtige, maar zekere stijgende lijn te zien.’
Ze schrijft deze verbetering toe aan de structurele aandacht die de school geeft aan taal, waaronder de verbeterde aanpak van Nieuwsbegrip. Volgend jaar wil de school daar nog meer stappen in zetten. ‘Taal is zo ontzettend belangrijk’, zegt Jan. ‘We willen ons hele taalonderwijs in een breder perspectief zetten. We gaan nadenken over hoe we het taalonderwijs zo kunnen vormgeven dat het uitdagend is voor nieuwe Nederlanders, maar ook voor kinderen die in een heel taalrijke omgeving opgroeien. We willen een taalrijke omgeving creëren.’
OPVALLEND GOEDE KLAS Onze Wereld begon vorig schooljaar met de trainingen en klassenobservaties. Volgens Ernst is het effect hiervan meestal pas op de langere termijn te zien. Toch scoorde de
‘We willen taalonderwijs zo vormgeven dat het uitdagend is voor nieuwe Nederlanders én kinderen uit een rijke taalomgeving’
#ROM4 13
UITGROEIEN TOT LEIDER OP DE GELINCKSCHOOL
‘Het is hún school’ TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO'S JAN VAN DER MEIJDE
Renzo (10) en Jesse (11) leiden mij rond op de Gelinckschool in Spijkenisse. Geduldig leggen ze uit hoe het hier werkt. Alles draait om het ontwikkelen van persoonlijk leiderschap. Dat woord valt niet, maar ik zie het gebeuren. De directeur loopt langs en soepeltjes stellen ze mij aan haar voor. Ze bieden me koffie aan. Als ik worstel met mok en notitieblok, haalt Jesse een kar op wielen en zet daar mijn drankje op.
Op deze school, een vestiging van Horizon, zitten kinderen met speciale onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Het is er rustig en alles ademt structuur. Leerlingen groeten en gaan daarna rustig verder met hun taak. In het gymlokaal wijzen Renzo en Jesse op drie pilonnen. ‘Als iemand zich niet gedraagt, gaat
14 #ROM4 #ROM5
er een pilon om. Als alle drie de pilonnen om zijn, stopt de gymles.’ Her en der hangen posters met doelen en de stappen ernaartoe. Neem het doel om goed om te gaan met je eigen boosheid. Jesse: ‘Die moet je niet afreageren op andere mensen. Groen betekent dat je ontspannen bent, rood dat je agressief bent, of bang, of in paniek. Geel en oranje zitten er tussenin. De stappen zijn: stop, ontspan, denk, actie. In mijn klas denken we niet altijd aan die stappen, dat is niet meer nodig.’
SOLLICITEREN Hij zit in het Lighthouse Team Junior, een soort leerlingenraad. Net als de anderen moest hij naar die positie solliciteren. Momenteel bereidt dit team het afscheid van groep 8 voor. Leerlingen zijn voorzitter, notulist, vormgever van folders en posters, koffiedame of -heer,
Directeur Janny Koalsie-Mourik: ‘We zien bij de leerlingen steeds meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor de school.’
fotograaf. Ook binnen de klassen worden taken verdeeld. Zo heb je de leider van het groeten (die in actie komt wanneer iemand de klas bezoekt), leider van de telefoon, van het schoolbord… De leerkracht bespreekt met elk kind welke vaardigheden nodig zijn voor zijn rol en ze evalueren achteraf hoe het ging.
KEUZE In 2015 koos de school voor de pedagogische aanpak The Leader in Me, die is geënt op de ‘zeven gewoonten’ van Stephen Covey. Het complete team werd getraind en inmiddels komen deze gewoonten terug in de omgang met kinderen, de routines, afspraken en het taalgebruik. Jaap ter Steege van CPS Onderwijsontwikkeling en advies, die het team begeleidt bij de verdere doorvoering: ‘Kinderen leren zichzelf kennen en keuzes maken, doelen stellen en een relatie met de ander aangaan.’ Directeur Janny Koalsie-Mourik: ‘Het is hún school. We zien steeds meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid.’ Voor het team was dit geen enorme omslag. ‘We werkten al handelingsgericht; daar paste deze werkwijze mooi bij’, zegt Amber Peddie, leerkracht groep 7/8. Suzanne Hovenga (groep 5/6): ‘Deze werkwijze brengt wel meer focus en richting. Na één trainingsdag waren we om.’ Zij vindt dat het leren sindsdien vooruit is gegaan. ‘Aan een kind dat niet wil werken, vraag ik: “Wat is jouw einddoel voor deze dag? Welk plan gaan we daarvoor maken?” We zetten kinderen “aan”. Ze werken naar hun eigen doelen toe en staan in de rij om extra taken te vervullen.’ In de bovenbouw wordt spelling en taal nagekeken door de leiding van het nakijken. Amber: ‘Niet om de juf te helpen, maar om het kind vaardig te maken en te leren omgaan met verantwoordelijkheid.’
PRO-ACTIEVE KLEUTERS Jaap: ‘Thuis worden kinderen misschien gepamperd, of daar is juist geen toezicht. Het is goed dat ze op school met verantwoordelijkheid leren omgaan.’ Gedragswetenschapper Nancy Muysson: ‘Bij conflicten gaan leerlin-
Her en der hangen posters met doelen en de stappen er naar toe.
‘Juf, ik ben pro-actief, want ik heb zelf een keuze gemaakt’
gen samen naar de gang en is het zó opgelost.’ Ook de jongsten snappen het principe al. Marise van Vaerenbergh (behandel- en onderwijsgroep): ‘Bij mij zei een kleuter: “Juf, ik ben pro-actief want ik heb zelf een keuze gemaakt”.’ Kinderen namen dergelijke Leader in Me-uitdrukkingen al snel van het team over, vertelt pedagogisch medewerker Mieke Blok. Janny: ‘We spreken deze taal ook met de ouders en gebruiken hem in onze nieuwsbrief.’ Sommige ouders hangen de poster met de ‘boom van de 7 gewoonten’ thuis op de koelkast. Jesse zou liever wat minder regels zien. ‘Ik vind de regels stom. Soms wil je praten met iemand, maar dat mag dan niet.’ Maar Renzo vindt ze nuttig. ‘We hebben hier veel kinderen met ADHD en autisme. Je leert zo om op je gedrag te letten. Thuis let ik daar nu ook meer op.’
DE 7 GEWOONTEN In de infographic op pagina 24 lees je meer over de zeven gewoonten van Stephen Covey. Meer info: cps.nl/theleaderinme
#ROM4 15
DIT IS MIJN KLAS
TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Een hele dag auditie
Kristel Fidder – Kunstcoördinator, dansdocent en mentor van klas 1a van de Mavo voor Theater (MT010): ‘Vorig jaar ging De Mavo voor Theater (MT010) van start. We begonnen met ruim dertig leerlingen, nu gaan we al richting honderdtien. Het is ontzettend belangrijk dat het kunstonderwijs ook voor deze doelgroep beschikbaar is. Leerlingen die naar onze school willen, doen een hele dag auditie en voeren een motivatiegesprek. Wij kijken vooral of ze écht gemotiveerd zijn en of ze bereid zijn om zich te ontwikkelen. Theaterervaring is meegenomen, maar geen voorwaarde. Vorig jaar boden we alleen theaterspecialisatie aan, dit jaar is daar de
16 #ROM4
dansspecialisatie bijgekomen. Wij doen het bewust stap voor stap, zodat we zorgvuldig aan een curriculum kunnen bouwen. Alle klassen volgen theorievakken in ons gebouw aan de Walenburgerweg. De kunstvakken krijgen ze in het Hofpleintheater. De leerlingen uit de dansklas hebben de intrinsieke motivatie zich te ontwikkelen als danser en ‘maker’. Zij volgen zes uur dans en twee uur spel (drama). Daarnaast zijn er modules voor ballet, moderne dans, improvisatie, werelddans, etc. De leerlingen hebben halverwege het jaar een multidisciplinair project dat opgehangen wordt aan het thema ‘Rotterdam in beeld’. Het schooljaar sluiten wij af met een eindvoorstelling. Ook vinden we samenwerking met andere, vergelijkbare, scholen van belang, zoals met de Theater havo/vwo, de Havo voor theater en dans, en diverse kunstopleidingen op Albeda’.
BARBARA (13):
‘Ik vond het in het begin een beetje moeilijk, want mevrouw Fidder probeert het beste uit ons te halen. Steeds nieuwe pasjes en toetsen over wat we geleerd hebben. In de klas heeft iedereen een eigen stijl maar tijdens de les zijn we één.’
CHA-RE (11):
‘Het leuke aan deze school is dat je hier kan doen wat je graag wilt. Je kan jezelf zijn, je hoeft je niet te schamen en je kan iedereen vertrouwen.’
TESS (12):
‘Ik ben heel erg blij dat ik op deze school mag zijn. Ik kan hier mijn talent laten zien en ga tegelijkertijd naar school. Geweldig!’
MARLON (12):
JULEYTEE (12):
‘Ik vind onze klas heel energiek en aardig. Iedereen pikt het snel op en mevrouw Fidder is een goede instructrice. Ze kan goed uitleggen en helpt waar nodig.’
‘Ik ben de enige jongen in de klas en dat vind ik wat minder. De klas is wel erg leuk en mevrouw Fidder is aardig. Ze legt ook goed uit, maar gaat soms iets te snel voor me. Ik vind ballet best moeilijk.’
#ROM4 17
COLUMN
Praat je mee? In de rubriek Onderbouwd (pagina 8) gaan wetenschappers en professionals uit de onderwijspraktijk met elkaar in gesprek. We zoeken nog meer leraren of pm’ers die van gedachten willen wisselen met een wetenschapper. ANNE-MARIE PLASSCHAERT
Gelukkige jongeren Of het nu de WHO, Unesco, het CBS of Coca Cola is, uit alle onderzoeken blijkt dat Nederlandse jongeren gelukkig of zelfs het gelukkigst zijn, zowel in Europa als wereldwijd. Onze jongeren zijn vooral tevreden over kleine, huiselijke zaken, hun vriendschappen, de woning waarin ze leven, het onderwijs en hun algehele gezondheid, zo komt uit de gegevens naar voren. Kortom, na jaren vrijdenken en doen, gaan we een beetje terug naar de kleinburgerlijke saaiheid. Niets mis mee, als onze jongeren zich daar gelukkig bij voelen.
Wil jij positief psycholoog Jacqueline Boerefijn bevragen over hoe je als leraar een bijdrage kunt leveren aan het geluksgevoel van jongeren? Mail ons! rom@cedgroep.nl
BELEVENISSEN ALS DOCENT JOURNALISTIEK OP HET GRAFISCH LYCEUM.
18 #ROM4
FOTOGRAFIE: GABY JONGENELEN
Ga naar skvr.nl/gratisworkshop. Geef antwoord op de vraag, ontvang een handige SKVR Koffiebeker (op=op) en maak kans op een gratis workshop!
skvr.nl/onderwijs
ANNE-MARIE PLASSCHAERT SCHRIJFT VOOR HET ROM OVER HAAR
HERFSTACTIE
MBO
Deze feiten staan haaks op alle mooie cijfers die onze jongeren dan weer geven voor hun staat van gelukkig zijn. Is dit dan het gevolg van een verschil in definiëring, vraagstelling, interpretatie van de cijfers? Geven onze jongeren misschien het gewenste socialmedia-antwoord: ‘Super!’ op alle vragen naar hun geluk – je mag tenslotte niet falen? Of is er wellicht echt sprake van een kentering en zijn er in de toekomst inderdaad veel heel gelukkige Nederlandse jongeren?
Welke workshop past bij uw school? SKVR.NL/gratisworkshop
voortgezet onderwijs
Een van mijn studenten deed voor een artikel onderzoek naar zijn eigen generatie. Hij kwam tot de conclusie: ‘Wij leven vooral voor onszelf, we moeten optimaal presteren omdat we ons vergelijken met de schijnwereld getoond via social media. Daarmee vergeleken falen wij altijd en dus eisen wij nog meer van onszelf. We proberen een leven na te jagen dat ons wordt voorgeschoteld door succesvolle influencers.’ Voeg daarbij de verwachtingen van ouders, school, maatschappij en je weet welke druk zij ervaren.
primair onderwijs
Toch zijn er wel kanttekeningen te plaatsen. Want als ze zo gelukkig zijn, waarom is het alcoholgebruik en -misbruik onder jongeren dan nog op hetzelfde niveau als voor het alcoholverbod tot achttien jaar, zoals we bij het Trimbos Instituut (onderzoek naar verslaving) lezen? Uit diverse onderzoeken komen hoge percentages tieners en jongeren naar voren, die last hebben van stressverschijnselen, burn-out en depressie, als gevolg van de prestatiedruk. Ze zoeken hulp en daardoor worden de wachtlijsten bij de jeugdzorg en ggz weer langer. In mijn mentorklas alleen al gaf maar liefst twee derde van de groep aan dat ze hulp kregen van een instantie, therapie volgden of op de wachtlijst stonden. En dan gaat het om allemaal fantastische jonge mensen uit – in ieder geval ogenschijnlijk – prima gezinnen.
4X
NIEUWE ONDERWIJSPLANNEN VAN START UIT CITYLAB010
CityLab010 ondersteunt elk jaar goede en vernieuwende ideeën voor Rotterdam. Voor 2018 krijgen 53 plannen subsidie, waarvan er 19 gaan over innovatie in het onderwijs. Vier voorbeelden:
1. FLOATING FARM EDUCATIE
3. MAAK JE EIGEN VLIEGPLAN
Floating Farm Educatie Het doel is om… basisschoolleerlingen in de regio Rotterdam te verbinden met de agrarische sector (veehouderij) en dit te combineren met kennis over een gezond voedingspatroon. Waarom? Kinderen uit de stad staan steeds verder af van de natuur en voedselproductie. Floating Farm wil deze kinderen in de praktijk kennis laten maken met (innovatieve) veehouderij. Zo ervaren ze wat er moet gebeuren voordat ze een glas melk kunnen drinken. In samenwerking met het voedingscentrum gaan we in op een gezond voedingspatroon en het belang daarvan voor iedereen. Voor wie? De toekomstige educatie zal beschikbaar zijn voor alle basisscholen en kinderdagverblijven in de regio Rotterdam.
Het doel is dat… meer jongeren enthousiast worden voor bètatechniek. Hoe? AeroplaneCruise Rotterdam (ACR) wil een vlucht met een sportvliegtuig over Rotterdam maken. Vmboleerlingen krijgen de opdracht advies te geven hoeveel gewicht (brandstof, bagage, personen) op de vlucht mee kan. Ze worden hierbij begeleid door mbo-studenten. De leerlingen maken hierdoor op een praktische manier kennis met begrippen uit de theorie zoals krachtenevenwicht en balans. Voor wie? Vmbo-leerlingen en mbo-studenten.
2. DE MUREN HEBBEN OREN Het doel is dat… leerlingen empathie krijgen voor stadgenoten met een ‘ander’ verhaal. Hoe? Gedurende het project worden klassen uit ver uiteenliggende (zowel geografisch als sociaal-cultureel) wijken aan elkaar gekoppeld. De leerlingen ontmoeten elkaar en interviewen samen stadsgenoten over hun geschiedenis. Zo leren zij niet alleen elkaar, maar ook elkaars familiegeschiedenis kennen. Al deze persoonlijke verhalen verbinden de inwoners met elkaar en met Rotterdam. Voor wie? Leerlingen tussen 10 en 12 jaar.
4. KIES JE KOERS Het doel is dat… achttienjarige studenten beter voor-bereid zijn op hun leven na school. Hoe? Met behulp van de online tool Kies je Koers. Deze tool helpt studenten – met behoud van eigen regie en met inzet vanuit hun eigen kracht – om met thema’s om te gaan die ze tegenkomen bij hun weg naar volwassenheid, zoals huisvesting, gezondheid, relaties, werk, verzekeringen, aanvragen studiefinanciering. Voor wie? Een pilot gaat draaien op de entree-opleiding van het Albedacollege.
MEER INFO citylab010.nl
#ROM4 19
EMPOWERMENT OP DE TUIMELAAR
Van goede relatie naar prestatie TEKST ERIK OUWERKERK FOTO'S PETJA BUITENDIJK
Op Basisschool De Tuimelaar hebben veel leerlingen te maken met een onstabiele thuissituatie. Sinds leerlingen en ouders van de school er de regie krijgen in het zorgoverleg met wijkteams, jeugdbescherming en andere partijen, ervaart iedereen een veel succesvollere aanpak.
20 #ROM4
Het gesprek met directrice Sanne Vreugdenhil en intern begeleider Nancy Tadey laat even op zich wachten: Sanne is nog in gesprek met een ouder en dat gaat natuurlijk voor. Het geeft duidelijk aan dat de zorg voor ouders en kinderen alle prioriteit heeft. Juist daarom was het zo jammer dat de zorgaanpak maar zo weinig effectief was. Dat is nu veranderd.
POSITIEVE START Een zorgoverleg begint op De Tuimelaar tegenwoordig bij de betreffende leerlingen. Ze laten met een smiley – een verdrietige of een neutrale sticker op een whiteboard – zien hoe ze zich voelen en bekijken daarna hun doelen. Wat hebben ze bereikt? En waar willen ze nog aan werken? De ouders kijken trots toe hoe hun kinderen voor zichzelf kunnen opkomen en luisteren goed naar wat ze te zeggen hebben. Als de leerlingen weer in de
Leerlingen geven zelf elke ochtend en middag aan of ze lekker in hun vel zitten.
zijn; als je naar de ouders luistert, betrokken bent en ze een actieve rol toevertrouwt, dan betaalt dat zich uit,’ meent Sanne.
‘Het werkt niet als je óver mensen praat’ klas zitten gaat het zorgoverleg verder. Ook de ouders hebben nagedacht over welke kant ze op willen en geven aan wat goed gaat en wat nog beter kan: een positief begin. Sanne: ‘Voorheen vertelden wij als zorgverleners vaak hoe de situatie er uitzag, wat daar het beste aan gedaan kon worden en hoe dat ging gebeuren. Maar het landde niet, het was te veel eenrichtingsverkeer en de ouders reageerden apathisch of defensief richting ons of de zorginstanties.’ Nancy vult aan: ‘Ouders en leerlingen moeten zelf werken aan een verbetering van de situatie en daar zelf verantwoordelijkheid voor nemen. Daarom begint het zorgoverleg nu letterlijk bij hen.’
EMPOWERMENT ‘Ouders zitten vaak in de overlevingsstand. Voor iemand die zijn afspraak op school al vergeet vanwege financiële, sociale en lichamelijke stress is het al helemaal moeilijk een langetermijnplan op te stellen. De dingen
overkomen hun vaak,’ aldus Nancy. Om vanuit die situatie tot empowerment te komen is vertrouwen nodig volgens Sanne. ‘Dat moet je opbouwen. Wees dus transparant en betrek de ouders altijd bij het zorgoverleg. Zorg dat ze erbij zijn. Het werkt niet als je óver mensen praat. Bovendien, als ze in een rapport lezen dat de school iets over hen en hun situatie heeft gezegd en ze herkennen zich daar niet in, dan schaadt dat hun vertrouwen en kom je niet bij het einddoel. Alleen door een goede relatie kom je tot een prestatie.’
CHECK-IN Wanneer de grootste problemen achter de rug zijn, ervaren Nancy en Sanne dankbaarheid vanuit het gezin. Maar dat wil niet zeggen dat het werk er dan op zit: ze blijven de vinger aan de pols houden en letten nauw op elke leerling van de school. Sterker nog: de leerlingen letten ook op elkaar. Nancy: ‘De leerlingen doen elke ochtend en middag een check-in met elkaar. Dat doen ze geheel zelfstandig. De kinderen geven aan of ze lekker, oké of juist helemaal niet goed in hun vel zitten. En als iemand niet wil inchecken, dan zegt dat natuurlijk óók iets. Ze ervaren het zelf als heel prettig, zo blijkt uit onze leerlingarena’s. Ze houden meer rekening met elkaar, geven ze aan. Ze stelden zelfs meer check-ins voor om pesten te voorkomen.’
VOORTOUW PARTNERS De ouders zijn partners bij het vinden van een oplossing rond het vraagstuk van kind en ouder. ‘Natuurlijk, een ouder kan zich bedreigd voelen wanneer anderen zich met de thuissituatie gaan bemoeien en afhoudend of afwachtend reageren. In negen van de tien gevallen echter willen ze gewoon het beste voor hun kind. Al kan de samenwerking lastig
Het team van de Tuimelaar bouwt vertrouwen op, geeft de kinderen een stem en de ouders geloof in eigen kunnen. De ‘ontvangers’ van de zorg weten dat het anders moet en dat zij daarin het voortouw moeten én kunnen nemen. Dat is een flinke stap vooruit, erkent ook Sanne: ‘We zijn er nog niet, maar we hebben geleerd om net als de verzorgers en leerlingen onze successen te onderschrijven.’
#ROM4 21
PRIMAIR ONDERWIJS ERVAART FORSE WERKDRUK
Kleuters in de verdrukking Recent onderzoek in opdracht van de gemeente Rotterdam en het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs (PPO) Rotterdam bevestigt een beeld dat al langer in het Rotterdamse onderwijs leeft. De instroom van kwetsbare leerlingen neemt toe en het lukt onvoldoende om jeugdzorg en passend onderwijs op elkaar aan te laten aansluiten. Een probleem dat in het hele Rotterdamse basis- en speciaal onderwijs voelbaar is, maar het meest direct in de onderbouw van het regulier basisonderwijs. Ruim driekwart van de leerkrachten en intern begeleiders in het Rotterdamse primair onderwijs ervaart daardoor een (zeer) hoge werkdruk. TEKST RONALD BUITELAAR ILLUSTRATIE CHRIS VERSTEEG
Meer concentratie-, gedrags-, en leerproblemen en meer leerlingen met meervoudige problematiek. Dat is waar het Rotterdamse primair onderwijs mee te maken heeft. En dat in een tijd waarin scholen, naar eigen zeggen vanwege ontoereikende bekostiging, te maken hebben met grotere klassen en minder handen in de klas. Tel daar het oplopende lerarentekort bij op en je hebt een giftige cocktail, die bij uitblijvend beleid voor nog meer problemen gaat zorgen. In het rapport
‘We verwachten veel te veel van kleuters’
22 #ROM4
‘Passend onderwijs en de aansluiting met de jeugdhulp in Rotterdam’ springt vooral de zwaardere problematiek van kleuters in het oog. Dat kleuters nog niet zindelijk zijn of afhankelijk van flessenvoeding, zijn relatief milde feiten vergeleken met de groeiende groep kleuters die verwezen wordt naar het speciaal onderwijs of zelfs thuis komt te zitten. Om een indruk van de ernst te krijgen: het aantal thuiszittende kleuters van vijf jaar is bijna drie keer zo groot als dat van oudere basisschoolleerlingen.
VERSCHILLEN NEMEN TOE Het is een ontwikkeling die voor ervaren kleuterleraren als Hanneke van Eck en Martine Thomassen niet uit de lucht komt vallen. Hanneke is een ouwe rot in het vak. Zij volgde de KLOS (kleuteropleidingsschool), deed de master special educational needs (sen) en werkt(e) op diverse Rotterdamse basisscholen. Haar hart ligt bij het Montessorionderwijs. Martine deed Pabo en specialiseerde zich in het jonge kind. Tegenwoordig is ze intern begeleider van groep 0-3 op een binnenstadsschool. Momenteel rondt ze de master special educational needs af. Martine en Hanneke weten dat er altijd een categorie kleuters zal zijn die extra aandacht nodig heeft. Hanneke noemt ze zelfs ‘de kers op de taart’ en zou ze het liefst binnenboord houden. Martine legt uit waarom dat steeds moeilijker wordt: ‘Ik ben dertien jaar geleden gestart. Als ik de situatie van toen vergelijk met nu zie ik extreme niveauverschillen tussen kinderen, aanzienlijk grotere groepen en geen ondersteuning van een klassenassistente.’ Hanneke vult aan: ‘Het is goed om hoge verwachtingen van kinderen te hebben, maar we ver-
Gedrags- en leerproblemen, ontoereikende bekostiging, grotere groepen, minder handen in de klas en een oplopend lerarentekort: een giftige cocktail.
wachten nu te veel van kleuters. Er wordt te schools en methodisch gewerkt. Kleuters moeten de ruimte hebben om zich naar eigen vermogen te ontwikkelen.’ Een ander probleem is de opvoeding thuis. Martine en Hanneke sommen op: ‘Geen grenzen stellen, pamperen, klein houden, overbescherming, te weinig eisen stellen, niet buiten laten spelen. ‘Het zorgt dat de verschillen in kleutergroepen verder toenemen. Uiteenlopend van kinderen die al kunnen lezen tot kinderen die nog nauwelijks spreken.‘
BOVENSCHOOLSE PLEK Omdat Rotterdamse basisscholen de afgelopen jaren in toenemende mate geconfronteerd werden met een groep kleuters die uit de boot dreigt te vallen is op diverse plekken in de stad gewerkt aan oplossingen. In het
gebied IJsselmonde ontwikkelden scholen in samenspraak met PPO de aanpak OOK (Optimale Ontwikkelingskansen Kleuters). Het doel: een bovenschoolse plek om te kunnen vaststellen in welke onderwijsvorm kleuters met complexe problematieken het beste op hun plaats zijn. Vanwege geldgebrek werd het plan eerder dit jaar in de koelkast gezet. Toch hoopt directeur Saskia Spierings van sbo van Heuven Goedhart dat het daar weer snel uitkomt: ‘Erg jammer, want zo’n voorziening is hard nodig in dit gebied.’ In Schiebroek leeft dezelfde hoop. Daar was Peter van Reeven penvoerder van het project IOBK 2.0. Inmiddels geniet Van Reeven van zijn pensioen, maar hij legt nog graag uit dat ook de scholen in Schiebroek met PPO tot de conclusie kwamen dat er een centrale plek moest komen om ‘kleuters die door hun ge-
drag (nog) niet (gaan) functioneren binnen het PO’ beter te kunnen begeleiden. Van Reeven: ‘We zijn er uiteindelijk niet in geslaagd om het project van de grond te tillen omdat het organisatorisch te ingewikkeld werd.’
OPLOSSING De pogingen van de Rotterdamse scholen om voorzieningen op te tuigen voor kleuters met complexe problemen doen denken aan de in 1998 door voormalig staatssecretaris Tineke Netelenbos wegbezuinigde scholen voor In Ontwikkeling Bedreigde Kleuters (IOBK). Wellicht dat in die richting ook de oplossing gezocht moet worden voor de gesignaleerde problematiek. Expertisecentra op die plekken in de stad waar de problemen het grootst zijn. Het woord is aan de Rotterdamse schoolbesturen.
#ROM4 23
The leader in me The 7 habits of highly effective people van Stephen Covey is het meest bekroonde leiderschapsboek. De kern van het boek is dat effectieve mensen zeven gewoonten hebben die de basis zijn voor hun succes. Iedereen kan deze gewoonten bij zichzelf (verder) ontwikkelen. De gewoonten zijn zo universeel, dat ze passen bij elke leeftijd, elke school en in elke cultuur. Naast de Horizonscholen in Rotterdam zijn er in Nederland nog 90 andere scholen bezig met The leader in me. Deze zeven gewoonten staan centraal:
1.
Wees proactief - Je maakt je eigen keuzes Meer regie over eigen leven door eigen verantwoordelijkheid en leiderschapstaken te geven.
2.
Begin met het einddoel voor ogen - Maak een plan Leren om gestructureerd en volgens een plan te werken.
Meer informatie
1 1
Lees op pagina 14 hoe de Gelinckschool werkt vanuit The Leader in Me. cps.nl/theleaderinme
4.
5.
6.
7.
Denk win-win - Zoeken naar voordeel voor iedereen Denken vanuit overvloed, samen succesvol zijn.
Synergie - Samen is beter MĂŠt de leerling praten en hem eigenaar maken van de oplossing.
24 #ROM4
3.
Belangrijke zaken eerst - Eerst werken, dan spelen Werken met een duidelijke dag- en weekplanning.
Eerst begrijpen, dan begrepen worden - Luister voordat je praat MĂŠt de leerling praten en hem eigenaar maken van de oplossing.
Houd de zaag scherp Evenwicht voelt het best Zorgen voor jezelf.
WIL JIJ HET BOEK THE LEADER IN ME LEZEN? Wij hebben een exemplaar liggen, in ruil voor een recensie. Mail naar rom@cedgroep.nl.
2 Boeken RECENSIES VOOR EN DOOR COLLEGA’S
1
Talentbegeleiding bij laagbegaafde jongeren. Hoe jij als pedagogisch professional het verschil maakt Simon C. Klein
Het boek is opgedeeld in drie delen die de gebieden van cognitie, ontwikkeling, en sociale omgeving van laagbegaafde jongeren bespreken. Hierbij stelt de schrijver zichzelf als doel de lezer duidelijk te maken hoe wij (jeugdzorg, ouders, docenten, beleidsmakers) laagbegaafde jongeren het beste kunnen helpen. De achterliggende gedachte is dat de som van de delen het geheel maakt. Een kleine verandering kan een hoop betekenen. Een ambitieus doel en een nobele gedachte. Ik heb echter wat aanmerkingen op het boek. De auteur maakt gebruik van verouderde theorieën, waaronder die van de leerstijlen en Bloom (zie hiervoor de blogposts en artikelen van Pedro de Bruyckere en Casper Hulshof). Hij zet de gegeven theorie niet om in praktisch toepasbare methodieken en/of analyse. Het boek blijft oppervlakkig in de discussie van zowel theorie als praktijk waarbij de auteur wel vragen stelt, maar geen oplossingen geeft voor de problematiek in de casussen. Hij benoemt enkel hoe die specifieke casus werd opgelost. Ik zou dit boek gebruiken als een opening voor een gesprek over begeleiding van laagbegaafde jongeren. En ik raad aan aanvullende literatuur te zoeken voor werkelijke antwoorden. Desiree Scholten is docent Engels in het mbo en hbo.
2
De ontwikkeling van het kind Frank C. Verhulst
Heldere taal in dit boek, geschreven door de Rotterdamse professor in de kinder- en jeugdpsychiatrie Frank Verhulst. Twintig jaar geleden verscheen dit boek voor het eerst. Wat aanvankelijk bedoeld was als leerboek, is uitgegroeid tot een toegankelijk handboek. De levensfasen van het kind, vanaf de prenatale periode tot en met de adolescentie, worden erin beschreven. De hoofdstukken hebben prachtige illustraties. Het boek begint met ontwikkelingstheorieën en de invloeden op de ontwikkeling. Daarna wordt het boek levendiger en beschrijft Verhulst de ontwikkeling aan de hand van de levensfasen. Slechts een derde van het boek is toegespitst op kinderen in de basisschoolleeftijd (inclusief de kleutertijd). Maar het is natuurlijk goed om ook op het netvlies te hebben wat er in de periode ervoor gebeurt. Dit boek is een aanrader voor iedereen die meer wil weten over de ontwikkeling van kinderen op een bepaalde leeftijd. Handig voor als je binnenkort voor een andere bouw staat, maar ook een leestip voor geïnteresseerde ouders. Evelyne Hurkmans (Buro Hurkmans & Houtman) is gespecialiseerd in gezonde(re) leefstijl projecten voor kinderen 4 - 12 jaar én hun opvoeders.
#ROM4 25
CURSUS GEDRAGSSPECIALIST VOOR HET MBO
Het gedrag achter het etiket
Zorgcoördinator Dolorata van het Albeda deed de cursus Gedragsspecialist: ‘Dat zette echt zoden aan de dijk.’
TEKST MARIJKE NIJBOER FOTO JAN VAN DER MEIJDE
26 #ROM4
Mbo-docenten krijgen te maken met allerlei vormen van opvallend gedrag. Die kunnen voortvloeien uit een stoornis zoals ADHD of autisme, maar er kunnen ook andere oorzaken achter zitten. Het Zorg College en het College Sociaal- en Pedagogisch Werk van Albeda wilden de begeleiding van studenten met een ondersteuningsbehoefte verder verbeteren. De zorgdocenten en zorgcoördinator volgden samen met een aantal teamgenoten de speciaal voor het mbo ontwikkelde versie van de cursus Gedragsspecialist.
de behoefte daarachter te zien. Misschien moet je iemand regelmatig de hand toesteken of een schouderklopje geven.’ Als de behoefte van de student helder is, ga je naar de aanpak. De cursus behandelt er verschillende. Albert: ‘Jouw aanpak evalueer je regelmatig: heeft het resultaat gehad, moet er een instantie worden ingeschakeld of zijn er andere dingen nodig? Jij als docent kan het verschil maken. Jij kunt studenten stimuleren om autonomer te worden, zodat ze zelf stappen kunnen zetten in hun studie. Kom tegemoet aan hun relatiebehoefte door ze te laten samenwerken en een relatie aan te gaan met jou als docent. Jij maakt ze competent, zodat ze gaan beseffen dat ze wat kunnen.’
BANKSLAPERS Wanneer een Albeda-student zorg of ondersteuning nodig heeft, verwijst de zorgdocent hem of haar zo nodig naar een hulpverlener met de juiste expertise. ‘De ondersteuning moet gericht zijn op de studieloopbaan’, zegt Dolorata; ‘op het gedrag in de klas, op datgene wat het onderwijs belemmert.’ Zij ziet onder andere veel huisvestingsproblemen. ‘We hebben nogal wat “bankslapers”, jongeren die botsen met hun ouders en elders onderdak zoeken.’ Helaas heeft Rotterdam een groot tekort aan jongerenhuisvesting. In zo’n situatie kan de zorgdocent een jongere doorverwijzen naar het maatschappelijk werk voor hulp bij het zoeken naar een kamer. Dolorata: ‘Is iemand heel druk of heeft hij paniekaanvallen, dan hoeft dat niet per se te komen door ADHD of een paniekstoornis. We bespreken dan: hoe ziet je leven eruit en waar heb je hulp bij nodig?’
ONDERWIJSHISTORIE
‘Veel gedrag op het mbo komt voort uit een slechte onderwijshistorie’
Ook het onderwijs zelf kan een factor zijn. Albert: ‘Veel gedrag op het mbo komt voort uit een slechte onderwijshistorie. Met name leerlingen die vanuit het vmbo doorstromen naar mbo niveau 2, zijn soms in het verleden niet goed geholpen. Gedrag kan ook voortkomen uit het feit dat studenten onvoldoende worden uitgedaagd.’ Wat volgens hem altijd helpt: ‘Goed gestructureerde lessen, helder klassenmanagement. Het duidelijk aangeven van doelstellingen en uitspreken van verwachtingen, een consequente aanpak. Hang de muren niet vol met drukke posters en creëer een hoekje in je lokaal waar een autistische student rustig kan werken.’
SIGNAAL
Tijdens deze driedaagse cursus bespraken de deelnemers de kenmerken van verschillende stoornissen, ander opvallend gedrag en manieren om hier op in te spelen. Ook casussen uit hun onderwijspraktijk kwamen aan de orde. Zorgcoördinator Dolorata du Chatinier: ‘Ik heb veel cursussen gedaan, maar deze zet echt zoden aan de dijk.’
ANDERE OORZAKEN ‘We plakken graag een etiket, want dat geeft duidelijkheid’, zegt cursusleider Albert de Bruijn van de CED-Groep. ‘Maar achter bepaald gedrag kunnen ook heel andere oorzaken liggen. Bijvoorbeeld een ongestructureerde thuisomgeving, schuldenproblematiek of een relatie die op de klippen loopt.’ Opvallend gedrag is een signaal, zegt hij. ‘Probeer
Deze cursus is tevoren grondig doorgesproken. ‘Albert heeft ons uitvoerig bevraagd over wat we wilden behandelen’, vertelt Dolorata. ‘Het resultaat was een goed opgebouwde training met activerende werkvormen.’ Ze is blij met alle didactische tips uit de cursus. ‘Met een bepaalde app kun je bijvoorbeeld random groepjes maken. Ook een eye-opener voor mij was om tegen het einde van de les niet te roepen dat ze nog vijf minuten hebben, want dan gaan ze hun tas pakken. Je loopt langs en maakt dat non-verbaal duidelijk. Een ander advies was om een dwarsligger niet plenair aan te spreken; dat werkt contraproductief. Je negeert zijn gedrag en later, in het voorbijlopen, maak je een subtiele opmerking.’ Het mooie is dat van zo’n bewuste aanpak het onderwijs beter wordt voor álle studenten: iedereen profiteert van een goede structuur en helder klassenmanagement. Eén van de docenten paste de dag na de cursus meteen veel van de tips toe. Dolorata: ‘Zij meldde: het wérkt.’
#ROM4 27
PANTARIJN KREEG DE ONDERWIJSKWALITEIT WEER OP ORDE
Van onrust naar betere basisschool TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Pantarijn is een basisschool in Bloemhof. De school is het resultaat van een fusie tussen twee basisscholen, een proces dat voor veel onrust en teruglopende onderwijsresultaten zorgde. Drie jaar geleden verzette de school de bakens en begon het herstel. Het ROM blikt terug met de directeur, een leraar en enkele ouders.
Als basisscholen De Groeneweg en De Oversteek rond 2010 te klein zijn geworden om zelfstandig te overleven fuseren ze tot Pantarijn. De beide locaties blijven in eerste instantie gehandhaafd, maar functioneren op dat moment al niet optimaal. De fusie zorgt voor nog meer onrust. Onder het personeel, maar ook onder leerlingen en ouders. Saïda Boulakhrif is een van die ouders. Zij heeft drie kinderen. De jongste zit nu op Pantarijn. Saïda heeft de school geleidelijk zien afglijden: ‘Het was op zeker moment een komen en gaan van leraren en het ontbrak aan duidelijke schoolregels.’
LAGE ADVIEZEN Saliha Jebbour is een andere ouder. Zij zag hoe het aantal lage adviezen voor het voortgezet onderwijs toenam: ‘Dat trof vooral de zwakste leerlingen.’ Zorgen over de onderwijskwaliteit en het schoolklimaat hadden de ouders allemaal. Waar ze met hun zorgen terecht konden wisten ze niet. Neem Hana Ahmet, moeder van drie. Zij sprak in die tijd nog maar mondjesmaat Nederlands: ‘Ik had nog geen vriendinnen en kon aan niemand mijn verhaal kwijt.’ Saïda: ‘Wij voelden ons verloren. Klachten bespraken we vooral onder elkaar omdat we het gevoel hadden dat er toch niets mee gedaan werd.’
28 #ROM4
KWALITEIT VAN DE LERAAR In 2014 gaan de beide scholen op één locatie verder. Een jaar later ontstaat een vacature voor een directeur. Josje Boshoff is op dat moment nog adjunct-directeur van OBS Delfshaven. Als ze over de problemen bij Pantarijn hoort, raakt ze gemotiveerd om juist bij die school aan de slag te gaan: ‘Hoe meer ik hoorde, hoe meer zin ik kreeg om er aan het werk te gaan.’ Als ze in augustus ‘euforisch’ aan haar karwei begint wordt ze echter al na een week door het noodlot getroffen. Een auto schept haar fiets en Josje loopt fors hersenletsel op. Doorgaan is geen optie. Eerst moet ze voldoende herstellen en revalideren. Interim-directeur Ivo Bravenboer springt bij. Vanuit de gedachte dat de kwaliteit van de leraar bepalend is voor het boeken van resultaten bezoekt hij lessen en gaat aan de slag met leraren. Josje: ‘Onder Ivo kwamen er onder meer kwaliteitskaarten en kwam er lijn in onderwijs en zorg. Ivo zorgde voor een echte kwaliteitsslag.’
SPANNINGEN IN HET TEAM De frisse wind had ook als gevolg dat er van sommige leraren afscheid werd genomen. Anderen moesten het vertrouwen in eigen kunnen herwinnen. Eén van hen is Esther van Noordenne, nu leerkracht van groep 5. Esther
Directeur Josje Boshof (midden) van Pantarijn met moeders Hana (links) en Saliha (rechts).
begon in 1997 als startende leerkracht bij de Oversteek. Op dat moment een school die ook al vanuit een fusie ontstond: ‘Ik had geen gemakkelijke start. De grootste van de twee scholen nam het ons kwalijk dat er gefuseerd moest worden en dat zorgde voor spanningen in het team.’ Esther denkt wel dat de ervaringen rond de opeenvolgende fusies uiteindelijk ervoor zorgden dat het huidige team erg hecht is en uitstekend op elkaar in gespeeld: ‘Zeker in de periode waarin het Inspectieoordeel oranje was groeiden we steeds meer naar elkaar. Wij gingen er echt met z’n allen voor en toen we uiteindelijk weer groen werden hebben we met elkaar zitten huilen.’
BORGING Josje heeft dan in februari 2016 haar werk als directeur weer opgepakt. Ivo blijft nog enige tijd om het leerkrachthandelen weer volledig op de rails te krijgen. Josje besluit zich op de ouders en de schoolomgeving te richten: ‘Ik wilde een frisse start. We ruimden de school op. Er werd schoongemaakt en geverfd. Er kwam een nieuw logo. En er kwa-
‘Het was een komen en gaan van leraren en het ontbrak aan duidelijke regels’
men duidelijke regels. We werden streng op te laat komen en namen regie over de rol van ouders op school.’ Met name het laatste viel in eerste instantie niet in goede aarde bij de ouders, maar toen deze na verloop van tijd zagen wat de aanpak opleverde was het aanvankelijke verzet snel verdwenen. Josje: ‘We hebben in de ouderkamer prachtige gesprekken gehad over bijvoorbeeld de hoofdoek en trainingen over taal, gezondheid en opvoeden.’ Gevraagd naar de kern van het succes reageren Josje en Esther eensgezind: ‘Borging. Het vastleggen van alles wat we hier op school doen. Voorheen zat het vooral in
de hoofden van leraren. Nu staat het op papier.’ Waarbij Josje aantekent dat onderwijs nooit af is: ‘We zijn vorig jaar begonnen met de aanpak De Betere Basisschool. We willen ons onderwijs blijven ontwikkelen en beter maken.’
#ROM4 29
COLUMN
ROMNIEUWS.NL
WILLEM SONNEVELD
Duizenddingendoekje Toegegeven, ik zou best meer willen verdienen. En ja, op verjaardagen zijn mijn gesprekspartners soms senior-vice president en ondergetekende nog steeds de docent. Het zijn allemaal geen redenen om het onderwijs ooit gedag te zeggen, daarvoor is het werk veel te leuk. Een reden om het werk ooit wel gedag te zeggen is het gebrek aan smoel. Het onderwijs als het duizenddingendoekje van de samenleving. Kom maar hier met die maatschappelijke problemen, we zullen ons best doen. Echt, beloofd!
Nu lees je ons magazine, maar het ROM biedt meer! Kijk op de site voor actueel nieuws uit het Rotterdams onderwijsveld, artikelen, verslagen van onderwijsbijeenkomsten en de agenda.
c d
Like! facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine
Volg! @romnieuws twitter.com/romnieuws
ABONNEER JE OP DE NIEUWSBRIEF Elke maand een link naar de laatste aanvullingen op de site, extra nieuws en meer. Meld je aan op romnieuws.nl/nieuwsbrieven.
‘We doen maar wat in het onderwijs’ Een gebrek aan smoel, ook als het gaat om prestaties. We doen in het onderwijs vaak maar wat. En ja, daar beginnen mensen over. De hele klas kreeg straf. De docent praat het uur vol. Lessen vallen uit. Kunnen ze niet wat meer met nieuwe media doen? Een dochter moest 150 begrippen uit haar hoofd leren. Een zoon leest geen enkel boek en haalt een voldoende voor de mondeling over literatuur. Sla ‘scholen op de kaart’ er maar op na. Het is maar al te vaak grijze middelmaat. De gemiddelde VO school heeft een gemiddeld examencijfer van 6,5 en een slagingspercentage van 90 procent. Veel docenten hebben geen idee wat dat precies is: ‘leren’. Sinds kort probeer ik me zo goed (en kwaad!) als dat gaat te verdiepen in de inzichten uit de cognitieve psychologie. Ik ‘help’ leerlingen niet langer met de heilige drie-eenheid: nog een keer uitleggen of lezen en meer oefenen. Mijn lessen zien er opeens ook heel anders uit. Een belangrijk inzicht: het hoeft niet langer heel leuk te zijn als er maar wordt geleerd. En ja, dat verhaal probeer ik de school in te krijgen. De lat moet omhoog. Niet alleen omdat leerlingen dit verdienen, maar ook omdat dit stiekem dé reden is waarom veel mensen niet in het onderwijs willen werken. Zeker de senior-vice president niet!
Agenda 25 OKTOBER Inzicht in autisme 28 OKTOBER Lezing Micha de Winter: Pedagogiek van de Hoop 30 OKTOBER MeetUp010 #19: Personalileren 31 OKTOBER TEDxAmsterdamED 29 NOVEMBER Landelijke vmbo-mbo Conferentie
WILLEM SONNEVELD IS SOCIOLOOG EN DOCENT MAATSCHAPPIJLEER BIJ DE GSR. HIJ NAM DEEL AAN BROEDPLAATS010. VOOR ROM ZET HIJ ZIJN GEDACHTEN OVER HET ROTTERDAMSE ONDERWIJS OP PAPIER.
30 #ROM4
KIJK VOOR MEER INFO OVER DE BOVENSTAANDE BIJEENKOMSTEN OP ROMNIEUWS.NL/AGENDA.
WAT LEES JE IN
#ROM5 DECEMBER Leren over over dieren, voedsel, en koken op de Rotterdamse kinderboerderijen.
In discussie Obs Het Spectrum gaat in gesprek met de onderwijsinspectie over het werken aan kwaliteit.
Samenwerken met ouders Gastbijdrage van wetenschapper Mariëtte Lusse over haar onderzoek naar ouderbetrokkenheid.
OPLEIDING TOT WERELDBURGER Op het Codasium leren jongeren zich in te spannen om het samenleven in de wereld te verbeteren.
primair onderwijs
“...Met een diploma kom je een bedrijf binnen maar om te blijven heb je bredere competenties nodig.” #DaaromSKVR Carla Chappell onderwijsleider, Albeda
voortgezet onderwijs
Waarom kiest u voor kunsteducatie? SKVR.NL/Onderwijs
MBO
Oriënteer u nu op onze website of bel 010 - 27 18 320
skvr.nl/onderwijs
Vaardigheden en interesses aanspreken en ontwikkelen met uitdagende workshops, lessenseries en kunstzinnige jaarprogrammeringen. Schooljaar 2018/2019 nu online! FOTOGRAFIE: GABY JONGENELEN
OP DE BOERDERIJ
DUBBELPORTRET
TEKST RONALD BUITELAAR FOTO JAN VAN DER MEIJDE
Ana en Mayra Moeder Ana en Mayra (11) wonen samen met echtgenoot/vader Emanuel, dochter/zus Nelyana (13) en zoon/broer Levi (3) in een eengezinswoning in Prinsenland. Ana werkt vier dagen per week als docent Frans bij Melanchton De Blesewic in Bleiswijk. Op zaterdag geeft zij fietsles aan migranten van alle leeftijden. Tussendoor helpt ze haar oudste dochter met haar huiswerk en rijdt ze de kinderen naar buitenschoolse activiteiten en vriendinnen. Mayra zit in groep 8 van de Willibrordschool in hartje Rotterdam. Thuis maakt ze huiswerk, speelt ze buiten of gebruikt ze haar telefoon om bij te praten met haar vriendinnen. Op maandag turnt Mayra.
WAAROM HEBBEN JULLIE VOOR DE WILLIBRORDSCHOOL GEKOZEN? Mayra: ‘Wij woonden vroeger in West waardoor de school heel dichtbij was.’ Ana: ‘Toen in een aantal scholen en een keuze voor deze gemaakt. We hebben
DENK JE AL NA OVER WAT JE NA DEZE SCHOOL WILT GAAN DOEN?
er nooit spijt van gehad want het sociale aspect is hier dik in orde
Mayra: ‘Mijn voorlopige advies is havo en ik hoop dat dat zo blijft
en dat is voor ons erg belangrijk. Inhoudelijk zijn er wel verschillen
of havo/vwo wordt. Ik weet dat ik in ieder geval wil gaan kijken bij
tussen leraren, maar dat is op elke school. Toen we naar Prinsenland
de open dagen van het Comenius want daar zit mijn zus, het Rudolf
verhuisden zijn de kinderen niet van school veranderd.’
Steiner College, het IJsselcollege en het Wolfert College. Ik ga er
we een school voor Nelyana zochten hebben we ons eerst verdiept
op letten of de leraren gezellig zijn en of kinderen serieus worden
WAT VIND JE LEUK AAN SCHOOL?
genomen.’
Mayra: ‘Ik heb leuke docenten en het is makkelijk vrienden maken.
Ana: ‘Ze mag alle scholen bezoeken en eventueel naar een open les.
Je wordt niet buitengesloten. We hebben leuke uitjes en feesten,
Daarna kiezen we twee scholen, bezoeken de informatieavonden
zoals het Willibrordfeest in oktober.’
en maken dan met elkaar een definitieve keuze. Ik vind het vooral
Ana: ‘Ik geef ze een tien voor de manier waarop ze ouders bij de
belangrijk dat we leraren en leerlingen zien en spreken.’
schoolloopbaan van de kinderen betrekken. Kinderen worden er gezien en er is veel ruimte voor eigen initiatief.’
WAT ZIJN JE DROMEN VOOR LATER? Mayra: ‘Ik wil óf model worden óf ondernemer worden en een
WAT MIS JE?
kledingwinkel beginnen.’
Mayra: ‘Niets’.
Ana: ‘Ik hoop dat ze bereikt wat ze wil bereiken en dat ze daarmee
Ana: ‘Nee, ik kan eigenlijk ook niets bedenken.’
gelukkig wordt. En natuurlijk wil ik dat ze lekker zelfstandig wordt!’